Het IJzeren Veulen van Cabauw - Douwe Anne Verbrugge Tekst en ...

Het IJzeren Veulen van Cabauw - Douwe Anne Verbrugge Tekst en ... Het IJzeren Veulen van Cabauw - Douwe Anne Verbrugge Tekst en ...

douweanneverbrugge.nl
from douweanneverbrugge.nl More from this publisher

Advert<strong>en</strong>tie


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

De waarheiD ligt<br />

in het miDD<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> Streek 67


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

De waarheiD ligt<br />

in het miDD<strong>en</strong><br />

Onze Streek zit vOl met leg<strong>en</strong>DeS <strong>en</strong> mytheS, waar<strong>van</strong> SOmS De<br />

OOrSprOng niet helemaal DuiDelijk iS. in <strong>van</strong> Streek wOrD<strong>en</strong> Die<br />

verhal<strong>en</strong> Opnieuw vertelD. De baSiS <strong>van</strong> Deze verhal<strong>en</strong> ligt in De<br />

leg<strong>en</strong>DeS. het Speelt zich af Op beStaanDe plaatS<strong>en</strong>, waar je OOk De<br />

leg<strong>en</strong>De kunt terugvinD<strong>en</strong>. De perSOnageS zijn fictief, maar het<br />

verhaal Dat zij vertell<strong>en</strong> klinkt gelOOfwaarDig. iS het echt gebeurD<br />

Of iS het gewOOn e<strong>en</strong> mOOi verhaal? De waarheiD ligt in het miDD<strong>en</strong>.<br />

<strong>van</strong> Streek 68


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

“nog ééntje dan”. Kastelein <strong>van</strong> Eyk trekt de tap op<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> is net na middernacht in<br />

café De Gevlekte Koe. <strong>Het</strong> café is eig<strong>en</strong>lijk dicht, maar <strong>van</strong> Eyk is de beroerdste niet.<br />

niek <strong>en</strong> aris zijn stamgast<strong>en</strong>, die hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> streepje voor. Controle op de sluitingstijd<br />

is er nooit geweest, net zoals het rookverbod het café nooit heeft bereikt. alles gaat zoals<br />

het gaat in <strong>Cabauw</strong>.<br />

niek rolt met zijn tabaksgele wijsvingers zijn zoveelste sjekkie <strong>van</strong> de avond. <strong>van</strong><br />

nelle zwaar. <strong>van</strong>af zijn veerti<strong>en</strong>de is hij al trouw aan de weduwe <strong>van</strong> <strong>van</strong> nelle. Met<br />

Rizla rood vloeipapier natuurlijk. Mascotte is veel te dik. Zijn <strong>van</strong> alcohol bloeddoorlop<strong>en</strong><br />

og<strong>en</strong> verrad<strong>en</strong> de gemoedstoestand. <strong>Het</strong> vloeipapier scheurt. “Gosvergemer, hoe<br />

k<strong>en</strong> dat nou”, vloekt hij iets te hard. aris kijkt niet op of om.<br />

<strong>Het</strong> was zijn dag niet. “Trammelant op het werk, aris?” informeert <strong>van</strong> Eyk.<br />

“Mwaah.” “Hoe is het met de vrouw thuis?” “Goed hoor, maar die moes <strong>van</strong>avond zo<br />

nodig inspector Lynley kijk<strong>en</strong>. Daar is dus ook weinig aan te belev<strong>en</strong>.”<br />

aris gooit de laatste slokk<strong>en</strong> uit zijn glas achterover. “Ik ga weer es op huis op aan.<br />

En hé <strong>van</strong> Eyk, is er morg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> Champions League? Kunn<strong>en</strong> we hier kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>?”<br />

“Prima joh”, antwoordt de kastelein. “Ik zie je morg<strong>en</strong>.”<br />

“wacht effe aris, ik loop e<strong>en</strong> eindje met je op.” niek drukt zijn peukie uit <strong>en</strong> stommelt<br />

