Deputatenrapport 2008 - Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
Deputatenrapport 2008 - Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
Deputatenrapport 2008 - Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Rapport<br />
deputaten<br />
Generale Synode van de <strong>Gereformeerde</strong> <strong>Kerken</strong> Zwolle-Zuid <strong>2008</strong>
financiën en beheer 2<br />
Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de <strong>Gereformeerde</strong> <strong>Kerken</strong> in<br />
Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen worden met het<br />
deputaatschap generaal-synodale publicaties via: publicaties@gkv.nl.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook, zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de uitzonderingen bij de<br />
wet gesteld.
VOORWOORD<br />
financiën en beheer 3<br />
Het deputaatschap financiën en beheer, in de verdere tekst ook wel (deputaatschap of deputaten)<br />
F&B, is voor het eerst ingesteld door de Generale Synode van Leusden in 1999. Doelstelling was om<br />
tot een geïntegreerd financieel beleid voor de financiën van de synode en alle deputaatschappen te<br />
komen. Eveneens werd opgedragen om de arbeidsvoorwaarden waartegen personeel in dienst is bij<br />
de diverse deputaatschappen te stroomlijnen op het punt van (gelijke) rechtspositie en beloning.<br />
De hoofdlijnen als destijds geformuleerd zijn nog steeds van kracht, in de loop van de tijd heeft<br />
verfijning van de formulering van de taken plaatsgevonden op grond van de opgedane ervaring.<br />
Naar aanleiding hiervan heeft de laatst gehouden synode de Huishoudelijk regeling aangepast en<br />
aangevuld.<br />
Dit heeft zijn beslag gekregen in de Huishoudelijke regeling voor generale synoden, hoofdstuk 2<br />
artikel 12 “Financiële zaken” en bijlage 3 “Instructie voor het financiële beleid van generale synoden”.<br />
Sinds de instelling in 1999 is vanaf 2000 jaarlijks centraal één totaalquotum van de kerken geheven.<br />
De deputaatschappen zijn ingedeeld in twee hoofdcategorieën: niet zelfadministrerende (niet<br />
kashoudende) en zelfadministrerende (kashoudende) deputaatschappen.<br />
De betalingen van de kosten van de niet zelfadministrerende deputaatschappen worden verricht door<br />
de quaestor op basis van declaratie. De quaestor voert tevens de administratie van deze<br />
deputaatschappen.<br />
Van de centrale inning en de niet zelfadministrerende deputaatschappen wordt jaarlijks een<br />
gezamenlijke jaarrekening opgemaakt, die door een externe accountant wordt gecontroleerd.<br />
De zelfadministrerende deputaatschappen ontvangen via periodieke betalingen de hun toekomende<br />
quota van de quaestor. Deze deputaatschappen voeren zelf hun administratie en maken een eigen<br />
jaarrekening op die op een enkel deputaatschap na door externe accountants gecontroleerd worden.<br />
Deze deputaatschappen worden, evenals een deel van de niet zelfadministrerende<br />
deputaatschappen, jaarlijks door een afvaardiging van deputaten F&B bezocht.<br />
Conform opdracht hebben de deputaatschappen hun meerjarenbegrotingen voor de jaren 2009 tot en<br />
met 2011 bij deputaten F&B in gediend. Ten behoeve van uw besluitvorming hebben deputaten F&B<br />
de meerjarenbegrotingen beoordeeld en van advies voorzien. De begrotingen van de<br />
deputaatschappen voor de periode 2009 t/m 2011 met de daarbij behorende toelichtingen en<br />
adviezen worden separaat aangeboden aan de GS.<br />
Tevens wordt met een afzonderlijke brief een voorstel gedaan voor het (her)benoemen van deputaten<br />
F&B voor de volgende synodeperiode.<br />
Met deze rapportage leggen deputaten F&B verantwoording af aan de Generale Synode van Zwolle-<br />
Zuid <strong>2008</strong> over de uitvoering van hun taken en de resultaten. Tevens worden voorstellen gedaan voor<br />
te nemen besluiten.
INHOUDSOPGAVE<br />
financiën en beheer 4<br />
1. Beknopte samenvatting 5<br />
2. Samenstelling deputaatschap 5<br />
3. Besluitvorming en opdrachten 5<br />
3.1 Opdrachten en taken conform bijlage 3 HR voor generale synoden 6<br />
3.2 Samenvatting inhoud taken deputaten F&B 6<br />
3.3 Specifieke taken volgend uit rapport financiële commissie 7<br />
3.3.1 Stroomlijnen personeelsbeleid 7<br />
3.4 Aanbevelingen financiële commissie synode 8<br />
3.5 Toelichtende opmerkingen 8<br />
4. Beleidsoverzicht en hoofdlijnen beleidsuitvoering 8<br />
4.1 Personeelsbeleid 8<br />
4.2 Beheersing quota 8<br />
4.3 Reserves 9<br />
5. Uitvoering 11<br />
5.1 Functie- en taakverdeling binnen het deputaatschap F&B 11<br />
5.2 Hoofdlijnen uitvoering 11<br />
5.2.1 Centrale inning, doorbetaling van quota en centrale administratie 11<br />
5.2.2. Gestructureerd overleg met deputaatschappen 11<br />
5.2.3 Beoordelen van begrotingen voorafgaande aan de komende synode 12<br />
5.2.4 Coördinatie, informatie en overleg 12<br />
5.2.5 Stroomlijnen personeelsbeleid 13<br />
5.2.6 Financiële commissie synode 13<br />
5.3 Reserves 14<br />
6. Conceptbesluiten 14<br />
6.1 Conceptbesluiten specifieke onderwerpen 14<br />
6.1.1 Quotumdruk 14<br />
6.1.2 Stroomlijnen personeelsbeleid 15<br />
6.2 Conceptbesluit doorlopende taken deputaten F&B 16<br />
6.3 Conceptbesluiten tekstaanpassing HR generale synoden 16<br />
6.3.1 Verrekening te hoog geheven bedragen als<br />
gevolg van piramidale opbouw quota 16<br />
6.3.2 Egalisatie quota 17<br />
6.3.3 Criteria voor het voeren van een eigen administratie 17<br />
6.3.4 Richtlijnen voor externe controle en financiële verslaglegging 18<br />
6.3.5 Nieuw voorgestelde redactie bijlage 3 par. 3.5: bindende aanwijzingen F&B 18<br />
6.3.6 Reserves en toedeling beleggingsopbrengsten 19<br />
6.3.7 Reserves, voorzieningen en beleggen liquiditeiten 20<br />
6.3.8 Splitsing basisvoorzieningen en additionele activiteiten begrotingen 21<br />
6.3.9 Controle op het totaaloverzicht jaarrekeningen alle deputaatschappen 22<br />
6.4 Voordracht quaestor en deputaten 22<br />
Bijlagen<br />
I. Rapport stroomlijnen personeelsbeleid 23<br />
II. Overzicht contactpersonen F&B per deputaatschap 29<br />
III. Richtlijn voor vastlegging bevoegdheden tot het aangaan van financiële verplichtingen 30<br />
IV. Nieuw voorgestelde redactie doorlopende opdracht aan deputaten F&B 31<br />
V. Adresgegevens deputaten 32
1. BEKNOPTE SAMENVATTING<br />
financiën en beheer 5<br />
In het voorwoord van dit rapport is aangegeven wat het doel was van het instellen van het<br />
deputaatschap F&B: het reguleren en beheersen van de financiën van de generale synode inclusief<br />
alle daaronder vallende deputaatschappen, alsmede stroomlijning van het personeelsbeleid van<br />
personeel in dienst van deputaatschappen. In de volgende hoofdstukken komen achtereenvolgens de<br />
volgende onderwerpen aan de orde:<br />
2. samenstelling deputaatschap F&B;<br />
3. de opdrachten die aan deputaten F&B gegeven zijn, en de besluiten die het kader vormen voor<br />
hun werkzaamheden, met een toelichting daarop;<br />
4. beschrijving van de uitvoering van de taken door deputaten F&B vanuit het perspectief van<br />
actieve participatie in overleg met de deputaatschappen. Verder is aangegeven vanuit welke<br />
uitgangspunten beslissingen en beoordelingen door F&B plaatsvinden, alsmede de hoofdlijnen<br />
van (nieuw voorgesteld) beleid met betrekking tot reserves;<br />
5. beschrijving op welke wijze uitvoering is gegeven aan de taken en opdrachten van deputaten<br />
F&B;<br />
6. formulering van conceptbesluiten en voorstellen;<br />
Tot slot vindt u vier bijlagen ter ondersteuning van uitgevoerd beleid en voorgestelde nieuwe redactie<br />
doorlopende opdracht aan deputaten F&B.<br />
2. SAMENSTELLING DEPUTAATSCHAP<br />
Op 13 oktober 2005 zijn door de GS Amersfoort-C de volgende leden in het deputaatschap benoemd<br />
(voor adresgegevens zie Bijlage V):<br />
primi aftredend secundi<br />
J. Dekens, Ede 2014 Th.Bakker, Nijkerk<br />
E.T. Doornbos, Coevorden 2014 S. Boorsma, Leusden<br />
J.Th. Hendriks (s), Almelo 2011 H.v.d. Brug, Capelle a/d IJssel<br />
S. Hiemstra, Putten 1<br />
<strong>2008</strong> G.J. Laan, Almelo<br />
J.C.B. Jongeneel, Apeldoorn 2011<br />
S. Jonker, Drachten 2011<br />
H. Post, Hattem 2014<br />
H.B. Smit (quaestor GS), Leusden 1<br />
<strong>2008</strong><br />
E.Th. de Vries, Soest 1<br />
<strong>2008</strong><br />
1 ) Deze leden zijn in <strong>2008</strong> aftredend en niet herbenoembaar. Daarmee vertrekken de laatste drie<br />
deputaten F&B, die het deputaatschap vanaf de instelling door de Generale Synode van Leusden<br />
1999 gediend hebben.<br />
3. BESLUITVORMING EN OPDRACHTEN<br />
De Generale Synode van Amersfoort-Centrum 2005 heeft de taken en opdrachten vastgelegd in<br />
artikel 187, besluit 1, sub 2. Hierbij is ook expliciet een verwijzing naar bijlage 3 “Instructie voor het<br />
financiële beleid van generale synoden” van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden<br />
opgenomen.<br />
Daarnaast heeft de synode besloten om het rapport van de financiële commissie van de synode aan<br />
haar besluitvorming toe te voegen. Daarmee werden enkele opdrachten toegevoegd aan de hierboven<br />
genoemde besluitvorming.<br />
Onderstaand een samenvatting van deze besluitvorming, waarbij de indeling van artikel 187 wordt<br />
gevolgd. Aansluitend worden de opdrachten volgend uit het rapport van de financiële commissie van<br />
de synode 2005 vermeld.
financiën en beheer 6<br />
3.1 Opdrachten en taken conform bijlage 3 HR voor generale synoden (Acta GS 2005, art. 187<br />
besluit 1 lid 2 aanhef)<br />
Hoofdstuk 1 van deze bijlage beschrijft wat met de instelling van het deputaatschap is beoogd en<br />
mondt uit in een beschrijving van de route die F&B met de begrotingen van de diverse<br />
deputaatschappen naar de komende synode moeten volgen.<br />
In hoofdstuk 2 is de instructie voor de quaestor vastgelegd. Deze instructie is kort na de instelling van<br />
het deputaatschap geformuleerd en regelt op hoofdlijnen hoe de quaestor zijn werk moet doen en<br />
wanneer hij rapporteert aan het deputaatschap.<br />
Hoofdstuk 3 geeft een instructie voor deputaten F&B. Hierin staat met welke taken deputaten<br />
inhoudelijk belast zijn. De tekst is gelijk aan die van artikel 187 besluit 1 sub 2 van de GS van<br />
Amersfoort-Centrum. Hier staan de primair inhoudelijke taken genoemd, waarmee de kern van de<br />
taken van F&B wordt weergegeven.<br />
Hoofdstuk 4 regelt de verhouding tussen F&B en andere deputaatschappen, een praktische<br />
handreiking voor de onderlinge communicatie.<br />
Bij de diverse (sub)onderdelen in dit hoofdstuk is aan het slot van elke afzonderlijke taak zoveel<br />
mogelijk in de laatste kolom weergegeven waar in dit rapport (verdere) afhandeling is gerapporteerd.<br />
3.2 Samenvatting inhoud taken deputaten F&B (Acta art. 187 besluit 1 lid 2)<br />
Deze zijn als volgt weer te geven waarbij in de laatste kolom is aangegeven in welke paragraaf de<br />
afhandeling in dit rapport te vinden is:<br />
Lid 2.a. 1, 2 , 3 Het centraal innen van een over de jaren zo gelijk mogelijk quotum<br />
per ziel. Verschillen in het landelijke quotum voor plaatselijke kerken<br />
als gevolg van getrapte betalingsverplichtingen voor het<br />
deputaatschap ASE worden direct met die kerken verrekend.<br />
Schommelingen over de jaren heen mogen voorkomen worden door<br />
het tijdelijk heffen van meer quotum dan benodigd en door het al<br />
dan niet tijdelijk interen op reserves.<br />
Lid 2.a. 4 Het voordragen van een quaestor ter (her)benoeming). 6.4<br />
Lid 2.a. 5 Het verder voortzetten van het geïntegreerde financiële beleid zoals<br />
beschreven in het memo “Financieel beleid en administratieve<br />
organisatie” door de generale synode van Leusden 1999, met name:<br />
a Criteria voor het voeren van een eigen administratie voor<br />
zelfadministrerende deputaatschappen opstellen.<br />
b Richtlijnen opstellen voor externe accountantscontrole en financiële<br />
verslaglegging van de zelfadministrerende deputaatschappen.<br />
c Het na overleg met deputaatschappen en hun accountants bepalen<br />
en vastleggen van de minimaal vereiste functiescheidingen.<br />
Lid 2.a. 6 Klankbord zijn voor de deputaatschappen op financieel en personeel<br />
gebied.<br />
Lid 2.a. 7, 8 Vaststellen omvang van de reserves die deputaatschappen mogen<br />
hebben en aangeven in hoeverre deze door de deputaatschappen<br />
zelf of bij de quaestor beheerd moeten worden.<br />
Lid 2.a. 9 Vastleggen van een door de deputaatschappen gedragen<br />
beleggingsbeleid voor bij de quaestor aangehouden reserves voor<br />
korte, middellange en lange termijn. Verder vastleggen hoe<br />
beleggingsopbrengsten toegedeeld moeten worden.<br />
Lid 2.a. 10 Toezicht houden op het functioneren van de centrale<br />
administratie(s) al dan niet vallend onder de quaestor.<br />
4.2, 5.2.1,<br />
6.1.1, 6.3.1,<br />
6.3.2<br />
6.3.3, 6.3.5<br />
6.3.4, 6.3.5<br />
6.3.4, 6.3.5,<br />
bijlage III<br />
5.2.4<br />
4.3, 5.3<br />
4.3, 5.3,<br />
6.3.6, 6.3.7<br />
Lid 2.a. 11 Het bewaken van kosten en ontwikkelingen. 4.2, 6.3.1<br />
Lid 2.a. 12 Het binnen 6 maanden na afloop van een kalenderjaar opstellen van<br />
een totale financiële rapportage van alle deputaatschappen<br />
5.2.1<br />
5.2.6.2,
gezamenlijk en deze rapportage door een externe accountant laten<br />
controleren.<br />
Lid 2.a. 13 Rapport van hun werkzaamheden uitbrengen aan de volgende<br />
generale synode.<br />
financiën en beheer 7<br />
Tot hier toe loopt de tekst van art. 187 en bijlage 3 bij de Huishoudelijke regeling gelijk. Hieronder<br />
volgen nog enkele aanvullende taken die alleen in art. 187 zijn opgenomen.<br />
Lid 2.b. De overige taken uitvoeren die uit bijlage 3 van de Huishoudelijke regeling<br />
voor generale synoden voortvloeien.<br />
Lid 2.c. Voorstellen doen om de redactie van punt 3.12 uit bijlage 3 van deze<br />
regeling te wijzigen. Gedoeld wordt op een voorstel tot wijziging van de<br />
regeling met betrekking tot de voorgeschreven accountantscontrole op de<br />
totale financiële rapportage.<br />
Lid 2.d. De taken uitvoeren die voortvloeien uit de benodigde samenwerking met<br />
de financiële commissie van de synode zoals beschreven in de<br />
Huishoudelijke regeling onder artikel 12.1 “De financiële<br />
synodecommissie”.<br />
Lid 2.e. De begrotingen van de diverse deputaatschappen voor de aanvang van<br />
de synode beoordelen en van advies voorzien ten behoeve van de<br />
financiële commissie van de synode.<br />
Lid 2.f. Ook van deze werkzaamheden rapport uitbrengen aan de volgende<br />
generale synode.<br />
3.3 Specifieke taken volgend uit rapport financiële commissie<br />
De financiële commissie verwoordde deze onder het hoofd “Openstaande taken” als volgt:<br />
