22 maart 2005 - Gemeente Noordwijk

de heer L.J. van Ast (Verenigd Noordwijk)
de heer A. de Boer (CDA)
de heer P.J.H. Koster (De Progressieve Combinatie
PvdA/GL/D66)
mevrouw M.A. van der Vlugt (VVD)
mevrouw E.W.A. Koek (Griffier)
Verslag: MatchWord Verslagbureau, Woerden
Agenda:
Algemeen
A1 Mededelingen
A2 Vaststellen van de agenda
A3 Gelegenheid tot inspreken
A4 Termijnagenda
A5 Vaststellen van het verslag van de vergadering
van 10 maart 2005
Projecten
P1 Voortgangsrapportage betreffende de
voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan
‘Duinrand’
P2 Voortgangsrapportage betreffende het aanpakken
van het Vuurtorenplein e.o.
Overige voorstellen
O1 Komen tot een terrassenbeleid voor de KW
Boulevard
O2 Bespreken van een brief van de voorzitter van
de VVE van de Boschflat, gedateerd 19 januari
2005
O3 Bespreken van een verzoek van de heer K.G.
van Duijn, gedateerd 8 februari 2005, een
grotere schuur te mogen bouwen en glas te
mogen uitbreiden
Voor akkoord:
Commissiegriffier:
Samenvattend verslag van een extra vergadering van de commissie Ruimte en Grondzaken, gehouden op 22
maart 2005 om 19.30h
O4 Opiniërend bespreken van een terrassen-, uit-
Aanwezig:
stallingen- en reclamebeleid
Stukken ter kennisneming
Voorzitter: mevrouw C.J.G. Vliet Vlieland – de Wit T1 Brief van de Nederlandse Woonbond,
Griffier: P.C. de Goede (plv.)
gedateerd 10 december 2004, betreffende de
de heer P.L. Barnhoorn, wethouder
gevolgen van het door minister Dekker
voorgestelde huurbeleid
De leden: de heer P. van Bockhove (Noordwijk Totaal) T2 Brief van de VVE van de Boschflat, gedateerd
de heer C.F.P. Caspers (VVD)
11 januari 2005
de heer J.A. van Duin (ChristenUnie)
T3 Brief van de Nederlandse Woonbond, gedateerd
de heer D.J. Gutlich (De Progressieve Combinatie 15 februari 2005, betreffende de gevolgen van
PvdA/GL/D66)
het door minister Dekker voorgestelde huur-
de heer E. Hazenoot (Noordwijk Totaal)
beleid
de heer J.L. de Ridder (CDA)
T4 Voortgangsrapportage betreffende de
mevrouw C.M. Versteege – Wowijs (Verenigd Noord- toewijzing van een nabij strandafrit 22
wijk)
vrijgekomen strandgedeelte
Rondvraag
Afwezig: de heer T.C.W.M. Alkemade (CDA)
Sluiting
Algemeen
De Voorzitter opent de vergadering en verontschuldigt
wethouder Van Rijnberk, die ziek is. Verder laat
zij weten dat mevrouw Versteege de heer Van Ast
vervangt en de heer Caspers mevrouw Van der
Vlugt.
A1 Mededelingen
Er zijn geen mededelingen.
A2 Vaststellen van de agenda
De agenda wordt conform vastgesteld met dien verstande
dat het verslag ter vaststelling wordt
aangehouden.
A3 Gelegenheid tot inspreken
Vier personen maken van deze gelegenheid gebruik.
Onder dankzegging voor de toezending van de conceptnota
van beantwoording – als bewoner werd hij
voor het eerst goed geïnformeerd over een proefperiode
– laat de heer P.J. van der Hoek vooraf weten
niet tegen terrassen te zijn, maar dat de
gemeente onjuiste procedures heeft gevolgd,
waardoor zonder vergunning terrassen zijn ingericht,
en zich te hebben gestoord aan het afgebluft
worden door de gemeentelijke organisatie op basis
van onwaarheden; alles overziende heel
onprofessioneel. Vervolgens wijst hij erop dat de
geplaatste open kapconstructies de erf-

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 2
dienstbaarheid van vrij uitzicht op voorliggende
gronden geweld aandoen, en dat tijdens de
proefperiode de muziek veel te luidruchtig is
geweest. Daarna merkt hij het volgende op:
- de gemeente moet, zoals eerder door een
ambtelijk medewerker gesteld tijdens de
informatieavond, schriftelijk een maximale hoogte
stellen aan parasols; de zinsnede ‘gangbare maat’
is ondermaats;
- handhavingtechnisch is het goedkoper muziek op
terrassen gewoon te verbieden;
- in het vervolg moet de gemeente meer volwassen
met haar burgers omgaan en wet- en regelgeving
naleven; in dit laatste verband verdient wethouder
Barnhoorn een compliment voor diens
doortastende optreden in een recente kwestie;
- vanwege het financiële en planologische belang
daarvan voor de gemeente moet de aandacht zich
vooral richten op het zo leefbaar mogelijk houden
van de gebieden rondom de Heemborch en Huis
ter Duin.
Mevrouw Guzzo wijst erop dat een gedeelte van
haar terras ingetekend staat op een inrit voor de
brandweer; het zou jammer zijn wanneer om die
reden haar terras zou moeten worden verkleind.
Verder vraagt zij zich waar zij buiten het seizoen
haar terrasinventaris zou moeten opbergen;
wanneer zij opslagruimte zou moeten huren, wordt
de cappuccino daardoor twee keer zo duur.
De heer Bakker geeft, mede namens zijn compagnon,
de heer d’Alba, aan zich ten opzichte van het
Beach Hotel ongelijk behandeld te voelen, m.n.
omdat het terras van La Galleria naar achteren zou
moeten worden verplaatst.
Mevrouw Van der Jagt (bewoonster van de Heemborch)
wijst op de overlast, in de vorm van grotere
luidruchtigheid en ratelend bestek, die de
proefopstelling heeft gegeven aan m.n. de bewoners
van de Adelaert; daarom wil zij dat daar
beperkingen aan worden gesteld. Verder heeft zij er
moeite mee dat omwonenden nauwelijks zijn
betrokken bij het komen tot een terrassenbeleid
voor de KW Boulevard, en wijst zij erop dat zelfs
een gedoogbeleid, zo daar sprake van is, gebaseerd
moet zijn op een beschikking, waar bezwaar tegen
kan worden aangetekend. Daarnaast wijst zij op het
rommelige karakter van de huidige opstelling, die
het hele jaar is blijven staan, en op het feit dat haar
oproep om daadwerkelijk te gaan handhaven, tot
dusverre onbeantwoord is gebleven. Naar de
bewoners toe vindt zij een en ander een slecht
beleid; naar hen is onvoldoende geluisterd, en daar
komt bij dat zijzelf moeten vragen om antwoord op
hun brieven; dat zoiets niet automatisch gebeurt,
verbaast haar zeer.