<strong>van</strong> de barkruk, zoekt naar zijn pet <strong>en</strong> trekt zijn jas aan. “Tis al niet zo koud meer”,<br />

brult niek als hij de cafédeur achter zich dicht gooit, maar trekt wel zijn kop terug in zijn<br />

kraag. “Ja, ja, de zomer komt eraan. Mijn ouwe vader heeft <strong>van</strong> zijn moestuin de eerste<br />

spinazie al geget<strong>en</strong>”, antwoordt aris. Tegelijk vraagt hij zichzelf af waarom hij juist op<br />

dit uur aan de moestuin <strong>van</strong> zijn vader d<strong>en</strong>kt. Stompzinnig. Zal de drank wel zijn. Om<br />

<strong>van</strong> Streek 69


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

zich vervolg<strong>en</strong>s te irriter<strong>en</strong> aan het eeuwige gezever <strong>van</strong> niek over de conflict<strong>en</strong> bij de<br />

plaatselijke zangver<strong>en</strong>ging. Gelukkig zijn ze bijna bij de kerk, d<strong>en</strong>kt aris, vlakbij de<br />

T­splitsing waar hun weg<strong>en</strong> scheid<strong>en</strong>. niek moet linksaf, aris nog e<strong>en</strong> stukkie rechtdoor.<br />

Gewoon zoals altijd. Gewoon zoals altijd alles gewoon is in <strong>Cabauw</strong>. De e<strong>en</strong> gaat links,<br />

de ander gaat rechtdoor. Je steekt je hand op <strong>en</strong> zegt nog ev<strong>en</strong> ‘heujh’ in de wet<strong>en</strong>schap<br />

dat je elkaar binn<strong>en</strong>kort wel weer ziet.<br />

Maar niet deze keer. Er klinkt geratel. als het geluid <strong>van</strong> blikjes roll<strong>en</strong>d over het<br />

asfalt, vastgebond<strong>en</strong> aan de auto <strong>van</strong> e<strong>en</strong> net getrouwd stel. blikkerig. vlak voor h<strong>en</strong><br />

briest er iets. Mist uit de sloot komt uit het niets opzett<strong>en</strong>. niek kijkt naar aris. aris naar<br />

niek. “wat is dit aris?” aris staart bedeesd naar het gevaarte op zo’n ti<strong>en</strong> meter afstand.<br />

“Joh, tis gewoon e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de dorpsjong<strong>en</strong>s op zijn scootertje”, bezweert aris de spanning.<br />

De dag<strong>en</strong> erna leeft aris in e<strong>en</strong> roes. Keer op keer ervaart hij opnieuw de knal, voelt<br />

hij de aanwezigheid <strong>van</strong> het gevaarte <strong>en</strong> ziet hij het lichaam <strong>van</strong> niek lev<strong>en</strong>loos teg<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> knotwilg ligg<strong>en</strong>. na autopsie bleek niek te zijn overled<strong>en</strong> aan geklapte long<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vele inw<strong>en</strong>dige bloeding<strong>en</strong>. Ook zijn lever <strong>en</strong> milt war<strong>en</strong> gescheurd. Hij had ge<strong>en</strong> schijn<br />

<strong>van</strong> kans gehad teg<strong>en</strong> het gevaarte dat hem ramde.<br />

En aris? aris leeft met e<strong>en</strong> droom die werkelijkheid is. Maar ook met e<strong>en</strong> beklemm<strong>en</strong>de<br />

twijfel. Heeft hij nu echt gezi<strong>en</strong> wat hij heeft gezi<strong>en</strong>? Of is zijn dronk<strong>en</strong>schap<br />

hem de baas geweest? Hij weet het toch zeker. Hij heeft e<strong>en</strong> ijzer<strong>en</strong> paardje gezi<strong>en</strong>!<br />

aris’ vrouw Marise verklaart hem voor gek. niet vreemd natuurlijk als je na cafébezoek<br />

thuis komt met het verhaal dat je maat door e<strong>en</strong> ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> neergebeukt is. “Je<br />

zuipt teveel joh! Zou je die hers<strong>en</strong>pan <strong>van</strong> jou niet e<strong>en</strong>s lat<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> of<br />

andere z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong>arts?” Ook de politie heeft moeite met het verhaal <strong>van</strong> aris, maar het<br />

vreemde is dat zij ge<strong>en</strong> spor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. niet <strong>van</strong> e<strong>en</strong> scooter, maar ook ge<strong>en</strong> dnaspor<strong>en</strong><br />

die duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> gevecht tuss<strong>en</strong> twee mann<strong>en</strong>. aris houdt bij de politie vast aan<br />

zijn verhaal <strong>van</strong> de ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. “Ik heb het toch zelf gezi<strong>en</strong>. Hij brieste zelfs.”<br />