- Richtlijnen aangeven voor belegging en (centraal) beheer van reserves.<br />
Zie ook bij lid 2.a. 7, 8 en 9 hierboven.<br />
- Criteria voor het per deputaatschap zelfstandig voeren van een<br />
administratie en de daarbij behorende richtlijnen voor accountantscontrole.<br />
Zie ook bij lid 2.a. 5.a hiervoor.<br />
- Het maken van regels voor functiescheiding. Zie ook bij lid 2.a. 5.c<br />
hiervoor.<br />
6.3.9<br />
5.2.3<br />
6.3.5, 6.3.9<br />
5.2.6<br />
5.2.3<br />
5.2.6.1,<br />
6.3.7.3<br />
6.3.3, 6.3.4<br />
6.3.4, 6.3.5,<br />
bijlage III<br />
- Het stroomlijnen van het personeelsbeleid en de salarisadministratie. 5.2.5, 6.1.2,<br />
bijlage I<br />
Dit laatste betrof een taak die de GS van Zuidhorn 2002-2003 al had gegeven. Die opdracht is<br />
weergegeven in de volgende paragraaf.<br />
3.3.1 STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID<br />
In paragraaf 9.5 van het deputaten rapport F&B voor de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005<br />
is de opdracht van de vorige synode inzake het stroomlijnen van het personeelsbeleid als volgt<br />
weergegeven:<br />
Ten aanzien van de stroomlijning van zaken rond personeel in dienst bij de<br />
deputaatschappen deputaten financiën en beheer op te dragen de volgende synode<br />
te dienen met voorstellen en richtlijnen op personeelsgebied. Voor de volledige<br />
omschrijving van de opdracht verwijzen wij naar bijlage I onder punt 1.1.<br />
Deze opdracht van de GS Zuidhorn was bij de aanvang van de Synode Amersfoort-<br />
Centrum 2005 nog niet uitgevoerd en kon daardoor niet in de besluitvorming van 2005<br />
worden betrokken.<br />
5.2.5, 6.1.2 ,<br />
bijlage I
3.4 Aanbevelingen financiële commissie synode<br />
De financiële commissie van de vorige synode deed in haar rapportage de volgende vier<br />
aanbevelingen aan deputaten F&B:<br />
1. Deputaten zouden meer gebruik kunnen maken van hun bevoegdheden<br />
om aanwijzingen te geven aan deputaatschappen en in dat geval hiervan<br />
in hun rapport aan de synode melding te maken.<br />
2. Deputaten dienen er voor te zorgen dat de jaarrekeningen van de<br />
afzonderlijke deputaatschappen eerder ter beschikking van de financiële<br />
commissie komen.<br />
3. Bij controles van financiële verantwoordingen van deputaatschappen door<br />
F&B of de quaestor moet duidelijk vastgelegd worden welke controles zijn<br />
uitgevoerd en wat de conclusies zijn. Tevens werd aanbevolen om ook bij<br />
controles door de quaestor deze met minimaal twee personen te<br />
verrichten.<br />
4 F&B dient in overleg met deputaten ASE tot afspraken te komen inzake<br />
een wijze van controle door F&B op een zodanige wijze dat inzicht wordt<br />
verkregen in de achterliggende informatie van de projecten.<br />
3.5 Toelichtende opmerkingen<br />
financiën en beheer 8<br />
5.2.6.2, 6.3.5<br />
5.2.6.2<br />
5.2.6.2<br />
5.2.6.2<br />
Deputaatschappen hebben naast quotuminkomsten soms ook andere inkomsten, voor een enkel<br />
deputaatschap zoals ZH&T zelfs voor het overgrote deel. Het werven van andere inkomsten (derde<br />
geldstromen bijvoorbeeld) ter dekking van de kosten van bepaalde activiteiten is toegestaan en wordt<br />
bevorderd. F&B houdt zicht op de integrale financiën van alle door de generale synode benoemde<br />
deputaatschappen inclusief derde geldstromen.<br />
De quaestor heeft een spilfunctie wat betreft de centrale inning en (door)betaling aan de<br />
deputaatschappen en tevens wat betreft het administreren van de niet zelfadministrerende<br />
deputaatschappen. Hij heeft daarnaast ook eigen taken ten behoeve van het moderamen van een<br />
synode, hij betaalt de declaraties van synode leden en draagt zorg voor het beheer van de bezittingen<br />
van de generale synode.<br />
Met het besluit om het personeelsbeleid te stroomlijnen beoogt de synode gelijke behandeling van en<br />
een vergelijkbare rechtspositie voor alle personeel in dienst van de generale deputaatschappen.<br />
4. BELEIDSOVERZICHT EN HOOFDLIJNEN BELEIDSUITVOERING<br />
4.1 Personeelsbeleid<br />
Het deputaatschap heeft in de eerdere synodeperiodes haar taak ten aanzien van het stroomlijnen<br />
van het personeelsbeleid niet kunnen afronden en rapporteren, o.a. doordat een tweetal<br />
personeelsdeskundigen hun inzet ten behoeve van het deputaatschap voortijdig moesten beëindigen.<br />
Met het aantreden van een nieuwe personeelsdeskundige hebben we door eerdere synoden<br />
geformuleerde taken in de weg van een grondige inventarisatie en rapportage tot een afronding<br />
kunnen brengen.<br />
Op het punt van personeelsaangelegenheden heeft het deputaatschap F&B de afgelopen periode<br />
bijzondere aandacht besteed aan de fiscale en sociaalverzekeringstechnische adequate afhandeling<br />
van vergoedingen voor freelancers etc. die werkzaamheden voor deputaatschappen verrichten.<br />
4.2. Beheersing quota<br />
Wat betreft de financiële taken hanteren deputaten F&B de volgende beleidslijnen.<br />
Deputaten F&B hebben evenals in vorige synode perioden regelmatig contact gehouden met de<br />
deputaatschappen over hun financiën. Daarmee wordt meer en blijvend inzicht in de financiële gang<br />
van zaken van de afzonderlijke deputaatschappen verkregen. Belangrijke aandachtspunten in de<br />
contacten met de deputaatschappen zijn of de financiën nu en in toekomst in de pas blijven lopen met<br />
de toegestane quotumbedragen. Vooral bij de afbouw van reserves wordt er voor gewaakt dat er geen<br />
langlopende verplichtingen worden aangegaan en bekostigd die in de toekomst na uitputting van
financiën en beheer 9<br />
reserves tot een hogere quotumvraag leiden.<br />
Een aantal kerken schreef het deputaatschap F&B aan met de boodschap het quotum vooral te<br />
beheersen, een aantal van hen meldde financieel aan hun grenzen te zijn gekomen. Deputaten F&B<br />
hebben in hun reacties daarop aangegeven voortdurend bezig te zijn met de beheersing van de<br />
hoogte van het centraal geheven quotum als één van de centrale opdrachten van de synode.<br />
Vanuit dit gezichtspunt, en onder de randvoorwaarde van gelijke behandeling, worden ook alle niet<br />
voorziene verzoeken van deputaatschappen om extra budget toe te staan beoordeeld. Zowel voor<br />
deze beslissingen als bij de beoordeling van begrotingen voor de nieuwe periode worden de volgende<br />
uitgangspunten in onze besluitvorming betrokken:<br />
Incidentele vraagstukken lopende periode:<br />
is beslissing door F&B noodzakelijk op het moment van de aanvraag, of kan (voor het grootste<br />
deel) besluitvorming van de komende synode afgewacht worden. Doel is om te voorkomen dat<br />
de voortgang van noodzakelijke werkzaamheden van deputaatschappen gefrustreerd wordt;<br />
overleg of door wijziging in prioritering (deels) binnen de bestaande begroting van het<br />
betreffende deputaatschap dekking is te vinden;<br />
Incidentele vraagstukken en ingediende begrotingen nieuwe synodeperiode:<br />
geen verplichtingen met lange termijn consequenties goedkeuren als daaraan geen<br />
synodebesluit ten grondslag ligt;<br />
nagaan of door afbouw van oud beleid voor nieuw beleid dekking is te vinden, zo niet dan eerst<br />
besluitvorming door de synode;<br />
beoordelen of de kans aanwezig is dat toekenning nu van extra budget, in de toekomst het<br />
risico van onbeheersbare of niet haalbare verplichtingen met zich mee kan brengen. In dat<br />
geval eerst rapportage aan en besluitvorming door de synode welke risico’s aanvaardbaar<br />
worden geacht.<br />
Hierbij wordt opgemerkt dat de deputaatschappen hun begrotingen volgens 1.4 en 4.1.4.b., 4.1.5 en<br />
4.1.6. uit bijlage 3 van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden dienen te splitsen in<br />
aangeboden basisvoorzieningen en additionele activiteiten.<br />
Deze bepaling betreft slechts één aspect van de beoordeling van de begrotingen en blijkt in de praktijk<br />
nauwelijks of niet uitvoerbaar. Handhaving van de gevraagde splitsing lijkt ons niet zinvol. Deputaten<br />
F&B stellen in 6.3.8. voor deze opdracht te laten vervallen.<br />
4.3 Reserves<br />
Op dit punt hebben deputaten F&B in de loop van de synodeperiode 2005-<strong>2008</strong> hun visie en beleid,<br />
mede op basis van ervaringen en overleg met de betreffende deputaatschappen, steeds meer kunnen<br />
aanscherpen.<br />
Direct na de GS Leusden 1999 is een aanvang gemaakt in met het in beeld brengen van reserves in<br />
de vorm van overtollige liquiditeiten bij de afzonderlijke deputaatschappen. Sindsdien is gewerkt aan<br />
afbouw van deze reserves c.q. het stallen (van delen) daarvan bij de quaestor.<br />
Na de laatste synode is er per deputaatschap heel gericht gekeken naar de omvang en de noodzaak<br />
van de reserves en voorzieningen van de deputaatschappen. Deze posten komen overigens alleen<br />
voor bij de zelfadministrerende deputaatschappen en bij de centrale administratie van de quaestor. De<br />
niet zelfadministrerende deputaatschappen beschikken niet over liquiditeiten en hebben geen eigen<br />
balans en dus ook geen mogelijkheid om reserves en voorzieningen in liquiditeiten aan te houden. De<br />
uitgaven die de quaestor voor deze deputaatschappen doet worden nagenoeg alle in het betreffende<br />
jaar als lasten verantwoord, er ontstaat geen batig of nadelig exploitatiesaldo.<br />
Uitzondering hierop vormen de jaarlijkse reserveringen ter dekking van de kosten van de synode zelf.<br />
Na afloop van de synodezittingen komt het verschil tussen gereserveerde bedragen en werkelijk<br />
kosten ten gunste/laste van het exploitatieresultaat.<br />
Het nu door F&B aangescherpte beleid voor reserves kan als volgt worden weergegeven:<br />
voor de niet zelfadministrerende deputaatschappen verandert er niets ten opzichte van het<br />
hierboven vermelde;<br />
voor de zelfadministrerende deputaatschappen worden wel enkele aanscherpingen<br />
voorgesteld:<br />
zij krijgen alleen quotum tot het door de synode bepaalde maximumbedrag voor zover dat<br />
voor de uitvoering van hun taken noodzakelijk is, dus niet voor het creëren van reserves;
financiën en beheer 10<br />
handhaving van deze regel wordt gerealiseerd door middel van jaarlijkse afrekening van<br />
het verschil tussen ontvangen quotumvoorschotten en werkelijk voor de exploitatie<br />
gebruikte gelden;<br />
de doormiddel van afrekening terugontvangen bedragen komen toe aan de algemene<br />
middelen van F&B en worden niet gelabeld voor het betreffende deputaatschap tenzij<br />
deputaten F&B in overleg met het betreffende deputaatschap anders besluiten;<br />
in overleg met de zelfadministrerende deputaatschappen stellen deputaten F&B jaarlijks<br />
vast welke bestemmingsreserves en voorzieningen de afzonderlijke deputaatschappen<br />
mogen aanhouden voor specifieke risico’s en hoe hoog deze mogen zijn;<br />
de liquiditeiten in verband met deze bestemmingsreserves en voorzieningen mogen<br />
slechts voor het deel dat nodig is voor continuïteit op korte termijn door<br />
deputaatschappen zelf beheerd worden. De overige liquiditeiten moeten bij de quaestor<br />
aangehouden worden;<br />
deze bij de quaestor aangehouden liquiditeiten blijven beschikbaar (gelabeld) voor het<br />
betreffende deputaatschap en kunnen door het deputaatschap op het moment van<br />
uitgave bij de quaestor in tijdig overleg opgevraagd worden;<br />
bij de jaarlijkse beoordeling van de omvang van bestemmingsreserves en voorzieningen<br />
van deputaatschappen kan blijken dat aanpassing nodig is. Als ze te hoog blijken te zijn<br />
komen de overschotten ten gunste van de algemene middelen van F&B. Indien ze te laag<br />
blijken te zijn dan worden tekorten zo mogelijk aangevuld uit overschotten op de<br />
exploitatie, en als dat niet mogelijk is, ten laste van de algemene middelen van F&B;<br />
over bij de quaestor aangehouden liquiditeiten worden geen rente- of beleggingsbaten<br />
aan het betreffende deputaatschap vergoed, omdat zij de voor hun exploitatie benodigde<br />
bedragen ontvangen tot de door de synode vastgestelde maximum bedragen;<br />
ook voor de Centrale Algemene Reserve worden enkele aanscherpingen voorgesteld:<br />
naast de vaststelling van de hiervoor genoemde specifieke risico’s voor de afzonderlijke<br />
deputaatschappen, maken deputaten F&B in overleg met de deputaatschappen een<br />
inschatting van de algemene risico’s die er zijn voor de afzonderlijke zelfadministrerende<br />
deputaatschappen;<br />
eenzelfde inschatting wordt gemaakt voor de quaestor inclusief de niet<br />
zelfadministrerende deputaatschappen;<br />
op basis van deze inschattingen van afzonderlijke risico’s maakt F&B een inschatting tot<br />
welke omvang deze risico’s gelijktijdig tot uitgaven kunnen leiden, en stelt mede op basis<br />
hiervan de benodigde omvang van de reserve ter dekking van de algemene risico’s vast<br />
(de Centrale Algemene Reserve);<br />
deze Centrale Algemene Reserve wordt bij de quaestor opgebouwd en in liquide<br />
middelen aangehouden;<br />
deputaatschappen kunnen een beroep doen op deze reserve door in een zo vroeg<br />
mogelijk stadium bij F&B melding te doen van een (dreigende) calamiteit. Daarbij zullen<br />
zij motiveren dat de calamiteit niet (geheel) uit de voorheen vastgestelde quota<br />
opbrengsten kan worden gedekt, alsmede een deugdelijke onderbouwing geven en F&B<br />
alle noodzakelijke informatie verstrekken voor de juiste vaststelling van de calamiteit;<br />
in overleg met F&B zullen deputaatschappen alle maatregelen nemen die redelijkerwijs<br />
mogelijk zijn om het ontstaan van calamiteiten te voorkomen, c.q. de omvang van een<br />
calamiteit te beperken;<br />
uit het voorgaande volgt dat alle overtollige liquiditeiten worden aangehouden bij en<br />
beheerd door de quaestor. Deze liquiditeiten zullen door de quaestor risicomijdend<br />
belegd worden bij goed bekend staande financiële instellingen die onder toezicht van<br />
DNB en de AFM vallen.<br />
Voor de ThUK en ZH&T zullen vanwege hun specifieke status en (toekomstige) externe bindende<br />
richtlijnen afwijkende afspraken ten aanzien van bovenstaande bepalingen gemaakt kunnen worden.<br />
Voorzover dat betekent dat zij ook liquiditeiten in verband met reserves en voorzieningen zelf<br />
beheren, dienen ook deze risicomijdend belegd te worden bij goed bekend staande financiële<br />
instellingen.<br />
In hoofdstuk 6 zijn enkele wijzigingsvoorstellen met betrekking tot deze aanscherpingen van het beleid<br />
inzake reserves, voorzieningen en liquiditeiten opgenomen. Indien deze voorstellen door de synode<br />
worden overgenomen, en daardoor deel uitmaken van de toekomstige taakopdracht aan deputaten<br />
F&B, zal F&B op basis daarvan de communicatie naar de deputaatschappen verzorgen.
