les jeunes historiens ont la parole - Centre for Historical Research ...

les jeunes historiens ont la parole - Centre for Historical Research ... les jeunes historiens ont la parole - Centre for Historical Research ...

27.09.2013 Views

Studiedag voor jonge historici – Eerste Wereldoorlog – Tweede Wereldoorlog Journée d’étude “jeunes historiens” – Première Guerre mondiale – Seconde Guerre mondiale Aurélie LORENT (UCL) Beloning voor oorlogsdaden : het gevoel van erkenning ten aazien van het Vaderland bij Franstalige soldaten aan de hand van de toekenning van officiële eervolle onderscheidingen (1914-1939) Onze verhandeling benadert de Eerste Wereldoorlog vanuit een specifieke invalshoek, namelijk het gevoel van erkentelijkheid van Belgische frontsoldaten. Dit gevoel werd in de hand gewerkt door het systeem van officiële eervolle onderscheidingen, die soldaten verkregen omdat ze tijdens de oorlog bepaalde daden hadden gesteld. Onze studie beslaat dus een specifieke tijd en een specifieke plaats, met name België tussen 1914 en 1939. Deze keuze laat zich gemakkelijk verklaren: vanaf 1914 immers, en dat tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, riep de Belgische staat een hele reeks decoraties en insignes in het leven, zowel militaire als burgerlijke, gelieerd aan de oorlogsfeiten. De Belgische eervolle onderscheidingen met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog zijn erg talrijk. Ze vertellen iets over de manier waarop de Staat zich erkentelijk wilde tonen ten aanzien van zijn burgers en zijn militairen. Zoals de titel van onze verhandeling aangeeft, gaat onze aandacht uit naar een specifieke groep: de soldaten. Deze studie houdt dus geen rekening met burgerpersonen. Onder ‘soldaat’ (‘combattant’) verstaan we “elke man die deel uitmaakt van de strijdende krachten of met hen samenleeft in de vuurlinie, in de loopgraven of in de soldatenkwartieren, die deel uitmaakt van de ambulancedienst aan het front of van de lagere bevelstructuren.” 8 Deze definitie hebben we geplukt uit een studie van publicist en oud-strijder Jean Norton Cru. 9 De definitie omvat dus ook mannen die geen wapens hebben gedragen en waarvan de functie ook geen wapendracht impliceerde, zoals het medische frontpersoneel en de officieren van lagere rang. Ons onderzoek houdt dus geen rekening met het gevoel van erkentelijkheid van de ‘militairen van de achterhoede’: de militairen die een bureaufunctie bekleedden of die in de opleidingscentra werkten (groepen aan wie overigens veel decoraties werden toegekend). Er moet opgemerkt worden dat de oorlog op zich een onderscheid heeft opgelegd dat was gebaseerd op de blootstelling aan gevaar, en niet langer op het al dan niet dragen van wapens – een gegeven dat zijn betekenis wat had verloren tijdens dit conflict. 10 Onze interesse gaat dus uit naar het specifieke, soms positieve, soms negatieve discours van de groep die werkelijk ‘strijders’ werd genoemd, en dat in verband met het systeem van toekenning van eervolle onderscheidingen. Ons 8 J.-N. CRU, Témoins. Essai d’analyse et de critique des souvenirs des combattants édités en français de 1915 à 1928, Nancy, 1993 (1929), p.10. 9 Jean Norton Cru (1879-1949). Écrivain français ayant participé à la Première Guerre mondiale. Cru est surtout connu pour avoir entrepris une étude des ouvrages de guerre écrits en français (ce compris certains livres de guerre belge) en les classant selon leur valeur de témoignage. Son ouvrage, intitulé Témoins Essai d’analyse et de critique des souvenirs de combattants édités en français de 1915 à 1928, se base sur son expérience de combattant, mais aussi sur une abondante documentation [cartes d'état-major, journaux de marches (...)]. Ainsi il critique plus de 300 récits publiés de soldats. Cet ouvrage suscitera la polémique, notamment parce qu’il remet en cause le caractère véridique de certains romans célèbres tel que Le Feu d'Henri Barbusse pour ne citer que lui. (Informations tirées du site : http://www.crid1418.org/temoins/2008/02/20/cru-jean-norton-1879-1949, consulté le 8 août 2012; M. DEAUVILLE, Dernières fumées, Bruxelles, 1937, p.339.) 10 B. BENVINDO, Des hommes en guerre. Les soldats belges entre ténacité et désillusion 1914-1918, Bruxelles, 2005, p.12. 20

