28.09.2013 Views

Serie AVRO Grote Meesters: Rond Schumann & Sjostakovitsj

Serie AVRO Grote Meesters: Rond Schumann & Sjostakovitsj

Serie AVRO Grote Meesters: Rond Schumann & Sjostakovitsj

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vrijdag 1 december 2006<br />

grote zaal - 20.15 uur<br />

Gelieve hoesten en andere<br />

storende geluiden tot een<br />

minimum te beperken.<br />

Signalen van mobiele<br />

telefoons en horloges<br />

(afzetten!) kunnen musici<br />

en bezoekers veel overlast<br />

bezorgen.<br />

<strong>Serie</strong> <strong>AVRO</strong><br />

<strong>Grote</strong> <strong>Meesters</strong>:<br />

<strong>Rond</strong> <strong>Schumann</strong><br />

& <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

Nederlands Blazers Ensemble<br />

Daniel Raiskin, altviool<br />

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791<br />

Serenade in Bes, KV361, ‘Gran Partita’ (1781/84)<br />

Largo - Allegro molto<br />

Menuetto - Trio I-II<br />

Adagio<br />

Menuetto (Allegretto) - Trio I-II<br />

Romanze (Adagio - Allegretto - Adagio)<br />

Thema mit 6 Variationen (Andante)<br />

Finale (Molto allegro)<br />

PAUZE<br />

Dmitri <strong>Sjostakovitsj</strong> 1906-1975 / Dmitri Smirnov 1948<br />

Sonate voor altviool, acht blazers en contrabas<br />

(oorspronkelijk voor altviool en piano), opus 147 (1975)<br />

Moderato<br />

Allegretto<br />

Adagio<br />

Dit concert wordt rechtstreeks uitgezonden via Radio 4.<br />

1


2<br />

Mozart – Serenade in Bes KV361 ‘Gran Partita’<br />

‘…‘s Avonds om elf uur hoorde ik twee klarinetten, twee hoorns en<br />

twee fagotten een Nachtmuziek spelen. Het was nota bene mijn eigen<br />

compositie. (…) De zes musici zijn arme drommels die het trouwens<br />

best aardig doen, vooral de eerste klarinettist en de twee hoornisten.<br />

De heren hadden de huisdeuren open laten zetten en zich toen in de<br />

tuin opgesteld om mij, toen ik me net wilde uitkleden, op de meest<br />

aangename manier van de wereld met het eerste Es-akkoord te<br />

verrassen…’. Aldus schreef Mozart op 3 november 1781 vanuit Wenen<br />

aan zijn vader.<br />

Zo ging dat dus in de achttiende eeuw: wilde je iemand je dankbaarheid<br />

of vriendschap tonen, je geliefde verrassen met een nachtelijke<br />

serenade onder het slaapkamerbalkon, of had je behoefte aan muziek<br />

bij een diner met voorname gasten, dan vroeg je een paar blazers om<br />

muziek te maken, een paar ‘arme drommels’ dus. Veel meer stelde de<br />

status van een bespeler van een blaasinstrument niet voor. Een musicus<br />

van gewicht, dat was een violist, een pianist, een zanger of desnoods<br />

een cellist.<br />

Voor blazers werden serenades geschreven. Of cassationen,<br />

divertimenti, nocturni en partita’s: entertainmentmuziek voor binnen<br />

of buiten. Er was grote behoefte aan: in 1782 nam de Weense keizer<br />