A4 Termijnagenda
De agenda roept geen vragen op.
A5 Vaststellen van het verslag van de vergadering
van 10 maart 2005
Omdat het verslag nog niet is verspreid, wordt het
ter vaststelling aangehouden.
Projecten
P1 Voortgangsrapportage betreffende de voorbereiding
van een nieuw bestemmingsplan
‘Duinrand’
De heer Van Duin, die betwijfelt of er nog wel 13
kampeerterreinen zijn – steeds meer terreinen
krijgen een andere invulling – dringt erop aan te
proberen te komen tot een busverbinding met het
gebied op basis van een strippenkaart gedurende
een bepaalde periode van het jaar; het ontbreken
van zo’n verbinding wordt algemeen als een gemis
ervaren. Verder wil hij dat ervoor wordt gezorgd dat
ruiters op het ruiterpad langs de Duindamseweg
blijven rijden, en is hij blij met het ontwikkelen van
beleid teneinde de kwalitatieve capaciteit voor
tenten en (toer)caravans in stand te houden.
De heer Gutlich is allereerst teleurgesteld dat geen
rekening met eerder gemaakte opmerkingen is
gehouden. In dit verband herinnert hij eraan dat niet
naar verdere bebouwing zou moeten worden
gestreefd, en dat bestaande terreinen beter in hun
omgeving zouden moeten worden ingepast; verder
zou het ouderwets kamperen meer ruimte moeten
krijgen. Vervolgens vraagt hij het optimisme dat de
rapportage uitstraalt, nader te onderbouwen, en
wanneer het eigenlijke bestemmingsplan tegemoet
kan worden gezien.
De heer Caspers vraagt ruimte te reserveren voor
campers, die op dit moment wild binnen de
gemeentegrens moeten kamperen. Verder verklaart
hij zich tegen permanente bewoning van
recreatiewoningen; hij staat daarom een beleid
voor, dat erop is gericht dat de bestaande praktijk
op termijn uitsterft.
De heer De Ridder, die blij is met het gezamenlijk
optrekken met Noordwijkerhout, breekt een lans
voor het eenvoudig recreëren en het kamperen bij
de boer. Verder dringt hij aan op strikte handhaving.
Wethouder Barnhoorn gaat als volgt op een en
ander in:
- een volgende rapportage zal uitgebreider dan nu
het geval was – onvoldoende personele capaciteit
was daarvan de oorzaak – op waar de heer
Gutlich aandacht voor heeft gevraagd; verder zal
nader worden aangeduid waar het enthousiasme
op is gebaseerd; op dit moment kan hierover
worden gemeld dat een geweldige dynamiek lijkt
te zijn ontstaan, die tot iets moois lijkt te gaan

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 3
leiden;
- de gebruiksgraad van de diverse soorten recreatiewoningen
is zelfs tijdens het hoogseizoen minder
dan 10%; daarom zou het gebruik van die
woningen nieuwe perspectieven moeten krijgen,
hopelijk leidend tot verstandige besluitvorming;
- een OV-verbinding krijgt zeker prioriteit;
- een volgende rapportage zal vergezeld gaan van
een planning; op dit moment wordt aangekoerst op
een eindrapportage voor het zomerreces, zonder
dat dit ten koste gaat van de handhaving; de
brandweer zegt alleen goedwillende ondernemers
tegen te komen;
- kamperen bij de boer heeft voor Noordwijk geen
prioriteit, omdat voor haar de landschappelijke
kwaliteit zwaarder weegt; verder bestaat daartoe
geen noodzaak, omdat de bestaande campings nog
voldoende capaciteit hebben; Noordwijkerhout
staat evenwel kamperen bij de boer wel voor;
- de opnamecapaciteit voor campers is nog meer
dan voldoende; daarom gaat dit seizoen ook
daarop gehandhaafd worden.
Tweede termijn
De heer De Ridder stelt nogmaals voor het
eenvoudig recreëren, maar nu samen met
Noordwijkerhout, te bevorderen.
De heer Van Duin sluit zich daarbij aan; de recente
overname van Sollasi maakt samen optrekken extra
wenselijk.
De heer Caspers ziet daarentegen niets in kamperen
bij de boer. Verder wil hij dat vooral op het punt van
recreatiewoningen Noordwijk en Noordwijkerhout
samen optrekken.
Wethouder Barnhoorn kan zich in alles, wat in
tweede termijn is gezegd, vinden.
P2 Voortgangsrapportage betreffende het aanpakken
van het Vuurtorenplein e.o.
Vooraf leidt wethouder Barnhoorn het punt als volgt
in:
- als wethouder heb ik mij niet bemoeid met het proces,
zoals dat is verlopen; dat proces behelsde om
te verkennen waar met draagvlak van de
bestaande flats mogelijkheden liggen om tot
ontwikkelingen te komen teneinde de kwaliteit van
het Vuurtorenplein, een van de twee toeristische
metropolen van Noordwijk, te verbeteren;
- in dat proces hebben verschillende partijen
verschillende rollen gespeeld en is gestreefd naar
een zo creatief mogelijk verloop teneinde
vervolgens vast te stellen wat haalbaar zou zijn;
helaas heeft de Boschflat een sfeer gecreëerd, die
ik betreur; er is goed geluisterd naar de
verschillende stemmen, die hebben gesproken, en
wat daaruit is gekomen, is naar een negental
varianten gerubriceerd, die ieder op zich realistisch
is; eens – nog niet vanavond – zal evenwel de
raad zich over een variant moeten uitspreken;
vanavond wordt slechts over de voortgang van het
proces richtinggevend gerapporteerd, en wordt
gevraagd om ruimte om wat is ontwikkeld, nog
verder uit te kunnen werken;
- in alle varianten staat behoud van de flats
centraal;
- dat het college uit zou zijn op sloop van de flats, is
onjuist;
- de supervisor kijkt mee en denkt mee, maar vormt
geen onderdeel van het proces.
Vervolgens leidt de heer W. van Riezen (Projectleider)
de hiernavolgende presentatie als volgt in:
- het proces kent vier randvoorwaarden: het plein is
een belangrijke knoop in een bestaand gebied, het
maakt deel uit van het toeristisch kerngebied, er
moet rekening worden gehouden met aspecten,
samenhangend met de kustverdediging, en
inmiddels is een Vernieuwde Toeristische Agenda,
die versterking van de kustbadplaatsen centraal
stelt, tot stand gekomen;
- de uitkomst van het proces moet niet zijn dat de
bestaande flats worden gesloopt, maar dat een
aantrekkelijk gebied met nieuwe en uitnodigende
functies ontstaat; tot dusverre is allereerst
geprobeerd tot een discussie te komen over welke
uitgangspunten moesten worden gehanteerd, en
met mogelijke oplossingsrichtingen; rekening
houdend met de bestaande situatie, met
bestaande stromen en met de wens dat de
vuurtoren zichtbaar moet blijven, zal uiteindelijk
een plein tot stand moeten worden gebracht, dat
elegant en herbergzaam is en waarbij de
plankosten en de investeringen in het openbaar
gebied worden verdeeld.
Aan de presentatie van de heer H. Ebberink
(Stedenbouwkundige) kan het volgende worden
ontleend:
- van een plan is nog lang geen sprake; over veel bestaat
nog onenigheid, maar het lijkt goed mogelijk
de flats te behouden;
- op dit moment vormen de twee niveaus van het
plein een probleem; één niveau is daarom
logischer, maar dan blijkt het plein veel te groot te
zijn, ondanks de begrenzing door de flats; wil het
gezelliger worden en een menselijke schaal krijgen,
dan zal het plein moeten worden verkleind en
zullen bestaande gaten met bebouwing moeten
worden ingevuld; verder moet het nieuwe profiel
van de KW Boulevard op het Vuurtorenplein
moeten worden voortgezet; daarnaast moet de
onderste bouwlaag van bestaande bebouwing
worden aangepakt en opgeknapt en interessanter
moeten worden; zo kan eraan worden gedacht het

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 4
plein een invulling voor ouderen te geven;
- uiteindelijk kan gedacht worden aan een Uvormige
arcade, waarachter de bestaande flats
een tweede straat vormen, of kan aansluitend aan
de bestaande sfeer Hotels van Oranje worden
doorgetrokken tot aan de Parallel Boulevard aan
toe, waartegenover door de Muntendamsche
Investeringsmaatschappij voorgestelde
Arcas/Krierachtige bebouwing van de Zeereep een
plaats kan krijgen, met een vrijstaande vuurtoren
als centraal element; de flats staan bij dit plan op
de tweede plaats, maar zouden wel een betere
uitstraling moeten krijgen;
- wat betreft kan aan een drietal verbeteringen
worden gedacht: het maaiveld moet net zo goed
als de KW Boulevard worden ingericht,
substantiële nieuwbouw moet een tegenwicht
gaan bieden aan de nu erg sfeerbepalende flats, en
de begane grond, maar ook de kopgevels van de
flats moeten worden aangepakt; op dit punt is veel
meer mogelijk dan gedacht wordt; zie ervaringen
in Leidschendam;
- een voorbeeld van een herbergzaam plein is het
Leidseplein; tegelijk laat dat zien dat het
Vuurtorenplein kleiner moet worden, en dat bij
herbergzaamheid een bepaalde hoogte; bebouwing
met één bouwlaag is onvoldoende; verder is
belangrijk op de begane grond interessante
functies aan het bestaande plein toe te voegen; er
is echter nog van alles mogelijk.
Afsluitend tekent de heer Van Riezen het volgende
op:
- er zijn nog allerlei modificaties mogelijk, maar
helder is geworden dat er een verdiepingsslag
moet worden gemaakt, dat een plan, waarbij de
flats worden behouden, mogelijk is, en dat binnen
de Overleggroep over de functie van het plein
geen verschil van inzicht bestaat, maar dan vooral
aansluitend bij De Muze en de Heeren van
Noordwijk; verschillen van inzicht ontstaan over de
vraag hoeveel nieuwe bebouwing aan de
bestaande moet worden toegevoegd, hoe over
eventueel wenselijke aanpassingen tot overeenstemming
met de VVE’s kan worden gekomen,
en wie welk gedeelte moet gaan betalen;
- tijdens de informatieavond zijn zorgen geuit over
het voortbestaan van de flats en over de
massaliteit van voorgestelde nieuwbouw, en is
twijfel uitgesproken of binnen een VVE-structuur
aanpassingen mogelijk zouden zijn; verder is
bepleit de verloedering daadwerkelijk aan te
pakken;
- er zou voor gekozen kunnen worden het plein
slechts gedeeltelijk te bebouwen, of om te komen
tot een herbergzaam plein;
- ervan uitgaande dat een goed plan met behoud
van de flats uitvoerbaar moet zijn, moet de
komende de ruimtelijke analyse verder worden
uitgewerkt; verder zullen programmapunten
moeten worden benoemd, die Noordwijk
daadwerkelijk verrijken, en zal onderzocht moeten
worden wat in financiële zin mogelijk is met de
flats, alles uitmondend in een voorlopige conclusie
deze zomer; vervolgens zou dan synchroon met
het voorbereiden van een nieuw bestemmingsplan
verder kunnen worden gewerkt.
Nadat wethouder Barnhoorn daaraan het volgende
heeft toegevoegd: het bestemmingsplan moet in
maart 2006 worden vastgesteld, in volgende
rapportages moeten haalbaarheid en effecten beter
in beeld worden gebracht, de Overleggroep moet
met mogelijke toekomstige gebruikers worden
uitgebreid, en een volgende rapportage volgt over
twee maanden, spreekt de commissie zich als volgt
over de presentatie uit:
- mevrouw Versteege (op persoonlijke titel): wat
aan bebouwing is ingetekend, is allemaal prachtig,
maar de grond is niet van de gemeente, dus
daarom past bescheidenheid; de garages mogen
morgen worden gesloopt, en het succes in
Leidschendam is te danken aan het feit, dat het
daar om huurflats gaat;
- de heer Gutlich: om plannen te kunnen verwezenlijken,
is draagvlak nodig, en daartoe is een
vertrouwensband buitengewoon wezenlijk; verder
moet worden gewaakt voor te massale
bebouwing; op het punt van herbergzaamheid zijn
nuances mogelijk;
- de heer Caspers: bestaande rechten mag geen geweld
worden aangedaan, en veel flateigenaren
zullen moeite hebben met het hen ontnemen van
hun bestaande uitzicht; daarom had eerst met de
VVE’s over een conceptplan gesproken moeten
worden; anders dreigt een uitzichtloze situatie te
ontstaan; het toevoegen van woningen is voor de
VVE vermoedelijk financieel aantrekkelijk; de
bebouwing van de zuidzijde van het plein levert
waarschijnlijk geen problemen op;
- de heer Van Duin: partijen waarmee wordt
gesproken, moeten als gelijke worden behandeld;
verder moet er een laag en beschut gelegen plein
komen om overlast van stuifzand tegen te gaan,
en moet komende vanaf de Quarles van
Uffordstraat het zicht op de vuurtoren zoveel
mogelijk gewaarborgd blijven; daarnaast mag de
toekomstige bebouwing van de Zingerlocatie nooit
boven het duin uitsteken om problemen met Rijkswaterstaat
op voorhand te voorkomen;
- de heer Hazenoot: met de flats zal, omdat het
andermans eigendom is, zorgvuldig moeten
worden omgegaan; de belanghebbenden zijn
namelijk bepalend voor het draagvlak; verder moet
de gemeente waken voor te massale nieuwbouw
en signalen op dat punt daarom serieus nemen;
daarnaast moet komende vanaf de Quarles van
Uffordstraat het bestaande uitzicht op de

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 5
vuurtoren worden gehandhaafd, en zou moeten
worden overwogen, omdat nog een jaar te gaan is,
eerst met de VVE’s in overleg te treden; hun
bereidheid tot samenwerking is cruciaal;
- de heer De Ridder: de Toekomstvisie moet leidend
zijn; verder heeft de gemeente te maken met een
moeilijk te beteugelen ontwikkelaar, en moet de
verloedering worden aangepakt.
Wethouder Barnhoorn gaat als volgt op een en
ander in:
- van de verantwoordelijkheid die Noordwijk op zich
laadt door grote en dure plannen te bedenken,
moet eenieder zich verantwoordelijk zijn door
voortdurend zorgvuldigheid te betrachten, zodat
kwalitatief verantwoord politiek verstandige
besluiten worden genomen; het college zal zich
daartoe tot het uiterste inspannen, omdat alles
wat gebeurt, budgetneutraal zal moeten zijn;
plannen moeten zichzelf terugverdienen, en wij allemaal
moeten daar goed oog op houden door
slechts met realistische plannen in te stemmen,
die financieel haalbaar zijn en maatschappelijk zijn
geaccepteerd; dit laatste gaat verder dan het
aantal voordeuren van de flats en raakt alle
Noordwijkers en het economisch functioneren van
Noordwijk; plannen, die op de medewerking van de
VVE’s kunnen rekenen, kunnen niet worden
bedacht; wel moet daar een maximale inspanning
toe worden verricht door de diverse varianten, variërend
van niets doen tot steeds grotere ambities,
op hun haalbaarheid te toetsen; anders gezegd: de
politiek zal een keuze moeten maken, waar niet
iedereen voor zal applaudisseren, maar die wel
verantwoord zal moeten zijn;
- de positie van de gemeente binnen het totale
gebied wordt onderschat; daarom zal daar in een
volgende rapportage uitgebreider op worden
ingegaan en zal een maatschappelijk draagvlak
bepalend zijn voor wat wordt gerealiseerd;
- anders dan misschien wordt gedacht, zijn er flatbewoners,
die zich niet vertegenwoordigd voelen
door de VVE, die voorstander zijn van de maximale
variant;
- de voorliggende varianten worden nader
uitgewerkt, waarna keuzes zullen moeten worden
gemaakt; nu al is duidelijk dat er veel kan, zelfs
wanneer de flateigenaren niets willen; hierna moet
daarom vooral duidelijk worden wat er nog meer
mogelijk is, met het laatste woord aan de raad;
- de flatbewoners moeten ervan overtuigd zijn met
veel zorg te worden behandeld; daartoe bestaat te
meer aanleiding omdat dankzij de neutrale
opstelling van het college tav het Masterplan van
de Muntendamsche Investeringsmaatschappij,
waar destijds de fractie van Noordwijk Totaal zich
heel sterk voor heeft gemaakt, nu een proces
wordt doorlopen, dat uitgaat van behoud van de
flats;
- een eerste stap in de richting van de VVE’s is
reeds gezet; verder hoopt gewoon het college dat
de flatbewoners zich weer aansluiten bij de hierna
volgende uitwerking; het college zet zich daar
althans positief voor in;
- mogelijke planschade wordt vooraf geanalyseerd,
maar wanneer met alle mogelijke planschade
rekening moet worden gehouden, kan er
nauwelijks iets; verder moet eventuele planschade
vanuit het plan zelf worden gefinancierd;
- de waarschuwing voor stuifzand is terecht;
daarom zal een plan moeten worden ontwikkeld,
dat jaarrond van het Vuurtorenplein een
aantrekkelijk plein maakt zonder daar een
overkapt atrium van te maken;
- dat sommige flatbewoners het oneens zijn met de
gemeente, is haar bekend;
- de Toekomstvisie is zowel voor het college als
voor de betreffende ambtelijke medewerkers
leidend;
- naar verluidt zou de Muntendamsche Investeringsmaatschappij
bewijsbare goodwill tonen bij het
aanpakken van de verloedering.
Tweede termijn
Na zijn onvrede erover te hebben uitgesproken wethouder
Barnhoorn niet te hebben mogen
interrumperen, wat ten koste gaat van het debat,
blijft de heer Hazenoot van mening dat eerst met de
VVE’s moet worden overlegd teneinde een brede
basis te leggen en dus draagvlak te creëren; leidt
echter dergelijk overleg tot niets, dan moet het
algemeen belang het richtsnoer worden. Verder
erkent hij destijds een groot voorstander te zijn
geweest van het door de Muntendamsche Investeringsmaatschappij
gelanceerde Masterplan,
dat uitging van sloop van bestaande flats, maar wel
zou met flateigenaren fatsoenlijk worden omgegaan;
anders gezegd: de in het PvE besloten liggende
aanname dat de bestaande flats zouden worden gesloopt,
was communicatief bezien een miskleun en
leidde ertoe dat iedereen met de hakken in het zand
ging staan. Dat verkeerde signaal werkt nog steeds
door.
De heer Van Duin hoopt kijkend naar Delft op een
geleidelijke ontwikkeling, wanneer onverhoopt de
flateigenaren niet tot medewerking bereid blijken te
zijn. Verder herhaalt hij dat goed gekeken moet
worden naar de toekomstige bebouwing van het
Zingerterrein.
De heer De Ridder denkt dat het met zorg omgaan
met de flateigenaren de sfeer ten goede zal komen.
De heer Gutlich roept de commissie op nader
richting te geven aan de verdere uitwerking en om
tot consensus te komen tav de diverse
gepresenteerde varianten. Zelf wil hij dat nog eens

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 6
kritisch gekeken wordt naar de toekomstige
bebouwing van de noordkant van het plein, toegespitst
op de zichtbaarheid van de vuurtoren.
Mevrouw Versteege is blij dat alleen realistische
plannen worden ontwikkeld en dat zorgvuldigheid
centraal staat. Verder denkt zij dat de stemming er
al is en niet meer gecreëerd hoeft te worden.
De heer Caspers blijft alles overziende van mening
dat opnieuw moet worden begonnen; de VVE’s zou
daarom gevraagd moeten worden een ALV uit te
schrijven met slechts één agendapunt: het
aanpakken van het Vuurtorenplein, waarbij de
stedenbouwkundige en een goed ingevoerde
ambtenaar zouden kunnen worden uitgenodigd,
teneinde duidelijkheid te krijgen; dromen mag, maar
het nadeel daarvan is dat je ooit wakker wordt.
De heer Van Riezen waarschuwt er allereerst voor
niet alle VVE’s over één kam te scheren; zo kon
zakelijk met de VVE van de Golfflat worden
gediscussieerd, en bestaat nog steeds de
mogelijkheid dat VVE’s een inbreng leveren teneinde
te voorkomen dat eenrichtingsverkeer zou ontstaan.
