Na het lezen-ruimte.pdf
Na het lezen-ruimte.pdf
Na het lezen-ruimte.pdf
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
Over <strong>ruimte</strong>.<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
Lees onderstaande fragmenten en<br />
bespreek met wat voor soort <strong>ruimte</strong> je<br />
te maken hebt en wat de functie van<br />
deze <strong>ruimte</strong> is. Maak hierbij gebruik<br />
van de kennis over <strong>ruimte</strong> die je hebt<br />
opgedaan bij <strong>het</strong> bespreken van de<br />
beginzin voordat je <strong>het</strong> boek ging<br />
<strong>lezen</strong>.<br />
Op een regenachtige dag moest ik<br />
naar de Hemel.<br />
‘Niks aan de hand, hoor,’ zei de non<br />
die <strong>het</strong> bericht kwam brengen, maar<br />
dat was natuurlijk kwatsj. Niemand<br />
ging ooit zomaar naar de Hemel. (...)<br />
De directrice liet je alleen roepen als je<br />
iets uitgehaald had, en ik stond niet<br />
bepaald bekend als durfal of uitvreter.<br />
Het enige dat ik kon bedenken was dat<br />
Muulke weer iets had uitgehaald. Niet<br />
dat her dan zin had om mij te roepen.<br />
Mijn zus luisterde naar niemand en al<br />
helemaal niet naar mij.<br />
De Hemel was de zolderverdieping van<br />
onze school. Behalve de kamer van<br />
<strong>het</strong> Slagschip bevond zich er ook de<br />
opslagplaats met kostuums en<br />
attributen voor de processies,<br />
waaronder honderdtwintig<br />
engelenvleugels en kippenveren.<br />
Ik beklom de steile trap die eindigde<br />
bij <strong>het</strong> azuurblauw geverfd trapportaal<br />
en een grote eikenhouten deur. Toen<br />
ik aangeklopt had en binnen mocht<br />
komen, zag ik dat de kamer op de<br />
directrice na leeg was. Verbaasd keek<br />
ik om me heen.<br />
‘ga zitten, kind.’<br />
Het Slagschip zat gebogen over een<br />
stapel papieren. Ze was de enige<br />
burgervrouw die op onze school<br />
rondliep. Ze had dik grijs haar dat in<br />
een wrong op haar hoofd lag en als ze<br />
liep deinde haar enorme boezem op en<br />
neer, als een schip in kalme baren (blz.<br />
15-16).<br />
<strong>Na</strong>tuurlijk werd <strong>het</strong> meeste nadenken<br />
door oma Mei gedaan. We waren die<br />
avond nog niet naar boven of we<br />
hoorden haar onze broers en de Pap<br />
de kamer uit mopperen, zodat ze in<br />
alle rust met onze grootvader kon<br />
praten. Onze grootvader zat in de<br />
beschuitbus. Net zoals onze moeder in<br />
<strong>het</strong> sjpensele-kistje lag. Het was nog<br />
een erfenis uit de tijd dat we hier pas<br />
woonden. Het dak was toen nog zo<br />
slecht geweest dat op een<br />
stormachtige middag de hele<br />
verzameling foto's van onze familie<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
1
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
doornat geregend was. Maar sinds de<br />
dakpannen vernieuwd waren, de<br />
ergste lekken gedicht en belangrijker<br />
nog: sinds ook onze grootmoeder<br />
ervan overtuigd was dat we hier met<br />
zijn allen zouden blijven wonen, waren<br />
hun foto's weer tevoorschijn gekomen.<br />
Niet dat ze ze opgehangen had. Dat<br />
vond ze nog te ver gaan. Maar <strong>het</strong> was<br />
een belangrijke tussenstap en wij<br />
keken wel uit om er iets over te<br />
zeggen. Dus nu lag onze grootvader in<br />
de afsluitbare beschuitbus, en als onze<br />
grootmoeder behoefte had aan een<br />
luisterend oor haalde ze zijn foto eruit.<br />
Maar soms deed ze dat niet eens.<br />