Joseph II een blazersensemble in vaste dienst ‘ter privaat en publiek<br />

vermaak’. Een beetje aristocraat volgde dit voorbeeld, als hij het zich<br />

kon veroorloven, en deze zogenaamde Harmoniemusik-bezetting<br />

(twee hobo’s, twee klarinetten, twee fagotten en twee hoorns) werd<br />

de populairste vorm van muzikaal entertainment in de tweede helft<br />

van de achttiende eeuw. Mozart, Beethoven, Haydn, Schubert en<br />

honderden kleine meesters schreven gebruiksmuziek voor deze<br />

bezetting. Originele werken, maar ook bewerkingen van geliefde en<br />

populaire opera’s, balletmuziek en symfonieën.<br />

Wat bezielde Mozart?<br />

De titel ‘Gran Partita’ van de Serenade in Bes is trouwens niet door<br />

Mozart bedacht, maar later door een onbekende boven de autograaf<br />

geschreven. Als die onbekende met ‘Gran’ groots heeft bedoeld, dan is<br />

die toevoeging volledig terecht, want deze serenade overstijgt in alles<br />

dat wat een serenade behoort te zijn. De bezetting klopt niet: geen<br />

acht maar dertien spelers! Ook de lengte is anders dan anders: het stuk<br />

duurt niet twintig of laten we zeggen dertig minuten, zoals de langste<br />

symfonie van Mozart, maar vijftig minuten! En erger nog: de muzikale<br />

boodschap is van een ongekende diepgang (je moet van goeden huize<br />

komen om daar op je balkon vijftig minuten lang naar te moeten<br />

luisteren).<br />

Dus wat bezielde Mozart om zijn ‘Gran Partita’ te schrijven? Het<br />

is natuurlijk gissen, maar zou Mozart Mozart niet zijn als hij het<br />

cliché niet wilde doorbreken? Waarom moest entertainmentmuziek<br />

oppervlakkig zijn? De opdrachtgever, waarschijnlijk keizer Joseph<br />

II, vroeg daar wel om, maar Mozart, in deze jaren in een ‘winning<br />

mood’, had daar een frisse kijk op. Hij was zojuist toegetreden tot<br />

de plaatselijke vrijmetselaarsloge. De klarinetgeweldenaar Anton<br />

Stadler was ook lid, samen met zijn broer Johan, eveneens klarinettist.<br />

Twee Boheemse klarinettisten, David en Vincent Springer, die<br />

zich hadden gespecialiseerd op de bassethoorn – een nieuw en<br />

in nauwe samenwerking met Stadler ontwikkeld klarinettype<br />

– behoorden tot dezelfde loge. Het lijkt erop dat de vriendschap en<br />

de vrijmetselaarsband met deze klarinettisten een belangrijke rol<br />

hebben gespeeld in Mozarts drijfveren om zo’n exceptionele serenade<br />

te schrijven. (Luister naar het eerste trio van het eerste Menuet:<br />

geschreven voor zijn vier logekompanen!)<br />

Mozart voegde aan de tot dan gebruikelijke Harmoniemusik-bezetting<br />

twee extra hoorns toe (voor extra spektakel), een contrabas (de pater<br />

familias, die zorgt voor nog meer diepte in de klank) en, ook nooit<br />

eerder vertoond, twee bassethoorns, groter en dus lager van stemming,<br />

met een prachtige melancholieke klankkleur. Mozart hield erg van<br />

dit instrument en gebruikte het ook in onder andere de Maurerische<br />