financiën en beheer 11<br />
Met het bovenstaande beleid beogen deputaten F&B de omvang van gelden in beheer bij<br />
deputaatschappen zoveel mogelijk te beperken en beleggingsopbrengsten, onder de conditie van<br />
risicomijdend beleggen, te maximaliseren. Ook dit draagt bij aan de beheersing van de quotumdruk.<br />
Dit beleid is door deputaten F&B uitgebreider uitgewerkt en onderbouwd in een (interne) “Notitie<br />
reserves” van januari <strong>2008</strong>. Desgewenst kan deze ter beschikking van de financiële commissie van de<br />
synode worden gesteld.<br />
5. UITVOERING<br />
5.1 Functie- en taakverdeling binnen het deputaatschap F&B<br />
Na de benoeming door de GS Amersfoort-Centrum in oktober 2005 hebben de primus-deputaten<br />
inclusief de quaestor uitvoering aan de besluiten van de synode gegeven. De secundus-deputaten<br />
hoefden niet te worden ingeschakeld.<br />
Tot begin dit jaar heeft br. J.C.B. Jongeneel de functie van voorzitter vervuld. Vanaf begin <strong>2008</strong> vervult<br />
br. H. Post deze functie. Vanaf het begin van de zittingsperiode is br. S. Hiemstra als secretaris<br />
opgetreden. De penningmeester, br. E.Th. de Vries en de quaestor br. H.B. Smit, beiden in die<br />
functies sinds de synode van Leusden, konden deze functies de afgelopen periode voortzetten.<br />
Br. Smit werd bij zijn administratieve taken sinds de synode van Leusden bijgestaan en indien nodig<br />
vervangen door de secundus quaestor br. J. Boorsma.<br />
Br. E.T. Doornbos, personeelsdeskundige, heeft uitvoering aan de taken op zijn<br />
deskundigheidsgebied “personeelsbeleid” gegeven.<br />
De omvang van de taken bracht met zich mee dat er 14 maal vergaderd en genotuleerd moest<br />
worden. Br. S. Jonker is deze zittingsperiode als notulist opgetreden.<br />
5.2 Hoofdlijnen uitvoering<br />
5.2.1 CENTRALE INNING, DOORBETALING QUOTA EN CENTRALE ADMINISTRATIE<br />
De centrale inning van de quota van de kerken verliep ongestoord.<br />
De omvang van de van kerken geheven bedragen beloopt ca. €3.800.000,-- per jaar. Het<br />
totaalquotum bedraagt voor <strong>2008</strong> €31,90 (2007 €31,27) per ziel.<br />
Ook de gefaseerde uitbetaling van de quota aan de zelfadministrerende deputaatschappen en het<br />
verzorgen van de centrale administratie van de kleine deputaatschappen verliepen goed. De quaestor<br />
bracht hiervan regelmatig verslag uit aan deputaten en aan de deputaatschappen en verstrekte<br />
overzichten van de tussentijdse stand van zaken.<br />
Deputaten F&B hebben een intern protocol betalingsverkeer voor de quaestor opgesteld waarin de<br />
wijze van uitvoering van het betalingsverkeer is geregeld. Zowel quaestor als deputaten gaven<br />
hiermee inhoud aan het opgedragen toezicht op de werkzaamheden van de quaestor.<br />
De jaarverslagen betreffende de centrale inning en de financiële verantwoording van de niet<br />
zelfadministrerende deputaatschappen zijn de afgelopen jaren wederom door een externe accountant<br />
van een goedkeurende verklaring voorzien.<br />
5.2.2 GESTRUCTUREERD OVERLEG MET DEPUTAATSCHAPPEN<br />
Voor het onderhouden van de contacten van F&B met de afzonderlijke deputaatschappen hebben<br />
deputaten F&B contactpersonen aangesteld, waarbij één van hen als eerste aanspreekpunt fungeert,<br />
zie bijlage II. De contactpersonen ontmoeten doorgaans minimaal eenmaal per jaar een afvaardiging<br />
van de grotere deputaatschappen om de financiële gang van zaken door te nemen. Door dit<br />
gestructureerde overleg met de deputaatschappen wordt blijvend contact en inzicht in de financiën<br />
van de deputaatschappen gerealiseerd.<br />
Deputaten F&B hebben voor de deputaatschappen een richtlijn voor het vastleggen van<br />
bevoegdheden tot het aangaan van financiële verplichtingen opgesteld en gecommuniceerd met de<br />
deputaatschappen. Doelstelling van deze richtlijn is om binnen ieder deputaatschap helder vastgelegd<br />
te hebben wie al dan niet gezamenlijk bevoegd zijn om financiële verplichtingen aan te gaan. De<br />
richtlijn is opgenomen in bijlage III.<br />
Deputaatschappen vroegen deputaten F&B ook meermaals om advies inzake financiële en<br />
beheersmatige vraagstukken. Deputaten F&B hebben deze adviesaanvragen in overleg met de
financiën en beheer 12<br />
deputaatschappen kunnen afhandelen.<br />
Deputaten F&B hebben in de afgelopen synodeperiode moeten vaststellen dat beheersing van de<br />
financiën bij enkele grotere deputaatschappen moeizaam op gang kwam door te snelle wisseling van<br />
penningmeester en soms ook door het niet beschikbaar zijn van een gekwalificeerde penningmeester.<br />
Deputaten F&B willen de synode de noodzaak van het benoemen van deskundige penningmeesters<br />
bij de deputaatschappen onder de aandacht brengen, en als deze niet beschikbaar zijn binnen de<br />
maximale zittingstermijn, in overweging geven of bij uitzondering verlenging van het aantal termijnen<br />
zinvol is.<br />
5.2.3 BEOORDELEN VAN BEGROTINGEN VOORAFGAANDE AAN DE KOMENDE SYNODE<br />
Sinds najaar 2007 kwamen de begrotingen over de periode 2009-2011 van de diverse<br />
deputaatschappen bij F&B binnen. Ze zijn beoordeeld en waar nodig becommentarieerd. Tevens heeft<br />
samenvoeging in één totaaloverzicht plaatsgevonden, zodanig dat de begrotingsbedragen bij<br />
ongewijzigd beleid op basis van de huidige ledenaantallen zijn omgerekend naar een totaalquotum<br />
per ziel voor de toekomstige jaren.<br />
Daarnaast is de invloed van de gevraagde bedragen tengevolge van voorgesteld nieuw beleid<br />
zichtbaar gemaakt in een afzonderlijk overzicht. Hierin zijn ook de gevraagde bedragen voor nieuw<br />
beleid en hun invloed op de quota per ziel opgenomen. De voorgelegde begroting van ieder<br />
deputaatschap is getoetst aan de hand van de criteria inzake de bekostiging zoals verwoord in de<br />
”Huishoudelijke regeling voor synoden” en de samenvatting hiervan in paragraaf 6.2. De standpunten<br />
van F&B zijn teruggekoppeld naar de deputaatschappen.<br />
Ten tijde van het schrijven van dit rapport waren nagenoeg alle begrotingen binnen en<br />
becommentarieerd en was een voorlopige lijn zichtbaar ten aanzien van het totaaloverzicht van de te<br />
vragen quota voor de komende periode.<br />
Bij de aanvang van de komende synode kunnen deputaten F&B de financiële commissie (van de<br />
synode) aangeven wat de hoogte van het totale quotum wordt als onze adviezen opgevolgd worden,<br />
en wat de consequenties zijn als gevraagde uitbreiding van doelstellingen c.q. taken door de synode<br />
worden gehonoreerd. Deputaten kunnen de financiële commissie desgewenst ook per deputaatschap<br />
adviseren. Daardoor krijgt de synode de mogelijkheid om inhoudelijke aspecten af te wegen in relatie<br />
tot de financiële consequenties.<br />
5.2.4 COÖRDINATIE, INFORMATIE EN OVERLEG<br />
Het deputaatschap F&B heeft als voorheen de kerken jaarlijks met een overzicht van de quota<br />
gediend.<br />
Deputaten volgen de ontwikkelingen op financieel gebied in onze kerken aandachtig. Eén van de<br />
resultaten hiervan treft u aan in paragraaf 6.1.1: Quotumdruk, waarin onder andere aandacht wordt<br />
gevraagd voor het risico van invloed van kosten van lokale initiatieven op de draagkracht van kerken<br />
om het landelijke quotum te (kunnen) betalen.<br />
Deputaten bezoeken met een permanente afvaardiging de vergaderingen van de vereniging<br />
Steunpunt Kerkelijke Beheerszaken.<br />
Een nieuwe ontwikkeling diende zich aan doordat de overheid de fiscale aftrekbaarheid van giften aan<br />
onze kerken en instellingen met ingang van <strong>2008</strong> koppelt aan een fiscale beschikking inzake de status<br />
van Algemeen Nut Beogende Instelling (de zogenaamde ANBI-regeling). Voor onze kerken en<br />
instellingen kon dit in één keer worden geregeld met een zogenaamde groepsbeschikking, waarvoor<br />
nauw werd samengewerkt met deputaten Relatie kerk en overheid en het Steunpunt Kerkelijke<br />
Beheerszaken Hierbij is tevens intensief contact met deputaten generaal-synodale publicaties<br />
geweest, via de website gkv.nl zijn de kerken hierover geïnformeerd. Via deze site worden de kerken<br />
met regelmaat over quotum en andere zaken van informatie voorzien. Informatie over dit onderwerp is<br />
in het Handboek <strong>2008</strong> voor de <strong>Gereformeerde</strong> <strong>Kerken</strong> in Nederland opgenomen. Dit handboek speelt<br />
een controlerol bij de toetsing van de afgegeven groepsbeschikking door de belastingdienst.<br />
Over de ophanden zijnde invoering van het Nieuwe Handelsregister zal eveneens overlegd worden<br />
met het Steunpunt Kerkelijke Beheerszaken en eventueel met andere deputaatschappen om de<br />
kerken in deze materie van gezamenlijk advies te dienen.<br />
Onder gecoördineerd overleg vanuit onze kerken zijn ook de besprekingen te rangschikken met sIKN,<br />
een koepel die kerktelefoon faciliteiten voor diverse deelnemende kerkgenootschappen (waaronder<br />
het onze) regelt. De besprekingen en financiële bijdragen van alle betrokken kerken daaruit volgend<br />
moeten leiden tot het wegnemen van de acute bedreiging van het voortbestaan van deze stichting. De<br />
directe dreiging lijkt afgewend.
financiën en beheer 13<br />
Een afvaardiging van deputaten F&B heeft contact onderhouden met het landelijke deputaatschap art.<br />
11 KO.<br />
Eveneens hebben twee afgevaardigden van deputaten F&B zitting gehad in de raad van toezicht van<br />
het administratief steunpunt (in ontwikkeling), dat primair door deputaten GSP aangestuurd werd.<br />
5.2.5 STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID<br />
Uitvoering van de taken inzake dit onderdeel heeft de afgelopen periode prioriteit gehad. Door de<br />
personeelsdeskundige heeft een inventarisatie van de bestaande arbeidsvoorwaarden van personeel<br />
in dienst van deputaatschappen plaatsgevonden. In bijlage I is het volledige “Rapport stroomlijnen<br />
personeelsbeleid” opgenomen.<br />
In dit rapport heeft verantwoording naar de in de synodeopdracht genoemde aandachtspunten plaats<br />
gevonden, met name:<br />
- Uniformiteit van de arbeidsvoorwaarden;<br />
- Duidelijke functiebeschrijvingen met een daaraan gekoppelde loonschaal;<br />
- Specifiek gevraagde bepalingen in de arbeidsovereenkomst, zoals geschillencommissie;<br />
- De wenselijkheid van een centraal verzorgde loonadministratie;<br />
- Vastlegging in arbeidsovereenkomst wie als werkgever optreedt;<br />
- Het onpartijdig en onafhankelijk handelen van deputaten;<br />
- Het formuleren van richtlijnen.<br />
De verrichte inventarisatie van de bestaande situatie heeft als uitkomst dat de meeste van de<br />
hierboven genoemde zaken naar behoren zijn ingevuld en dat geen ingrijpende wijzigingen nodig zijn<br />
om te voldoen aan de door eerdere synoden geformuleerde vereisten. In hoofdstuk 4 van genoemd<br />
rapport worden richtlijnen voorgesteld om een aantal zaken expliciet te regelen.<br />
5.2.6 FINANCIËLE COMMISSIE SYNODE<br />
5.2.6.1 Openstaande opdrachten vorige generale synode<br />
In paragraaf 6.2. is ten aanzien van het beleid inzake reserves inhoudelijk een richtlijn aangegeven. In<br />
hoofdstuk 6 van dit rapport stellen wij u enkele wijzigingen in de “Huishoudelijke regeling voor<br />
generale synoden” op dit punt voor.<br />
Ten aanzien van het geven van richtlijnen voor het zelfstandig administreren en de<br />
accountantscontrole van de verantwoordingen van deputaatschappen zijn deputaten F&B van oordeel<br />
dat (nieuwe) richtlijnen geen waarde toevoegen. In paragraaf 6.3.3 en 6.3.4 is de motivering voor dit<br />
oordeel weergegeven en stellen deputaten F&B voor om deze opdracht te laten vervallen.<br />
Dat zelfde geldt ook voor het geven van regels voor functiescheidingen binnen deputaatschappen.<br />
Motivering en voorstel om deze opdracht te laten vervallen treft u in paragraaf 6.3.4. aan.<br />
Aan de opdracht om het personeelsbeleid te stroomlijnen hebben we zoals aangegeven in paragraaf<br />
5.2.5, uitvoering gegeven en doet F&B voorstellen voor besluitvorming in paragraaf 6.1.2.<br />
5.2.6.2 Aanbevelingen financiële commissie synode<br />
Deputaten F&B hebben de aanbevelingen van de financiële commissie opgevolgd.<br />
Deputaten maken in hun overleg met de deputaatschappen gebruik van hun bevoegdheden om indien<br />
nodig aanwijzingen te geven. Dit komt met name aan de orde bij het advies inzake de ingediende<br />
begrotingen voor de komende synode periode. Dan moet er in een aantal gevallen op gewezen<br />
worden dat de maximaal toegestane verhoging van quotumbedragen niet meer mag bedragen dan het<br />
percentage van de (geschatte) inflatie. In een enkel geval hebben deputaten geen goedkeuring<br />
verleend aan (veel) hoger uitvallende kosten dan de oorspronkelijk goedgekeurde begroting en terug<br />
verwezen naar besluitvorming door de komende synode.<br />
In een ander geval hebben deputaten een aanwijzing gegeven om freelance werkzaamheden om te<br />
zetten naar werkzaamheden in dienstverband bij het betreffende deputaatschap.<br />
De jaarverslagen van de deputaatschappen, over de jaren 2005 en 2006 zijn volledig beschikbaar<br />
voor inzage door de financiële commissie. Op dit moment worden de jaarrekeningen 2007 opgemaakt.<br />
F&B hebben er bij de deputaatschappen op geattendeerd dat de verslagen over 2007 zo spoedig<br />
mogelijk beschikbaar moeten zijn, bij voorkeur ruim binnen de gestelde termijn van zes maanden na<br />
afloop van het boekjaar 2007.<br />
De controleverslagen van door F&B gecontroleerde deputaatschappen onder vermelding van verrichte<br />
werkzaamheden, zijn beschikbaar voor inzage door de financiële commissie.<br />
De controles hebben overeenkomstig de aanbeveling door twee personen plaatsgevonden.