Op het dorp gonst het inmiddels <strong>van</strong> de gerucht<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de begraf<strong>en</strong>is <strong>van</strong> niek<br />

kijkt iedere<strong>en</strong> met schuine og<strong>en</strong> naar aris. Geroezemoes klinkt als hij niek de laatste eer<br />

bewijst. Maar aris is nog te beduusd het op te merk<strong>en</strong>. Dat verandert als hij de maandag<br />

daarop op zijn werk verschijnt bij het hov<strong>en</strong>iersbedrijf <strong>van</strong> Scheffing<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gesprek<br />

slaat stil als hij ’s ocht<strong>en</strong>ds de kantinedeur op<strong>en</strong>doet. “Môge”, roept aris. Gemompel<br />

krijgt hij als antwoord, waarna iedere<strong>en</strong> snel aan de slag gaat. als bij het koffiedrink<strong>en</strong><br />

om half ti<strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> in stilte zijn witte boterhamm<strong>en</strong> met huzar<strong>en</strong>salade naar binn<strong>en</strong> zit<br />

te werk<strong>en</strong>, slaat aris met zijn vuist op tafel. “wat heb ik go@^&%&#(*^@ verkeerd<br />

gedaan?!? Ik b<strong>en</strong> gaan zuip<strong>en</strong> met niek in De Gevlekte Koe. Ik was niet ladderzat <strong>en</strong><br />

niek was niet stomdronk<strong>en</strong>. Er stond e<strong>en</strong> of ander verdomd klein knolletje voor onze<br />

neus. Maar dat beessie was verrekte agressief. <strong>Het</strong> sprintte op niek af <strong>en</strong> ramde hem vol<br />

teg<strong>en</strong> de borstkas. niek vloog door de lucht <strong>en</strong> knalde met zijn hoofd teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> knot­<br />

<strong>van</strong> Streek 70


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

wilg. Dat beest draaide nog e<strong>en</strong> keer zijn kop naar mij om, maar ging er vervolg<strong>en</strong>s<br />

in e<strong>en</strong> rotvaart <strong>van</strong>door, de dijk af richting Lopik. Dat beest was e<strong>en</strong> monster, e<strong>en</strong> ijzer<strong>en</strong><br />

monster. Je hoorde zijn ijzer<strong>en</strong> pot<strong>en</strong> schrap<strong>en</strong> over de weg. Ik zweer het je. nog nooit<br />

heb ik zoiets gezi<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> dat iemand e<strong>en</strong> grap met ons heeft will<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>,<br />

maar dan was het wel e<strong>en</strong> hele misselijke grap.” aris jankte het bijna uit. Maar hij kon<br />

zich beheers<strong>en</strong>, want jank<strong>en</strong> do<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> in <strong>Cabauw</strong> niet. “wat ik maar wil zegg<strong>en</strong>:<br />

ik heb niets gedaan. Ik kan er niets aan do<strong>en</strong>. Ik stond er bij <strong>en</strong> keer er naar. <strong>Het</strong> was<br />

verdomme alsof ik droomde.”<br />

Jaap <strong>van</strong> Doorn, met 63 jaar de oudste <strong>van</strong> het gezelschap hov<strong>en</strong>iersmedewerkers,<br />

schuifelt z<strong>en</strong>uwachtig met zijn broodtrommel. “beste aris, luister es. we gelov<strong>en</strong> niet<br />

dat jij schuldig b<strong>en</strong>t aan de dood <strong>van</strong> niek. waar we veel beduchter voor zijn, is het ijzer<strong>en</strong><br />

veul<strong>en</strong>. Jij zegt dat jij het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> hebt gezi<strong>en</strong>. Dat beest is al zo’n 100 jaar niet<br />

meer gesignaleerd in <strong>Cabauw</strong>.” “Hoezo, al 100 jaar niet meer gesignaleerd?”. De <strong>van</strong><br />

