De toekomst van de rechtsbescherming tegen de overheid - Njb
De toekomst van de rechtsbescherming tegen de overheid - Njb
De toekomst van de rechtsbescherming tegen de overheid - Njb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>rechtsbescherming</strong> <strong>tegen</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong><br />
Er blijft behoefte aan een <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele rechtspraak on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n aparte bestuursrechtspraak. Wel zijn er<br />
verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> bestuur en uiteenlopen<strong>de</strong> soorten rechtsverhoudingen die ie<strong>de</strong>r een eigen<br />
procesrechtelijke bena<strong>de</strong>ring vragen. Dit staat in het eindrapport ‘Van toetsing naar geschilbeslechting. <strong>De</strong><br />
<strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>rechtsbescherming</strong> <strong>tegen</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong>’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> VAR-commissie Rechtsbescherming dat tij<strong>de</strong>ns<br />
het congres ‘10 jaar Algemene wet bestuursrecht’ op 11 maart werd aangebo<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ministers <strong>van</strong> Justitie en<br />
<strong>van</strong> Binnenlandse Zaken. Voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie was prof. mr J.E.M. Polak. <strong>De</strong> commissie bestond uit<br />
personen uit <strong>de</strong> kring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschap, <strong>de</strong> bestuursrechtspraak, <strong>de</strong> advocatuur en <strong>de</strong> <strong>overheid</strong>.<br />
<strong>De</strong> argumenten die <strong>de</strong> commissie geeft voor een eigenstandige bestuursrechtspraak zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />
• Het accent in <strong>de</strong> bestuursrechtspraak ligt meer dan in <strong>de</strong> civiele rechtspraak op toetsing en niet op<br />
rechtvaststelling. Hoewel <strong>de</strong>ze <strong>tegen</strong>stelling thans meer en meer wordt gerelativeerd, betekent het feit dat<br />
één <strong>van</strong> <strong>de</strong> partijen (het bestuursorgaan) zelf eenzijdig een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtsbetrekking tot zijn we<strong>de</strong>rpartij<br />
kan vaststellen door daarover een besluit te nemen, in ie<strong>de</strong>r geval wel dat in bestuursrechtelijke geschillen<br />
doorgaans een an<strong>de</strong>re werkwijze en attitu<strong>de</strong> wordt gevraagd. Is <strong>de</strong> bestuursrechter enerzijds primair toetser<br />
<strong>van</strong> door <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> vastgesteld recht en zelf meestal geen rechtvaststeller, an<strong>de</strong>rzijds dient <strong>de</strong><br />
bestuursrechter in verband met <strong>de</strong> ongelijkheidscompensatie juist ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> burger actiever op te<br />
tre<strong>de</strong>n dan in een civiel proces.<br />
• Afweging <strong>van</strong> algemeen belang en <strong>de</strong>elbelangen: het bestuursrechtelijk proces on<strong>de</strong>rscheidt zich <strong>van</strong> het<br />
burgerlijk proces en behoort zich daar<strong>van</strong> ook te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n omdat het nooit alleen maar gaat over <strong>de</strong><br />
belangen <strong>van</strong> eiser en verweer<strong>de</strong>r, maar altijd over het algemeen belang en vaak ook over <strong>de</strong>elbelangen <strong>van</strong><br />
an<strong>de</strong>ren dan eiser.<br />
• <strong>De</strong> cultuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> toegang; het toegankelijkheidsargument. Dit argument heeft historisch een<br />
belangrijke rol gespeeld bij <strong>de</strong> beslissing om geschillen betreffen<strong>de</strong> sociale zekerheid niet aan <strong>de</strong> gewone<br />
rechter over te laten. Daarnaast wordt in dit verband vaak genoemd dat, waar <strong>de</strong> eis dat <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> aan het<br />