Trauermusik en het Requiem.<br />

Groots, voortreffelijk en verheven<br />

Op 23 maart 1784 was het dan zover: in het Burgtheater in Wenen


organiseerde<br />

Anton Stadler een<br />

benefietconcert<br />

ten eigen bate,<br />

waarin hij samen<br />

met twaalf andere<br />

geweldige spelers<br />

de ‘Gran Partita’ in<br />

première bracht.<br />

Recensent Johann<br />

Achttiende-eeuwse Harmonie<br />

Friedrich Schink<br />

schreef daags na het<br />

evenement: ‘…heb vandaag een stuk gehoord voor blaasinstrumenten<br />

van mijnheer Mozart in vier delen, prachtig en verheven. De<br />

bezetting was voor dertien instrumenten, vier hoorns, twee hobo’s,<br />

twee fagotten, twee klarinetten, twee bassethoorns en een contrabas<br />

en elk instrument werd bespeeld door een meester. O, het had zo’n<br />

schitterende uitwerking, groots, voortreffelijk en verheven...’ Ja, u hebt<br />

het goed gelezen: vier delen! Had Mozart het werk nog niet af? Of was<br />

Anton bang dat de hele serenade voor zijn publiek te lang was? Als dat<br />

waar is, dan is er in die tweehonderd jaar concertpraktijk niet heel veel<br />

veranderd…<br />

Schink had gelijk, ‘prachtig en verheven’. In de ‘Gran Partita’ zit alles:<br />

statigheid, trots, humor, ernst, melancholie, brutaliteit, mysterie,<br />

genegenheid en liefde, om maar een paar aspecten te noemen. Elk van<br />

de zeven delen heeft zijn eigen karakter, maar ook binnen zo’n deel<br />

wordt om de haverklap een andere pet opgezet. We hebben het stuk<br />

met het Nederlands Blazers Ensemble echt heel, heel vaak gespeeld<br />

en nog altijd ontdekken we nieuwe dingen. Het lijkt wel een tovertuin<br />

waarin steeds weer een onverwacht nieuw bloempje tevoorschijn komt.<br />

Kijkje in de keuken<br />

Het is in dit verband natuurlijk niet te doen om al die bloempjes van<br />

de ‘Gran Partita’ aan u te tonen. Laten we ons daarom beperken tot<br />

het begin, zeg maar de eerste twee minuten. Een klein kijkje in de<br />

keuken van chef-kok Wolfgang. De ‘Gran Partita’ begint zoals een Gran<br />

Partita behoort te beginnen, dus met grootse, koninklijke akkoorden,<br />

gespeeld door het hele ensemble. Het hele ensemble? Nee, al in de<br />

eerste maat blijkt er eentje niet mee te doen: een eenzame klarinet (zijn<br />

logevriend Stadler) gaat zijn eigen weg. Tot drie keer toe onderbreekt<br />

de goegemeente deze dappere dodo. Het lijkt wel alsof Mozart het<br />

spanningsveld wil laten horen tussen het individu en de macht van het<br />

grootste getal (niet vrij van autobiografische symboliek, zou je kunnen<br />

zeggen: Mozart heeft zijn hele leven proberen te ontsnappen aan de<br />

kracht van deze macht). Voor even krijgt de klarinet de kans en vertelt<br />

zijn verhaal (we zijn dan in maat vier aanbeland): een prachtig verhaal,<br />

een beetje heilig, het lijkt de waarheid, diepzinnig en wijs in ieder geval,<br />

