Nos dushi Boneiru, Karin Koolen - Ban Boneiru Bèk
Nos dushi Boneiru, Karin Koolen - Ban Boneiru Bèk Nos dushi Boneiru, Karin Koolen - Ban Boneiru Bèk
Boven: het kantoor van het Regionaal Service Centrum (RSC), de Nederlandse overheid op het eiland. Onder: het hoofdkantoor van de Extrá, de grootste Papiamentstalige krant op het eiland waar Boi Antoin de hoofdredacteur van is. Deze twee gebouwen staan praktisch naast elkaar. Het statige RSC kantoor staat symbool voor de rol en de institutionele macht van Nederland, hier wordt de gemeentelijke status van Bonaire immers voorbereid en uitgevoerd. Het veel kleinere kantoor van Boi neemt echter een niet minder belangrijke rol in, daar hij via zijn spreekbuizen (krant, radio, televisie) de Bonaireaanse bevolking bereikt en continu informatie verschaft over geschiedenis en cultuur. Boi is hiermee een belangrijke articuleerder van cultuur op het eiland. 62
Opvallend is het feit dat de twee verschillende cultuurdiscoursen die ik uiteengezet heb, verschillende ‘cultuurexperts’ erkennen. Daar de museumcultuur kennis en informatie betreft, zijn de articuleerders zij die veel over Bonaire en de geschiedenis ‘weten’, zij die hierover belezen zijn, over informatie beschikken en/of gestudeerd hebben. Deze articuleerders worden erg serieus genomen op het eiland als het gaat over het benoemen van het cultureel erfgoed. Wanneer we het echter hebben over de cultuur als zijnde de levenswijze op het eiland, worden dergelijke cultuurexperts beschouwd als ‘verpest door geld en politiek’ en niet meer onafhankelijk. De ‘echte’ cultuur zou vanuit dit perspectief liggen bij de lokale vissers op de pier, de arme bevolking van Rincon, hangend in de snèks, of de Bonaireanen die nog woonachtig zijn op de kunuk en hun dagen slijten met het jagen op leguanen. Het eilandgevoel Toen ik net twee weken op het eiland was en een biertje dronk bij City café in het centrum van Kralendijk, raakte ik aan de praat met de Nederlandse Derk over het vrije, gemoedelijke karakter van Bonaire. Derk woont al tien jaar op het eiland en kan er naar eigen zeggen niet meer weg. “Begrijp je het al, Karin”, vraagt hij me op een gegeven ogenblik. “Zie je dat ook, dat niemand je hier een poot probeert uit te draaien, of je af probeert te zetten? Er lopen hier geen mannetjes rond die je een T-shirt met in grote letters Bonaire er op gedrukt willen verkopen, of met de Bonaireaanse vlag. Ze proberen natuurlijk wel te verkopen aan toeristen, zeker bij die cruiseboten, maar niet zo opdringerig.” “Het is een bepaalde ontspannenheid, een eenvoudig geluk en een ongedwongen vrijheid, die Bonaire mijns inziens maakt zoals het is. En dit lijkt iets te zijn wat iedereen deelt, maar een ieder op zijn of haar eigen manier beleeft en uitdraagt”. Bovenstaand citaat is afkomstig uit mijn persoonlijke dagboek. Ik zou het nog steeds niet beter kunnen omschrijven. Bonaire kenmerkt zich door een grote mate van rust, ongereptheid, kleinschaligheid en een vriendelijke, dorpse en warme mentaliteit. Ons ken ons. Bonaire is een eiland wat je zult haten of liefhebben, een eiland dat je in je hart sluit of waarvan je besluit er niet meer naar terug te hoeven keren. Het is het eiland waar nog nauwelijks 63
- Page 11 and 12: levenswijze, in de verdrukking zal
- Page 13 and 14: slaven en de gestraften vormden, sa
- Page 15 and 16: Mijn onderzoek heeft voornamelijk p
- Page 17 and 18: Hoofdstuk 2: “Wij zijn alvast aan
- Page 19 and 20: eschouwen, ook modern en actueel en
- Page 21 and 22: “It is not independence per se th
- Page 23 and 24: van het citaat van Hillebrink, is h
- Page 25 and 26: “De staatkundige verandering gaat
- Page 27 and 28: Tot zover heb ik in dit hoofdstuk a
- Page 29 and 30: “Hoeveel mag er opgeofferd worden
- Page 31 and 32: hadden die ook weer tweede en derde
- Page 33 and 34: en migranten van overige Caribische