recht gebon<strong>de</strong>n is een hoof<strong>de</strong>lement <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtsstaat is, verlangd mag wor<strong>de</strong>n dat in geschillen met<br />
overhe<strong>de</strong>n een gemakkelijke toegang tot <strong>de</strong> rechter bestaat. An<strong>de</strong>re argumenten die genoemd wor<strong>de</strong>n, maar<br />
die bij <strong>de</strong> gedachtevorming binnen <strong>de</strong> commissie min<strong>de</strong>r een rol lijken te hebben gespeeld, zijn <strong>de</strong> noodzaak<br />
tot specialisatie en het staatsrechtelijke argument <strong>van</strong> <strong>de</strong> checks en balances.<br />
Bij dit alles on<strong>de</strong>rkent <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bestuursvormen en soorten rechtsverhouding ie<strong>de</strong>r een<br />
eigen procesrechtelijke bena<strong>de</strong>ring vragen. Om daaraan recht te doen bepleit <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> ontwikkeling naar<br />
een duaal stelsel.<br />
Duaal stelsel<br />
<strong>De</strong> laatste jaren draait <strong>de</strong> discussie om <strong>de</strong> vraag of men <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> het bestre<strong>de</strong>n besluit aan het objectieve<br />
recht, dan wel <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> subjectieve rechten <strong>van</strong> eiser centraal stelt (in <strong>de</strong> Franse dogmatiek resp.<br />
recours objectif of recours subjectif genoemd). <strong>De</strong> commissie on<strong>de</strong>rkent een verschuiving naar <strong>de</strong> gedachte <strong>van</strong><br />
<strong>rechtsbescherming</strong> <strong>van</strong> individuele rechtsposities <strong>van</strong> burgers. Zij schrijft te streven naar ‘the best of both<br />
worlds’.<br />
Vanuit het oogpunt <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> rechter biedt volgens <strong>de</strong> commissie het besluitmo<strong>de</strong>l (dat<br />
historisch gezien meer past bij het meer traditionele recours objectief) grote voor<strong>de</strong>len. Dat laat evenwel onverlet<br />
dat dat besluitmo<strong>de</strong>l als te knellend wordt ervaren. <strong>De</strong> Commissie heeft een aantal belangrijke knelpunten<br />
gesignaleerd, zoals het feit dat niet zel<strong>de</strong>n een bestuursrechtelijke rechtsbetrekking in partjes wordt ver<strong>de</strong>eld,<br />
waaraan zowel voor het bestuur (stroperigheid, soms vele <strong>rechtsbescherming</strong>smomenten achter elkaar) als voor<br />
<strong>de</strong> burger (die daarbij alert moet zijn om die nieuwe <strong>rechtsbescherming</strong>smomenten niet te missen en die gebaat<br />
zou zijn bij het integraal aan <strong>de</strong> rechter kunnen voorleggen <strong>van</strong> het geschil) na<strong>de</strong>len verbon<strong>de</strong>n zijn. Dat in het<br />
huidige bestuursprocesrecht het appellabele besluit altijd <strong>de</strong> ingang moet zijn voor een bestuursrechtelijke<br />
procedure, wordt als een zwak punt en een te knellend systeem gezien. Vanuit ‘the best of two worlds’-gedachte<br />
kiest <strong>de</strong> Commissie daarom voor een gemengd stelsel.<br />
Bij <strong>de</strong> vormgeving <strong>van</strong> dit stelsel on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> het bestuursrecht en het omringen<strong>de</strong><br />
bestuursrecht (zie ka<strong>de</strong>r).<br />
<strong>De</strong> kern <strong>van</strong> het bestuursrecht bestaat uit vier kenmerken:<br />
• Optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het bestuur geschiedt altijd uit een oogpunt <strong>van</strong> algemeen belang;<br />
• Het gaat om eenzijdig vaststellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtspositie <strong>van</strong> <strong>de</strong> burger;<br />
• Het gaat om het uitoefenen <strong>van</strong> een op <strong>de</strong> wet berusten<strong>de</strong> bevoegdheid;<br />
• Het gaat om schriftelijke publiekrechtelijke rechtshan<strong>de</strong>lingen (besluiten).<br />
