27.09.2013 Views

Download de volledige tekst in PDF-formaat - August De Boeck

Download de volledige tekst in PDF-formaat - August De Boeck

Download de volledige tekst in PDF-formaat - August De Boeck

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Een schets uit het leven en werk van <strong>August</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> ( 1865-1937), Brabants componist.<br />

Humor brengt <strong>de</strong> Vlaamse muziek op Europees niveau.


Het is merkwaardig dat <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een van <strong>de</strong> we<strong>in</strong>ige Vlaamse<br />

componisten is die, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn tijdgenoten, nog geregeld wordt<br />

uitgevoerd. <strong>De</strong> redactie van Muziek en Woord schreef <strong>in</strong> 2007: ‘ <strong>De</strong><br />

won<strong>de</strong>ren zijn <strong>de</strong> wereld niet uit. In Klara’s jongste Top 75 van <strong>de</strong> Klassieke<br />

Muziek kwam <strong>de</strong> Vlaamse componist <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> met zijn Dahomese<br />

Rapsodie glorierijk op nummer 23 te staan mid<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> groten van <strong>de</strong><br />

muziekwereld’. Ook <strong>in</strong> 2008 stond ze er samen met <strong>de</strong> <strong>De</strong>r<strong>de</strong> Fantasie van<br />

Peter Benoit als enige Vlaamse compositie. Er is echter een grote<br />

schaduwzij<strong>de</strong> aan: dit jeugdwerk is <strong>de</strong> enig geken<strong>de</strong> compositie van <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> terwijl hij heel wat meer en beter geschreven heeft. Dit lot <strong>de</strong>elt hij met<br />

zijn vriend Marcel Poot die met zijn Vrolijke Ouverture wereldbekend werd.<br />

Bei<strong>de</strong>n kregen trouwens het etiket opgekleefd van ‘Uilenspiegel van <strong>de</strong><br />

Vlaamse muziek’


Korte levensschets<br />

<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd geboren te Merchtem op 9 mei 1865 als zoon<br />

van Florent<strong>in</strong>us (1826-1892) en Petronella Amelia Briers (1821-<br />

1895). Va<strong>de</strong>r was dorpsorganist en regionaal agent voor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g Langrand. Ten gevolge van het bankroet van Langrand <strong>in</strong><br />

1871 werd hij een totaal geruïneerd man. Hij betaal<strong>de</strong> persoonlijk al<br />

<strong>de</strong> sommen terug die hem waren toevertrouwd.<br />

Va<strong>de</strong>r <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> ont<strong>de</strong>kte al vrij vlug <strong>de</strong> muzikale aanleg van zijn zoon,<br />

gaf hem zijn eerste muzieklessen en liet hem regelmatig les volgen bij<br />

beken<strong>de</strong> musici-organisten uit <strong>de</strong> streek: Benoit Vereertbrugghen uit<br />

Opwijk en Jozef Vastersavondts uit Asse. Nadien genoot hij grondig<br />

on<strong>de</strong>rricht aan het Kon<strong>in</strong>klijk Muziekconservatorium te Brussel. Hij<br />

stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> harmonie bij Joseph Dupont, contrapunt en fuga bij Hubert<br />

Ferd<strong>in</strong>and Kufferath en orgel bij Alphonse Mailly en behaal<strong>de</strong> er eerste<br />

prijzen. In 1891 behaal<strong>de</strong> hij ook <strong>de</strong> virtuositeitprijs voor orgel.<br />

Orkesttechniek en compositie stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij bij zijn vriend en privé-<br />

leraar Paul Gilson (1865-1942).<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> ken<strong>de</strong> een lange loopbaan <strong>in</strong> het muziekon<strong>de</strong>rwijs. Hij begon<br />

als pianoleraar aan <strong>de</strong> toenmalige beken<strong>de</strong> kostschool L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans te<br />

Opwijk (1883-1898) en was reeds <strong>in</strong> zijn studietijd monitor voor orgel<br />

bij zijn leermeester Mailly (1886-1903). <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd leraar<br />

harmonie aan het Kon<strong>in</strong>klijk Vlaams Muziekconservatorium te<br />

Antwerpen (1909-1920) en aan het Kon<strong>in</strong>klijk Conservatorium te<br />

Brussel (1920-1930). On<strong>de</strong>r zijn voornaamste leerl<strong>in</strong>gen bevon<strong>de</strong>n<br />

zich te Antwerpen <strong>August</strong> L. Baeyens, Jef Van Hoof, Renaat Veremans,<br />

Arthur Verhoeven en te Brussel Jan <strong>De</strong> Mid<strong>de</strong>leer, Charles Hens en<br />

Gaston Feremans. Van 1921 tot 1930 was hij directeur van <strong>de</strong><br />

Ste<strong>de</strong>lijke Muziekaca<strong>de</strong>mie te Mechelen, die dankzij <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd<br />

bevor<strong>de</strong>rd tot Ste<strong>de</strong>lijk Muziekconservatorium.Van 1919 tot 1921 was<br />

hij tij<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>specteur van het muziekon<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> het Vlaamse<br />

landsge<strong>de</strong>elte.<br />

Als organist was hij werkzaam aan <strong>de</strong> O.L.Vrouwkerk te Merchtem<br />

(1892-1895), aan <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Bonifaciuskerk te Elsene (1894-1920) en<br />

aan <strong>de</strong> kerk van <strong>de</strong> karmelieten te Brussel (1900-1921). Hij werd<br />

verkozen tot correspon<strong>de</strong>rend lid (1920) en tot werkend lid (1924) van<br />

<strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie van België en werd Comman<strong>de</strong>ur <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Leopoldsor<strong>de</strong> (1934). <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> overleed, ten gevolge van een<br />

harta<strong>de</strong>rbreuk, op 9 oktober 1937 te Merchtem, waar hij s<strong>in</strong>ds zijn<br />

pensioner<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1930 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief verbleef.


<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> schreef niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 350 composities <strong>in</strong> alle genres:<br />

Twee orkestwerken, zes opera’s, niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 110 lie<strong>de</strong>ren zowel<br />

op Ne<strong>de</strong>rlandstalige als op Franstalige <strong>tekst</strong>en, 17 cantates,<br />

koorwerken, zangspelen, operettes, toneelmuziek, balletten en 50<br />

stukken of bun<strong>de</strong>ls voor piano, 6 werken voor orgel, een tw<strong>in</strong>tigtal<br />

composities voor an<strong>de</strong>re solo-<strong>in</strong>strumenten. Tenslotte vermel<strong>de</strong>n we<br />

een <strong>de</strong>rtigtal werken voor harmonie of fanfare en een veertigtal<br />

religieuze werken.