verteld met grote integriteit. Dan, in maat zes, blijken er zich toch twee<br />

brave borsten mee te willen bemoeien: de eerste hobo en de eerste<br />

bassethoorn. Wat ogenblikkelijk door de kerkenraad (het tutti) wordt<br />

beaamd in maat zeven: braver en gehoorzamer heeft muziek zelden<br />

geklonken. Nog een keer krijgen de twee brave borsten de kans (maat<br />

acht en negen), iedereen stemt in, de hobo is nu echt zeker van zijn zaak<br />

en doet z’n zegje (maat twaalf), de bassethoorns ook (maat dertien),<br />

iedereen lijkt dik tevreden en men sluit samen af in het slotakkoord van<br />

maat veertien. En dan begint de ‘Gran Partita’ pas echt.<br />

Stelt u zich voor wat dat inhoudt: er komen nu nog zo’n vijftig<br />

minuten muziek, dit is pas het begin! Muziek die op dezelfde manier,<br />

met dezelfde intensiteit als de introductie van veertien maten, de<br />

meerlagigheid van de menselijke aard blootlegt.<br />

Revolutionair in vorm en uitdrukkingskracht<br />

Nog een paar voorbeelden: de saamhorigheid van de vier<br />

vrijmetselaarsvrienden in het eerste trio van het eerste Menuet. Elegant<br />

en eensgezind spelen de vier klarinetten elkaar de bal toe, hoewel na<br />

de eerste dubbele streep tegen alle regels in toch een beetje stout wordt<br />

gedaan. Of het Adagio: een pulserende klok die eeuwig doortikt.<br />

En boven die puls die prachtige melodie – breekbaar, expressief en<br />

eindeloos lang, perfect in evenwicht verdeeld over de drie solisten, de<br />

hobo, klarinet en bassethoorn.<br />

3


4<br />

Het eerste trio van het tweede Menuet: het getalsmatige middelpunt<br />

van de ‘Gran Partita’, aan beide kanten zijn drieëneenhalf deel:<br />

drieëneenhalf daarvoor en drieëneenhalf erna. De opeenvolging van de<br />

zeven delen vormt zijn eigen spiegelbeeld: bes-bes-es-bes-es-bes-bes<br />

(is dit vrijmetselaarssymboliek?). Dit geweldige trio, spil van de ‘Gran<br />

Partita’, schreef Mozart in een spectaculaire toonsoort, bes mineur. Na<br />

deze naar melancholie zoekende noten met plotselinge, dramatische<br />

uithalen volgt Trio II: een tongue-in-cheek Oostenrijkse Ländler, een<br />

dijenkletser die maar geen dijenkletser wil worden.<br />

Niet te versmaden: de Romanze. Maar het is geen échte ode aan de<br />

liefde, geen muziek vol overgave en passie. Mozart lijkt ons, nu het over<br />

‘romantiek’ gaat, ook hier een knipoogje te geven, hoewel het bij de<br />

coda wel even ijzingwekkend ernstig wordt.<br />

Dan het Andante met variaties, misschien wel het hoogtepunt van de<br />

‘Gran Partita’. Er blijft ons in deze variaties niet veel bespaard, vooral<br />

als Mozart in de vijfde variatie de klarinetten en bassethoorns een<br />

kabbelend beekje laat nadoen en door de hobo, zwevend daarboven, de<br />

mist en wolken verdwijnen.<br />

Tot slot de finale: alle remmen gaan los. Mozart lijkt zich nu echt<br />

van niemand meer iets aan te trekken. Als een vrije vogel met wild<br />

fladderende vleugels laat hij de klarinetten en hobo’s kwinkeleren,<br />

contrabas en fagotten ronken en hoorns trompetteren. Geen twijfel<br />

mogelijk: met z’n allen, ongeremd en vrij, op naar het einde…<br />

Je zou de ‘Gran Partita’ utopisch kunnen noemen: revolutionair in zijn<br />

vorm en uitdrukkingskracht. Gebruiksmuziek, maar hoge kunst.<br />

Bart Schneemann, Nederlands Blazers Ensemble<br />

<strong>Sjostakovitsj</strong>/Smirnov – Sonate voor altviool, acht blazers en<br />

contrabas<br />

Begin juli 1975 belde <strong>Sjostakovitsj</strong> met Fjodor Droezjinin, altviolist van<br />

het Beethoven Kwartet. Hij had technisch advies nodig, want hij was<br />

begonnen aan een Altvioolsonate. Waarschijnlijk was toen het grootste<br />

deel van het stuk al af, want vijf dagen later belde de componist<br />

opnieuw om te melden dat het werk klaar was. En passant meldde<br />

hij dat hij binnenkort zou worden opgenomen in het ziekenhuis.<br />

Droezjinin begreep toen dat hij de aanstichter was van deze sonate<br />

en stelde <strong>Sjostakovitsj</strong> voor om de pianopartij te laten spelen door<br />

Michail Moentijan. Op 26 september 1975 overleed <strong>Sjostakovitsj</strong> in het<br />

ziekenhuis. De Altvioolsonate is zo zijn laatste werk geworden. Het stuk<br />

ging met Droezjinin en Moentijan op 26 september 1975 in première<br />

in het huis van <strong>Sjostakovitsj</strong> tijdens een besloten, informeel concert.<br />

