27.09.2013 Views

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en<br />

het algemeen toegankelijk onderwijs<br />

Jaarverslag<br />

<strong>2003</strong>


Samenvatting<br />

Kernactiviteit van iedere school is het bieden van onderwijs. In de loop der jaren heeft de <strong>LKC</strong> zich veelvuldig<br />

uitgesproken over klachten die gaan over de wijze waarop scholen zich van die opdracht hebben<br />

gekweten. In Hoofdstuk 1 van dit <strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> worden deze klachten, samengevat onder de<br />

noemer onderwijskundig en opvoedkundig handelen, en de daarover uitgebrachte adviezen beschreven.<br />

De Commissie toetst bij dergelijke klachten de professionaliteit van de betrokken school, directie of<br />

leerkracht. Binnen die professionaliteit bestaat een ruime marge van handelen. Dat handelen zelf wordt<br />

daarom door de <strong>LKC</strong> terughoudend getoetst. Wel stelt de Commissie hoge eisen aan de manier waarop<br />

over de gevolgde werkwijze met de betrokkenen, doorgaans leerlingen en hun ouders/verzorgers, is<br />

gecommuniceerd. Langs deze lijn beoordeelt de <strong>LKC</strong> bijvoorbeeld klachten over de groepsindeling,<br />

het opleggen van sancties, de begeleiding van zorgleerlingen en beslissingen over bevordering naar een<br />

volgend leerjaar.<br />

De meeste betrokkenen komen niet vaker dan één keer in aanraking met een klacht die door de <strong>LKC</strong><br />

behandeld wordt. In haar <strong>corr</strong>espondentie besteedt de Commissie ruime aandacht aan voorlichting over<br />

de klachtprocedure. In de aanvang van Hoofdstuk 2 wordt deze nog eens in hoofdlijnen beschreven. Ook<br />

wordt aandacht besteed aan de studiedag van de Commissie. Zij bracht deze het afgelopen jaar door in<br />

Almere, waar een aantal scholen bezocht werd en de Commissie van gedachten kon wisselen met<br />

bestuurders en mensen uit de dagelijkse onderwijspraktijk.<br />

Ook wordt in Hoofdstuk 2 aandacht besteed aan de adviezen die de <strong>LKC</strong> op eigen initiatief (“ambtshalve”)<br />

aan schoolbesturen richt. Het betreft doorgaans aangelegenheden die de Commissie opvallen bij de<br />

behandeling van een klacht zonder dat deze expliciet over dat onderwerp gaat. Verder aandacht voor de<br />

ontvankelijkheid van klachten die betrekking hebben op het overblijven op school en voor de personele<br />

samenstelling van de <strong>LKC</strong> en van haar secretariaat.<br />

Zoals gebruikelijk bevat Hoofdstuk 3 een selectie van de adviezen die de <strong>LKC</strong> in het verslagjaar heeft uitgebracht.<br />

Met name voor de rubriek pedagogisch-didactisch handelen is veel ruimte gereserveerd.<br />

Enerzijds vanwege de samenhang met Hoofdstuk 1, anderzijds omdat hier de kern van het onderwijs<br />

wordt geraakt. Ook de relatieve toename van klachten op dit gebied, beschreven in Bijlage A bij dit<br />

verslag, rechtvaardigt de uitvoerige aandacht voor dit onderdeel van de klachtenpraktijk van de <strong>LKC</strong>.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 3


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

4<br />

5<br />

6<br />

18<br />

24<br />

54<br />

56<br />

58<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord<br />

Hoofdstuk 1<br />

DE ONDERWIJSKUNDIGE EN OPVOEDKUNDIGE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN<br />

Inleiding<br />

Groepsindeling<br />

Leerlingvolgsysteem en schriftelijke verslaglegging<br />

Leerlingzorg<br />

Zorgleerlingen<br />

Klimaat<br />

Sancties<br />

Schorsing en verwijdering<br />

Beoordelingen<br />

Bevordering en schooladvies<br />

Conclusie<br />

Hoofdstuk 2<br />

ORGANISATIE EN WERKWIJZE VAN DE <strong>LKC</strong><br />

Inleiding<br />

Studiedag<br />

Ambtshalve overwegingen en aanbevelingen<br />

Klachten over het overblijven<br />

Varia<br />

Ontwikkelingen binnen de Commissie en het secretariaat.<br />

De aansluiting bij de <strong>LKC</strong><br />

Hoofdstuk 3<br />

Bijlage A<br />

Bijlage B<br />

Bijlage C<br />

UITKOMST VAN DE DOOR DE <strong>LKC</strong> IN <strong>2003</strong> AFGEWIKKELDE KLACHTEN<br />

Inleiding<br />

Communicatie<br />

Pedagogisch-didactische begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Relatie werkgever-werknemer<br />

Overige<br />

DE IN <strong>2003</strong> INGEDIENDE KLACHTEN<br />

LIJST VAN IN <strong>2003</strong> UITGEBRACHTE ADVIEZEN<br />

V ASTGESTELDE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />

Voorwoord<br />

In dit voorwoord bij het <strong>jaarverslag</strong> <strong>2003</strong> van de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het<br />

algemeen toegankelijk onderwijs (<strong>LKC</strong>) wil ik graag nogmaals uw aandacht vragen voor één van de<br />

belangrijkste problemen in het onderwijs: de communicatie tussen school en ouders over het<br />

pedagogisch-didactische beleid van de school.<br />

Als na ruim 5 jaar klachtrecht één conclusie gerechtvaardigd is dan is het dat op het terrein van de<br />

communicatie over de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van leerlingen niet alleen veel<br />

klachten ontstaan, maar ook dat er op dat terrein nog veel verbeterd kan worden.<br />

Gelukkig ontstaat in het onderwijsveld steeds meer het inzicht dat je niet alleen beleid moet ontwikkelen<br />

en toepassen, maar dat je er vooral ook goed over moet communiceren met ouders en leerlingen.<br />

Communicatieplannen en -protocollen zullen op bepaalde gebieden steeds meer gemeengoed gaan<br />

worden in het onderwijs. In de adviezen van de <strong>LKC</strong> over het informeren van ouders van zorgleerlingen<br />

is dat al zichtbaar. Leerkrachten dienen zich te realiseren dat mondelinge communicatie alleen vaak niet<br />

genoeg is. In klachtzaken wordt soms pijnlijk duidelijk dat, hoe goed de bedoelingen ook zijn geweest, de<br />

boodschap toch vaak niet of slechts ten dele is overgekomen. Zo’n klacht eindigt dan niet alleen in een<br />

‘welles-nietes’, maar ook in een aanbeveling van de <strong>LKC</strong> aan school en/of leerkracht om er zorg voor te<br />

dragen dat dit soort misverstanden niet langer kunnen ontstaan. De ontwikkeling van een professionele<br />

standaard waaraan de Commissie toetst, komt daarmee ook weer wat dichterbij.<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> wordt in hoofdstuk 1 aandacht besteed aan aspecten van een pedagogisch-didactisch<br />

beleid, zoals dat op scholen ontwikkeld wordt. Aan de hand van de beslissingen in concrete klachtzaken<br />

wordt getracht een lijn neer te zetten, die mogelijk kan bijdragen aan het op de scholen te ontwikkelen,<br />

dan wel te verbeteren beleid.<br />

De <strong>LKC</strong> heeft daarbij geenszins de pretentie de wijsheid in pacht te hebben. Zij tracht slechts aan de<br />

hand van die gevallen waarin serieuze klachten van ouders en/of leerlingen zijn ontstaan een positieve<br />

bijdrage te leveren aan de verbetering van de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van<br />

leerlingen. Dit doel streeft uiteraard elke school en elke leerkracht na. Door ons uit te spreken over wat<br />

hier en daar niet helemaal goed is gegaan en daar open met elkaar over te spreken, hopen wij te kunnen<br />

voldoen aan één van de doelstellingen van de klachtencommissies: kwaliteitsverbetering in het onderwijs.<br />

Ook met dit <strong>jaarverslag</strong> is het laatste woord over de behandelde onderwerpen niet gesproken. Wij<br />

nodigen u ook dit jaar weer uit om te reageren op de inhoud van ons <strong>jaarverslag</strong> en ons zo te helpen bij<br />

het realiseren van onze doelstelling.<br />

Ik wens u in elk geval veel leesplezier toe en zie uw reactie graag tegemoet.<br />

Mr. H.Th. van der Meer,<br />

Voorzitter <strong>LKC</strong><br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 5


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

6<br />

De onderwijskundige<br />

en opvoedkundige<br />

begeleiding van leerlingen<br />

INLEIDING<br />

Hoeveel discussie er ook gevoerd wordt over welke taken<br />

al dan niet bij de school zouden liggen, over één ding zijn<br />

alle deelnemers aan die discussie het wel eens: school is<br />

een onderwijsinstelling, dus er moet geleerd worden.<br />

Dat is, onder meer, ook de wettelijke opdracht voor<br />

scholen. Zoals het bijvoorbeeld in artikel 8 van de Wet<br />

op het primair onderwijs, handelend over de uitgangspunten<br />

en doelstelling van het onderwijs, verwoord staat:<br />

1Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen<br />

een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.<br />

Het wordt afgestemd op de voortgang in de<br />

ontwikkeling van de leerlingen.<br />

2Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele<br />

en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen<br />

van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke<br />

kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.<br />

Voorts bevatten de verschillende onderwijswetten een<br />

aantal te bereiken doelen. Hoe die doelen vervolgens<br />

bereikt worden kunnen de scholen grotendeels, zij het<br />

onder (financierings)voorwaarden en onder toezicht van<br />

de onderwijsinspectie, zelf bepalen. Deze pluriformiteit<br />

maakt het mede mogelijk dat ouders een school kunnen<br />

kiezen waarvan zij verwachten dat deze aansluit bij hun<br />

eigen ideeën en/of de specifieke behoeften van hun kind.<br />

Het onderscheid tussen scholen bestaat onder meer uit<br />

de onderwijskundige aanpak, de organisatie en uitvoering<br />

van het leerproces en de (organisatie van de) manier<br />

waarop de bij de school betrokkenen met elkaar omgaan.<br />

De veelvormigheid van het onderwijs heeft ook een keerzijde:<br />

er bestaat geen overeenstemming over welke aanpak<br />

de optimale is. Scholen hebben een grote vrijheid als<br />

het gaat over de keuzes daarin. Het behoeft dan niemand<br />

te verbazen dat daar meningsverschillen uit voortkomen<br />

die aanleiding geven tot het indienen van klachten. De<br />

<strong>LKC</strong> behandelt deze klachten onder de rubriek ‘pedagogische<br />

en didactische begeleiding’. In dit hoofdstuk zal een<br />

aantal adviezen uit de afgelopen jaren verder gerubriceerd<br />

en besproken worden. Zo wil de <strong>LKC</strong> inzicht bieden in de<br />

lijnen waarlangs zij deze klachten beoordeelt en welke<br />

criteria zij daarbij aanlegt.<br />

Vijf jaar klachtbehandeling heeft geleerd dat er nagenoeg<br />

geen klacht is die niet ook aspecten van miscommunicatie<br />

in zich bergt. Zeker wanneer het over de begeleiding van<br />

kinderen gaat of over de sfeer waarin dat gebeurt, is het<br />

bijna ondenkbaar dat niet voorafgaand aan het indienen<br />

van een klacht bij de <strong>LKC</strong> uitvoerig en veelvuldig overleg<br />

tussen ouders en school heeft plaatsgevonden. Komt het<br />

tot een klacht dan is duidelijk dat zij elkaar in dat overleg<br />

niet hebben kunnen vinden of kwijt zijn geraakt. In het<br />

<strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> over het jaar 2001 1 is aan het<br />

aspect communicatie uitvoerig aandacht besteed, ook in<br />

relatie tot de onderwijskundige en opvoedkundige benadering<br />

van leerlingen. Omdat communicatie over de begeleiding<br />

van leerlingen zo vaak aan de orde is in de <strong>LKC</strong>praktijk<br />

zal dit aspect ook dit keer regelmatig besproken<br />

worden.<br />

Dat het één soms niet zonder het andere kan blijkt wel uit een<br />

in 2001 bij de <strong>LKC</strong> ingediende klacht van een ouderpaar,<br />

handelend over de begeleiding van hun dochter en de informatieverstrekking<br />

daarover. In het advies komt de volgende overweging<br />

voor: ‘Uit eerdere klachten is de Commissie bekend dat<br />

de communicatie met en informatieverstrekking aan ouders<br />

van leerlingen die speciale zorg krijgen, extra nauw luistert.<br />

Een school dient te beseffen dat zij in de communicatie met de<br />

ouders haar positie duidelijk moet maken. Waar ouders er<br />

vaak van uit gaan dat het belang van alleen hun kind aan de<br />

1 Integraal te vinden op www.lgc-lkc.nl, in gedrukte vorm te bestellen<br />

via info-lgc-lkc@vosabb.nl of telefonisch op nummer 0348 405245.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 7


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

8<br />

orde is, heeft de school ook het belang van de andere leerlingen<br />

en de school in het oog te houden. Als dit onderscheid niet helder<br />

wordt uitgesproken bestaat het gevaar dat bij ouders te<br />

hoge verwachtingen worden gewekt over de mogelijkheden van<br />

begeleiding door de school.’ 2<br />

‘In het verlengde hiervan merkt de Commissie op dat een<br />

oplossing die onderwijskundig gezien voor de leerling wellicht<br />

het beste is, pas een goede kans van slagen heeft als daarvoor<br />

bij alle direct betrokkenen een draagvlak bestaat. Ook om dit<br />

draagvlak te creëren is een goede communicatie van belang.<br />

In dit kader wijst de Commissie er tevens op dat een school er<br />

oog voor moet hebben dat er met ouders van zorgleerlingen,<br />

misschien nog wel eerder dan bij reguliere leerlingen, gewerkt<br />

moet worden aan vertrouwen in de aanpak van de school. Dat<br />

kan bijvoorbeeld plaatsvinden door contact te hebben over<br />

positieve ontwikkelingen van hun kind en niet te wachten tot<br />

er problemen in de begeleiding rijzen. Ouders zullen dan eerder<br />

bereid zijn opmerkingen en conclusies over de negatieve<br />

punten te accepteren.’ 3<br />

GROEPSINDELING<br />

Met regelmaat neemt de Commissie klachten in behandeling<br />

van ouders over de indeling van hun kind in een<br />

groep. Al in het eerste, in 2000 verschenen, <strong>jaarverslag</strong><br />

wordt melding gemaakt van de situatie waarin de school<br />

tussentijds een nieuwe groep vormde. De Commissie<br />

sprak uit dat een (tussentijdse) wijziging van de groepssamenstelling<br />

altijd gepaard moet gaan met een duidelijk<br />

vastgelegde procedure, onder meer over de vaststelling<br />

van de criteria die bij de verdeling zullen gelden en over<br />

de invloed die ouders op welk moment wel, respectievelijk<br />

niet meer kunnen uitoefenen. 4 Sindsdien overweegt<br />

de Commissie standaard bij klachten als deze dat het<br />

vaststellen van de groepsindeling een bevoegdheid van de<br />

school is, met daaraan gekoppeld de eis van tijdige en heldere<br />

communicatie met ouders en leerlingen.<br />

Een en ander neemt niet weg dat aan individuele verzoeken<br />

en de daaraan ten grondslag liggende argumenten<br />

wel gepaste aandacht moet worden besteed.<br />

De klagers die hun zoon geplaatst wilden zien in groep 5/6,<br />

en niet in groep 6/7, hadden daarvoor een aantal argumenten,<br />

onder meer dat hun zoon zeer onlangs samen met de leerkracht<br />

van groep 5/6 een bijzonder zorgtraject was gestart.<br />

Deze argumenten werden ondersteund door een verklaring<br />

van een externe deskundige en tevens was er aantoonbaar een<br />

ruilmogelijkheid binnen de vastgestelde criteria. Onder die<br />

omstandigheden kon de school naar het oordeel van de<br />

Commissie in redelijkheid niet vasthouden aan de plaatsing<br />

in groep 6/7. 5<br />

Extra zorgvuldigheid is geboden indien wijziging wordt<br />

aangebracht in een groep leerlingen die al langer bij<br />

elkaar zitten. 6<br />

LEERLINGVOLGSYSTEEM EN<br />

SCHRIFTELIJKE VERSLAGLEGGING<br />

In tal van gevallen doet zich de situatie voor dat een andere<br />

dan de ‘eigen’ leerkracht met een leerling aan de slag<br />

moet. Zwangerschap of ziekte van een leerkracht, verhuizing,<br />

overgang naar een andere klas of school, interne<br />

begeleiding, invulling adv-uren, al deze redenen kunnen<br />

ertoe leiden dat iemand de begeleiding in handen krijgt<br />

van leerlingen die hij niet of minder goed kent. Zeker<br />

indien die situatie langdurig of structureel is, neemt het<br />

belang van een goede registratie van vorderingen, afspraken,<br />

handelingsplannen en dergelijke toe.<br />

Minstens zo belangrijk is het systematisch volgen van de<br />

vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen voor het<br />

zicht van de leerkracht op de te volgen leerroute.<br />

Naarmate het onderwijsleerproces individueler ingevuld<br />

wordt (adaptief onderwijs, studiehuis), zal iedere docent<br />

ook voor de eigen planning en organisatie, alsmede voor<br />

het behouden van overzicht, behoefte hebben aan een toegankelijke<br />

registratie van de vorderingen en ontwikkeling<br />

van iedere individuele leerling. Alleen dan is het mogelijk<br />

op professionele wijze gestelde doelen te evalueren en tijdig<br />

in te grijpen als het leerproces of de ontwikkeling van<br />

het kind dreigt te stagneren.<br />

Ook voor het onderhouden van het contact met ouders en<br />

verzorgers van de leerlingen is een goede documentatie<br />

van belang. Het spreekt voor zich dat de school hen te<br />

allen tijde nauwkeurig moet kunnen informeren over de<br />

voortgang in de begeleiding van hun kinderen.<br />

Een aanzienlijk gedeelte van de klachten die de <strong>LKC</strong> ontvangt,<br />

handelt over de onderwijs- of opvoedkundige begeleiding<br />

van leerlingen. Bijna geen van deze klachten komt<br />

uit de lucht vallen: meestal heeft er uitvoerig contact<br />

plaatsgevonden tussen school en de ouders. Met enige<br />

regelmaat blijken er forse communicatieproblemen te<br />

zijn ontstaan, mede door het ontbreken van schriftelijke<br />

afspraken of gespreksnotities. In die gevallen mondt een<br />

geschil over de begeleiding van een kind tevens uit in een<br />

conflict over het wel of niet nakomen van de al dan niet<br />

gemaakte afspraken. Niet alleen is het zonder deugdelijke<br />

registratie van plannen en afspraken lastig te achterhalen<br />

wat er zich precies heeft afgespeeld, maar ook dreigt datgene<br />

waar het uiteindelijk om te doen is – een optimale<br />

begeleiding van de leerling in kwestie – daardoor naar de<br />

achtergrond te verdwijnen. Dat is extra pijnlijk als men<br />

bedenkt dat het vaak om leerlingen gaat die meer dan<br />

gemiddelde aandacht en zorg behoeven.<br />

Een klacht luidde dat de school verzuimd had de ouders te<br />

informeren over een grote leerachterstand die bij hun dochter<br />

ontstaan was. De Commissie kwam niet alleen tot het oordeel<br />

dat die klacht gegrond was, maar eveneens dat de school volstrekt<br />

onvoldoende dossier had opgebouwd waaruit kon blijken<br />

dat zij zich van de leerproblemen van het meisje bewust was<br />

en een strategie ontwikkeld had om deze op te lossen. 7<br />

In een andere klacht was het verwijt van de ouders expliciet<br />

dat er intern op school onvoldoende werd gecommuniceerd,<br />

dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen en dat onvoldoende<br />

schriftelijk was vastgelegd hoe de begeleiding verliep.<br />

Samengevat luidde de klacht van de ouders dat de school<br />

onvoldoende zorg had gedragen voor de begeleiding van hun<br />

dochter. De Commissie kon echter noch uit het (lijvige) dossier<br />

noch uit hetgeen ter zitting was verteld afleiden dat er sprake<br />

was van gebrekkige interne communicatie, verschil in visie<br />

tussen de leerkrachten of onvoldoende verslaglegging. Evenmin<br />

was gebleken dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen.<br />

De begeleiding bleek dus goed te zijn geweest en aan de hand<br />

van het dossier kon de school gedocumenteerd laten zien wat<br />

er zoal aan begeleiding had plaatsgevonden. 8<br />

Het ontbreken van een bijgehouden dossier betekent nog<br />

niet dat de begeleiding dus niet goed is geweest. Alleen<br />

wordt het voor een school in zo’n geval wel moeilijk anderen<br />

ervan te overtuigen dat zij goed werk heeft geleverd.<br />

Ook de <strong>LKC</strong> zal bij het ontbreken van schriftelijke verslaglegging<br />

van de voortgang en begeleiding van een leerling<br />

een klacht eerder gegrond verklaren.<br />

Ter voorlichting aan een klaagster merkte de Commissie op<br />

dat de <strong>LKC</strong> niet in staat was om te beoordelen of haar dochter<br />

beter af geweest zou zijn met een verwijzing naar het speciale<br />

basisonderwijs. Het viel niet vast te stellen dat de leerachterstand<br />

in dat geval minder groot zou zijn geweest. Wel stelde<br />

de Commissie vast dat de organisatie van de onderwijskundige<br />

begeleiding onder de maat was: een uitgewerkt handelingsplan<br />

ontbrak, evenals geformuleerde (leer)doelen, toetsing en begeleiding<br />

en een schriftelijke registratie van dat alles. Te veel had<br />

de school blind gevaren op de individuele kwaliteiten van de<br />

leerkrachten, waardoor het bereiken van resultaat mede van<br />

toevalligheden afhankelijk was. 9<br />

In alle gevallen waarin de Commissie vaststelt dat het<br />

heeft ontbroken aan een deugdelijke registratie, adviseert<br />

zij het bevoegd gezag van de school te bevorderen dat<br />

daar op een systematische wijze aandacht aan wordt<br />

geschonken. Hoewel dat door leerkrachten (en incidenteel<br />

ook door directies) als belastend wordt ervaren en<br />

soms de stelling wordt opgeworpen dat deze administratieve<br />

ballast ten koste gaat van de voor het onderwijsleerproces<br />

beschikbare tijd, is de Commissie van oordeel dat<br />

de boven vermelde belangen (overdracht, overzicht en<br />

informatie) zwaarder wegen. Overigens hecht ook de<br />

onderwijsinspectie aan het systematisch volgen van de<br />

vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen: het is<br />

één van de indicatoren aan de hand waarvan de inspectie<br />

in het kader van het reguliere schooltoezicht de kwaliteit<br />

van de scholen beoordeelt. 10<br />

Tot slot is het hebben van inzicht in de actuele stand van<br />

zaken in het leerproces van de individuele leerlingen van<br />

belang in geval van de noodzaak tot overdracht aan anderen.<br />

Het meest duidelijk komt dat naar voren indien een<br />

leerling de school verlaat en aangemeld wordt bij een<br />

andere school. Later in dit hoofdstuk zal nog apart aandacht<br />

worden besteed aan de overgang van de basisschool<br />

naar het voortgezet onderwijs en de perikelen die dat met<br />

zich mee kan brengen. Tussentijds vinden er echter ook<br />

wisselingen van school plaats en is dus overdracht van<br />

een leerling nodig. 12 Indien de overgang naar een andere<br />

2 <strong>LKC</strong> 01.141<br />

3 Idem; ook in dit advies: De Commissie wijst er hierbij op dat<br />

het in bepaalde situaties raadzamer is de 'second-best' oplossing na<br />

te streven wanneer de 'best' door bijvoorbeeld een blokkade van<br />

ouders niet of slechts met veel moeite en schade te bereiken is.<br />

4 <strong>LKC</strong> 99.023<br />

5 <strong>LKC</strong> 03.081<br />

6 <strong>LKC</strong> 03.086<br />

7 <strong>LKC</strong> 99.074<br />

8 <strong>LKC</strong> 01.080<br />

9 <strong>LKC</strong> 01.105<br />

10 De beoordelingscriteria zijn te vinden op de website van<br />

de inspectie www.owinsp.nl<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 9