niets wet<strong>en</strong>de aris kijkt <strong>van</strong> Doorn vrag<strong>en</strong>d aan. “K<strong>en</strong> je het verhaal <strong>van</strong> het ijzer<strong>en</strong><br />

veul<strong>en</strong> niet? Dat beest heeft hier huisgehoud<strong>en</strong> hoor. Mijn opa zat vol verhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> angst<br />

voor dat beest. E<strong>en</strong> paar jaar voor de Eerste wereldoorlog schijnt dat beest te zijn getemd<br />

door e<strong>en</strong> priester uit Harmel<strong>en</strong>. H<strong>en</strong>drik budding heette de beste man. Die heeft ‘m de<br />

sloot ingedrev<strong>en</strong>. vlak voordat ie verzoop schijnt het beest nog gekermd te hebb<strong>en</strong> dat ie<br />

over 100 jaar terug zou ker<strong>en</strong>. alsof de duivel werd uitgedrev<strong>en</strong>, zo schreeuwde dat<br />

kr<strong>en</strong>g, vertelde mijn opa. <strong>Het</strong> hele dorp heeft het die nacht kunn<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>. Je moet e<strong>en</strong>s<br />

langsgaan bij Pancras Meeuwis. Je weet wel, die v<strong>en</strong>t die al die historische boek<strong>en</strong> over<br />

Lopik <strong>en</strong> <strong>Cabauw</strong> heeft geschrev<strong>en</strong>. volg<strong>en</strong>s mij weet hij meer <strong>van</strong> dat ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>.”<br />

Dezelfde avond snelt aris zich op weg naar amateurhistoricus Pancras Meeuwis. De<br />

naam <strong>van</strong> Meeuwis staat niet in het telefoonboek. aris gaat op goed geluk langs. Ge<strong>en</strong><br />

bel op de voordeur <strong>van</strong> het 19e eeuwse arbeiderswoninkje aan de Lopikerweg west, dus<br />

loopt aris achterom. Pancras zit buit<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> kop koffie in de hand te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

avondzon. En hoewel de twee elkaar alle<strong>en</strong> <strong>van</strong> gezicht k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, is Pancras niet verrast<br />

door het bezoek <strong>van</strong> aris. <strong>Het</strong> lijkt er eerder op alsof hij hem had verwacht. Pancras<br />

zuigt aan zijn sigaret <strong>en</strong> pleurt de filter in de majem voordat hij aris teruggroet. “Ik heb<br />

<strong>van</strong> je gehoord jongeman. Tis niet best. Kom mee naar binn<strong>en</strong>, ik kan je het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<br />

vertell<strong>en</strong> over dat ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. want daar kom je toch voor?”<br />

<strong>Het</strong> ruikt muf in de zondagskamer <strong>van</strong> Pancras. Overal boek<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de wand. De grond<br />

ligt bezaaid met krant<strong>en</strong>knipsels. In de hoek knort e<strong>en</strong> ranzige hond. Zo vet als bagger.<br />

Ev<strong>en</strong> strekt ie zijn kop naar vor<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> wie er binn<strong>en</strong>komt. aris kijkt de hond in de<br />

og<strong>en</strong>, ziet dat het beest niets kwaads in de zin heeft <strong>en</strong> laat zich vall<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verouderde<br />

stoel<strong>en</strong>. “Sinds het overlijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> mijn moeder in 1979 heb ik niets meer aan deze<br />

kamer gedaan”, lacht de 86­jarige Pancras zijn bruine tand<strong>en</strong> bloot. “Ik zie het”, merkt aris<br />

<strong>van</strong> Streek 71


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

bijdehand op. “Koffie?” aris twijfelt ev<strong>en</strong> maar wil niet onbeleefd zijn. “E<strong>en</strong> bakkie dan.”<br />

“Jij hebt iets bijzonders meegemaakt joh”, roept Pancras <strong>van</strong>uit zijn keuk<strong>en</strong>tje. “<strong>Het</strong><br />

ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>, wie had dat gedacht.” De og<strong>en</strong> <strong>van</strong> de amateurhistoricus twinkel<strong>en</strong> als hij<br />

de koffie neerzet; in kopjes met bloemetjes erop <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> randje aan de bov<strong>en</strong>kant.<br />

