27.09.2013 Views

Bladspiegel 4 - Het Persmuseum

Bladspiegel 4 - Het Persmuseum

Bladspiegel 4 - Het Persmuseum

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Harde Lessen van Gerard MuLder<br />

Gerard Mulder (1947) werkte voor diverse dag- en opiniebladen, waaronder<br />

NRC Handelsblad, Vrij Nederland, HP/De Tijd en uiteraard <strong>Het</strong> Vrije Volk<br />

(wie niet?). In een serie met terugblikken trekt hij daar de harde lessen uit.<br />

Van De Journalist, het blad dat gedurende<br />

mijn vierenhalfjarig verblijf in<br />

West-Duitsland mijn venster op de Nederlandse<br />

journalistiek zou zijn, heb ik zojuist<br />

de jaargang 1963-‘64 in de kelder teruggevonden.<br />

Ingebonden zelfs, zo groot was<br />

de betekenis die ik aan het vakblad annex<br />

orgaan van de Federatie van Nederlandse<br />

Journalisten, de paraplu boven de neutrale,<br />

katholieke en christelijke journalistenzuil,<br />

dacht te gaan hechten. Als een soort journalistieke<br />

bijbel in tweewekelijkse afleveringen.<br />

Ik spelde elk nummer als was het Gods<br />

Woord. Tot mijn eigen verbazing, moet ik<br />

achteraf zeggen nu ik de jaargang na bijna<br />

een halve eeuw weer eens heb doorgebladerd.<br />

Welke diepe inzichten over het<br />

vak haalde ik ooit uit deze nog steeds niet<br />

vergeelde pagina’s? Waar is de romantiek<br />

die me zo aansprak? .<br />

Ja, ik kom een verhaaltje tegen over een<br />

groepje Nederlandse journalisten dat samen<br />

een vliegtuig huurt om ‘de ramp bij Longarone’<br />

(wat voor ramp dat was, wordt bekend<br />

verondersteld) te verslaan, maar strandt<br />

in München met een verbogen neuswiel<br />

(foto van het neuswiel). Na veel reisellende<br />

bereikt de groep de omgeving van Venetië,<br />

blijkbaar het epicentrum van de ramp, en<br />

slaagt er met bovenmenselijke inspanning<br />

in nog net op tijd een stukje naar het thuisfront<br />

door te bellen.<br />

Helaas, het zal nooit worden afgedrukt,<br />

want de drukkers in Nederland staken. Ten<br />

minste één coll. – de standaardaanduiding<br />

in De Journalist – beleeft een zenuwinzinking,<br />

een andere coll. stort fysiek in. Namen<br />

worden uit kiesheid niet genoemd. Maar<br />

in de journalistiek maak je wat mee, dat is<br />

duidelijk.<br />

Terugkijkend blijkt het neuswiel de spannendste<br />

illustratie in de jaargang te leveren,<br />

want voor zo ver er foto´s in staan, tonen<br />

ze coll.’s op spreekgestoelten of achter vergadertafels.<br />

Er wordt wat afvergaderd in het<br />

vak, en de verslagen van die vergaderingen<br />

vreten pagina’s. Ook andere journalistieke<br />

hoogtepunten, jubilea, pensioneringen en<br />

in memoriams, krijgen buitensporig veel<br />

ruimte.<br />

Fenomeen<br />

Geen wonder: iedere jubilerende, afscheid<br />

nemende en gestorven coll. blijkt een fenomeen<br />

van extreem formaat te zijn (geweest);<br />

zijn (naderend) wegvallen zal het vak een<br />

klap toedienen waarvan het zich niet meer<br />

zal herstellen. Voeg daarbij nog het pijnlijk<br />

gevoelde gemis aan een goede vakopleiding<br />

en de het gejammer over de zorgwekkende<br />

rentabiliteit van de dagbladen – binnen het<br />

bestek van een paar nummers van De Journalist<br />

sneuvelen het katholieke Gronings<br />

dagblad Ons Noorden en twee kopbladen<br />