financiën en beheer 14<br />
Deputaten F&B en ASE hebben een start gemaakt om integraal inzicht en controle van de projecten te<br />
realiseren. Dit proces is nog niet afgerond en blijft een aandachtspunt voor deputaten.<br />
5.3 Reserves<br />
Deputaten hebben deze periode voor het eerst voor de meeste zelfadministrerende<br />
deputaatschappen vastgesteld hoe hoog hun toegestane reserves en voorzieningen mogen zijn.<br />
Tevens is een begin gemaakt met de inventarisatie van de algemene risico’s die zich bij de<br />
deputaatschappen zouden kunnen voordoen en de kwantificering daarvan.<br />
Omdat dit nog vrij onontgonnen gebied betreft en ervaringscijfers ontbreken blijft het nu nog bij een<br />
eerste aanzet. Naarmate duidelijker wordt welke risico’s spelen en met behulp van ervaringscijfers<br />
eerdere inschattingen met de werkelijkheid vergeleken kunnen worden, zal ook de omvang van de<br />
benodigde (centrale) algemene reserve in de toekomst nauwkeuriger bepaald kunnen worden.<br />
Ook is een eerste inschatting gemaakt van de benodigde omvang van de reserve van de quaestor om<br />
op dit moment te kunnen voorzien in schommelingen in de uitgaven. Om de continuïteit te waarborgen<br />
is geraamd dat de omvang van de centrale algemene reserve voor dit doel €500.000,-- zou moeten<br />
zijn. Daarboven is een eerste globale inschatting gemaakt hoeveel nodig is om de algemene risico’s<br />
van alle deputaatschappen bij elkaar te kunnen dekken. Voor dit doel is voorlopig een centrale<br />
algemene reserve van €250.000,-- geraamd.<br />
In de afgelopen jaren zijn er in beperkte mate uitgaven geweest die niet vooraf voorzien waren, ten<br />
laste van de centrale algemene reserve.<br />
De reserves bij de quaestor zijn in de afgelopen periode tevens belast door besluiten van de vorige<br />
synode om aanzienlijke bedragen uit deze reserve t.b.v. onder andere de ThUK te onttrekken.<br />
De huidige stand van de centrale reserves samen met de bij de quaestor ondergebrachte liquiditeiten<br />
van andere deputaatschappen, maakt ongestoorde uitvoering van taken mogelijk. De stand van de<br />
centrale reserves, gecorrigeerd voor nog mogelijke reguliere uitgaven van de niet zelfadministrerende<br />
deputaatschappen, was eind 2007 ca. €435.000,--<br />
Dit betekent dat in komende jaren verdere aanvulling van de centrale reserve noodzakelijk blijft.<br />
6.CONCEPTBESLUITEN<br />
6.1 Conceptbesluiten specifieke onderwerpen<br />
In de paragrafen onder6.1 behandelen wij enkele specifieke onderwerpen, waarvoor na motivering<br />
een besluit wordt voorgesteld.<br />
6.1.1 QUOTUMDRUK<br />
In een afzonderlijke notitie doen wij u de voorlopige quotumlijst lijst voor de jaren 2009 tot en met 2011<br />
toekomen. Daarin zijn ook onze adviezen opgenomen met betrekking tot de budgetten voor de<br />
afzonderlijke deputaatschappen. In aansluiting daarop willen wij u nog op het volgende wijzen.<br />
Wij achten één van onze belangrijkste taken de zorg voor een verantwoord quotum. In de<br />
voorschriften over het financiële beleid (Zie Huishoudelijk regeling voor generale synoden) is hier<br />
uitdrukkelijk aandacht voor gevraagd. Ook vanwege allerlei signalen die ons vanuit de kerken<br />
bereiken, waarin kerken soms aangeven dat de grenzen van wat ze kunnen afdragen zijn bereikt, is<br />
het noodzakelijk de kosten zo goed mogelijk te bewaken. Als het kan dient aan de regelmatige<br />
quotumstijging een halt te worden toegeroepen. Onze insteek voor de jaren 2009 tot en met 2011 is<br />
zelfs geweest dat de diverse deputaatschappen met minder middelen toch hun taken op verantwoorde<br />
wijze kunnen vervullen. Daarvoor is uiteraard de medewerking van deze deputaten nodig.<br />
Wij lopen er echter ook regelmatig tegenaan dat er een toenemende druk is bij de kerken vanwege<br />
uitgaven die buiten het centrale quotum om gaan. Dat staat haaks op ons bovengenoemde streven<br />
om de lasten voor de kerken te beheersen en waar mogelijk te verlagen. Soms wordt op landelijk<br />
niveau (generale synode) medewerking verleend voor het opstarten van bijvoorbeeld<br />
evangelisatieprojecten. Wanneer dat werk vruchten draagt kan een nieuwe gemeente ontstaan. Maar<br />
veelal zal zo'n gemeente zich financieel niet zelf kunnen bedruipen en wordt als hulpbehoevende kerk<br />
steun van de zusterkerken gevraagd met als gevolg een (latent) toenemende lastendruk.
financiën en beheer 15<br />
Ook komt het voor dat plaatselijke (leden van) kerken acties opstarten voor een bepaald project. Dat is<br />
op zichzelf een te waarderen initiatief en het betekent ook een grotere betrokkenheid bij de basis.<br />
Maar het kan ook tot gevolg hebben dat de lasten voor de kerken weer toenemen, soms zonder dat ze<br />
daar zelf invloed op hebben.<br />
Zo gebeurt het met enige regelmaat dat het streven naar een verantwoord landelijk quotum doorkruist<br />
wordt door lokale lastenstijging. Wij hebben de indruk dat dit aspect bij het starten van activiteiten niet<br />
altijd voldoende aandacht krijgt. Veelal ligt het voor de kerken ook moeilijk om tegen op zichzelf<br />
prachtige initiatieven nee te zeggen.<br />
Wij leggen dit punt van zorg aan u voor zodat het centraal aandacht krijgt. Wellicht dat bij het<br />
aanbieden aan de kerken van de nieuwe quotumlijst door ons deputaatschap namens de synode<br />
hiervoor aandacht kan worden gevraagd.<br />
Wij stellen u daarom voor hierover het volgende besluit te nemen:<br />
Besluit:<br />
het deputaatschap F&B te verzoeken de kerken er jaarlijks bij het aanbieden van de quotumlijst<br />
op te wijzen dat:<br />
1. Middelen, die door lokale kerken beschikbaar worden gesteld voor activiteiten op lokaal of<br />
regionaal niveau, los staan van hun bijdragen aan de landelijke quota en daarop niet in<br />
mindering kunnen worden gebracht;<br />
2. Aanspraak op landelijke middelen voor activiteiten op lokaal of regionaal niveau slechts mogelijk<br />
is nadat daartoe is besloten door de generale synode, die om de drie jaar bijeenkomt. Hierover<br />
dient vooraf advies te worden gevraagd aan deputaten F&B;<br />
3. Bij de voorbereiding van nieuwe lokale activiteiten lokale kerken of meerdere vergaderingen<br />
geen verplichtingen dienen aan te gaan of verwachtingen te wekken, die (voor een deel)<br />
afhankelijk zijn van landelijke bijdragen die nog niet door de generale synode beschikbaar zijn<br />
gesteld. Voorkomen moet worden dat de eerstvolgende generale synode daarover niet meer in<br />
eigen verantwoordelijkheid en morele vrijheid een beslissing kan nemen.<br />
6.1.2 STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID<br />
In het rapport “Stroomlijnen personeelsbeleid” van deputaten F&B is onder 1 verslag gedaan van de<br />
bevindingen van hun onderzoek naar de bestaande en gewenste situatie op het punt van stroomlijning<br />
van het personeelsbeleid voor deputaatschappen die personeel in dienst hebben (zie de omschrijving<br />
van deze opdracht in paragraaf 3.3.1). Op grond van de bevindingen hebben zij in hoofdstuk 4 van<br />
genoemd rapport de volgende richtlijnen voorgesteld:<br />
Voorgestelde richtlijnen (uit “Rapport Stroomlijnen personeelsbeleid”)<br />
Op grond van het bovenstaande stellen deputaten F&B de volgende richtlijnen voor:<br />
1. De deputaatschappen die voor het in loondienst zijnde personeel de CAO Welzijn &<br />
Maatschappelijke Dienstverlening toepassen, stemmen onderling de salariëring af van de<br />
hoogste leidinggevenden. Dit vanwege het feit dat de werknemers binnen de instellingen<br />
hiertoe niet bevoegd zijn.<br />
2. Vanwege het belang van uniformering van de arbeidsvoorwaarden zullen het ADC en de ThUK<br />
in de verdere ontwikkeling van het arbeidsvoorwaardenbeleid zich binnen de financiële kaders<br />
zo veel mogelijk richten op de CAO van VSNU. Beide instellingen informeren elkaar over<br />
voorgenomen verandering op het gebied van de arbeidsvoorwaarden.<br />
3. In de rapportage naar de synode zullen de deputaatschappen een overzicht geven van de<br />
personeelsformatie, waarbij in ieder geval wordt aangegeven welke functies er zijn en het aantal<br />
fte’s per functie.<br />
4. Wanneer een deputaatschap besluit om voor het eerst een werknemer in loondienst te<br />
benoemen, dient voor de toepassing van de arbeidsvoorwaarden aangesloten te worden bij de<br />
reeds bestaande regelingen van de andere deputaatschappen.<br />
5. Nieuwe of bestaande deputaatschappen die zich als instelling gaan vestigen in het Gbouw en<br />
zelf de loon- en personeelsadministratie uitvoeren, zullen zich aansluiten bij hetzelfde<br />
administratieve verwerkingssysteem dat aldaar wordt gebruikt.