Naast <strong>de</strong>ze kern is er het omringen<strong>de</strong> bestuursrecht: zo zijn er voorbereidingshan<strong>de</strong>lingen en<br />
uitvoeringshan<strong>de</strong>lingen (versus besluiten), is er naast originair bestuurshan<strong>de</strong>len dat tot <strong>de</strong> kern<br />
behoort connex bestuurshan<strong>de</strong>len (<strong>van</strong> originair bestuurshan<strong>de</strong>len afgeleid, ook wel accessoir<br />
bestuurshan<strong>de</strong>len genoemd). Ook overeenkomsten met overhe<strong>de</strong>n kunnen tot het omringen<strong>de</strong><br />
bestuursrecht wor<strong>de</strong>n gerekend.<br />
NJB 2004, afl. 11, p. 607 12 maart 2004 1
Het besluitmo<strong>de</strong>l zou behou<strong>de</strong>n moeten blijven voor het bestuursrecht dat tot <strong>de</strong> kern behoort, aangevuld met een<br />
aantal specifiek verzoekschriftprocedures voor het omringen<strong>de</strong> bestuursrecht, waarbij <strong>de</strong> bestuursrechter<br />
passen<strong>de</strong> uitspraakbevoegdhe<strong>de</strong>n moet krijgen. Dat zou een begin moeten zijn <strong>van</strong> het op langere termijn te<br />
vervolmaken ‘duaal stelsel’ met enerzijds een bij het recours objectif passend ‘vernietigingsberoep’ en<br />
an<strong>de</strong>rzijds een bij een recours subjectif passend ‘vol beroep’ (waarvoor <strong>de</strong> verzoekschriftprocedure <strong>van</strong> art. 429<br />
Rv mo<strong>de</strong>l kan staan). Bij die verzoekschriftprocedures voor het omringen<strong>de</strong> bestuursrecht kan volgens <strong>de</strong><br />
commissie dan als leidraad dienen dat door het specifiek benoemen <strong>van</strong> een aantal verzoekschriftprocedures <strong>de</strong><br />
veelvuldig in <strong>de</strong> literatuur bepleite bestuursrechtelijke rechtsbetrekking on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> competentie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bestuursrechter gaat vallen zon<strong>de</strong>r dat vooralsnog in <strong>de</strong> wet dit betrekkelijk vage begrip als ver<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> het<br />
besluit-begrip gaat dienen met het niet <strong>de</strong>nkbeeldige gevaar dat <strong>de</strong> bestuursrechter weer jaren bezig is om bij <strong>de</strong><br />
invulling <strong>van</strong> dit begrip <strong>de</strong> nieuwe ont<strong>van</strong>kelijkheidsgrenzen te bepalen. Door invoering <strong>van</strong><br />
verzoekschriftprocedures op het gebied <strong>van</strong> het ‘omringen<strong>de</strong> bestuursrecht’ kunnen <strong>de</strong> knelpunten die het<br />
besluitmo<strong>de</strong>l oplevert volgens <strong>de</strong> commissie in belangrijke mate wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen. Ook wanneer meer<strong>de</strong>re<br />
besluiten in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een publiekrechtelijke rechtsbetrekking achter elkaar wor<strong>de</strong>n genomen zou niet <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
burger verlangd moeten wor<strong>de</strong>n dat steeds opnieuw beroep wordt ingesteld, maar zou het concept <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bestuursrechtelijke rechtsbetrekking kunnen helpen door met een eenvoudig verzoek een integrale procedure<br />
over die rechtsbetrekking mogelijk te maken. Daarbij meent <strong>de</strong> commissie dat <strong>van</strong> het ‘omringen<strong>de</strong><br />
bestuursrecht’ het overeenkomstenrecht vooralsnog niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> competentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursrechter behoeft te<br />
wor<strong>de</strong>n gebracht. Zij heeft niet <strong>de</strong> indruk dat daaraan in <strong>de</strong> praktijk grote behoefte bestaat. Zou dat op termijn<br />
an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n, dan dienen <strong>de</strong> uitspraakbevoegdhe<strong>de</strong>n op dit terrein te wor<strong>de</strong>n aangepast en te wor<strong>de</strong>n geregeld,<br />
naar het voorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> regeling bij <strong>de</strong> burgerlijke rechter.<br />
