Oefentoets Diabetische voet Adobe Acrobat bestand (PDF)
Oefentoets Diabetische voet Adobe Acrobat bestand (PDF)
Oefentoets Diabetische voet Adobe Acrobat bestand (PDF)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
1. Wanneer mag de pedicure persoonlijke gegevens van een cliënt met vakgenoten bespreken?<br />
A) Alleen als de cliënt daarin toegestemd heeft.<br />
B) Alleen met collega's uit dezelfde <strong>voet</strong>verzorgingspraktijk.<br />
C) Alleen vanwege een zeer ernstige reden.<br />
2. Waarmee bepaal je of het beschermend gevoel van een <strong>voet</strong> verminderd is?<br />
A) Met een monofilament.<br />
B) Met speldenprikjes.<br />
C) Met een stemvork.<br />
3. Wat is een doel van een statische blauwdruk?<br />
A) Het bepalen van standafwijkingen.<br />
B) Het controleren van het verloop van de lichaamslast door de <strong>voet</strong>.<br />
C) Het onderzoeken van de diepte van een likdoorn.<br />
4. Op een statische blauwdruk zie je dat de laterale zijde smal en donker is afgedrukt.<br />
Waar kan dit op duiden?<br />
A) Op een pes planus.<br />
B) Op een pes valgus.<br />
C) Op een pes varus.<br />
5. Welke adviezen geef je aan een cliënt met diabetes mellitus?<br />
1. Draag goede schoenen die soepel zijn met een stevig contrefort.<br />
2. Ga niet zitten met de benen over elkaar.<br />
3. Droog de <strong>voet</strong>en goed, ook tussen de tenen.<br />
4. Loop niet op blote <strong>voet</strong>en.<br />
5. Maak iedere dag een flinke lange wandeling.<br />
6. Neem dagelijks een lekker warm bad.<br />
A) 1, 2, en 3.<br />
B) 1, 3, en 4.<br />
C) 2, 5, en 6.<br />
6. Op welke wijze kan huidirritatie worden voorkomen?<br />
A) Door de huid dagelijks te wassen met desinfecterende zeep.<br />
B) Door de huid goed te drogen en te behandelen met alcohol 70-80%.<br />
C) Door de huid goed te drogen en huidverzorgingsmiddelen te gebruiken.<br />
7. Wat is het juiste schoenadvies voor een cliënt met diabetes mellitus?<br />
A) Een soepele leren schoen met een goede pasvorm en een leren zool.<br />
B) Een soepele leren schoen met een goede pasvorm en een schokabsorberende zool.<br />
C) Een veterschoen met een goede pasvorm en een leren zool.<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 1
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
8. Welke eis wordt gesteld aan de achterlijn van een schoen voor een cliënt met diabetes<br />
mellitus?<br />
A) De achterlijn moet gelijk lopen met de stand van het hielbeen.<br />
B) De achterlijn moet hoger zijn dan normaal.<br />
C) De achterlijn moet sterk zijn ingenomen om uitslippen van de <strong>voet</strong> te voorkomen.<br />
9. Waarmee kan een nagelwal drukvrij gelegd worden?<br />
A) Met PPT.<br />
B) Met unitule.<br />
C) Met wolvilt.<br />
10. Wat is het juiste materiaal om een likdoorn op de dorsale zijde van de teen drukvrij te leggen?<br />
A) Fixomull.<br />
B) Fleecy web.<br />
C) Optule.<br />
11. Wat is een eis waaraan drukwerende materialen voor cliënten met diabetes mellitus moeten<br />
voldoen?<br />
A) Ze moeten huidvriendelijk zijn.<br />
B) Ze moeten soepel zijn.<br />
C) Ze moeten steun bieden.<br />