'De Sigarenkeizer biedt een vaste<br />
betrekking,' hoorden we oma Mei<br />
tegen de beschuitbus zeggen. 'En God<br />
weet dat je in tijden als deze maar<br />
beter een vaste betrekking kan<br />
hebben.'<br />
Het was niet nieuw dat ze tegen onze<br />
grootvader praatte. Wél nieuw was dat<br />
ze klaarblijkelijk luid en duidelijk kon<br />
horen wat onze grootvader<br />
antwoordde, want na een korte stilte<br />
snoof ze luidruchtig en zei: 'Kwatsj!'<br />
(blz. 27)<br />
De<br />
maan hing groot en laag boven<br />
Sjlammbams Sahara. Het was alsof de<br />
nacht in tweeën gebarsten was, een<br />
aan de ene kant van de weg en een<br />
aan de andere kant. Sjlammbams<br />
Sahara slingerde er als een oplichtend<br />
lint tussendoor.<br />
'Ik ga echt niet naar buiten, ' zei Jes.<br />
'Een stukje,' zei ik. 'Een klein stukje<br />
maar.'<br />
Hand in hand schuifelden we <strong>het</strong><br />
paadje af, naar <strong>het</strong> hek toe. Het was<br />
zo licht dat je de uitgerekte<br />
maanschaduw kon zien van de<br />
kerkhofhaag, die vlak na ons huis<br />
ophield, waarna<br />
je ineens een overrompelend uitzicht<br />
had op glooiende velden en akkers.<br />
Muulke was voorbij de haag<br />
geslaapwandeld tot bij de kazemat. Nu<br />
stond ze stil, midden op de in de<br />
maneschijn oplichtende zandweg. Haar<br />
nachtjapon bewoog zachtjes in de<br />
wind. Het was een wonder dat ze niet<br />
wakker was geworden. Al was <strong>het</strong> een<br />
mild najaar, de grond was steenkoud<br />
en ze stond daar op haar blote voeten.<br />
Ze had haar armen half omhoog, haar<br />
hoofd hield ze een beetje gebogen, als<br />
een klein kind dat wachtte totdat<br />
iemand haar op zou tillen.<br />
'Wat dóét ze? ' vroeg Jes.<br />
'Ze slaapt, ' zei ik.<br />
Er gleden enorme wolken over, die<br />
rafelige schaduwen over de weg<br />
trokken als vleugels van reuzenvogels.<br />
Het vreemdste van alles was dat <strong>het</strong><br />
helemaal niet vreemd was. We liepen<br />
naar Muulke toe alsof we haar elke<br />
nacht van de weg plukten.<br />
'Ze slaapt niet,' zei Jes toen we<br />
dichterbij kwamen. 'Ze heeft haar<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
2
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
ogen open . ' Ze strekte haar hand<br />
naar Muulke. Ik kon haar net op tijd<br />
tegenhouden.<br />
'Je mag iemand die slaapwandelt niet<br />
wakker maken! '<br />
'We kunnen haar toch niet hier laten.'<br />
'Ik haal oma Mei,' zei ik met tegenzin.<br />
'En jij blijft hier. '<br />
'Voor geen goud!'<br />
'Er moet toch iemand op haar passen!<br />
'Dat doe jij dan maar! '<br />
Muulke maakte een schokkerige<br />
beweging.<br />
'Stil nou! Luister . . . '<br />
Toen klonk er een hard gegrom. Het<br />
volgende moment baadde de weg<br />
ineens in <strong>het</strong> licht.<br />
We hapten allebei naar adem, maar<br />
dat kwam niet door <strong>het</strong> gegrom of <strong>het</strong><br />
licht.<br />
In <strong>het</strong> breed uitwaaierende licht vlak<br />
voor de kazemat stond onze huisgeest<br />
Nienevee .<br />
Het was niet de volwassen Nienevee,<br />
maar Nienevee als kind. Ze had de te<br />
grote pandjesjas van haar<br />
zigeunervader aan en de stramme pas<br />
en wezenloze blik van iemand die<br />
onder de grond gelegen had. Alsof dat<br />
al niet eng genoeg was dook achter<br />
haar een van haar zigeunerhonden op.<br />
Toen <strong>het</strong> dier ons zag sperde <strong>het</strong> de<br />