Voor wat betreft <strong>de</strong> uitspraakbevoegdhe<strong>de</strong>n meent <strong>de</strong> commissie dat bij <strong>de</strong> voor het omringen<strong>de</strong> bestuursrecht<br />
bepleite verzoekschriftprocedures, finale geschillenbeslechting uitgangspunt dient te zijn. Zo zou ten aanzien <strong>van</strong><br />
scha<strong>de</strong>besluiten <strong>van</strong> het mo<strong>de</strong>l <strong>van</strong> het zelfstandig scha<strong>de</strong>besluit moeten wor<strong>de</strong>n afgestapt. Het<br />
vor<strong>de</strong>ringenmo<strong>de</strong>l, gericht op een <strong>de</strong>finitieve uitspraak, ligt bij dit type besluiten meer in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>.<br />
Bij voorbereidings- en uitvoeringshan<strong>de</strong>len ligt het voor <strong>de</strong> hand dat ook verbods- en gebodsacties op<br />
basis <strong>van</strong> een verzoekschriftprocedure mogelijk wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> commissie meent overigens dat ook voor<br />
het vernietigingsberoep geldt dat <strong>de</strong> aandacht om tot een meer <strong>de</strong>finitieve geschillenbeslechting te<br />
komen positief moet wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd. In dat ka<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n aanbevelingen gedaan en<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n genoemd tot uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitspraakbevoegdhe<strong>de</strong>n, ook bij het<br />
vernietigingsberoep.<br />
An<strong>de</strong>re voorstellen<br />
• Wat <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geding in hoger beroep betreft, is <strong>de</strong> commissie <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> uitspraak in<br />
eerste instantie, gelet op <strong>de</strong> efficiency en rechtsvormen<strong>de</strong> taak <strong>van</strong> <strong>de</strong> appèlinstanties, het object <strong>van</strong> geschil is.<br />
<strong>De</strong> commissie meent evenwel dat dat niet noodzakelijkerwijs betekent dat in hoger beroep zon<strong>de</strong>r bijzon<strong>de</strong>re<br />
rechtvaardigingsgrond geen nieuwe gron<strong>de</strong>n of argumenten meer kunnen wor<strong>de</strong>n aangevoerd. Wat betreft<br />
nieuwe bezwaren moet on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen<br />
a. bezwaren ten aanzien <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re splitsbare on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het in eerste aanleg bestre<strong>de</strong>n besluit;<br />
b. nieuwe gron<strong>de</strong>n ten aanzien <strong>van</strong> in eerste aanleg wel bestre<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en<br />
c. nieuwe argumenten ten aanzien <strong>van</strong> in eerste instantie wel aangevoer<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n.<br />
Een beperking als on<strong>de</strong>r a bedoeld werkt wel door in hoger beroep. Het pas in hoger beroep inbrengen <strong>van</strong><br />
nieuwe gron<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>r b bedoeld zou in het financiële bestuursrecht mogelijk moeten zijn, maar in het<br />
or<strong>de</strong>nend bestuursrecht met het oog op een goe<strong>de</strong> procesor<strong>de</strong> en <strong>de</strong> rechtszekerheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> partijen<br />
min<strong>de</strong>r. <strong>De</strong> on<strong>de</strong>r c bedoel<strong>de</strong> argumenten die <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n adstrueren moeten in appèl met het oog op <strong>de</strong><br />
herkansingsfunctie kunnen wor<strong>de</strong>n aangevoerd, waarbij <strong>van</strong>zelfsprekend <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> procesor<strong>de</strong> daaraan<br />
beperkingen kunnen stellen.<br />
Bij een en an<strong>de</strong>r geldt dat beperkingen die door <strong>de</strong> aanleg in hoger beroep zelf wor<strong>de</strong>n aangebracht (bijv. als een<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitspraak c.q. een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het besluit niet wordt bestre<strong>de</strong>n <strong>van</strong>zelfsprekend <strong>de</strong><br />
