buurtcentrum - Zoc

16
sCHiP
Het sHiP-project
Waarover gaat het ?
SHiP is de afkorting voor ‘Strategisch
Haveninfrastructuurproject’ in Zeebrugge.
Dit project plant ingrijpende infrastructuurwerken
in het oudere havengedeelte
vanaf de visartsluis tot aan het
verbindingsdok:
• de oude visartsluis verdwijnt en wordt
een open vaargeul
• er komt een nieuwe zeesluis meer
landinwaarts net voorbij de oude
Carcoke-site
• de dokken in de oudere achterhaven
worden gedempt en omgevormd tot
nieuwe bedrijventerreinen
• het verkeer van de Kustlaan én de
kusttram worden ondertunneld ter
hoogte van de oude Strausbrug in het
kader van de aanleg van een nieuwe
weg, de nX geheten, waardoor de
verbinding tussen Zeebrugge-Dorp en
Zeebrugge-Stationswijk via de huidige
Kustlaan grondig gewijzigd wordt
• ongeveer ter hoogte van die tunnel
komt gelijkgronds een nieuwe spoorwegbrug
• voor voetgangers en fietsers wordt
een aparte verbinding voorgesteld.
Dit is een project van de afdeling Maritieme
toegang van het Departement
Mobiliteit en Openbare Werken van de
vlaamse overheid.
Stap voor stap …
Op initiatief van de afdeling Maritieme
toegang werd een procedure opgestart
voor de opmaak van de project-Mer*
voor dit project. er werd een kennisgevingsdossier
opgemaakt, een openbaar
onderzoek opgestart en een informatievergadering
in Zeebrugge georganiseerd
(19 september jl.).
uit de communicatie bleek ondermeer
dat men er van uit gaat dat de nieuwe
verkeerstunnel onder de nieuwe getijdenzone
alleen via de venetiëstraat kan
aangelegd worden.
Dit is voor de Stad niet aanvaardbaar
omdat de leefbaarheid van Zeebrugge
Dorp en de Stationswijk erg belangrijk
is. Met europees geld werd immers
geïnvesteerd in de renovatie van het gemeenschapshuis,
in de heraanleg van
het Sint-Donaaspark, in de inrichting
van het oud stationsgebouw tot buurtcentrum
‘d’oude stoasie’.
De Stad vraagt om een alternatief tracé
grondig te onderzoeken: een tunnel
langs de Kustlaan onder de visartsluis,
via het bestaande tramtracé (en dus
niet langs de venetiëstraat). Zo blijven
de venetiëstraat, d’oude stoasie en het
vlot gevrijwaard. Ook De Lijn zal dit
nieuwe tramtracé onderzoeken.
Het College van Burgemeester en Schepenen
heeft - in het kader van het kennisgevingsdossier
– haar bemerkingen
en voorstellen overgemaakt aan de cel
Mer. Ook een groot aantal bewoners
én betrokken diensten dienden in het
kader van het openbaar onderzoek
bezwaren in.
De cel Mer heeft op basis van deze
opmerkingen een aantal richtlijnen
uitgeschreven waarmee rekening moet
gehouden worden bij de opmaak van de
project-Mer. Deze richtlijnen bepalen
aan welke aspecten er in dit project
extra aandacht moet besteed worden.
voorbeeld: de impact op de bewoning,
het tramtracé, … Momenteel vinden
bijkomende onderzoeken en studiewerk
plaats en dit neemt flink wat maanden
in beslag.
eind 2014 zou men graag starten met
de effectieve realisatie van dit project
waarbij eerst de bouwwerken aan de
nieuwe zeesluis (ter hoogte van de oude
Carcoke-site) zouden worden aangevat
vooraleer de werken aan de visartsluis
zouden gebeuren.
Meer info
Het is de bedoeling om de betrokken
bewoners te informeren van zodra nieuwe
stappen in dit project of beslissingen
terzake genomen worden.
De afdeling Maritieme toegang in Oostende
(059 55 42 41) is steeds bereid
meer informatie te geven.
Op www.zeebruggeopen.be kan men niet
alleen informatie vinden over het SHiPproject
maar over alle infrastructuurprojecten
voor de ontsluiting van de haven.
* milieueffectenrapport (Mer):
Vooraleer een project verder kan uitgewerkt
worden, worden ze door onafhankelijke
experten getoetst aan een aantal
effecten en milieuaspecten waarvan de
voor- en de nadelen voor de mens, het
landschap en de omgeving, de mobiliteit,
de lucht, enz. op een rijtje worden gezet
en geëvalueerd. Dit mondt uit in een rapport,
project-MER genoemd. Pas dan kan
een beslissing worden genomen over de
verdere invulling en uitwerking van het
project, waarbij rekening moet worden
gehouden met de opmerkingen en eventuele
alternatieven die in dat rapport
worden geformuleerd.
Om die milieutoetsing te kunnen maken,
moeten voor dat onderzoek door
de Vlaamse overheid richtlijnen worden
opgesteld. Dit gebeurt op basis van het
kennisgevingsdossier.
De indiening van het kennisgevingsdossier
is dus de eerste stap in de procedure
voor de opmaak van deze project-MER. In
dit dossier wordt beschreven welk project
de initiatiefnemer voor ogen heeft en hoe
de gevolgen voor het milieu van het project
zullen worden bestudeerd.
Om die richtlijnen zo juist en zo volledig
mogelijk te kunnen opstellen wordt
elkeen – zowel de bewoners, het maatschappelijke
middenveld als de betrokken
overheden - de kans gegeven zijn
opmerkingen, suggesties en alternatieven
te formuleren over wat er moet worden
onderzocht en hoe. Dit noemt men de
‘terinzagelegging’ van het kennisgevingsdossier.
Deze terinzagelegging is te beschouwen
als een uitnodiging aan alle betrokkenen
om mee te denken over de gewenste inhoud
van het milieueffectrapport en desgevallend
daarover zijn opinie te geven en
voorstellen te doen.