bek open en begon te lachen. Ik had<br />
nog nooit een hond horen lachen. Het<br />
was <strong>het</strong> naargeestigste geluid dat ik<br />
ooit gehoord had. Ik weet niet meer<br />
wie er van ons twee begon te gillen,<br />
maar wél wat er daarna gebeurde.<br />
Muulke schokte, haar knieën maakten<br />
een knik, haar geheven armen vielen<br />
omlaag. Toen zette ze zich schrap als<br />
een marionet die opeens opgetrokken<br />
werd. Met wijd opengesperde, niets<br />
ziende ogen riep ze:<br />
'Pats ! Daar! ' Haar stem was<br />
slaapdronken en spathelder tegelijk.<br />
Het licht doofde.<br />
Het gegrom ging over in een<br />
machinaal gesputter.<br />
Toen sloeg de automobiel af. Want<br />
natuurlijk was <strong>het</strong> de automobiel. Ik<br />
kon me wel voor mijn hoofd slaan -<br />
zoveel onbenul en angst om niks!<br />
Nienevee was verdwenen. Een meisje<br />
gehuld in de jas van de Sigarenkeizer<br />
liep ons voorbij en de hond (geen<br />
geest, geen<br />
skelet, maar gewoon een broodmagere<br />
witte hond) volgde haar op de voet.<br />
Daarachter kwam de Pruusin met<br />
handschoenen aan en twee koffers en<br />
een hoedendoos in haar handen.<br />
'0, hallo! ' zei ze met haar zachte hese<br />
stem, alsof we elkaar 's middags in de<br />
stad waren tegengekomen in plaats<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
3
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
van midden in de nacht op<br />
Sjlammbams Sahara.<br />
De Sigarenkeizer kwam als laatste<br />
tevoorschijn, trekkend aan zijn sigaar<br />
die als een rode stip oplichtte. Hij keek<br />
ons een beetje korzelig aan en zei:<br />
'Geen kans zeker dat Boon nog<br />
wakker is? '<br />
'De Pap slaapt, ' zei ik.<br />
Hij knikte. 'Nou, dames . . . ' Zijn witte<br />
hoed zweefde even bij hem vandaan<br />
en landde toen weer keurig op zijn<br />
hoofd . Hij kuierde de bocht om, de<br />
nacht in<br />
Ik weet niet meer precies hoe lang we<br />
daar gestaan hebben. Toen we weer in<br />
beweging kwamen was alles weer stil<br />
en donker. Niets herinnerde eraan dat<br />
de Sigarenkeizer en zijn<br />
gevolg verschenen waren en<br />
vervolgens opnieuw in rook waren<br />
opgegaan. (blz. 49 – 51)<br />
Terwijl oma Mei de Pruusin uitvoerig<br />
geruststelde keek ik om me heen. Mijn<br />
blik gleed langs de canapé, <strong>het</strong> grote<br />
bureau, de spiegel met de vergulde<br />
lijst, de poppen op de sierbank. Het<br />
waren geen speelpoppen, daar waren<br />
ze te mooi en te groot voor. Ze<br />
hadden echt haar en droegen jurken<br />
van zijde met grote strikken. Ze zaten<br />
tegen elkaar aan geleund,<br />
onderuitgezakt als in slaap gevallen<br />
vriendinnen. Ik dacht aan Muulke en<br />
Jes, die nu in de klas zaten. Aan de<br />
Dreuvige en hoe ze naast mijn<br />
grootmoeder gezeten had. Ik dacht<br />
aan Maria Gerritsen, aan baretten en<br />
chambrettes. Ik dacht aan alles waar<br />
ik niet aan denken wilde.<br />
Het gebeurde vanuit mijn ooghoek. En<br />
ik had <strong>het</strong> pas door toen <strong>het</strong> alweer<br />
afgelopen was. Ik wist nog net een<br />
kreet te onderdrukken en hapte naar<br />
adem.<br />
'Is er iets? ' vroeg de Pruusin bezorgd.<br />
'Wat? ' zei oma Mei.<br />
'Niks,' zei ik, 'eh . . . niks . ' Ik voelde<br />
mijn grootmoeders afkeurende blik. De<br />
Pruusin glimlachte. Ik glimlachte terug,<br />
terwijl mijn hart nog zo bonkte dat ik<br />
dacht dat <strong>het</strong> uit mijn<br />