Vervolgens wijst hij op de totaal verschillende
belangen, die binnen het plangebied bestaan en die
uiteindelijk de politiek tegen elkaar zal moeten
afwegen, en wijst hij erop dat uiteindelijk de
overheid op basis van analyses bepaalt hoe het
Vuurtorenplein eruit komt te zien; alleen wordt over
de samenhang die destijds tussen het plein en zijn
bebouwing bestond, nu anders gedacht, niet alleen
in Noordwijk, en bestaat er geen recht op uitzicht;
wanneer daartoe aanleiding ontstaat, kan daar altijd
van worden afgeweken, met planschade als gevolg.
Ruimtelijke inrichting is op analyses gebaseerd en
houdt geen rekening met permanente rechten. Zo
mag het Zingerterrein gewoon worden bebouwd.
Tenslotte merkt hij op dat het proces voldoende
ruimte laat voor inzichten vanuit de VVE’s.
Wethouder Barnhoorn vult daarop aan dat
aanpassingen aan de flats vanuit de ontwikkelingen
zelf moeten worden gefinancierd, maar dat de
waardevermeerdering, die daarvan het gevolg is,
niet alleen de eigenaren ten goede mag komen.
Vervolgens stelt hij voor bij een volgende rapportage
nader in te gaan op de richting, die zou moeten
worden ingeslagen.
Overige voorstellen
O1 Komen tot een terrassenbeleid voor de KW
Boulevard
De heer Gutlich heeft alles overziende grote moeite
met het voorstel en vermoedt dat zijn fractie daar
niet akkoord mee zal gaan; achtereenvolgens vraagt
hij zich waarin het voorliggende voorstel zich onder-
scheidt van een vorige versie, staat hij een minder
uitbundige en meer uniforme regeling voor, in welk
verband hij zich afvraagt waarom tussen de
Olieburg en de Lage Wurft zijschotten worden
toegestaan, en denkt hij dat nauwelijks rekening is
gehouden met de binnengekomen reacties. Feitelijk
wordt wat illegaal was, nu geformaliseerd, wat
extra de vraag oproept of nu sprake is van een
evenwicht.
De heer Hazenoot gaat daarentegen akkoord met
het voorstel; alleen wil hij dat geen twijfel blijft
bestaan over eventuele rechtsongelijkheid, denkt hij
dat een afwijkend regime voor buiten het seizoen op
een vergissing berust, en vraagt hij haast te maken
met de beantwoording van de brief van mevrouw
Van der Jagt.
De heer Van Duin wil dat rekening gehouden wordt
met entrees tot appartementen en met bestaand
uitzicht. Verder moet de nota ‘Positief geluid’
worden nageleefd.
De heer De Ridder, wiens algemene indruk was dat
tijdens de informatieavond draagvlak bestond voor
de collegeplannen, stemt alles overziende, en gelet
op het positieve advies van de NOV, in met het
voorstel.
De heer Caspers, die blij is dat er nu een voorstel
ligt, wijst erop dat straks minder mag dan het
bestemmingsplan toestaat, en vindt het daarom
knap dat de NOV heeft ingestemd met wat nu
voorligt; het college verdient daarvoor een
compliment. Verder verbaast hij zich over wat
geschreven staat voor buiten het seizoen.
Mevrouw Versteege is naast wat is opgemerkt,
eveneens benieuwd naar wat met de reacties is
gedaan. Verder denkt zij dat wat geschreven staat
voor buiten het seizoen, vooral voor kleinere
ondernemers problemen zal opleveren.
Wethouder Barnhoorn gaat als volgt op de diverse
vragen en opmerkingen in:
- de commentaren die zijn ontvangen, zijn daar waar
dat mogelijk was, verwerkt in de uitgangspunten,
die met de commissie zijn gedeeld;
- een uniforme regeling zou tekort doen aan wat
mogelijk is op de KW Boulevard; daarom zijn drie
deelgebieden onderscheiden, in twee waarvan met
zekere beperkingen, om toch enige variatie tot
stand te brengen, het huidige bestemmingsplan
wordt gerespecteerd;
- wat vooral blij stemt, is dat een en ander nu wordt
opgeschreven, waarna er kan worden
gehandhaafd; verder is wat nu voorligt, de
uitkomst van veelvuldig overleg met ondernemers
onderling en hun organisatie;

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 7
- zijschermen worden slechts terughoudend toegestaan
en wat daarover is overeengekomen, vindt
het college een verdedigbaar compromis;
- in tegenstelling tot wat wordt gedacht, heeft het
college de inspraak hooggeacht;
- illegale bouwsels hadden al lang verboden moeten
zijn, maar het komen tot dit beleid neemt nu eenmaal
tijd; hoe sneller de overheid aangeeft wat zij
wil, hoe sneller de ondernemers weten wat zij kunnen;
- de afgelopen winter heeft duidelijk gemaakt hoe
belangrijk het is voor de wintermaanden iets op
papier te zetten; in beginsel worden ’s winters
geen terrassen toegestaan, wat het mogelijk
maakt op dit punt sturend op te treden, maar
tegelijk ontstaat daar waar dat mogelijk en
verantwoord is, enige flexibiliteit; (daarop
inhakend ergert de inspreekster, mevrouw Van der
Jagt, zich aan de laconieke reactie van de
commissie; haar brief stelt het bestaan van een
gedoogbeleid ter discussie, en zij is blij dat de
omwonenden gelegenheid krijgen bezwaar aan te
tekenen tegen afgegeven vergunningen);
- het beleid is erop gericht – dit naar mevrouw Van
der Jagt – te gaan handhaven;
- ’s winters worden terrassen in beginsel niet toegestaan,
tenzij …; ondernemers zullen dus hun
meubilair moeten opbergen.
Vervolgens vult de heer Van Riezen daar het
volgende op aan:
- de brief van mevrouw Van der Jagt is verwerkt in
de Nota van beantwoording;
- van een gedoogbeleid is geen sprake; behoudens
het gedeelte tussen het Schuitengat en de Lage
Wurft kent de KW Boulevard een
terrassenbestemming, dus er mogen terrassen
worden aangelegd; alleen gaat het in de praktijk
om gebonden beschikkingen; terecht stelt daarom
de heer Caspers vast dat wat nu wordt voorgesteld,
vooruitlopend op het nieuwe
bestemmingsplan een inperking is tov het oude
bestemmingsplan;
- van gaandeweg gemaakte opmerkingen is goede
nota genomen; verder is anders dan tijdens de
inspraakavond is gesteld, geen sprake van
verruiming van beleid, maar juist van een
inperking, en bestond er geen inhoudelijk verschil
van inzicht met mevrouw Guzzo; daarnaast wordt
de veronderstelde rechtsongelijkheid gemotiveerd
in het voorstel.
