Notulen 30 mei 2012 - Gemeente Weert

30 mei 2012 17
nominale gelden niet inzetten. Dat is de kern van ons amendement en volgens mij
komen wij daarmee tegemoet aan veel opmerkingen die zijn gemaakt.
De heer P.P.E. Lempens: De wethouder heeft gezegd dat het amendement technisch
niet kan, of dat een aantal dingen niet klopt. Wat is daarop uw reactie?
De heer Van Brussel: Volgens mij kan het amendement wel. Daarover verschil
ik van mening met de wethouder.
De voorzitter: Dat kan en dat mag ook.
De heer P.P.E. Lempens: Ons standpunt lijkt me helder. De bezuiniging steunen
we niet, de vereenvoudiging wel. In feit is dit een lastenverzwaring voor de burger,
die de minima als eerste merken. Wij stemmen er dus niet mee in.
De voorzitter: En hoe denkt u over de amendementen van het CDA?
De heer P.P.E. Lempens: Daar zijn we helemaal voor.
Mevrouw Beenders-van Dooren: Mijnheer de voorzitter. De heer Van Brussel
heeft zojuist gezegd dat D66 deze bezuinigingen niet wil. Wij willen die bezuinigingen
evenmin, maar uit het amendement van D66 wordt ons niet helemaal duidelijk
of dit ook geldt voor de vrouwenverenigingen. Geen bezuiniging doorvoeren
betekent voor ons ook geen bezuiniging doorvoeren. Het mag zo zijn dat de
gemeente Weert geen emancipatiebeleid voert, maar ook de vrouwenverenigingen
hebben een belangrijke rol in de Weerter samenleving. Wij willen daarop dus niet
korten. Als dat ook de intentie is van het amendement van D66, kunnen we daarin
meegaan.
Bij de brieven die wij het afgelopen weekend ontvangen hebben bevond zich ook
een brief van de Weerter Sportraad, waarbij niet minder dan 60 verenigingen zijn
aangesloten. Daaruit blijkt al wel hoeveel discussie hierdoor is ontstaan binnen de
verenigingen. Reden temeer om nu ook duidelijkheid te scheppen aan de verenigingen.
De heer Van Brussel: Mevrouw Beenders kan ik verzekeren dat wij geen onderscheid
maken tussen welke vereniging dan ook. Het gaat ons om álle verenigingen.
Mevrouw Beenders-van Dooren: Dan dienen wij het amendement graag mede
in.
Mevrouw Nouwen-Jacobs: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heb ik de
fracties gevraagd hoe zij denken over het beleggen van een opiniërende raadsvergadering,
althans een opiniërende bijeenkomst, om zo straks te komen tot een gedegen
subsidiebeleid. Ik wil dat graag alsnog van de fracties vernemen.
De voorzitter: De wethouder heeft er ook al iets van gezegd en het aan de raad
overgelaten of het een opiniërende raadsvergadering of een opiniërende commis-