Notulen 30 mei 2012 - Gemeente Weert

30 mei 2012 15
ik erop dat het geld voor kadervorming is opgenomen in het subsidiebedrag voor
het individuele lid. Gevolg daarvan is dat een vereniging niet meer hoeft te verantwoorden
dat het voor kadervorming is aangewend, of waarvoor dan ook. Men
kan het geld naar believen besteden en hoeft daarvoor pas achteraf verantwoording
af te leggen. De verenigingen kennend die wij in Weert hebben, weet ik dat
zij daarin altijd heel zorgvuldig zijn. Het zal nog zorgvuldiger worden, maar het
wordt veel eenvoudiger.
In de commissie hebben mijn collega en ik reeds toegezegd dat heel veel aandacht
zal worden besteed aan eventuele knelpunten die zich voordoen. Wij zullen zeker
ook toetsen of datgene wat wij in het voortraject bedacht en uitgevogeld hebben
wel het effect heeft wat ons voor ogen staat en niet tot bij-effecten leidt.
Over de extra vergadering die is bepleit heb ik het zojuist al even gehad. Van de
raad verneem ik graag of hij een opiniërende raadsvergadering op prijs stelt, of
een opiniërende commissievergadering. Wat ons betreft kan het ook een gecombineerde
commissievergadering zijn.
De conceptverordening Evenementen hoort inderdaad niet bij deze bundel, zoals
mevrouw Nouwen opmerkte. In feite is ze als een soort weeskindje onder de conceptnota
gehangen, maar ik stel toch voor haar hier te handhaven, omdat we dan
in ieder geval weten waar ze zit. Het is overigens geen gewijzigde, aangepaste of
nieuwe evenementenregeling, maar de evenementenregeling die eerder, naar ik
meen in 2008 of 2009, al in de raad aan de orde is geweest. Is de regeling niet meer
bij de tijd, dan is het aan de raad om daarop actie te ondernemen.
Namens het college wil ik tenslotte ingaan op de ingediende amendementen.
Amendement nr. 1 van het CDA betreft de overheveling van het budget voor de
dodenherdenking. In de commissievergadering is hiervoor al aandacht gevraagd
door de heer Stals en toen is onzerzijds erkend dat het CDA hiermee een punt
heeft. Het college heeft er dan ook geen enkel bezwaar tegen om dit amendement
over te nemen en het bedrag voor de dodenherdenking als een aparte post in de
begroting op te nemen.
In amendement nr. 2 van het CDA wordt voorgesteld een reserve culturele activiteiten
in te stellen die kan worden aangewend als in enig jaar het fonds culturele
activiteiten uitgeput is. Het college adviseert de raad dit amendement niet over te
nemen, en wel om twee redenen. Allereerst hebben wij getracht de potjes voor
subsidies e.d. zoveel mogelijk te ontschotten, mede omdat gebleken was dat in
sommige potjes reserves zaten die bijna niet aangesproken werden. Een ander argument
is gelegen in het feit dat wij bij het aanwenden van gelden uit een reserve
altijd terug moeten naar de raad, zodat de raad daaraan te allen tijde sturing kan
geven.
Amendement nr. 3 van het CDA geeft een explicietere invulling aan het bepaalde
in artikel 12. Het college heeft er geen moeite mee om het artikel in deze zin te
wijzigen. Het maakt de zaak misschien ook wat duidelijker voor de lezer.
In amendement nr. 4 stelt D66 dat de bestaande subsidiebedragen gehandhaafd
moeten worden, waarmee ze meteen ook aangeeft dat de bestaande verordening
gehandhaafd zou moeten worden. De bedragen stoelen namelijk ofwel niet, ofwel