appèlrechter bin<strong>de</strong>n).<br />
• <strong>De</strong> commissie is voorstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het invoeren <strong>van</strong> inci<strong>de</strong>nteel appèl. Niet alleen is het volgens haar<br />
soms bepaald ongerechtvaardigd, dat een partij die vernietiging <strong>van</strong> een besluit heeft bewerkstelligd op een<br />
bepaal<strong>de</strong> grond en daar<strong>van</strong> dus niet appelleert, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re door hem in eerste aanleg aangevoer<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n niet<br />
meer aan <strong>de</strong> appèlrechter zou mogen voorleggen wanneer <strong>de</strong> verliezen<strong>de</strong> partij appelleert. Bovendien zou een<br />
bijkomend voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het instellen <strong>van</strong> inci<strong>de</strong>nteel appèl kunnen zijn, dat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om tot<br />
schikkingen te komen etc. er door wor<strong>de</strong>n vergroot.<br />
• <strong>De</strong> commissie meent dat <strong>de</strong> <strong>tegen</strong>stelling tussen ex nunc en ex tunc thans veelal te dogmatisch wordt<br />
gebezigd. <strong>De</strong> commissie beveelt een gedifferentieer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring aan en meent dat het niet mogelijk is <strong>de</strong> ex<br />
nunc toetsing over <strong>de</strong> hele linie in te voeren. Ex nunc toetsing is niet problematisch bij gebon<strong>de</strong>n besluiten,<br />
waarbij het materiële recht zodanig is dat gewijzig<strong>de</strong> feiten/omstandighe<strong>de</strong>n invloed kunnen hebben op <strong>de</strong><br />
materiële rechtspositie <strong>van</strong> betrokkenen. Bij besluiten met beoor<strong>de</strong>lings- en beleidsvrijheid moet on<strong>de</strong>rscheid<br />
wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen twee en meer partijengeschillen. Bij twee partijengeschillen is ex nunc toetsing wel<br />
mogelijk, bij drie of meer partijengeschillen is het op zichzelf <strong>de</strong>nkbaar (al dan niet met bestuurlijke lus), maar<br />
kunnen processuele complicaties <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len die eraan verbon<strong>de</strong>n zijn, groter maken dan <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len.<br />
NJB 2004, afl. 11, p. 607 12 maart 2004 2
• Ten aanzien <strong>van</strong> het belanghebben<strong>de</strong>-begrip meent <strong>de</strong> commissie, dat sommige ‘grote’<br />
belanghebben<strong>de</strong>n vooral door <strong>de</strong> leer <strong>van</strong> het ‘afgeleid belang’ ten onrechte geen toegang hebben tot <strong>de</strong><br />
bestuursrechter. Overwogen zou moeten wor<strong>de</strong>n het criterium te wijzigen in een ‘voldoen<strong>de</strong> en rele<strong>van</strong>t<br />
rechtmatig belang’.<br />
Hoewel <strong>de</strong> commissie dus enerzijds voorstan<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> het verruimen <strong>van</strong> het belanghebben<strong>de</strong>-begrip, tenein<strong>de</strong><br />
hen die daadwerkelijk feitelijk wor<strong>de</strong>n getroffen door besluiten <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> bestuursrechter niet te<br />
ontzeggen, is zij er óók voor dat het in het bestuursproces ook daadwerkelijk gaat om <strong>de</strong> materiële belangen <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> procespartijen, zodat een soort <strong>van</strong> Schutznorm-theorie wordt ingevoerd. <strong>De</strong> commissie meent<br />
dat zo’n bena<strong>de</strong>ring beter bij <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een geschil een plaats kan krijgen dan in <strong>de</strong> sfeer<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>kelijkheid. <strong>De</strong> bena<strong>de</strong>ring zou daarom geen betekenis moeten hebben voor <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> het<br />