- Page 35 and 36: meer toerisme trekt en economisch e
- Page 37 and 38: Samenvatting Tot zover heb ik aange
- Page 39 and 40: Hoofdstuk 3: Cultuur op Bonaire Kad
- Page 41 and 42: (Kottak 2008: 586). Binnen het iden
- Page 43 and 44: “De muziek van Bonaire is een sym
- Page 45 and 46: is gekomen, wordt deze constructie
- Page 47 and 48: eiland is hiervoor het oude ‘pakh
- Page 49 and 50: Onderstaande twee foto’s zijn gem
- Page 51 and 52: Het creëren van verschil In het vo
- Page 53 and 54: Hier vind ik een verklaring voor wa
- Page 55 and 56: Naast ingebeeld, moet deze gemeensc
- Page 57 and 58: we bij het andere discours, wordt d
- Page 59 and 60: verspillen. “Dit is echt Bonairea
- Page 61: 55). Interessant is het vervolgens
- Page 65 and 66: zij dat ook mensen die buiten Bonai
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 4: Dia di Rincon Met mijn
- Page 69 and 70: volwassenen, zijn vaak uitgedost in
- Page 71 and 72: vermeende cultuurdragers aan elkaar
- Page 73 and 74: door mijn informanten beschouwd als
- Page 75 and 76: authentieke wijze gemaakt was. De o
- Page 77 and 78: Tot besluit We zijn aangekomen bij
- Page 79 and 80: Op de voorpagina van dit verslag zi
- Page 81 and 82: Boeije, H. 2008 ‘Analyseren in kw
- Page 83 and 84: Oostindie, Gert J. 1997 ‘Het para
- Page 85 and 86: Van Werven ‘Bonaire in 2025: Mast
- Page 87 and 88: Plattegrond Kralendijk 87
Opvallend is het feit dat de twee verschillende cultuurdiscoursen die ik uiteengezet heb,<br />
verschillende ‘cultuurexperts’ erkennen. Daar de museumcultuur kennis en informatie<br />
betreft, zijn de articuleerders zij die veel over Bonaire en de geschiedenis ‘weten’, zij die<br />
hierover belezen zijn, over informatie beschikken en/of gestudeerd hebben. Deze<br />
articuleerders worden erg serieus genomen op het eiland als het gaat over het benoemen<br />
van het cultureel erfgoed. Wanneer we het echter hebben over de cultuur als zijnde de<br />
levenswijze op het eiland, worden dergelijke cultuurexperts beschouwd als ‘verpest door<br />
geld en politiek’ en niet meer onafhankelijk. De ‘echte’ cultuur zou vanuit dit perspectief<br />
liggen bij de lokale vissers op de pier, de arme bevolking van Rincon, hangend in de snèks, of<br />
de Bonaireanen die nog woonachtig zijn op de kunuk en hun dagen slijten met het jagen op<br />
leguanen.<br />
Het eilandgevoel<br />
Toen ik net twee weken op het eiland was en een biertje dronk bij City café in het centrum<br />
van Kralendijk, raakte ik aan de praat met de Nederlandse Derk over het vrije, gemoedelijke<br />
karakter van Bonaire. Derk woont al tien jaar op het eiland en kan er naar eigen zeggen niet<br />
meer weg. “Begrijp je het al, <strong>Karin</strong>”, vraagt hij me op een gegeven ogenblik. “Zie je dat ook,<br />
dat niemand je hier een poot probeert uit te draaien, of je af probeert te zetten? Er lopen<br />
hier geen mannetjes rond die je een T-shirt met in grote letters Bonaire er op gedrukt willen<br />
verkopen, of met de Bonaireaanse vlag. Ze proberen natuurlijk wel te verkopen aan<br />
toeristen, zeker bij die cruiseboten, maar niet zo opdringerig.”<br />
“Het is een bepaalde ontspannenheid, een eenvoudig geluk en een ongedwongen<br />
vrijheid, die Bonaire mijns inziens maakt zoals het is. En dit lijkt iets te zijn wat iedereen deelt,<br />
maar een ieder op zijn of haar eigen manier beleeft en uitdraagt”. Bovenstaand citaat is<br />
afkomstig uit mijn persoonlijke dagboek. Ik zou het nog steeds niet beter kunnen<br />
omschrijven. Bonaire kenmerkt zich door een grote mate van rust, ongereptheid,<br />
kleinschaligheid en een vriendelijke, dorpse en warme mentaliteit. Ons ken ons. Bonaire is<br />
een eiland wat je zult haten of liefhebben, een eiland dat je in je hart sluit of waarvan je<br />
besluit er niet meer naar terug te hoeven keren. Het is het eiland waar nog nauwelijks<br />
63