Studiedag voor jonge historici – Eerste Wereldoorlog – Tweede Wereldoorlog Journée d’étude “jeunes historiens” – Première Guerre mondiale – Seconde Guerre mondiale doel daarbij is tot een beter begrip te komen van de mechanismen van erkenning en nieterkenning van deze groep, via het systeem van allerlei beloningen. Reeds tijdens de oorlog verwachtten de soldaten erkentelijkheid voor hun daden. Aan het einde van het conflict werd deze verwachting een werkelijke eis tot erkentelijkheid. Deze nood aan erkenning, die uitging van een specifieke groep in een periode van crisis, willen we beter begrijpen. Om dat te kunnen, hebben we het systeem van toekenning van decoraties en allerlei vormen van toetreding, alsook de kritiek die dit systeem opriep, bestudeerd aan de hand van diverse bronnen: dagorders van het leger, rapporten over het moreel van de troepen, uitgegeven en onuitgegeven geschriften, stamboekdossiers van soldaten, bepaalde boeken en literatuur van oudstrijders. Voor zij die de wapens hebben opgenomen neemt het symbolische domein een belangrijke plaats in. Onze bronnenanalyse heeft aangetoond dat, zowel tijdens als na de oorlog, het mentale en sociaal-culturele kader van de strijdende groep sterk verweven raakte met het systeem van de eervolle onderscheidingen. De kwestie van het eergevoel is een van de middelen die toelaten om de groepservaring te behouden. 11 Op die manier krijgt de interactie tussen het individu en de collectiviteit concrete gestalte in het discours omtrent de toekenning van eervolle onderscheidingen. Die toekenning homologeert immers een individu op een zeer publieke en exemplarische manier. 12 De betekenis van het ‘offer van de soldaat’ moet voortaan worden erkend door de gemeenschap. Het zichtbare symbool is in deze erg belangrijk en zal ook bepalend zijn voor de creatie van andere decoraties tijdens het interbellum. Ons onderzoek draagt dus bij aan de sociale en culturele historiografie van de Groote Oorlog, een vorm van geschiedschrijving die in Europa sinds een twintigtal jaar enorm aan belangstelling heeft gewonnen. 13 Onze thematiek brengt een bredere geschiedenis onder de aandacht: de geschiedenis van representaties doorheen herinnerings- en culturele dimensies. We raken aan de geschiedenis van de herinnering in die zin dat we de collectieve representaties van een groep analyseren aan de hand van eervolle onderscheidingen. Daarmee spreken we meteen ook over de identiteit van die groep, die het verleden niet als een gestolde of verstarde werkelijkheid beschouwt, maar net laat aansluiten bij het heden. Ons onderwerp handelt ook over cultuurgeschiedenis in die zin dat deze representaties getuigen over de symbolische constructies van verschillende maatschappelijke groepen, over praktijken die een sociale identiteit zichtbaar maken en over instellingen die blijk geven van het bestaan van deze groepen. 14 De problematiek van onze verhandeling is vernieuwend omdat er, voor zover we weten, nog geen enkel ander onderzoek werd verricht naar de rol die eervolle onderscheidingen hebben gespeeld in het gevoel van erkenning van de soldaten ten aanzien van het vaderland en waarbij gebruik gemaakt werd van ons bronnenmateriaal. 11 G. SIMMEL, Sociologie. Études sur les formes de socialisation [1908], Paris, 1992, p. 529. 12 M.-A. PAVEAU, “Citation à l’ordre et croix de guerre. Fonctions des sanctions positives dans la guerre de 1914-1918”, in R. CAZALS, E. PICARD, D. ROLLAND (dir.), La Grande Guerre. Pratiques et expériences, Toulouse, 2005, p.251. 13 N. MIGNON, Les Grandes Guerres de Robert Vivier (1894-1989). Mémoires et écritures du premier conflit mondial en Belgique, Paris, 2008, p.7. 14 L. VAN YPERSELE, P. RAXHON, “De l’histoire des mentalités à l’histoire culturelle”, in Questions d’histoire contemporaine: conflits, mémoire et identité, Paris, 2006, p. 11-30. 21

Studiedag voor jonge historici – Eerste Wereldoorlog – Tweede Wereldoorlog<br />

Journée d’étude “<strong>jeunes</strong> <strong>historiens</strong>” – Première Guerre mondiale – Seconde Guerre mondiale<br />

