boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden
boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden
boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAARBO EK DIRK VAN EeK 2012<br />
202<br />
dikke boek; wat was de noodzaak van deze promotie, was dit alles niet allang<br />
beken d?<br />
Tijdens het lezen betrapte ik mezelf er steeds weer op dat ik zat te wachten<br />
op analyses en verbanden. Waar staat het literaire <strong>Leiden</strong> in deze periode,<br />
welke invloed is er uitgeoefend? Bij het doorlezen van dit boek, schrik je van<br />
de eentonigheid die Honings laat zien. De oorzaak daarvan is niet het literaire<br />
leven in <strong>Leiden</strong>, maar is een gevolg van de insteek van Honings. Hij heeft<br />
als rode draad gekozen: de relatie tussen het literaire leven en dat wat wij<br />
'natievorrning' zijn gaan noemen. Vandaar dat de lezer met grote regelmaat<br />
onthaald wordt op een uitgebreide geschiedschrijving, waarbij Honings geen<br />
enkel nieuw licht laat schijnen op wat al lang en breed bekend is aan iedereen<br />
die een beetje is geïnteresseerd in de Leidse geschiedenis. Een veel interessantere<br />
benaderingswijze zou bijvoorbeeld kunnen zijn: de koppeling van<br />
het literaire leven aan de omwikkeling van het 'burgerlijkheidsbesef' .<br />
Immers, rond 1800 ontstaan er allerlei burgerinitiatieven die zich vaak<br />
belangeloos en onafhankelijk van regering en stadsbestuur richten op een<br />
verbetering van de samenleving. Zaken die vaak vergezeld gaan van een<br />
hausse aan literair werk. Een andere vraag die Honings had kunnen beantwoorden<br />
is de vraag in hoeverre de ontwikkeling doorzet die in de dissertatie<br />
van W. Mijnhardt over culturele genootschappen voor de periode tot 1815<br />
wordt gesignaleerd.<br />
Het begon allemaal veelbelovend in 1766 met de oprichting van de<br />
Maatschappij der Nederlandscbe Letterkunde, bestaande uit een aantal welwillende<br />
burgers, die de bestaande letterkunde blijkbaar uit het slop wilden<br />
trekken. Waarom ze dat wilden blijft bij Honings een beetje vaag, net als de<br />
vraag in hoeverre hun vernieuwingsdrang iets tot stand heeft gebracht. Al snel<br />
werd de Maatschappij ingehaald door Kunst Wordt Door Arbeid Verkregen<br />
(KWDAV), waarin vooral twee Leidse boekverkopers, Heyligert en Hoogeveen,<br />
een belangrijke rol speelden. Jammer dat Honings niet al te veel op dit<br />
spraakmakende genootschap ingaat. Archiefonderzoek naar de leden en naar<br />
de werkzaamheden en problemen die de leden hebben ondervonden, banden<br />
met de vrijmetselarij en met de republikeinse club rondom Daniel van<br />
Alphen en zijn vriend Pieter Burman de jonge op het buiten Santhorst in<br />
Wassenaar, is nauwelijks verricht. Tijdens het lezen vraag je je steeds weer af: