Notulen 30 mei 2012 - Gemeente Weert

30 mei 2012 16
wel op de uitgangspunten daarvan, en dat willen we nu juist niet. Technisch is het
eigenlijk niet mogelijk om het zo te doen. Alleen al om die reden adviseert het
college de raad dit amendement niet over te nemen.
(De heer Kirkels komt te 20.27 uur ter vergadering.)
Wethouder Litjens: Mijnheer de voorzitter. Door de fractie van D66 is beweerd
dat hier de kaasschaafmethode wordt toegepast. In de commissie heb ik al geprobeerd
die stelling te weerleggen. Op basis van redelijkheid en billijkheid is gekeken
naar alle subsidies die er zijn. Een aantal subsidies wordt niet meer uitgekeerd,
andere zijn verlaagd en sommige zijn zelfs verhoogd. Onder een kaasschaafmethode
versta ik dat botweg 10% bezuinigd wordt op alle subsidies, zonder
verder te kijken naar redelijkheid en billijkheid.
Mevrouw Beenders kan ik verzekeren dat wij bezig zijn met het onderzoeken van
mogelijkheden voor clustering van accommodaties. Daarnaast is het bepaald niet
vanzelfsprekend meer dat een club of een vereniging een nieuw verenigingsgebouw
neer kan zetten, met het verzoek aan de gemeente om er 25% bij te leggen.
In onze ogen is heel duidelijk omschreven waaraan zoiets moet voldoen en dat we
daarover vooraf met de verenigingen in gesprek gaan.
De voorzitter: Samenvattend stel ik vast dat het college het voorliggende standpunt
handhaaft, met dien verstande dat de amendementen 1 en 3 van het CDA
kunnen worden overgenomen.
Het woord is in tweede termijn aan de raad.
De heer Van Brussel: Mijnheer de voorzitter. De heer Lempens van de SP vroeg
in eerste termijn wat hij moet doen….
De voorzitter: En u kunt hem helpen?
De heer Van Brussel: Ja, ik kan hem helpen. In tegenstelling tot wat de wethouder
aangaf, willen wij de bestaande verordening wel wijzigen. Wij willen alleen
de bezuinigingen niet doorvoeren en dat is precies wat ook de SP vraagt. We begrijpen
wel dat het stoffige beleid, zoals Weert Lokaal het noemde, aangepakt
moet worden, maar wij pleiten ervoor de nominale bedragen van de bezuinigingen
er even uit te halen.
De discussie in deze raad beluisterend, valt het mij op dat veel collega’s zich op
het standpunt stellen dat hier alleen een concept aan de orde is waarop in december
nog teruggekomen zal worden en dat nu eerst de verenigingen maar moeten
aangeven wat zij willen. Natuurlijk moeten we naar de verenigingen luisteren,
maar toen ik van vakantie terugkwam trof ik in mijn postvak al een aardig pakketje
aan waarin de verenigingen aangaven wat zij ervan vonden. Wij hebben dus al
een redelijk goed beeld van wat de verenigingen en de Weerter Sportraad willen.
Vanuit dat oogpunt bezien, kan volgens mij nu al worden ingevuld wat het resultaat
zal zijn van het overleg. Omdat wij de verenigingen in Weert een belangrijke
functie toedelen, willen wij wel een vernieuwd beleid hebben, maar hierop de