Ook uit je moeders tijd, d<strong>en</strong>kt aris. Hij neemt e<strong>en</strong> slok <strong>van</strong> de slappe drek, vermant zich<br />

<strong>en</strong> komt dan maar mete<strong>en</strong> tot zak<strong>en</strong>. “vertel me alles <strong>van</strong> dat beest, ik wil wet<strong>en</strong> wat ik<br />

heb gezi<strong>en</strong>.” Pancras leunt achterover. “waar zal ik beginn<strong>en</strong>?”<br />

“Ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> heb ik veel onderzoek gedaan naar het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong>.<br />

Honderd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> lang is dat beest echt e<strong>en</strong> begrip geweest hier. E<strong>en</strong> schrikbeeld. De<br />

eerste beschrijving<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> die ik b<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dater<strong>en</strong> uit 1672.<br />

In de oude doopboek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kerk werd<strong>en</strong> soms ook bijzondere gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

vermeld die het dorp bezighield<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> overstroming, e<strong>en</strong> boerderij die in de brand was<br />

gevlog<strong>en</strong>, verme<strong>en</strong>de hekserij of e<strong>en</strong> moord die was gepleegd. niet dat er ieder jaar iets<br />

werd vermeld, maar ja, zo nu <strong>en</strong> dan was er wel iets dat het vermeld<strong>en</strong> waard was. Zoals<br />

je misschi<strong>en</strong> nog weet <strong>van</strong> de geschied<strong>en</strong>isless<strong>en</strong> op de lagere school, was 1672 e<strong>en</strong><br />

rampjaar voor nederland. De Engels<strong>en</strong> viel<strong>en</strong> ons aan op zee, de Frans<strong>en</strong> viel<strong>en</strong> ons land<br />

<strong>van</strong>uit het zuid<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar Duitse bisdomm<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> het gezellig om <strong>van</strong>uit<br />

het oost<strong>en</strong> bij ons op bezoek te kom<strong>en</strong>. Oorlog op drie front<strong>en</strong>. angstige tijd<strong>en</strong>. vooral<br />

voor de Frans<strong>en</strong> was m<strong>en</strong> in deze regio bevreesd. Die plunderd<strong>en</strong> boerderij<strong>en</strong>, verkrachtt<strong>en</strong><br />

jonge meid<strong>en</strong> <strong>en</strong> stak<strong>en</strong> de boel in de fik. E<strong>en</strong> kasteel in Montfoort is met de grond<br />

gelijk gemaakt door h<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> was in deze tijd, <strong>van</strong> onzekerheid <strong>en</strong> angst dat m<strong>en</strong><br />

’s nachts vreemde geluid<strong>en</strong> hoorde. <strong>Het</strong> gerammel <strong>van</strong> ijzer<strong>en</strong> ketting<strong>en</strong> die over de<br />

grond sleept<strong>en</strong>. En altijd tuss<strong>en</strong> twaalf <strong>en</strong> één uur ’s nachts. <strong>Het</strong> moet de gemoeder<strong>en</strong><br />

flink hebb<strong>en</strong> beziggehoud<strong>en</strong>, dan kan niet anders, want er valt zelfs e<strong>en</strong> dode. In de kerkboek<strong>en</strong><br />

wordt gemeld dat: ‘E<strong>en</strong> drietal mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong>e ijser<strong>en</strong> peerdje hadde opgemerkt in<br />

d<strong>en</strong> nagt. Telk<strong>en</strong>male liept het beest tussch<strong>en</strong> de twee brugge <strong>van</strong> d<strong>en</strong> dorp <strong>Cabauw</strong>.<br />

E<strong>en</strong>e der drie mann<strong>en</strong> hadde het aangezigts des ijser<strong>en</strong> peerdje niet overleefd’.”<br />