financiën en beheer 16<br />
6. In elke instelling waarin geen directeursfunctie aanwezig is zal jaarlijks – en tussentijds als zich<br />
een wijziging voordoet - worden gepubliceerd welke functionaris belast is met het<br />
personeelsbeleid en als zodanig de werkgever vertegenwoordigt.<br />
7. Deputaatschappen zien er op toe dat geen deputaat in een situatie geraakt waarin hij<br />
beslissingen moet nemen die de schijn oproepen van partijdigheid en/of verstrengeling van<br />
belangen.<br />
8. Deputaatschappen die afwijken van de door deputaten F&B uitgebrachte adviezen, zullen dit in<br />
hun rapport aan de volgende synode verantwoorden.<br />
Deputaten stellen voor om naar aanleiding van het uitgebrachte rapport “Stroomlijnen<br />
personeelsbeleid” te besluiten:<br />
Besluit:<br />
a. deputaten hebben met het uitbrengen van hun rapport “Stroomlijnen personeelsbeleid” aan de<br />
door de synode gestelde opdrachten op dit terrein hebben voldaan en dat deze opdrachten<br />
hiermee afgerond zijn;<br />
b. de volgende richtlijnen goed te keuren:<br />
(volgen in definitieve besluittekst de bovengenoemde richtlijnen)<br />
6.2 Conceptbesluit doorlopende taken deputaten F&B<br />
In de Huishoudelijke regeling voor generale synoden is in bijlage 3 par. 3 vastgelegd de “Instructie<br />
deputaten financiën en beheer”. In de hierna volgende paragraaf 6.3 wordt een aantal voorstellen<br />
gedaan voor wijziging van deze instructie. Deputaten F&B stellen voor deze aangepaste instructie vast<br />
te stellen als taakopdracht voor deputaten F&B voor de periode tot de volgende synode.<br />
Deputaten stellen voor:<br />
Besluit:<br />
de nieuw te benoemen deputaten financiën en beheer op te dragen hun werkzaamheden te<br />
verrichten conform de Huishoudelijke regeling voor generale synoden, bijlage 3 en daarbij te<br />
handelen overeenkomstig de “Instructie deputaten financiën en beheer” zoals opgenomen in<br />
onderdeel 3 van deze bijlage.<br />
Volledigheidshalve is in bijlage IV de nieuw voorgestelde tekst na doorvoering van alle voorgestelde<br />
wijzigingen opgenomen. Daarbij stellen deputaten F&B voor om de doorlopende deelopdrachten die<br />
nog niet in de instructie waren opgenomen (na aanvaarding van de wijzigingsvoorstellen zijn dit bijlage<br />
3 Huishoudelijke regeling punten b-e) aan de Instructie deputaten financiën en beheer toe te voegen.<br />
6.3 Conceptbesluiten tekstaanpassing HR voor generale synoden<br />
In deze paragraaf doen we een aantal wijzigingsvoorstellen ten opzichte van de bestaande tekst van<br />
de Huishoudelijke regeling.<br />
6.3.1 VERREKENING TE HOOG GEHEVEN BEDRAGEN ALS GEVOLG VAN PIRAMIDALE OPBOUW QUOTA (bijlage 3<br />
par. 3.1)<br />
In de huidige taakopdracht wordt aan deputaten F&B in artikel 187 besluit 1, lid 2.a.1 de opdracht<br />
gegeven om te hoge heffing van bedragen voor deputaatschappen met piramidale opbouw van quota<br />
achteraf te compenseren voor die plaatselijk te hoge heffing.<br />
Op dit moment betreft dit alleen het deputaatschap ASE, waarbij ook plaatselijke kerken, classes en<br />
particuliere synoden al bijdragen in de bekostiging van specifieke trajecten in hun ressort.<br />
Een bijdrage daarbovenop doormiddel van het landelijk geheven quotum wordt niet gewenst geacht<br />
en daarom wordt vrijstelling van landelijke heffing verleend voor projecten in het eigen ressort<br />
waaraan al langs andere kerkelijke weg wordt bijgedragen.<br />
Deputaten F&B hebben echter al een aantal jaren de praktijk om niet pas achteraf de teveel betaalde<br />
quota bedragen terug te betalen of te verrekenen, maar te hoge heffing te voorkomen door deze
financiën en beheer 17<br />
bedragen indien en voor zover van toepassing niet te heffen, doch jaarlijks direct te verrekenen met<br />
het landelijke quotum. Hierdoor is verrekening of terugbetaling achteraf niet meer nodig.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden, bijlage 3, par. 3.1 als volgt vast<br />
te stellen:<br />
het innen van alle kerken van het door de synode, op voorstel van deputaten F&B vastgestelde,<br />
totaal quotum per ziel. Hierbij zal, na overleg met de deputaatschappen met piramidale opbouw<br />
van quota, vooraf bij het opleggen van de quota verrekening van plaatselijk te hoog geheven<br />
quotabedragen plaatsvinden, om te voorkomen dat er te hoge quota geheven worden die<br />
achteraf weer terugbetaald of verrekend moeten worden.<br />
6.3.2 EGALISATIE QUOTA (bijlage 3 par. 3.2)<br />
Artikel 187 besluit 1, lid 2.a.2 draagt deputaten F&B op om schommelingen in de jaarlijkse<br />
quotumhoogte zoveel mogelijk te beperken door tijdelijk een hoger of juist lager quotum te heffen dan<br />
op dat moment nodig is voor de bekostiging van de deputaatschappen. Eventueel is F&B gemachtigd<br />
om een kortstondige egalisatiereserve aan te houden. Daarna is de zinsnede toegevoegd dat<br />
deputaten de volgende synode moeten dienen met een voorstel op dit punt.<br />
In de praktijk gebruikt F&B het al dan niet tijdelijk inzetten van de reserve bij de quaestor als<br />
egalisatiemiddel. Verdere machtiging voor ons handelen in deze is voor F&B niet nodig of gewenst, de<br />
huidige machtiging volstaat om het effect van egalisatie te bereiken. In het verfijnde beleid inzake<br />
reserves als verwoord in 4.3 en 5.3 is dit punt al geregeld.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
in bijlage 3, par. 3.2 van de HR voor generale synoden de zinsnede: “Deputaten dienen de<br />
komende synode met voorstellen te dienen op dit punt” laten vervallen.<br />
6.3.3 CRITERIA VOOR HET VOEREN VAN EEN EIGEN ADMINISTRATIE (bijlage 3 par. 3.5.a)<br />
In de Acta van de GS Amersfoort-C 2005, Hoofdstuk 15, artikel 187, besluit 1, wordt in lid 2.a.5.a. aan<br />
deputaten F&B de opdracht gegeven om de criteria voor het voeren van een eigen administratie<br />
verder uit te werken, vast te leggen en per deputaatschap vast te stellen of hieraan wordt voldaan.<br />
Deze bepaling vindt zijn oorsprong in het besluit van de GS Leusden 1999, toen er belangrijke<br />
wijzigingen in gang gezet zijn op het gebied van met name de financiën van de deputaatschappen van<br />
onze kerken.<br />
Het vastleggen van criteria voor de beantwoording van de vraag welke deputaatschappen een eigen<br />
administratie mogen voeren is in een aantal opzichten vrij arbitrair. Welke normen moeten hiervoor<br />
worden aangelegd? We kunnen denken aan deputaatschappen die personeel in dienst hebben. Ook<br />
zou de omvang van het budget een rol kunnen spelen.<br />
Tot dusver hebben wij nog geen uitvoering gegeven aan deze opdracht. Naast het feit dat het niet zo<br />
eenvoudig is om algemeen geldende objectieve criteria te formuleren, kan worden geconstateerd dat<br />
zich in de praktijk al een splitsing heeft voorgedaan. Dat is dus langs natuurlijke weg tot stand<br />
gekomen.<br />
De volgende deputaatschappen voeren momenteel een eigen administratie:<br />
zending, hulpverlening en training<br />
studiefinanciering naar artikel 19 KO<br />
diaconaal steunpunt<br />
pastorale zorg doven en slechthorenden<br />
aanvullende steunverlening evangelisatie<br />
toerusting evangeliserende gemeente<br />
theologische universiteit<br />
steunpunt gemeenteopbouw<br />
archief en documentatie
financiën en beheer 18<br />
Het gaat voor een deel om deputaatschappen met eigen personeel. Bij Art.19 KO en ASE gelden<br />
anderen overwegingen.<br />
Voor de overige deputaatschappen wordt de administratie centraal door de quaestor gevoerd.<br />
Het deputaatschap buitenlandse betrekkingen voerde aanvankelijk een eigen administratie, maar<br />
enige jaren geleden heeft men aan de quaestor gevraagd de administratie over te nemen.<br />
Nu in feite al duidelijk is hoe de splitsing is en de bestaande situatie geen knelpunten oproept, is het<br />
naar onze mening niet meer zinvol om hiervoor criteria vast te stellen. In de praktijk blijft het mogelijk<br />
over te gaan naar de centrale administratie en mochten er nieuwe deputaatschappen komen dan kan<br />
per geval, met advies van deputaten F&B, worden bekeken hoe de administratie zal worden gevoerd.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de opdracht zoals genoemd in Acta GS Amersfoort-C, hoofdstuk 15, artikel 187, besluit 1, lid<br />
2.a.5.a in te trekken en par. 3.5.a uit bijlage 3 laten vervallen.<br />
6.3.4 RICHTLIJNEN VOOR EXTERNE CONTROLE EN FINANCIËLE VERSLAGLEGGING (bijlage 3 par. 3.5.b)<br />
In artikel 187 besluit 1, is onder lid 2.a.5.b. de opdracht gegeven richtlijnen op te stellen voor externe<br />
accountantscontrole en financiële verslaglegging van de deputaatschappen.<br />
Ook deze opdracht dateert van de GS Leusden 1999. Bij de start van een nieuw beleid op financieel<br />
terrein ligt een dergelijke opdracht voor de hand, maar ook hier ligt de uitvoering niet zo eenvoudig<br />
vanwege de grote diversiteit in aard en omvang van de deputaatschappen. Er kunnen wel algemene<br />
richtlijnen worden opgesteld maar er is geen deputaatschap gelijk. Ook bij dit onderdeel heeft de<br />
praktijk al voor een oplossing gezorgd. Deputaatschappen die zelf de administratie verzorgen (zie de<br />
lijst in de voorgaande paragraaf 6.3.3) hebben ook gezorgd voor controle door een externe accountant<br />
of zijn daar mee bezig. Alleen voor deputaten doven en slechthorenden geldt een afzonderlijke<br />
regeling voor de controle (door de kerk van Zwolle-Zuid), terwijl de controle van het deputaatschap<br />
ASE door de quaestor wordt verzorgd.<br />
Bij de controle kan rekening worden gehouden met het specifieke karakter van het betreffende<br />
deputaatschap. In voorkomende gevallen zullen de contactpersonen van F&B nader aandacht aan de<br />
controle aspecten kunnen geven.<br />
Ook de aandacht voor voldoende functiescheiding vanuit F&B draagt daaraan bij. Hiervoor heeft F&B<br />
een richtlijn vastgesteld, waaraan deputaatschappen zich in overleg met F&B voorzover van<br />
toepassing conformeren (zie bijlage III).<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de opdracht zoals genoemd in Acta GS Amersfoort-C, hoofdstuk 15, artikel 187, besluit 1, lid<br />
2.a.5.b in te trekken en par. 3.5.b uit bijlage 3 laten vervallen<br />
6.3.5 NIEUW VOORGESTELDE REDACTIE BIJLAGE 3 PAR. 3.5: BINDENDE AANWIJZINGEN DOOR F&B<br />
Op grond van de overwegingen genoemd in de voorgaande paragrafen 6.3.3 en 6.3.4 kan de tekst<br />
beperkt worden tot het machtigen van F&B om aanwijzingen aan deputaatschappen te geven voor die<br />
gevallen en situaties waarin dat volgens F&B vereist is.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de nieuwe tekst van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden, bijlage 3 par. 3.5 als<br />
volgt vast te stellen:<br />
indien een goede beheersing van de financiën van afzonderlijke deputaatschappen dit vereist,<br />
kunnen deputaten F&B met oog op deze beheersing bindende aanwijzingen geven aan de<br />
betreffende deputaatschappen ten aanzien van:
financiën en beheer 19<br />
a. de te voeren administratie;<br />
b. richtlijnen voor de financiële verslaggeving en de externe accountantscontrole daarop;<br />
c. vereiste functiescheidingen.<br />
6.3.6 RESERVES EN TOEDELING BELEGGINGSOPBRENGSTEN (bijlage 3 art. 3.8 en 3.9)<br />
In paragraaf 4.3. hebben deputaten F&B hun nader geformuleerde beleid inzake reserves en<br />
voorzieningen uiteengezet. Daarmee hebben deputaten F&B ook voldaan aan de opgedragen taak<br />
om tot vastlegging van het beleggingsbeleid te komen conform artikel 187, besluit 1 lid 2.a.9 van de<br />
GS Amersfoort-Centrum. Na aanvaarding van de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de HR (zie<br />
onderstaande voorstellen) kan F&B zorg dragen voor de communicatie met de overige<br />
deputaatschappen.<br />
In het voorgaande besluit werd ook gerept over het vastleggen van beleid voor het toedelen van de<br />
beleggingsopbrengsten van centraal beheerde reserves bij de quaestor. Echter hierover heeft de<br />
vorige synode naar onze mening zelf al besloten. In de rapportage van F&B aan de vorige synode is<br />
reeds het volgende voorstel gedaan:<br />
9.7 (rapport F&B aan GS Amersfoort-Centrum 2005) Voorstel beleidslijn reserves en toedeling<br />
opbrengst belegging<br />
Deputaten stellen voor om geen vrij beschikbare reserves bij de deputaatschappen toe te staan.<br />
Daarentegen dient bij de quaestor een reserve van voldoende omvang aangehouden te worden<br />
om, ingeval van calamiteiten bij deputaatschappen, aan de financiële verplichtingen te kunnen<br />
voldoen.<br />
Eventueel bestaande of ontstane vrij beschikbare reserves bij de deputaatschappen, dienen<br />
versneld afgebouwd te worden. Deputaten F&B stellen na overleg met deputaatschappen vast<br />
welke bestemmingsreserves, voorzieningen en andere reserveringen zijn toegestaan.<br />
Deputaatschappen dienen de gelden in verband met deze posten risicomijdend te beleggen.<br />
Over toekomstige en nu nog geoormerkte reserves van deputaatschappen in beheer bij de<br />
quaestor, komt geen (deel van de) beleggingsopbrengst aan de betreffende deputaatschappen<br />
toe.<br />
De quaestor zal de gelden onder zijn beheer risicomijdend beleggen, en daarbij rekening<br />
houden met de termijn waarop de gelden beschikbaar moeten (kunnen) zijn.<br />
Eerdere standpunten en besluiten op het punt van reserves en de toedeling van de opbrengst<br />
uit belegging daarvan worden herroepen.<br />
De vorige synode heeft dit voorstel niet afgewezen, doch het in haar besluitvorming ook niet expliciet<br />
genoemd. Wij zijn er van uitgegaan dat het voorstel stilzwijgend is aanvaard en hebben daarnaar<br />
gehandeld voor zover dat in goed overleg met deputaatschappen binnen de synodeperiode mogelijk<br />
was.<br />
Voorts hebben deputaten in paragraaf 4.3. over beleid ter zake van reserves aangegeven dat zij van<br />
oordeel zijn dat deputaatschappen alleen de voor hun exploitatie benodigde bedragen dienen te<br />
ontvangen. Het daaraan toevoegen van beleggingsbaten lijkt deputaten niet gewenst en niet passend<br />
bij de door de synode vastgestelde budgetfinanciering.<br />
Deputaten F&B zijn daarom van oordeel dat aan dit onderdeel van de opdracht al voldaan was en dat<br />
deze deelopdracht dan ook kan vervallen. Onder 6.3.7.3. wordt voorgesteld het niet vergoeden van<br />
rente over bij de quaestor ondergebrachte liquiditeiten vast te leggen in art. 4.1.11 van de HR.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden, bijlage 3 par. 3.9 als volgt vast<br />
te stellen:<br />
uitvoering geven aan het vastgelegde en met de deputaatschappen te communiceren<br />
beleggingsbeleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen.