Aurélie LORENT<br />

(UCL)<br />

Beloning voor oorlogsdaden : het gevoel van erkenning ten aazien van het<br />

Vader<strong>la</strong>nd bij Franstalige soldaten aan de hand van de toekenning van officiële<br />

eervolle onderscheidingen (1914-1939)<br />

Onze verhandeling benadert de Eerste Wereldoorlog vanuit een specifieke invalshoek, namelijk<br />

het gevoel van erkentelijkheid van Belgische fr<strong>ont</strong>soldaten. Dit gevoel werd in de hand gewerkt<br />

door het systeem van officiële eervolle onderscheidingen, die soldaten verkregen omdat ze tijdens<br />

de oorlog bepaalde daden hadden gesteld. Onze studie bes<strong>la</strong>at dus een specifieke tijd en een<br />

specifieke p<strong>la</strong>ats, met name België tussen 1914 en 1939. Deze keuze <strong>la</strong>at zich gemakkelijk<br />

verk<strong>la</strong>ren: vanaf 1914 immers, en dat tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, riep de<br />

Belgische staat een hele reeks decoraties en insignes in het leven, zowel militaire als burgerlijke,<br />

gelieerd aan de oorlogsfeiten. De Belgische eervolle onderscheidingen met betrekking tot de<br />

Eerste Wereldoorlog zijn erg talrijk. Ze vertellen iets over de manier waarop de Staat zich<br />

erkentelijk wilde tonen ten aanzien van zijn burgers en zijn militairen.<br />

Zoals de titel van onze verhandeling aangeeft, gaat onze aandacht uit naar een specifieke groep:<br />

de soldaten. Deze studie houdt dus geen rekening met burgerpersonen. Onder ‘soldaat’<br />

(‘combattant’) verstaan we “elke man die deel uitmaakt van de strijdende krachten of met hen<br />

samenleeft in de vuurlinie, in de loopgraven of in de soldatenkwartieren, die deel uitmaakt van de<br />

ambu<strong>la</strong>ncedienst aan het fr<strong>ont</strong> of van de <strong>la</strong>gere bevelstructuren.” 8 Deze definitie hebben we<br />

geplukt uit een studie van publicist en oud-strijder Jean Norton Cru. 9 De definitie omvat dus ook<br />

mannen die geen wapens hebben gedragen en waarvan de functie ook geen wapendracht<br />

impliceerde, zoals het medische fr<strong>ont</strong>personeel en de officieren van <strong>la</strong>gere rang. Ons onderzoek<br />

houdt dus geen rekening met het gevoel van erkentelijkheid van de ‘militairen van de<br />

achterhoede’: de militairen die een bureaufunctie bekleedden of die in de opleidingscentra<br />

werkten (groepen aan wie overigens veel decoraties werden toegekend). Er moet opgemerkt<br />

worden dat de oorlog op zich een onderscheid heeft opgelegd dat was gebaseerd op de<br />

blootstelling aan gevaar, en niet <strong>la</strong>nger op het al dan niet dragen van wapens – een gegeven dat<br />

zijn betekenis wat had verloren tijdens dit conflict. 10 Onze interesse gaat dus uit naar het<br />

specifieke, soms positieve, soms negatieve discours van de groep die werkelijk ‘strijders’ werd<br />

genoemd, en dat in verband met het systeem van toekenning van eervolle onderscheidingen. Ons<br />

8<br />

J.-N. CRU, Témoins. Essai d’analyse et de critique des souvenirs des combattants édités en français de 1915 à<br />

1928, Nancy, 1993 (1929), p.10.<br />

9<br />

Jean Norton Cru (1879-1949). Écrivain français ayant participé à <strong>la</strong> Première Guerre mondiale. Cru est<br />

surtout connu pour avoir entrepris une étude des ouvrages de guerre écrits en français (ce compris certains<br />

livres de guerre belge) en <strong>les</strong> c<strong>la</strong>ssant selon leur valeur de témoignage. Son ouvrage, intitulé Témoins Essai<br />

d’analyse et de critique des souvenirs de combattants édités en français de 1915 à 1928, se base sur son<br />

expérience de combattant, mais aussi sur une abondante documentation [cartes d'état-major, journaux de<br />

marches (...)]. Ainsi il critique plus de 300 récits publiés de soldats. Cet ouvrage suscitera <strong>la</strong> polémique,<br />

notamment parce qu’il remet en cause le caractère véridique de certains romans célèbres tel que Le Feu<br />

d'Henri Barbusse pour ne citer que lui. (In<strong>for</strong>mations tirées du site :<br />

http://www.crid1418.org/temoins/2008/02/20/cru-jean-norton-1879-1949, consulté le 8 août 2012; M.<br />

DEAUVILLE, Dernières fumées, Bruxel<strong>les</strong>, 1937, p.339.)<br />

10<br />

B. BENVINDO, Des hommes en guerre. Les soldats belges entre ténacité et désillusion 1914-1918, Bruxel<strong>les</strong>,<br />

2005, p.12.<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!