borstkas springen zou. Een van de<br />
sierpoppen zat half weggedraaid. Het<br />
was de grootste, ze zat <strong>het</strong> meest<br />
achteraan, je zag vooral <strong>het</strong> hoofd. Of<br />
liever gezegd, je zag de grote strooien<br />
hoed die haar poppengelaat verborg.<br />
Tot <strong>het</strong> hoofd opkeek. Een piepkleine<br />
beweging. Het oog dat ik zag staarde<br />
me aan. Twee, drie seconden hooguit.<br />
Toen zakte <strong>het</strong> hoofd langzaam weer<br />
terug. (blz. 80-81)<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
4
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
Toen ze later naar de markt fietste<br />
(<strong>het</strong> was loos alarm geweest bij Nettie)<br />
stonden de eerste marktkooplieden<br />
met hun handen in hun zij en de blik<br />
naar de hemel, alsof de zeppelin niet<br />
allang weer verdwenen was. Er waren<br />
er die op de grond spuugden.<br />
'Hier wat komen spioneren! ' zei er<br />
een, en hij vloekte.<br />
'We moeten die Pruuse uit de lucht<br />
schieten, ' zei een ander.<br />
Zelfs Emmaus Trott, de oude<br />
kleermaker die toch als Duitser<br />
geboren was, had er geen goed woord<br />
voor over. 'Er waait een verkeerde<br />
wind, ' had hij van achter zijn<br />
spensele-stalletje gezegd. 'En hou je<br />
maar vast als die deze kant opkomt.'<br />
Maar er waren er ook bij die meenden<br />
dat je kon zeggen wat je wilde, maar d<br />
at die Hitler wel mooi de werkloosheid<br />
had opgelost. En had je de wegen daar<br />
al eens bekeken? Glad als maaskiezel.<br />
Dat was meer dan die Hollanders<br />
daarboven gekregen hadden (blz. 108<br />
109).<br />
Toen we uit <strong>het</strong> raam keken stond een<br />
pantserwagen met gierende motoren<br />
stil tegen de coniferenhaag. Hij moest<br />
geprobeerd hebben om een andere<br />
wagen in te halen en was<br />
daardoor iets te veel in de haag beland.<br />
Een soldaat tuurde geschrokken over<br />
de rand. D daarna dook hij weer weg;<br />
de wagen trok schokkend achteruit en<br />
draaide een halve slag. Toen pas werd<br />
de schade zichtbaar. Het dikke ijzer<br />
van de pantserwagen was ingedeukt<br />
als een conservenblikje. Er ontstond<br />
geharrewar. Soldaten sprongen uit<br />
tanks, hielden hun geweren in de<br />
aanslag en prikten schreeuwend in de<br />
haag. Die wiebelde als vanouds en dat<br />
bracht ze nog meer in verwarring.<br />
Misschien dachten ze dat <strong>het</strong> sabotage<br />
was. Dat er betonnen putringen in de<br />
haag verborgen zaten. En dat terwijl<br />
ze niet meer hadden hoeven doen dan<br />
even omhoog te kijken.<br />
Het was zo'n grappig gezicht dat<br />
Muulke begon te lachen. Oma Mei<br />
sloot gauw <strong>het</strong> raam en snauwde dat<br />
Muulke moest ophouden, maar zelfs zij<br />
zag er uiteindelijk wel de grap van in.<br />
Hoog boven hen uit torende de grote<br />
linde. De linde die de<br />
afgelopen jaren zo groot geworden<br />
was dat hij voor de helft in de haag<br />
gegroeid was. De linde die als enige<br />
echt verzet geboden had (blz. 177).<br />
De Judde maakten zich inderdaad niet<br />
druk. Toen ze niet meer in <strong>het</strong> park<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
5
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
mochten komen en in de plantsoenen<br />
bordjes kwamen te staan met<br />
'verboden voor Joden' maakte een Jud<br />
stiekem een paal met een bordje met<br />
'Juddepark' erop geschreven en hij<br />