Een Braban<strong>de</strong>r<br />

<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd <strong>in</strong> 1865 te Merchtem geboren en zou er 72 jaar<br />

later overlij<strong>de</strong>n. Heel zijn leven lang bleef hij sterk verbon<strong>de</strong>n met zijn<br />

geboortestreek. Het was te Merchtem dat hij voor het eerst het orgel<br />

bespeel<strong>de</strong> om zijn va<strong>de</strong>r Florimond te vervangen en reeds op 15-jarige<br />

leeftijd von<strong>de</strong>n we hem terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> muziekverenig<strong>in</strong>g ‘Concordia’.<br />

Tij<strong>de</strong>ns zijn jeugd stichtte <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> te Merchtem <strong>de</strong> zangroep ‘<strong>De</strong><br />

Melomanen’, die verschei<strong>de</strong>ne nachtelijke serena<strong>de</strong>s en fratsen op hun<br />

actief had<strong>de</strong>n. Toen zijn boezemvriend, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzer Jan <strong>De</strong> Smedt<br />

(1866-1919) - die verschillen<strong>de</strong> <strong>tekst</strong>en voor zijn cantates schreef -<br />

trouw<strong>de</strong>, zou <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong> mis opluisteren met orgelspel: vanaf <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>tre<strong>de</strong> tot het slot van <strong>de</strong> mis werd het een schitteren<strong>de</strong> en plezierige<br />

improvisatie op één thema uit een lied dat Jan zong op <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

bij ‘<strong>De</strong> Melomanen’: ‘Ik veeg mijn botten aan heel <strong>de</strong>n boel’. <strong>August</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> stond bekend als een schitterend improvisator op het orgel:<br />

een geken<strong>de</strong> melodie op het orgel spelen en bij elke maat van<br />

toonaard veran<strong>de</strong>ren, een halve toon hoger, om het stuk een paar<br />

octaven hoger te e<strong>in</strong>digen dan het beg<strong>in</strong>, en dit met een verbluffend<br />

brio zon<strong>de</strong>r één aarzel<strong>in</strong>g. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> had het geleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd toen hij<br />

organist was te Merchtem. Pastoor Leva had niet het m<strong>in</strong>ste muzikaal<br />

gehoor en begon zijn prefatie (Dom<strong>in</strong>us vobiscum…) steeds heel laag<br />

om, met <strong>de</strong> laatste a<strong>de</strong>m, heel hoog te e<strong>in</strong>digen én Gust - zoals <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> te Merchtem werd genoemd - moest volgen op het orgel. Het<br />

hoeft ons ook niet verwon<strong>de</strong>ren dat <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> meer dan eens<br />

<strong>de</strong> ‘uilenspiegel’ van <strong>de</strong> Vlaamse muziek werd genoemd en zelf<br />

schreef hij trouwens een orkestwerk ‘Ulenspiegel’.<br />

Toen Gust <strong>in</strong> 1895 ontslag nam als organist te Merchtem vestig<strong>de</strong> hij<br />

zich, samen met zijn twee ongetrouw<strong>de</strong> zusters, te Brussel. Hij verbrak<br />

echter nooit het contact met zijn geboortedorp. In 1902 kocht hij te<br />

Merchtem een lan<strong>de</strong>lijke won<strong>in</strong>g, die hij ge<strong>de</strong>eltelijk liet verbouwen.<br />

Rond het woonhuis kwam een uitgestrekte, prachtige tu<strong>in</strong>. Zo<br />

verwezenlijkte <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een wens die hij als volgt formuleer<strong>de</strong>: ‘<br />

Indien ik rijk was zou ik twee won<strong>in</strong>gen bezitten: één door ie<strong>de</strong>reen<br />

gekend en waar men mij nooit aantreffen zou, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re waarvan<br />

niemand het adres weet en waar ik bij voorkeur zou verblijven opdat<br />

men mij met rust late’.<br />

Toen <strong>in</strong> 1905 te Merchtem het 550-jarig jubelfeest van O.L.Vrouw-<br />

ter-Nood werd gevierd, componeer<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een Hul<strong>de</strong>zang aan<br />

O.L.Vrouw-ter-Nood op <strong>tekst</strong> van Jan <strong>De</strong> Smedt. In <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>rmooie<br />

cantate drukte hij al zijn lief<strong>de</strong> voor zijn geboortedorp uit. Na zijn<br />

benoem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1921 tot directeur van het Mechels Conservatorium,<br />

verhuis<strong>de</strong> hij, enige tijd later, van Brussel naar Mechelen. Ondanks zijn<br />

drukke bezighe<strong>de</strong>n vertoef<strong>de</strong> hij het liefst <strong>in</strong> zijn geboortedorp, waar<br />

zijn zus Florent<strong>in</strong>e het huis bewoon<strong>de</strong>.<br />

In Merchtem was Gust voorzitter van <strong>de</strong> toneelkr<strong>in</strong>g ‘On<strong>de</strong>r Ons’ en<br />

geregeld was hij met zijn vrien<strong>de</strong>n terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> herberg ‘In <strong>De</strong><br />

Pilsen’. In die herberg luister<strong>de</strong> hij naar <strong>de</strong> anekdoten en belevenissen<br />

van zijn dorpsgenoten. In het najaar kon hij <strong>in</strong> een schuur zitten kijken<br />

naar <strong>de</strong> wanmolen en <strong>de</strong> dorsers, en luisteren naar <strong>de</strong> verhalen die <strong>de</strong><br />

boeren vertel<strong>de</strong>n. Muzikaal vertolkte hij dit <strong>in</strong> zijn laatste orkestraal<br />

werk In <strong>de</strong> Schuur met als on<strong>de</strong>rtitel Peerke vertelt een historieke. <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> was een folklorist en had een levendige belangstell<strong>in</strong>g voor het<br />

Brabantse volksleven.<br />

In 1930 bereikte <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgrens van 65 jaar en trok hij zich<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief terug te Merchtem, waar hij tot dan toe slechts zijn vrije<br />

dagen had doorgebracht. 7 Hij werd ere-voorzitter van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke<br />

Harmonie S<strong>in</strong>t-Cecilia. Na <strong>de</strong> herhal<strong>in</strong>gen vergastte hij <strong>de</strong> muzikanten,


<strong>in</strong> groepjes, bij hem thuis op wijnavon<strong>de</strong>n. Voor zijn muzikanten<br />

schreef hij marsen, polka’s en walsen.<br />

Bij <strong>de</strong> gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen van oktober 1932 werd <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

gemeenteraadslid van Merchtem en bleef dit tot aan zijn dood. <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> had geen <strong>in</strong>teresse <strong>in</strong> politiek, maar had zich laten overhalen<br />

door zijn vrien<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ‘Harmonie’ om zich op hun lijst te laten<br />

plaatsen. Zo zou hij slechts één zitt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemeenteraad<br />

bijgewoond hebben, omdat hij tot <strong>de</strong> slotsom was gekomen dat zijn<br />

aanwezigheid geen z<strong>in</strong> had, aangezien zijn partij toch <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid was, want <strong>de</strong> partij van <strong>de</strong> ‘Fanfare’ was aan <strong>de</strong> macht.<br />

Gust had nu volop tijd om zijn hobby’s uit te oefenen:<br />

bloemenliefhebber, fruitkweker, tu<strong>in</strong>ier en duivenmelker.<br />

Gust was een natuurvriend. Ie<strong>de</strong>re lente en zomer brachten <strong>de</strong><br />

bloemenweel<strong>de</strong> en rijkdom van <strong>de</strong> gewassen hem opnieuw <strong>in</strong><br />

verrukk<strong>in</strong>g. In zijn tu<strong>in</strong> bezat hij een grote variëteit aan bomen,<br />

struiken en bloemen. Zijn voorkeur g<strong>in</strong>g vooral naar dahlia’s, rozen en<br />

grote zonnebloemen. Hier vond hij <strong>de</strong> rust en <strong>in</strong>spiratie om zijn<br />

mooiste werken te componeren. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> heeft <strong>de</strong> bloemen trouwens<br />

schitterend bezongen <strong>in</strong> zijn cantate Gloria Flori en <strong>in</strong> zijn opera<br />

W<strong>in</strong>ternachtsdroom.<br />

Voor <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog was er te Merchtem een kr<strong>in</strong>g van<br />

tu<strong>in</strong>liefhebbers, die alle jaren met <strong>de</strong> kermis een plaatselijke<br />

tentoonstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>richtte. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> exposeer<strong>de</strong> alle jaren fruit en<br />

bloemen. In 1909 behaal<strong>de</strong> hij ermee allemaal eerste prijzen. ‘Als ge<br />

Gust <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> door <strong>de</strong> straten onzer stad ziet loopen, met een<br />

regenscherm on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n arm - zelfs als’t regent - dan is hij op zijn<br />