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

10<br />

school verband houdt met problemen, bijvoorbeeld omdat<br />

de leerling van school verwijderd wordt, levert ook de<br />

informatieverstrekking regelmatig problemen op. Zo kan<br />

het voorkomen dat een leerling niet toegelaten wordt op<br />

de door de ouders beoogde school als gevolg van informatie<br />

van de school van herkomst. In zo’n situatie overwoog<br />

de Commissie: ‘Voorts is het gebruikelijk dat basisscholen<br />

informatie met elkaar uitwisselen wanneer een leerling naar<br />

een andere school gaat. Gezien het klachtdossier is niet uit te<br />

sluiten dat niet alle informatie klagers welgevallig zal zijn.<br />

Zolang de informatieverstrekking echter naar eer en geweten<br />

verloopt, zullen zij zich met een nieuwe beoogde school moeten<br />

verstaan om hun mening daarover kenbaar te maken.’ 11<br />

Toekomstige klachten zullen uitspraken op moeten leveren<br />

waarin de grenzen van zowel de verplichting als de<br />

bevoegdheid tot het verstrekken van informatie scherper<br />

getrokken worden. 12 Hoe die grenzen ook getrokken<br />

worden, de school zal wel op een toegankelijke manier<br />

over de te verstrekken gegevens moeten beschikken.<br />

LEERLINGZORG<br />

Hiermee doelt de <strong>LKC</strong> op de zorg die vooral gericht is op<br />

het leerproces zelf en op de schoolvorderingen van de leerling.<br />

Uitgangspunt daarbij is de notie dat het overdragen<br />

van kennis en vaardigheden de kerntaak van het onderwijs<br />

is. Gaandeweg zijn de klachten op dit gebied de hoofdmoot<br />

gaan vormen van de werkzaamheden van de <strong>LKC</strong>.<br />

Nadat de ouders aangegeven hadden dat de ontwikkeling van<br />

hun dochter niet naar wens verliep, hebben zij een aantal<br />

keren overleg gevoerd, onder meer met de interne leerlingbegeleider.<br />

Dat resulteerde in onderzoek van de leerling, bespreking<br />

van de resultaten daarvan en uiteindelijk in een handelingsplan.<br />

Toen de school daarmee aan de slag wilde, gaven de<br />

ouders te kennen het met het plan van aanpak niet eens te<br />

zijn. School en de ouders kwamen niet tot overeenstemming,<br />

het kind kreeg niet de speciale begeleiding die het nodig had en<br />

de ouders dienden een klacht in. De Commissie achtte de<br />

klacht gegrond vanwege het feit dat de leerling te lang niet een<br />

specifiek op haar toegesneden begeleiding had ontvangen.<br />

Deze gegrondverklaring volgde op het ongegrond verklaren van<br />

de klacht over het vaststellen van het handelingsplan: anders<br />

dan de ouders vond de Commissie namelijk dat het uitsluitend<br />

de verantwoordelijkheid van de school is om een handelingsplan<br />

vast te stellen en uit te voeren. Overleg met de ouders<br />

daarover is noodzakelijk (en vanzelfsprekend), maar hun<br />

instemming met een handelingsplan is niet vereist. 13<br />

Daarbij is het raadzaam voor de school zich te houden<br />

aan de eigen uitgangspunten wat betreft de begeleiding.<br />

Het ligt voor de hand dat deze zowel voor de school als<br />

voor de ouders leidraad zijn voor de begeleiding van de<br />

leerlingen. De school die daar van het begin af aan in<br />

overleg met (en min of meer op aandrang van) de ouders<br />

van afweek, kwam mede daardoor in de problemen. Toen<br />

de gekozen aanpak niet de gewenste resultaten opleverde,<br />

kon de school vanwege de afwijkende afspraken met de<br />

ouders niet terugvallen op de bekende begeleidingsstructuur.<br />

Dit leidde tot een volledige patstelling tussen de<br />

ouders en de school. Schorsing en verwijdering van de<br />

leerling dreigden, maar voordat het zo ver kwam, hebben<br />

de ouders het kind op een andere school geplaatst. 14<br />

ZORGLEERLINGEN<br />

Een substantieel deel van de door de <strong>LKC</strong> behandelde<br />

klachten gaat over de opvoedkundige en onderwijskundige<br />

begeleiding van leerlingen die extra zorg behoeven. In<br />

het kader van het Weer Samen Naar School-beleid is het<br />

aantal zorgleerlingen dat het reguliere onderwijs bezoekt<br />

de afgelopen jaren in aantal toegenomen. Leerlingen die<br />

voorheen op scholen voor speciaal onderwijs terechtkwamen,<br />

vormen inmiddels, voorzien van extra begeleiding<br />

in allerlei vormen, een niet meer weg te denken deel van<br />

iedere schoolpopulatie. Het is niet verwonderlijk dat<br />

WSNS voor veel scholen onverwachte en niet vermoede<br />

uitdagingen met zich mee heeft gebracht. De ontwikkeling<br />

van kinderen kan op talloze manieren ontregeld<br />

raken of een ander verloop hebben dan gemiddeld. Ook<br />

het reguliere onderwijs is daarom bekend geraakt met<br />

begrippen als hoogbegaafdheid, dyslexie, ADHD, PDD-<br />

NOS en Asperger. Op die veelheid van verschillende zorgvragen<br />

past niet één steeds toepasbaar antwoord.<br />

Begeleiding op maat bieden is geen kunstje. Wel dienen<br />

signalering en begeleiding ingebed te zijn in een stevige<br />

zorgstructuur, waardoor in beginsel iedere school in staat<br />

is een antwoord te bieden op iedere vraag. Ook als die<br />

vraag nieuw is, dienen de deskundigheid (of de toegang<br />

daartoe) en de structuur aanwezig te zijn om een begeleidingsaanbod<br />

te kunnen verzorgen. Van de <strong>LKC</strong> mag daar<br />

wel enige tijd mee gemoeid zijn, als de bereidheid en de<br />

mogelijkheid om een zorgvraag te beantwoorden maar<br />

aanwezig zijn. 15<br />

De extra zorg kan een hele range beslaan, van het wegwerken<br />

van een incidenteel ontstane leerachterstand tot<br />

uiteindelijk het aanbieden van speciaal onderwijs. Dit<br />

laatste alleen als de school met goede argumenten kan<br />

aantonen dat alle andere middelen ontoereikend zijn voor<br />

het bieden van de specifiek vereiste zorg. Zowel in het<br />

schoolplan als in de schoolgids moet de school aangeven<br />

hoe zij vorm geeft aan de begeleiding van leerlingen met<br />

specifieke onderwijsbehoeften (in de praktijk en hier verder<br />

ook ‘zorgleerlingen’ genoemd).<br />

Verschillen van mening over de te bieden begeleiding<br />

gaan vaak met hevige emoties en soms met scherpe verwijten<br />

gepaard. Enerzijds is dat te begrijpen omdat de<br />

betrokkenheid van ouders bij het welbevinden van hun<br />

kinderen groot is. Anderzijds is het jammer omdat bij de<br />

door de <strong>LKC</strong> behandelde klachten op dit gebied nagenoeg<br />

steeds gebleken is dat op de scholen de betrokkenheid bij<br />

deze zelfde leerlingen eveneens zeer groot is.<br />

De algemene lijn die in de adviezen van de <strong>LKC</strong> op het<br />

gebied van de begeleiding van zorgleerlingen is ontwikkeld<br />

houdt in dat de school te allen tijde verantwoordelijk<br />

is voor de inhoud van die begeleiding. Daarbij dient de<br />

school wel steeds in overleg met de ouders te werk te<br />

gaan. 16 Juist deze fase leidt in de praktijk nogal eens tot<br />

verschillen van mening, hetzij omdat ouders er (althans<br />

naar hun idee) te weinig bij betrokken worden, hetzij<br />

omdat onvoldoende overeenstemming bestaat over de aan<br />

het kind te bieden begeleiding.<br />

De ouders van een leerling van groep 5 klaagden erover dat de<br />

school de diagnose ADHD-kenmerken had ontkend, hetgeen<br />

uitgemond zou zijn in verwaarlozing van het kind.<br />

De Commissie oordeelde dat (de leiding van) een school voorwaarden<br />

moet creëren om op een adequate wijze (extra) zorg<br />

aan de leerlingen te bieden. Instrumenten daarvoor zijn: deskundigheid<br />

binnen de school of de mogelijkheid deze extern in<br />

te roepen, een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />

en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />

van personeel onderling en met ouders en ten slotte een<br />

goede verslaglegging van alle handelingen.<br />

De school was verwikkeld in een fusieproces en beschikte<br />

slechts over beperkte middelen om de zorgstructuur vorm te<br />

geven. Duidelijk werd dat er geen beleid was op het gebied<br />

van begeleiding van leerlingen met ADHD en evenmin werden<br />

er handelingsplannen opgesteld voor zorgleerlingen met<br />

gedragsproblemen. Sociaal-emotionele ontwikkelingen werden<br />

niet in het leerlingvolgsysteem opgenomen en van de overdracht<br />

van leerlingen werd slechts een gedeelte schriftelijk<br />

vastgelegd.<br />

Wat er ook zij van de organisatorische problemen, de<br />

Commissie vond dat het bieden van adequate zorg te wensen<br />

overliet. 17 Voorts overwoog de Commissie: ‘Zodra een leerling<br />

als zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />

handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />

nog geen probleemleerling is.’<br />

Wat de <strong>LKC</strong> betrof moest het hele zorgbeleid van de school op<br />

de schop en de aanbevelingen van de Commissie naar aanleiding<br />

van deze klacht logen er dan ook niet om:<br />

‘De Commissie adviseert het bevoegd gezag nader beleid te<br />

ontwikkelen dat erop is gericht dat:<br />

• de communicatie over de zorg tussen leerkrachten,<br />

zorgteam, directeur en ouders beter wordt gestructureerd, bij<br />

voorkeur met schriftelijke verslaglegging;<br />

• ...<br />

• de school een vangnetconstructie ontwikkelt<br />

waardoor de intern begeleider niet alleen tijdens<br />

11 <strong>LKC</strong> 01.133; de overweging volgde niet uit de klacht en was daarom<br />

opgenomen in een overweging ten overvloede.<br />

Wellicht heeft het een nieuwe klacht kunnen voorkomen.<br />

12 Dat die bevoegdheid niet onbeperkt is lijkt af te leiden uit <strong>LKC</strong> 00.102.<br />

De klacht handelde over het verstrekken van vertrouwelijke informatie aan<br />

andere scholen. Waar het over (mogelijk) vertrouwelijke informatie gaat merkt<br />

de Commissie op dat het aan te raden is om deze uitsluitend met instemming<br />

van de ouders aan derden ter beschikking te stellen.<br />

13 <strong>LKC</strong> 01.085; de Commissie overwoog ook dat het uitblijven van de extra zorg<br />

zich gedurende korte tijd voor had mogen doen, maar dan alleen op weg naar<br />

een compleet begeleidingsaanbod.<br />

14 <strong>LKC</strong> 01.131<br />

15 <strong>LKC</strong> 01.080: ‘Nu de uitvoering van deze afspraken volgens plan verlopen is,<br />

komt de Commissie tot de conclusie dat van onvoldoende zorg voor de<br />

begeleiding … geen sprake is geweest. Dat er op dat moment nog geen<br />

specifiek onderwijskundig beleid ten aanzien van meer begaafde leerlingen<br />

was, doet daaraan niets af.’<br />

16 Indien het gescheiden ouders betreft dienen beide ouders, ook indien één van<br />

hen niet met het gezag over de kinderen is belast, desgewenst geïnformeerd<br />

te worden. Laatstelijk bevestigd in <strong>LKC</strong> 03.059.<br />

17 Een aantal keren hebben directies zich ook beroepen op een tekort<br />

aan leraren. Als gevolg daarvan stonden bijvoorbeeld intern begeleiders en<br />

remedial teachers voor de klas. Hoewel de Commissie wel begrip heeft voor de<br />

problemen is zij niettemin van oordeel dat de school zorg moet blijven dragen<br />

voor invulling van het zorgbeleid (onder meer in <strong>LKC</strong> 02.045).<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 11


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

12<br />

groepsbesprekingen maar ook tussentijds wordt<br />

geïnformeerd over nieuwe problemen;<br />

• de leerkracht in de toekomst (sneller) initiatieven<br />

onderneemt om bij problemen de intern begeleider in<br />

te schakelen.<br />

De Commissie adviseerde het bevoegd gezag tevens nader<br />

beleid te ontwikkelen dat erop is gericht de zorgstructuur (...)<br />

uit te breiden door:<br />

• voor alle zorgleerlingen handelingsplannen op te stellen;<br />

• het leerlingvolgsysteem uit te breiden met een<br />

sociaal-emotionele component;<br />

• de schriftelijke verslaglegging over de geboden zorg uit<br />

te breiden en zo nodig te verbeteren.’ 18<br />

In een ander geval nam de Commissie met verwondering<br />

kennis van de activiteiten van een door de ouders zelf<br />

ingeschakelde remedial teacher en de rol die de school<br />

daarin gespeeld had. ‘Zeker nu de werkzaamheden van deze<br />

remedial teacher ter vervanging dienden van de op school<br />

aangeboden rekenstof en bovendien onder schooltijd plaatsvonden,<br />

had het op de weg van de school gelegen tenminste<br />

overleg te voeren over de inhoud van het aangebodene. Door<br />

de regie over dit gedeelte van het aanbod van leerstof uit handen<br />

te geven heeft de school ... onvoldoende inhoud gegeven<br />

aan haar verantwoordelijkheid voor de inhoud van het te verstrekken<br />

onderwijs.’ 19<br />

Uit de voorbeelden wordt duidelijk dat de <strong>LKC</strong> grote<br />

waarde hecht aan het ontwikkelen en gebruik maken van<br />

een zorgstructuur. 20 Met name de continuïteit van de<br />

begeleiding van leerlingen wordt door een structurele<br />

benadering veilig gesteld. Het zijn vervolgens de kwaliteit<br />

en inzet van de schoolteams en de individuele leerkrachten<br />

die aan het zorgbeleid invulling geven.<br />

Bij de behandeling van een klacht over de begeleiding<br />

van een zorgleerling vraagt de Commissie daarom eerst<br />

naar het binnen de school bestaande beleid. Het beleid<br />

zelf wordt marginaal (dit is terughoudend) getoetst:<br />

18 <strong>LKC</strong> 00.063/086; deze criteria worden eveneens gehanteerd in<br />

<strong>LKC</strong> 03.027 en geven derhalve een constante lijn in de adviezen<br />

van de <strong>LKC</strong> weer.<br />

19 <strong>LKC</strong> 01.133<br />

20 Dat deze structuur kan bestaan uit het hanteren van individuele<br />

leerlijnen voor alle leerlingen overwoog de <strong>LKC</strong> eveneens in 01.133.<br />

21 <strong>LKC</strong> 99.001<br />

22 <strong>LKC</strong> 01.124<br />

23 <strong>LKC</strong> 02.027<br />

24 Naast meer praktische overwegingen als bereikbaarheid, de<br />

mogelijkheid van overblijven en dergelijke.<br />

25 <strong>LKC</strong> 02.012<br />

26 <strong>LKC</strong> 02.078; klacht gegrond vanwege het onvoldoende bijdragen aan<br />

het veiligheidsgevoel van tenminste een aantal leerlingen.<br />

27 <strong>LKC</strong> 03.016<br />

28 <strong>LKC</strong> 03.011/012<br />

29 <strong>LKC</strong> 98.002, klacht ongegrond.<br />

alleen als dit ondoelmatig of ontoereikend is of indien er<br />

op een wezenlijk onderdeel geen beleid is, spreekt de<br />

Commissie zich daarover uit. De gedachte daarachter is<br />

dat aan een school binnen de kaders die er zijn (wetten,<br />

door het bevoegd gezag vastgesteld beleid en dergelijke)<br />

de vrijheid toekomt het onderwijs naar eigen inzicht<br />

vorm te geven. Het is niet aan de klachtencommissie om<br />

gedetailleerd voor te schrijven welk zorgbeleid een school<br />

moet hanteren.<br />

Vervolgens bekijkt de Commissie of het handelen, waarover<br />

de klacht gaat, in overeenstemming is met het vastgestelde<br />

beleid. Als dat niet zo is, zullen daar goede redenen<br />

voor aanwezig moeten zijn. Soms zijn deze gelegen<br />

in de individualiteit van de betrokken leerling. Want hoe<br />

belangrijk vastgesteld beleid ook kan zijn, het is niet het<br />

hoogste goed. Dat is de begeleiding van leerlingen.<br />

Soms verschillen ouders en de school van mening over<br />

de wenselijkheid of de noodzaak van het afnemen van<br />

een test. Ook kan er onenigheid over de waardering van<br />

extern opgestelde testrapporten bestaan. Financiële<br />

beperkingen kunnen een rol spelen bij het bepalen of een<br />

leerling extern getest kan worden of niet. Als de school<br />

het op inhoudelijke gronden niet nodig acht dat een leerling<br />

extern getest wordt, hoeft een verzoek van de ouders<br />

daartoe niet gehonoreerd te worden. 21 Wel dienen<br />

ouders er dan op gewezen te worden dat zij te allen tijde<br />

zelf en voor eigen rekening hun kind extern kunnen<br />

laten testen. Als een school zorgmaatregelen, zoals het<br />

laten afnemen van een test, wel wenselijk of noodzakelijk<br />

acht, dienen deze ook zo snel mogelijk te worden getroffen.<br />

22 Dat het vaststellen van die noodzaak niet altijd<br />

eenvoudig is, blijkt uit het voorbeeld van de leerling die<br />

qua leerprestaties weliswaar redelijk scoorde, maar van<br />

wie de ouders consequent aangaven dat het toch niet<br />

goed ging. Ook de leerkracht merkte wel dat er iets niet<br />

goed zat, maar hij schreef dat toe aan motivatieproblemen.<br />

De school had op de momenten dat daar aanleiding<br />

voor was extra begeleiding verzorgd en dat ook geregistreerd.<br />

De ouders lieten hun dochter extern testen en<br />

daarbij bleek dat zij dyslectisch was. De Commissie<br />

kwam tot de conclusie ‘... dat de door de school gehanteerde<br />

cijfermatige criteria niet in alle gevallen afdoende zijn voor<br />

een tijdige signalering van leerproblemen. ... Het is raadzaam<br />

KLIMAAT<br />

ook andere ... criteria een rol te laten spelen bij de afweging of<br />

er een onderzoek moet worden aangevraagd. Hierbij valt met<br />

name te denken aan de professionele inbreng van leerkrachten<br />

en de informatie van ouders.’ 23<br />

Alleen al gelet op de hoeveelheid tijd die leerlingen, leerkrachten,<br />

directies en ondersteunend personeel op school<br />

doorbrengen is het van belang aandacht te besteden aan de<br />

manier waarop alle betrokkenen met elkaar omgaan. Vaak<br />

zullen ouders dit ook betrekken bij het bepalen van de<br />

keuze naar welke school zij hun kinderen laten gaan. 24<br />

Veiligheid (helaas niet alleen meer in de zin van geborgenheid,<br />

maar ook fysieke veiligheid), de mate van vrijheid<br />

of juist strengheid, welke levensbeschouwing wordt<br />

uitgedragen, hoe sluit de sfeer op school aan bij die van<br />

thuis, hoe is de aansluiting van een VO-school op de<br />

basisschool, kiest de school voor een bepaalde omvang,<br />

het zijn elementen die mede bepalend zijn voor het op<br />

een school heersende pedagogische klimaat.<br />

De primaire verantwoordelijkheid voor het zorg dragen<br />

voor een veilige en rustige leer- en werkomgeving op een<br />

school ligt bij de directie. 25 In het verlengde van die verantwoordelijkheid<br />

rust op de leerkrachten de taak om die<br />

rust en veiligheid in hun klassen en groepen te creëren.<br />

Die vertaalslag verloopt niet altijd even gemakkelijk, al<br />

was het maar omdat een leerkracht te maken heeft met<br />

een klas vol individuen. Dat bergt het risico in zich dat<br />

het een enkele keer niet klikt. Dat kan leiden tot ongenoegen<br />

en uitmonden in een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Soms<br />

ook ontvangt de <strong>LKC</strong> een klacht (of meerdere) over leerkrachten<br />

die, althans volgens de klagers, niet in staat zijn<br />

een goede opvoedkundige omgeving te scheppen.<br />

Een moeder stelde dat haar zoon zich in zijn groep op de<br />

basisschool niet veilig voelde en dat de leerkracht daar de oorzaak<br />

van was. De moeder noemde een aantal voorbeelden<br />

waaruit dat zou moeten blijken. Zo speelde de leerkracht aan<br />

het begin van de gymles tikkertjesvoetbal, waarbij het de<br />

bedoeling was dat hij de leerlingen raakte. De Commissie ‘...<br />

acht het waarschijnlijk dat een aantal leerlingen daarvoor een<br />

zeker enthousiasme opbrengt. Bij de beoordeling van deze<br />

klacht gaat het echter juist om die leerlingen, waarvoor dat<br />

niet geldt. Deze leerlingen ... kunnen een dergelijk spel als<br />

zeer intimiderend en beangstigend ervaren.’ 26<br />

Niettemin hoeft een leerkracht niet iedere gevoeligheid te<br />

ontzien bij het creëren van de gewenste sfeer in de groep.<br />

Een ouderpaar klaagde erover dat hun zoon stelselmatig<br />

vervelend behandeld werd door de leerkracht. Deze was<br />

in de loop van het schooljaar juist in deze groep geplaatst<br />

omdat er een vervelende sfeer hing. Bij de behandeling<br />

van de klacht bleek dat de leerling inderdaad meer dan<br />

gemiddeld terechtgewezen werd en regelmatig uit de klas<br />

gestuurd werd. Naar het oordeel van de Commissie was<br />

dat echter niet zozeer het gevolg van onheus optreden<br />

van de leerkracht als wel van diens pedagogische aanpak:<br />

‘Deze was onmiskenbaar anders dan de leerlingen dat schooljaar<br />

gewend waren en daar was ook alle aanleiding voor.’ 27<br />

Bij niet lesgebonden activiteiten is de sfeer vaak losser<br />

dan tijdens de reguliere schoolweek. Ook in die situaties<br />

blijft de verantwoordelijkheid voor het pedagogisch klimaat<br />

in volle omvang op de professionele begeleiders<br />

rusten. Daarbij is het belangrijk dat de school eventuele<br />

niet-professionele begeleiders van tevoren op een aantal<br />

punten duidelijk instrueert. 28 Bijvoorbeeld over de<br />

manier waarop kinderen tot de orde geroepen worden en<br />

hoe de volwassenen met elkaar omgaan. Afspraken over<br />

het gebruik van alcohol kunnen daaronder vallen en ook<br />

de mate van onderlinge intimiteit. Hoewel het - ook naar<br />

het oordeel van de Commissie - volwassenen vrij staat<br />

om een relatie met elkaar aan te gaan, is daarbij tijdens<br />

een schoolkamp enige terughoudendheid geboden.<br />

Toen er een klacht ingediend werd over de directeur die tijdens<br />

het schoolkamp een relatie met een begeleidende moeder aanknoopte<br />

overwoog de Commissie: ‘... dat voor haar de kern<br />

van de klacht niet is óf er daadwerkelijk een verhouding<br />

gestart is, maar of hiervan leerlingen getuige geweest zijn door<br />

emotioneel en/of erotisch gekleurde gedragingen van verweerder,<br />

die niet in de uitoefening van zijn functie tijdens een<br />

schoolkamp passen.’ 29<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

13


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

14<br />

SANCTIES<br />

Scholen hebben behoefte aan mogelijkheden en middelen<br />

om <strong>corr</strong>igerend op te treden tegen leerlingen die zich niet<br />

aan de afspraken of regels houden. De manier waarop de<br />

school daarmee omgaat behoort in beginsel tot haar eigen<br />

beleidsvrijheid. De Commissie is daarom terughoudend<br />

in de toetsing van opgelegde strafmaatregelen: ‘Voor wat<br />

betreft de ... opgelegde sancties is de Commissie van oordeel<br />

dat dit tot het beleidsterrein van de school behoort. Het is de<br />

Commissie evenwel niet gebleken dat de mogelijke sancties, die<br />

alle helder verwoord zijn in de schoolgids, buitensporig zijn.<br />

De Commissie kan verweerders volgen in de stelling dat een<br />

gestructureerde aanpak door middel van duidelijke, consistente<br />

regelgeving voor lwoo-leerlingen nodig is.’ 30 In dit citaat<br />

staan in grote lijnen de criteria waaraan de <strong>LKC</strong> opgelegde<br />

straffen beoordeelt indien daarover een klacht is ingediend.<br />

De zwaarte van de sanctie dient in juiste verhouding<br />

te staan tot de ernst van het vergrijp. Buitensporig<br />

vond de Commissie verwijdering van een leerling van<br />

een excursie vanwege overtreding van een alcoholverbod.<br />

De Commissie was van oordeel dat er eerder sprake was<br />

van een foutieve inschatting van de leerling van het effect<br />

van alcohol dan van bewust wangedrag. De straf stond<br />

daarom naar het oordeel van de Commissie niet in verhouding<br />

tot het vergrijp. 31<br />

Ook dient de school zorgvuldigheid te betrachten bij het<br />

opleggen van sancties. Zo had de directeur, alvorens een<br />

zevenjarige leerling voor een dag te schorsen, niet alleen<br />

op het verhaal van de leerkracht af moeten gaan, maar<br />

ook de leerling zelf zijn verhaal moeten laten doen.<br />

De overweging daarover: ‘De Commissie onderschrijft de<br />

gedachte dat naarmate de maatregel sneller na de aanleiding<br />

daartoe ten uitvoer wordt gelegd, het effect waarschijnlijk groter<br />

zal zijn. Snelheid dient echter niet ten koste te gaan van de<br />

zorgvuldigheid bij het nemen van de beslissing.’ Omdat het<br />

zo’n jonge leerling betrof was de Commissie overigens ook van<br />

oordeel dat de moeder van het kind in dit geval bij het horen<br />

aanwezig had moeten zijn. 32<br />

SCHORSING EN VERWIJDERING 33<br />

De meest ingrijpende strafmaatregel in de onderwijspraktijk<br />

is het definitief verwijderen van een leerling van<br />

school. Vaak wordt vanwege de, althans in de ogen van de<br />

school, onhoudbare situatie de leerling in afwachting van<br />

de verwijdering de toegang tot de school of de lessen ontzegd<br />

(schorsing).<br />

Omdat in het openbaar onderwijs tegen deze maatregelen<br />

de rechtsmiddelen bezwaar en beroep openstaan, staat de<br />

inhoud van een schorsings- of verwijderingsbesluit bij de<br />

<strong>LKC</strong> niet ter discussie. De Commissie spreekt wel haar<br />

oordeel uit over de bejegeningsaspecten rondom zo’n<br />

besluit. Meermaals 34 heeft de <strong>LKC</strong> uitgesproken dat dergelijke<br />

ingrijpende besluiten zorgvuldig moeten worden<br />

genomen. Dat betekent dat in ieder geval in overeenstemming<br />

met wettelijke voorschriften worden gehandeld.<br />

Zo acht de Commissie het niet vermelden van de mogelijkheid<br />

van het indienen van een bezwaarschrift in strijd<br />

met de zorgvuldigheid en daarom klachtwaardig. Naar<br />

het oordeel van de Commissie dienen de ouders van een<br />

leerling in iedere fase van de verwijderingsprocedure<br />

schriftelijk te worden geïnformeerd. 35<br />

Ook al is de situatie op school onhoudbaar en kan een<br />

oplossing alleen gevonden worden in het nemen van<br />

rigoureuze maatregelen, dan nog dient de school zich<br />

bewust te zijn van de zorgplicht die op haar rust.<br />

Een vader klaagde erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />

onduidelijke redenen voor onbepaalde tijd niet tot de lessen en<br />

de school werd toegelaten. De onduidelijkheid bleek vooral te<br />

wijten aan problemen in de communicatie; problemen overigens<br />

waarin klager zelf (fors) de hand gehad bleek te hebben.<br />

De Commissie stelde vast dat de zoon inderdaad ontoelaatbaar<br />

gedrag had vertoond op school. Zowel uit het belang van<br />

orde en rust op school als uit pedagogisch oogpunt waren<br />

strenge maatregelen op hun plaats. De school besloot de leerling<br />

de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem huiswerkopdrachten<br />

te geven die op school werden nagekeken. De<br />

Commissie onderschreef deze aanpak en kwalificeerde deze<br />

niet als het opleggen van een schorsing. 36 Door het treffen<br />

van deze maatregel kon de situatie tot rust komen zonder dat<br />

de school onmiddellijk naar nog zwaardere middelen hoefde te<br />

grijpen.<br />

Feitelijk bleek er echter na enige tijd nauwelijks meer verschil<br />

met een schorsing, zeker niet toen het verstrekken van huiswerkopdrachten<br />

in het slop raakte. De school heeft nog wel<br />

enige inspanning verricht om de leerling op een goede plaats te<br />

krijgen, maar hij belandde uiteindelijk toch tussen de wal en<br />

het schip. De Commissie was van oordeel dat de school aldus<br />

ernstig tekort was geschoten in het naleven van haar zorgplicht<br />

jegens de leerling. 37<br />

Tot die zorgplicht behoort, ook als er wel sprake is van een formele<br />

schorsing, het aanbieden van schoolwerk dat de leerling<br />

thuis kan maken: ‘Als een leerling wordt geschorst, moet de<br />

school de desbetreffende leerling ... de mogelijkheid bieden om<br />

zo goed en zo kwaad als het kan de lesstof tot zich te nemen.<br />

Dat geldt des te meer als, ... , de geschorste leerling leerplichtig<br />

is.’ 38<br />

BEOORDELINGEN<br />

Dat leerlingen het niet eens zijn met de beoordeling van<br />

het door hen gemaakte werk is van alle tijden. In een aantal<br />

gevallen leidt dat tot een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Het betreft<br />