6.3.7 RESERVES, VOORZIENINGEN EN BELEGGEN LIQUIDITEITEN<br />
financiën en beheer 20<br />
In paragraaf 6.3. hebben deputaten F&B hun nader geformuleerde beleid inzake reserves,<br />
voorzieningen en het beleggen van (overtollige) liquide middelen uiteengezet. Onderstaand volgen<br />
enkele voorstellen voor aanpassing van de “Huishoudelijke regeling voor generale synoden”, bijlage 3<br />
par. 4.1 “Begrotingen en financieel beleid”, die daaruit voortvloeien.<br />
6.3.7.1 Voorstel tot splitsing artikel 4.1.9. bijlage 3 Huishoudelijke regeling: Reserves<br />
Het huidige artikel 4.1.9. is nogal groot en behandelt verschillende zaken. Indien u als synode instemt<br />
met onze nadere formulering van het beleid inzake reserves en voorzieningen is het naar ons oordeel<br />
wenselijk het tweede deel van artikel 4.1.9. te wijzigen en in een afzonderlijk nieuw artikel op te<br />
nemen. Zie ook hierna bij 6.3.7.2. Het eerste deel van het artikel 4.1.9.kan ongewijzigd blijven.<br />
De nummering van de huidige artikelen 4.1.10 en 4.1.11 moet daardoor worden gewijzigd in<br />
respectievelijk 4.1.11 en 4.1.12.<br />
Deputaten stellen voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van artikel 4.1.9 van de HR voor generale synoden als volgt te laten luiden:<br />
zelf administrerende deputaatschappen zijn bevoegd voor bijzondere omstandigheden een<br />
bestemmingsreserve dan wel voorziening aan te leggen. Wanneer uit de jaarrekening van het<br />
deputaatschap blijkt dat de reserve/voorziening uitgaat boven het gestelde maximum, wordt het<br />
meerdere overgedragen aan het deputaatschap F&B. Deputaten F&B kunnen bindende<br />
voorschriften geven of uitspraken doen over de vraag wat onder bestemmingsreserve/<br />
voorziening moet worden verstaan. Zij zijn ook bevoegd aan te geven hoe hoog een<br />
bestemmingsreserve/voorziening mag zijn.<br />
6.3.7.2 Voorstel nieuwe tekst voor invoeging artikel 4.1.10 bijlage 3 HR: Centrale reserves<br />
De tekst van dit nieuwe artikel betreft de gewijzigde en aangevulde tekst van de tweede helft van het<br />
oude artikel 4.1.9, in lijn met de nadere formulering van het beleid reserves en voorzieningen in par.<br />
4.3.<br />
Deputaten stellen voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van artikel 4.1.10 als volgt te laten luiden:<br />
Het deputaatschap F&B stelt tevens vast, welke omvang de centraal aangehouden algemene<br />
reserve (CAR) mag hebben. In deze reserve, die wordt beheerd door dit deputaatschap, worden<br />
ook overschotten aan middelen ten opzichte van hun jaarbegroting van zelf administrerende<br />
deputaatschappen gestort, voorzover deze niet nodig zijn voor aanvulling van hun reserves en<br />
voorzieningen. Deze deputaatschappen beschikken zelf dus niet over een algemene, vrij te<br />
besteden reserve. Met de twee grote zelf administrerende deputaatschappen met specifieke<br />
status (ThUK en Z&H) kunnen hierover afwijkende afspraken worden gemaakt, indien hun<br />
specifieke status dat vereist.<br />
Deputaatschappen die zelf geen administratie voeren, betalen hun uitgaven via de quaestor.<br />
Overschotten en tekorten ten opzichte van hun jaarbegroting komen ten gunste c.q. ten laste<br />
van de algemene middelen van het deputaatschap F&B.<br />
Eens per 3 jaar -conform de begrotingscyclus van de synode- rapporteert F&B aan de synode<br />
over de omvang van de Centrale Algemene Reserve in relatie tot de risico’s en waarborging van<br />
de continuïteit. Zo nodig worden daarbij voorstellen gedaan voor aanpassing van de CAR. F&B<br />
voert jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening een beoordeling van de omvang van de CAR<br />
uit. Wanneer er een overschot bij de centrale algemene reserve ontstaat, dient dit te worden<br />
aangewend voor verlaging van het quotum in volgende jaren.<br />
6.3.7.3 Voorstel tot wijziging van artikel 4.1.10. (oude nummering) bijlage 3 HR (nieuwe nummering<br />
4.1.11): Belegging liquiditeiten<br />
In de bestaande formulering van dit artikel worden reeds richtlijnen gegeven over de risicomijdende<br />
belegging van aangehouden reserves. Bij aanvaarding van de nadere formulering van het beleid
financiën en beheer 21<br />
inzake reserves, voorzieningen en beleggen van (overtollige) liquide middelen in par. 4.3 is<br />
aanpassing van deze tekst nodig om aansluiting tussen beleid en Huishoudelijke regeling te houden.<br />
Deputaten stellen voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van artikel 4.1.11. nieuw als volgt te laten luiden:<br />
deputaatschappen brengen hun liquiditeiten in verband met reserves en voorzieningen onder bij<br />
de quaestor. Deze draagt zorg voor risicomijdende belegging op spaar- en deposito-rekeningen<br />
bij goed bekend staande banken vallend onder het toezicht van DNB en de AFM .Over bij de<br />
quaestor ondergebrachte liquiditeiten wordt geen rente aan de deputaatschappen vergoed.<br />
Deputaten F&B kunnen met ThUK en Z&H hierover afwijkende afspraken maken vanwege hun<br />
specifieke status, waarbij de eis van risicomijdende belegging zal worden gehandhaafd.<br />
6.3.8 SPLITSING BASISVOORZIENINGEN EN ADDITIONELE VOORZIENINGEN BEGROTINGEN<br />
Aan het slot van 4.2 hebben deputaten F&B opgemerkt dat de deputaatschappen hun begrotingen<br />
volgens 1.4 en 4.1.4.b., 4.1.5 en 4.1.6. uit bijlage 3 van de HR dienen te splitsen in aangeboden<br />
basisvoorzieningen en additionele activiteiten.<br />
Deze bepaling betreft slechts één aspect van de beoordeling van de begrotingen en blijkt in de praktijk<br />
nauwelijks of niet uitvoerbaar. Deputaten F&B doen daarom het volgende wijzigingsvoorstel op dit<br />
punt.<br />
Besluit 1:<br />
Besluit 2:<br />
Besluit 3:<br />
Besluit 4:<br />
de tekst van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden bijlage 3 par.1.4 als volgt te<br />
wijzigen:<br />
De tweede zin “Hierbij is voorgeschreven dat de activiteiten en de bekostiging worden<br />
ingedeeld naar aan de kerken aangeboden basisvoorzieningen en additionele activiteiten” te<br />
laten vervallen.<br />
(en om aansluiting in de tekst te houden de daarop volgende zin als volgt te laten luiden) Hierbij<br />
moeten uitbreiding van activiteiten, nieuw beleid en de bekostiging daarvan duidelijk blijken uit<br />
de ingediende begroting en plannen.<br />
artikel 4.1.4.b. uit bijlage 3 van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden te laten<br />
vervallen.<br />
de eerste zin van 4.1.5. van genoemde regeling te bekorten tot:<br />
deputaatschappen dienen regelmatig na te gaan, of dekking van kosten op een andere wijze<br />
kan plaatsvinden dan via quotum.<br />
in de eerste zin van artikel 4.1.6. van genoemde regeling de indeling naar basisvoorzieningen<br />
en overige activiteiten te laten vervallen waardoor deze zin als volgt luidt:<br />
deputaten F&B zijn bevoegd om een doelmatigheidsonderzoek in te stellen dan wel te laten<br />
instellen over de bedrijfsvoering binnen de organisatie waarvoor door de generale synode<br />
deputaten benoemd zijn.<br />
6.3.9 CONTROLE OP HET TOTAALOVERZICHT JAARREKENINGEN ALLE DEPUTAATSCHAPPEN (bijlage 3 par.<br />
3.12)<br />
In art. 187 besluit 1 is in lid 2.a.12. aan deputaten F&B de opdracht gegeven tot “het opstellen van een<br />
totale financiële rapportage van alle deputaatschappen als geheel en deze laten controleren door een<br />
externe accountant ter decharge van deputaten. Deze rapportage wordt zo spoedig mogelijk, maar
financiën en beheer 22<br />
uiterlijk binnen 6 maanden na het kalenderjaar, bij de synode ingediend”.<br />
Onder lid 2.c. is vervolgens de opdracht gegeven met voorstellen te komen om de redactie van bijlage<br />
3 par. 3.12 te wijzigen.<br />
Achtergrond van dit artikel is dat de synode niet alleen de beschikking dient te hebben over de<br />
afzonderlijke rekeningen van de deputaatschappen, maar ook over een betrouwbaar samenvattend<br />
overzicht daarvan. De synode stelt voor een periode van drie jaar de budgetten vast waarover de<br />
deputaatschappen maximaal mogen beschikken. Het ligt voor de hand dat ook informatie wordt<br />
gegeven hoeveel er in werkelijkheid is uitgegeven, dus of de budgetten zijn overschreden of niet en<br />
hoe de reserves zich hebben ontwikkeld.<br />
Volgens de huidige regeling dient het door deputaten F&B opgestelde totaaloverzicht te worden<br />
gecontroleerd door een externe accountant. Ten aanzien van dit laatste aspect is op de GS<br />
Amersfoort-C 2005 discussie ontstaan over de vraag of de hier bedoelde controle wel nodig is. Los<br />
van het kostenaspect speelt hierbij dat bijna alle rekeningen afzonderlijk door een externe accountant<br />
worden gecontroleerd. Voor de deputaatschappen die hun administratie door de quaestor laten<br />
verzorgen geldt dat het rapport hierover ook door een externe accountant wordt gecontroleerd. Wat<br />
voegt de controle van het totaaloverzicht (samenvatting van alle rekeningen) dan nog toe? Het zal niet<br />
de bedoeling zijn dat het werk van de externe accountants wordt overgedaan. Bijkomende vraag is of<br />
een externe accountant een goedkeurende verklaring over deze verantwoording kan afgeven,<br />
aangezien op de jaarverslagen van enkele deputaatschappen geen accountantscontrole wordt<br />
verricht.<br />
Uiteindelijk gaat het er dan alleen om of het overzicht correct is opgesteld. Daarvoor is naar onze<br />
mening geen externe controle nodig. Ons deputaatschap is belast met het samenstellen van dit<br />
overzicht en de financiële commissie van de synode kan dit controleren en beoordelen.<br />
Wat het dechargeren betreft is het extern controleren van het totaaloverzicht ook niet nodig. Dit<br />
geschiedt per deputaatschap reeds op andere wijze.<br />
Deputaten stellen daarom voor:<br />
Besluit:<br />
de tekst van de Huishoudelijke regeling voor generale synoden bijlage 3 par. 3.12 als volgt vast<br />
te stellen:<br />
het opstellen van een totale financiële rapportage van alle deputaatschappen als geheel.<br />
Deze rapportage wordt door deputaten financiën en beheer zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk<br />
binnen zes maanden na het kalenderjaar, bij de synode ingediend en ter beoordeling in handen<br />
van de financiële commissie gesteld.<br />
6.4 Voordracht quaestor en deputaten<br />
Deputaten zullen hun voordracht voor (her)benoeming van de quaestor en de deputaten F&B in een<br />
afzonderlijk schrijven aan de GS doen toekomen.
BIJLAGEN<br />
BIJLAGE I<br />
RAPPORT STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID<br />
Deputaten F&B, april 2007<br />
1.0 STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID.<br />
financiën en beheer 23<br />
1.1 Omschrijving van de opdracht.<br />
In paragraaf 9.5 van het deputaten rapport Financiën en Beheer van de Acta van de Generale Synode<br />
Amersfoort-Centrum 2005 is de opdracht inzake het stroomlijnen van het personeelsbeleid als volgt<br />
omschreven:<br />
“Ten aanzien van de stroomlijning van zaken rond personeel in dienst bij de deputaatschappen<br />
Deputaten Financiën en Beheer op te dragen de volgende synode te dienen met voorstellen en<br />
richtlijnen op personeelsgebied. Hierbij zullen deputaten onderstaande zaken in rekening brengen,<br />
c.q. opnemen in hun voorstellen:<br />
- zoveel mogelijk uniforme arbeidsvoorwaarden voor het personeel dat in dienst is van de<br />
kerken;<br />
- met het oog hierop duidelijke functieomschrijvingen met daaraan gekoppeld een loonschaal;<br />
- deputaten van advies dienen inzake arbeidsrechtelijke aspecten van personeel dat zij namens<br />
de kerken in dienst willen nemen;<br />
- overwegen of een centrale verzorgde loonadministratie wenselijk en haalbaar is, hiervoor<br />
inzicht krijgen in de lopende loonadministraties;<br />
- in elke arbeidsovereenkomst dient vastgelegd te worden dat de partijen zich in geval van een<br />
geschil zullen wenden tot een geschillencommissie, die bindende uitspraken zal doen;<br />
- deze richtlijnen evalueren op bruikbaarheid in de praktijk en zo nodig voorstellen doen voor<br />
verbetering. Dit rapport dient tevoren aan alle betrokken deputaatschappen te zijn voorgelegd;<br />
- in de arbeidsovereenkomsten dient duidelijk te worden verwoord wie als werkgever optreedt<br />
en wie namens deze rechtspersoon optreedt als vertegenwoordiger;<br />
- opnemen in de richtlijnen voor de deputaatschappen dat zij, indien zij afwijken van de door het<br />
deputaatschap Financiën en Beheer uitgebrachte adviezen, dit in hun rapport aan de<br />
volgende synode dienen te verantwoorden”.<br />
Deze opdracht is in 2002 door de GS Zuidhorn gegeven en was bij de aanvang van de Synode<br />
Amersfoort 2005 nog niet uitgevoerd. Naar onze mening is deze opdracht abusievelijk niet in de<br />
besluitvorming van 2005 betrokken.<br />
2.0 INVENTARISATIE VAN DE BESTAANDE ARBEIDSVOORWAARDENREGELINGEN BINNEN DE<br />
DEPUTAATSCHAPPEN.<br />
2.1 Deputaatschappen, verantwoordelijk voor personeel in loondienst.<br />
Van alle deputaatschappen zijn er zes die instellingen met personeel in loondienst besturen.<br />
Het betreft de volgende instellingen:<br />
Diaconaal Steunpunt, Archief- en Documentatiecentrum, Steunpunt Gemeenteopbouw, Toerusting<br />
Evangeliserende Gemeente, ThUK en Zending, Hulpverlening en Training.<br />
Bij deze instellingen is in 2006 onderzocht welke arbeidsvoorwaardenregelingen worden gehanteerd.<br />
In de bijlage is in een overzicht aangegeven op welke wijze de arbeidsvoorwaarden door de<br />
verschillende instellingen schriftelijk zijn vastgelegd.<br />
2.2 Instellingen, gehuisvest in Gbouw in Zwolle.<br />
De volgende instellingen zijn in het Gbouw te Zwolle gehuisvest:<br />
Diaconaal Steunpunt, personeelsformatie: 1 fte<br />
Steunpunt Gemeenteopbouw, personeelsformatie: 5,2 fte<br />
Toerusting Evangeliserende Gemeente, personeelsformatie: 3,7 fte<br />
Zending, Hulpverlening en Training, personeelsformatie: 12,3 fte (excl. buitenland).