Zondagsch gekleed en ge bemerkt aan zijn uiterlijk, aan zijn houd<strong>in</strong>g


en stap, dat hij <strong>in</strong> dit pak niet thuis is. Maar zooals hij hier gelichtprent<br />

staat op ’t onverwachts <strong>in</strong> zijnen tu<strong>in</strong> te Merchtem getrokken, dat is <strong>de</strong><br />

ware, <strong>de</strong> natuurlijke echte <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>’.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> had steeds veel gereisd <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste Europese lan<strong>de</strong>n en<br />

zijn laatste levensjaren bracht hij <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter het liefst door <strong>in</strong> het<br />

Zui<strong>de</strong>n.<br />

Hij kon genieten van een rijkelijk voorziene tafel en kon een glaasje<br />

ou<strong>de</strong> bourgogne met kennis van zaken waar<strong>de</strong>ren. Als verstokte<br />

vrijgezel, die zorg<strong>de</strong> voor zijn twee ongehuw<strong>de</strong> zussen, genoot hij van<br />

vrouwelijk gezelschap.<br />

Over geen enkele Vlaamse componist doen er wellicht zoveel<br />

anekdoten <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> omtrent zijn belangstell<strong>in</strong>g voor het vrouwelijk<br />

schoon. Ik vermoed dat diegenen die na zijn dood <strong>de</strong>ze verhaaltjes<br />

vertel<strong>de</strong>n eer<strong>de</strong>r zichzelf <strong>in</strong> <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g wil<strong>de</strong>n plaatsen dan hun<br />

werkelijke verhoud<strong>in</strong>g met <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> hebben belicht: nl. <strong>de</strong> privé-<br />

leraar die gewoonweg zijn leerl<strong>in</strong>gen onschuldig wat plaag<strong>de</strong>. Na zijn<br />

dood hul<strong>de</strong>n zijn vrien<strong>de</strong>n zich <strong>in</strong> verband met het lief<strong>de</strong>sleven van<br />

Meester <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, steeds <strong>in</strong> een mysterieuze waas. Drie vrouwen<br />

hebben <strong>in</strong> zijn leven zeker een rol gespeeld. Het waren<br />

Fransspreken<strong>de</strong> dames met een sterke persoonlijkheid.<br />

Levenslang on<strong>de</strong>rhield hij contact met Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier (1890-1964),<br />

afkomstig uit Frankrijk maar haar jeugd doorbracht <strong>in</strong> Brussel. Ze<br />

wijd<strong>de</strong> zich aanvankelijk een lange tijd aan <strong>de</strong> muziek. Jeanne speel<strong>de</strong><br />

cello en droeg aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een foto op: ‘A mon cher Collaborateur et<br />

excellent Camera<strong>de</strong>’. Rond haar tw<strong>in</strong>tigste schreef Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier een<br />

reeks gedichten, die <strong>de</strong> weerspiegel<strong>in</strong>g zijn van een wanhopige lief<strong>de</strong>.<br />

Reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1911-12 wer<strong>de</strong>n vijf van <strong>de</strong>ze gedichten op<br />

aangrijpen<strong>de</strong> wijze op muziek gezet. In het najaar van 1915<br />

componeer<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> nog twee lie<strong>de</strong>ren: Le Don en Elégie. <strong>De</strong><br />

Cuis<strong>in</strong>ierlie<strong>de</strong>ren behoren tot het hoogtepunt van <strong>de</strong> composities van<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. <strong>De</strong> vele prentbriefkaarten en vooral een bewaar<strong>de</strong> brief van<br />

Jeanne uit 1935 wijzen zeker op een heel diepe vriendschap of op een<br />

onmogelijke lief<strong>de</strong>.


Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier was 25 jaar jonger dan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. <strong>De</strong> Cuis<strong>in</strong>ierlie<strong>de</strong>ren<br />

ontston<strong>de</strong>n toen ze 21-22 jaar oud was. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was toen 46-47<br />

jaar oud. Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier blijft ook na <strong>de</strong> oorlog met <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

<strong>in</strong> contact, en dit tot aan zijn dood. Zij schreef hem regelmatig vanuit<br />

Frankrijk en Aziatische lan<strong>de</strong>n, toen <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> directeur was te<br />

Mechelen. Het is veelbetekenend dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> het gedicht van het<br />

laatste Cuis<strong>in</strong>ierlied Elégie, een bittere klaagzang <strong>in</strong> het handschrift<br />

van Jeanne, als een soort afscheid heeft bijgehou<strong>de</strong>n.<br />

<strong>De</strong>ze lief<strong>de</strong>srelatie zou wel eens <strong>de</strong> echte re<strong>de</strong>n kunnen geweest zijn<br />

waarom <strong>de</strong> <strong>Boeck</strong> vrijgezel is gebleven. Ook Jeanne huw<strong>de</strong> nooit en<br />

werd vanaf <strong>de</strong> jaren tw<strong>in</strong>tig een wereldberoem<strong>de</strong> ethnologe. Ze<br />

verbleef veel <strong>in</strong> Indonesië en vooral <strong>in</strong> Vietnam. Haar baanbrekend<br />

werk werd gewaar<strong>de</strong>erd tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> voormalige Sovjetunie. In 1931<br />

bezocht <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> met haar <strong>de</strong> wereldtentoonstell<strong>in</strong>g te Parijs. Na <strong>de</strong><br />

dood van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s’ zuster is zij sterk bekommerd om zijn<br />

gezondheid en dr<strong>in</strong>gt erop aan dat hij bij haar op bezoek zou komen.<br />

Zij stierf te Parijs <strong>in</strong> 1964.<br />

In Mechelen leer<strong>de</strong> hij Marguerite Le Maire (1901-2001) kennen. <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> schreef een kle<strong>in</strong> werkje voor viool en piano of voor viool en<br />

kamerorkest: Auba<strong>de</strong> à Kiki. Leonce Savoir-<strong>De</strong> Pauw (1914), oud-<br />

leerl<strong>in</strong>ge van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, vertel<strong>de</strong> steeds dat zij Kiki was tot wanneer <strong>de</strong><br />

echte en enige Kiki terugvon<strong>de</strong>n werd <strong>in</strong> het AMVC. Op <strong>de</strong> partituur<br />

voor viool en piano staat geschreven: ‘Pour le gam<strong>in</strong> Margot’ .<br />

Kiki was <strong>de</strong> troetelnaam van een meisje dat zo genoemd werd door<br />

haar ou<strong>de</strong>rs en vrien<strong>de</strong>n nl. Margareta Le Maire, geboortig van<br />

Mechelen, dochter van een militair en kle<strong>in</strong>dochter van een generaal.<br />

Ze stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> geduren<strong>de</strong> vier jaar aan het Mechels conservatorium toen<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> er directeur was. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> wil<strong>de</strong> haar aanstellen tot<br />

vioollerares. Hij stond erop dat zij ook piano leer<strong>de</strong> spelen. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

was een graag geziene gast <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> Le Maire te Mechelen en<br />

begeleid<strong>de</strong> er op piano <strong>de</strong> muzikale zussen. Toen zijn opera La Route<br />

d’Emerau<strong>de</strong> werd opgevoerd te Antwerpen mocht Kiki vanwege het<br />

Mechels Conservatorium een grote bloementuil afgeven aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>.<br />

<strong>De</strong> componist was zo ontroerd dat hij zijn tranen niet kon bedw<strong>in</strong>gen<br />

en haar <strong>in</strong> zijn armen nam en het publiek begon te roepen: ‘encore,<br />

encore!’. In 1924 schreef hij voor haar zijn Balla<strong>de</strong> voor viool en piano.<br />

Tot zijn grote ontgoochel<strong>in</strong>g vertrok Kiki naar Brazilië waar ze te Sao<br />