De heer Van der Hoek wijst op het belang van goed
overleg, waarbij iedereen serieus wordt genomen;
hijzelf voelt zich evenwel absoluut niet serieus
genomen. Verder verbaast hem de inbreng van de
heer Caspers, die z.i. preekt voor eigen parochie, en
hekelt hij het feit dat omwonenden altijd achter de
feiten aan blijken te lopen, en daardoor als lastpost
overkomen. Wat hij slechts wil, is serieus te worden
genomen; verder is hij van mening dat een
bestemmingsplan niet iets is, dat moet worden
doorgevoerd. Daarnaast heeft het hem gestoord dat
toen hij insprak, de raadzaal zeer rumoerig was, en
dat hij als omwonende lang niet alles bleek te weten
wat anderen wel wisten. Onnodig worden de
omwonenden dom gehouden. Andere gemeenten
organiseren zaken als deze een stuk professioneler.
Mevrouw Guzzo wijst op de prachtige terrassen van
Scheveningen.
De heer Bakker, volgens wie iedereen slechts in
grote lijnen met het voorgestelde beleid instemt,
informeert wat er op doordeweekse dagen buiten
het seizoen gebeurt. Wordt de KW Boulevard dan
een spookstad of een markt, waar vrachtauto’s
aan- en afrijden om stoelen en tafels aan en af te
voeren?
Mevrouw Van der Jagt merkt op dat onduidelijkheid
bestond over de informatieavond, die volgens haar
zeker niet de status van inspraakavond had.
Vervolgens stelt zij vast dat vanavond het belang
van de omwonenden nauwelijks aandacht heeft
gekregen, en dat voorbij wordt gegaan aan de
overlast, die Adelaert-bewoners ondervinden van
voor hun appartement geplaatste terrassen. Verder
denkt ook zij dat de heer Caspers voor eigen parochie
heeft gesproken.
Tweede termijn
De heer Caspers, zelf bewoner van de Beyaert,
vindt het verwijt dat hem wordt gemaakt, vreemd;
hij steunt namelijk het inperken van de
mogelijkheden voor zijn twee zoons, die beide
horecaondernemer aan de KW Boulevard zijn.
Verder wijst hij erop dat hoe meer mensen bij elkaar
komen en onder één dak gaan wonen en werken,
hoe meer risico er ontstaat op ongevallen en zelfs
brand, en merkt hij op dat een koper van een appartement
ook het bestemmingsplan, dat verder
gaat dan nu wordt voorgesteld, erbij koopt.
Daarnaast bepleit hij buiten het seizoen slechts één
rij tafeltjes met stoeltjes zonder schotten en andere
toeters en bellen toe te staan, teneinde de KW
Boulevard herbergzamer te maken; per weekend
bepalen of terrassen mogen worden opgebouwd,
vindt hij onverstandig. Tenslotte roept hij betrokken
VVE’s op, zodra terrassen voor flatingangen worden
opgebouwd, bij de gemeente aan de bel te trekken.
De heer De Ridder vraagt nog eens goed te kijken
naar wat wordt voorgesteld voor buiten het seizoen;
steeds meer bekruipt hem het gevoel dat daar meer
aan vastzit dan vooraf was aangenomen. Verder
probeert hij mevrouw Van der Jagt en de heer Van
der Hoek gerust te stellen door op te merken dat

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 8
wat door hen naar voren is gebracht, wel degelijk is
meegewogen; alleen moet gekozen worden tussen
twee volstrekt tegengestelde belangen. Totaal je zin
krijgen is dan onmogelijk.
De heer Van Duin ziet het voorgestelde beleid als
een compromis en dringt daarom erop aan nu
eindelijk eens te gaan handhaven. Verder neemt hij
aan dat rekening wordt gehouden met de nota
‘Positief geluid’ en met de belangen van
hulpdiensten.
De heer Hazenoot sluit zich aan bij wat de heer
Caspers voor buiten het seizoen heeft bepleit; wat
nu wordt voorgesteld, is te onduidelijk.
De heer Gutlich bekruipt het gevoel dat sprake is
van gelegenheidsregelgeving, die te weinig rekening
houdt met de belangen van omwonenden. Verder
heeft ook hij er moeite mee dat gestart wordt
vanuit een gedoogsituatie, die het moeilijk maakt
bezwaar te maken tegen wat aan bouwwerken
wordt opgericht. Daarnaast wil ook hij dat de
ingangen tot wooncomplexen worden ontzien.
Mevrouw Versteege sluit zich voor wat betreft het
winterseizoen aan bij de heer Caspers. Verder wil zij
dat echt wordt gehandhaafd en dat geen sprake is
van een gedoogsituatie.
Wethouder Barnhoorn stelt voor de winterregeling
aan te passen in lijn met wat de heer Caspers heeft
bepleit, maar met meer mogelijkheden wanneer het
echt mooi weer is; binnen het parkeerbeleid is
namelijk afgesproken op piekdagen iets meer toe te
staan dan normaal het geval zou zijn, en zijn
adressen uitgewisseld om daarover te
communiceren. Verder heeft hij de behandeling van
het voorstel als constructief ervaren, wat hem
vertrouwen geeft voor de raadsbehandeling
Het voorstel wordt als bespreekstuk geagendeerd.
O2 Bespreken van een brief van de voorzitter van
de VVE van de Boschflat, gedateerd 19 januari
2005
De heer Hazenoot merkt hierover het volgende op:
- een jaar geleden is de commissie tijdens de behandeling
van het PvE toegezegd dat met
omwonenden van het Vuurtorenplein in overleg
zou worden getreden; vervolgens heeft de raad
daartoe mandaat verleend, maar daartoe niet
besloten;
- de kosten waar de flatbewoners zich eventueel
voor geplaatst zien, moeten vanuit het plangebied
worden opgebracht;
- het doet deugd dat sloop helemaal niet aan de
orde is; er wordt gewerkt aan een plan met
behoud van de flats.
De heer Caspers, die de brief op zich begrijpelijk
vindt omdat zonder mandaat moest worden
deelgenomen aan de Overleggroep, herhaalt zijn
eerdere pleidooi een nieuwe start te maken en eerst
te proberen de eigenaren achter zich te krijgen,
temeer nu vast is komen te staan dat nog
onvoldoende draagvlak is gecreëerd; het met elkaar
in gesprek gaan lijkt hem de enige mogelijkheid te
komen tot voldoende draagvlak.
Wethouder Barnhoorn antwoordt allereerst de heer
Caspers dat iedereen welkom is om in het proces te
participeren, wat de heer Caspers een omdraaiing
van feiten vindt; volgens hem moet eerst
geprobeerd worden zich te laten uitnodigen, waarna
een kosten/batenanalyse zou moeten worden
gepresenteerd en draagvlak moet worden
gecreëerd. Vervolgens denkt wethouder Barnhoorn
dat een van de gepresenteerde varianten zeker op
steun van de VVE mag rekenen; de vraag is alleen
namens wie de afgevaardigde naar de Overleggroep
spreekt, en daarom zullen eerst meerdere varianten
worden doorgerekend, waarna een kleiner aantal
varianten nog verder zal worden uitgewerkt; zaken
doen met een VVE is in de praktijk lastiger dan
gedacht wordt, en daarom is zorgvuldigheid hoogst
wenselijk. Verder is eenieders inbreng welkom, en is
pas in een volgende fase plaats voor juristerij.