dan echter wel gevallen, waarin iets bijzonders aan de<br />

hand is: de <strong>LKC</strong> is er niet als beroepsinstantie tegen de<br />

beoordeling van alle overhoringen. Sterker nog: ook in die<br />

gevallen waarin de <strong>LKC</strong> klachten over een beoordeling in<br />

behandeling nam, heeft zij niet die beoordeling zelf - bij<br />

uitstek behorend tot het professionele domein van de<br />

docent - beschouwd, maar wel de manier waarop die<br />

beoordeling tot stand gekomen is.<br />

Niet alledaags was de situatie waarin een docent tegen de<br />

kerstvakantie de school definitief verliet met achterlating<br />

van rapportcijfers voor de leerlingen, maar met medeneming<br />

van de samenstellende delen daarvan. Een leerling<br />

stelde dat een door hem wel ingeleverd werkstuk ten<br />

onrechte als niet ingeleverd (en daarom gehonoreerd met<br />

een 1) was betrokken bij de vaststelling van zijn cijfer.<br />

Aan de vertrokken docent kon geen opheldering meer<br />

worden gevraagd.<br />

De vraag was of de school terecht vasthield aan het door<br />

de docent vastgestelde cijfer. De directie bracht naar voren<br />

dat de leerling geen sluitend overzicht van de door hem<br />

behaalde cijfers kon overleggen. De Commissie kwam tot<br />

het oordeel dat de verantwoordelijkheid voor de registratie<br />

van door de leerlingen behaalde resultaten uitsluitend bij<br />

de school gelegen is. ‘Zo er op dit gebied van de leerlingen<br />

iets verwacht wordt, dient dat een pedagogisch en niet een<br />

bewijsrechtelijk doel.’ 39<br />

Het komt vaker voor dat een onregelmatigheid bij een<br />

proefwerk of tentamen leidt tot toekenning van het<br />

cijfer 1. In sommige omstandigheden kan de docent (of<br />

de docentenvergadering) daar naar het oordeel van de<br />

Commissie niet onverkort aan vasthouden. Een leerling<br />

kwam één rapportpunt tekort om te worden bevorderd<br />

naar 4 gymnasium. Dat kwam onder meer door een<br />

(betwiste) 1 voor een proefwerk. Een verzoek om revisie<br />

van de bevorderingsbeslissing was afgewezen. De<br />

Commissie vond zo’n cijfer van dien aard dat het in de<br />

rede ligt over de juistheid daarvan iedere twijfel weg te<br />

nemen. Het advies luidde om alsnog een revisievergadering<br />

te beleggen. 40<br />

Dat bepaalde ongewenste gedragingen rondom een proefwerk<br />

of opdracht bestraft worden met toekenning van het<br />

cijfer 1, moet voor de leerlingen van tevoren duidelijk zijn.<br />

De leerling die zich niet op de juiste wijze ziek had<br />

gemeld op de dag dat hij een presentatie moest verzorgen<br />

en op die grond een 1 kreeg, klaagde daar met succes over:<br />

‘Het feit dat (de leerling) vooraf onvoldoende duidelijk is<br />

gemaakt wat de gevolgen zouden zijn van vluchtgedrag in<br />

combinatie met de ingrijpende gevolgen van de straf, zou<br />

reden moeten zijn geweest voor het bevoegd gezag om het eerder<br />

gegeven cijfer niet te handhaven.’ 41<br />

30 <strong>LKC</strong> 01.020<br />

31 <strong>LKC</strong> 01.018; dat de ouders van de naar huis gestuurde leerling<br />

niet vooraf op de hoogte waren gebracht van het naar huis sturen<br />

achtte de Commissie eveneens klachtwaardig.<br />

32 <strong>LKC</strong> 02.045<br />

33 In het Jaarverslag 2002 is aandacht besteed aan de verhouding<br />

tussen het indienen van een klacht en de mogelijkheid van bezwaar<br />

en beroep.<br />

34 Bijvoorbeeld in <strong>LKC</strong> 02.029, waar de gang van zaken rondom de<br />

schorsing deel uitmaakte van de klacht. Vaker ook stuit de<br />

Commissie op onregelmatigheden en wijdt zij daar een ambtshalve<br />

overweging aan.<br />

35 <strong>LKC</strong> 02.041<br />

36 Onder verwijzing naar een protocol van de Algemene Vereniging van<br />

Schoolleiders, waarin de mogelijkheid genoemd wordt een time-out<br />

maatregel te treffen.<br />

37 <strong>LKC</strong> 03.024<br />

38 <strong>LKC</strong> 02.030; ook al is de communicatie vaak verstoord, rust<br />

niettemin op de school de verplichting deze op gang te houden.<br />

39 <strong>LKC</strong> 03.080; het mocht de leerling overigens niet baten: ook na<br />

aanpassing van het cijfer voldeed hij niet aan de criteria om te<br />

worden bevorderd naar de door hem gewenste klas.<br />

40 <strong>LKC</strong> 01.096; het betrof, zoals wel vaker bij klachten rondom<br />

bevordering, een versnelde behandeling.<br />

41 <strong>LKC</strong> 03.076<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 15


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

16<br />

Bijzonder was de klacht van een docent over een toegekend<br />

cijfer. Zij was het er niet mee eens dat een door haar gegeven<br />

cijfer door een aan de school fungerende geschillencommissie<br />

was verhoogd. De docent ontzegde de leden van die commissie<br />

de deskundigheid om een beoordeling op haar vakgebied te<br />

beoordelen.<br />

De Commissie onderschreef de stelling van de docente dat bij<br />

een vakinhoudelijke beoordeling vak(groep)genoten dienen te<br />

worden betrokken. Een deel van de beoordeling van een werkstuk<br />

heeft echter betrekking op de manier waarop het gemaakt<br />

is. De herbeoordeling was naar het oordeel van de Commissie<br />

op die aspecten gebaseerd. Daarvoor waren wel onderwijskundige<br />

kwaliteiten vereist, maar niet per se vakinhoudelijke. De<br />

klacht was daarom ongegrond. 42<br />

Met enige regelmaat ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten waarin<br />

ouders stellen dat zij nooit op de hoogte zijn gebracht van<br />

achterblijvende leerprestaties van hun kind. Ook uit de<br />

schoolrapporten valt dan niet op te maken dat de leerling<br />

op een ander niveau beoordeeld wordt dan wanneer hij<br />

een gemiddelde ontwikkeling zou doormaken. Dit ‘pedagogisch<br />

cijferen’ vindt plaats om de leerling inzicht te<br />

geven hoe hij scoort ten opzichte van zijn eigen mogelijkheden.<br />

Vaak ook is er sprake van een zogenaamde eigen<br />

42 <strong>LKC</strong> 02.071<br />

43 Hier is sprake van voortschrijdend inzicht: in 1998 huldigde de Commissie<br />

nog de opvatting dat het mogelijk moet zijn om een rapport zodanig op te<br />

stellen dat het zonder mondelinge toelichting inzicht geeft in de resultaten<br />

van de leerling (<strong>LKC</strong> 98.007).<br />

44 <strong>LKC</strong> 03.061 en <strong>LKC</strong> 03.099<br />

45 <strong>LKC</strong> 99.077<br />

46 <strong>LKC</strong> 03.073; hoewel er een extern advies lag dat de school niet gevolgd had,<br />

was de Commissie van oordeel dat de school zorgvuldig genoeg tot haar<br />

besluit was gekomen.<br />

47 <strong>LKC</strong> 03.098<br />

48 <strong>LKC</strong> 01.095<br />

49 <strong>LKC</strong> 01.097<br />

50 <strong>LKC</strong> 03.094<br />

leerlijn voor de leerling, waarbij hij leerstof op een eigen,<br />

van het gemiddelde van de klas afwijkend, niveau krijgt<br />

aangeboden. Deze werkwijze is algemeen geaccepteerd<br />

en ook de Commissie onderschrijft deze manier om leerlingen<br />

te stimuleren. 43 Wel stelt deze manier van becijferen<br />

hoge eisen aan de communicatie tussen school en<br />

ouders: voor de ouders moet duidelijk zijn op welk<br />

niveau hun kind functioneert. 44 Zij mogen door het<br />

opstellen van een stimulerend rapport niet op het verkeerde<br />

been worden gezet. 45<br />

BEVORDERING EN SCHOOLADVIES<br />

Over of niet? Zowel in het primair als in het voortgezet<br />

onderwijs is het een vraag die, vooral tegen het einde van<br />

het schooljaar, steeds meer op de voorgrond komt te<br />

staan. Aan het einde van de basisschool en van de<br />

periode van basisvorming in het VO doet zich ook nog<br />

eens de vraag voor welk vervolg er aan het tot dan toe<br />

genoten onderwijs gegeven gaat worden. Gelet op de<br />

belangen die ermee gemoeid zijn en de soms hoge verwachtingen<br />

die leerlingen en hun ouders hebben van de<br />

schoolloopbaan, is het niet verwonderlijk dat regelmatig<br />

klachten over de gang van zaken rondom deze beslissingen<br />

aan de <strong>LKC</strong> worden voorgelegd.<br />

De Commissie is, net als bij het beoordelen van gegeven<br />

cijfers, terughoudend in haar toetsing. In de klacht over<br />

het niet bevorderen van een leerling van groep 2 naar<br />

groep 3 (primair onderwijs) zette zij de criteria op een rij:<br />

‘Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen zonder deugdelijk<br />

te zijn voorbereid of indien de beschikbare gegevens kennelijk<br />

tot een andere beslissing hadden dienen te leiden, zal<br />

een klacht hierover gegrond verklaard worden. Van een<br />

ondeugdelijke voorbereiding kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld)<br />

geen overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />

indien wel beschikbare gegevens niet bij het nemen<br />

van de beslissing zijn betrokken of indien geen extern advies is<br />

ingewonnen terwijl daarvoor wel een duidelijke aanleiding<br />

bestond. Bij het beoordelen van de vraag of de beschikbare<br />

gegevens tot een bepaalde beslissing moeten leiden beschikt de<br />

school over een ruime mate van professionele vrijheid.’ 46<br />

Met name in het basisonderwijs doet zich ook de situatie<br />

voor dat het juist de ouders zijn die erop aandringen dat<br />

hun kind een jaar langer in dezelfde groep blijft.<br />

Twee (gescheiden) ouders verschilden met elkaar van<br />

mening over de vraag of hun dochter groep 8 zou moeten<br />

overdoen of niet. Het schoolteam was al net zo verdeeld.<br />

De Cito-uitslag wees allerminst in de richting van een<br />

verlengde periode op de basisschool. Niettemin waren de<br />

groepsleerkracht en de moeder van mening dat de sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling van de leerling gebaat zou<br />

zijn bij zo’n verlenging. Aldus geschiedde, tot ongenoegen<br />

van de vader. De <strong>LKC</strong> overwoog dat het op de weg<br />

van de school ligt om op een professionele manier een<br />

zorgvuldige afweging te maken en de gemaakte keuze te<br />

motiveren. 47<br />

In het voortgezet onderwijs liggen bevorderingsnormen<br />

doorgaans vast in de schoolgids of een ander document<br />

dat aan de leerlingen en hun ouders ter beschikking<br />

wordt gesteld. Het spreekt voor zich dat deze vastgelegde<br />

normen in beginsel doorslaggevend zijn bij een beslissing<br />

tot bevordering. Is echter besloten om een leerling te<br />

bespreken in een revisievergadering, dan gaat het niet<br />

aan uitsluitend de cijfermatige normering bij de besluitvorming<br />

te betrekken: dan dienen alle relevante belangen<br />

en omstandigheden te worden beoordeeld. 48<br />

In de normering bevindt zich altijd wel een grijs gebied,<br />

de verblijfplaats van de zogeheten ‘bespreekgevallen’. Een<br />

ouderpaar klaagde erover dat de school geen objectieve<br />

en doorzichtige criteria hanteerde bij de beslissing om<br />

hun dochter niet naar 4 gymnasium te bevorderen. De<br />

docentenvergadering had vooral de werkhouding van de<br />

leerling aan de beslissing ten grondslag gelegd. Het<br />

gebruik van onder meer het criterium ‘werkhouding’<br />

stond, naast bijvoorbeeld ‘zelfreflectie’, en ‘zelfstandigheid’<br />

vermeld in het voor bevordering geldende normenboek.<br />

Doordat iedere docent in de vergadering een eigen<br />

inbreng heeft en zijn of haar mening over het leren en<br />

presteren van de leerling geeft, ontstaat volgens de<br />

Commissie een voldoende geobjectiveerd beeld.<br />

‘Anders dan klagers heeft de Commissie op het hanteren van<br />

deze criteria dan ook geen kritiek.’ 49<br />

Een bijzondere categorie besluiten betreft het schooladvies<br />

aan het einde van de basisschool. In combinatie<br />

met (meestal) de Cito-score is dit advies bepalend voor de<br />

toelating tot het voortgezet onderwijs. De leerkracht die<br />

volhield dat de ouders volledig vrij waren in hun keuze<br />

voor voortgezet onderwijs voor hun dochter had formeel<br />

wel gelijk: het staat ouders vrij om hun kind waar dan<br />

ook aan te melden. De leerkracht was echter ook op de<br />

hoogte van het toelatingsbeleid van de door de ouders en<br />

hun dochter beoogde school. Zonder positief schooladvies<br />

zou de leerling daar niet worden toegelaten. Die kennis<br />

had hij met de ouders en hun dochter moeten delen<br />

vond de Commissie: ‘Door de bij hem bekende informatie<br />

over de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />

VO-school niet of niet volledig met klagers te delen, heeft verweerder<br />

bij hen ten onrechte de indruk gewekt dat hun<br />

mening doorslaggevend zou zijn... .’ 50<br />

De ouders die erover klaagden dat hun dochter niet een<br />

jaar langer op de basisschool mocht blijven om een (door<br />

hen veronderstelde) leerachterstand weg te werken, zagen<br />

hun klacht ongegrond verklaard. De uitkomsten van alle<br />

toetsen en het schooladvies (VMBO, basisberoepsgerichte<br />

leerweg) lagen op één lijn. Het advies was daarom naar<br />

het oordeel van de Commissie voldoende onderbouwd en<br />

consistent. De Commissie nam met instemming kennis<br />

van het feit dat de leerling niettemin in de gelegenheid<br />

gesteld werd groep 8 nogmaals te volgen. Zoals al eerder<br />

vermeld is het soms goed genoegen te nemen met een<br />

‘second-best’-oplossing als door tegenstand van (bijvoorbeeld)<br />

ouders de beste oplossing niet haalbaar is.<br />

Of de school daartoe overgaat behoort ook tot haar eigen<br />

professionele beoordeling: een klacht hierover zal de<br />

Commissie alleen dan gegrond verklaren als de school<br />

niet in redelijkheid tot die beslissing heeft kunnen<br />

komen (marginale toetsing).<br />

CONCLUSIE<br />

Veel ouders kiezen een school vanwege de onderwijskundige<br />

en/of de opvoedkundige filosofie. Het is een van de<br />

mogelijkheden voor scholen om zich te onderscheiden<br />

van andere. Directies en docenten leggen er vaak eer in<br />

om die filosofie in de praktijk te brengen. Waar mensen<br />

zozeer betrokken zijn op hetzelfde, het beste onderwijs<br />

voor hun kinderen/leerlingen, kunnen niet alleen hechte<br />

bondgenootschappen, maar ook de diepste verschillen<br />

van mening ontstaan. Klachten over deze materie bieden<br />

vaak inzicht in de enorme betrokkenheid van zowel de<br />

klagers als de verweerders.<br />

De <strong>LKC</strong> is in beginsel terughoudend bij het toetsen van<br />

het professionele handelen van leerkrachten en directies.<br />

Bij het uitoefenen van hun belangwekkende en verantwoordelijke<br />

werkzaamheden moeten zij over handelingsvrijheid<br />

kunnen beschikken. Hebben zij die niet of wordt<br />

al hun doen en laten achteraf op een goudschaaltje gewogen,<br />

dan leidt dat tot passiviteit en defensief handelen.<br />

En dat gaat weer ten koste van de creativiteit die vereist is<br />

om kinderen in de richting van volwassenheid te begeleiden.<br />

De <strong>LKC</strong> betrekt daarom niet alleen het resultaat van<br />

het professionele handelen in haar beoordeling, maar<br />

meer nog de weg waarlangs dat resultaat is bereikt. Zo<br />

probeert de <strong>LKC</strong> invulling te geven aan haar opdracht een<br />

positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het<br />

onderwijs.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 17


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

18<br />

Organisatie en werkwijze<br />

van de <strong>LKC</strong><br />

I NLEIDING<br />

Net als de bij haar aangesloten scholen is de <strong>LKC</strong> een<br />

lerende organisatie. Hoewel de hoofdlijn van behandeling<br />

van klachten in het vijfjarige bestaan niet is gewijzigd,<br />

heeft de Commissie aan de hand van opgedane ervaringen<br />

op die lijn wel verfijningen en nuanceringen aangebracht.<br />

Grof geschetst ziet de procedure van klachtbehandeling er<br />

als volgt uit. Een klacht wordt behandeld door een<br />

Commissie die bestaat uit drie personen, te weten een<br />

voorzitter en twee leden. In het totaal bestaat de <strong>LKC</strong> uit<br />

zes voorzitters en elf leden. Indien de klacht daar aanleiding<br />

toe biedt - bijvoorbeeld in geval van discriminatie of<br />

ongewenste intimiteiten - zit er tenminste één lid met<br />

een specifieke deskundigheid in de Commissie.<br />

Een klacht wordt door het secretariaat in samenspraak<br />

met de voorzitter van de behandelende Commissie<br />

samengevat. Deze samenvatting is het uitgangspunt van<br />

de verdere behandeling. Degene tegen wie de klacht<br />

gericht is (in de stukken van de commissie verweerder<br />

genoemd) ontvangt een verzoek van de <strong>LKC</strong> om schriftelijk<br />

verweer te voeren tegen de klacht. In beginsel krijgen<br />

verweerders drie weken de tijd om hun verweerschrift in<br />

te dienen. Beide partijen ontvangen, hoge uitzonderingen<br />

daargelaten, afschrift van alle stukken die door de andere<br />

partij of door derden aan de Commissie zijn toegestuurd.<br />

In de volgende fase vindt de mondelinge behandeling van<br />

de klacht plaats. Partijen worden op een zitting van de<br />

Commissie in de gelegenheid gesteld hun standpunt<br />

nader toe te lichten en op dat van de andere partij te reageren.<br />

De Commissie hoort eventuele getuigen of deskundigen<br />

en ook stelt zij vragen aan de partijen. Na de<br />

zitting beraadt zij zich in beslotenheid (raadkamer) over<br />

de gegrondheid van de klacht en het advies dat zij aan het<br />

bestuur van de school uit zal brengen. Binnen vier weken<br />

na de zitting (indien nodig met eenmaal vier weken te<br />

verlengen) brengt de Commissie haar advies uit aan het<br />

bevoegd gezag. De klager en de verweerder(s) ontvangen<br />

afschrift van het advies. Het bevoegd gezag dient ten slot-<br />

te binnen vier weken aan de klager en aan de Commissie<br />

te laten weten of het instemt met het oordeel over de<br />

gegrondheid en of het de eventuele aanbevelingen overneemt.<br />

Al met al duurt de behandeling van een klacht op de<br />

beschreven manier ongeveer drie maanden. Het<br />

Reglement van de <strong>LKC</strong> bevat echter een bepaling die het<br />

mogelijk maakt een klacht versneld te behandelen indien<br />

de daarbij betrokken belangen daartoe aanleiding bieden.<br />

In dat geval worden alle termijnen verkort om aan de<br />

behoefte aan een snel advies te kunnen voldoen. Meestal<br />

kunnen de betrokkenen één dag na de zitting al mondeling<br />

op de hoogte worden gebracht van het oordeel van de<br />

Commissie. In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> zes klachten versneld<br />

behandeld.<br />

S TUDIEDAG<br />

Jaarlijks belegt de <strong>LKC</strong> een studiedag waarop een onderwerp,<br />

waarmee de Commissie regelmatig te maken heeft,<br />

verder wordt uitgediept. In dat kader reisde de <strong>LKC</strong> op<br />

29 oktober <strong>2003</strong> af naar Almere om daar kennis te<br />

nemen van de manier waarop de Bestuurscommissie<br />

Openbaar Onderwijs Almere vorm heeft gegeven aan de<br />

leerlingenzorg in die gemeente. De Bestuurscommissie<br />

bestrijkt, net als de <strong>LKC</strong>, zowel het primair als het voortgezet<br />

en het voortgezet speciaal onderwijs. Daardoor was<br />

het voor de Commissie mogelijk veel zaken, die bij de<br />

klachtbehandeling regelmatig aan de orde komen, in de<br />

werkelijkheid en van dichtbij te aanschouwen.<br />

In groepjes bezochten de Commissieleden en de medewerkers<br />

van het secretariaat van de Commissie enkele<br />

basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs,<br />

een Praktijkschool, een school voor voortgezet onderwijs<br />

en een orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC,<br />

een school waar leerlingen aanvullend op de basisschool<br />

voorbereid worden op het voortgezet onderwijs). Met<br />

directeuren, intern leerlingbegeleiders en docenten werd<br />

bekeken en besproken hoe de zorg op de scholen is georganiseerd<br />

en hoe dat in de praktijk uitpakt.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 19


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

20<br />

Wat de Commissie in de eerste plaats is opgevallen is de<br />

bevlogenheid waarmee de individuele leerkrachten en de<br />

teams op de scholen aan het werk zijn. Ook waren de<br />

leerlingen veel rustiger aan het werk dan de meeste<br />

bezoekers verwacht hadden.<br />

De gedachte achter Weer Samen Naar School blijkt in<br />

Almere te zijn aangeslagen: zorgleerlingen worden waar<br />

mogelijk begeleid zonder hen uit het reguliere onderwijs<br />

te halen. Zowel op de basisscholen als in het voortgezet<br />

onderwijs wordt intensief aandacht besteed aan de zorgleerlingen<br />

(10 tot 15% van de totale schoolpopulatie).<br />

Voornamelijk met behulp van interne leerlingbegeleiding,<br />

ambulante ondersteuning en leerwegondersteuning worden<br />

zij binnen het reguliere onderwijs begeleid.<br />

Op basis van door de scholen aangegeven behoeften stelt<br />

de Bestuurscommissie kadernotities op die voor meer<br />

jaren gelden. Uitgangspunt daarbij is dat het bestuur<br />

investeert in mensen in het onderwijs. Op deze manier<br />

probeert het bestuur de omvang en de kwaliteit van de<br />

extra zorg aan leerlingen voor langere tijd te borgen.<br />

Het streven is om een doorlopende lijn aan te brengen<br />

tussen het primair en het voortgezet onderwijs. Dat is<br />

nog te vaak afhankelijk van de persoon van de leerkracht<br />

of de intern leerlingbegeleider. Men verwacht dat het<br />

geautomatiseerd opslaan van alle leerlinggegevens het<br />

mogelijk zal maken de overdracht te verbeteren.<br />

Over de rol van de <strong>LKC</strong> bij het verhogen van de kwaliteit<br />

van het onderwijs merkte één van de praktijkmensen op<br />

dat de adviezen vaak te abstract en te moeilijk geformuleerd<br />

zijn. Ook de informatie over de werkwijze en de<br />

mogelijkheden van de klachtencommissie zou in voor<br />

iedereen begrijpelijke taal moeten worden opgesteld.<br />

Ouders die naar de <strong>LKC</strong> stappen voelen zich volgens de<br />

mensen in het veld vaak niet begrepen. Dat komt ook<br />

terug in de adviezen van de <strong>LKC</strong>. De mensen in het<br />

veld hebben behoefte aan aanwijzingen over mogelijkheden<br />

om de communicatie met juist deze ouders open te<br />

houden.<br />

Tot slot vroeg één van de aanwezigen voor een open oog,<br />

ook bij de <strong>LKC</strong>, voor de problematische situatie waarin<br />

veel zorgleerlingen zich bevinden. Zij hebben niet alleen<br />

op school te kampen met (soms grote) problemen, maar<br />

ook buiten school. Uit de adviezen van de <strong>LKC</strong> blijkt niet<br />

altijd dat deze zich daar bewust van is. Het advies van<br />

deze praktijkman luidde om goed te blijven kijken naar<br />

oorzaken en gevolgen.<br />

De Commissie heeft de studiedag als buitengewoon leerzaam<br />

ervaren. Het was goed om ook (of juist) buiten een<br />

klachtsituatie kennis te nemen van de praktijk die zo vaak<br />

aan de Commissie ter beoordeling wordt voorgelegd. Aan<br />

het eind van de dag bedankte de Commissie niet alleen<br />

de Bestuurscommissie voor de perfecte voorbereiding en<br />

invulling van de dag, maar ook alle scholen en hun medewerkers<br />

die het mogelijk maakten dat de Commissie deze<br />

kijk in de keuken - in een enkel geval ook letterlijk - kon<br />

nemen.<br />

AMBTSHALVE OVERWEGINGEN EN AANBEVELINGEN<br />

De primaire taak van de <strong>LKC</strong> is zich uit te laten over de gegrondheid van een klacht. De manier waarop de<br />

Commissie de ingediende klachten ter hand neemt is hier boven in de inleiding beschreven. Een selectie van de in<br />

<strong>2003</strong> verstrekte adviezen treft u in Hoofdstuk 3 van dit <strong>jaarverslag</strong>.<br />

Bij de klachtbehandeling stuit de Commissie ook regelmatig op zaken waarover niet geklaagd is, maar die wel<br />

vraagtekens oproepen. Indien er enig verband met de klacht is en het past in het verloop van de klachtbehandeling<br />

besteedt de Commissie daar ter zitting vaak al aandacht aan. Deze onderwerpen kunnen ook terugkomen in de<br />

adviezen van de Commissie ook al handelde de klacht er niet over. De Commissie besteedt daar dan, zoals zij dat<br />

noemt, ambtshalve aandacht aan.<br />

De eerste ambtshalve overwegingen en aanbevelingen gingen voornamelijk over de klachtbehandeling in een eerder<br />

stadium en alles wat daarmee samenhangt. 1 Het was dan ook nog kort na de invoering van de Kwaliteitswet, die<br />

(onder meer) de verplichting tot aansluiting bij een klachtencommissie regelde.<br />