plantte dat aan <strong>het</strong> begin van<br />
Sjlammbams Sahara. Het werd<br />
natuurlijk meteen weggehaald, maar<br />
<strong>het</strong> idee<br />
was al geboren.<br />
Als ik terugkwam van mijn werk zaten<br />
er altijd wel een paar Judde in de berm<br />
op een meegebracht kleed of op een<br />
jas. Soms hadden ze een tas of een<br />
rugzak bij zich met eten. En als <strong>het</strong><br />
warm was trokken ze hun schoenen uit.<br />
'Hallo Fing. '<br />
'Dag meneer Blijdestein. '<br />
'Al wat gehoord van je broers en de<br />
Pap? '<br />
'Nee . '<br />
'Ach, wat spijtig. Maar dat zal wel<br />
gauw veranderen. Doe je de groeten<br />
aan je grootmoeder?’<br />
'Doe ik.'<br />
Mimi Sassen zwaaide naar me. Haar<br />
uilenbril was stukgegaan en<br />
gerepareerd met ijzerdraad. Ik<br />
zwaaide terug. Twee jongere zusjes<br />
zaten giechelend naast haar (blz. 233<br />
– 234).<br />
Ons bed was<br />
gekrompen. Ooit hadden we er met<br />
gemak ingepast. Maar dat was niet de<br />
enige verandering. We vlochten onze<br />
voeten niet meer in elkaar. En we<br />
zeiden Sjar en Nienevee geen<br />
goedenacht meer. In een wereld waar<br />
ze oude sjpenseleverkopers in elkaar<br />
sloegen, waar Judde steeds meer in<br />
<strong>het</strong> nauw gedreven werden en waar<br />
zogenaamde bevriende landen onze<br />
steden bombardeerden, was er geen<br />
plaats meer voor huisgeesten. Of<br />
misschien waren we er simpelweg te<br />
groot voor geworden. Niet dat ze zich<br />
er wat van aantrokken (blz. 274)<br />
Het is een paar avonden rustig<br />
geweest, maar nu hoor ik <strong>het</strong> duidelijk.<br />
Vliegtuigen. Ze komen deze kant op<br />
Heel in de verte gaat <strong>het</strong> luchtalarm af.<br />
We staan daar te luisteren: <strong>het</strong> lijkt<br />
eeuwen te duren. Dan gaat alles juist<br />
weer razendsnel. Er klinkt een fluitend<br />
geluid, <strong>het</strong> is nog ver, maar de eerste<br />
inslag dreunt door tot in de smidse.<br />
We rennen allemaal van de deur weg.<br />
Als dieren bij een bosbrand zijn we,<br />
kruipen we bij elkaar.<br />
'Lampen uit! Lampen uit! '<br />
Dan zie ik pas dat ze zaklampen bij<br />
zich hebben. De lampen worden<br />
gedoofd. We zitten dicht tegen elkaar<br />
aan. Een tweede inslag. Ik gil als er<br />
een stuk dakpan vlak langs mijn hoofd<br />
suist. Nog steeds is <strong>het</strong> niet donker.<br />
We zien allemaal tegelijkertijd waar<br />
<strong>het</strong> door komt.<br />
De petroleumlampen van Heivisj<br />
geven een gloed af, sterk genoeg om<br />
de gaten te zien in <strong>het</strong> oude dak van<br />
de smidse. De Pruuse houden normaal<br />
streng in de gaten dat alles<br />
verduisterd wordt. Maar dan gaat <strong>het</strong><br />
om ramen en deuren. Niet om een dak.<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
6
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
Een dak kan niemand controleren.<br />
Behalve piloten in een vliegtuig.<br />
Nieuwe vliegtuigen naderen. Het<br />
gezoem wordt gebrom. De smid krijgt<br />
een pistool tegen zijn hoofd. 'Uit! Nu! '<br />
Maar nog voordat de smid kan<br />
handelen is een van de Zwartjassen<br />
hem voor. Hij maait met een riek eerst<br />
de ene, dan de andere petroleumlamp<br />
van z'n spijker.<br />
Al die tijd heeft Heivisj zich nauwelijks<br />
verroerd. Hij heeft zijn hooi gekauwd ,<br />
zijn echte oor heeft een beetje heen<br />
en weer bewogen, en alleen bij de<br />