Daarnaast laat hij zich graag uitnodigen om te
komen tot een eenieder tevredenstellend proces, en
onthoudt hij zich van een oordeel over welk
mandaat het college beschikt.
Tweede termijn
De heer Caspers, die weet hoe lastig het is een VVE
te besturen, dringt er wijs geworden nogmaals op
aan zich uit te laten uitnodigen om gericht de
problemen op tafel te leggen; wanneer namelijk niet
met een VVE door één deur kan worden gegaan,
kan het proces eindeloos gaan duren en gedoemd
zijn te mislukken.
Wethouder Barnhoorn laat weten een en ander ter
harte te zullen nemen.
O3 Bespreken van een verzoek van de heer K.G.
van Duijn, gedateerd 8 februari 2005, een
grotere schuur te mogen bouwen en glas te
mogen uitbreiden
Vooraf krijgt mevrouw Van Duijn gelegenheid het
verzoek toe te lichten; onder dankzegging daarvoor
wijst zij wijzend op de moeilijke situatie waarin de
agrarische sector zich bevindt, erop dat toen zij de
grond aankochten, het mogelijk was 3000m 2 glas te
realiseren, maar dat hen werd ontraden direct voor
dat maximum een aanvraag in te dienen, en dat zij

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 9
nooit zijn geïnformeerd over het wijzigen van het
bestemmingsplan noch daarover iets in de krant
hebben gelezen; verder zijn daaropvolgende
aanvragen om toch uit te breiden, steeds om
onduidelijke redenen afgewezen, terwijl buren wel
toestemming kregen; daarnaast is voor het voortbestaan
van hun bedrijf uitbreiding best van belang
zonder tot het maximum te gaan, en willen zij gelijk
als ieder ander worden behandeld.
Vastgesteld hebbende dat de belanghebbenden niet
over het wijzigen van het bestemmingsplan zijn geïnformeerd,
vindt de heer De Ridder het een
buitengewoon slechte zaak wanneer zij als gevolg
daarvan nu in hun bedrijfsvoering worden beperkt;
voortaan moet daarom dat ook anders worden
geregeld. Vervolgens wijst hij op de voortrekkersrol,
die de heer Van Duijn, door zich te gaan
specialiseren, vervult, en op het verlies voor de gehele
agrarische sector, wanneer dit bedrijf, dat het
toch al moeilijk heeft temidden van alle regelgeving,
zijn bedrijfsvoering zou moeten beëindigen, vooral
wanneer wordt bedacht dat er geen goedkopere
landschapbeheerders dan agrariërs zijn. Hierna roept
hij de commissie op de alleszins redelijke aanvraag
te steunen, en vraagt hij wethouder Barnhoorn de
benodigde procedure ex Art.19 WRO op te starten.
De heer Van Duin sluit zich daar gezien de eerder
aan de Fa. Van der Deyl gegeven toestemming bij
aan; ook dit bedrijf moet de mogelijkheid krijgen zijn
bedrijfsvoering voort te zetten.
Mevrouw Versteege doet hetzelfde; de aanvrager
moet hetzelfde mogelijk worden gemaakt als zijn
buren.
De heer Gutlich wil daarentegen dat eerst onder
ogen wordt gezien waarom het bestemmingsplan
geen uitbreiding toelaat, waar de raad niet zonder
reden destijds toe heeft besloten. Zoals het nu gaat,
is te gemakkelijk, en de Griffie had kort de
problematiek kunnen schetsen. Hij is bang dat een
precedent wordt geschapen.
Ziende de kas, die op dit moment op Achterweg 10
wordt gebouwd, laat de heer Caspers weten
sympathiek tegenover de aanvraag te staan tenzij
wethouder Barnhoorn daar steekhoudende
argumenten tegenin brengt.
Wethouder Barnhoorn geeft allereerst aan dat het in
Nederland ongebruikelijk is belanghebbenden aan te
schrijven over bestemmingsplanwijzigingen; er is
een publicatieplicht, en deze is in 1998 nagekomen,
dus het college heeft zorgvuldig gehandeld.
Vervolgens neemt hij er kennis van dat onbewust en
ongewild de situatie is ontstaan zoals deze nu
bestaat, maar tegelijk voegt hij daaraan toe dat de
aanvrager een bedrijf uitoefent in een zeer
kwetsbaar, heilig verklaard gebied, dat valt onder
het Pact van Teylingen, dat ernaar streeft vaak
voor veel geld de landschappelijke kwaliteit in ere te
herstellen. Verder laat hij weten goed nota te
hebben genomen van hoe de commissie hierover
denkt, en te zullen bekijken wat mogelijk is.
Duidelijk moet alleen zijn dat er geheel conform de
regels is gehandeld.
Mevrouw Van Duijn herinnert eraan op advies van
de gemeente ervan te hebben afgezien onmiddellijk
een maximale aanvraag in te dienen, en geeft aan
dat het zeer doet dat haar buren om allerlei redenen
nu nog meer dan maximaal is toegestaan, mogen
realiseren. De uitbreiding, waar zij een aanvraag
voor hebben ingediend, valt daarbij in het niet.
Tweede termijn
De heer De Ridder vindt het niet meer van deze tijd
dat belanghebbenden rechten verliezen zonder dat
te weten, en denkt dat wethouder Barnhoorn de
commissie gehoord hebbende moet toezeggen de
procedure ex Art.19 WRO op te starten, temeer
daar het om een bescheiden, en niet een maximale
uitbreiding gaat.
De heer Hazenoot wil eveneens dat de procedure ex
Art.19 WRO wordt opgestart.
De heer Caspers stelt voor te komen tot het
opstarten van een procedure ex Art.19 WRO, maar
dan wel voor een eindsituatie, waar niet meer op
wordt teruggekomen.
De heer Van Duin blijft de aanvraag steunen, maar
wil wel een streep trekken.
Na zich bij de vraag van de heer Caspers te hebben
aangesloten waarom buren van de familie Van Duijn
wel kunnen uitbreiden, wil de heer Gutlich waken
voor het doen van beloftes, die later niet kunnen
worden waargemaakt; voor een procedure ex
Art.19 WRO is namelijk de medewerking van de
provincie nodig, en verder valt het gebied onder het
Pact van Teylingen.
Wethouder Barnhoorn zet uiteen dat de 3000m 2 ,
die een buurman realiseert, reeds was toegezegd
voordat het bestemmingsplan werd gewijzigd, en
omdat elders ruimte wordt vrijgemaakt. In een
ander geval is een aanvraag na lange discussies in
procedure genomen, omdat in dat geval sprake was
van een andere vormgeving in vierkante meters. Of
de voorliggende aanvraag haalbaar is, wordt nader
uitgezocht.