Vanavond klinkt de Altvioolsonate in de bewerking voor altviool, acht<br />

blazers en contrabas die Dmitri Smirnov enkele jaren geleden maakte<br />

voor het Nederlands Blazers Ensemble. Dmitri Smirnov studeerde<br />

aan het Moskous Conservatorium bij Nikolaj Sidelnikov, Edison<br />

Denisov en Jury Khopolov. In 1976 won hij met zijn Solo voor harp<br />

de eerste prijs van een concours in Maastricht. Sindsdien ontvangt<br />

hij geregeld compositieopdrachten en vinden er uitvoeringen plaats<br />

van zijn werk. Zo ging in 1989 zijn opera Tiriel, op tekst van William<br />

Blake, in première op het Freiburg Festival en in datzelfde jaar werd<br />

zijn symfonie The Seasons uitgevoerd op het Tanglewood Festival.<br />

Smirnov componeerde muziek voor televisiefilms, wetenschappelijke<br />

documentaires en speelfilms van regisseurs als Tatiana Chivikova,<br />

Mikhail Libman en Angus Macqueen. Hij schreef werken in opdracht<br />

van onder andere London Sinfonietta, het Brodsky Kwartet, Orchestre<br />

de la Suisse Romande en Amsterdam Sinfonietta. Zijn composities<br />

klonken onder leiding van dirigenten als Peter Eötvös, Oliver Knussen,<br />

Reinbert de Leeuw, Lev Markiz en Gennadi Rozhdestvensky.<br />

Dmitri Smirnov heeft tijdens zijn studietijd in Moskou <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

nog van nabij gemaakt. Daarover schreef hij onderstaand artikel.<br />

Mijn <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

Voor mijzelf, en voor alle andere Russen die in de tijd van <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

leefden, was het niet mogelijk jezelf hedendaagse kunst voor te<br />

stellen zonder zijn muziek. Ik, en met mij vele anderen, konden niet<br />

anders dan trots zijn op het feit dat ergens dichtbij zo’n geweldige<br />

persoonlijkheid zijn leven leidde en zijn muziek schreef. De muziek


van <strong>Sjostakovitsj</strong> klonk altijd in onze oren: via<br />

de radio, de televisie en de luidsprekers die her<br />

en der hingen.<br />

Van tijd tot tijd verscheen er een bescheiden,<br />

niet al te gezond uitziende man met een<br />

jongenskapsel en een bezwaarde blik op onze<br />

televisie. Stamelend en stotterend deelde hij<br />

zijn creatieve ideeën met het volk. Daarna<br />

reciteerde hij – soms las hij ze gewoon op – de<br />

‘juiste’ en ‘ideologisch correcte’ slogans, die<br />

echter niet echt bij zijn verschijning pasten.<br />

Natuurlijk wist elke Rus dat dit bij het spel<br />

hoorde en dat het voor hem onmogelijk was<br />

om iets anders te zeggen. Iedereen kende en<br />

hield van <strong>Sjostakovitsj</strong>. Zelfs de taxichauffeurs<br />

vonden zijn Romance uit de suite The Gadfly<br />

hun favoriete stuk ‘klassieke’ muziek.<br />

Toen ik klein was, werd mij wel eens gevraagd<br />

wat ik later wilde worden. Ik antwoordde altijd:<br />

Dmitri <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

‘Componist!’ Dan kreeg ik altijd de vraag: ‘Zoals<br />

<strong>Sjostakovitsj</strong>?’ ‘Natuurlijk, want Prokoviev<br />

is al dood en de rest telt niet mee’, antwoordde ik dan. <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