“Dus dat beest bestond to<strong>en</strong> al”, onderbreekt aris het verhaal <strong>van</strong> Pancras. “Ja, zeer<br />

zeker. En het maakte to<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> slachtoffer. Lange tijd wordt ge<strong>en</strong> melding meer<br />

gemaakt <strong>van</strong> het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. Dat gebeurt pas in 1772, precies honderd jaar later, in de<br />

nacht <strong>van</strong> 27 op 28 oktober. Ik heb het onderzocht, het is precies één nacht voor het<br />

afbrand<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mol<strong>en</strong> in <strong>Cabauw</strong>. Duidelijk is nu dat het beest zich vertoont op<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat onheil zich aftek<strong>en</strong>t in de eig<strong>en</strong> regio maar ook tijd<strong>en</strong>s roerige tijd<strong>en</strong> in de<br />

vaderlandse geschied<strong>en</strong>is. Zoals e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> later in de winter <strong>van</strong> 1794 – 1795 als<br />

de Franse troep<strong>en</strong> <strong>van</strong> napoleon nederland binn<strong>en</strong>trekk<strong>en</strong> over de bevror<strong>en</strong> rivier<strong>en</strong>. En<br />

<strong>van</strong>af dat mom<strong>en</strong>t wordt in de doopboek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kerk steeds vaker melding gemaakt<br />

<strong>van</strong> Streek 72


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

<strong>van</strong> het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. baby’s in <strong>Cabauw</strong> die word<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> rond de tijd dat het beest<br />

zijn gerinkel ’s nachts laat hor<strong>en</strong>, sterv<strong>en</strong> kort daarop. Maar ook duikt het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong><br />

in 1830 op, als nederland in oorlog komt met belgië; in 1848 als Koning willem II zijn<br />

macht moet afstaan aan de Tweede Kamer <strong>en</strong> de ministers, <strong>en</strong> ga zo maar door. Meer<br />

gedetailleerde informatie over het beest heb ik gevond<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> daarna, als er steeds<br />

meer krant<strong>en</strong> in nederland verschijn<strong>en</strong>. In 1896 wordt in het to<strong>en</strong>malige utrechts<br />

nieuwsblad melding gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> opstand teg<strong>en</strong> het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> beest is in<br />

de zomer <strong>van</strong> dat jaar, tot drie keer toe versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. altijd tuss<strong>en</strong> twaalf <strong>en</strong> één uur<br />

’s nachts <strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s sprint<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> de twee brugg<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong>. De dorpeling<strong>en</strong> staan<br />

stijf <strong>van</strong> de spanning die omslaat in woede als diezelfde zomer derti<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> door<br />

blikseminslag<strong>en</strong> om het lev<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Er wordt e<strong>en</strong> plan bedacht het beest te <strong>van</strong>g<strong>en</strong>.<br />

wek<strong>en</strong>lang houd<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> in afwissel<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>stelling de wacht. Gewap<strong>en</strong>d met<br />

stak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ijzer<strong>en</strong> stang<strong>en</strong>. Maar ze fal<strong>en</strong> jammerlijk, staat in het artikel. De nacht <strong>van</strong><br />

13 op 14 augustus is e<strong>en</strong> fatale nacht. Twee mann<strong>en</strong> bekop<strong>en</strong> de ontmoeting met het<br />

veul<strong>en</strong> met de dood. De krant vermeldt dat bij e<strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong> de darm<strong>en</strong> bruut uit zijn<br />

lichaam zijn gerukt. E<strong>en</strong> derde dorpsbewoner weet te ontkom<strong>en</strong> door in e<strong>en</strong> boom<br />

te klimm<strong>en</strong>. Hij schijnt psychisch nooit meer de oude te zijn geword<strong>en</strong>. Dat heb ik <strong>van</strong><br />

familie <strong>van</strong> hem gehoord. Ondertuss<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de verhal<strong>en</strong> in <strong>en</strong> om het dorp mythische<br />

vorm<strong>en</strong> aan, niet vreemd natuurlijk. wet<strong>en</strong>schappers <strong>van</strong> de universiteit utrecht do<strong>en</strong><br />

het verhaal af als dorps bijgeloof, maar diezelfde wet<strong>en</strong>schappers hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verklaring<br />

hoe het dan wel zit. Tijd<strong>en</strong>s de eeuwwisseling <strong>van</strong> 1899 naar 1900 wordt klokslag<br />

middernacht e<strong>en</strong> hels gehinnik gehoord door de dorpsbewoners die zich verzameld hebb<strong>en</strong><br />