Inmiddels bevatten de adviezen van de <strong>LKC</strong> in toenemende mate ambtshalve overwegingen en aanbevelingen die<br />

ook over andere onderwerpen dan de klacht gaan. Zo heeft de Commissie in <strong>2003</strong> buiten de klacht om aandacht<br />

besteed aan de verplichting tot het toepassen van hoor en wederhoor alvorens na een incident maatregelen te treffen,<br />

de noodzaak tot schriftelijke verslaglegging van gesprekken met ouders, de ontvankelijkheid als een klacht eerder<br />

door het bevoegd gezag is behandeld en heeft zij in één geval ambtshalve geadviseerd een mediator in te schakelen. 2<br />

Door het opnemen van deze ambtshalve overwegingen en aanbevelingen geeft de <strong>LKC</strong> inhoud aan haar taak:<br />

Door het geven van een oordeel over de gegrondheid van een concrete klacht een bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering<br />

van het onderwijs in het algemeen.<br />

KLACHTEN OVER HET OVERBLIJVEN<br />

Ook tijdens het overblijven op school gaan er wel eens dingen mis die uiteindelijk leiden tot een klacht. Problemen<br />

over het overblijven worden in eerste instantie vaak bij de groepsleerkracht en/of de directeur aangekaart. Als dat<br />

niet leidt tot een oplossing en er een klacht bij de <strong>LKC</strong> wordt ingediend, is deze over het algemeen gericht tegen de<br />

directeur.<br />

Helemaal vanzelfsprekend is dat niet. Artikel 45 van de Wet op het primair onderwijs luidt:<br />

Het bevoegd gezag stelt leerlingen in de gelegenheid onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het<br />

terrein van de school door te brengen. De kosten die hieruit voortvloeien komen voor rekening van de ouders, voogden<br />

of verzorgers. Het bevoegd gezag kan de overblijfmogelijkheid zelf organiseren. Indien leerlingen van de mogelijkheid<br />

bedoeld in de eerste volzin gebruik maken, draagt het bevoegd gezag zorg voor een verzekering tegen wettelijke<br />

aansprakelijkheid. (…)<br />

In veel gevallen wordt het overblijven georganiseerd door de Ouderraad en beperkt de school zich tot het beschikbaar<br />

stellen van de ruimte om over te blijven. Niet zelden is het verweer tegen een ingediende klacht dan ook dat<br />

het voorval dat tot de klacht geleid heeft niet onder de verantwoordelijkheid van de school valt. Een enkele keer heeft<br />

dat verweer succes gehad. Het bestuur van de overblijf had besloten dat een leerling die regelmatig voor problemen<br />

zou zorgen niet meer mocht overblijven. De moeder van de jongen diende daarop een klacht in die gericht was<br />

tegen de directeur. De <strong>LKC</strong> oordeelde echter dat deze geen verantwoordelijkheid droeg voor het besluit en dat de<br />

moeder haar klacht tegen het bestuur had moeten richten. 3<br />

Latere adviezen van de <strong>LKC</strong> bevatten een meer materiële benadering, inhoudende dat indien de school zich op enigerlei<br />

wijze met het overblijven bemoeit, zij daar ook op aangesproken kan worden. Een ouder klaagde erover dat er<br />

tijdens het overblijven te weinig toezicht was en dat zich al een tweetal incidenten had voorgedaan. De directeur<br />

verweerde zich door te stellen dat er, naast de overblijfouders, steeds een leerkracht op de achtergrond toezicht hield<br />

en dat leerlingen na geconstateerde overtreding van de regels bestraft werden. De directie overlegde regelmatig met<br />

het bestuur van de overblijf over de gang van zaken.<br />

De <strong>LKC</strong> oordeelde dat de klacht gegrond was omdat er te weinig toezicht op de overblijvers gehouden werd. Zij<br />

achtte de directie van de school daarvoor verantwoordelijk: zeker na een eerder incident had deze tot bijzondere<br />

voorzichtigheid moeten manen, ook al was zij formeel-juridisch niet verantwoordelijk voor het overblijven. 4<br />

1 Bijvoorbeeld <strong>LKC</strong> 99.077 over het opnemen van de klachtenregeling in de schoolgids,<br />

een vaak terugkerende overweging van de Commissie.<br />

2 Respectievelijk <strong>LKC</strong> 03.008, 03.020, 03.074, 03.029 en 03.073.<br />

3 <strong>LKC</strong> 99.059<br />

4 <strong>LKC</strong> 02.098<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 21


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

22<br />

VARIA<br />

Vertegenwoordiging ter zitting van verweerders<br />

Partijen die bij een klacht zijn betrokken kunnen zich laten bijstaan door een gemachtigde. Ook als er sprake is<br />

van meerdere verweerders, de klacht is bijvoorbeeld gericht tegen de directie en het bevoegd gezag, komt het voor dat<br />

een van de verweerders zich ter zitting laat vertegenwoordigen door een andere verweerder. Deze laatste voert dan<br />

namens beiden verweer. In beginsel is daar niets op tegen. Wel stelt de Commissie het ten zeerste op prijs indien zij<br />

na afloop van de zitting zo volledig mogelijk geïnformeerd is over de aangelegenheid waarover zij advies gaat uitbrengen.<br />

Wanneer een klacht dan ook gaat over feitelijke aangelegenheden heeft het sterk de voorkeur dat diegenen<br />

die daar zelf bij aanwezig waren, en er dus uit de eerste hand verklaringen over kunnen afleggen, de zitting van de<br />

Commissie bijwonen.<br />

Wraking en verschoning<br />

Het Reglement van de <strong>LKC</strong> 5 bevat een bepaling over wraking en verschoning. Wraking is aan de orde indien één<br />

van de partijen van mening is dat er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de<br />

Commissie schade zou kunnen leiden. In geval van verschoning is een commissielid zelf die mening toegedaan en<br />

verzoekt daarom van de behandeling van de klacht te worden ontheven.<br />

In <strong>2003</strong> is één maal een verzoek tot wraking ingediend. Een zittingvoorzitter had zich volgens klagers tijdens de<br />

zitting partijdig opgesteld. Een dag na de zitting deelden zij de Commissie mee zeer ontevreden te zijn over het verloop<br />

van de zitting, in het bijzonder over het optreden van de voorzitter. Zij dienden een verzoek tot wraking in.<br />

De Commissie kwam na het afluisteren van gedeelten van de geluidsopname, die van de zitting gemaakt was, tot<br />

het oordeel dat sommige uitspraken ter zitting wellicht minder gelukkig waren, maar dat er van partijdigheid geen<br />

sprake was. Het verzoek om wraking werd daarom afgewezen.<br />

Termijnen<br />

De gemachtigde van een klager heeft zich tot de <strong>LKC</strong> gewend met vragen over termijnen voor het indienen van<br />

stukken. Hij vond dat hem te weinig tijd gegund was tussen de ontvangst van het verweerschrift en de zitting.<br />

Overleg met zijn cliënt bleek daardoor niet of nauwelijks mogelijk.<br />

Hoewel de <strong>LKC</strong> de hand had gehouden aan de reglementaire termijnen, heeft zij wel besloten om waar mogelijk<br />

tegemoet te komen aan de opgeworpen bezwaren, bijvoorbeeld door klachten zo snel mogelijk na ontvangst in<br />

behandeling te nemen. Het gevolg daarvan is bijna altijd dat er meer tijd zit tussen de ontvangst van het verweerschrift<br />

en de geplande zitting. Voor nadere stukken, zoals getuigenverklaringen en dergelijke, die kort voor de zitting<br />

maar wel tijdig worden ingediend, biedt deze werkwijze geen soelaas. Bij een volgende wijziging van het Reglement<br />

zullen alle daarin genoemde termijnen nog eens tegen het licht worden gehouden.<br />

Brochures over klachten in het onderwijs<br />

In <strong>2003</strong> zag een tweetal brochures over klagen in het onderwijs het licht. Met financiële steun van het Ministerie<br />

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gaf een aantal ouderorganisaties een handreiking uit voor ouders met<br />

een klacht over het onderwijs. De werkgeversorganisaties richtten zich met de uitgave “Klachten voorkomen” tot de<br />

scholen. In beide uitgaven wordt alle betrokkenen bij een klacht nadrukkelijk geadviseerd de hakken niet te stevig in<br />

het zand te plaatsen en zoveel mogelijk te blijven communiceren. 6<br />

5 Het Reglement is evenals het Instellingsbesluit te vinden op de website lgc-lkc.nl<br />

6 Tenzij de aard van de klacht zich daar niet toe leent. Een beschuldiging ter zake<br />

van een zedendelict laat zich niet in een gesprek oplossen.<br />

O NTWIKKELINGEN BINNEN DE C OMMISSIE EN HET SECRETARIAAT.<br />

Ook in dit verslagjaar is de samenstelling van de Commissie niet gewijzigd. Wel hebben zich wederom enkele wijzigingen<br />

in het personeelsbestand van het secretariaat van de Commissie voorgedaan. Mevrouw M.R. Backer is met<br />

ingang van 1 januari <strong>2003</strong> benoemd tot secretaris van de <strong>LKC</strong> en in die hoedanigheid belast met de verantwoordelijkheid<br />

voor de ondersteuning van de Commissie. Mevrouw E.J.J. Kits Nieuwenkamp is als adjunct-secretaris werkzaam<br />

geweest vanaf 15 januari <strong>2003</strong>. Mevrouw I.M. Speel, eveneens adjunct-secretaris, heeft het secretariaat per<br />

1 juli <strong>2003</strong> verlaten. Met ingang van 15 september <strong>2003</strong> heeft mevrouw P.E. van Althuis haar plaats ingenomen.<br />

Vanwege deze wisselingen en enige onderbezetting heeft het secretariaat gedurende de<br />

tweede helft van het jaar op bescheiden schaal gebruik gemaakt van juristen op detacheringsbasis. Mede daardoor<br />

is voorkomen dat de werkvoorraad aan het einde van het jaar onacceptabel hoog uit zou komen. In bijlage A van<br />

dit verslag valt te lezen dat het aantal onderhanden dossiers aan het einde van <strong>2003</strong> exact even hoog was als een<br />

jaar daarvoor (29).<br />

DE AANSLUITING BIJ DE <strong>LKC</strong><br />

Nog steeds is er sprake van een groei van zowel het aantal bij de <strong>LKC</strong> aangesloten scholen als van het aantal leerlingen<br />

op de aangesloten scholen. Het aantal scholen groeide met 71 tot 2446. Verreweg de meeste daarvan, 2182,<br />

zijn openbare basisscholen. Op de aangesloten scholen zaten 721.880 leerlingen (in 2002: 675.150). Het aantal<br />

aangesloten besturen is met 21 afgenomen tot 388. Aangenomen mag worden dat de reden hiervoor bestuurlijke<br />

schaalvergroting is.<br />

Het aantal aangesloten samenwerkingsverbanden WSNS is ongewijzigd gebleven (33). Anders dan verwacht hebben<br />

zich geen nieuwe onderwijsbegeleidingsdiensten of muziekscholen aangemeld. De <strong>LKC</strong> heeft binnen deze groep<br />

in <strong>2003</strong> ook niet actief geworven.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 23


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

24<br />

Uitkomst van de door de <strong>LKC</strong><br />

in <strong>2003</strong> afgewikkelde klachten<br />

INLEIDING<br />

Zoals ieder jaar heeft de <strong>LKC</strong> een selectie gemaakt van de<br />

in het verslagjaar uitgebrachte adviezen. De daaraan ten<br />

grondslag liggende klachten zijn hetzij representatief voor<br />

het soort klachten in het algemeen, hetzij opmerkelijk<br />

genoeg om hier weer te geven.<br />

De klachten worden weergegeven in sterk samengevatte<br />

vorm. Alleen de essentie van het advies wordt weergegeven,<br />

waardoor de lezer snel een overzicht kan krijgen van<br />

de soort klachten die de <strong>LKC</strong> krijgt voorgeschoteld. Het<br />

spreekt voor zich dat een dergelijke verkorte weergave in<br />

de meeste gevallen geen recht doet aan alle nuances van<br />

de klacht en het advies daarover. Deze zijn wel terug te<br />

vinden in de weergave op de website www.lgc-lkc.nl: de<br />

adviezen worden daar uitgebreider samengevat met in<br />

beginsel opname van de volledige overwegingen van de<br />

Commissie. Het beleid van de <strong>LKC</strong> is om de uitgebrachte<br />

adviezen niet eerder dan na drie maanden op de website<br />

te publiceren. In de loop der jaren is daarin achterstand<br />

ontstaan. De inspanningen blijven er op gericht om alle<br />

uitgebrachte adviezen (geanonimiseerd) te publiceren.<br />

Van nagenoeg alle in de tekst van dit <strong>jaarverslag</strong> opgenomen<br />

adviezen zijn inmiddels samenvattingen op de<br />

website geplaatst.<br />

Evenals in voorgaande jaren zijn het voornamelijk in<br />

<strong>2003</strong> ouders/verzorgers geweest die klachten hebben<br />

ingediend. Gelet op de aard van de meeste klachten,<br />

pedagogisch-didactische begeleiding en communicatie,<br />

hoeft dat geen verwondering te wekken. Opvallend is dat<br />

het aantal werknemers dat de weg naar de <strong>LKC</strong> weet te<br />

vinden gestaag groeit. Daardoor maken zij gebruik van de<br />

mogelijkheid die niet alleen de Kwaliteitswet, maar ook de<br />

door een groot aantal onderwijsorganisaties ontworpen<br />

modelklachtenregeling hen biedt.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 25


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

26<br />

Communicatie<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> een viertal klachten over de communicatie tussen school en<br />

ouders/leerlingen. Hoewel communicatie per definitie meerzijdig is, legt de <strong>LKC</strong><br />

op de professionele betrokkene bij een conflict een extra verantwoordelijkheid voor<br />

het openhouden of herstellen van de communicatie. In de vier beschreven gevallen<br />

heeft het daar geheel of ten dele aan geschort. Van de vijftien klachten die de<br />

<strong>LKC</strong> in <strong>2003</strong> op dit gebied heeft behandeld zijn er vijf ongegrond verklaard.<br />

Gebrekkige communicatie tussen ouder en<br />

directeur 1<br />

INHOUD KLACHT<br />

De vader is werkzaam als vrijwilliger op een school. Hij<br />

klaagt erover dat de directie heeft nagelaten te voorkomen<br />

dat hij in een situatie is terecht gekomen waarin<br />

hij zich zonder bijstand van een leerkracht of van andere<br />

vrijwilligers, heeft moeten verweren tegen een agressieve<br />

mede-ouder en haar zoon. Het voorval deed zich<br />

voor op het voetbalveld van de school. De directie heeft<br />

aan de vader, in de voorlichting aan alle andere ouders,<br />

vechtersgedrag toegeschreven. De directeur heeft geweigerd<br />

in te gaan op het verzoek van de vader om rectificatie<br />

daarvan.<br />

De directie heeft de vader kort na het incident niet volgens<br />

afspraak op school, maar alleen op het politiebureau<br />

te woord willen staan, hetgeen hij als misplaatst en<br />

grievend heeft ervaren.<br />

Het bevoegd gezag heeft hem bij wijze van ordemaatregel<br />

de toegang tot de school ontzegd vanwege zijn<br />

betrokkenheid bij het incident.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het ging hier om een door de school gevraagde vrijwilliger<br />

en een ouder. De Commissie merkt hierbij op dat<br />

op het moment dat een ouder als vrijwilliger binnen de<br />

school behulpzaam is hij tot de medewerkers van de<br />

school behoort. Het had van behoorlijk optreden getuigd<br />

wanneer de directie de vader ook na het voorval als een<br />

medewerker van de school had behandeld.<br />

Gebleken is dat de directie geen onderzoek heeft gedaan<br />

naar wat er op het voetbalveld heeft plaatsgevonden. De<br />

Commissie is van oordeel dat dit wel tot haar verantwoordelijkheid<br />

behoort. Dat er inmiddels een politie-<br />

onderzoek was gestart doet daar niet aan af. Door zelf<br />

na te gaan wat er was gebeurd had de directie de ouders<br />

op juiste wijze kunnen informeren. Op het moment dat<br />

het voor de directie duidelijk was wat er zich had afgespeeld<br />

had zij dit alsnog aan de ouders bekend kunnen<br />

maken. Feitelijk heeft de directie de ouders (onjuist)<br />

voorgelicht zonder de betrokken vrijwilliger/medewerker<br />

van de school (klager) voldoende te horen. Hier<br />

wreekt zich het nalaten van de toepassing van het beginsel<br />

van hoor en wederhoor. Dit klachtonderdeel is dan<br />

ook gegrond. De directie heeft langere tijd een goed<br />

contact met de vader gehad. De vader heeft nooit eerder<br />

fysiek geweld gebruikt en hij stond ook niet bekend als<br />

gewelddadig. De Commissie is van oordeel dat de<br />

opstelling van de directie om de vader alleen op het politiebureau<br />

te woord te staan misplaatst en grievend is.<br />

Vanuit het oogpunt van orde en rust vindt de<br />

Commissie de getroffen maatregel, inhoudende dat de<br />

vader een periode niet op school mocht komen, terecht.<br />

Echter, de rust en orde had op korte termijn hersteld<br />

kunnen worden. Een ordemaatregel voor de duur van<br />

twee maanden is in dit geval niet gerechtvaardigd.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op deze onderdelen deels gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen op het punt van onderzoek<br />

doen naar de situatie op het voetbalveld. Er was niemand<br />

van de school aanwezig toen het voorval plaatsvond.<br />

Onzorgvuldig handelen van groepsleerkracht<br />

tegen leerling en ouder 2<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt over het onzorgvuldige en onbehoorlijke<br />

optreden van de groepsleerkracht jegens haar zoon en<br />

jegens haar als ouder.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De zoon kwam tussen de middag thuis en gaf aan niet<br />

meer naar school te willen. De moeder heeft hierop telefonisch<br />

contact gezocht met de groepsleerkracht. Na de<br />

opmerking ‘voor dit soort flauwekul heb ik geen tijd’<br />

heeft de groepsleerkracht het telefoongesprek abrupt<br />

afgebroken.<br />

‘s Middags is de groepsleerkracht in de klas hierop<br />

teruggekomen. Hij heeft toen duidelijk gemaakt dat hij<br />

het niet leuk vond om in de lunchpauze door een ouder<br />

te worden gebeld, ‘zeker niet voor een hoop onzin, waar<br />

de kinderen zelf schuld aan hadden.’<br />

Dat de groepsleerkracht ‘s middags in algemene zin<br />

klassikaal zijn ongenoegens heeft geuit over het feit dat<br />

hij in zijn lunchpauze is gestoord, vindt de Commissie<br />

klachtwaardig. De leerlingen stonden hier immers buiten.<br />

De groepsleerkracht had tegen degene die hij heeft<br />

gesproken zijn ongenoegens moeten uiten en het daarbij<br />

moeten laten. De klacht is op dit punt gegrond. De<br />

Commissie acht het begrijpelijk dat het gesprek voor de<br />

groepsleerkracht na een hectische ochtend niet op een<br />

gunstig tijdstip kwam. Ondanks dat aan een professional<br />

op het gebied van communicatie met ouders hogere<br />

eisen worden gesteld, ontslaat dit ouders niet van hun<br />

eigen verantwoordelijkheid om een situatie op juiste<br />

wijze in te schatten. De moeder kent haar eigen zoon en<br />

zijn problematiek. Zij had er ook voor kunnen kiezen<br />

om op een ander moment met de groepsleerkracht te<br />

spreken dan tijdens de lunchpauze.<br />

Tevens heeft de groepsleerkracht in een volle klas tegen<br />

de zoon gezegd: ‘let jij eens even op want straks met de<br />

CITO snap je er weer niets van en krijg je weer pijn in<br />

je buikje.’ De zoon vond dit een vervelende opmerking<br />

en heeft dit eerst aan de directeur en later in een briefje<br />

aan de groepsleerkracht kenbaar gemaakt. Gelet op de<br />

vertrouwensrelatie die de groepsleerkracht met de zoon<br />

meende te hebben lijkt het niet aannemelijk dat de<br />

opmerking vervelend bedoeld was.<br />

De groepsleerkracht heeft tenslotte tegen de zoon<br />

gezegd dat hij maar eens op moest houden om thuis<br />

alles tegen zijn moeder te vertellen en dat hij ook niet<br />

naar de directeur moest gaan maar gewoon naar de<br />

groepsleerkracht zelf. De Commissie vindt het niet van<br />

een professionele houding getuigen wanneer een<br />

groepsleerkracht zijn ongenoegen over een ouder tegen<br />

een leerling uit. Wel kan de Commissie zich er in vinden<br />

dat zowel ouders als leerlingen hun vragen, opmerkingen,<br />

ongenoegens etc. in eerste instantie bespreken<br />

met de direct betrokkene en niet voor alles direct de<br />

directeur benaderen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

1 03.011/12, primair onderwijs<br />

2 03.030, primair onderwijs<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 27


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

28<br />

Gebrekkige communicatie 3<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen over de onbehoorlijke en onzorgvuldige<br />

communicatie door de directie en het bevoegd gezag<br />

van de school over de schoolcarrière van hun zoon.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gebleken is dat de communicatie tussen de ouders en<br />

de directie van de school verre van vlekkeloos is verlopen.<br />

Voor de Commissie staat vast dat de ouders daarin<br />

ook een belangrijk aandeel hebben gehad. De directie<br />

heeft een aantal keren telefonisch contact met de ouders<br />

opgenomen. Vaststaat dat beide ouders de Nederlandse<br />

taal niet of slechts zeer beperkt machtig zijn. De directie<br />

was daarvan op de hoogte aangezien er bij de gesprekken<br />

die zij met de ouders voerde altijd iemand aanwezig<br />

moest zijn die als tolk op kon treden.<br />

De Commissie twijfelt ernstig aan de effectiviteit van<br />

het voeren van telefoongesprekken met ouders die de<br />

Nederlandse taal niet of in slechts in beperkte mate<br />

beheersen. In die gevallen waarin dat onvermijdelijk<br />

was, had de directie zich er (achteraf) van dienen te vergewissen<br />

of haar gesprekspartner begrepen had wat er<br />

besproken was. Ondanks alle problemen in de communicatie<br />

met de ouders had de directie hen ook steeds<br />

schriftelijk dienen te informeren over de stand van<br />

zaken, haar voornemens en de te verwachten gevolgen<br />

daarvan voor het vervolg van de schoolcarrière van hun<br />

zoon. Er zijn van de gevoerde gesprekken geen verslagen<br />

gemaakt. Hierdoor is niet vast te stellen wat er precies<br />

besproken en eventueel afgesproken is; ook tussen<br />

partijen zelf kan daarover verschil van mening ontstaan.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag van de<br />

school om met de directie van de school de wijze van<br />

communiceren en de verslaglegging daarvan te bespreken.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Onvolledige informatie gegeven aan ouders<br />

door directeur 4<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur van de school<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld ten opzichte van hen.<br />

De directeur heeft de vader en een andere ouder bij<br />

hem uitgenodigd voor een gesprek. Hij heeft hen van<br />

elkaars aanwezigheid tijdens dat gesprek niet vooraf<br />

op de hoogte gebracht.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft tegen het klachtonderdeel dat betrekking<br />

heeft op het gesprek tussen de vader en de andere<br />

ouder ingebracht dat hij de risico’s van tevoren heeft<br />

ingeschat. Hij dacht niet dat het samenbrengen van de<br />

vaders tot grote spanning zou leiden. Hij heeft wel<br />

erkend dat er enige spanning tussen de twee vaders<br />

voelbaar was. De Commissie acht het niet aannemelijk<br />

dat de directeur door te handelen zoals hij heeft gedaan<br />

een onverantwoord risico heeft genomen. Wel acht de<br />

Commissie de door de directeur gekozen handelwijze<br />

onzorgvuldig.<br />

De Commissie heeft er ook kennis van genomen dat<br />

aan de vader pas tijdens het gesprek is meegedeeld met<br />

welk doel hij was uitgenodigd voor het gesprek.<br />

De Commissie stelt voorop dat het van <strong>corr</strong>ect gedrag<br />

getuigt iemand vooraf te vertellen wat de reden is voor<br />

het aangaan van een gesprek en diegene ook van tevoren<br />

op de hoogte te stellen van het feit dat er ook een<br />

andere partij is uitgenodigd. Dit laatste is zeker noodzakelijk<br />

wanneer de uitnodigende partij op de hoogte is<br />

van het feit dat er mogelijk frictie bestaat tussen de twee<br />

andere die hij uitnodigt.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht is op dit onderdeel gegrond.<br />

In overleg treden met de directeur van de basisschool<br />

over de wijze waarop in de schoolgids aandacht besteed<br />

dient te worden aan de werking van de op de school<br />

geldende klachtenregeling.<br />

Met de directeur bespreken hoe op <strong>corr</strong>ecte wijze in<br />

gesprek gegaan moet worden met ouders.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Pedagogisch-didactische begeleiding<br />

Mede ter illustratie van hetgeen in hoofdstuk 1 is besproken is een relatief groot aantal<br />

adviezen uit deze categorie opgenomen. Verschillen van mening over schooladviezen,<br />

herkansingen en plaatsing in een andere groep. Maar ook de inmiddels meer traditionele<br />

klachten over de begeleiding van leerlingen. Met name de begeleiding van zorgleerlingen,<br />

alsmede de registratie daarvan en communicatie daarover luisteren vaak nauw.<br />