Paulo professor viool werd aan het conservatorium. Ze werd er tevens<br />

paniste, organiste en dirigente én voordrachtkunstenares. Later was ze<br />

werkzaam <strong>in</strong> Ancona (Italië) waar ze <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rcantate Gloria Flori <strong>in</strong><br />

het Italiaans liet uitvoeren. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> heeft zich aan niemand an<strong>de</strong>rs zo<br />

onbevangen en spontaan <strong>in</strong> brieven geuit. Kiki was zeker en vast een<br />

guitige leerl<strong>in</strong>ge voor wie <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een enorme sympathie had en zij<br />

keek verliefd op naar haar leraar. In 1926 schreef ze aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>: ‘<br />

Why are you always so very silent?’. E<strong>in</strong>d 1926 was Kiki blijkbaar reeds<br />

<strong>in</strong> Brazilië want <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> schreef haar dan dat Mechelen een lichaam<br />

zon<strong>de</strong>r ziel was, <strong>de</strong> zon verwarm<strong>de</strong> niet langer <strong>de</strong> stad en lachen was<br />

uit <strong>de</strong>n boze… ‘Tout cela à cause <strong>de</strong> votre départ. Triste!!’. Zijn hart<br />

ween<strong>de</strong>, huil<strong>de</strong> en schreeuw<strong>de</strong>. <strong>De</strong> muziek had hem verlaten. Hij kon<br />

geen noot op papier krijgen of ze was doorweekt met tranen en God<br />

wist hoeveel muziekpapier kostte. ‘Voila dans quel état vous nous avez<br />

mis. Trop triste!!!’. <strong>De</strong> woor<strong>de</strong>n van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> kunnen zeker en vast<br />

ook ironisch opgevat wor<strong>de</strong>n. Kiki huw<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1944 te Elsene met<br />

markies Robert <strong>de</strong> Wavr<strong>in</strong> <strong>de</strong> Villers au tertre, een ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gsreiziger<br />

die van 1926 tot 1930 <strong>in</strong> Zuid-Amerika op tocht was en die zij daar<br />

wellicht leer<strong>de</strong> kennen. Zij bewaar<strong>de</strong> zorgvuldig alle her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen aan<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> en g<strong>in</strong>g ze persoonlijk op 90-jarige leeftijd schenken <strong>in</strong><br />

Antwerpen.


Was het een platonische lief<strong>de</strong> van Kiki, een onbeantwoor<strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

vanwege <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> die nog steeds aan Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier dacht en met<br />

haar contact on<strong>de</strong>rhield of was Kiki een favoriete, guitige leerl<strong>in</strong>ge en<br />

gezellig vriend<strong>in</strong>netje van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>?<br />

In zijn Mechelse perio<strong>de</strong> leer<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> ook Barbara Margareta Van<br />

G<strong>in</strong><strong>de</strong>rachter (1887-1979) kennen, die afkomstig was van Asse. Haar<br />

broer was Henri van G<strong>in</strong><strong>de</strong>rachter, een beken<strong>de</strong> brouwer uit Asse, zeer<br />

welgesteld en bon vivant. Hij was een groot kunstverzamelaar en <strong>in</strong><br />

zijn collectie waren werken te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s vrien<strong>de</strong>n: Ensor en<br />

Melsen. Zijn boekhou<strong>de</strong>r was een neef van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. Margareta leer<strong>de</strong><br />

wellicht zo <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> kennen. Zij leef<strong>de</strong> geschei<strong>de</strong>n van Albrecht<br />

Violon. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> droeg aan haar een Lied voor piano op. Aan Frits<br />

Celis schreef ze <strong>in</strong> 1958: ‘La musique <strong>de</strong> Aug. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> a quelque<br />

chose <strong>de</strong> chaud parce qu’ elle vient du coeur-van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gilet-<br />

comme il disait…’ <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> sprak we<strong>in</strong>ig over zijn werk tegenover<br />

mevrouw Violon-Van G<strong>in</strong><strong>de</strong>rachter, maar wanneer een werk voltooid<br />

was g<strong>in</strong>g hij het bij haar op <strong>de</strong> piano spelen en gaf zelf enkele korte<br />

humoristische uitspraken over zijn werk.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd op een morgen op straat onpasselijk en liet zijn trouwe<br />

vriend<strong>in</strong> mevrouw Violon-Van G<strong>in</strong><strong>de</strong>rachter uit Brussel overkomen. Zij<br />

was erbij toen hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> namiddag ten gevolge van een harta<strong>de</strong>rbreuk<br />

overleed op 9 oktober 1937.<br />

Zijn stemmige won<strong>in</strong>g had hij <strong>in</strong>gericht met ou<strong>de</strong> stijlmeubelen en<br />

doeken van beken<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs zoals James Ensor en Marten Melsen,<br />

die tot zijn vrien<strong>de</strong>nkr<strong>in</strong>g behoor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> avond voor zijn dood had <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong>, tegen <strong>de</strong> raad van zijn huisarts <strong>in</strong>, <strong>de</strong>elgenomen aan een<br />

overvloedig feestmaal. Op zijn klavier werd na zijn dood een Gebed<br />

voor viool en piano gevon<strong>de</strong>n. Beg<strong>in</strong> oktober had <strong>de</strong> proost van <strong>de</strong><br />

kajotters van <strong>de</strong> parochie, ter gelegenheid van een feestavond, <strong>de</strong><br />

meester gevraagd een werkje voor viool en piano te schrijven. Met dit<br />

Gebed werd het leven van <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> besloten. ‘Merchtem<br />

bem<strong>in</strong><strong>de</strong> Meester <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> en droeg hem als een zonnek<strong>in</strong>d’.<br />

<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> achtte het niet bene<strong>de</strong>n zijn waardigheid om zijn<br />

muzikale talenten <strong>in</strong> dienst te stellen van talrijke verenig<strong>in</strong>gen en<br />

personen uit Brabant die een beroep op hem <strong>de</strong><strong>de</strong>n. Hij schreef niet<br />

alleen veel gelegenheidscomposities (volkscantates, kerkmuziek,<br />

werken voor harmonie en fanfare, lie<strong>de</strong>ren) maar verleen<strong>de</strong> ook zijn<br />

me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g als uitvoerend musicus (organist, pianist, dirigent).<br />

<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> schoonheid van zijn streek, het<br />

Brabantse landschap, <strong>de</strong> kleurenrijkdom en <strong>de</strong> vruchtbaarheid van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m. ‘Wanneer of waar ge hem ontmoette, zelfs temid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />

nerveuze grootstad: het was steeds of ge stondt plotsel<strong>in</strong>g tegenover<br />

een stuk gezon<strong>de</strong> natuur, of ge voel<strong>de</strong> uit zijn gansche wezen het


frissche, malsche Brabantse landschap U toestralen!’. Hij wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

graag vanuit Merchtem langs <strong>de</strong> beek naar Mollem en zijn<br />

lievel<strong>in</strong>gswan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong> naar het eenzame en wil<strong>de</strong> Kravaalbos,<br />

vanwaar hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> verte <strong>de</strong> eeuwenou<strong>de</strong> benedictijnenabdij Affligem<br />

zag liggen. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> voel<strong>de</strong> zich goed thuis <strong>in</strong> Affligem, waar men<br />

hem beschouw<strong>de</strong> als een huisvriend en hij werd er uitgenodigd op alle<br />

grote feestelijkhe<strong>de</strong>n. Een van <strong>de</strong> monniken, Dom <strong>August</strong><strong>in</strong>us<br />

Verhaegen, werd zijn privé-leerl<strong>in</strong>g en een vurig propagandist van het<br />

werk van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> tot <strong>in</strong> Amerika. Toen <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> 1934<br />

Comman<strong>de</strong>ur <strong>in</strong> <strong>de</strong> Leopoldsor<strong>de</strong> werd schreef <strong>de</strong> abt hem: ‘ …Zie<br />