en Prokoviev waren voor mij de enige moderne componisten die er<br />

iets toe deden. Het was moeilijk om je een modernere muziek van<br />

vandaag voor te stellen dan zijn muziek. Echter, tegen de tijd dat ikzelf<br />

componist was geworden, begonnen er nieuwe namen te verschijnen<br />

in de sovjetmuziekwereld: Stravinsky, Ives, Hindemith, Schönberg,<br />

Webern, Berg, Bartók, Britten, Messiaen, Cage, Nono, Xenakis en de<br />

minder makkelijk uit te spreken Stockhausen en Stuckenschmidt.<br />

Vervolgens sijpelde langzaam ook hun ‘bourgeois’-muziek door.<br />

Daarna kwamen Boulez, en later ook Lutoslawski en Penderecki,<br />

naar Moskou om hun muziek te dirigeren. Wij waren erg onder de<br />

indruk van deze verbijsterende muziek: ze gooide onze hele, blijkbaar<br />

beperkte, visie door elkaar.<br />

Het was alleen onmogelijk<br />

om onder de invloed van<br />

<strong>Sjostakovitsj</strong> uit te komen.<br />

Zijn muziek had zo’n<br />

immense kracht dat ze in<br />

staat was de luisteraar geheel<br />

te omvatten.<br />

In 1967 verhuisde ik naar<br />

Moskou om daar aan het<br />

conservatorium te studeren.<br />

Helaas was het al lang<br />

geleden dat <strong>Sjostakovitsj</strong><br />

daar les had gegeven en er<br />

was – voor mij – niemand<br />

van zijn betekenis om mij Dmitri Smirnov<br />

les te geven. Desalniettemin<br />

was het muziekleven rijk en opwindend. Ten eerste waren er natuurlijk<br />

de vele concerten waar <strong>Sjostakovitsj</strong>’ muziek werd gespeeld. Tijdens<br />

mijn tijd in Moskou ben ik naar bijna alle premières van zijn werken<br />

geweest. Tijdens de concerten zat Dmitri Dmitrijevitsj midden in<br />

de zaal samen met zijn vrouw. Aan het einde liep hij altijd naar het<br />

podium (wat naarmate de jaren vorderden steeds moeilijker leek te<br />

gaan), knikte wat onhandig naar de zaal en alles eindigde dan met een<br />

staande ovatie. Daarna ontstond dan een lange rij mensen, waar ik<br />

me dan tussen wurmde, die de maestro een hand wilde geven. Op een<br />

keer, nadat de bel voor het einde van de pauze al voor de derde keer<br />

had geklonken, haastte ik mij langs een lege rij naar mijn stoel. Opeens<br />

stond ik recht voor <strong>Sjostakovitsj</strong>, die uit de artiesteningang kwam.<br />

Onmiddellijk vertelde ik hem over mijn bewondering voor de muziek<br />

die ik net had gehoord en zei hem dat ik compositie studeerde. Hij<br />

schudde mijn hand en bedankte mij oprecht. Dit moment ben ik nooit<br />

meer vergeten.<br />

Dmitri Smirnov<br />

(vertaling & bewerking: Ernest Loot, Nederlands Blazers Ensemble)<br />

5


6<br />

Het Nederlands Blazers Ensemble (NBE) is een vriendenclub<br />

van ruim twintig musici (hout, koper, slagwerk en contrabas),<br />

grotendeels afkomstig uit de belangrijke Nederlandse<br />

symfonieorkesten. Ongeveer vijftig keer per jaar komen<br />

zij bij elkaar om bijzondere programma’s in te studeren en<br />

uit te voeren in binnen- en buitenland. Het NBE geeft zijn<br />

programma’s, die vaak de indeling ‘klassiek’ en ‘hedendaags’<br />

ontstijgen, graag een theatraal accent.<br />

Op deze manier creëerde het NBE de afgelopen jaren een groot<br />

aantal nieuwe programma’s dat het eigen verhaal van een<br />

componist of een solist vertelt. Zo ontstonden programma’s<br />

rondom Kevin Volans, Roger Doyle, Alexander Raskatov, Luca<br />

Francesconi, Cornelis de Bondt, Theo Loevendie, Guus Janssen,<br />

John Psathas, Maarten Altena, Martijn Padding, Ayub Ogada,<br />

Iva Bittova, The Hilliard Ensemble, Marco Beasley, Manos<br />

Achalinotopoulos en Aynur.<br />

Daarnaast maakte het NBE programma’s als Het Dagboek<br />

van <strong>Schumann</strong>, waarin aan de hand van dagboekfragmenten<br />

en pianomuziek van <strong>Schumann</strong>, in bewerkingen van Otto<br />

Ketting, wordt verteld hoe <strong>Schumann</strong> waanzinnig wordt, of De<br />

