Download Code van goede praktijk - Emis - Vito
Download Code van goede praktijk - Emis - Vito
Download Code van goede praktijk - Emis - Vito
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8 Beschrijvend bodemonderzoek asbest (bbo<br />
asbest)<br />
Op basis <strong>van</strong> de resultaten bekomen tijdens het OBO asbest wordt in het besluit <strong>van</strong> het OBO<br />
asbest de noodzaak tot het uitvoeren <strong>van</strong> het BBO asbest aangegeven (§7.4). Indien nog geen<br />
OBO asbest werd uitgevoerd, wordt aangeraden om de asbestverdachte zones in eerste<br />
instantie te onderzoeken zoals voorgeschreven in hoofdstuk 7 (OBO asbest).<br />
In het BBO asbest worden de onderzoeksinspanningen ter hoogte <strong>van</strong> de asbestverdachte<br />
zones en de asbestverdachte deellocaties vastgelegd (§ 8.1). Afhankelijk daar<strong>van</strong> wordt beslist<br />
waar boringen uitgevoerd dienen te worden om de asbestverontreiniging af te bakenen en/of<br />
welke deellocaties door de eBSD opgesplitst dienen te worden in ruimtelijke eenheden en/of<br />
welke asbestverdachte deellocaties bijkomend onderzocht dienen te worden volgens het<br />
verkennend onderzoek.<br />
Naargelang de onderzoeksinspanning werkt de eBSD een boorprogramma uit (§ 8.2), wordt<br />
onderbouwd hoeveel en welke ruimtelijke eenheden per deellocatie onderzocht dienen te<br />
worden volgens het nader onderzoek (§ 8.3) en/of wordt onderbouwt hoeveel en welke<br />
deellocaties bijkomend onderzocht dienen te worden volgens het verkennend onderzoek (§ 8.4).<br />
De eBSD beslist steeds op basis <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> het al uitgevoerde onderzoek (§ 8.5) of<br />
een volgende BBO-fase nodig is (§ 8.6). De beslissing <strong>van</strong> de eBSD om bijkomend een aantal<br />
boringen te plaatsen, een aantal deellocaties te onderzoeken volgens de<br />
bemonsteringsstrategie <strong>van</strong> het verkennend onderzoek en/of een aantal ruimtelijke eenheden te<br />
onderzoeken volgens de bemonsteringsstrategie <strong>van</strong> het nader onderzoek, wordt telkens<br />
gemotiveerd in het besluit <strong>van</strong> het BBO asbest <strong>van</strong> de respectievelijke fase. De uitvoering <strong>van</strong><br />
het bijkomend onderzoek en de interpretatie <strong>van</strong> de bekomen asbestgehalten gebeurt in de<br />
volgende fase <strong>van</strong> het BBO asbest.<br />
Wanneer de asbestverontreiniging volledig is afgebakend, dient door de eBSD nog de<br />
saneringsnoodzaak bepaald te worden (§ 8.7). Hiervoor dient een risicoanalyse asbest<br />
uitgevoerd te worden (hoofdstuk 9).<br />
De stappen die in het kader <strong>van</strong> een (gefaseerd) BBO asbest door de eBSD uitgewerkt dienen<br />
te worden (i.e. het bepalen <strong>van</strong> de onderzoeksinspanning, het vastleggen <strong>van</strong> het aantal<br />
boringen, vastleggen <strong>van</strong> het aantal te onderzoeken ruimtelijke eenheden, interpretatie <strong>van</strong> de<br />
resultaten <strong>van</strong> de BBO-fase, de noodzaak tot een bijkomende BBO-fase en de<br />
saneringsnoodzaak) worden in de volgende paragrafen (§ 8.1, § 8.2, § 8.3, § 8.4, § 8.5, § 8.6 en<br />
§ 8.7) toegelicht en weergegeven in figuur 2.<br />
<strong>Code</strong> <strong>van</strong> <strong>goede</strong> <strong>praktijk</strong> voor oriënterend bodemonderzoek, beschrijvend bodemonderzoek en risicoanalyse voor<br />
asbestverontreiniging 41/69