Meningsverschil over overgang van leerling 5<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de school weigert hun<br />

dochter naar groep 3 te laten gaan, ondanks een positief<br />

advies daarover van een onafhankelijke deskundige.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ter beoordeling ligt de vraag of de leerkracht in redelijkheid<br />

tot de beslissing heeft kunnen komen om de dochter<br />

voor het volgende schooljaar opnieuw in groep 2 te<br />

plaatsen.<br />

Een dergelijke beslissing toetst de Commissie marginaal.<br />

Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen<br />

zonder deugdelijk te zijn voorbereid of indien de<br />

beschikbare gegevens kennelijk tot een andere beslissing<br />

hadden dienen te leiden, zal een klacht hierover<br />

gegrond verklaard worden. Van een ondeugdelijke voorbereiding<br />

kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld) geen<br />

overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />

indien wel beschikbare gegevens niet bij het<br />

nemen van de beslissing zijn betrokken, of als geen<br />

extern advies is ingewonnen terwijl daarvoor wel een<br />

duidelijke aanleiding bestond. Bij het beantwoorden van<br />

de vraag of de beschikbare gegevens tot een bepaalde<br />

beslissing moeten leiden beschikt de school over een<br />

ruime mate van professionele vrijheid.<br />

Er heeft veelvuldig contact over de dochter plaatsgevonden<br />

tussen de ouders en de school. Het feit dat de dochter<br />

zich op school qua prestaties en aanwezigheid<br />

anders manifesteert dan in andere situaties is daarbij<br />

onderwerp van gesprek geweest. Een intern begeleider<br />

3 03.024, voortgezet onderwijs<br />

4 03.058, primair onderwijs 5 03.073, primair onderwijs<br />

heeft niet alleen de ontwikkelingen van de dochter<br />

gedurende het schooljaar in ogenschouw genomen,<br />

maar heeft de dochter ook een extra toets afgenomen.<br />

Door op de beschreven manier te werk te gaan heeft de<br />

school het besluit voldoende zorgvuldig voorbereid. Er<br />

waren voldoende gegevens beschikbaar op basis waarvan<br />

de leerkracht tot dit besluit heeft kunnen komen,<br />

zelfs al waren de ouders een andere mening toegedaan<br />

die bovendien ondersteund werd door de conclusie van<br />

het door hen ingeschakelde onderzoeksbureau.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Ambtshalve: gebleken is dat er een fors communicatieprobleem<br />

bestaat tussen de ouders en de school. De<br />

ouders enerzijds, de leerkracht en een intern begeleider<br />

anderzijds hebben aangegeven het idee te hebben tegen<br />

een muur te praten.Omdat de ouders hun kinderen op<br />

deze school willen houden is het noodzakelijk externe<br />

deskundige begeleiding in te schakelen ten einde partijen<br />

behulpzaam te zijn bij het oplossen van de gerezen<br />

problemen en te komen tot constructieve communicatie.<br />

Inschakelen van een externe communicatiedeskundige<br />

of mediator is aan te raden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen. Advies met betrekking tot het<br />

inschakelen van een mediator is overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 29


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

30<br />

Onenigheid over schooladvies 6<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt erover dat de groepsleerkracht een in zijn<br />

ogen verkeerd schooladvies heeft gegeven voor zijn<br />

dochter. Hij wijst er daarbij op dat de groepsleerkracht<br />

van groep 7 had gezegd dat zijn dochter MAVO zou<br />

kunnen volgen. De vader geeft aan dat wanneer zijn<br />

dochter een groep over had kunnen doen, zij meer kans<br />

had gehad om haar taalachterstand in te halen. De leerkracht<br />

van groep 8 is echter van mening dat de dochter<br />

VMBO/ LWOO zou moeten volgen.<br />

Daarnaast vindt de vader dat de leerkracht van groep 8<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld. De leerkracht heeft de<br />

dochter geen CITO-toets laten maken omdat er al een<br />

schooladvies gegeven was.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie merkt op dat de klacht in wezen tegen<br />

(het systeem van) de school is gericht, aangezien de<br />

advisering voor het vervolgonderwijs het sluitstuk is van<br />

een proces dat in groep 6 aanvangt en waarbij het hele<br />

schoolteam betrokken is. Aan het einde van groep 6<br />

bestond er verschil van mening tussen de vader en de<br />

school over het door de dochter te volgen traject. Aan<br />

het einde van groep 7 was daarin geen verandering<br />

gekomen en in groep 8 is dit verschil van mening in<br />

volle omvang zichtbaar geworden toen de vader niet in<br />

kon stemmen met het door de leerkracht gegeven advies<br />

voor vervolgonderwijs. Het was toen te laat om alsnog<br />

aan de wensen van de vader tegemoet te komen.<br />

Het is de school te verwijten dat een zo fundamenteel<br />

verschil van mening gedurende twee jaar heeft kunnen<br />

voortbestaan. Eind groep 6 was het voor de school duidelijk<br />

dat de vader niet instemde met het door de school<br />

beoogde einddoel voor de dochter. Niettemin is de<br />

school vervolgens conform haar eigen inschatting aan<br />

het werk gegaan zonder daarover volkomen duidelijkheid<br />

aan de vader te verschaffen. Daaraan heeft de<br />

school niet verstandig gedaan omdat op die manier het<br />

verschil van mening met de vader aan het einde van het<br />

traject voorspelbaar in een conflict moest eindigen. Eén<br />

en ander is nog versterkt door de verschillende manieren<br />

waarop de leerkrachten de vorderingen van de dochter<br />

op de rapporten hebben vermeld. Weliswaar werden<br />

deze toegelicht tijdens de rapportbesprekingen, maar<br />

die tijd is te kort om aan de ouders duidelijk te maken<br />

hoe de gepresenteerde resultaten zich verhouden tot de<br />

werkelijke vorderingen. Bij de vader heeft aldus het idee<br />

kunnen ontstaan dat zijn eigen inschatting van de<br />

mogelijkheden van zijn dochter juister was dan de prognose<br />

van de school. De school had dit conflict kunnen<br />

voorkomen door aan het einde van groep 6 met de<br />

vader in overleg te treden over de manier waarop de<br />

dochter begeleid zou worden en de daarbij beoogde<br />

einddoelen. De vader heeft uitgesproken dat zijn dochter<br />

over de capaciteiten beschikt om de theoretische<br />

leerweg van het VMBO te volgen indien zij een jaar zou<br />

doubleren en daardoor haar taalachterstand zou<br />

inlopen. Hij baseert zich daarbij op een uitlating van de<br />

leerkracht van groep 7, die gezegd zou hebben dat de<br />

dochter MAVO zou kunnen halen, alsmede op de<br />

mening van een OALT-docent.<br />

Bij het beoordelen van een waardering van het kunnen<br />

en kennen van leerlingen neemt de Commissie een<br />

grote mate van terughoudendheid in acht. Alleen indien<br />

de inhoud van zo’n waardering kennelijk niet juist is of<br />

indien aan de totstandkoming daarvan zodanige gebreken<br />

kleven dat daaraan in redelijkheid niet vast kan worden<br />

gehouden, zal zij adviseren aan die beoordeling<br />

voorbij te gaan.<br />

Het is zeker niet uit te sluiten dat het volgen van een<br />

extra jaar basisonderwijs bij een substantieel aantal leerlingen<br />

van allochtone afkomst kan leiden tot een hoger<br />

niveau van vervolgopleiding.<br />

De dochter had echter niet alleen te kampen met een<br />

taalachterstand maar tevens met een rekenachterstand.<br />

Wat hiervoor gezegd is over taalachterstand bij leerlingen<br />

van allochtone afkomst hoeft zeker niet ook voor<br />

rekenen te gelden.<br />

De school had er verstandig aan gedaan de dochter wel<br />

de CITO eindtoets af te laten leggen. Daardoor had aan<br />

de vader, die sinds eind groep 6 al niet instemde met de<br />

inschatting van de school, een actueel en extern getoetst<br />

inzicht in het prestatieniveau van zijn dochter geboden<br />

kunnen worden. Mits het doel van de toets haar goed<br />

uitgelegd zou zijn, had het afleggen daarvan voor de<br />

dochter ook geen teleurstellende ervaring behoeven te<br />

zijn. Een leerkracht van groep 8 mag geacht worden in<br />

staat te zijn dergelijke mogelijke teleurstellingen bij<br />

leerlingen te voorkomen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is op deze onderdelen ongegrond. Wel is<br />

het verschil van mening over de te bereiken onderwijsdoelen<br />

onnodig lang blijven bestaan.<br />

Bewerkstelligen dat verschillen van mening tussen<br />

ouders en de school over te bereiken onderwijsdoelen<br />

niet gedurende langere tijd kunnen blijven bestaan.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Verzoek ouders om herkansing voor zoon<br />

afgewezen 7<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat het bevoegd gezag de handelwijze<br />

van de locatiedirectie heeft onderschreven om<br />

het aan hun zoon toegekende cijfer 1 voor een presentatie<br />

voor het vak Nederlands te handhaven. Het door de<br />

ouders gedane verzoek om hun zoon de presentatie te<br />

laten herkansen was afgewezen. De leerling werd ten<br />

gevolge van dit alles niet bevorderd.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De vraag dient beantwoord te worden of het bevoegd<br />

gezag mocht besluiten het door de docente toegekende<br />

cijfer 1 voor het vak Nederlands te handhaven. De zoon<br />

kreeg dit cijfer omdat hij niet aanwezig was bij de presentatie<br />

van een opdracht voor het vak Nederlands en<br />

omdat hij aan de afdelingsleider, toen die daar bij zijn<br />

afmelding naar informeerde, niet heeft gemeld dat hij<br />

die dag nog een presentatie moest houden. Het bevoegd<br />

gezag heeft aangegeven dat het gegeven dat de zoon<br />

geen melding heeft gemaakt van zijn presentatie zwaar<br />

heeft meegewogen bij de beoordeling of het aan de zoon<br />

toegekende cijfer 1 gehandhaafd kon worden of dat hij<br />

de presentatie zou mogen herkansen.<br />

Op welke wijze sanctionerend wordt opgetreden door<br />

een school valt binnen de beleidsvrijheid van die school.<br />

De Commissie toetst door de school opgelegde sancties<br />

daarom slechts marginaal.<br />

De Commissie is van oordeel dat het toekennen van het<br />

cijfer 1 in het algemeen een passende straf kan zijn. De<br />

Commissie heeft tevens geconstateerd dat de zoon niet<br />

6 03.061, primair onderwijs<br />

7 03.076, voortgezet onderwijs<br />

is gewaarschuwd dat vluchtgedrag waarvan al eerder<br />

sprake was geweest, niet meer getolereerd zou worden.<br />

Het feit dat de zoon vooraf onvoldoende is duidelijk<br />

gemaakt wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn<br />

vluchtgedrag in combinatie met de ingrijpende gevolgen<br />

van de straf, zou reden moeten zijn geweest voor het<br />

bevoegd gezag om het eerder gegeven cijfer 1 niet te<br />

handhaven. De klacht daarover is gegrond.<br />

De ouders verzochten om aan hun zoon hetzelfde cijfer<br />

toe te kennen als aan de medeleerling met wie hij de<br />

presentatie oorspronkelijk zou houden. De Commissie<br />

beschikt echter niet over de bevoegdheid om cijfers vast<br />

te stellen of waarderingen toe te kennen. Bovendien lag<br />

het inwilligen van het verzoek niet in de rede nu hun<br />

zoon geen presentatie heeft verzorgd<br />

Dit betekent dat de zoon in de gelegenheid behoort te<br />

worden gesteld zijn presentatie voor Nederlands alsnog<br />

te houden. Aan de hand van het behaalde resultaat dient<br />

het bevoegd gezag opnieuw te beoordelen of de zoon al<br />

dan niet voor bevordering in aanmerking komt.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Bevorderen dat de zoon alsnog in de gelegenheid wordt<br />

gesteld de presentatie te houden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen (de leerling is na het<br />

alsnog houden van een presentatie bevorderd).<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 31


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

32<br />

Bezwaren door ouders tegen overplaatsing<br />

van zoon naar een andere groep 8<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de school hun zoon heeft<br />

overgeplaatst naar een nieuwe combinatiegroep zonder<br />

open te staan voor hun bezwaren daartegen.<br />

De ouders klagen er tevens over dat de school heeft aangegeven<br />

niet ontvankelijk te zijn voor hun bezwaren<br />

gelet op de door de school gestelde ondeskundigheid<br />

van ouders op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling<br />

van het kind.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De groepsindeling is een proces dat met de grootst<br />

mogelijke zorgvuldigheid dient plaats te vinden. Dat<br />

geldt temeer indien door de school wijziging wordt aangebracht<br />

in een groep leerlingen die al langer bij elkaar<br />

zitten. De Commissie heeft bij klachten over de groepsindeling<br />

steeds als uitgangspunt gehanteerd dat het de<br />

school is die uiteindelijk bepaalt in welke groep een<br />

leerling komt te zitten. Tegelijkertijd worden aan de<br />

communicatie daarover met ouders en leerlingen hoge<br />

eisen gesteld.<br />

De directie heeft naar voren gebracht dat zij uit overwegingen<br />

van zorgvuldigheid de ouders van de leerlingen,<br />

die naar de andere groep zouden gaan, heeft uitgenodigd<br />

voor een gesprek. Daarmee miskent de directie dat<br />

het aanbrengen van een wijziging in een groep gevolgen<br />

heeft voor de hele groep. Zeker nu onrust en onevenwichtigheid<br />

in de groep de aanleiding waren om enkele<br />

leerlingen in een andere groep te plaatsen, had het op<br />

de weg van de directie gelegen om alle ouders daarover<br />

te informeren.<br />

De directie heeft in redelijkheid tot de beslissing kunnen<br />

komen om de zoon over te plaatsen naar een nieuwe<br />

combinatiegroep. De directie heeft op goede gron-<br />

8 03.086, primair onderwijs<br />

9 03.094, primair onderwijs<br />

den, te weten haar inschatting van het belang van het<br />

kind, tot het besluit kunnen komen hem in de combinatiegroep<br />

te plaatsen. De klacht hierover is daarom ongegrond.<br />

Er heeft een gesprek tussen de ouders en de directeur<br />

plaatsgevonden. Dit gesprek ging over de plaatsing van<br />

de zoon in de combinatiegroep. Naar aanleiding van de<br />

uitkomst van dat gesprek, namelijk dat de zoon<br />

geplaatst zou worden in een andere groep, is het begrijpelijk<br />

dat de ouders daaraan de indruk hebben overgehouden<br />

dat de directeur zich beter dan de ouders in<br />

staat achtte de sociaal-emotionele ontwikkeling van de<br />

zoon te beoordelen. Even begrijpelijk is echter de uitleg<br />

die de directeur over de betekenis van dit gedeelte van<br />

het gesprek heeft gegeven, namelijk dat bij het nemen<br />

van beslissingen over groepsindeling het welbevinden<br />

van alle leerlingen moet worden betrokken en dat de<br />

school daarop meer zicht heeft dan een individuele<br />

ouder. De Commissie komt tot het oordeel dat de klacht<br />

hierover niet gegrond is.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Bewerkstelligen dat het nemen van pedagogische maatregelen,<br />

waaronder het plaatsen van een leerling in een<br />

andere groep, niet plaatsvindt dan nadat de school daarover<br />

voorafgaand met de ouders/verzorgers overleg<br />

heeft gevoerd. Samen met de directie van de school<br />

nagaan of de communicatie met de ouders van aandachtsleerlingen<br />

voldoende is en als dat niet het geval is<br />

bevorderen dat daarin verbetering wordt aangebracht.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Advies vervolgonderwijs onzorgvuldig 9<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen over onzorgvuldige behandeling van<br />

het proces rondom het schooladvies van hun dochter<br />

door de leerkracht van groep 8. Zij wijzen erop dat een<br />

ander schooladvies is uitgebracht aan de vervolgschool<br />

dan het advies dat tijdens een gesprek van de ouders<br />

met de leerkracht was afgesproken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gelet op de belangen die met de keuze voor het vervolgonderwijs<br />

zijn gemoeid, dienen degenen op de basisschool,<br />

die met de begeleiding van het maken van de<br />

keuze belast zijn, daarmee met de grootst mogelijke<br />

zorgvuldigheid te werk te gaan. Dat betekent dat zij niet<br />

alleen hun professionele inschatting van de mogelijkheden<br />

van hun leerlingen zo zorgvuldig mogelijk dienen<br />

te maken, maar ook dat zij deze leerlingen en hun<br />

ouders c.q. verzorgers volledig en eenduidig moeten<br />

informeren over de mogelijkheden in het vervolgonderwijs.<br />

De leerkracht heeft de ouders voorgehouden dat zij volledig<br />

vrij zouden zijn in de keuze voor vervolgonderwijs<br />

voor hun dochter. Ook de via de schoolgids verstrekte<br />

informatie over de schoolkeuze na de basisschool wijst<br />

in die richting. De leerkracht heeft daarbij onvoldoende<br />

aandacht gevestigd op het feit dat de scholen in het vervolgonderwijs<br />

een eigen aannamebeleid voeren.<br />

Evenmin heeft de leerkracht de ouders erop gewezen<br />

dat het advies van de basisschool een cruciale rol speelt<br />

in dat beleid. Door de bij hem bekende informatie over<br />

de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />

VO-school niet of niet volledig met de ouders te delen,<br />

heeft de leerkracht bij hen ten onrechte de indruk<br />

gewekt dat hun mening doorslaggevend zou zijn voor<br />

de keuze van het niveau van instroom van hun dochter<br />

in het vervolgonderwijs. De klacht hierover is gegrond.<br />

De leerkracht heeft, nadat dit door klagers was ondertekend,<br />

op het aanmeldingsformulier voor het voortgezet<br />

onderwijs informatie opgenomen over extra begeleiding<br />

die de dochter voor spelling gekregen zou hebben. De<br />

leerkracht dient ouders (en anderen) een formulier pas<br />

ter ondertekening voor te leggen nadat dat volledig is<br />

ingevuld. Alleen op die manier kunnen de betreffende<br />

ouders zich ervan vergewissen wat zij ondertekenen.<br />

Voor de leerkracht zelf is deze handelwijze van belang<br />

omdat hij zich alleen dan met vrucht kan beroepen op<br />

de inhoud van een door ouders ondertekend formulier.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Bewerkstelligen dat de tekst in de schoolgids over de<br />

keuze voor het vervolgonderwijs meer eenduidige informatie<br />

bevat. Ouders en anderen dienen uitsluitend<br />

geheel ingevulde formulieren ter ondertekening aangeboden<br />

te krijgen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 33


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

34<br />

10 03.100, primair onderwijs<br />

11 03.009, voortgezet onderwijs<br />

Reactie directeur op klacht over leerkracht 10<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur onvoldoende<br />

heeft opgetreden tegen de groepsleerkracht toen de<br />

ouders zich over haar hardhandige aanpak beklaagden<br />

en hen in plaats daarvan heeft aangeraden een andere<br />

school te zoeken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft opgemerkt dat de groepsleerkracht<br />

niet moedwillig een hardhandige aanpak heeft toegepast<br />

en doordat zij ook direct haar excuses heeft aangeboden<br />

hij het niet nodig vond nog andere maatregelen tegen<br />

de groepsleerkracht te treffen.<br />

De Commissie oordeelt dat bij dergelijke incidenten van<br />

een directeur mag worden verwacht dat hij zich informeert<br />

over hetgeen er gebeurd is. De Commissie stelt<br />

vast dat de directeur zich door de leerkracht heeft laten<br />

informeren en naar aanleiding daarvan een afweging<br />

heeft gemaakt die binnen zijn beleidsvrijheid valt.<br />

Als overweging ten overvloede merkt de Commissie nog<br />

op dat toen er een moment van overleg met de ouders<br />

mogelijk was de directeur heeft verzuimd om de ouders<br />

hun visie over het incident uiteen te laten zetten. Het<br />

nalaten om informatie te vragen bij de ouders is onzorgvuldig.<br />

De Commissie acht het de taak van een directeur om op<br />

het moment dat hij constateert dat er een vertrouwensbreuk<br />

is ontstaan daar aandacht aan te besteden. Dat<br />

kan inhouden dat hij ouders adviseert een andere<br />

school voor hun kind te zoeken. Dat advies is in dit<br />

geval op een erg ongelukkig moment, te weten twee<br />

dagen voor het begin van de zomervakantie, aan de<br />

ouders meegedeeld. Deze omstandigheid is echter niet<br />

aan de directeur te wijten.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Onregelmatigheden bij afnemen herkansing<br />

schoolexamen 11<br />

INHOUD KLACHT<br />

De zoon van klagers kreeg een andere herkansing aangeboden<br />

dan hij had aangevraagd. Diezelfde middag<br />

moest hij ook nog de juiste herkansing maken. Zijn<br />

ouders stellen dat het besluit daartoe onbevoegd, want<br />

door een docent, genomen is. Volgens hen moest zo’n<br />

besluit door de directie worden genomen. Voorts klaagden<br />

zij erover dat de directie en het bevoegd gezag hun<br />

zoon ten onrechte niet een nieuwe herkansing hebben<br />

laten maken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het bevoegd gezag en de directie zijn verantwoordelijk<br />

voor het afnemen van de examens. In het<br />

Examenreglement zijn bevoegdheden, waaronder het<br />

vaststellen van het programma van toetsing en afsluiting,<br />

aan de directie toebedeeld. Ook in onvoorziene<br />

gevallen beslist de directie.<br />

Vaak zullen docenten of surveillanten bij het afnemen<br />

van examens deelbeslissingen moeten nemen. Het is<br />

alleen al uit praktisch oogpunt ondenkbaar dat de directie<br />

bij het nemen van al die beslissingen betrokken<br />

wordt. Wel vallen deze uiteindelijk onder verantwoordelijkheid<br />

van directie en bevoegd gezag.<br />

De docent heeft verklaard dat de beslissing over de herkansing<br />

in overleg met de conrector en met instemming<br />

van de rector is genomen. Niet gebleken is dat de leerling<br />

door de conrector onder druk gezet is om nog<br />

dezelfde middag te herkansen. De Commissie is van<br />

oordeel dat de directie de klacht over het onbevoegd<br />

genomen zijn van het besluit voldoende weerlegd heeft.<br />

Dat de leerling de toets aangeslagen en onder protest<br />

gemaakt heeft is voor de Commissie niet vast komen te<br />

staan. Eerst ruim na het afleggen van de toets hebben<br />

de ouders bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken.<br />

Met name het feit dat de leerling voor een ander vak een<br />

herkansing op die dag heeft voorbereid en (met succes)<br />

afgelegd duidt er niet op dat hij te zeer was aangeslagen<br />

om de toets, waarvoor hij zich voorbereid had, nog diezelfde<br />

middag af te leggen.<br />

Uit het e-mailverkeer tussen partijen valt af te leiden dat<br />

de directeur toegezegd heeft dat de leerling nogmaals<br />

mocht herkansen indien zou blijken dat de directie een<br />

verwijt zou kunnen worden gemaakt over het aanbieden<br />

van de verkeerde toets. Nu de directie bij het behandelen<br />

van de klacht heeft gesteld dat het aanbieden van de<br />

juiste toets haar verantwoordelijkheid is, kan de conclusie<br />

geen andere zijn dan dat de leerling in de gelegenheid<br />

had moeten worden gesteld de herkansing nogmaals<br />

te maken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Gegrond voor wat betreft het aanbieden van de verkeerde<br />

opgaven en het niet nakomen van de toezegging dat<br />

opnieuw herkanst mocht worden. Ongegrond wat<br />

betreft het onbevoegd genomen zijn van de beslissing<br />

nog diezelfde middag te moeten herkansen.<br />

Bewerkstelligen dat mogelijke misverstanden over aanmeldingen<br />

voor (her)examens en herkansingen systematisch<br />

gesignaleerd en opgelost worden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Advies met commentaar overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 35


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

36<br />

Pedagogische aanpak probleemleerling 12<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />

onduidelijke redenen voor een langere periode niet tot<br />

de lessen en de school werd toegelaten. De vader heeft<br />

toen geprobeerd om de zoon op een andere school te<br />

plaatsen maar dit is niet gelukt omdat de schoolleiding<br />

een negatief advies heeft gegeven. De zoon zit nu al<br />

bijna anderhalf jaar thuis en kan geen onderwijs volgen.<br />

De vader heeft van de leerplichtambtenaar te horen<br />

gekregen dat zijn zoon inmiddels te oud is om terug<br />

naar school te gaan.<br />

De vader geeft aan dat hem door de school geen mogelijkheden<br />

zijn geboden om zijn zoon elders onderwijs te<br />

laten volgen. Als dit wel zo was geweest had hij<br />

uiteraard meegewerkt omdat het belangrijk is dat zijn<br />

zoon onderwijs kan volgen<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gedurende het schooljaar werd de school in toenemende<br />

mate geconfronteerd met incidenten rond de zoon.<br />

Eerst ging het met name om brutaal gedrag, later maakte<br />

de zoon meerdere keren ruzie. Op een gegeven<br />

moment escaleerde de zaak toen de zoon een oudere<br />

voorbijganger uitschold. Deze man heeft vervolgens zijn<br />

beklag gedaan bij de administratie van de school. Voor<br />

straf moest de zoon toen een blokrooster volgen. Dit<br />

heeft hij maar half uitgevoerd. Op een dag vertelde de<br />

zoon dat hij naar de dokter moest omdat hij last had van<br />

zijn been. De afdelingsleider heeft hem laten gaan.<br />

Achteraf bleek dat hij pas veel later op de dag een<br />

afspraak had. Een week later kwam de zoon ‘s middags<br />

naar de afdelingsleider met de mededeling dat hij zich<br />

ziek voelde. De volgende dag hoorde de afdelingsleider<br />

van andere leerlingen dat de zoon helemaal niet ziek<br />

was maar dat hij had gezegd dat hij op deze manier<br />

mooi een middagje zijn straf (het blokrooster) ontliep.<br />

De afdelingsleider heeft de zoon hierop aangesproken<br />

en hem nog meer straf gegeven. In afwachting van een<br />

gesprek met de ouders werd de zoon kort geschorst.<br />

Omdat de hele procedure toch meer tijd bleek te vergen<br />

heeft de locatiedirecteur de vader meegedeeld dat de<br />

zoon niet tot de lessen toegelaten kon worden. In plaats<br />

hiervan moest de zoon twee keer per week huiswerk op<br />

komen halen dat bij het inleveren onmiddelijk ge<strong>corr</strong>igeerd<br />

en besproken werd.<br />

Terugkeer in de klas na de schorsing was voor de school<br />

geen mogelijkheid zonder dat overeenstemming<br />

bestond met de vader en er een oplossing/handelingsplan<br />

voor de zoon was. De schoolleiding wijst er op dat<br />

docenten bang waren voor het optreden van de vader.<br />

De huiswerkopdrachten zijn op een gegeven moment<br />

gestopt omdat de zoon de afspraken niet nakwam.<br />

Aangezien de vader weigerde in te gaan op de problematiek<br />

van zijn zoon, handhaafde de locatiedirecteur de<br />

weigering de zoon tot de lessen toe te laten.<br />

Vaststaat dat de zoon op school ontoelaatbaar gedrag<br />

vertoonde. Het is daarom te begrijpen dat de schoolleiding<br />

daar maatregelen tegen heeft genomen, zowel in<br />

het belang van de orde en rust op school als uit opvoedkundig<br />

oogpunt. De schoolleiding heeft ervoor gekozen<br />

de zoon de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem<br />

huiswerkopdrachten te geven die op school werden<br />

nagekeken.<br />

De schoolleiding heeft op zich een goede keuze<br />

gemaakt uit de haar ten dienste staande middelen. Door<br />

het treffen van deze maatregel kon de situatie tot rust<br />

komen zonder dat de schoolleiding onmiddellijk naar<br />

zwaardere middelen als formele schorsing of verwijdering<br />

hoefde te grijpen. De gekozen oplossing is<br />

daardoor te vergelijken met de in een protocol van de<br />

Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) inzake<br />

schorsing en verwijdering genoemde mogelijkheid een<br />

time-out maatregel te nemen.<br />

De door de schoolleiding getroffen maatregel kon echter<br />

slechts (zeer) tijdelijk van kracht blijven en diende er op<br />

gericht te zijn een duurzame oplossing mogelijk te<br />

maken. Deze laatste eis geldt, ook in het algemeen,<br />

temeer indien - zoals in het praktijkonderwijs - door het<br />

maken van huiswerk slechts een klein gedeelte van de<br />

leerstof aan bod kan komen.<br />

Door de zoon voor onbepaalde tijd de toegang tot de lessen<br />

te ontzeggen en niet tegelijkertijd voortvarend een<br />

meer definitieve oplossing na te streven heeft de schoolleiding<br />

onzorgvuldig jegens de zoon (en diens ouders)<br />

gehandeld.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag er zorg voor<br />

te dragen dat besluiten betreffende schorsing (en verwijdering)<br />

van leerlingen in voorkomende gevallen aan de<br />

formele vereisten voldoen. Voorts adviseert de<br />

Commissie om met de directie van de school de wijze<br />

van communiceren en de verslaglegging daarvan te<br />

bespreken.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

Begeleiding zorgleerling, onvoldoende<br />

middelen, zorginstrumenten 13<br />

INHOUD KLACHT<br />

De school heeft in strijd met de afspraken onvoldoende<br />

structurele zorg geboden op rekengebied en de moeder<br />

daarover te laat geïnformeerd. School heeft de problemen<br />

met rekenen steeds benoemd als gedragsproblematiek,<br />

maar daar verder geen onderzoek naar gedaan of<br />

oplossingen voor gezocht.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Wat betreft het begeleiden van zorgleerlingen is de<br />