bij het dorpscafé. niemand ziet iets, maar de angst zit er dusdanig in dat er niet meer<br />

wordt gefeest. Daarna is het e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> stil voordat het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> zich weer<br />

vertoont. bijna zoud<strong>en</strong> ze ‘m zijn verget<strong>en</strong>. Maar 6 juni 1911 is het raak.” Pancras stopt<br />

ev<strong>en</strong> met vertell<strong>en</strong>. Hij moet ev<strong>en</strong> op adem kom<strong>en</strong> om niet te zeer in de ban te rak<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

zijn eig<strong>en</strong> verhaal. Ook aris grijpt het mom<strong>en</strong>t aan om ev<strong>en</strong> te ontspann<strong>en</strong>.<br />

“Moe je wat drinke jongeman?”, vraagt Pancras terwijl hij alvast naar de keuk<strong>en</strong><br />

loopt om zichzelf e<strong>en</strong> fikse borrel in te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. “E<strong>en</strong> biertje zou ik wel lust<strong>en</strong>.” Pancras<br />

kijkt door het keuk<strong>en</strong>raam. <strong>Het</strong> schemert al e<strong>en</strong> beetje. De zon laat haar strijklicht<br />

mooi over de polder vall<strong>en</strong>. als e<strong>en</strong> paarsoranje dek<strong>en</strong>. “Dit zie je toch nerg<strong>en</strong>s hè.” Om<br />

vervolg<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong> met aris, mijmer<strong>en</strong>d over het landschap, buit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> peukie te rok<strong>en</strong>.<br />

“1911, zei je”, hervat aris de geschied<strong>en</strong>isles <strong>van</strong> Pancras. “Ja. Precies 100 jaar<br />

geled<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> schijnt gruwelijk te zijn geweest. <strong>Het</strong> beest was al e<strong>en</strong> paar nacht<strong>en</strong> in de<br />

weer. E<strong>en</strong> paar stoere jong<strong>en</strong>s <strong>van</strong> het dorp zag<strong>en</strong> hun kans schoon naam <strong>en</strong> faam te<br />

mak<strong>en</strong>. Zij zoud<strong>en</strong> het beest wel temm<strong>en</strong>. Met knuppels zoud<strong>en</strong> ze dat veul<strong>en</strong>tje wel<br />

ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koppie kleiner mak<strong>en</strong>. Met z’n drietjes war<strong>en</strong> ze. H<strong>en</strong>drik verboom, Klaas<br />

<strong>van</strong> Streek 73


<strong>Het</strong> <strong>IJzer<strong>en</strong></strong> <strong>Veul<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong><br />

verweij <strong>en</strong> Krijn Hoog<strong>en</strong>doorn. boer<strong>en</strong>jong<strong>en</strong>s die wel wat gew<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met hun<br />

kracht<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> smijt<strong>en</strong> als dat moest. Fit <strong>en</strong> sterk <strong>van</strong> lijf <strong>en</strong> led<strong>en</strong>. Die zoud<strong>en</strong> zich<br />

toch niet omver lat<strong>en</strong> overlop<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>tje? Krijn liep in het midd<strong>en</strong>. Terwijl ze<br />

de dijk afstruind<strong>en</strong>, kwam <strong>van</strong>uit het niets mist opzett<strong>en</strong>. Ze blev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> staan, hoord<strong>en</strong><br />

gebries <strong>en</strong> voordat ze het goed <strong>en</strong> wel beseft<strong>en</strong>, beukte het beest de borstkast <strong>van</strong> Krijn.<br />

volledig buit<strong>en</strong> bewustzijn lag hij op de grond. bloed stroomde uit zijn or<strong>en</strong>. In het<br />

verslag in de krant<strong>en</strong> is te lez<strong>en</strong> dat H<strong>en</strong>drik <strong>en</strong> Klaas daarna ‘e<strong>en</strong> duivelsch gelag uit<br />

d<strong>en</strong> bek <strong>van</strong> het beest vernam<strong>en</strong>’. Krijn hebb<strong>en</strong> ze meegesleurd naar de dichts bijzijnde<br />

boerderij. Maar hij was al dood.”<br />

“voor veel dorpeling<strong>en</strong> is het inmiddels duidelijk”, vertelt Pancras. “Dit is werk <strong>van</strong><br />

de duivel. alle<strong>en</strong> hogere macht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de strijd met het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> aan. Dorpspastoor<br />

<strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong>, Ferdinand de Mus, is te veel onder de indruk <strong>van</strong> het beest. <strong>Het</strong><br />

gaat hem bov<strong>en</strong> de pet. Hij schakelt H<strong>en</strong>drik budding in, pastoor <strong>van</strong> de rooms­<br />

katholieke kerk in Harmel<strong>en</strong>. Ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> elkaar goed <strong>en</strong> De Mus weet dat budding<br />

in Rome heeft gestudeerd <strong>en</strong> les heeft gehad in duivelsuitdrijving. budding durft de<br />

strijd wel aan. Gewap<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> crucifix gaat hij sam<strong>en</strong> met twaalf dorpeling<strong>en</strong> ­ die<br />

veel vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de pastoor ­ de strijd aan. Ze gaan iedere nacht tuss<strong>en</strong> twaalf<br />

<strong>en</strong> één uur de dijk bewak<strong>en</strong> <strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ontmoeting met het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>. Op de<br />

zesde nacht staan ze plotsklaps in de mist. <strong>Het</strong> silhouet <strong>van</strong> het beest doemt op. budding<br />

weet niet hoe snel hij de crucifix voor zich uit moet stek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> buldert allerlei Latijnse<br />

tekst<strong>en</strong> richting het beest. De scharnier<strong>en</strong> <strong>van</strong> het beest krak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het pantser krimpt<br />

ine<strong>en</strong>. Luid hinnik<strong>en</strong>d probeert het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong> nog af te storm<strong>en</strong> op de mann<strong>en</strong> die<br />

inmiddels angstig bij elkaar gekrop<strong>en</strong> zijn. ‘God is de <strong>en</strong>ige <strong>en</strong> ware almachtige’<br />

schreeuwt budding, waarop het beest in de naastgeleg<strong>en</strong> wetering dondert. Onder hels<br />

kabaal <strong>en</strong> vuurflits<strong>en</strong>, kermt het uit dat hij over 100 jaar hier terugkomt. budding is de<br />

held, maar belangrijker, in <strong>Cabauw</strong> keert de dorpsrust terug.”<br />

“En was het to<strong>en</strong> ook echt afgelop<strong>en</strong> met het ijzer<strong>en</strong> veul<strong>en</strong>?”, vraagt aris. Pancras<br />

glimlacht als e<strong>en</strong> boer met kiespijn. “Ik weet nog dat precies 33 jaar later, op 6 juni 1944,<br />

op de dag dat de geallieerd<strong>en</strong> met de Slag om normandië hun bevrijdingsoff<strong>en</strong>sief<br />

begonn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aantal dorpsbewoners <strong>van</strong> <strong>Cabauw</strong> gebrabbel hoord<strong>en</strong> opstijg<strong>en</strong> uit<br />

de wetering waar het ijzer<strong>en</strong> paardje verzop<strong>en</strong> is. Ik was to<strong>en</strong> 19 <strong>en</strong> was één <strong>van</strong> h<strong>en</strong>.<br />

<strong>Het</strong> leek wel alsof het beest ­ als strijder <strong>van</strong> het kwaad ­ vervroegd wilde terugker<strong>en</strong>.”<br />

“Maar Pancras, nu is het 2011, precies 100 jaar later. wat moet<strong>en</strong> we do<strong>en</strong>?” “nou aris,<br />

ik b<strong>en</strong> bang dat de dood <strong>van</strong> niek slechts e<strong>en</strong> voorproefje is <strong>van</strong> wat ons te wacht<strong>en</strong> staat.<br />

<strong>Het</strong> beest heeft 100 jaar gezweg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> heeft dus heel wat in te hal<strong>en</strong>. weet je waar ik verblijf<br />

op 6 juni 2011? In de kerktor<strong>en</strong> hier op het dorp. veiliger kun je volg<strong>en</strong>s mij niet zitt<strong>en</strong>.”<br />

<strong>van</strong> Streek 74


Advert<strong>en</strong>tie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!