Schepping, waarin de Vlaamse auteur Bart Moeyaert zijn nieuwe<br />

scheppingsverhaal vertelt bij een achttiende-eeuwse bewerking<br />

van Haydns Die Schöpfung. <strong>Rond</strong>om het Mozart-jaar 2006<br />

presenteert het NBE Le nozze di Figaro, Die Zauberflöte en Così<br />

fan tutte als nieuwe kameropera’s.<br />

Hoogtepunt van de avontuurlijke programmering van het NBE<br />

is het Nieuwjaarsconcert dat elk jaar op 1 januari rechtstreeks<br />

wordt uitgezonden op televisie vanuit het Concertgebouw. De<br />

première van de compositiewedstrijd voor kinderen en jongeren<br />

die hieraan is verbonden, vindt dit jaar op 17 december plaats in<br />

Vredenburg.<br />

Het NBE heeft eigen concertseries in Amsterdam: in het<br />

Concertgebouw, Paradiso en het Muziekgebouw aan ’t IJ. Het<br />

ensemble maakt gemiddeld twee buitenlandse concertreizen<br />

per seizoen en heeft over nagenoeg de hele wereld opgetreden.<br />

Het NBE maakte opnames voor Philips en het Engelse label<br />

Chandos. Onder het motto ‘voor wie erbij was of erbij had<br />

willen zijn’ startte het NBE in november 1999 een eigen cd-label,<br />

NBELIVE. NBELIVE brengt elk jaar twee à drie liveregistraties<br />

uit van de bijzondere projecten van het Nederlands Blazers<br />

Ensemble.<br />

zie ook www.nbe.nl<br />

Eind vorig jaar verraste het NBE op het label NBELIVE met<br />

een nieuwe cd-opname van Mozarts ‘Gran Partita’, die door de<br />

pers met laaiend enthousiasme werd ontvangen. Zo schreef<br />

het blad Luister: ‘Ruim 35 jaar na de opname die allerwegen<br />

lof ontving, waagt het Nederlands Blazers Ensemble zich


opnieuw aan Mozarts ‘Gran Partita’. De lat lag hoog, maar<br />

de nieuwe blazersgeneratie springt er sierlijk overheen. Deze<br />

live-uitvoering sprankelt van begin tot eind. Het samenspel is<br />

heerlijk, in een versierinkje hier en daar schittert de vonk van het<br />

moment. Stevige aftrap van het Mozart-jaar.’<br />

Daniel Raiskin, geboren in St.-Petersburg, studeerde altviool<br />

in zijn geboortestad en later in Amsterdam en Freiburg.<br />

Daarnaast studeerde hij orkestdirectie bij Lev Savich en volgde<br />

hij masterclasses bij onder anderen Mariss Jansons, Neeme Järvi<br />

en Jorma Panula.<br />

Als solist trad hij op met een groot<br />

aantal vooraanstaande orkesten in<br />

binnen- en buitenland. Daarnaast<br />

is hij een hartstochtelijk beoefenaar<br />

van kamermuziek en speelde hij<br />

met onder anderen Natalia Gutman,<br />

Shlomo Mintz, Rainer Kussmaul,<br />

Antje Weithaas, Quirine Viersen,<br />

Vladimir Mendelssohn, Paul Meyer,<br />

Frans Helmerson, het Osiris Trio, en<br />

het Auryn en St.-Petersburg Kwartet.<br />

Met pianiste Lisa Smirnova nam hij<br />

het complete werk op voor altviool<br />

en piano van Ernest Bloch. Ook is hij<br />

te horen op de cd Take Two van Bart<br />

Schneemann.<br />

Daniel Raiskin is artistiek<br />

directeur van het door hem<br />

geïnitieerde Internationale<br />

MuziekFeest Middelburg. Zelf<br />

is hij ook regelmatig te gast op<br />

andere nationale en internationale<br />

muziekfestivals, zoals het Rheingau Musikfest, Mozartfest<br />

Würzburg, Internationales Oleg Kagan Musikfest, Savonlinna<br />