Commissie van oordeel dat (de leiding van) een school<br />

de voorwaarden moet creëren om op een adequate wijze<br />

(extra) zorg aan de leerlingen te bieden. Instrumenten<br />

hiervoor zijn: deskundigheid binnen de school of de<br />

mogelijkheid deze deskundigheid extern in te roepen,<br />

een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />

en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />

van personeel onderling en met ouders en<br />

tenslotte een goede verslaglegging van alle handelingen.<br />

De Commissie is van oordeel dat, ook al houdt zij rekening<br />

met de situatie van beperkte middelen, de door de<br />

school gecreëerde voorwaarden voor het bieden van adequate<br />

zorg te wensen overlaten. Zodra een leerling als<br />

zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />

handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />

nog geen ‘probleemleerling’ is. Wat er goed gaat<br />

dient ook te worden vastgelegd, zodat daarop kan worden<br />

teruggevallen wanneer er wel problemen zijn.<br />

In het onderhavige geval heeft de Commissie in de overgelegde<br />

stukken geen handelingsplan aangetroffen. Wel<br />

stond in een gespreksverslag van de leerlingbegeleider<br />

naar aanleiding van een gesprek met de moeder ver-<br />

12 03.024, voortgezet onderwijs<br />

13 03.027, primair onderwijs<br />

meld dat er een handelingsplan opgesteld moest worden,<br />

waarbij ook gemeld werd dat over de vorm van de<br />

begeleiding nog nagedacht moest worden. Hiermee is<br />

aannemelijk geworden dat de begeleiding van de leerling<br />

beperkt is gebleven tot losse, op zichzelf staande<br />

begeleidingsactiviteiten.<br />

De Commissie is van oordeel dat, gelet op de beperkte<br />

zorgmogelijkheden van de school, een planmatige aanpak,<br />

waarbij per periode doelen zijn vastgesteld, het<br />

begeleidingstraject overzichtelijk zou hebben gemaakt.<br />

Dit zou de begeleiding ten goede gekomen zijn.<br />

De Commissie is van oordeel dat het tot de verantwoordelijkheid<br />

van de schoolleiding behoort om er voor zorg<br />

te dragen dat de school een adequate zorgstructuur<br />

heeft. De Commissie stelt vast dat het deze school daaraan<br />

ontbreekt en acht daarmee het klachtonderdeel<br />

gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

1. Aandacht besteden aan de ontwikkeling van een<br />

adequate structuur voor de begeleiding van met<br />

name zorgleerlingen;<br />

2. Ten behoeve van de interne communicatie op de<br />

school de ontwikkeling van een deugdelijk registratiesysteem<br />

van de begeleiding van (zorg)leerlingen<br />

bevorderen;<br />

3. Met ouders gemaakte afspraken over begeleiding van<br />

hun kind schriftelijk vastleggen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 37


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

38<br />

Te zware straffen opgelegd aan een leerling 14<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt over de zwaarte van de straffen die de<br />

school zijn zoon heeft gegeven tijdens een schoolkamp.<br />

Hij wijst er hierbij op dat de zoon vier uur op een bank<br />

moest zitten, alleen op een kamer heeft moeten slapen<br />

en de tweede dag naar huis is gestuurd. De vader merkt<br />

daarbij op dat zijn zoon wel en ‘mededaders’ niet<br />

gestraft zijn. De vader klaagt er tevens over dat de<br />

school geen hulp en begeleiding aan de zoon heeft gegeven<br />

bij de problemen die hij op school gaf.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ten aanzien van de klacht over de eerste straf - vier uur<br />

zitten op een bank - oordeelt de Commissie dat niet vast<br />

is komen te staan dat de zoon voor straf vier uur op de<br />

bank heeft gezeten. Wel vast is komen te staan dat de<br />

zoon één uur voor straf op de bank heeft gezeten. Ten<br />

aanzien van de overige uren verschillen partijen van<br />

inzicht en geeft de moeder van de betreffende leerling<br />

onvoldoende aan hoe lang haar zoon voor straf op de<br />

bank heeft gezeten. De Commissie acht een uur op de<br />

bank zitten niet onredelijk, zodat de klacht op dit punt<br />

ongegrond is.<br />

Dat de zoon niet op de slaapzaal maar in een aparte<br />

kamer werd geplaatst vindt de Commissie terecht.<br />

De zoon vertoonde negatief gedrag gedurende de eerste<br />

dag van de werkweek. De school heeft met deze maatregel<br />

op de juiste wijze gereageerd. Dat een dergelijke<br />

maatregel door een leerling als straf wordt ervaren is<br />

niet onbegrijpelijk maar dit is niet te vermijden.<br />

Voor wat betreft het wegsturen van de zoon tijdens de<br />

14 03.043, primair onderwijs<br />

werkweek acht de Commissie de klacht gegrond. De<br />

Commissie baseert haar oordeel op de grondslag dat de<br />

school eerst minder ingrijpende maatregelen in overweging<br />

had moeten nemen vóórdat de maatregel van het<br />

wegsturen werd genomen. De Commissie neemt hierbij<br />

in haar oordeel mee dat verwacht had mogen worden<br />

dat telefonische interventie van de ouders een positief<br />

resultaat zou hebben gehad. De directeur stelde dat er<br />

met het blijven van de zoon een veiligheidsrisico zou<br />

kunnen ontstaan. Dit argument is volgens de<br />

Commissie niet sterk, er hadden zich rond de zoon<br />

nooit incidenten voorgedaan die tot een dergelijke conclusie<br />

konden leiden. De Commissie merkt op dat zij<br />

anders over de genomen maatregel zou oordelen indien<br />

van tevoren aan de ouders schriftelijk was meegedeeld<br />

dat bij vervelend gedrag de leerlingen naar huis zouden<br />

worden gestuurd. Zij beschikt niet over informatie dat<br />

dit gebeurd is. Voor de Commissie stond niet ter discussie<br />

dat de zoon een straf verdiende.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond met uitzondering van de klacht over<br />

het naar huis sturen van de leerling.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen: de ten opzichte van de leerling<br />

genomen maatregelen waren niet te zwaar. De<br />

ouders zijn voldoende geïnformeerd over het feit dat<br />

hun zoon bij wangedrag het schoolkamp moest verlaten.<br />

Onzorgvuldig handelen gymnastiekleraar 15<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat de docent lichamelijke opvoeding<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld jegens haar dochter.<br />

De docent heeft opmerkingen gemaakt over het uiterlijk<br />

van de dochter en over het feit dat zij zich daarover bij<br />

de schoolleiding beklaagd had. De dochter voelde zich<br />

door die opmerkingen onprettig. Zij is daarom niet<br />

meegegaan op schoolkamp, ze heeft niet meegedaan<br />

aan de sportdag en heeft de laatste weken voor de<br />

zomervakantie niet meer deelgenomen aan de lessen<br />

gymnastiek.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Weliswaar heeft de docent de opmerkingen die hij tegen<br />

de dochter en andere leerlingen heeft gemaakt in een<br />

context gezet die de opmerkingen voor hem acceptabel<br />

maken, maar dat wil niet zeggen dat ze dat voor de leerlingen<br />

in kwestie ook waren. Een leraar lichamelijke<br />

opvoeding behoort zich dit als professional te realiseren.<br />

Los van de vraag hoe de opmerkingen bedoeld zijn of<br />

hoe zij op de verschillende leerlingen zijn overgekomen<br />

toetst de Commissie hoe de opmerkingen objectief<br />

gezien geduid moeten worden.<br />

De opmerkingen waren niet steeds gericht op dezelfde<br />

leerling maar zijn wel steeds persoonlijk gericht<br />

geweest. Alle opmerkingen betroffen het uiterlijk van de<br />

betrokken meisjes. De docent had moeten weten dat die<br />

zich door de opmerkingen onbehaaglijk zouden kunnen<br />

voelen.<br />

Voor alle docenten geldt dat zij leerlingen en hun persoonlijke<br />

levenssfeer dienen te respecteren. Deze regel<br />

is specifiek voor docenten lichamelijke opvoeding vastgelegd<br />

in een reeds in 1996 door de Koninklijke<br />

Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding<br />

(KVLO) opgestelde (en onlangs geactualiseerde)<br />

beroepscode. Docenten lichamelijke opvoeding worden<br />

geacht zich in hun beroepsuitoefening aan deze code te<br />

houden. Door het maken van de opmerkingen over het<br />

15 03.069, voortgezet onderwijs<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Uit deze categorie wordt een drietal gegronde klachten beschreven. In de tweede<br />

samenvatting komt het beoordelingsschema van de <strong>LKC</strong> tot uiting zoals het op een<br />

studiedag in 2002 is besproken: indien een volwassene aangeeft zich ongewenst<br />

intiem bejegend te achten door bepaald gedrag, dient dat gedrag beëindigd te worden.<br />

uiterlijk van de betrokken leerlingen heeft de docent<br />

zich onprofessioneel en jegens die leerlingen onzorgvuldig<br />

opgesteld.<br />

De docent had moeite met de kledingkeus van bepaalde<br />

leerlingen. Hij heeft daarover opmerkingen gemaakt die<br />

de leerlingen persoonlijk raakten. Als professional had<br />

de leerkracht echter in de kledingkeus van de leerlingen<br />

aanleiding moeten zien om in overleg te treden met de<br />

sectie lichamelijke opvoeding om een kledingcode voor<br />

de gymlessen op te stellen. Het hanteren van zo’n kledingcode<br />

of het anderszins maken van afspraken zou<br />

immers zowel voor leerlingen als voor docenten helderheid<br />

kunnen verschaffen over wat qua kleding wel en<br />

niet is toegestaan in de gymles.<br />

In het verleden zijn door leerlingen vergelijkbare klachten<br />

over deze docent ingediend. Het bevoegd gezag<br />

heeft aangegeven hoe de docent naar aanleiding daarvan<br />

is begeleid. Ter bescherming van de leerlingen en van<br />

de betrokken docent beveelt de Commissie het bevoegd<br />

gezag aan gepaste maatregelen te treffen. Indien het<br />

bevoegd gezag meent dat genoemde maatregelen dienen<br />

te bestaan uit een nieuw begeleidingstraject wijst<br />

de Commissie erop dat een extern traject de voorkeur<br />

verdient. Daarnaast beveelt de Commissie het bevoegd<br />

gezag aan om afschrift van dit advies in het personeelsdossier<br />

van de docent op te nemen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Gepaste maatregelen treffen, met in achtneming van<br />

hetgeen daarover is opgemerkt door de Commissie.<br />

Afschrift van dit advies opnemen in het personeelsdossier<br />

van de docent.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 39


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

40<br />

Ongewenste contacten van leraar jegens<br />

ouder 16<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat nadat zij op verschillende<br />

momenten aan de leerkracht van haar dochter heeft duidelijk<br />

gemaakt dat zij geen persoonlijke of seksuele contacten,<br />

of contacten over de vorderingen van haar dochter<br />

met hem wilde onderhouden, deze toch steeds<br />

getracht heeft met haar in contact te komen.<br />

De leerkracht zocht onder meer oogcontact, rekte zich<br />

nadrukkelijk uit en gebruikte andere vormen van<br />

lichaamstaal. De moeder beschouwt het hiervoor<br />

beschreven gedrag jegens haar als seksueel intimiderend.<br />

De vader heeft de leerkracht ook enkele malen<br />

benaderd over de kwestie.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De moeder heeft duidelijk aan de groepsleerkracht aangegeven<br />

dat zij zich onprettig voelde bij de situatie en<br />

ook dat zij geen contact meer met hem wilde. Ook de<br />

vader heeft de groepsleerkracht daarover diverse malen<br />

benaderd. Ondanks herhaalde verzoeken van de ouders<br />

om dit niet te doen, heeft de groepsleerkracht toch<br />

steeds getracht met de moeder in contact te komen. Dat<br />

heeft hij ook zelf aangegeven. Hij heeft benadrukt dat<br />

hij in professionele zin juist wel contact zocht met de<br />

moeder omdat hij van mening is dat hij zijn functie als<br />

groepsleerkracht niet goed kan uitoefenen wanneer hij<br />

geen contact kan hebben met de ouder die zijn leerling<br />

ophaalt uit de klas. De groepsleerkracht heeft niet ontkend<br />

dat hij de door de moeder beschreven lichaamstaal<br />

heeft aangewend. De groepsleerkracht heeft echter<br />

onderstreept dat hij zich steeds normaal (net als ten<br />

opzichte van andere ouders) is blijven opstellen jegens<br />

de moeder. Het is naar zijn mening slechts interpretatie<br />

16 03.029, primair onderwijs<br />

17 02.107, primair onderwijs<br />

van de moeder dat zijn gedragingen intimiderend zouden<br />

zijn.<br />

In het door de moeder beschreven gedrag kan geen seksuele<br />

component gevonden worden en daarom kan het<br />

niet gekwalificeerd worden als seksuele intimidatie.<br />

De moeder heeft het gedrag van de groepsleerkracht<br />

echter als seksueel intimiderend ervaren. Dat de groepsleerkracht<br />

dit effect niet beoogde doet daar niet aan af.<br />

De leerkracht wist dat de moeder moeite had met zijn<br />

gedrag. De groepsleerkracht zou een professionele<br />

opstelling hebben getoond wanneer hij zijn gedrag had<br />

aangepast en meer afstand had genomen. Hij heeft er<br />

geen blijk van gegeven zich te realiseren in welke lastige<br />

positie de moeder zich bevond. De groepsleerkracht had<br />

zich terughoudender kunnen opstellen door bijvoorbeeld<br />

de andere groepsleerkracht de vorderingen van de<br />

dochter met de moeder te laten bespreken. Ook had de<br />

leerkracht een dag kunnen wachten en de vader aan<br />

kunnen spreken wanneer deze zijn dochter naar de klas<br />

bracht. Dat de groepsleerkracht naar eigen zeggen wel<br />

op zijn qui-vive was acht de Commissie onvoldoende.<br />

Voldoende aannemelijk is geworden dat de groepsleerkracht<br />

onzorgvuldig heeft opgetreden door zijn gedrag<br />

en lichaamstaal niet aan te passen na diverse verzoeken<br />

daartoe van de ouders.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Seksueel getint gedrag van leerkracht<br />

richting leerlingen 17<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de groepsleerkracht een leerlinge<br />

op de grond gelegd heeft en boven haar is gaan<br />

hangen, waarbij hij bewegingen met zijn bekken en<br />

kreungeluiden heeft gemaakt. Zowel de kinderen als de<br />

ouders herkennen dit als seksueel getint gedrag. De<br />

ouders wijzen erop dat dit geen incident is maar dat<br />

hun kinderen hen vaker over soortgelijke gevallen hebben<br />

verteld.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie maakt onderscheid tussen in ieder geval<br />

twee soorten gedrag. Ten eerste gedrag dat expliciet<br />

geseksualiseerd is. Ten tweede gedrag dat als zodanig<br />

neutraal is maar kennelijk door anderen als geseksualiseerd<br />

wordt opgevat.<br />

Voorts is de Commissie van oordeel dat van een volwassene,<br />

in het bijzonder van een groepsleerkracht, gevoeligheid<br />

verwacht mag worden bij zijn fysieke omgang<br />

met (jonge) kinderen. Deze verwachting is temeer<br />

gerechtvaardigd wanneer een groepsleerkracht op zijn<br />

gedrag eerder attent is gemaakt.<br />

Vaststaat dat verweerder over/boven de leerlinge heeft<br />

gehangen en dat hij hierbij heeft bewogen en geluid<br />

heeft gemaakt. Eveneens staat vast dat dit door de kinderen<br />

als geseksualiseerd gedrag is opgevat.<br />

De Commissie is er niet van overtuigd dat dit gedrag als<br />

zodanig in dit geval als geseksualiseerd moet worden<br />

aangemerkt.<br />

Ondanks dat de leerkracht (na het eerdere voorval) zijn<br />

gedrag heeft aangepast heeft dit bij een aantal leerlingen<br />

onveilige gevoelens opgeroepen. Geconstateerd kan worden<br />

dat de leerkracht zichzelf al eens eerder in een situatie<br />

heeft gebracht waarbij aanstoot is genomen aan zijn<br />

gedrag. De Commissie vindt de voorvallen mede te wijten<br />

aan de school, er is namelijk geen beleid of protocol<br />

op school inzake de fysieke omgang met leerlingen. Er<br />

worden met het schoolteam geen gesprekken over dit<br />

onderwerp gevoerd. Dit had wel van de school verwacht<br />

mogen worden, zeker gelet op het eerdere voorval en de<br />

aandacht voor en ontwikkelingen op het gebied van de<br />

fysieke omgang met leerlingen, bijvoorbeeld in de vakliteratuur.<br />

Niettemin ontslaat dit de groepsleerkracht niet<br />

van zijn eigen verantwoordelijkheid om het effect van<br />

zijn handelen op een juiste manier in te schatten.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is gegrond.<br />

Ervoor zorg dragen dat er beleid wordt ontwikkeld met<br />

betrekking tot de (fysieke) omgang met leerlingen.<br />

De leerkracht moet op korte termijn gestructureerd<br />

inzicht worden geboden in de mogelijke effecten van<br />

het handelen van volwassenen op (jonge) kinderen. Het<br />

advies opnemen in het personeelsdossier van de groepsleerkracht.<br />

In de jaarlijkse functioneringsgesprekken<br />

met de groepsleerkracht dient aandacht te worden<br />

besteed aan hetgeen in dit advies aan de orde is gesteld.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 41


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

42<br />

Hardhandige aanpak<br />

Hier vindt u een voorbeeld van toepassing van de criteria<br />

die de Commissie hanteert bij het beoordelen van klachten<br />

over het fysiek bejegenen van leerlingen. In het vorige <strong>jaarverslag</strong><br />

is daar uitgebreid aandacht aan besteed. In dit<br />

geval bestond er wel enig begrip bij de Commissie, maar<br />

niettemin achtte zij de klacht gegrond.<br />

18 03.099/100, primair onderwijs<br />

Hardhandige aanpak door leerkracht 18<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de groepsleerkracht hun<br />

zoon zo hard beetgepakt heeft dat zijn arm blauw en<br />

rood geschaafd was. Een aantal dagen later is de zoon<br />

voor de tweede maal hardhandig vastgepakt door de<br />

groepsleerkracht. Volgens de groepsleerkracht heeft de<br />

zoon de schaafplek bij zichzelf veroorzaakt, omdat hij<br />

met zijn arm wild zwaaide in een poging zich los te<br />

rukken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Klachten over hardhandige fysieke bejegening van een<br />

leerling door een groepsleerkracht, gepleegd met het<br />

oogmerk om gedrag van de leerling te <strong>corr</strong>igeren, worden<br />

door de Commissie beoordeeld aan de hand van het<br />

volgende criterium.<br />

Allereerst wordt beoordeeld of de hardhandige fysieke<br />

bejegening zich feitelijk heeft voorgedaan. Als dit is<br />

vastgesteld wordt bezien of de reden voor de groepsleerkracht<br />

om iemand fysiek te bejegenen dat optreden<br />

rechtvaardigt. Uitgangspunt daarbij is dat indien andere,<br />

minder ingrijpende middelen ten dienste staan om<br />

hetzelfde resultaat te bewerkstelligen als met het fysieke<br />

ingrijpen, die andere middelen de voorkeur verdienen.<br />

Voor omstandigheden waarin fysiek ingrijpen gerechtvaardigd<br />

zou zijn valt te denken aan situaties waarin de<br />

fysieke integriteit van anderen bedreigd wordt of wanneer<br />

een leerling een gevaar voor zichzelf vormt.<br />

De Commissie overweegt daarbij of er alternatieven<br />

voorhanden waren om op dat moment het gedrag van<br />

de leerling te <strong>corr</strong>igeren. Zo kan de groepsleerkracht bijvoorbeeld<br />

de hulp van de directeur of een collega inroepen.<br />

Deze alternatieven behoort de groepsleerkracht als<br />

professional te benutten.<br />

De Commissie merkt op dat zij gezien het voortdurend<br />

storende gedrag van de leerling in de klas en jegens<br />

andere leerlingen wel kan begrijpen dat verweerster<br />

hem op een bepaald moment heeft vastgegrepen.<br />

Niettemin acht zij de klacht gegrond omdat niet voldaan<br />

was aan de door de <strong>LKC</strong> voor fysiek ingrijpen ontwikkelde<br />

criteria.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Beperkte informatieverstrekking aan ouders<br />

door bevoegd gezag 19<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag van de<br />

school hun klacht over een groepsleerkracht te beperkt<br />

heeft behandeld.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben bij het bevoegd gezag een klacht over<br />

ongewenst gedrag van de groepsleerkracht ten opzichte<br />

van de moeder ingediend. De Commissie heeft kennis<br />

genomen van een brief van het bevoegd gezag aan de<br />

groepsleerkracht. In deze brief is uiteengezet waaruit<br />

het onderzoek door het bevoegd gezag zou bestaan. In<br />

de brief is opgenomen dat het bevoegd gezag als werkgever<br />

in brede zin zou onderzoeken of de groepsleerkracht<br />

als werknemer iets te verwijten valt. Ook is in de<br />

brief aangegeven wat er zou gaan gebeuren na afronding<br />

van het onderzoek.<br />

Het bevoegd gezag heeft onderzocht of er in het professionele<br />

handelen van de groepsleerkracht verwijtbare<br />

zaken aan te tonen zijn en daarnaast of er in het verleden<br />

zaken zijn geweest die op niet-professioneel handelen<br />

van de groepsleerkracht wijzen. Het bevoegd gezag<br />

heeft gefocust op de vraag of het naar aanleiding van de<br />

uitkomst van het onderzoek rechtspositionele maatregelen<br />

kon nemen. In het kader van het onderzoek heeft<br />

het bevoegd gezag het personeelsdossier geraadpleegd.<br />

Daarin was niets terug te vinden over eerdere inciden-<br />

19 03.034, primair onderwijs<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Niet zelden hebben klagers, alvorens een klacht bij de <strong>LKC</strong> in te dienen, al geprobeerd<br />

om de directie en/of het bevoegd gezag van een school tot actie te bewegen.<br />

Als dat niet tot het door de klager gewenste resultaat leidt, legt deze de behandeling<br />

van de klacht door het bevoegd gezag regelmatig tegelijk met de oorspronkelijke<br />

klacht ter beoordeling voor aan de <strong>LKC</strong>. Ook zijn enkele klachten opgenomen waarin<br />

aandacht besteed wordt aan de rol van de vertrouwenspersoon.<br />

ten of ongewenst of vrijpostig gedrag. Daarop heeft het<br />

bevoegd gezag informatie ingewonnen bij de directeur<br />

van de school en bij de directeur van de vorige school<br />

waar de groepsleerkracht werkte. Het bevoegd gezag<br />

voelde zich uiteindelijk genoodzaakt het nader onderzoek<br />

te stoppen omdat de groepsleerkracht de beweringen<br />

van de ouders steeds heeft ontkend.<br />

Voor de Commissie is voldoende vast komen te staan<br />

dat het bevoegd gezag heeft gehandeld zoals het heeft<br />

aangekondigd in voornoemde brief. Het bevoegd gezag<br />

heeft de klacht over de groepsleerkracht niet te beperkt<br />

behandeld.<br />

Ambtshalve merkt de Commissie nog het volgende op.<br />

De brief waarin het bevoegd gezag aan de ouders meedeelt<br />

dat het onderzoek is beëindigd - zonder tot een<br />

oordeel te komen - is wel erg summier. Na verzending<br />

van die brief lag het op de weg van het bevoegd gezag<br />

de ouders met inachtneming van de privacy van de<br />

groepsleerkracht nader te informeren over de verdere<br />

gang van zaken na beëindiging van het onderzoek.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 43


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

44<br />

Doorleiden klacht naar vertrouwenspersoon<br />

in plaats van naar klachtencommissie 20<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een moeder klaagt erover dat de directie een aan de<br />

klachtencommissie van de school gericht schrijven heeft<br />

doorgeleid aan de vertrouwenspersoon in plaats van te<br />

bewerkstelligen dat de klachtencommissie haar klachten<br />

behandelde.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De wijze van klachtafhandeling door de directie heeft de<br />

