Notulen 30 mei 2012 - Gemeente Weert

30 mei 2012 35
projecten wel bijdragen aan die regionale samenwerking. 1 + 1 moet eigenlijk 3
zijn, is steeds het verhaal geweest. Wanneer met het amendement wordt ingestemd,
krijgen we ook weer meer grip op de regionale projecten en de regoniale
samenwerking en stemt de gemeenteraad eigenlijk tegen de gewraakte bijdrage
aan de N280. Op 6 december 2009 had de SP al een soortgelijk voorstel om grip te
houden op de regionale ontwikkeling, maar toen stonden wij alleen. Dat hiervoor
nu een meerderheid lijkt te ontstaan, is een belangrijke stap in de regionale samenwerking
en dat valt alleen maar te prijzen.
De heer Sijben: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie wil geen mandaat verlenen
aan de Stuurgroep Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg om geld toe te
kennen voor projecten die niet zijn opgenomen in het Meerjareninvesteringsprogramma-4.
De omschrijving van de projecten waarvoor dit mandaat wordt gevraagd,
is te algemeen. Bovendien wordt nog de mogelijkheid gevraagd om geld
toe te kennen aan projecten die niet eens genoemd zijn in de lijst en er wordt
mandaat gevraagd om geld te geven aan de Economische Uitvoeringsagenda
Brainport 2020. Hoe belangrijk dat ook is, daar moeten we eerst nog eens een
voorstel voor vaststellen. Derhalve geen mandaat voor zaken die verder gaan dan
het Meerjareninvesteringsprogramma-4.
Vraag is nu wat dit betekent voor het voorstel en wat we moeten doen met het
amendement. Het Meerjareninvesteringsprogramma-4 biedt ons weinig keus. We
moeten het vaststellen, of afwijzen. Een programma wordt pas van kracht als alle
gemeenten het erover eens zijn, wat in feite betekent dat we werken met een soort
vetorecht. Afwijzen van één onderdeel van het programma, welk onderdeel dan
ook, betekent dat de stuurgroep met een aangepast voorstel moet komen dat op de
instemming kan rekenen van alle raden. Daarvoor zou het standpunt om niet akkoord
te gaan met mandatering voldoende zijn. Een amendement draagt niets bij
aan het effect dat ons voor ogen staat met afwijzing van die mandatering.
Niet bij elk project in het Meerjareninvesteringsprogramma is even goed onderbouwd
wat de bijdrage daarvan is aan de versterking van de regionale economische
structuur, want daarover zou het per slot van rekening moeten gaan. Als de
stuurgroep in het vervolg, dat er toch komt, nog kans ziet, of het nodig dan wel
wenselijk vindt om een aanvullende onderbouwing te geven, is ons dat prima. Dat
is aan de stuurgroep. Eén punt willen we er even uit halen – het is ook door de
heer Van de Loo al even aangehaald –, en dat is de sloopregeling. Daarop zullen
we hoe dan ook terug moeten komen. In feite is instemming gevraagd met de reservering
van een bedrag voor de sloopregeling voor stallen, zonder dat er een regeling
is. Ergens is het idee ontstaan dat hiervoor geld moet worden gevraagd,
omdat er een probleem is met die lege stallen, en dat idee is op zichzelf wel goed,
maar er is niet verder nagedacht, althans niet ver genoeg, over alle consequenties
van het beschikbaar stellen van geld voor de sloop van stallen. Welke stallen ga je
bijvoorbeeld slopen, en waarom, en waarom andere niet? Dat soort vragen is ook
gesteld in de laatstgehouden vergadering van de commissie RO en die zijn gedeeltelijk
beantwoord, maar er zijn ook weer vragen bijgekomen. Het lijkt me daarom