eerste inslag ging <strong>het</strong> even naar<br />
achteren en verstapte hij . Maar dan<br />
gaat <strong>het</strong> licht uit. Helemaal uit.<br />
<strong>Na</strong>tuurlijk kende ik <strong>het</strong> verhaal. Maar<br />
zelfs al had ik <strong>het</strong> geloofd. Zelfs al had<br />
ik álles geloofd, dan nog had niets me<br />
echt kunnen voorbereiden op wat er<br />
toen gebeurde. Eerst denk ik dat<br />
iemand met een scherp voorwerp over<br />
een metalen plaat gaat. Nee, alsof tien<br />
mensen dat doen.<br />
Het is een verschrikkelijk geluid. Van<br />
schrik druk ik mijn handen tegen mijn<br />
oren, maar <strong>het</strong> geluid krijst er dwars<br />
doorheen. Het is een schreeuw.<br />
Iemand schreeuwt. Heivisj . Het dringt<br />
dwars door alles heen, is mens en dier<br />
tegelijk. Daaroverheen <strong>het</strong> gekletter<br />
van zijn hoeven op de betonnen vloer,<br />
minstens zo hard.<br />
Ik kan niets zien. Niets. We zien geen<br />
van allen iets . We zijn blind in dit<br />
donker. Er breekt paniek uit, iedereen<br />
wil weg, maar niemand weet waar<br />
naartoe. Ik voel hoe vlak naast me de<br />
lucht zich verplaatst. Dan krijg ik een<br />
enorme dreun, ik word als een veertje<br />
opgetild en sla met een klap tegen <strong>het</strong><br />
houten schot.<br />
Ik weet niet hoe lang ik daar lig; alles<br />
voltrekt zich vanaf nu in een waas.<br />
Heivisj galoppeert vlak langs me, op<br />
een haar na raakt hij me. Ik weet niet<br />
hoe hij <strong>het</strong> doet, <strong>het</strong> is hier veel te<br />
klein, maar hij galoppeert en slaat met<br />
volle kracht tegen een wand aan. Er<br />
valt iets met enorm geraas om. Het is<br />
alsof de smidse ineenstort. Dan zie ik<br />
iets wat niet waar kan zijn. Heivisj<br />
geeft licht. Alsof hij van binnenuit<br />
verlicht wordt. Alleen is <strong>het</strong> niet van<br />
binnenuit. Zijn staart van vlas heeft<br />
vlam gevat. Net als <strong>het</strong> stro in de hoek<br />
van de smidse. Die vlammen werpen<br />
licht in <strong>het</strong> donker. Het is alsof we<br />
allemaal tegelijk bij zinnen komen. We<br />
rennen naar de deur. De man struikelt,<br />
hij wil overeind komen, maar we<br />
vallen over hem heen, klimmen over<br />
hem heen. Heivisj dendert op ons af.<br />
Ik weet dat ik naar de deur moet<br />
zoeken, die ergens achter <strong>het</strong><br />
omgevallen aambeeld en de losse<br />
planken moet zijn, maar ik draai me<br />
om. Ik heb altijd geweten dat Heivisj<br />
groot was, maar zo immense als nu<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
7
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
was hij nog nooit. Zijn ogen zijn niet<br />
meer van amber, maar pikzwart met<br />
spierwitte randen. Zijn lichte borst is<br />
donker van <strong>het</strong> angstzweet. En hij<br />
krijst. Ik zie hoe de man onder de voet<br />
gelopen wordt door Heivisj. Hoe <strong>het</strong><br />
vroegere mijnpaard boven op hem<br />
danst met hoog opgetrokken benen<br />
alsof hij een kunstje doet. Het felle<br />
gekletter van de hoeven dat heel even<br />
bedompt klinkt, alsof Heivisj over een<br />
zak met meel loopt. Alleen is <strong>het</strong> geen<br />
zak met meel. Het hoofd van de man<br />
dat ineens zo klein is, een<br />
erwtenhoofdje.<br />
Dat is <strong>het</strong> moment dat ik bij zinnen<br />
kom. Ik pak Liesls hand, die ineens<br />
vlak bij de mijne is.<br />
We wrikken ons langs de planken. We<br />