<strong>August</strong>, dat doet ons nu ne keer oprecht <strong>de</strong>ugd. Want ge wordt <strong>in</strong><br />

Affligem beschouwd als een brok van Affligem zelf. We zijn er fier op.<br />

Als Ge eens komt moet dat eens betrakteerd wor<strong>de</strong>n. Welkom. Spreek<br />

en we komen U halen…’.<br />

Met Paul Gilson op Merchtem Kermis


Vlam<strong>in</strong>g en Belg<br />

Toen <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> 24 jaar oud was, nam zijn leven een beslissen<strong>de</strong><br />

wend<strong>in</strong>g. Hij ontmoette Paul Gilson, die voor ‘L’Essor’, een verenig<strong>in</strong>g<br />

van jonge schil<strong>de</strong>rs, een concert organiseer<strong>de</strong>, gewijd aan Belgische<br />

componisten. Het werd allesbehalve een succes en <strong>de</strong> Brusselse pers<br />

had <strong>in</strong> scherpe bewoord<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> componisten en hun werk<br />

veroor<strong>de</strong>eld. ‘Het enige dat mij overgebleven is van dit avontuur is <strong>de</strong><br />

onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> vriendschap van al <strong>de</strong>genen die ik had uitgenodigd en<br />

waartoe ook <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> behoor<strong>de</strong>’. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> en Gilson wer<strong>de</strong>n hier<br />

vrien<strong>de</strong>n voor het leven en <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> sloot er ook hechte vriendschap<br />

met schil<strong>de</strong>r James Ensor en componist Lo<strong>de</strong>wijk Mortelmans. <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> werd <strong>de</strong> eerste privé-leerl<strong>in</strong>g van Gilson, een Brusselaar, die van<br />

huis uit Franstalig was, maar zijn jeugd had doorgebracht <strong>in</strong> het<br />

Brabantse Ruisbroek, waar hij Ne<strong>de</strong>rlands leer<strong>de</strong> spreken. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

raakte <strong>in</strong>geburgerd <strong>in</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> kr<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> Brussel werkzaam<br />

waren. Zo kwam hij ook <strong>in</strong> contact met het ‘Vlaams’ mid<strong>de</strong>n rond <strong>de</strong><br />

letterkundige Emmanuel Hiel (1834-1899). Ze maakten van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

een bewust en overtuigd Vlam<strong>in</strong>g. Peter Benoit (1834-1901) genoot <strong>in</strong><br />

die kr<strong>in</strong>gen grote bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. In 1898 nam <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong>el aan het<br />

feestmaal ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van <strong>de</strong> ‘Peter<br />

Benoit’s Kr<strong>in</strong>g’. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> nam het op voor <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

werken van Benoit te Brussel. ‘Wat dunkt u van Pee Gevaert? <strong>De</strong><br />

vod<strong>de</strong>rij die hij geschreven heeft voor <strong>de</strong>n Congo (voor negers<br />

gelukkiglijks) wordt <strong>in</strong> ’t Conservatorium van Brussel gezongen <strong>in</strong> ’t<br />

fransch en <strong>in</strong> ’t Vlaamsch. En werken van Benoit kunnen daar <strong>in</strong> die<br />

taal niet uitgevoerd wor<strong>de</strong>n!!! Geheim en jaloerscheid!!!’.<br />

In 1897 leer<strong>de</strong> hij Herman Teirl<strong>in</strong>ck (1879-1967) kennen, wiens<br />

moe<strong>de</strong>r afkomstig was van Merchtem. Teirl<strong>in</strong>ck was me<strong>de</strong>stichter en<br />

<strong>in</strong>richter van een poppenspel <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘Ou<strong>de</strong> Jan’ aan <strong>de</strong> Anspachlaan te<br />

Brussel en voor het spel kon hij beroep doen op een hele schaar<br />

me<strong>de</strong>werkers waaron<strong>de</strong>r Willem Gijssels, Fernand Toussa<strong>in</strong>t Van<br />

Boelaere, Léonce du Catillon en <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. Tussen al <strong>de</strong>ze<br />

me<strong>de</strong>werkers ontstond er een vriendschaps – en samenwerk<strong>in</strong>gsband.<br />

In 1909 werd te Brussel het ‘Muziekfonds’ gesticht om grote Vlaamse<br />

muzikale manifestaties te Brussel te organiseren. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was er lid<br />

van en zijn cantates Vliegt <strong>de</strong> Blauvoet, Hul<strong>de</strong>zang aan Hendrik<br />

Conscience enGloria Flori wer<strong>de</strong>n er uitgevoerd door niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan<br />

2500 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> bleef ook voel<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met het Franstalig Brussels milieu<br />

waar zijn composities wer<strong>de</strong>n uitgevoerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

kunstkr<strong>in</strong>gen, waarvan ‘La Libre Esthétique’, <strong>de</strong> voornaamste was.<br />

Pr<strong>in</strong>ses Elisabeth kwam er <strong>de</strong> jonge kunstenaars aanmoedigen. In zijn<br />

memoires vertelt <strong>de</strong> omstre<strong>de</strong>n, antisemitische schrijver en vrijz<strong>in</strong>nige<br />

Edmond Picard (1836-1924) niet alleen over zijn carrière als senator<br />

en advocaat, maar ook over <strong>de</strong> artistieke beau mon<strong>de</strong> die hij thuis over<br />

<strong>de</strong> vloer haal<strong>de</strong>. Want dat Picard naast politieke ook artistieke<br />

aspiraties had, was bekend. Hij was trouwens een van <strong>de</strong><br />

me<strong>de</strong>stichters van ‘La Libre Esthétique’. Als Vlaamsgez<strong>in</strong>dbelgicien<br />

zette hij zich herhaal<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> voor <strong>de</strong> gelijkschakel<strong>in</strong>g van bei<strong>de</strong><br />

landstalen. Daarbij droeg hij ook <strong>de</strong> Vlaamse kunstenaars een warm


hart toe. Eén van <strong>de</strong> artiesten die bij Picard geregeld <strong>in</strong> zijn landhuis te<br />

Dave (Namen) werd ontvangen was <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, vergezeld van<br />

Jeanne Cuis<strong>in</strong>ier.<br />

Dankzij <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van Edward Keurvels (1853-1916), <strong>de</strong> voornaamste<br />

me<strong>de</strong>werker van Peter Benoit, werd <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> gelanceerd te Antwerpen.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werd beschermend lid van het ‘Peter Benoitfonds’ en speel<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> 1903 <strong>de</strong> orgelpartij tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>De</strong> Oorlog van Benoit.<br />

Keurvels wijd<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1904 een symfonisch concert van <strong>de</strong> ‘Kon<strong>in</strong>klijke<br />

Maatschappij voor Dierkun<strong>de</strong> van Antwerpen’ aan <strong>de</strong> werken van <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong>. In <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Vlaamse Opera, toen ‘Ne<strong>de</strong>rlandsch Lyrisch<br />

Tooneel’ genoemd, wer<strong>de</strong>n vier opera’s van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> gecreëerd. <strong>De</strong><br />

creatie van W<strong>in</strong>ternachtsdroom <strong>in</strong> 1902, met Keurvels als dirigent,<br />

werd een groot succes. In Antwerpen kwam <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> contact met<br />

strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> flam<strong>in</strong>ganten zoals Raf Verhulst (1866-1941) bij wie hij,<br />

samen met zijn jeugdvriend schil<strong>de</strong>r Marten Melsen (1870-1947),<br />

geregeld op bezoek g<strong>in</strong>g. Melsen typeer<strong>de</strong> zijn vriend: ‘<strong>August</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Boeck</strong>, Vlam<strong>in</strong>g uit één stuk maar die <strong>de</strong> politiek terzij laat’. Verhulst<br />

bezorg<strong>de</strong> hem het libretto Re<strong>in</strong>aert <strong>de</strong> Vos en drong aan bij <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

opdat hij een opera zou componeren. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was echter geen<br />

strij<strong>de</strong>nd flam<strong>in</strong>gant en werd wellicht maar matig bekoord door <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>len die z<strong>in</strong>speel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Vlaamse vrijheidsstrijd. Alhoewel bij <strong>de</strong><br />

première <strong>in</strong> 1909 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse opera te Antwerpen Re<strong>in</strong>aert <strong>de</strong><br />

