8. hfst 5.2. stemvormingsoefeningen

stemvorming
5.2. Stemvormingsoefeningen
Bram, de brave broer
van breiende brouwende
Brielse Brechtje bracht
in zijn bronsbruin broekje
een bril en een brokje
bros gebroken bruin brood
zonder brommen of brullen
over de brede brug naar Breukelen
Brede bruine broodjes,
Bedede, beduine, bedootjes.
Bram brengt brede bruine broodjes,
brede bruine krentenbroodjes.
Deze bakker bakt beter bruin brood
dan die bakker daar bakt.
Bruisend beukt de branding op het brede strand.
Brullend breekt de branding brokken van het land.
De brullende bruisende branding slaat tegen een klip.
Beukende stormen
Beukende dreunende stormen
Beukende dreunende steunende stormen
Beukende dreunende steunende kreunende stormen.
Beukende dreunende steunende kreunende stormen bij barre
bittere koude.
Brechtje breikous brak een been.
Brechtje sprak: “ Denk niet dat ik ween.”
Brechtje zat tevree bij het raam,
Breide er een flink stuk aan.
51

52
Deze dingen, die, daar, dit en dat,
duid ik aan met deze hand.
Ezels eten netels niet
En netels eten ezels niet.
Ik en snik gingen over de zee.
Ik kwam weer maar snik niet meer.
Jan Kiekel en Jan Kakel
Die gingen samen uit;
Jan Kiekel viel in ‘t water,
Jan Kakel haalde ‘m eruit.
Toen kwam Jan Smal,
Die lei hem op de wal.
Toen kwam Jan Praat,
Die lei hem op de straat.
Toen kwam Jan Hempel
Die Iei hem op de drempel.
Toen kwam Jan de Boer,
Die lei hem op de vloer.
Duw die draaideur daar door.
Dikke Dirk deed de dunne duvel dansen door dik en dun;
door distels en dorens deed dikke Dirk de dunne duvel dansen.
Dirk, de dunne diender
droeg Dora, de dikke dame
door de drassige dikke drek.
Toen dankte Dora de dikke dame
Dirk de dunne diender
dat hij haar door de drassige
dikke drek droeg.
stemvorming

stemvorming
Dof dreunt de donder door de dalen,
dreunende donder dof en dreigend.
Hans hakt hout achter het achterhuis
Als Hannekes Hans hout had horen hakken
had Hannekes Hans achter het achterhuis helpen houthakken
.
Visser Frits vist frisse vissen.
Frisse vissen vist visser Frits.
Frits de fluiter fluit fantastisch
fiere lom fiere fiere lom lom
Maar Frits de fluiter fluit
haast alle kromme fluiten recht
en rechte fluiten krom..
Grommend graaft de hond
grommend graaft hij in de grond.
Hij graaft een grote greppel.
Hj graaft een greppel in de grond.
Hij graaft grommend en grondig.
Gijsje Goochelwijs
goochelde Greetjes gele gordijntjes grijs.
Maar Greetje begon te grienen
al in een groen prieel
dus goochelde Gijsje Goochelwijs
Greetjes grijze gordijntjes weer geel.
Grommend graaft de hond een groot
gat in de grauwgrijze grond.
De knecht van Knaap de knappe kapper
knipt en kapt knapper
dan Knaap de knappe kapper
knippen en kappen kan.
53

54
Knikkend knakken knoestige stronken.
Karel Knaap de knappe kapper kapt knap
Maar Klaas de knecht van Karel
Knaap de knappe kapper
Kapt nog knapper dan Karel
Knaap de knappe kapper
Knippen en kappen kan.
De Kat krabt de krullen van de trap.
Knip, knap, knollebol
kijk mijn knapzak zit al vol,
vol met ratelende,
vol met rammelende,
vol met klaterende,
vol met ratelende, rammelende,
klaterende eikeltjes.
Krom, kramp, krent, kras, kreukels in je nieuwe jas.
Koppig, koorts en krabbekat, krakers in haast elke stad.
Potten en pannen! Koppen en kannen!
Tafels en stoelen! boeren en burgers!
Komt hier kopen!
Leentje leerde Lotje lopen langs
De lange Lindelaan.
Maar toen Lotje niet wou lopen
Liet Leentje Lotje staan.
Ketsende stenen petsen,
petsende stenen ketsen
tegen de muren van de buren in de schuren.
stemvorming

stemvorming
Lex en Leo lopen liever
Liever lopen Lex en Leo.
Maalder, maal mijn meel,
mijn moeder moet morgen
melk en meel mengen.
Met melk mengt
mijn moeder morgen meel.
Neem nooit natte noten, nee, naa, noo.
Naarstig naait de nijvere naaister naad na naad.
Plep, plap, plip daar kom ik in een wip.
Plep, plap, plop daar kom ik in galop.
Plep, plip, plap daar kom ik op de trap.
Plet, plat, pluit, spet, spat, spuit
daar kom ik het water uit.
Professor Pruttelaar pruttelt prietpraat uit protest.
Rondom ranke rode rozen
Ritselend ruist het ranke riet.
Razend rennen rasse rossen.
De Spin spant met haar sprietige poten
al spinnend en spannend een web.
De Straffe storm steunt en kreunt over het strand
en zwiept omhoog het zwierig zand.
De meeuwen zweven zwenkend mee.
De Schipper bepekte zijn schip met pek.
Met pek bepekte de schipper zijn schip.
55

56
Hij Sprak met Sprotje;
in een lang gesprek
was het onuitsprekelijk moeilijk
tot een afspraak te komen
daar Sprotje een spraakgebrek had.
Zeven schele scheepsschavuiten
in hun scheve schuine schuiten
schreeuwden schor geschrokken uit:
schipper, schaft het scheepsbeschuit?!
Tik tik tak tikt tik tak
tikt de regen tegen het dak.
Spet spat spetter spuit tikt de regen op de ruit.
Ritselend gutst de regen tegen het raam.
De donder dreunt ver van ons vandaan.
Tik tik tak 2x
tikt de regen tegen het dak
tikt tik tak 2x
tikt het telkens op de tegels
op de tegels telkens weer.
Vader ging vissen, vissen in de vliet
vader ving een vogelkooi
maar vissen ving hij niet.
Wie weet waar Willem Wouter woont?
Willem Wouter woont wijd weg.
Wie weet wat Willem Wouter weeft?
Willem Wouter weeft
witte wollen winterwanten.
stemvorming

stemvorming 57
Wie wil weven?
Willem Wouters wil weven.
Wat wil Willem Wouters weven?
Willem Wouters wil wol weven.
Welke wol wil Willem Wouters weven?
Willem Wouters wil witte wol weven.
Welke witte wol wil Willem Wouters weven?
Willem Wouters wil warme witte wol weven.
Wie niets weet en weet,
dat hij niets weet,
weet meer
dan hij die niets weet
en niet weet dat hij niets weet
Zwarte zwanen zwemmen in de zilte Zuiderzee
Zeven zwarte zwanen zwemmen zonder zwembroek
Ze zijn zot zeker ze zullen zinken.