12. Wat kan er gemakkelijk ontstaan, als een eetplek onder het kopje van het eerste<br />
midden<strong>voet</strong>sbeen bij een cliënt met diabetes mellitus niet wordt behandeld?<br />
A) Een angiopathisch ulcus.<br />
B) Een ischemisch ulcus.<br />
C) Een neuropathisch ulcus.<br />
13. Waardoor kan een eenzijdige warme <strong>voet</strong> worden veroorzaakt?<br />
A) Door een infectie.<br />
B) Door micro-angiopathie.<br />
C) Door sensibele neuropathie.<br />
14. Wat kan een oorzaak zijn van nagelafwijkingen bij diabetici?<br />
A) Circulatiestoornissen.<br />
B) Een verhoogde insulineproductie.<br />
C) Hypoglykemie.<br />
15. Wat gebeurt er bij afname van myoïnositol in de zenuwcel?<br />
A) Het aantal myofibrillen neemt af.<br />
B) De prikkelgeleiding neemt af.<br />
C) De dikte van de myelineschede neemt af.<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 2
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
16. Wat is een kenmerk van sensibele neuropathie?<br />
A) Verminderling van de tastzin.<br />
B) Vermindering van de werking van de kleine <strong>voet</strong>spieren.<br />
C) Vermindering van de zweetproductie.<br />
17. Welk hormoon veroorzaakt een verhoging van de bloedsuikerspiegel?<br />
A) Glucagon.<br />
B) Insuline.<br />
C) Somatostatine.<br />
18. Wat kan de oorzaak zijn van een pes excavatus bij cliënten met diabetes mellitus?<br />
A) Autonome neuropathie.<br />
B) Motorische neuropathie.<br />
C) Sensibele neuropathie.<br />
19. Wat zijn kenmerkende verschijnselen van een Charcot-<strong>voet</strong>?<br />
1. Aantasting van de botstructuur.<br />
2. Droge huid.<br />
3. Verandering van positiegevoel.<br />
4. Veranderde stand van de gewrichten.<br />
A) 2 en 3.<br />
B) 1, 3 en 4.<br />
C) 2, 3 en 4.<br />
20. Wat kan de oorzaak zijn van overmatige eelt- en likdoornvorming?<br />
A) Een circulatiestoornis en mechanische stress.<br />
B) Mechanische stress en verkeerd schoeisel.<br />
C) Verkeerd schoeisel en een circulatiestoornis.<br />
21. Op welke plaatsen van de huid ontstaan gemakkelijk infecties door micro-organismen?<br />
A) Op droge eeltplekken met dichte kloven.<br />
B) Op slecht doorbloede plaatsen.<br />
C) Op vochtige plaatsen.<br />
22. Waarom moet je bij een diabetescliënt alert zijn op een <strong>voet</strong>schimmelinfectie?<br />
A) Omdat de schimmelinfectie levensbedreigend kan zijn.<br />
B) Omdat de schimmel bloedvaten kan vernauwen.<br />
C) Omdat pathogene micro-organismen dan gemakkelijker de <strong>voet</strong> kunnen infecteren.<br />
23. Wat kunnen gevolgen zijn van macro-angiopathie?<br />
A) Een hartinfarct en aantasting van de tastzin.<br />
B) Een hersenbloeding en aantasting van de zenuwbanen.<br />
C) Een verminderde doorbloeding en claudicatio intermittens.<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 3
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
24. Wat is de oorzaak van een slechtere nierfunctie bij diabetes patiënten?<br />
A) Mediasclerose.<br />
B) Micro-angiopathie<br />
C) Neuropathie.<br />
25. Waar is sprake van bij het ontstaan van micro-angiopathie?<br />
A) Van een stoornis in de zuurstofafgifte van het bloed.<br />