financiën en beheer 24<br />
Op eigen initiatief hebben de deputaatschappen van deze instellingen besloten te kiezen voor een<br />
uniforme arbeidsvoorwaardenregeling. Gekozen is om de arbeidsvoorwaarden te volgen van de CAO<br />
Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening.<br />
Het hoofd financiële administratie van DVN zorgt voor de uitvoering van de financiële<br />
arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van ZHT, de administrateur van SGO verzorgt die voor de<br />
werknemers van de andere deputaatschappen.<br />
Deze twee functionarissen hebben regelmatig overleg over de uitvoering van de administratie om er<br />
zeker van te zijn dat de regelingen op uniforme wijze worden toegepast.<br />
Dit noodzakelijke overleg wordt vergemakkelijkt vanwege het feit dat zij in één gebouw werkzaam zijn.<br />
De arbeidsvoorwaarden zijn getoetst aan de door de synode gestelde eisen:<br />
- Uniformiteit van de arbeidsvoorwaarden.<br />
Door de toepassing van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening is door de vier<br />
deputaatschappen een optimale uniformiteit gerealiseerd. De werknemers zijn ook op de hoogte<br />
van de arbeidsvoorwaarden omdat zij allen een beknopte versie van de CAO hebben ontvangen.<br />
Indien daaraan behoefte bestaat, is de complete versie altijd ter inzage aanwezig.<br />
- Duidelijke functiebeschrijvingen met een daaraan gekoppelde loonschaal.<br />
In de arbeidsoverkomst wordt aangegeven welke functiebeschrijving van toepassing is. De<br />
functiebeschrijving is opgenomen in het functieboek dat onderdeel van de CAO is. Ook is in de<br />
arbeidsovereenkomst aangegeven volgens welke salarisschaal de werknemer wordt gesalarieerd.<br />
Deze schalen zijn eveneens opgenomen in beide versies van de CAO.<br />
- Specifiek gevraagde bepalingen in de arbeidsovereenkomst.<br />
Gevraagd is om in de arbeidsovereenkomst aan te geven dat partijen zich in geval van een<br />
geschil zullen wenden tot een geschillencommissie die bindende uitspraken zal doen en dat<br />
duidelijk wordt verwoord wie als werkgever optreedt en wie namens deze rechtspersoon optreedt<br />
als vertegenwoordiger.<br />
Aan de eerste bepaling wordt voldaan. In de arbeidsovereenkomst staat namelijk dat de CAO<br />
geacht wordt met deze arbeidsovereenkomst één geheel te vormen. In de CAO is zowel een<br />
geschillenregeling als een beschrijving van de geschillencommissie opgenomen.<br />
Ook aan de tweede bepaling om duidelijkheid te geven wie werkgever is, wordt voldaan. In het<br />
eerste artikel van de arbeidsovereenkomst wordt aangegeven wie de werkgever is. Verder wordt<br />
de naam vermeld van de persoon die namens de werkgever de arbeidsovereenkomst<br />
ondertekent. Er wordt geen melding gemaakt wie namens deze rechtspersoon optreedt als<br />
vertegenwoordiger.<br />
2.3 Instellingen, gehuisvest in Kampen.<br />
Het Archief- en Documentatiecentrum.<br />
Het Archief- en Documentatiecentrum (ADC) is in een afzonderlijk gebouw gehuisvest, vlak bij het<br />
gebouw van de ThUK. De personeelsformatie is 1.06 fte.<br />
Het ADC voert een zelfstandig arbeidsvoorwaardenbeleid en heeft hierover om die reden geen<br />
structureel overleg met de “Zwolse deputaatschappen” of de ThUK om tot uniformiteit in de regelingen<br />
te komen. Wel bestaat er in de keuze van de arbeidsvoorwaarden een zekere relatie met de CAO van<br />
VSNU. Voor de salariëring en de prijsindexering wordt geheel de salarisregeling van VSNU gevolgd.<br />
Het ADC heeft de meest belangrijke primaire arbeidsvoorwaarden vastgelegd in de<br />
arbeidsovereenkomst. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen in een afzonderlijke<br />
regeling, die mededeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst.<br />
Toetsing aan de door de synode gestelde eisen levert het volgende resultaat op:<br />
- Uniformiteit van de arbeidsvoorwaarden.<br />
Er is uniformiteit in de salariëring gezocht met de Nederlands Universiteiten. Dat geldt ook voor<br />
een deel van de andere arbeidsvoorwaarden.<br />
Daar de werkgever zich niet heeft verplicht de CAO van VSNU te volgen, is er de vrijheid om het<br />
totale pakket arbeidsvoorwaarden beperkt te houden door alleen de belangrijkste voorwaarden<br />
vast te leggen. Er kunnen derhalve gemakkelijk situaties ontstaan waarin over de toepassing van<br />
arbeidsvoorwaarden ad hoc besluiten genomen moeten worden. Zo ontbreekt als voorbeeld bij de<br />
verlofregeling het onderwerp ouderschapsverlof. Dat betekent dat de uniformiteit van de<br />
arbeidsvoorwaarden, getoetst aan het aspect volledigheid ten opzichte van die van andere
organisaties, kan worden vergroot.<br />
financiën en beheer 25<br />
- Duidelijke functiebeschrijvingen met een daaraan gekoppelde loonschaal.<br />
Voor de ene werknemer is een functiebeschrijving gerealiseerd, voor de andere pas in dienst<br />
getreden werknemer nog niet. In de arbeidsovereenkomsten is duidelijk vastgelegd volgens welke<br />
salarisschalen de werknemer wordt gesalarieerd.<br />
- Specifiek gevraagde bepalingen in de arbeidsovereenkomst.<br />
Binnen ADC is een geschillenregeling aanwezig, waar in de arbeidsovereenkomst voor<br />
onbepaalde tijd naar wordt verwezen. In de geschillenregeling wordt aangegeven dat de<br />
uitspraken van de commissie bindend zijn.<br />
In de arbeidsovereenkomst wordt aangegeven wie namens de werkgever ondertekent. Gezien het<br />
feit dat deze organisatie 2 werknemers in loondienst heeft bestaat er daardoor voldoende<br />
duidelijkheid wie als werkgever optreedt. Er wordt niet vermeld wie namens deze rechtspersoon<br />
als vertegenwoordiger optreedt.<br />
De ThUK.<br />
Tenslotte is er de ThUK die uiteraard werknemers in loondienst heeft. De personeelsformatie is ca. 27<br />
fte.<br />
Evenals het ADC voert de ThUK een zelfstandig arbeidsvoorwaardenbeleid, waarbij een duidelijke<br />
aansluiting aanwezig is bij de CAO van VSNU. Zo worden wat betreft de salariëring de schalen van de<br />
VSNU gevolgd en worden de functies gewaardeerd volgens het systeem Universitair Functie Ordenen<br />
(UFO).<br />
Nu er geen CAO aanwezig is, wordt voor de werknemers door middel van de volgende documenten<br />
duidelijkheid gegeven over het gevoerde arbeidsvoorwaardenbeleid:<br />
- het Statuut van de ThUK,<br />
- de “Rechtspositieregeling voor het personeel van de Theologische Universiteit”. In deze regeling<br />
worden o.a. de arbeidsvoorwaarden in hoofdlijnen beschreven zoals die veelal ook in een CAO<br />
worden opgenomen.<br />
- het handboek, waarin de uitwerking van de rechtspositieregeling staat in een groot aantal<br />
uitvoeringsbepalingen. Werknemers hebben het recht om in werktijd dit handboek op het secretariaat<br />
te raadplegen.<br />
- de Emeritaats- en pensioenregeling van de ThUK.<br />
Deze vier documenten zijn van toepassing op de arbeidsovereenkomst.<br />
De toetsing van het pakket arbeidsvoorwaarden aan de door de synode gestelde eisen geeft het<br />
volgende beeld:<br />
- Uniformiteit van de arbeidsvoorwaarden.<br />
Hoewel de ThUK kiest voor een eigen arbeidsvoorwaardenbeleid, benadert het totale<br />
arbeidsvoorwaardenpakket van de ThUK de compleetheid van de CAO van VSNU.<br />
Vanuit de gedachte van een zo groot mogelijke uniformering van de arbeidsvoorwaarden, ligt het<br />
voor de hand om die te realiseren door verder aan te sluiten bij de CAO van VSNU.<br />
- Duidelijke functiebeschrijvingen met een daaraan gekoppelde loonschaal.<br />
In de arbeidsovereenkomst wordt vermeld in welke functie de werknemer wordt benoemd en<br />
volgens welke schaal hij een salaris ontvangt. Voor de functies bestaan er functiebeschrijvingen.<br />
- Specifiek gevraagde bepalingen in de arbeidsovereenkomst<br />
Aan de bepaling wordt voldaan dat verwezen moet worden naar een geschillencommissie die<br />
bindende uitspraken doet. Die verwijzing staat in de rechtspositieregeling die onderdeel uitmaakt<br />
van de arbeidsovereenkomst.<br />
De arbeidsovereenkomsten voor wetenschappelijk onderwijs en voor onderwijs ondersteunend<br />
personeel worden namens de ThUK ondertekend door de president en de secretaris van het<br />
curatorium. De gevraagde duidelijkheid wie de werkgever vertegenwoordigt, is uit deze<br />
ondertekening niet af te leiden.
3.0 OORDEEL VAN DEPUTATEN F&B.<br />
financiën en beheer 26<br />
3.1 Gerealiseerde uniformering van de arbeidsvoorwaarden.<br />
Bij het beoordelen van het resultaat van de uitgevoerde inventarisatie dient in rekening te worden<br />
gebracht dat de vier instellingen die in het Gbouw te Zwolle zijn gehuisvest duidelijk van karakter<br />
verschillen met het ADC en de ThUK. De Zwolse organisaties zijn gericht op dienstverlening terwijl de<br />
ThUK op wetenschappelijk onderwijs is gericht. Het ADC is nauw verbonden met het wetenschappelijk<br />
onderwijs. De betrokken werknemers zullen het wenselijker achten dat instellingen binnen dezelfde<br />
branche hun arbeidsvoorwaarden uniformeren dan dat instellingen uit verschillende branches, maar<br />
die verbonden zijn met hetzelfde kerkverband, daartoe overgaan.<br />
Ook als het laatste de voorkeur zou verdienen, moet rekening worden gehouden met hoge<br />
invoeringskosten. Immers, bij het ineen schuiven van de arbeidsvoorwaarden zullen veelal de<br />
gunstigste voorwaarden maatgevend zijn in het nieuwe arbeidsvoorwaardenpakket. Daarnaast zullen<br />
er meer kosten gemaakt worden voor het in stand houden van het pakket vanwege de noodzakelijk<br />
regelmatige afstemming die de betrokken instellingen onderling moeten plegen.<br />
Daarentegen is het volgen van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening door de Zwolse<br />
deputaatschappen eenvoudig in te voeren en te handhaven omdat het inhoudelijke pakket juist is<br />
toegesneden op het karakter van deze vier instellingen. Hetzelfde geldt voor de ThUK en het ADC met<br />
betrekking tot de CAO van VSNU.<br />
Uit de inventarisatie is gebleken dat de ontwikkeling en het uitvoeren van arbeidsvoorwaardenbeleid<br />
sneller realiseerbaar is wanneer werknemers hierin zelf flink kunnen bijdragen. Wanneer deze taken<br />
met name door de deputaten zelf moeten worden uitgevoerd, dan is dat een grote belasting.<br />
Vanuit verschillende invalshoeken is de samenwerking van de vier Zwolse deputaten dan ook zeer toe<br />
te juichen en is het van belang de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening te blijven<br />
toepassen.<br />
Wel verdient het volgende punt de aandacht:<br />
De juiste vaststelling van de salarisschaal bij de indiensttreding van werknemers wordt gewaarborgd<br />
door de onderlinge afstemming die leidinggevenden van de vier instellingen plegen. Wanneer<br />
deputaten de hoogste leidinggevende binnen een bepaalde instelling benoemen, vindt over de<br />
inschaling geen afstemming plaats met de collega’s van de andere deputaatschappen. Daardoor is er<br />
geen garantie dat de salariëring van de hoogste leidinggevenden op uniforme wijze wordt toegepast.<br />
Het verdient daarom aanbeveling dat de vier deputaatschappen contact met elkaar onderhouden over<br />
de vraag op welke wijze zij de hoogste leidinggevenden hebben ingeschaald en zullen inschalen.<br />
Daarnaast doen deputaten F&B de aanbeveling dat het ADC en de ThUK de arbeidsvoorwaarden op<br />
elkaar afstemmen. Vooral is er voor het ADC winst te behalen omdat reeds geformuleerde<br />
arbeidsvoorwaarden van de ThUK overgenomen kunnen worden.<br />
3.2 De wenselijkheid van een centraal verzorgde loonadministratie.<br />
Voor een efficiënte informatieverwerking is het noodzakelijk dat de loon- en personeelsadministratie<br />
aan elkaar gekoppeld zijn. De Zwolse instellingen, de ADC en de ThUK hebben nu hun eigen<br />
administratieve verwerkingssystemen. Een centraal verzorgde loon- en personeelsadministratie geeft<br />
alleen voordeel als de salarissystemen en de arbeidsvoorwaarden gelijk zijn. Nu dat niet het geval is,<br />
zal een centraal verzorgde loon- en personeelsadministratie veel invoeringsproblematiek met zich<br />
mee brengen terwijl er bij de uitvoering veel afstemmingskosten gemaakt moeten worden. Nu deze<br />
bezwaren op voorhand bekend zijn, is het niet nodig de haalbaarheid daarvan verder te onderzoeken.<br />
3.3 Verwijzing in arbeidsovereenkomst wie als werkgever optreedt.<br />
Deputaten F&B is gevraagd om in rekening te brengen dat in de arbeidsovereenkomst duidelijk wordt<br />
verwoord wie als werkgever optreedt en wie namens deze rechtspersoon optreedt als<br />
vertegenwoordiger.<br />
Deputaten onderschrijven het belang dat de werknemers op de hoogte zijn wie als werkgever optreedt<br />
en wie namens haar optreedt als vertegenwoordiger. Er is vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst<br />
voldoende duidelijkheid geeft wie als werkgever optreedt. Daarin wordt echter niet aangegeven wie<br />
als vertegenwoordiger van de werkgever optreedt. Deputaten zien ook praktische bezwaren tegen het<br />
opnemen van deze bepaling in de arbeidsovereenkomst. Deze overeenkomst is namelijk een<br />
document waarvan de bepalingen een zekere duurzaamheid hebben. De personen die als<br />
vertegenwoordiger van de werkgever optreden kunnen snel wijzigen. Bij elke wijziging daarin zou dan
financiën en beheer 27<br />
de arbeidsovereenkomst aangepast moeten worden. Het is efficiënter om de vertegenwoordiger<br />
namens de werkgever buiten de arbeidsovereenkomst om bekend te maken.<br />
3.4 Het onpartijdig en onafhankelijk handelen van deputaten.<br />
Naast een zorgvuldig personeelsbeleid voor werknemers is het even belangrijk al het mogelijke te<br />
doen om te voorkomen dat deputaten bij het uitoefenen van hun functies ongewild aan de goede<br />
naam van hen zelf of die van het deputaatschap schade berokkenen.<br />
Deze situaties kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer een deputaat direct of indirect over inkoop<br />
van arbeid en materiaal beslissingen neemt waarbij zijn familieleden of daarmee gelijk te stellen<br />
personen financieel belang hebben. De schijn kan dan worden opgeroepen dat de deputaat niet<br />
onpartijdig en onafhankelijk handelt. Doen zich dergelijke situaties voor, dan verdient het aanbeveling<br />
dat er binnen het deputaatschap de mogelijkheid wordt gecreëerd dat een collega-deputaat de<br />
verantwoordelijkheid voor de beslissing overneemt.<br />
4.0 VOORGESTELDE RICHTLIJNEN.<br />
Op grond van het bovenstaande stellen deputaten F&B de volgende richtlijnen voor:<br />
1. De deputaatschappen die voor het in loondienst zijnde personeel de CAO Welzijn &<br />
Maatschappelijke Dienstverlening toepassen, stemmen onderling de salariëring af van de<br />
hoogste leidinggevenden. Dit vanwege het feit dat de werknemers binnen de instellingen<br />
hiertoe niet bevoegd zijn.<br />
2. Vanwege het belang van uniformering van de arbeidsvoorwaarden zullen het ADC en de<br />
ThUK in de verdere ontwikkeling van het arbeidsvoorwaardenbeleid zich binnen de financiële<br />
kaders zo veel mogelijk richten op de CAO van VSNU. Beide instellingen informeren elkaar<br />
over voorgenomen verandering op het gebied van de arbeidsvoorwaarden.<br />
3. In de rapportage naar de synode zullen de deputaatschappen een overzicht geven van de<br />
personeelsformatie, waarbij in ieder geval wordt aangegeven welke functies er zijn en het<br />
aantal fte’s per functie.<br />
4. Wanneer een deputaatschap besluit om voor het eerst een werknemer in loondienst te<br />
benoemen, dient voor de toepassing van de arbeidsvoorwaarden aangesloten te worden bij<br />
de reeds bestaande regelingen van de andere deputaatschappen.<br />
5. Nieuwe of bestaande deputaatschappen die zich als instelling gaan vestigen in het Gbouw en<br />
zelf de loon- en personeelsadministratie uitvoeren, zullen zich aansluiten bij hetzelfde<br />
administratieve verwerkingssysteem dat daar wordt gebruikt.<br />
6. In elke instelling waarin geen directeursfunctie aanwezig is zal jaarlijks - en tussentijds als zich<br />
een wijziging voordoet - worden gepubliceerd welke functionaris belast is met het<br />
personeelsbeleid en als zodanig de werkgever vertegenwoordigt.<br />
7. Deputaatschappen zien er op toe dat geen deputaat in een situatie geraakt waarin hij<br />
beslissingen moet nemen die de schijn oproepen van partijdigheid en/of verstrengeling van<br />
belangen.<br />
8. Deputaatschappen die afwijken van de door deputaten F&B uitgebrachte adviezen, zullen dit<br />
in hun rapport aan de volgende synode verantwoorden.<br />
BIJLAGE BIJ RAPPORT STROOMLIJNEN PERSONEELSBELEID<br />
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de documenten die de verschillende instellingen<br />
gebruiken om hun werknemers te informeren over de voor hen van toepassing zijnde<br />
arbeidsvoorwaarden.<br />
ADC.<br />
Het ADC informeert de werknemer over de arbeidsvoorwaarden met name door middel van een<br />
uitgebreide arbeidsovereenkomst.