Festival en het Kuhmo Kamermuziekfestival in Finland.<br />

Tevens behoort hij tot de vaste bespelers van het jaarlijkse<br />

Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht van violiste<br />

Janine Jansen, dat dit jaar van 26 tot en met 30 december in<br />

Vredenburg plaatsvindt.<br />

Behalve als uitvoerend musicus is Daniel Raiskin in toenemende<br />

mate actief als dirigent. Per augustus 2005 is hij benoemd tot<br />

chef-dirigent van het Staatsorchester Rheinische Philharmonie<br />

in Duitsland.<br />

Daniel Raiskin voerde <strong>Sjostakovitsj</strong>’ Altvioolsonate in de<br />

bewerking van Dmitri Smirnov eerder uit met het NBE.<br />

De Telegraaf schreef toen (8 januari 2005): ‘Als er overigens<br />

één altviolist is die het tegen acht blazers kan opnemen, dan is<br />

het Daniel Raiskin wel. Deze Rus lijkt meer naar waarheid dan<br />

naar schoonheid te zoeken, zijn altvioolspel klinkt als door<br />

oerkrachten gestuurd. Het Nederlandse Blazers Ensemble wist<br />

zich rijk met deze fascinerende podiumkunstenaar.’<br />

Nederlands Blazers Ensemble<br />

Bart Schneemann, hobo<br />

Justine Gerretsen, hobo<br />

Harmen de Boer, klarinet<br />

Niek Wijns, klarinet<br />

Frank van den Brink, bassethoorn<br />

Gerrit Boonstra, bassethoorn, basklarinet<br />

Dorian Cooke, fagot<br />

Marieke Stordiau, fagot<br />

Ron Schaaper, hoorn<br />

Okke Westdorp, hoorn<br />

Mirjam Steinmann, hoorn<br />

Rebecca Grannetia, hoorn<br />

Wilmar de Visser, contrabas<br />

7


Programmasamenstelling en productie <strong>AVRO</strong>: Paul de Kok en Manon Tuynman<br />

Eindredactie programmaboek: Afdeling Marketing & Communicatie Vredenburg<br />

Vormgeving: Cees van Iwaarden/Vredenburg<br />

8<br />

Het volgende concert in De Vrijdag van Vredenburg:<br />

vrijdag 8 december 2006 – grote zaal – 20.15 uur<br />

<strong>Serie</strong> TROS Klassiek<br />

Radio Kamer Filharmonie<br />

Groot Omroepvrouwenkoor<br />

Hartmut Haenchen, dirigent<br />

Schubert Symfonie nr. 8 ‘Onvoltooide’<br />

Kodály Mountain Night, voor vrouwenkoor a cappella<br />

Brahms Serenade nr. 2<br />

Het volgende concert in de serie <strong>AVRO</strong> <strong>Grote</strong> <strong>Meesters</strong>: <strong>Rond</strong><br />

<strong>Schumann</strong> & <strong>Sjostakovitsj</strong>:<br />

vrijdag 26 januari 2007 – grote zaal – 20.15 uur<br />

Radio Filharmonisch Orkest<br />

Marin Alsop, dirigent<br />

Barbara Deleu, fl uit<br />

Maarten Dekkers, hobo<br />

Hessel Buma, trompet<br />

Barber Third Essay<br />

Barber Capricorn Concerto<br />

Brahms Symfonie nr. 1<br />

Tip!<br />

zondag 17 december 2006 – grote zaal – 15.00 uur<br />

Nederlands Blazers Ensemble<br />

Het Paradijs<br />

In een wervelende muziekshow presenteert het Nederlands Blazers<br />

Ensemble in Vredenburg tien composities van kinderen en jongeren. De<br />

composities, geschreven op het thema Het Paradijs, worden geselecteerd<br />

uit de inzendingen voor de jaarlijkse NBE/VARA Compositiewedstrijd<br />

Op weg naar het Nieuwjaarsconcert. Na afl oop kiezen de musici van<br />

het NBE samen met Hanneke Groenteman vier winnaars die mogen<br />

optreden tijdens het Nieuwjaarsconcert in het Concertgebouw.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!