B) Van een tekort aan erytrocyten in het bloed.<br />
C) Van een verhoogde afgiftecapaciteit van zuurstof aan de cellen.<br />
26. Wat is het directe gevolg van het stoppen van de aanmaak van insuline in het lichaam?<br />
A) Er ontstaat een te hoge glucosespiegel in het bloed.<br />
B) Er ontstaat een te lage bloedsuikerspiegel.<br />
C) Er wordt te veel glycogeen opgeslagen in de lever.<br />
27. Bij welk proces speelt insuline een rol?<br />
A) Bij de afbraak van glucose.<br />
B) Bij de omzetting van glycogeen in glucose.<br />
C) Bij de omzetting van glucose in glycogeen.<br />
28. Wat is meestal de oorzaak van nierproblemen bij diabetespatiënten?<br />
A) De overmatige inspanning die de nieren moeten leveren.<br />
B) De slechte doorbloeding van de nieren.<br />
C) Het hoge suikergehalte in de urine.<br />
29. Wat wordt onvolledig verbrand bij keto-acidose?<br />
A) Aminozuren.<br />
B) Glucose.<br />
C) Vetten.<br />
30. Wat gebeurt er in de maag?<br />
A) Giftige stoffen worden verwijderd.<br />
B) De vertering wordt voltooid.<br />
C) Het voedsel wordt tijdelijk opgeslagen.<br />
31. Wat produceren de bètacellen van de eilandjes van Langerhans?<br />
A) Glucagon.<br />
B) Glucose.<br />
C) Insuline.<br />
32. Wat doet insuline?<br />
A) Het beïnvloedt de daling van het bloedsuikergehalte.<br />
B) Het stimuleert de opslag van glucagon in de lever.<br />
C) Het werkt op de celreceptor waardoor deze glycogeen doorlaat.<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 4
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
33. Wat behoort tot de externe secreten van de pancreas/alvleesklier?<br />
A) Alvleeskliersap.<br />
B) Aminozuur.<br />
C) Somatostatine.<br />
34. Wat is anabolisme?<br />
A) Gebruik van voedingsstoffen voor opbouw van de cellen.<br />
B) Verbruik van voedingsstoffen voor energievoorziening van de cellen.<br />
C) Verwijdering van gebruikte voedingsstoffen uit het lichaam.<br />
35. Welk hormoon heeft een anabole werking?<br />
A) Adrenaline.<br />
B) Glucagon.<br />
C) Insuline.<br />
36. Wat is een taak van adrenaline?<br />
A) Het zorgt mede voor omzetting van glycogeen in glucose.<br />
B) Het zorgt mede voor omzetting van glucagon in glycogeen.<br />
C) Het zorgt mede voor omzetting van glucose in glucagon.<br />
37. Wat is het gevolg van beschadiging van de bètacellen bij diabetes mellitus type 1?<br />
A) Onvoldoende gevoeligheid van de receptoren van de celwand.<br />
B) Onvoldoende glucagonproductie.<br />
C) Onvoldoende insulineproductie.<br />
38. Beoordeel de volgende uitspraken.<br />
I Bij diabetes type 2 kan de behandeling bestaan uit orale<br />
medicatie.<br />
II Diabetes type 2 wordt vaak ontdekt door het ontstaan van<br />
langetermijncomplicaties.<br />
A) I en II zijn juist.<br />
B) Alleen I is juist.<br />
C) Alleen II is juist.<br />
39. Waarom is de patiënt met diabetes mellitus type 1 afhankelijk van toediening van insulineinjecties<br />
in plaats van de toediening van tabletten?<br />
A) Omdat de glucagonproductie wordt geremd.<br />
B) Om de bètacellen te activeren.<br />
C) Omdat de spijsvertering de insuline afbreekt.<br />