van <strong>Het</strong> Parool – en het wordt duidelijk<br />

waarom er uit die jaargang een tamelijk<br />

zenuwachtige geur opstijgt. Maar er is één<br />

lichtpunt.<br />

Vraag me niet hoe dit valt te rijmen met het<br />

bovenstaande, maar het aantal personeelsadvertenties<br />

per nummer is voor huidige<br />

begrippen onvoorstelbaar groot; geregeld<br />

loopt het op naar veertien of vijftien, van<br />

opmaakredacteur tot parlementair verslaggever.<br />

Misschien is het een wanhoopsoffensief<br />

om de vele giganten die ons aan de lopende<br />

band ontvallen, te kunnen vervangen. Of<br />

misschien is de werkelijkheid wat rooskleuriger<br />

dan het Cassandra-geroep op congressen<br />

doet vermoeden. Feit is dat er af en toe<br />

zelfs een leerling-journalist wordt gevraagd.<br />

Op deze categorie advertenties zette ik<br />

mijn kaarten. Zo zou het abonnement op<br />

De Journalist, dat Wiedergutmachungsgeschenk<br />

van mijn vader om mij met mijn<br />

lot als onvrijwillig emigrant te verzoenen,<br />

uiteindelijk zijn praktisch nut bewijzen.<br />

Titaan<br />

Mijn eindexamen gymnasium, in Duitsland<br />

‘Abitur’ genoemd, kwam in zicht, en ik wilde<br />

op het juiste moment toeslaan. Een maand<br />

of vier voor de examentijd, in 1966, was<br />

het zo ver: de Provinciale Overijsselsche<br />

BladSpiegel<br />

Zou jonge ‘streber’ de giganten in<br />

het vak ooit kunnen vervangen?<br />

7<br />

en Zwolsche Courant adverteerde voor een<br />

leerling. Ik schreef een brief, met een koe<br />

van een germanisme (‘begaving’) erin, maar<br />

werd toch uitgenodigd voor een gesprek.<br />

En zo zag ik even later voor het eerst het tot<br />

de verbeelding sprekende gebouw van de<br />

Zwolsche, aan de Melkmarkt van de stad<br />

waarnaar de krant vernoemd was. Precies<br />

zoals het hoorde draaide achter een enorme<br />

etalageruit de pers; voor de ruit dromden<br />

oude mannetjes samen om van het technisch<br />

wonder te genieten.<br />

Een wirwar van trapjes en opstapjes bracht<br />

mij naar de kamer van de hoofdredacteur.<br />

C.L. Menschaar had ik nog nooit ontmoet,<br />

maar ik wist bij voorbaat al dat hij een<br />

journalistieke titaan moest zijn. Niet omdat<br />

De Journalist hem zo had getypeerd, maar<br />

omdat hij vroeger bij de Haagsche Courant<br />

had gewerkt, de New York Times van Den<br />

Haag en omgeving (waaronder mijn geboortestad<br />

Delft).<br />

Menschaar nam mij aan, enigszins geïmponeerd,<br />

geloof ik, door mijn veteranenverleden<br />

als abonnee van De Journalist. Dat deze<br />

reputatie ook tegen mij kon werken, hoorde<br />

ik pas maanden later. Door de gangen van<br />

de Zwolsche had het gerucht gespookt dat<br />

de hoofdredactie een enorme Streber uit<br />

Duitsland had ingehuurd, die erop pochte<br />

het vakblad te lezen nog voordat hij ooit een<br />

letter in een krant had geschreven. Ergens<br />

was het nog waar ook.<br />

Les 3: “de journalistiek hangt van de schone<br />

schijnen aan elkaar”.<br />

[In eerdere afleveringen leerde Mulder ons:<br />

“Als je je eigen geheugen al niet kunt vertrouwen,<br />

reken dan maar niet op dat van<br />

anderen”(<strong>Bladspiegel</strong> 1) en ”Geen vragen<br />

zonder antwoorden” (nr.2).]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!