financiën en beheer 28<br />
Hierin zijn de volgende voorwaarden opgenomen:<br />
aard van de overeenkomst, proeftijd, opzegging, beëindiging anderszins, arbeidstijd, verplichtingen,<br />
nevenfuncties, geheimhouding, salaris, vakantietoeslag, melding bij ziekte, aanvulling bij ziekte,<br />
geschillenregeling, pensioen, medische keuring.<br />
Daarnaast is er een regeling voor secundaire arbeidsvoorwaarden, waarin de volgende onderwerpen<br />
zijn weergegeven:<br />
vakantieregeling, verlof met behoud van salaris, werktijden, reiskostenvergoeding,<br />
verhuiskostenregeling, tegemoetkoming studiekosten, ziektekostenregeling, uitkering bij overlijden,<br />
procedure bij wijziging.<br />
Tenslotte is er een afzonderlijk document voor de functiebeschrijving.<br />
ThUK.<br />
In de arbeidsovereenkomst worden alleen de meest belangrijke arbeidsvoorwaarden vastgelegd met<br />
verder de vermelding dat de volgende documenten van toepassing zijn:<br />
Het Statuut van de ThUK, de Rechtspositieregeling voor het personeel van de ThUK, de krachtens het<br />
Statuut en/of Rechtspositieregeling geldende uitvoeringsbesluiten (wordt “Handboek<br />
Personeelsbeleid” genoemd) en de Emeritaats- en pensioenregeling van de ThUK.<br />
Het Handboek Personeelsbeleid omvatten de uitvoeringsbesluiten van de onderwerpen die in 22<br />
hoofdstukken opgenomen zijn in de Rechtspositieregeling. De hoofdstukken behandelen de volgende<br />
onderdelen van de arbeidsvoorwaarden:<br />
algemene bepalingen; arbeidsovereenkomst; wijziging in functie en/of positie; bezoldiging;<br />
loopbaanbegeleiding; werk- en rusttijden, toelagen; vakantie, vakantie-uitkering en verlof; deelname<br />
aan het bestuur door de rector; nevenwerkzaamheden; bedrijfsgezondheidszorg en voorzieningen in<br />
verband met ziekte, zwangerschap, bevalling en ouderschap; vergoeding van schade; verhuiskosten,<br />
reis- en verblijfskosten; overige faciliteiten; voorzieningen in verband met studie; andere<br />
werknemersverplichtingen; disciplinaire maatregelen; overige maatregelen; einde van de<br />
arbeidsovereenkomst; wetenschappelijke onderzoekers in tijdelijke dienst; personeelsraad; beroep;<br />
slotbepalingen.<br />
De Zwolse instellingen, gevestigd in het Gbouw.<br />
Evenals de ThUK leggen de Zwolse instellingen in de arbeidsovereenkomsten alleen de meest<br />
belangrijke arbeidsvoorwaarden vast. In een afzonderlijk artikel is aangegeven dat op de<br />
arbeidsovereenkomst de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing is.<br />
In het algemene gedeelte van de CAO worden in 18 hoofdstukken de volgende onderwerpen<br />
beschreven:<br />
algemene bepalingen; de arbeidsovereenkomst; einde van de arbeidsovereenkomst; algemene<br />
verplichtingen van de werkgever; algemene verplichtingen van de werknemer; salariëring;<br />
tegemoetkomingen en toelagen; CAO à la Carte; arbeidsduur en werktijden; verlof en levensloop;<br />
arbeid en zorg; ziekte, arbeidsongeschiktheid en arbeidsomstandigheden; functioneren en<br />
loopbaanbeleid; medezeggenschap en faciliteiten (kader)leden werknemersorganisaties;<br />
reorganisaties/fusies; disciplinaire maatregelen; geschillenregeling; overgangs- en slotbepalingen.<br />
Het tweede deel van de CAO omvat de volgende uitvoeringsregelingen:<br />
algemene salarisbepalingen; salaristabellen; functiematrix; functieboek; toelage onregelmatige diensten;<br />
toelage inconveniënte uren; toeslag onregelmatige uren; vergoeding bereikbaarheidsdienst;<br />
vergoeding kampwerk; inhoudingen wegens voeding en inwoning; wachtgeld; reglement Commissie<br />
van Geschillen; vergoeding telefoonkosten; vervroegde uittreding; vergoeding slaapdienst; reglement<br />
personeelsvertegenwoordiging.<br />
De bijlagen van de CAO omvatten vooral modellen die gebruikt worden bij de toepassing van het<br />
personeelsbeleid. Uitgewerkt zijn: model arbeidsovereenkomst; model wijzigingsovereenkomst; model<br />
aanvulling arbeidsovereenkomst i.v.m. fietsenplan; model beoordelingsformulier en het model<br />
leerarbeidsovereenkomst.
BIJLAGE II<br />
OVERZICHT CONTACTPERSONEN F&B PER DEPUTAATSCHAP<br />
financiën en beheer 29<br />
Verdeling bezoek/contact deputaatschappen over deputaten F&B en controle jaarverslagen<br />
In onderstaande lijst is opgenomen hoe deputaten zijn ingedeeld bij de deputaatschappen. De eerste<br />
contactpersoon naar het deputaatschap toe, is onderstreept. De deputaatschappen is meegedeeld<br />
wie de eerste contactpersoon is. In de laatste kolom staat aangegeven door wie de jaarrekening<br />
gecontroleerd wordt.<br />
Deputaatschap Indeling deputaten Controle jaarrekening<br />
Aanvullende Steunverlening Evangelisatie Smit, Hendriks dep F&B<br />
Studiefinanciering naar art. 19 KO De Vries, Dekens accountant<br />
Toerusting Evangeliserende Gem. Jonker, Hendriks idem<br />
Steunpunt Gemeenteopbouw Hiemstra, Doornbos idem<br />
Archief en Documentatie Hendriks, Jongeneel idem<br />
Zending Hulpverlening en Training Dekens, Smit idem<br />
Diaconaal Steunpunt Hiemstra, Hendriks dep F&B<br />
Pastorale Verzorging Doven & Slechthorenden Hendriks, Jonker GKv Zwolle-Zuid<br />
Betrekkingen Buitenlandse <strong>Kerken</strong> Dekens, Hendriks via accountant quaestor<br />
Theologische Universiteit De Vries, Jongeneel, Jonker accountant<br />
Appèlzaken GS Jongeneel, Post via accountant quaestor<br />
Bededagen Jonker, Smit idem<br />
Bijbelvertaling Doornbos, Hiemstra idem<br />
Diaconale Zaken Hiemstra, Hendriks idem<br />
Dienst en Recht Jonker, Hendriks idem<br />
Eredienst Hendriks, Doornbos idem<br />
Quaestor = intern Jongeneel, De Vries accountant<br />
Militairen Jongeneel, Post via accountant quaestor<br />
GS-Publicaties en Communicatie De Vries, Jonker idem<br />
Huwelijk en Echtscheiding Smit, Doornbos idem<br />
Integratie gehandicapten Jongeneel, Hiemstra idem<br />
Kerkelijke Eenheid Jonker, Doornbos idem<br />
Kerkmuziek incl. steunpunt Smit, Jongeneel idem<br />
Kerkrecht en Kerkorde Hendriks, Post idem<br />
Radio- en TV uitzending Kerkdienst Post, Jonker idem<br />
Relatie Kerk en Overheid Hendriks, Dekens idem<br />
Seksueel misbruik + Meldpunt De Vries, Jongeneel idem<br />
Voorbereiding Eerstvolgende Synode Smit, Dekens idem<br />
M/V in de Kerk Doornbos, Hiemstra idem<br />
Artikel 11 KO Jonker, Dekens idem<br />
Generaal-synodale organisatie Hendriks, Jongeneel idem<br />
Niet deputaatschappen<br />
Steunpunt Kerkelijke Beheerszaken Hendriks, Dekens n.v.t.<br />
Raad van Toezicht Adm. Steunpunt De Vries, Post n.v.t.
BIJLAGE III<br />
financiën en beheer 30<br />
Richtlijn voor vastleggingbevoegdheden tot het aangaan van financiële verplichtingen.<br />
Doelstelling van de richtlijn:<br />
Het stimuleren van een helder financieel beleid waarbij elke deputaatschap voor zover van toepassing<br />
vastlegt wie namens het deputaatschap welke bevoegdheid heeft om financiële verplichtingen aan te<br />
gaan.<br />
1. Eindverantwoordelijke voor het uitvoeren van het financieel beleid.<br />
Er wordt schriftelijk vastgelegd wie namens het deputaatschap verantwoordelijk/bevoegd is voor de<br />
uitvoering van het financieel beheer of onderdelen daarvan (hierna “beheerder” genoemd). Dit kan dus<br />
ook de penningmeester van een deputaatschap zijn. Het financieel beleid in het algemeen is een<br />
verantwoordelijkheid van het deputaatschap als geheel.<br />
De beheerder is verantwoordelijk voor alle betalingen die door het deputaatschap worden uitgevoerd<br />
en bevoegd tot het aangaan van financiële verplichtingen (binnen eventueel aangegeven grenzen).<br />
Deze betalingen c.q. het aangaan van verplichtingen vinden alleen plaats nadat de<br />
beheerder/penningmeester voor akkoord heeft getekend.<br />
Voorbeelden van deze betalingen/besluiten zijn:<br />
betaling van salarissen<br />
inkoop van arbeid op basis van uurtarief of aanneemsom<br />
inkoop van materialen, inventaris en apparatuur<br />
afsluiten van inkoopcontracten<br />
investeringen plegen<br />
structurele overige kosten, huurcontracten<br />
incidentele kosten, zoals extern advies.<br />
2. Delegeren van bevoegdheden.<br />
De beheerder kan uit efficiency overwegingen andere medewerkers schriftelijk de bevoegdheid geven<br />
om financiële verplichtingen aan te gaan of betalingen te doen.<br />
Daarbij wordt omschreven voor welke categorie uitgaven de bevoegdheid wordt verkregen en tot welk<br />
bedrag de bevoegdheid wordt begrensd.<br />
3. Het verstrekken van periodieke overzichten.<br />
Indien punt 2. wordt toegepast, zal periodiek ten behoeve van de beheerder uit de administratie een<br />
overzicht van alle betalingen/besluiten worden opgesteld.<br />
De beheerder bepaald met welke frequentie deze overzichten opgesteld worden.<br />
De beheerder rapporteert periodiek over het geheel van betalingen en verplichtingen aan het<br />
deputaatschap.<br />
4. Jaarlijkse evaluatie<br />
Aan het einde van elk kalenderjaar bespreekt de beheerder met de medewerkers die financiële<br />
bevoegdheden hebben ontvangen zoals bedoeld in 2. de uitvoering van de gedelegeerde<br />
bevoegdheden. Afhankelijk van het gespreksresultaat worden de gemandateerde bevoegdheden<br />
gecontinueerd dan wel aangepast.<br />
Aldus vastgesteld in de vergadering van het deputaatschap F&B d.d. 2 februari 2006.
BIJLAGE IV<br />
Nieuwe voorgestelde redactie doorlopende opdracht aan deputaten F&B<br />
financiën en beheer 31<br />
Indien alle door F&B voorgestelde wijzigingen worden aanvaard zal de redactie van de Instructie<br />
deputaten financiën en beheer - deel 3 van bijlage 3 van de Huishoudelijke regeling voor generale<br />
synoden - de volgende doorlopende opdracht aan deputaten F&B geven:<br />
Deputaten op te dragen hun werkzaamheden te verrichten conform de Huishoudelijke regeling voor<br />
generale synoden, bijlage 3 (Instructie voor het financiële beleid van generale synoden), en te<br />
handelen conform de instructie, opgenomen in onderdeel 3 van deze bijlage:<br />
a.<br />
1. het innen van alle kerken van het door de synode, op voorstel van deputaten F&B, totaal<br />
quotum per ziel. Hierbij zal, na overleg met de deputaatschappen met piramidale opbouw<br />
van quota, vooraf bij het opleggen van de quota verrekening van plaatselijk te hoog<br />
geheven quotabedragen plaatsvinden, om te voorkomen dat er te hoge quota geheven<br />
worden die dan achteraf weer terugbetaald of verrekend moeten worden.<br />
2. teneinde te grote schommelingen van het totale quotumbedrag per ziel te voorkomen zijn<br />
deputaten gemachtigd, na overleg met individuele deputaatschappen, tot een tijdelijk<br />
lagere of hogere heffing te besluiten, dan wel een kortstondige egalisatiereserve aan te<br />
houden;<br />
3. ter financiering van de door de komende synode aan de onderscheiden<br />
deputaatschappen toegekende (maximaal te besteden) budgetten zijn de deputaten<br />
gemachtigd naast de quotaheffing ook aanwezige reserves aan te wenden, zulks in<br />
overleg met het betrokken deputaatschap;<br />
4. het doen van een voordracht aan de generale synode voor de (her)benoeming van de<br />
quaestor;<br />
5. indien een goede beheersing van de financiën van afzonderlijke deputaatschappen dit<br />
vereist, kunnen deputaten F&B met oog op deze beheersing bindende aanwijzingen<br />
geven aan de betreffende deputaatschappen ten aanzien van:<br />
a. de te voeren administratie;<br />
b. richtlijnen voor de financiële verslaggeving en de externe accountantscontrole daarop;<br />
c. vereiste functiescheidingen;<br />
6. klankbord zijn voor de deputaatschappen op financieel en personeel gebied;<br />
7. na overleg met de deputaatschappen beslissen, welk deel van de reserves onder<br />
centraal beheer van de quaestor gebracht zal worden;<br />
8. het voor de deputaatschappen als geheel vastleggen van een richtlijn voor de gewenste<br />
maximale omvang van de totale reserves en deze verder uitwerken per deputaatschap na<br />
overleg met de betreffende deputaatschappen;<br />
9. uitvoering geven aan het vastgelegde en met de deputaatschappen te communiceren<br />
beleggingsbeleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen;<br />
10. het toezicht houden op het functioneren van de centrale administraties al dan niet vallend<br />
onder de quaestor;<br />
11. het bewaken van kosten en ontwikkelingen;<br />
12. het opstellen van een totale financiële rapportage van alle deputaatschappen als geheel.<br />
Deze rapportage wordt door deputaten Financiën en Beheer zo spoedig mogelijk, doch<br />
uiterlijk binnen zes maanden na het kalenderjaar, bij de synode ingediend en ter<br />
beoordeling in handen van de financiële commissie gesteld.<br />
b. de overige taken die voortvloeien uit de regeling voor het financiële beleid van de generale<br />
synode;<br />
c. de taken die voortvloeien uit de opgedragen samenwerking met de financiële synodecommissie<br />
(artikel 12, Huishoudelijke regeling voor generale synoden);<br />
d. voor de aanvang van de eerstvolgende generale synode de begrotingen van de<br />
deputaatschappen te beoordelen en advies daarover aan het begin van de synode aan de<br />
financiële synodecommissie te doen toekomen;<br />
e. van hun arbeid rapport uit te brengen aan de eerstkomende generale synode.
BIJLAGE V<br />
Adresgegevens deputaten<br />
financiën en beheer 32<br />
J. Dekens AA Mr. Calspark 14 6716 EH Ede joh.dekens@planet.nl<br />
E.T. Doornbos Vuurdoorn 22 7742 SW Coevorden etdoornbos@hetnet.nl<br />
J.C.B. Jongeneel Wilhelminapark 71 7316 BS Apeldoorn j.c.b.jongeneel@planet.nl<br />
J.Th. Hendriks Blauwe Camer 12 7608 LS Almelo jthendriks@kpnplanet.nl<br />
S. Hiemstra<br />
secretaris<br />
S. Jonker<br />
notulist<br />
drs. H. Post<br />
voorzitter<br />
H.B. Smit<br />
quaestor GS<br />
E.Th. de Vries RA<br />
penningmeester<br />
Gerststraat 7 3882 GZ Putten Shiemstra@GIBOGroep.nl<br />
Zuiderdwarsvaart 79 9203 HX Drachten jonker39@planet.nl<br />
Vijzelpad 5 8051 KL Hattem hpost@solcon.nl<br />
Postbus 254 3830 AG Leusden smithb@kpnplanet.nl<br />
Stadhouderslaan 102 3761 EN Soest eddydevries@wanadoo.nl