Vosgeestdriftig werd onthaald, bleef het verhoopte blijvend succes bij<br />

het publiek uit. Hetzelf<strong>de</strong> lot on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>g <strong>de</strong> cantate Vliegt <strong>de</strong> Blauwvoet<br />

op <strong>tekst</strong> van Albrecht Ro<strong>de</strong>nbach, <strong>in</strong> 1909 uitgevoerd te Roeselare<br />

naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> onthull<strong>in</strong>g van het standbeeld van Ro<strong>de</strong>nbach,<br />

waarover Cyriel Verschaeve geestdriftig had geschreven.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was zo ontgoocheld dat hij geen opera op een Ne<strong>de</strong>rlands<br />

libretto meer schreef. ‘Indien geen Flam<strong>in</strong>gant <strong>in</strong> <strong>de</strong> enge betekenis,<br />

was hij zich ten volle bewust van zijn zend<strong>in</strong>g als Vlaams kunstenaar’.<br />

In die geest stichtte hij <strong>in</strong> 1909 te Merchtem <strong>de</strong> ‘Vlaamsche Kr<strong>in</strong>g’ die<br />

<strong>de</strong> Vlaamsvoelen<strong>de</strong> elite naar Merchtem lokte met concerten en<br />

voordrachten door Stijn Streuvels, Hugo Verriest en Lo<strong>de</strong>wijk Dosfel.


<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was <strong>in</strong> Antwerpen een man van aanzien gewor<strong>de</strong>n en het<br />

verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> niemand dat hij er <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> jaar leraar harmonie werd<br />

aan het Kon<strong>in</strong>klijk Vlaams Muziekconservatorium. Bij het uitbreken van<br />

<strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog was directeur Emiel Wambach gevlucht naar<br />

het buitenland en geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> oorlog werd aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> het<br />

directeurschap aangebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ‘Raad van Vlaan<strong>de</strong>ren’ of <strong>de</strong><br />

‘Commissie van On<strong>de</strong>rwijs en Kunst’ die <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong>ze raad.<br />

Niemand m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan Verhulst behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>ze radicale activistische<br />

groep. Volgens sommigen zou <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> als voorwaar<strong>de</strong> gesteld<br />

hebben dat zijn naam niet mocht wor<strong>de</strong>n gepubliceerd en Verhulst<br />

getuig<strong>de</strong> dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong> zaak doorschoof naar zijn vriend Gilson ‘die<br />

is twee maan<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>r. Het komt hem toe’ . Jean <strong>de</strong> Merten, neef van<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, schreef: ‘Geduren<strong>de</strong> 1914-18 werd aan <strong>de</strong> <strong>Boeck</strong> door <strong>de</strong><br />

‘activisten’ het directeurschap van het conservatorium van Antwerpen<br />

aangebo<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r aarzelen weiger<strong>de</strong> hij. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> vertel<strong>de</strong> mij zelf<br />

het verhaal maar uit beschei<strong>de</strong>nheid gaf hij er geen ruchtbaarheid<br />

aan..’ In 1917 had <strong>de</strong> ‘Raad van Vlaan<strong>de</strong>ren’ <strong>de</strong> politieke autonomie<br />

van Vlaan<strong>de</strong>ren uitgeroepen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop dat dit door <strong>de</strong> Duitse<br />

reger<strong>in</strong>g zou erkend wor<strong>de</strong>n. Met een pamflet protesteer<strong>de</strong> een groot<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Antwerpse kunstenaars en <strong>in</strong>telligentsia ‘…. Tegen <strong>de</strong><br />

willekeurige verbrokkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Belgische Natie. Wij zijn ervan<br />

overtuigd dat onze Vlaamse Kunst, hoe overwegend krachtig zij ook<br />

moge zijn, één is met die van Wallonië, die aan <strong>de</strong> zoo prachtig<br />

bloeien<strong>de</strong> Belgische School meesters van allereerste gehalte heeft<br />

geschonken… En wij, die on<strong>de</strong>r alle vormen dagelijks mid<strong>de</strong>n <strong>in</strong> ons<br />

volk staan, hou<strong>de</strong>n eraan te getuigen dat ons Vlaamsch Volk<br />

onvoorwaar<strong>de</strong>lijk trouw blijft aan zijne nationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, en niets<br />

willen weten van het separatisme.’ <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was een van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rtekenaars ervan maar Paul Gilson echter niet.<br />

Kort voor het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> oorlog werd Gilson door <strong>de</strong> Duitse bezetter<br />

benoemd tot waarnemend directeur. Noch <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> noch Gilson<br />

had<strong>de</strong>n directe b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Vlaamse Beweg<strong>in</strong>g maar<br />

bei<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n vele vrien<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze beweg<strong>in</strong>g en Gilson had<br />

enkel om artistiek-pedagogische motieven het directeurschap<br />

aanvaard. Hij zou er zwaar voor boeten. Na <strong>de</strong> oorlog werd Gilson uit<br />

<strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie gesloten en werd hij 3 jaar geschorst <strong>in</strong> zijn<br />

functie van <strong>in</strong>specteur van het muziekon<strong>de</strong>rwijs.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> hield <strong>in</strong> 1919 een merkwaardige toespraak voor <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> ‘Vlaamsche Kr<strong>in</strong>g’, waar<strong>in</strong> hij het feit aanklaagt dat omwille van<br />

sommige collaborateurs <strong>de</strong> Vlam<strong>in</strong>gen na <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong> keel wer<strong>de</strong>n<br />

toegeknepen en als landverra<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n beschouwd. ‘Wie Vlaamsch<br />

sprak was aktivist of stond voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van ’t gevang’.<br />

Beg<strong>in</strong> november 1919 werd <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, ter vervang<strong>in</strong>g van<br />

Gilson, aangesteld tot tij<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>specteur van het muziekon<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong><br />

het Vlaamse landsge<strong>de</strong>elte. Dat juist <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> dit aanvaard<strong>de</strong> kwam<br />

hard aan bij zijn geschorste boezemvriend aangezien <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> wist<br />

on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n Gilson on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oorlog han<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Gilson<br />

schreef een brief aan Jef Van Hoof, die oud-leerl<strong>in</strong>g was van bei<strong>de</strong>n,<br />

maar noem<strong>de</strong> nergens <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> met naam. Gilson hoopte spoedig zijn<br />

functie terug op te nemen ‘…maar ge kunt wel verstaan dat het niet<br />

gemakkelijk zal zijn, want <strong>de</strong> 2 “charels” die mij nu vervangen zullen<br />

zoeken zich te ver<strong>de</strong>digen en trachten mij weer <strong>in</strong> het slijk te slepen.<br />

Dat is hen al goed gelukt, want hoe an<strong>de</strong>rs uitleggen dat ik zoo<br />

getroffen geweest ben, wanneer M<strong>in</strong>ister Harmignie en eenige<br />

an<strong>de</strong>ren, mij goed genegen, mij toch verlaten hebben en mij laten<br />

verslagen?’ Gilson vermoed<strong>de</strong> dat men achter <strong>de</strong> schermen aan het<br />

werk was om hem op pensioen te stellen zodat ‘<strong>de</strong> 2 charels dan<br />

blijven…’. <strong>De</strong> twee<strong>de</strong> ‘charel’ was Joseph Jongen die bevoegd werd


voor het Franstalig landsge<strong>de</strong>elte. Jef Van Hoof getuig<strong>de</strong> later: ‘Paul<br />