duwen de deur open.<br />
We rennen vier stappen en staan dan<br />
weer stil. Doodstil (blz. 342 – 344).<br />
Liesl en haar zusje, Reiba, spelen vaak<br />
een spel dat ze ‘Wacht tot de<br />
poppenheks’ komt. Je moet dan<br />
bevriezen en stokstijf blijven staan.<br />
Beweeg je dan ben je af. Tijdens de<br />
Kristallnacht vallen jodenhaters de<br />
winkel van opa en oma binnen. In de<br />
winkel heeft een theekransje van<br />
levensgrote poppen geëtaleerd. Het<br />
lukt Reiba om Liesl in de poppenkleren<br />
te hijsen die ze van de poppen in de<br />
winkel haalt. Liesl moet van haar<br />
doodstil blijven zitten tussen de<br />
poppen. Zelf heeft ze geen tijd meer<br />
om zich te vermommen en wordt door<br />
de overvallers meegenomen.<br />
En Reiba (roept) : 'Wacht tot de<br />
Poppenheks komt! Wacht tot de<br />
Poppenheks komt! '<br />
De mensen moeten denken dat ze gek<br />
geworden is. Maar zeis niet gek. Ze<br />
hoeft niet bang te zijn. Ik beweeg me<br />
niet. Eerst was <strong>het</strong> omdat ik haar wilde<br />
laten zien dat ik <strong>het</strong> echt kon. Ik wilde<br />
<strong>het</strong> bewijzen. Maar nu is <strong>het</strong> niet meer<br />
omdat ik <strong>het</strong> wil. Ik kan niet eens<br />
meer bewegen. Ik kan nooit meer<br />
bewegen.<br />
'Wat heb je daarna gedaan ? '<br />
' Gewacht. '<br />
'Hoe lang? '<br />
'Tot <strong>het</strong> donker werd en toen weer<br />
licht. '<br />
'Je bent blijven zitten? '<br />
'Ja . '<br />
'Een dag én een nacht? '<br />
'Ja.'<br />
'En toen?'<br />
'Toen vond de vader van Latka me . '<br />
'Waar is Reiba gebleven? '<br />
'Die hebben ze meegenomen.'<br />
'Waar naartoe?'<br />
'Weet ik niet. '<br />
'En je opa en oma ? '<br />
'Weet ik niet. ' (blz. 372 – 373)<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
8
Nederlands WIS Boeken <strong>lezen</strong><br />
Fictie Grade 9<br />
De hemel van Heivisj<br />
Lessen: <strong>Na</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>-<strong>ruimte</strong><br />
Toen we terugliepen, de hoek om,<br />
stond Muulke bij <strong>het</strong> tuinhek. In haar<br />
armen droeg ze huisraad, een pan,<br />
wat potten en nog wat kleinere spullen.<br />
'Ben jij nou toch naar binnen gegaan? '<br />
vroeg ik geschrokken<br />
'Welnee, ' loog ze zonder blikken of<br />
blozen, 'ik heb door <strong>het</strong> raam gereikt.<br />
Ik kon er gemakkelijk bij . 'Maar de<br />
hele voorkant van haar jas zat onder<br />
de splinters en <strong>het</strong> stof.<br />
Sommige dingen zouden nooit<br />
veranderen. We lieten <strong>het</strong> tuinhekje<br />
zorgvuldig in <strong>het</strong> slot klikken. Het was<br />
<strong>het</strong> enige deel van <strong>het</strong> hek dat niet<br />
was weggeblazen. Het was armzalig,<br />
<strong>het</strong> was nutteloos, maar <strong>het</strong> was <strong>het</strong><br />
enige wat we doen konden. We keken<br />
niet meer om naar Negen Open Armen.<br />
Het zou bot geweest zijn, onbeleefd.<br />
We liepen zwijgend verder, we keken<br />
naar onze voeten hoe ze in en uit de<br />
schaduwen van de hoog overhangende<br />
eiken van de Holle Weg kwamen. En<br />
<strong>het</strong> enige wat ik hoorde was <strong>het</strong><br />
eeuwige geruis van de wind en een<br />
lepeltje dat vrolijk rinkelde in <strong>het</strong><br />
enige glaasje dat op de een of andere<br />
miraculeuze manier niet gesneuveld<br />
was (blz. 396).<br />
Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />
9