boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden

boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden boekbesprekingen - Historische vereniging Oud Leiden

27.09.2013 Views

JAARBOEK DIRK VAN Ee K 2012 216 die in 1886 (of al in 1884?) vertrok naar Duivenvoorde te Voorschoten, waar hij tuinjongen werd . Later werd hij tuinbaas van Oud Poelgeest te Oegstgeest. Uit zijn aantekeningen, lijkend op memoires, heeft zijn kleindocht er een deel van dit boek same ngesteld. Het is niet een geschiedverhaal op de gebruikelijke manier, maar deels een min of meer geromantiseerd verhaal. En dan gaat her wel eens fout, zoals bij het verhaa l over het vellen van een dikke, zware eik (p. 10): 'de knoes tige wortels en allerlei uitsteeksels moeten nu afgezaagd wo rden om verma len re worden to t fijne houtsnippers'. Maar in 1887 werd hout niet versnipperd: alle spaa nders en onbruikbare onderdelen van een boom werden door de houthakk ers in hun kachel verbrand - de spaande rs volgen de bijl , zoals dat toen uitgedrukt werd. En soms wordt een situa tie uit bijvoorbeeld 1843 weergegeven alsof die in 1887 speelde ofnog bestond. M aar over het algemeen moet gezegd worden dat alles heel geloofWaardig over komt , al zou een kasteelheer zich tegenover zijn tuinknecht bij her aanschouwen van de familieportrette n nier gauw laten ontvallen: 'Kijk, dat zijn mijn ouders, Nico laas en H enriëtte.' Het weergeven van feiren in de vorm van dialogen is een heel gevaarlijk rn étier! Gelukkig is er oo k een groot deel van het boek gebruikt voor de letterlijke weergave van de aantekeningen van Berend Hoff. Deze stamde uit eenvoudige ouders en verloor zijn vader toen hij vier jaar oud was. Omdat de weduwe nog twee and ere kinderen had , ging Berend naar zijn oom Berend, die hem maar korte tijd hield en hem uiteindelijk weer terugstuurde naar zijn moeder. Zij was niet al te gezond en het wordt dan ook een verhaal vol rampen . Hoewel Berend goed kon leren, mo est hij op negenjarige leeftijd al naar het land , onder meer als oppasser van loslopende koeien. H et zijn mooie jeugdherinneringen, maar de doorslaggevende periode, toen hij tuinknecht in Voorschoten werd, wo rdt helaas niet verhaald, laat staan nog latere perioden. In het tweede deel speelt dan oo k nier hij, maar de eigenares van kasteel Oud Poelgeest, juffrouw Arnoldine Leonie Willink, de hoofdrol. Dankzij haar brieven en ansichtkaarten aan (de vrouw van) haar tuinbaas wordr ons een inkijkj e gebode n in de relatie tussen een deftige dame en een vertrouwd personeelslid, een beetje parern alistisch van de ene kant en een beetje serviel van de andere kant. Zo waren de verho udingen toe n nu eenmaal. Weer later wordt het verhaal een soo rt autobiografie. Ondanks deze wisselende stijlvormen qu a compositie en boeiend of niet qua inh oud , voor wat de