Gilson, spreken<strong>de</strong> over Gust <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, zei bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen die<br />

hij met hem had opgedaan, langs zijn neus weg en achterdochtig - G.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was bij hem namelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> leer geweest - dat <strong>de</strong> Gust “nen<br />

slimmen boer was”…’ Gilson werd op 1 <strong>de</strong>cember 1921 <strong>in</strong> eer<br />

hersteld en mocht zijn functie van <strong>in</strong>specteur weer opnemen. <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong>, die on<strong>de</strong>rtussen directeur te Mechelen gewor<strong>de</strong>n was, moet<br />

met die zaak heel verveeld gezeten hebben. Hij schreef Gilson een<br />

brief met <strong>de</strong> vraag naar composities die wellicht kon<strong>de</strong>n uitgevoerd<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Mechels Conservatorium. Gilson antwoord<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1922<br />

heel afstan<strong>de</strong>lijk aan <strong>de</strong> directeur van het Muziekconservatorium te<br />

Mechelen. Enkele jaren nadien was <strong>de</strong> vriendschap hersteld want <strong>in</strong><br />

1927 was er geen vuiltje meer aan <strong>de</strong> lucht: bei<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n lid van <strong>de</strong><br />

‘Kon<strong>in</strong>klijke Harmonie’ te Merchtem. Noch Gilson <strong>in</strong> zijn memoires,<br />

noch <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> hebben ooit over die donkere perio<strong>de</strong> gesproken.<br />

Alexan<strong>de</strong>r Knaeps, een Merchtemse vriend van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, schreef: ‘…Er<br />

is toch een <strong>in</strong>tervalle van un <strong>de</strong>mi-ton met Gilson, en alhoewel gij met<br />

hem <strong>in</strong> harmonie dissonante staat, toch maakt gij een consonnance<br />

parfaite uit…’. Paul Gilson kwam veel op bezoek te Merchtem en vijf<br />

dagen voor zijn dood verklaar<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>: ‘Zon<strong>de</strong>r Gilson zou ik nooit<br />

gewor<strong>de</strong>n zijn, wat ik thans ben’.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> hield het <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval voor bekeken te Antwerpen, want<br />

vanaf 1920 werd hij leraar harmonie aan het Kon<strong>in</strong>klijk<br />

Muziekconservatorium <strong>in</strong> Brussel en zocht hij opnieuw contact met<br />

het Franstalig milieu waar zijn grote werken soms wer<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />

Zo programmeer<strong>de</strong>n ‘Les Concerts Populaires’ <strong>in</strong> 1920 zijn Symfonie<br />

<strong>in</strong> g. Hij was nochtans niet te spreken over het gebrek aan<br />

belangstell<strong>in</strong>g te Brussel voor zowel <strong>de</strong> Vlaamse als <strong>de</strong> Waalse<br />

componisten. Waalse componisten kregen meer kansen te Antwerpen<br />

dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdstad. ‘Persoonlijk mag ik niet klagen, want mijne<br />

werken wor<strong>de</strong>n op talrijke concerten uitgevoerd’.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> had eer<strong>de</strong>r zeldzame contacten met het kon<strong>in</strong>klijk hof. In<br />

1914 bespeel<strong>de</strong> hij het orgel <strong>in</strong> het kasteel te Laken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste<br />

communie van pr<strong>in</strong>s Karel en het vormsel van pr<strong>in</strong>s Leopold. In 1929<br />

werd hij lid van <strong>de</strong> ‘Fondation musicale Re<strong>in</strong>e Elisabeth’.<br />

Als lid van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie stem<strong>de</strong> hij <strong>in</strong> 1922 tegen <strong>de</strong><br />

vervlaams<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Gentse Universiteit, waardoor hij <strong>in</strong> ongena<strong>de</strong> viel<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Vlaamse Beweg<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> ‘Muziekwaranda’ schreef wellicht<br />

Emiel Hullebroeck, als hoofdredacteur, een artikel waar<strong>in</strong> hij op zoek<br />

g<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> mogelijke beweegre<strong>de</strong>nen van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. Hij kon enkel<br />

vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong> steun van <strong>de</strong> franskiljons zocht om zijn<br />

opera La Route d’Emerau<strong>de</strong> <strong>in</strong> Antwerpen te laten uitvoeren. ‘ …hij<br />

moet zich verantwoor<strong>de</strong>n, kort en klaar. Wij vragen niet beter dan hem


<strong>de</strong> absolutie te kunnen geven, maar hij moet ze verdienen, niet enkel<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> oogen van onze muziekm<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> lezers, maar <strong>in</strong> die van heel<br />

het misken<strong>de</strong> en gehoon<strong>de</strong> Vlaandren!’. Vanaf nu werd <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

doodgezwegen of negatief voorgesteld <strong>in</strong> dit gezaghebbend Vlaams<br />

muziektijdschrift.<br />

Joris Vriamont (1896-1961) <strong>de</strong>ed heel wat te Brussel om het werk van<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> uit te geven. Hij maakte <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tw<strong>in</strong>tig van het vroegere<br />

‘Huis Pleyel’, een pianohan<strong>de</strong>l <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>gsstraat te Brussel, een<br />

levendig centrum van het Brusselse muziekleven, geleid door <strong>de</strong> leuze<br />

van <strong>August</strong> Vermeylen: ‘Vlam<strong>in</strong>g om Europeeër te wor<strong>de</strong>n’. Paul Gilson<br />

en <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> waren vanaf <strong>de</strong> eerste dagen trouwe bezoekers<br />

van het ‘Huis Pleyel’ en samen met Jef Van Hoof waren ze <strong>de</strong> enige drie<br />

Vlaamse componisten die <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g kwamen om <strong>de</strong>el te nemen<br />

aan een of an<strong>de</strong>re van <strong>de</strong> talrijke activiteiten van zijn huis. Toen<br />

Vriamont een tweetal Franstalige lie<strong>de</strong>ren van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> aan Maurice<br />

Ravel toon<strong>de</strong>, verklaar<strong>de</strong> Ravel dat ze even mooi waren als die van<br />

Gabriël Fauré. Het was wellicht ook dankzij Vriamont dat m<strong>in</strong>ister<br />

Camille Huysmans <strong>in</strong> 1926, als opgelegd Belgisch werk voor <strong>de</strong><br />

Muntschouwburg, La Route d’Emerau<strong>de</strong> koos. ‘Ondanks <strong>de</strong> bre<strong>de</strong><br />

sympathie, die <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> alle Brusselse kr<strong>in</strong>gen genoot, was<br />

er heel wat moed nodig, om <strong>de</strong> toenmalige hatelijke anti-Vlaamse<br />

bourgeoisie te trotseren… Zelfs voor <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was <strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g<br />

Vlaams componist toen pejoratief.’<br />

Het was <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister die aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> 1925 het<br />

directeurschap aanbood van het Brusselse conservatorium. Ondanks<br />

het herhaald aandr<strong>in</strong>gen weiger<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> halsstarrig.<br />

Aangezien het dossier <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> wat betreft het Brussels<br />

Conservatorium verdwenen is, is het niet steeds eenvoudig om <strong>de</strong><br />

waarheid te achterhalen. In het <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>fonds von<strong>de</strong>n we een<br />

toespraak, namens <strong>de</strong> Merchtemse vrien<strong>de</strong>nkr<strong>in</strong>g, van Hippoliet<br />

Stallaert toen <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> terugkeer<strong>de</strong> naar Merchtem <strong>in</strong> 1930:<br />