belanghebben<strong>de</strong>-begrip. Daarvoor voert <strong>de</strong> commissie verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen aan. Zo kan het heel wel zijn dat<br />
een belanghebben<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bezwaren aanvoert, waar<strong>van</strong> er slechts een enkele op basis <strong>van</strong> een te<br />
hanteren relativiteitsleer al om die re<strong>de</strong>n niet zou behoeven te wor<strong>de</strong>n gehonoreerd. Daarnaast zou het reeds in<br />
<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>kelijkheidssfeer beantwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> relativiteitsvragen het gevaar met zich brengen dat <strong>de</strong> nietont<strong>van</strong>kelijk<br />
verklaar<strong>de</strong> appellant alsnog bij <strong>de</strong> gewone rechter een wel ont<strong>van</strong>kelijke vor<strong>de</strong>ring indient.<br />
• Wat <strong>de</strong> gewenste veran<strong>de</strong>ringen in het stelsel <strong>van</strong> <strong>rechtsbescherming</strong> betreft, is <strong>de</strong> commissie het over<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten eens:<br />
– <strong>De</strong> bezwaarschriftenprocedure dient te wor<strong>de</strong>n gehandhaafd, maar wel met <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong>ze<br />
met we<strong>de</strong>rzijds goedvin<strong>de</strong>n over te slaan.<br />
– Rechtspraak in twee feitelijke instanties dient ook in het bestuursrecht uitgangspunt te zijn, met <strong>de</strong><br />
mogelijkheid <strong>van</strong> gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen.<br />
– <strong>De</strong> bestuursrechtspraak in hoogste feitelijke aanleg dient per <strong>de</strong>elgebied <strong>van</strong> het bestuursrecht zoveel<br />
mogelijk bij één rechter te wor<strong>de</strong>n geconcentreerd, behou<strong>de</strong>ns waar <strong>de</strong> rechtseenheid op een <strong>de</strong>elgebied<br />
reeds op an<strong>de</strong>re wijze is verzekerd, zoals in het belastingrecht.<br />
– Er moet enigerlei institutionele rechtseenheidsvoorziening komen, zowel voor het algemeen<br />
bestuursrecht als voor <strong>de</strong> eenheid tussen het bestuursrecht en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rechtsgebie<strong>de</strong>n.<br />
Over <strong>de</strong> wenselijke <strong>toekomst</strong>ige inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursrechtspraak in hoogste instantie wordt binnen <strong>de</strong><br />
commissie verschillend gedacht.<br />
Alternatieve geschillenbeslechting<br />
Voor <strong>de</strong> alternatieve geschillenbeslechting formuleert <strong>de</strong> commissie een vijftal voorstellen:<br />
• In <strong>de</strong> Awb ware expliciet neer te leggen dat <strong>de</strong> termijn voor het beslissen op bezwaar wordt verlengd zolang<br />
een mediation tussen partijen loopt;<br />
• In <strong>de</strong> rolreglementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gerechten ware hetzelf<strong>de</strong> neer te leggen voor <strong>de</strong> fase bij <strong>de</strong> beroepsrechter;<br />
• <strong>De</strong> mogelijkheid bij overeenkomst afstand <strong>van</strong> beroepsrecht te doen ware over het gehele terrein <strong>van</strong> het<br />
beroepsrecht te openen.<br />
• Bij <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gang <strong>van</strong> zaken in <strong>de</strong> bezwaarschriftprocedure zou voorop moeten staan <strong>de</strong> vraag of<br />
in die fase voldoen<strong>de</strong> moeite is gedaan om alsnog tot een gezamenlijke oplossing <strong>van</strong> het conflict te komen.<br />
• On<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n verricht naar manieren waarop partijen bij bestuursrechtelijke besluitvorming en<br />
<strong>rechtsbescherming</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n gestimuleerd hun geschil aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingstafel, eventueel on<strong>de</strong>r<br />
leiding <strong>van</strong> een neutrale procesbegelei<strong>de</strong>r, bij te leggen.<br />
NJB 2004, afl. 11, p. 607 12 maart 2004 3