De heer De Ridder wijst desondanks op de
gemeentelijke bevoegdheid een procedure ex Art.19

Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 10
WRO op te starten, en vindt dat een
commissiemeerderheid gehoord hebbende daartoe
moet worden overgegaan. Wethouder Barnhoorn
stelt daartegenover dat het zo niet werkt; een
aanvraag een procedure ex Art.19 WRO op te
starten, moet ruimtelijk goed worden onderbouwd,
en om elk misverstand te voorkomen gaat zijn
voorkeur ernaar uit te onderzoeken wat mogelijk is.
O4 Opiniërend bespreken van een terrassen-, uitstallingen-
en reclamebeleid
De heer Van Duin, volgens wie dit stuk alsmede
agendapunt O2 binnen de commissie Bestuur en
Middelen had moeten worden besproken, stemt met
het voorstel in; alleen hoort hij graag hoe het met de
digitale borden staat.
De heer Gutlich stemt ermee in het voorstel aan inspraak
te onderwerpen; hij vraagt zich alleen af
waarom ook de Huis ter Duinstraat tot het te
handhaven gebied behoort.
De heer Caspers denkt dat het lastig zal blijken te
zijn te komen tot een subsidieregeling om oude
reclame op te ruimen, en dat bij terrassen binnen
Noordwijk aan Zee niets vast aan de grond mag
worden gezet. Verder kan hij zich iets voorstellen bij
het met gele en rode kaarten gaan werken,
uitmondend, ondanks de juridische implicaties
daarvan, en dat moet in de vergunning worden
opgenomen, in het door Wijkbeheer laten verwijderen
van wat buiten de overeengekomen zone
staat. Daarnaast vindt hij de nota een goede basis
voor verdere gesprekken, die zullen leiden tot een
weg, op basis waarvan gehandhaafd kan gaan
worden, hoe lastig dat ook is.
De heer De Ridder vindt de voorstellen een goede
basis om kwaliteit te gaan uitstralen, en steunt deze
daarom.
De heer Van Bockhove merkt bij het voorstel het
volgende op:
- het niet op terrassen toestaan van
verwarmingstoestellen en dergelijke – welke zijn
dat? – staat op gespannen voet met het willen
verlengen van het seizoen;
- er moet ruimte blijven voor sponsoren vlaggen ed.
te kunnen ophangen;
- er zijn evenementen, die afhangen van sponsoring
door leveranciers van alcohol; het verbod reclame
te maken voor alcohol, moet daarom niet te
absoluut worden; verder moeten, door daarover te
spreken, mensen niet op het idee worden gebracht
dat voor drugs reclame kan worden gemaakt;
- nader moet worden aangeduid wat verstaan wordt
onder daglichtreflectieborden, lichtreclames met
intermitterend licht en plaatwisselingen in
lichtbakken; verder kunnen muurschilderingen en
reclame op rolluiken soms mooi zijn;
- wat tegenstrijdig is, is dat de gemeente anderen
belet met bewegende reclame te komen, terwijl
zijzelf wel dat voornemen heeft.
Bijgestaan door de dames Raaymaker en Spaans,
wie volgens hem alle complimenten toekomen, gaat
wethouder Barnhoorn als volgt op een en ander in:
- er kan pas worden gehandhaafd nadat beleid is
geformuleerd, en met het bespreken van dit beleid
binnen deze commissie wordt vooruitgelopen op
nadere voorstellen onderwerpen met een
reikwijdte als de badplaatsontwikkeling binnen één
commissie te blijven bespreken;
- digitale borden zijn een organisatiebreed
onderwerp gebleken; de inzet is nu zo tijdig met
een voorstel te komen dat daar dit seizoen nog
iets mee gedaan kan worden;
- vanwege De Punt valt de Huis ter Duinstraat
binnen het te handhaven gebied;
- een subsidieregeling voor oude reclame kan pas
worden ontworpen, nadat in kaart is gebracht wat
precies de problemen zijn;
- een lik-op-stuk beleid zou mooi zijn, maar in de
praktijk kan de gemeente minder dan gedacht
wordt; er blijft desondanks gezocht worden naar
wegen om duidelijk te maken dat het de gemeente
ernst is;
- verwarmingstoestellen gaan vergezeld van vaste
elementen en van uitbreiding van volumes;
terrassen mogen evenwel alleen nog maar bestaan
uit losse elementen;
- evenementen blijven uitgezonderd van het sponsoringbeleid;
wel moet de gemeente vooraf met
reclame-uitingen hebben ingestemd;
- het reclamebeleid blijft terughoudend om chicheid
uit te stralen.
Tweede termijn
De heer Gutlich stelt voor gesloten rolluiken te
verbieden.
De heer Caspers denkt dat het juridisch mogelijk is
in af te geven vergunningen een lik-op-stuk beleid op
te nemen. Verder beschouwt hij wat nu voorligt, als
een basis voor verder overleg.
De heer Van Bockhove wil dat vooraf open kaart
wordt gespeeld over het gaan heffen van
reclamebelasting.
Wethouder Barnhoorn neemt het voorstel van de
heer Caspers over. Verder wil ook hij dat gesloten
rolluiken worden verboden, en laat hij weten dat pas
nadat de raad daarmee heeft ingestemd,
reclamebelasting wordt geheven.
Nadat deze de inspraak heeft doorlopen, komt de

nota terug bij de commissie.
Verslag commissievergadering Ruimte en Grondzaken, 22 maart 2005 11
Stukken ter kennisneming
T1 Brief van de Nederlandse Woonbond, gedateerd
10 december 2004, betreffende de
gevolgen van het door minister Dekker voorgestelde
huurbeleid
De heer Van Duin spreekt er zijn zorgen over uit dat
straks mensen op straat komen te staan omdat zij
hun huur niet meer kunnen betalen.
T2 Brief van de VVE van de Boschflat, gedateerd
11 januari 2005
Hierover wordt niets opgemerkt.
T3 Brief van de Nederlandse Woonbond, gedateerd
15 februari 2005, betreffende de gevolgen
van het door minister Dekker voorgestelde
huurbeleid
Voor deze brief geldt dezelfde opmerking als hierboven
genotuleerd.
T4 Voortgangsrapportage betreffende de toewijzing
van een nabij strandafrit 22 vrijgekomen
strandgedeelte
De heer Van Bockhove informeert of over de toewijzing
reeds is geadverteerd, en ontvangt daarvan bevestiging
van wethouder Barnhoorn.
Rondvraag
Er worden geen vragen gesteld.
Sluiting
Nadat de heer De Ridder haar voor haar vriendelijke
leiding heeft bedankt, sluit de Voorzitter niets meer
aan de orde zijnde onder dankzegging voor
eenieders inbreng de vergadering.
Het is 23.30h.