40. Waarmee wordt een lichte vorm van diabetes mellitus type 2 meestal als eerste behandeld?<br />
A) Met antihistamine.<br />
B) Met een dieet.<br />
C) Met insuline.<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 5
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
Answer Key<br />
K:\Itembank\Examiner\VV-bank\VoetVerz.xam "DiabVoet-110922" Exam ID: 1939<br />
K:\Itembank\Examiner\VV-bank\VoetVerz\VH100000.TKY<br />
The answer key lists the item number, then item difficulty, then the correct answer. For multiple-choice items,<br />
this is followed by the points required for mastery, and, if there is more than one correct response, a list of<br />
points for each alternative. Other item types show the answer. The item identifier is listed below the item<br />
number. The Total Points is the number of possible points in the test. The Number of points required for<br />
mastery is the points required to pass the exam.<br />
Number Difficulty Answer<br />
1: 0.50 A<br />
(100.1.1.1.2.1.5)<br />
2: 0.50 A<br />
(100.1.1.2.6.1.1)<br />
3: 0.91 A<br />
(100.1.1.4.2.1.2)<br />
4: 0.50 C<br />
(100.1.1.4.2.3.10)<br />
5: 0.50 B<br />
(100.1.1.5.1.1.10)<br />
6: 0.50 C<br />
(100.1.1.5.2.2.5)<br />
7: 0.50 B<br />
(100.1.1.5.3.1.5)<br />
8: 0.89 A<br />
(100.1.1.5.3.3.3)<br />
9: 0.65 B<br />
(100.1.1.6.2.1.3)<br />
10: 0.74 B<br />
(100.1.1.6.2.1.6)<br />
Any Response Feedback: #<br />
11: 0.50 A<br />
(100.1.1.6.2.4.1)<br />
12: 0.50 C<br />
(100.1.1.7.2.4.2)<br />
13: 0.50 A<br />
(100.1.1.7.2.5.3)<br />
14: 0.50 A<br />
(100.1.1.7.3.1.5)<br />
15: 0.50 B<br />
(100.1.1.7.4.1.1)<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 1
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
Number Difficulty Answer<br />
16: 0.95 A<br />
(100.1.1.7.4.2.1)<br />
17: 0.50 A<br />
(100.1.1.7.4.5.6)<br />
18: 0.50 B<br />
(100.1.1.7.5.2.5)<br />
19: 0.50 B<br />
(100.1.1.7.5.2.15)<br />
20: 0.78 B<br />
(100.1.1.8.2.2.2)<br />
Any Response Feedback: #<br />
21: 0.95 C<br />
(100.1.1.8.3.1.2)<br />
22: 0.50 C<br />
(100.1.1.8.3.4.4)<br />
23: 0.72 C<br />
(100.1.1.9.2.2.5)<br />
24: 0.50 B<br />
(100.1.1.9.2.3.4)<br />
Any Response Feedback: #<br />
25: 0.50 A<br />
(100.1.1.9.2.3.17)<br />
26: 0.89 A<br />
(100.1.1.9.3.2.1)<br />
27: 0.70 C<br />
(100.1.1.9.3.3.1)<br />
Any Response Feedback: #<br />
28: 0.50 B<br />
(100.1.1.10.2.1.5)<br />
29: 0.50 C<br />
(100.1.1.10.2.3.5)<br />
Any Response Feedback: #<br />
30: 0.50 C<br />
(100.1.1.11.2.2.5)<br />
31: 0.50 C<br />
(100.1.1.11.2.4.12)<br />
32: 0.50 A<br />
(100.1.1.11.2.4.29)<br />
Answer Key<br />
33: 0.50 A<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 2
Voetverzorging bij diabetici ID1939-110922<br />
Number Difficulty Answer<br />
(100.1.1.11.2.4.45)<br />
34: 0.95 A<br />
(100.1.1.12.3.1.1)<br />
35: 0.50 C<br />
(100.1.1.12.3.1.5)<br />
36: 0.50 A<br />
(100.1.1.12.8.1.4)<br />
37: 0.00 C<br />
(100.1.1.13.2.3.1)<br />
38: 0.50 A<br />
(100.1.1.14.1.1.3)<br />
39: 0.50 C<br />
(100.1.1.14.3.2.2)<br />
40: 0.50 B<br />
(100.1.1.14.3.3.1)<br />
Total points = 40<br />
Percentage required for mastery = 65% (26 points)<br />
Answer Key<br />
Capabel Examens © 2011 Pagina 3