BOEKBESPREKINGEN informatie over de twee buitenplaatsen betreft, is het goed dat dit boek is versche nen. PIET DE BAAR Dirk van Delft en Jaap Polak, Eene verzameling ontplofbare toestellen. De juridische strijd van Kamerlingh Onnes om de koudste plek op aarde. Kluwer, Alphen aan den Rijn 2008. 56 p. ISBN 978-90-13-05682-2. € 12,50. Dit boek is op het eerste gezicht eerder een fotoboek dan een leesboek. Vandaar ook het onhandig groot liggend formaat, veel geschikter voor enkele van de foto's dan voor teksten. Nu zijn foto's vaak heel instructief en vervangen duizend woorden. Maar zeker de inleiding van Van Delft, onder meer hoogleraar materieel erfgoed van de natuurweten schappen, mag niet overgeslagen worden. Hierin geeft hij een prachtig overzicht van het getouw rrek om het beste laboratorium voor lage temperaturen ter wereld te maken. H et kostte H eike Kamerlingh Onnes meer dan drie jaar vertraging bij zijn proefnemingen , maar ied er nadeel heeft zijn voordeel: nu had hij alle tijd om zijn voorbereidingen te perfectioneren. H et verhaal begint met een teru gbli k op het ontstaan van het terrein waaro p het laboratorium sto nd: de kruirramp van 1807. Helaas is daarvoor slechts vero uderde literat uu r gebrui kt. H et physisch laboratorium werd door Kamerl ingh O nnes steeds aangepast en het onderzoek bloeide als nooit tevoren. M aar voor zijn experimente n had hij allerlei ingewikkelde machinerieën en veel grondstoffe n nodig. In 189 5 waren er klachten over mogelijk ontplofbare sto ffen die op een slordige mani er opgeslagen zouden zijn, en de gemeente wilde daar het fijn e van weten. Door bald adige jeugd werden er vernielingen aan gebracht en wethouder Dekhuyzen kwam poolshoogte nemen ofdat echt geen ramp zou kunnen veroorzaken. Helaas zijn de bescheiden over de aanvraag van een hinderwetvergunning bij de gemeente verbrand in 1929, maar het dossier van Kamerlingh Onnes en Curatoren van de Universiteit is er nog. Van Delft behandelt dat uitvoerig, maar is soms niet helemaal consequent. Zo wordt de eerste luitenant aan de pyrotechnisch e werkplaatsen te Delft op p. 13 Guij van Pirriers en op p. 18 Gey van Pirrius genoemd; de officiële schrijfwijze is Geij van Pittius. H et is zonder meer eenlezenswaa rdig verhaal. Het eindigt 217

BOEKBESPREKINGEN<br />

informatie over de twee buitenplaatsen betreft, is het goed dat dit boek is versche<br />

nen.<br />

PIET DE BAAR<br />

Dirk van Delft en Jaap Polak, Eene verzameling ontplofbare toestellen. De juridische<br />

strijd van Kamerlingh Onnes om de koudste plek op aarde. Kluwer,<br />

Alphen aan den Rijn 2008. 56 p. ISBN 978-90-13-05682-2. € 12,50.<br />

Dit boek is op het eerste gezicht eerder een fotoboek dan een leesboek.<br />

Vandaar ook het onhandig groot liggend formaat, veel geschikter voor enkele<br />

van de foto's dan voor teksten. Nu zijn foto's vaak heel instructief en vervangen<br />

duizend woorden. Maar zeker de inleiding van Van Delft, onder meer<br />

hoogleraar materieel erfgoed van de natuurweten schappen, mag niet overgeslagen<br />

worden. Hierin geeft hij een prachtig overzicht van het getouw rrek om<br />

het beste laboratorium voor lage temperaturen ter wereld te maken. H et kostte<br />

H eike Kamerlingh Onnes meer dan drie jaar vertraging bij zijn proefnemingen<br />

, maar ied er nadeel heeft zijn voordeel: nu had hij alle tijd om zijn<br />

voorbereidingen te perfectioneren. H et verhaal begint met een teru gbli k op<br />

het ontstaan van het terrein waaro p het laboratorium sto nd: de kruirramp<br />

van 1807. Helaas is daarvoor slechts vero uderde literat uu r gebrui kt. H et physisch<br />

laboratorium werd door Kamerl ingh O nnes steeds aangepast en het<br />

onderzoek bloeide als nooit tevoren. M aar voor zijn experimente n had hij<br />

allerlei ingewikkelde machinerieën en veel grondstoffe n nodig. In 189 5<br />

waren er klachten over mogelijk ontplofbare sto ffen die op een slordige<br />

mani er opgeslagen zouden zijn, en de gemeente wilde daar het fijn e van<br />

weten. Door bald adige jeugd werden er vernielingen aan gebracht en wethouder<br />

Dekhuyzen kwam poolshoogte nemen ofdat echt geen ramp zou kunnen<br />

veroorzaken. Helaas zijn de bescheiden over de aanvraag van een hinderwetvergunning<br />

bij de gemeente verbrand in 1929, maar het dossier van<br />

Kamerlingh Onnes en Curatoren van de Universiteit is er nog. Van Delft<br />

behandelt dat uitvoerig, maar is soms niet helemaal consequent. Zo wordt de<br />

eerste luitenant aan de pyrotechnisch e werkplaatsen te Delft op p. 13 Guij<br />

van Pirriers en op p. 18 Gey van Pirrius genoemd; de officiële schrijfwijze is<br />

Geij van Pittius. H et is zonder meer eenlezenswaa rdig verhaal. Het eindigt<br />

217

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!