Commissie verbaasd. Op grond van de Kwaliteitswet<br />

(opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs) had<br />

de moeder direct toegang tot een onafhankelijke klachtencommissie<br />

dienen te krijgen. In dit geval is de <strong>LKC</strong><br />

die klachtencommissie. Anders dan de moeder mogelijk<br />

veronderstelt is er niet nog een klachtencommissie op<br />

schoolniveau.<br />

De voor de school geldende klachtenregeling bevat in<br />

artikel 4 de bepaling dat het bevoegd gezag zich aansluit<br />

bij de <strong>LKC</strong>. In artikel 5 van de regeling staat onder meer<br />

dat een klacht ingediend wordt bij het bevoegd gezag of<br />

bij de <strong>LKC</strong>, dat het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon<br />

of naar de klachtencommissie verwijst<br />

en dat het bevoegd gezag de klacht, indien deze eenvoudig<br />

is af te handelen, zelf kan afhandelen. In artikel 3,<br />

lid 3 is geregeld dat de vertrouwenspersoon nagaat of<br />

door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt,<br />

nagaat of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />

van een klacht en de klager desgewenst bijstand<br />

biedt bij de verdere procedure.<br />

De moeder heeft haar brief gericht aan de klachtencommissie.<br />

Daarmee heeft zij te kennen gegeven dat zij de<br />

klacht door een onafhankelijke commissie wenste te<br />

laten beoordelen. De directie heeft in strijd met de eigen<br />

klachtenregeling gehandeld door niet de moeder naar<br />

de vertrouwenspersoon te verwijzen maar de klacht ter<br />

behandeling aan hem toe te spelen. De vertrouwenspersoon<br />

heeft zich vervolgens een oordeel gevormd over<br />

20 03.025/028, voortgezet onderwijs<br />

21 03.058, primair onderwijs<br />

22 03.078, voortgezet onderwijs<br />

de inhoud van de klacht en de moeder daarvan in<br />

kennis gesteld. Dat oordeel luidde dat de sector-adjunctdirecteur<br />

terecht was aangesproken en dat de directie<br />

de klacht daarover zorgvuldig had behandeld.<br />

Door op deze wijze te werk te gaan heeft de vertrouwenspersoon<br />

er onvoldoende blijk van gegeven te beseffen<br />

dat zijn functie bestaat uit het bijstaan van de<br />

ouders in een door hen gewenste klachtenprocedure.<br />

Nu heeft het er tenminste de schijn van dat de vertrouwenspersoon<br />

de klacht ten behoeve van de school<br />

behandeld en beoordeeld heeft. Weliswaar bevat de<br />

klachtenregeling de bepaling dat de vertrouwenspersoon<br />

nagaat of een gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />

van een klacht, maar deze bepaling dient naar het<br />

oordeel van de <strong>LKC</strong> niet zodanig uitgelegd te worden<br />

dat, zoals in de onderhavige klachtprocedure gebeurd is,<br />

de vertrouwenspersoon overgaat tot een volledige inhoudelijke<br />

beoordeling van de klacht. Daardoor ontneemt<br />

hij immers zichzelf de mogelijkheid om een klager die<br />

zijn klacht aan de klachtencommissie voor wil leggen<br />

met overtuiging bij te kunnen staan. De klacht over de<br />

manier waarop de directie de klacht in eerste instantie<br />

heeft behandeld is dan ook gegrond. De Commissie zal<br />

hier een aanbeveling aan wijden.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Samen met de directie en de vertrouwenspersoon de<br />

klachtenregeling van de school en de onderscheiden rollen<br />

van de daarin genoemde functionarissen nauwgezet<br />

doorspreken en in overweging nemen of de vertrouwenspersoon<br />

wellicht extern bijgeschoold dient te<br />

worden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Directeur verstrekt onvolledige informatie<br />

over klachtenprocedure 21<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur van de school aan<br />

hen onjuiste en onvolledige informatie verschaft heeft<br />

over de voor de school geldende klachtenprocedure.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft erkend dat hij onjuiste informatie<br />

over de klachtenprocedure aan de ouders heeft verstrekt.<br />

Hij heeft de ouders naar de gemeente in plaats van naar<br />

het bevoegd gezag verwezen.<br />

De Commissie heeft vastgesteld dat de mogelijkheid om<br />

een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie<br />

niet in de schoolgids wordt genoemd.<br />

Daardoor is voor ouders (en andere potentiële klagers)<br />

niet kenbaar dat de school aangesloten is bij een onafhankelijke<br />

klachtencommissie. Daarnaast staat ook niet<br />

in de schoolgids vermeld dat de ouders zich desgewenst<br />

rechtstreeks tot de <strong>LKC</strong> kunnen wenden. De Commissie<br />

heeft reeds eerder in haar adviezen uitgesproken dat<br />

klagers hun klacht zelfstandig moeten kunnen indienen,<br />

zonder eerst bij de school naar het adres van de<br />

Commissie te hoeven informeren. Daarom dient tenminste<br />

in de schoolgids vermeld te worden bij welke<br />

klachtencommissie de school is aangesloten en welke<br />

mogelijkheden klagers hebben om rechtstreeks met die<br />

commissie in contact te treden. Ook dient vermeld te<br />

worden op welke, voor potentiële klagers gemakkelijk te<br />

bereiken, plaats de geldende klachtenregeling kan worden<br />

ingezien.<br />

Gezien bovenstaande overwegingen en mede gezien het<br />

feit dat de directeur - binnen de school - de eindverantwoordelijke<br />

is voor de inhoud van de schoolgids is de<br />

klacht gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Vertrouwenspersoon gaat onzorgvuldig om<br />

met klacht ouders 22<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de vertrouwenspersoon hun<br />

klacht over het stelselmatig en langdurig pesten en<br />

mishandelen van hun zoon door een medeleerling op<br />

onzorgvuldige wijze heeft aangepakt.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben aan de vertrouwenspersoon een brief<br />

overhandigd met daarbij het verhaal van hun zoon over<br />

een aantal gebeurtenissen op school. De vertrouwenspersoon<br />

heeft deze brief echter niet vertrouwelijk<br />

behandeld; tot verbazing van de ouders heeft zij de brief<br />

aan de adjunct-directeur gegeven. Deze heeft naar aanleiding<br />

van de brief contact opgenomen met de ouders.<br />

Voor de ouders was het niet duidelijk dat de vertrouwenspersoon<br />

binnen de school meerdere functies<br />

bekleedde.<br />

De vertrouwenspersoon was namenlijk tevens lid van<br />

het zorgteam en uit dien hoofde voortdurend betrokken<br />

bij de problemen van de zoon. De ouders hebben niet<br />

aangegeven haar als vertrouwenspersoon te benaderen.<br />

Dat bleek ook niet uit de vormgeving en de strekking<br />

van hun brief. De Commissie is daarom van oordeel dat<br />

de klacht ongegrond is. De Commissie merkt wel op dat<br />

een dubbelfunctie zoals deze werd vervuld door de vertrouwenspersoon<br />

niet ideaal is en de Commissie acht<br />

het dan ook juist dat de school deze situatie inmiddels<br />

heeft gewijzigd.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 45


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

46<br />

Traineren afhandeling klacht door bevoegd<br />

gezag 23<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag, nadat zij<br />

mondeling hun beklag hadden gedaan over een beslissing<br />

van de directie, de afhandeling van hun klacht<br />

heeft getraineerd, o.a. door de vertrouwenspersoon in te<br />

schakelen en de indruk te wekken dat deze een bindende<br />

uitspraak zou kunnen doen, hetgeen volgens deze<br />

vertrouwenspersoon zelf niet tot haar bevoegdheid<br />

behoort.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders klagen er in de kern over dat het bevoegd<br />

gezag hen verkeerde informatie heeft verstrekt over de<br />

klachtbehandeling, waardoor de afhandeling van de<br />

klacht langer heeft geduurd dan noodzakelijk. Het<br />

bevoegd gezag heeft de ouders na het indienen van de<br />

klacht gemeld dat de vertrouwenspersoon een formele<br />

klacht zou behandelen en een bindende uitspraak zou<br />

doen. Tegen deze uitspraak kon in beroep worden<br />

gegaan bij de <strong>LKC</strong>. De Commissie stelt vast dat de<br />

door het bevoegd gezag aan de ouders geschetste<br />

procedure anders is dan de in de klachtenregeling<br />

van de school vastgelegde.<br />

Daarnaast constateert de Commissie dat de ook door het<br />

bevoegd gezag voorgestane bemiddelende rol van een<br />

vertrouwenspersoon niet te verenigen is met het doen<br />

van een bindende uitspraak.<br />

De Commissie constateert dat als het bevoegd gezag<br />

reeds half juli de in de klachtenregeling neergelegde<br />

procedures aan de ouders kenbaar had gemaakt, deze<br />

reeds toen hadden kunnen weten dat zij een klacht<br />

rechtstreeks bij de <strong>LKC</strong> konden indienen.<br />

De Commissie acht de klacht gegrond. Zij merkt hierbij<br />

wel op dat haar van het bewust traineren van de klacht<br />

niet is gebleken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag bij klachten<br />

direct te wijzen op de mogelijkheid een klacht in te dienen<br />

bij de Klachtencommissie.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

-<br />

Onzorgvuldig handelen bij ruzie<br />

tussen ouderparen 24<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat de directie en het schoolbestuur<br />

van de basisschool niet tijdig en onvoldoende actie<br />

hebben ondernomen om haar dochter die gepest werd<br />

een veilig schoolklimaat te bieden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het is voorstelbaar dat pesterijen hebben plaatsgevonden.<br />

De school heeft de problemen die in de groep<br />

speelden aangepakt door eerst zelf maatregelen te treffen.<br />

Later is het Schooladviescentrum ingeschakeld. Dat<br />

er sprake was van pesten en van een melding daarvan<br />

bij de directie is echter niet vast komen te staan. Van de<br />

onregelmatigheden bleek ook een conflict tussen de<br />

moeder en een overblijfouder deel uit te maken. In het<br />

steven naar een oplossing ontzegde de directie beide<br />

ouders het optreden als hulpouder. Niettemin bleek de<br />

andere ouder nog steeds als overblijfmoeder op te treden.<br />

Ook al was er geen afspraak dat de andere ouder<br />

dat niet meer zou doen mocht klaagster er wel op vertrouwen<br />

dat ook die activiteit zou worden opgeschort.<br />

Het is van het grootste belang beide partijen bij zo’n<br />

conflict gelijk te behandelen<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen.<br />

23 03.081, primair onderwijs<br />

24 03.008, primair onderwijs<br />

25 03.036, primair onderwijs<br />

Pesten<br />

Een tweetal klachten op dit gebied, waarbij de Commissie<br />

te werk is gegaan zoals in het <strong>jaarverslag</strong> over 2002 is<br />

beschreven. Eerst wordt vastgesteld of er inderdaad sprake<br />

is (geweest) van pesten. Als dat zo blijkt te zijn gaat de<br />

Commissie na of de school over middelen beschikt om<br />

pesten te voorkomen en tegen te gaan en of die middelen<br />

in het concrete geval ook zijn aangewend.<br />

Leerling uitgescholden 25<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt over het onzorgvuldige optreden van de<br />

directie. Hij wijst er op dat de directie onvoldoende zorg<br />

heeft gedragen om zijn kinderen een veilig schoolklimaat<br />

te bieden. Hierdoor zijn zij gepest. Een dochter is regelmatig<br />

door een leerling op het schoolplein opgewacht en<br />

zij is door leerlingen uitgescholden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Eerst zal vastgesteld moeten worden of de kinderen door<br />

hun medeleerlingen zijn gepest.<br />

De Commissie ziet als kenmerken voor pesten dat het<br />

structureel van aard is en gericht tegen één bepaalde persoon.<br />

Daarmee onderscheidt het zich van plagen.<br />

Plagerijen kunnen op ieder moment tegen elke willekeurige<br />

persoon gericht zijn. Op dat moment misschien niet<br />

altijd even leuk, maar daarna is het ook over. Pesten gaat<br />

door zolang het niet gestopt wordt.<br />

De vader heeft aangegeven dat zijn dochter werd uitgescholden<br />

en dat ze werd genegeerd. Daarnaast heeft de<br />

vader diverse voorvallen genoemd waar het pesten nog<br />

meer uit zou hebben bestaan. De directie heeft ontkend<br />

dat de kinderen werden gepest. Wel was het haar bekend<br />

dat een dochter werd uitgescholden. Zij heeft dit echter<br />

niet in verband gebracht met pesten.<br />

De Commissie is van oordeel dat het geven van een bijnaam,<br />

dat door de directie werd gezien als uitschelden,<br />

als pesten moet worden aangemerkt omdat het structureel<br />

van aard was en gericht was tegen één bepaalde persoon.<br />

De dochter was niet in staat zichzelf te verdedigen.<br />

Beoordeeld moet worden of de directie voldoende zorg<br />

heeft gedragen voor een veilig schoolklimaat voor haar.<br />

Wanneer kinderen elkaar bijnamen geven dient de<br />

groepsleerkracht er op toe te zien dat deze bijnaam voor<br />

het betrokken kind aanvaardbaar is en tevens of het kind<br />

het later nog steeds als prettig ervaart om zo genoemd te<br />

worden. In het geval van de dochter was zij de enige in<br />

haar klas met een bijnaam. Het behoort tot de verantwoordelijkheid<br />

van de school om zich ervan te vergewissen<br />

hoe een leerling het ervaart om zo genoemd te worden.<br />

Voor dit kind geldt dit des te meer. Zij was erg op<br />

zichzelf gericht en had leerproblemen waarvoor ze dagelijks<br />

individuele begeleiding kreeg. Deze omstandigheden<br />

brengen met zich mee dat zij vatbaar was voor pesten.<br />

De school heeft zich hier onvoldoende rekenschap van<br />

gegeven en heeft daarmee onvoldoende zorg gedragen<br />

voor een veilig schoolklimaat.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 47


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

48<br />

26 03.004, voortgezet onderwijs<br />

27 02.083, primair onderwijs<br />

Relatie werkgever-werknemer<br />

In toenemende mate ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten van (meestal) docenten, die betrekking<br />

hebben op de onderlinge verhoudingen op school. Voor zover dit geen<br />

rechtspositionele aangelegenheden betreft, neemt de Commissie deze klachten in<br />

behandeling. De voor de meeste scholen geldende modelklachtenregeling staat hier<br />

niet aan in de weg. Naar inhoud spelen de meeste<br />

Intimidatie en chantage van docente door<br />

klachten zich af op het gebied van een al dan niet<br />

conrector<br />

zorgvuldige bejegening. In het laatst opgenomen<br />

advies handelde het over het niet optreden van de<br />

directie tegen leerlingen die een docent onheus<br />

hadden bejegend.<br />

26<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een docente klaagt erover dat de conrector onderbouw,<br />

tevens haar direct leidinggevende, haar heeft geïntimideerd<br />

door haar onder druk te zetten om haar mond te<br />

houden over de seksuele intimidatie door een collega en<br />

over het feit dat deze in het verleden al eens te ver was<br />

gegaan in de omgang met een leerling. Voorts klaagt de<br />

docente erover dat de conrector haar heeft gechanteerd<br />

door haar minder lesuren aan te bieden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie overweegt dat haar niet is gebleken dat<br />

de conrector de docente heeft geïntimideerd dan wel<br />

heeft gechanteerd. Naar het oordeel van de Commissie<br />

heeft de docente niet aannemelijk gemaakt dat de conrector<br />

haar op enigerlei wijze onder druk heeft gezet<br />

dan wel bewoordingen heeft gebruikt die als zodanig<br />

opgevat konden worden. De Commissie heeft daarentegen<br />

de indruk dat de conrector zich juist volledig heeft<br />

ingezet om weer te komen tot een goede verstandhouding<br />

tussen de docente en haar collega. Ook het aanbod<br />

van de conrector om een aantal lessen van de docente<br />

over te nemen, kan worden gezien als een poging om te<br />

komen tot werkhervatting c.q. verlichting van haar<br />

werkzaamheden. De Commissie acht de klacht ongegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Geen<br />

Onzorgvuldig handelen ten opzichte van<br />

groepsleerkracht na incident met collega 27<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een leerkracht klaagt erover dat zowel het bevoegd<br />

gezag als de directeur van de basisschool ten opzichte<br />

van hem onzorgvuldig heeft gehandeld en onvoldoende<br />

rekening heeft gehouden met zijn belangen na een<br />

incident waarbij hij een collega op haar mond heeft<br />

gekust.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie is van oordeel dat wanneer een leerkracht<br />

tijdens de les uit de klas wordt gehaald dit altijd<br />

vragen oproept. De directeur heeft daarnaast ouders op<br />

een ouderavond laten weten dat de leerkracht het<br />

schoolgebouw niet meer zou mogen betreden. Hierdoor<br />

heeft hij beschadigend gehandeld ten aanzien van diens<br />

eer en goede naam.<br />

De Commissie komt tot het oordeel dat het optreden<br />

van de directeur onzorgvuldig is geweest en dat hij<br />

onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen<br />

van de leerkracht.<br />

Gebleken is dat het bevoegd gezag heeft nagelaten aan<br />

de collega van de leerkracht te vragen waar het betasten<br />

volgens haar precies uit heeft bestaan. Een dergelijke<br />

beschuldiging vraagt om een zorgvuldig onderzoek. Het<br />

behoorde tot de plicht van het bevoegd gezag om, nadat<br />

het de visie van de leerkracht had gehoord, de collega<br />

daarop te laten reageren en uit te zoeken waaruit haar<br />

beschuldigingen precies bestonden. Door dit niet te<br />

doen is het bevoegd gezag ernstig in gebreke gebleven.<br />

Daarnaast heeft het geen verslagen van de gevoerde<br />

gesprekken gemaakt. Ook dit is een ernstig gebrek.<br />

Het bevoegd gezag heeft zich zonder meer neergelegd<br />

bij de wens van de collega om niet via bemiddeling de<br />

lucht tussen beide leerkrachten te zuiveren. Daarmee is<br />

de leerkracht een mogelijkheid onthouden om de verhoudingen<br />

te herstellen.<br />

De leerkracht werd door het bevoegd gezag voor de<br />

keuze gesteld van een onderzoek/schorsing dan wel<br />

overplaatsing. Daarbij is ook de mogelijkheid van aangifte<br />

bij het OM genoemd. Het bevoegd gezag heeft de<br />

leerkracht door deze handelwijze op ongeoorloofde<br />

wijze onder druk gezet en geïntimideerd.<br />

Gelet op de bovenstaande overwegingen komt de<br />

Commissie tot het oordeel dat het bevoegd gezag uitermate<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld en dat het onvoldoende<br />

rekening heeft gehouden met de belangen van<br />

de leerkracht. De klacht is dan ook gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag in soortgelijke<br />

procedures nauwkeurige verslaglegging van alle<br />

gesprekken te laten plaatsvinden en te heroverwegen of<br />

de directeur in bepaalde situaties een rol kan vervullen<br />

bij de afhandeling van een klacht over ongewenst<br />

gedrag. Daarnaast dient actie te worden ondernomen<br />

om de geruchten te ontkrachten die over het incident de<br />

ronde doen. Tevens moet de leerkracht de ruimte worden<br />

geboden om de emotionele problemen die hij<br />

ondervindt van de hele gang van zaken op te lossen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen, advies deels overgenomen.<br />

Het bevoegd gezag ontwikkelt een protocol voor dit<br />

soort situaties, waarbij de verslaglegging van gesprekken<br />

zal worden meegenomen alsmede de rol van<br />

verschillende betrokkenen. Aanbod aan leerkracht<br />

gedaan voor begeleiding bij het oplossen van<br />

emotionele problemen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 49


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

50<br />

Intimiderend gedrag voorzitter centrale<br />

directie jegens docent 28<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een docent klaagt over intimiderend gedrag van de voorzitter<br />

van de centrale directie van de school naar aanleiding<br />

van het mede door de docent ondertekenen van<br />

een brief van een deel van het personeel aan de bedrijfsarts<br />

en naar aanleiding van de verkiezing van de docent<br />

tot voorzitter van de medezeggenschapsraad. De docent<br />

wijst er onder meer op dat de voorzitter gedragsregels<br />

voor hem heeft opgesteld, het vertrouwen in de MR<br />

heeft opgezegd en in gesprekken en <strong>corr</strong>espondentie<br />

met derden zijn eer en goede naam aantast.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie stelt vast dat het voornemen om gedragsregels<br />

voor de docent op schrift te stellen enige keren<br />

onderwerp van gesprek is geweest. De Commissie is<br />

van oordeel dat het begrijpelijk is schriftelijk in gedragsregels<br />

vast te leggen wat er mondeling is besproken.<br />

Het neerleggen van gedragsregels is op zich niet intimiderend,<br />

zeker niet als ze reeds in gesprekken aan de<br />

orde zijn geweest.<br />

De Commissie constateert dat de voorzitter een ongelukkige<br />

term heeft gebruikt door te melden het vertrouwen<br />

in de MR op te zeggen. Gebleken is dat hij heeft<br />

bedoeld dat hij zich aan de wettelijke verplichtingen zou<br />

houden, maar geen extra contacten met MR-leden zou<br />

onderhouden. De Commissie is van oordeel dat de voor-<br />

28 03.013, voortgezet onderwijs<br />

29 03.035, voortgezet onderwijs<br />

zitter tactisch ongelukkig heeft gehandeld.<br />

Ten slotte stelt de docent dat de voorzitter zijn eer en<br />

goede naam heeft aangetast. Vaststaat dat de voorzitter<br />

het vertrouwelijke gedeelte van een onderzoeksrapport<br />

aan ouderleden van de MR heeft meegegeven. Deze<br />

MR-leden zijn echter gebonden aan hun geheimhoudingsplicht.<br />

De Commissie is van oordeel dat de voorzitter in zijn<br />

brief aan de medewerkers van de school te gedetailleerd<br />

ingaat op zijn geschiedenis met de docent. Dit had meer<br />

in algemene zin gekund zonder uitgebreid stil te staan<br />

bij opvattingen en disciplinaire maatregelen.<br />

Naar het oordeel van de Commissie heeft de voorzitter<br />

hiermee de eer en goede naam van de docent in beperkte<br />

mate aangetast. De Commissie onderschrijft ook op<br />

dit punt niet dat de handelwijze van de voorzitter intimiderend<br />

voor de docent is.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Het bevoegd gezag van de school zal zelf een bemiddelende<br />

rol moeten spelen en dient te bewerkstelligen dat<br />

het wederzijds vertrouwen tussen de directie en de MR<br />

weer wordt hersteld.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

Grof taalgebruik jegens docent, veiligheidsprotocol<br />

29<br />

INHOUD KLACHT<br />

Docent klaagt erover dat de directie twee leerlingen<br />

onbestraft heeft gelaten die jegens hem grove en beledigende<br />

taal hebben geuit.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ter zitting is niet vast komen te staan dat de betrokken<br />

leerlingen zijn gestraft voor het beledigen van de<br />

docent. Zij hebben in ieder geval niet het gevoel gehad<br />

te zijn gestraft. De eventuele strafoplegging is ook nergens<br />

gedocumenteerd.<br />

Op de school geldt een veiligheidsprotocol. Daarin staat<br />

dat verbaal geweld wordt onderzocht en dat van de<br />

resultaten verslag wordt opgemaakt. De Commissie<br />

vindt dat de inhoud van het protocol in dit geval niet is<br />

nageleefd. Daarmee staat vast dat de school onzorgvuldig<br />

heeft gehandeld jegens klager, zeker nu ook vast is<br />

komen te staan dat niet alle betrokkenen in de school op<br />

de hoogte waren van het bestaan en de inhoud van het<br />

protocol.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Er zorg voor dragen dat de inhoud van het veiligheidsprotocol<br />

bij iedereen op wie het betrekking heeft<br />

bekend is.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 51


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

52<br />

Overige<br />

Perikelen rondom een leerlingdossier. De klagende ouders wilden het de<br />

school verbieden de klachtencommissie van de inhoud daarvan in kennis te<br />

stellen. Onder verwijzing naar de vertrouwelijke behandeling van een<br />

klacht heeft de Commissie dat verbod van de hand<br />

gewezen: klagers moeten het niet in hun macht Gebruik leerlingdossier<br />

hebben het verweerder onmogelijk te maken<br />

inhoudelijk verweer te voeren.<br />

30<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de directeur zonder hun<br />

toestemming gegevens uit het leerlingdossier heeft<br />

gebruikt voor het voeren van verweer in de klachtenprocedure.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben bij brief verboden om derden inzage<br />

in het dossier te verschaffen of om kopieën van het dossier<br />

ter beschikking van derden te stellen. Tot die derden<br />

rekenden zij ook de <strong>LKC</strong>.<br />

Met het door de ouders opgelegde verbod zouden zij het<br />

de school feitelijk onmogelijk maken hun visie met<br />

schriftelijk materiaal te onderbouwen. De Commissie<br />

oordeelt dat het gebruik van de gegevens noodzakelijk<br />

was voor de verdediging van gerechtvaardigde belangen.<br />

Daarbij neemt zij in aanmerking dat de stukken noch<br />

de zitting in de klachtprocedure openbaar is, zodat het<br />

recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />

van de leerling niet wordt geschaad.<br />

De Commissie heeft kennis genomen van een brief van<br />

de ouders aan de ouders van de klasgenoten van hun<br />

kinderen. Uitlatingen in die brief zijn grievend jegens<br />

de school omdat het vakmanschap van de directeur en<br />

een leerkracht in twijfel worden getrokken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Het klachtonderdeel over het gebruik van het leerlingdossier<br />

is ongegrond.<br />

Zorg te dragen voor een passende rehabilitatie van verweerders<br />

binnen de school.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Onheuse bejegening MR-lid door voorzitter<br />

tijdens fusieperikelen 31<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een MR-lid klaagt erover dat de voorzitter van een voorlopige<br />

GMR haar tijdens een roerige bijeenkomst heeft<br />

toegevoegd dat ze maar op moest sodemieteren. Het<br />

incident speelde zich af tijdens een fusieproces dat niet<br />

geheel vlekkeloos verliep<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Over de ontvankelijkheid merkt de Commissie op dat<br />

beide scholen onder hetzelfde bevoegd gezag vallen en<br />

dat beide aangesloten zijn bij de <strong>LKC</strong>. Omdat de scholen<br />

zich in de dagelijkse praktijk als één school manifesteren<br />

maken de betrokkenen deel uit van hetzij<br />

dezelfde schoolgemeenschap, hetzij van elkaars schoolgemeenschap.<br />

De klaagster valt daarom onder het<br />

begrip “klager” uit de klachtenregeling van de scholen.<br />

Het is voor de betrokkenen niet eenvoudig om in de<br />

complexe en emotioneel geladen situatie steeds de juiste<br />

bewoordingen te kiezen. Nochtans mogen zij jegens<br />

elkaar aanspraak maken op een respectvolle wederzijdse<br />

omgang.<br />

Vaststaat dat de voorzitter zich jegens het MR-lid in de<br />

gewraakte bewoordingen heeft uitgelaten. De voorzitter<br />

van de (voorlopige) GMR heeft een voorbeeldfunctie.<br />

Hoewel er, mede gelet op de niet altijd even fijnzinnige<br />

manier waarop het MR-lid meningen naar voren brengt,<br />

wellicht enig begrip kan worden opgebracht voor de<br />

emotionele uitlating van de voorzitter, moet de conclusie<br />

luiden dat deze verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld<br />

heeft.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Afschrift van het advies opnemen in het personeelsdossier.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen, advies voorlopig overgenomen<br />

(in afwachting van arbeidsrechtelijk advies).<br />

30 03.058, primair onderwijs<br />

31 03.038, primair onderwijs; klacht uitsluitend schriftelijk behandeld<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 53


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

54<br />

bijlage a<br />

De in <strong>2003</strong> ingediende klachten<br />

(naar aantal en soort)<br />

Afhankelijk van de inhoud van een klacht krijgt deze één of meerdere dossiernummers<br />

toegekend. Dient iemand bijvoorbeeld een klacht in tegen een directie en een bevoegd<br />

gezag vanwege het ontbreken van anti-pestbeleid, dan wordt dit beschouwd als één klacht.<br />

Een klacht over een door de directie opgelegde straf en over de manier waarop het bevoegd<br />

gezag de bezwaren daartegen heeft afgehandeld leidt tot twee dossiernummers: het betreft<br />

dan twee klachten die niet over hetzelfde gaan en die gericht zijn tegen twee verschillende<br />

verweerders. Ook indien meerdere klagers zich onafhankelijk van elkaar beklagen over<br />

eenzelfde voorval of beslissing leidt dat tot toekenning van meerdere dossiernummers.<br />

In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 14 klachten meer ontvangen dan het jaar daarvoor, namelijk 129.<br />

In het (top)jaar 2001 was dat aantal 145.<br />

DOORLOOPTIJD<br />

In het jaar <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 158 klachten in behandeling<br />

gehad: behalve de 129 nieuw ingediende klachten<br />

tevens de werkvoorraad op 1 januari <strong>2003</strong> (29). Aan het<br />

einde van het jaar resteerde wederom een aantal van 29<br />

in behandeling zijnde klachten, zodat de conclusie is dat<br />

in het verslagjaar 129 klachten zijn afgehandeld.<br />

Verheugend is het te kunnen melden dat alle klachten<br />

binnen een periode van 5 maanden zijn afgehandeld. In<br />

ruim 2/3 van de gevallen lukte dat binnen 3 maanden.<br />

Daarbij moet wel aangetekend worden dat zich in deze<br />

categorie ook de ingetrokken en anderszins opgeloste<br />

klachten bevinden. Deze vergen doorgaans beduidend<br />

minder behandeltijd dan klachten die in een advies van<br />

de Commissie eindigen.<br />

DOORLOOPTIJD IN MAANDEN AFGEDANE KLACHTEN<br />

2002<br />

0-3 68<br />

3-4 22<br />

4-5 12<br />

5-6 9<br />

>6 3<br />

<strong>2003</strong><br />

0-3<br />

3-4<br />

4-5<br />

>5<br />

87<br />

29<br />

13<br />

0<br />

2002<br />

<strong>2003</strong><br />

VERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />

ONDERWIJSSOORT<br />

PO<br />

VO<br />

SO<br />

PO<br />

VO<br />

SO<br />

In het vijfjarig bestaan van de <strong>LKC</strong> is het merendeel van<br />

de klachten steeds afkomstig geweest uit het primair<br />

onderwijs. Dat beeld is het afgelopen jaar alleen nog maar<br />

versterkt: van de 129 afgehandelde klachten kwamen er<br />

85 (66%) uit het primair onderwijs. Een jaar eerder was<br />

dat nog 55%. Het voortgezet onderwijs genereerde 40<br />

klachten en 4 klachten waren afkomstig uit het speciaal<br />

onderwijs.<br />

VERDELING INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />

ONDERWIJSSOORT<br />

63<br />

47<br />

5<br />

85<br />

40<br />

4<br />

VERDELING INGEDIENDE KLACHT NAAR INHOUD<br />

KLACHT<br />

2002<br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

<strong>2003</strong><br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

18<br />

36<br />

9<br />

15<br />

12<br />

11<br />

4<br />

10<br />

23<br />

52<br />

8<br />

5<br />

19<br />

5<br />

7<br />

10<br />

V ERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR INHOUD<br />

Bij de indeling van de ontvangen klachten hanteert de<br />

<strong>LKC</strong> de volgende categorieën:<br />

• communicatie tussen school en ouders/leerlingen<br />

• pedagogisch-didactische begeleiding<br />

• ongewenste intimiteiten<br />

• hardhandige aanpak van leerlingen<br />

• klachtbehandeling binnen de school of door het<br />

bevoegd gezag<br />

• pesten<br />

• de relatie werkgever/werknemer<br />

• overige zaken.<br />

Zoals in hoofdstuk 1 reeds opgemerkt is speelt communicatie<br />

een belangrijke rol bij veel klachten. Eveneens is<br />

daar gewezen op de procentuele toename van de klachten<br />

over pedagogisch-didactische begeleiding (van 31% naar<br />

40%). Het aantal klachten over de interne klachtbehandeling<br />

is eveneens relatief gestegen. Een afname daarentegen<br />

valt waar te nemen in de categorieën hardhandige<br />

aanpak en pesten.<br />

D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN<br />

AFHANDELEN VAN DE KLACHTEN<br />

2002<br />

niet gegrond 30<br />

deels gegrond 30<br />

gegrond 19<br />

ingetrokken 10<br />

bemiddeld 1<br />

niet ontvankelijk 14<br />

ter kennisname 10<br />

<strong>2003</strong><br />

niet gegrond 37<br />

deels gegrond 39<br />

gegrond 21<br />

ingetrokken 16<br />

bemiddeld 0<br />

niet ontvankelijk 12<br />

ter kennisname 4<br />

SPREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE<br />

AARD VAN DE KLACHT IN <strong>2003</strong><br />

NIET GEGROND<br />

Communicatie 5<br />

Ped.did. begeleiding 13<br />

Ongewenste intimiteiten 1<br />

Hardhandige aanpak 4<br />

Interne klachtbehandeling 7<br />

Pesten 3<br />

Werkgever/werknemer 1<br />

Overige zaken 3<br />

DEELS GEGROND<br />

Communicatie 8<br />

Ped.did. begeleiding 18<br />

Ongewenste intimiteiten 1<br />

Hardhandige aanpak 2<br />

Interne klachtbehandeling 4<br />

Pesten 4<br />

Werkgever/werknemer 1<br />

Overige zaken 1<br />

GEGROND<br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN AFHANDELEN VAN<br />

DE KLACHTEN<br />

In <strong>2003</strong> heeft de Commissie 129 zaken afgedaan. Dit kan<br />

zijn doordat de klacht tussentijds is ingetrokken of direct<br />

aan het begin van de behandeling niet ontvankelijk is verklaard.<br />

In het merendeel van de zaken heeft de <strong>LKC</strong> echter<br />

naar aanleiding van de klacht een oordeel en advies<br />

aan het bevoegd gezag uitgebracht (75%). In de grafiek<br />

“verdeling van de afgehandelde klachten naar afdoening”<br />

is dit inzichtelijk gemaakt.<br />

Wanneer de Commissie toekomt aan de inhoudelijke<br />

beoordeling van de klacht verklaart zij deze (geheel of<br />

gedeeltelijk) gegrond of ongegrond. In de verslagperiode<br />

heeft de Commissie in totaal 97 zaken inhoudelijk beoordeeld.<br />

Deze beoordeling leidde in de verslagperiode tot de volgende<br />

percentages : ongegrond 38%; deels gegrond 40%<br />

en gegrond 22%.<br />

S PREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE AARD<br />

VAN DE KLACHT<br />

Bovenstaande grafiek geeft de inhoudelijke beoordeling<br />

van de klachten, onderverdeeld naar onderwerp weer.<br />

Hoewel in de meeste categorieën het absolute aantal klachten<br />

te laag is om aan verschuivingen conclusies te kunnen<br />

verbinden, valt wel op te merken dat de verhouding<br />

gegrond:ongegrond in de categorieën communicatie en<br />

pedagogisch-didactische begeleiding (die de grootste aantal<br />

klachten vormen) vergelijkbaar is met een jaar eerder.<br />

2<br />

7<br />

2<br />

0<br />

3<br />

1<br />

4<br />

2<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 55


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

56<br />

bijlage b<br />

Lijst van de in <strong>2003</strong><br />

uitgebrachte adviezen<br />

DOSSIER COMMUNICATIE AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.080 Handelwijze directeur inzake de groepsindeling nieuwe schooljaar deels gegrond PO<br />

02.102 Slechte communicatie school inzake toelating tot internationale opleiding deels gegrond VO<br />

02.104 Wijze waarop school incident op toilet heeft afgehandeld ongegrond PO<br />

03.007 Juridisch medewerker school geeft opzettelijk onjuiste informatie ongegrond VO<br />

03.011 Vrijwilliger beklaagt zich over afhandeling handgemeen tussen hem en andere ouder door directie deels gegrond PO<br />

03.012 Zie 03.011, maar dan door bestuur deels gegrond PO<br />

03.014 Crisis na fusieperikelen en tegenwerking MR-lid door directie deels gegrond PO<br />

03.033 Begeleiding leerling met gedragsproblemen deels gegrond PO<br />

03.039 Directeur <strong>corr</strong>igeert groepsleerkracht niet, geeft geen huiswerk en beticht ouder en leerling van leugens ongegrond PO<br />

03.042 Groepsleerkracht bejegent leerling en zijn moeder in<strong>corr</strong>ect deels gegrond PO<br />

03.047 Onzorgvuldig en onbehoorlijk optreden directie gegrond PO<br />

03.048 Directie heeft ouders verkeerd geïnformeerd over inschrijving dochter en het<br />

verschuldigd zijn van schoolgeld ongegrond VO<br />

03.058 Directeur communiceert niet goed met ouders over inhoud van een gesprek en over klachtenregeling deels gegrond PO<br />

03.059 Informatie aan niet met het ouderlijk gezag belaste ouder gegrond VO<br />

03.077 Aantal beoordelingen ten onrechte niet herzien ongegrond VO<br />

DOSSIER PEDAGOGISCH- DIDACTISCHE BEGELEIDING AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.077 School heeft geen adequate actie ondernomen inzake de taalproblemen van leerling gegrond PO<br />

02.086 Handelwijze school bij overplaatsing dochter deels gegrond PO<br />

02.088 School laat leerling ten onrechte niet doorstromen naar Vmbo-T ongegrond VO<br />

02.089 Geen veilige leeromgeving geboden; onprofessionele begeleiding door leerkracht deels gegrond PO<br />

02.094 Onvoldoende begeleiding, leerachterstand en informatie daarover ongegrond SO<br />

02.096 Gebrekkige begeleiding aan leerling en te lange tijd tot aanmelding voor onderzoek gegrond PO<br />

02.097 Onvoldoende begeleiding bij rekenonderwijs ongegrond PO<br />

02.098 Optreden directeur in het kader van incidenten tijdens overblijf en verwijdering van schoolkamp deels gegrond PO<br />

02.100 School heeft geen adequate begeleiding gegeven aan leerling ongegrond PO<br />

03.002 Onprofessionele opstelling directeur bij begeleiding van leerling ongegrond PO<br />

03.003 Onpedagogisch optreden directeur ongegrond PO<br />

03.009 Leerling voelt zich gedupeerd door verkeerde herkansing en nasleep daarvan deels gegrond VO<br />

03.010 Leerling gymnasium niet toegestaan vak Grieks te volgen gegrond VO<br />

03.016 Pedagogische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />

03.018 School heeft leerplichtige leerling ten onrechte tijdelijk de toegang tot de school ontzegd ongegrond VO<br />

03.020 Niet nakomen afspraak m.b.t. begeleiding; onprofessionele communicatie met ouders deels gegrond PO<br />

03.024 School ontzegt leerling voor langere tijd de toegang tot de lessen en de school deels gegrond VO<br />

03.026 Onvoldoende begeleiding leerling; klagers niet geïnformeerd en afspraak niet nagekomen deels gegrond PO<br />

03.027 Inadequate zorgstructuur en gebrekkige communicatie over begeleiding deels gegrond PO<br />

03.030 Opmerkingen onderwijsassistent en vuurwerk geven aan basisschoolleerling (ook 03.041 en 03.044) deels gegrond PO<br />

03.031 Zoon van klager wordt niet in de gelegenheid gesteld stage te lopen ongegrond SO<br />

03.041 Opmerkingen leerkracht over ouder in bijzijn leerlingen (ook 03.030 en 03.044) gegrond PO<br />

03.043 Verwijdering van schoolkamp te zware straf deels gegrond PO<br />

03.045 Ouders zijn het niet eens met schooladvies vervolgonderwijs voor hun dochter ongegrond PO<br />

03.054 Pedagogische benadering. Aanpak krabbende leerling deels gegrond PO<br />

03.061 Onvoldoende didactische begeleiding van dochter en mogelijke discriminatie (ook 03.082 en 03.083) deels gegrond PO<br />

03.064 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />

03.073 Weigering dochter naar groep 3 te laten gaan ondanks positief advies externe deskundige ongegrond PO<br />

03.076 Bevoegd gezag wijst verzoek om herkansing presentatie af gegrond VO<br />

03.079 Niet goed omgaan met allergie leerling ongegrond VO<br />

03.080 Cijfer economie niet aangepast; daardoor ten onrechte niet bevorderd naar 4 Havo deels gegrond VO<br />

03.081 School heeft zoon in nieuwe schooljaar geplaatst in nieuwe groep (ook 03.087) gegrond PO<br />

03.082 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.083) deels gegrond PO<br />

03.083 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.082) deels gegrond PO<br />

03.084 Straffen en opsluiten tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />

03.086 Plaatsing leerling in parallelgroep ongegrond PO<br />

03.090 Pedagogisch-didactische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />

03.094 Advies vervolgonderwijs gegrond PO<br />

03.098 School laat leerlinge groep 8 nog een keer doen terwijl Cito-score daar geen<br />

aanleiding toe geeft deels gegrond PO<br />

DOSSIER ONGEWENSTE INTIMITEITEN AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.107 Seksuele intimidatie door leerkracht gegrond PO<br />

03.006 Ongewenste intimiteiten van collega ongegrond VO<br />

03.029 Ongewenst contact leerkracht met ouder deels gegrond PO<br />

03.069 Gymleraar heeft tegen leerling ongepaste opmerkingen gemaakt (zie 03.070) gegrond VO<br />

DOSSIER HARDHANDIGE AANPAK AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.092 Hardhandige aanpak van zoon door leerkracht (ook 02.095) deels gegrond PO<br />

02.108 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.109 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.111 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.112 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

03.099 Hardhandig optreden leerkracht deels gegrond PO<br />

DOSSIER KLACHTBEHANDELING AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.068 Negeren klacht over overblijven; laten escaleren incident in bijzijn andere ouders deels gegrond PO<br />

02.095 Klachtbehandeling door bevoegd gezag (ook 02.092) ongegrond PO<br />

02.101 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen<br />

en leerkrachten (ook 02.108, 02.109, 02.110, 02.111 en 02.112) gegrond PO<br />

02.103 Wijze van klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 02.098) ongegrond PO<br />

03.028 Klachtafhandeling door directie (ook 03.025) deels gegrond VO<br />

03.034 Te beperkte klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 03.029) ongegrond PO<br />

03.044 Aanpak directeur na klachten over onderwijsassistent en leerkracht (ook 03.030/041) ongegrond PO<br />

03.070 Locatiedirecteur heeft klacht over ongepaste opmerkingen docent niet adequaat afgehandeld (ook 03.069) gegrond VO<br />

03.078 Niet vertrouwelijke behandeling informatie door vertrouwenspersoon ongegrond SO<br />

03.085 Klachtbehandeling door directeur (ook 03.064/082-084) deels gegrond PO<br />

03.087 Bevoegd gezag geeft verkeerde informatie over klachtenprocedure (ook 03.081) gegrond PO<br />

03.092 Optreden directeur na klachten over leerkracht ongegrond PO<br />

03.100 Handelwijze directeur na klacht over hardhandige aanpak van groepsleerkracht deels gegrond PO<br />

DOSSIER PESTEN AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.090 Niet optreden tegen pestende ouderhulp; daardoor leerachterstand opgelopen ongegrond PO<br />

02.110 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen en leerkrachten gegrond PO<br />

03.036 Pesten deels gegrond PO<br />

03.057 Geen veilig schoolklimaat, pesten deels gegrond PO<br />

03.063 Niet adequaat optreden leerkracht tegen pesten deels gegrond PO<br />

03.072 Optreden directie na pesten en mishandeling leerling ongegrond VO<br />

03.074 Directeur en groepsleerkracht hebben leerling van school gepest door hem als problematisch<br />

kind te kenschetsen. deels gegrond PO<br />

03.089 Niet adequaat optreden tegen pestgedrag leerling ongegrond VO<br />

DOSSIER WERKGEVER - WERKNEMER AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.083 Leerkracht klaagt over onware verklaringen in eerdere klacht gegrond PO<br />

03.001 Handelwijze directeur jegens invalleerkracht gegrond PO<br />

03.013 Directie intimideert personeelslid/MR-lid ongegrond VO<br />

03.032 Schoolleiding legt docente beperkingen op wegens haar kritiek op taakbeleid deels gegrond VO<br />

03.035 Directie treedt onvoldoende op tegen leerlingen nadat deze grove en beledigende taal hebben<br />

geuit jegens docent gegrond VO<br />

03.067 Onvoldoende begeleiding docent door directie na incidenten met leerling gegrond VO<br />

DOSSIER OVERIGE AFDOENING ONDERWIJS<br />

03.004 Intimidatie door leidinggevende om te zwijgen over seksuele intimidatie door collega ongegrond VO<br />

03.008 Handelwijze school en bevoegd gezag in kader van ruzie tussen ouderparen deels gegrond PO<br />

03.023 Directeur ontloopt zijn verantwoordelijkheid (zie ook 03.001-003) ongegrond PO<br />

03.025 Verstrekken informatie in procedure tussen ouders over gezag over de kinderen gegrond VO<br />

03.038 Onheuse uitlating voorzitter MR gefuseerde school jegens MR-lid gegrond PO<br />

03.095 Keuze groepen voor dislocatie ongegrond PO<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 57


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

58<br />

bijlage c<br />

Vastgestelde jaarrekening <strong>2003</strong><br />

De <strong>LKC</strong> stelt op grond van artikel 29 van het Instellingsbesluit<br />

jaarlijks de jaarrekening van het afgelopen jaar<br />

vast. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.<br />

De jaarrekening over <strong>2003</strong> is als volgt.<br />

REKENING BEGROTING<br />

INKOMSTEN <strong>2003</strong> <strong>2003</strong><br />

Bijdrage aangesloten besturen 311.155 300.786<br />

Overige inkomsten - -<br />

Totaal 311.155 300.786<br />

LASTEN<br />

Secretariaatskosten 310.600 342.332<br />

Vacatiegelden 55.611 78.000<br />

Reiskosten leden 3.967 6.500<br />

Vergaderkosten 10.212 11.000<br />

Studiedagen 2.217 3.000<br />

Kosten <strong>jaarverslag</strong> en brochure 18.308 18.500<br />

Website 1.999 3.500<br />

Onvoorzien 39 3.000<br />

Totaal 402.953 465.832<br />

Saldo -91.798 -165.046<br />

T OELICHTING OP DE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />

1. Inkomsten<br />

In <strong>2003</strong> is van de aangesloten schoolbesturen een bijdrage<br />

van 1 0,44 per leerling gevraagd. Dit bedrag lag 1 0,05<br />

onder hetgeen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en<br />

Wetenschappen aan scholen voor het primair onderwijs<br />

beschikbaar had gesteld voor de behandeling van klachten.<br />

Hiertoe heeft de instandhouder, VOS/ABB, besloten<br />

om voor haar leden de facilitering van met name vertrouwenspersonen<br />

mogelijk te maken.<br />

De jaarrekening laat zien dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen<br />

dan begroot door de stijging van het aantal leerlingen.<br />

De uitgaven zijn onder de begroting gebleven.<br />

Niettemin is een negatief saldo ontstaan.<br />

2. Lasten<br />

a. secretariaatsvergoeding<br />

De toerekening van de kosten van het secretariaat vindt<br />

tot nu toe plaats aan de hand van een verdeelsleutel. Het<br />

secretariaat verleent ondersteuning aan vier verschillende<br />

commissies en de kosten van deze ondersteuning worden<br />

thans naar evenredigheid over alle commissies verdeeld.<br />

In de verdeelsleutel wordt enerzijds rekening gehouden<br />

met de overhead, die de instandhouding van een commissie<br />

als de <strong>LKC</strong> vergt, en anderzijds het beroep dat de commissie<br />

doet op de ondersteuning door het secretariaat bij<br />

de behandeling van de klachten. De <strong>LKC</strong> heeft in <strong>2003</strong><br />

wederom in belangrijke mate de werkzaamheden van het<br />

secretariaat bepaald.<br />

b. de kosten van de Commissie<br />

De directe kosten van de Commissie, zoals onder meer de<br />

vacatiegelden en de reiskosten, zijn binnen de begroting<br />

gebleven.<br />

De post “website” is lager uitgevallen dan voorzien omdat<br />

we niet zijn toegekomen aan een updating van de site, die<br />

wel beoogd was. Op het publicitaire vlak staan voor 2004<br />

behalve de actualisering van de website zowel de herziening<br />

van de brochure over de werkwijze van de <strong>LKC</strong> als<br />

het uitbrengen van een gewijzigd Reglement gepland.<br />

3. Het rekeningresultaat<br />

Het feit dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen dan<br />

begroot door de stijging van het aantal leerlingen en de<br />

uitgaven tezelfdertijd onder de begroting zijn gebleven,<br />

leidt tot een minder groot negatief saldo dan voorzien.<br />

De instandhouder VOS/ABB heeft het negatief rekeningresultaat<br />

<strong>2003</strong> afgedekt. De positieve resultaten vanuit de<br />

andere door VOS/ABB instandgehouden commissies<br />

waren daarvoor toereikend.<br />

4. Veranderde begrotingswijze<br />

Omdat nu gedurende vijf jaar de instandhouding van de<br />

Landelijke Klachtencommissie mede mogelijk is geweest<br />

door de positieve resultaten die andere commissies behaalden<br />

en de toerekening van de overheadkosten überhaupt<br />

via een gefingeerde verdeelsleutel tot stand kwam, heeft<br />

VOS/ABB besloten voor het jaar 2004 de begroting voor<br />

alle door haar instandgehouden commissies meer te laten<br />

aansluiten bij de begrotingswijze die zij voor VOS/ABB<br />

zelf hanteert. Dit betekent o.a. dat niet meer alle ten<br />

behoeve van de commissies gemaakte kosten herleidbaar<br />

zijn tot elke specifieke commissie. Alleen de als ‘directe<br />

kosten’ te beschouwen uitgaven, zoals bijvoorbeeld de vacatie-<br />

en reisgelden en de kosten voor publicaties worden<br />

nog per commissie uitgesplitst. De overige uitgaven worden<br />

via toerekening (ten dele op basis van uurloon per<br />

medewerker) doorbelast aan de commissies gezamenlijk.<br />

Eén en ander zal voor het <strong>jaarverslag</strong> over 2004 tot gevolg<br />

hebben dat het eindresultaat van alle door VOS/ABB<br />

instandgehouden commissies in één jaarrekening zal<br />

worden verantwoord.<br />

COLOFON<br />

SAMENSTELLING LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE<br />

VOOR HET OPENBAAR EN HET ALGEMEEN<br />

TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />

( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />

Dhr. mr. H.Th. van der Meer<br />

(voorzitter) – vice-president arrondissementsrechtbank, sector<br />

Kanton<br />

Mw. mr. E.N. Brons<br />

(plv. voorzitter) – vice-voorzitter Commissie Gelijke<br />

Behandeling<br />

Dhr. mr. J.P.L.C. Dijkgraaf<br />

(plv. voorzitter) – advocaat<br />

Dhr. mr. R.H. Haveman<br />

(plv. voorzitter) – universitair hoofddocent straf(proces)recht<br />

Mw. mr. R. Holtmaat<br />

(plv. voorzitter) – hoogleraar Europees non-discriminatierecht,<br />

freelance onderzoeker en adviseur op het terrein van gelijke<br />

behandeling en non-discriminatie<br />

Mw. mr. M.E.A. Wildenburg<br />

(plv. voorzitter) – raadsheer gerechtshof Amsterdam<br />

Mw. drs. T. Bartel-Lely<br />

(lid) – lid van diverse commissies in de thuiszorg en maatschappelijk<br />

werk. Voormalig bestuurslid Consumentenbond<br />

Dhr. S.J. Drijver<br />

(lid) – voormalig hoofd afdeling onderwijs gemeente Dordrecht<br />

Mw. W. Dulfer-Visser<br />

(lid) – voormalig psychotherapeut RIAGG<br />

Mw. drs. D.J. Duyvis<br />

(lid) – klinisch psycholoog en seksuoloog<br />

Mw. mr. N. Gunes<br />

(lid) – juridisch medewerker Commissie Gelijke Behandeling<br />

Mw. S.Y. Kuurstra-Brons<br />

(lid) – leerlingbegeleider Voortgezet Onderwijs<br />

Dhr. R. Limper<br />

(lid) – directeur bureau VOO<br />

Mw. drs. G. van der Meulen<br />

(lid) – hoofd afdeling Welzijn, Sport en Onderwijs gemeente<br />

Leusden. Voorheen orthopedagoog<br />

Mw. drs. M. Polderman<br />

(lid) – schoolarts<br />

Dhr. J. Toes sr.<br />

(lid) – docent lichamelijke opvoeding<br />

Dhr. R.C.A. Wilcke<br />

(lid) – voorzitter college van bestuur ROC<br />

Uitgave Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs<br />

Vormgeving Studio Bauman bno, Rotterdam<br />

Fotografie Studio Bauman bno, Rotterdam (Arno Bauman) en Rob Limper<br />

Ontwerp logo B. Colsen, ’s-Gravenhage<br />

Druk Drukzaken, Rotterdam<br />

Oplage 3500 exemplaren<br />

Bestellen Secretariaat <strong>LKC</strong> • Postbus 162 • 3440 AD Woerden • Telefoon 0348 40 52 45<br />

SAMENSTELLING SECRETARIAAT<br />

( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />

Mw. drs. M.R. Backer<br />

secretaris<br />

Mw. mr. P.E. van Althuis<br />

adjunct-secretaris<br />

Mw. mr. E.J.J. Kits Nieuwenkamp<br />

adjunct-secretaris<br />

Dhr. mr. M. Smulders<br />

adjunct-secretaris<br />

Dhr. drs. J. van Velzen<br />

adjunct-secretaris<br />

Mw. E.A. Telkamp-Lafeber<br />

secretaresse<br />

Mw. M.J. van den Elzen-van Mil<br />

administratief medewerker<br />

TEN BEHOEVE VAN DE BEHANDELING VAN<br />

KLACHTEN, AFKOMSTIG UIT HET ALGEMEEN<br />

TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />

Mw. mr. H. Mertens<br />

secretaris SGO<br />

Mw. mr. R. de Bekker<br />

adjunct-secretaris SGO<br />

Dhr. mr. J.A. Breunesse<br />

adjunct-secretaris SGO<br />

Mw. M. Schuur<br />

secretaresse<br />

Mw. E. Clarijs<br />

administratief medewerker<br />

ADRESGEGEVENS VAN DE <strong>LKC</strong><br />

Postbus 162<br />

3440 AD Woerden<br />

Telefoon 0348 40 52 45<br />

Fax 0348 40 52 44<br />

Bezoekadres: Polanerbaan 15, Woerden<br />

Website: www.lgc-lkc.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!