Deputatenrapport 2008 - Gereformeerde Kerken vrijgemaakt

financiën en beheer 9
reserves tot een hogere quotumvraag leiden.
Een aantal kerken schreef het deputaatschap F&B aan met de boodschap het quotum vooral te
beheersen, een aantal van hen meldde financieel aan hun grenzen te zijn gekomen. Deputaten F&B
hebben in hun reacties daarop aangegeven voortdurend bezig te zijn met de beheersing van de
hoogte van het centraal geheven quotum als één van de centrale opdrachten van de synode.
Vanuit dit gezichtspunt, en onder de randvoorwaarde van gelijke behandeling, worden ook alle niet
voorziene verzoeken van deputaatschappen om extra budget toe te staan beoordeeld. Zowel voor
deze beslissingen als bij de beoordeling van begrotingen voor de nieuwe periode worden de volgende
uitgangspunten in onze besluitvorming betrokken:
Incidentele vraagstukken lopende periode:
is beslissing door F&B noodzakelijk op het moment van de aanvraag, of kan (voor het grootste
deel) besluitvorming van de komende synode afgewacht worden. Doel is om te voorkomen dat
de voortgang van noodzakelijke werkzaamheden van deputaatschappen gefrustreerd wordt;
overleg of door wijziging in prioritering (deels) binnen de bestaande begroting van het
betreffende deputaatschap dekking is te vinden;
Incidentele vraagstukken en ingediende begrotingen nieuwe synodeperiode:
geen verplichtingen met lange termijn consequenties goedkeuren als daaraan geen
synodebesluit ten grondslag ligt;
nagaan of door afbouw van oud beleid voor nieuw beleid dekking is te vinden, zo niet dan eerst
besluitvorming door de synode;
beoordelen of de kans aanwezig is dat toekenning nu van extra budget, in de toekomst het
risico van onbeheersbare of niet haalbare verplichtingen met zich mee kan brengen. In dat
geval eerst rapportage aan en besluitvorming door de synode welke risico’s aanvaardbaar
worden geacht.
Hierbij wordt opgemerkt dat de deputaatschappen hun begrotingen volgens 1.4 en 4.1.4.b., 4.1.5 en
4.1.6. uit bijlage 3 van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden dienen te splitsen in
aangeboden basisvoorzieningen en additionele activiteiten.
Deze bepaling betreft slechts één aspect van de beoordeling van de begrotingen en blijkt in de praktijk
nauwelijks of niet uitvoerbaar. Handhaving van de gevraagde splitsing lijkt ons niet zinvol. Deputaten
F&B stellen in 6.3.8. voor deze opdracht te laten vervallen.
4.3 Reserves
Op dit punt hebben deputaten F&B in de loop van de synodeperiode 2005-2008 hun visie en beleid,
mede op basis van ervaringen en overleg met de betreffende deputaatschappen, steeds meer kunnen
aanscherpen.
Direct na de GS Leusden 1999 is een aanvang gemaakt in met het in beeld brengen van reserves in
de vorm van overtollige liquiditeiten bij de afzonderlijke deputaatschappen. Sindsdien is gewerkt aan
afbouw van deze reserves c.q. het stallen (van delen) daarvan bij de quaestor.
Na de laatste synode is er per deputaatschap heel gericht gekeken naar de omvang en de noodzaak
van de reserves en voorzieningen van de deputaatschappen. Deze posten komen overigens alleen
voor bij de zelfadministrerende deputaatschappen en bij de centrale administratie van de quaestor. De
niet zelfadministrerende deputaatschappen beschikken niet over liquiditeiten en hebben geen eigen
balans en dus ook geen mogelijkheid om reserves en voorzieningen in liquiditeiten aan te houden. De
uitgaven die de quaestor voor deze deputaatschappen doet worden nagenoeg alle in het betreffende
jaar als lasten verantwoord, er ontstaat geen batig of nadelig exploitatiesaldo.
Uitzondering hierop vormen de jaarlijkse reserveringen ter dekking van de kosten van de synode zelf.
Na afloop van de synodezittingen komt het verschil tussen gereserveerde bedragen en werkelijk
kosten ten gunste/laste van het exploitatieresultaat.
Het nu door F&B aangescherpte beleid voor reserves kan als volgt worden weergegeven:
voor de niet zelfadministrerende deputaatschappen verandert er niets ten opzichte van het
hierboven vermelde;
voor de zelfadministrerende deputaatschappen worden wel enkele aanscherpingen
voorgesteld:
zij krijgen alleen quotum tot het door de synode bepaalde maximumbedrag voor zover dat
voor de uitvoering van hun taken noodzakelijk is, dus niet voor het creëren van reserves;