‘’t Conservatoir bestuur van Brussel viel open<br />

Mijn God! Wat gaat er nu al weer gebeuren,<br />

Wij mogen van <strong>de</strong>n Heer <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> nog meer verhopen<br />

’t Blijft een geheim achter gesloten <strong>de</strong>uren.<br />

Men vraagt aan Gust<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

Of het hem lust<br />

Oh! Wat een zoet genoegen.’<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zou ook <strong>de</strong> favoriet geweest zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse pers. <strong>De</strong> pers<br />

g<strong>in</strong>g er wellicht van uit dat hij <strong>de</strong> enige Vlaamse kandidaat was die<br />

aanvaardbaar zou zijn b<strong>in</strong>nen het Franstalig milieu.<br />

Een oud-leerl<strong>in</strong>g zei ooit: ‘<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> woon<strong>de</strong> te dicht bij Brussel en te<br />

ver van Antwerpen. Voor <strong>de</strong> Antwerpse School van toen, die volledig<br />

geëngageerd was <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse strijd, was <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> niet voldoen<strong>de</strong><br />

Vlam<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> Fransspreken<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoofdstad, waar<br />

hij zijn boterham verdien<strong>de</strong>, bleef hij <strong>de</strong> Braban<strong>de</strong>r van het platteland,<br />

wars van gran<strong>de</strong>ur en vleierij.’<br />

In 1930, het jaar dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> met pensioen g<strong>in</strong>g, schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Emiel<br />

Hullebroeck niet langer <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> af als verra<strong>de</strong>r van het Vlaamse volk<br />

maar zong volop <strong>de</strong> lof op <strong>de</strong> muziek van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> naar aanleid<strong>in</strong>g<br />

van een uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cantate Gloria Flori : ‘Benoit is bijna


geëvenaard… <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> is altijd bem<strong>in</strong>nelijk. En dat bem<strong>in</strong>nelijk<br />

karakter was hier hoofdzaak, daar het bloemen geldt…’. Hullebroeck<br />

werd enkele maan<strong>de</strong>n later, als opvolger van Gilson, <strong>in</strong>specteur van<br />

het muziekon<strong>de</strong>rwijs. <strong>De</strong> Vlaamse Beweg<strong>in</strong>g vond het jammer dat ze<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> nooit volledig voor haar i<strong>de</strong>aal had kunnen w<strong>in</strong>nen en zocht<br />

<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g hiervoor <strong>in</strong> <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog en <strong>de</strong> Franstalige<br />

Brusselse kr<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> vertoef<strong>de</strong>. Na zijn dood trachtte <strong>de</strong><br />

Vlaamse Beweg<strong>in</strong>g <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> te recupereren en vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

beg<strong>in</strong>jaren van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog werd zijn muziek veel<br />

geprogrammeerd door Zen<strong>de</strong>r Brussel en zelfs uitgevoerd <strong>in</strong><br />

Duitsland.<br />

Op 13 oktober 1937 vergezel<strong>de</strong> al wie naam had <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse en<br />

Belgische muziekwereld <strong>de</strong> Merchtemse Meester naar zijn laatste<br />

rustplaats. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> rouwdienst bespeel<strong>de</strong> Flor Peeters het orgel en<br />

dirigeer<strong>de</strong> Gaston Feremans het kerkkoor. Joseph Jongen hield een<br />

re<strong>de</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Frans.<br />

Kort na zijn dood werd te Merchtem een ‘Meester <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>-<br />

Fonds’ opgericht. Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Elisabeth verleen<strong>de</strong> haar bescherm<strong>in</strong>g en<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> erele<strong>de</strong>n v<strong>in</strong><strong>de</strong>n we alle belangrijke figuren uit het politieke<br />

en artistieke milieu van Vlaan<strong>de</strong>ren en België. Bij gebrek aan f<strong>in</strong>anciële<br />

mid<strong>de</strong>len heeft dit fonds we<strong>in</strong>ig kunnen doen om het werk van <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> te propageren.


Betekenis als componist<br />

A. Orkestwerken<br />

<strong>De</strong> <strong>in</strong> 1893 ontstane Rhapsodie Dahoméenne zou <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zijn meest<br />

gespeel<strong>de</strong> orkestcompositie wor<strong>de</strong>n. Het krachtige beg<strong>in</strong>thema had hij<br />

opgetekend tij<strong>de</strong>ns een te Brussel gegeven voorstell<strong>in</strong>g door een<br />

groep rondtrekken<strong>de</strong> muzikanten uit Dahomey (huidige Ben<strong>in</strong>). In het<br />

handschrift noteer<strong>de</strong> hij: ‘Tous ces thèmes sont garantis sur facture’.<br />

Het werk is echter m<strong>in</strong><strong>de</strong>r folkloristisch of uitheems dan <strong>de</strong> titel doet<br />

vermoe<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> schreef een gebal<strong>de</strong> en briljante compositie, die<br />

uitmunt door haar melodische v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid en schitteren<strong>de</strong><br />

orkestratie. Hier bewijst <strong>de</strong> <strong>Boeck</strong> zich <strong>de</strong> lessen van Paul Gilson en <strong>de</strong><br />

voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Russische meesters op een heel persoonlijke wijze<br />

eigen te hebben gemaakt. <strong>De</strong> onstuimige vaart die <strong>de</strong> hele rapsodie op<br />

sleeptouw neemt, wordt slechts heel even on<strong>de</strong>rbroken door een korte<br />

lyrische versie van het hoofdthema.<br />

Het werk werd op 18 maart 1894 gecreëerd te Antwerpen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

‘Volksconcerten’ o.l.v. Contstant Lenaerts.<br />

<strong>De</strong> omvangrijkste orkestcompositie van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> is zeker zijn<br />

Symfonie <strong>in</strong> g die hij <strong>in</strong> 1896 componeer<strong>de</strong>. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig<br />

voorbij toen hij zijn vier<strong>de</strong>lige symfonie componeer<strong>de</strong>, maar gezien<br />

zijn late start kan nog van een ‘jeugdwerk’ gesproken wor<strong>de</strong>n. Zo zijn<br />

er verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n merkbaar: <strong>de</strong> Russische school, vooral<br />

Borod<strong>in</strong>, en Wagner wor<strong>de</strong>n er vermengd met <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige en<br />

bre<strong>de</strong> lyriek eigen aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> en gecontrasteerd met flitsen van<br />

volkse uitbundigheid, fel van kleur en ritme. Vooral het eerste <strong>de</strong>el is<br />

sterk door Borod<strong>in</strong> getekend. Het onstuimige eerste <strong>de</strong>el e<strong>in</strong>digt met<br />

een mooie elegische melodie. In het daarop volgen<strong>de</strong> Scherzo komt<br />

zijn z<strong>in</strong> voor humor tot uit<strong>in</strong>g. In dit opzicht neemt <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een


ijzon<strong>de</strong>re plaats <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> componisten van zijn tijd. Is hij tenslotte<br />

niet <strong>de</strong> eerste geweest die humor bracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse muziek? Dit<br />

van levendigheid t<strong>in</strong>telen<strong>de</strong> Scherzo werd daarbij omweven met een<br />

fijne <strong>in</strong>strumentatie. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el toont ten volle <strong>de</strong> mild -<br />

zangerige lyriek van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. Er is weliswaar enige passionele<br />

gela<strong>de</strong>nheid, maar toch spreekt uit dit <strong>de</strong>el een weidse poëzie vol<br />

t<strong>in</strong>ten van Slavische dromerigheid. In een zeer rijk geschakeer<strong>de</strong><br />

orkestratie besluit <strong>de</strong>el 4 <strong>de</strong>ze symfonie.<br />

Er zijn over <strong>de</strong> creatie van dit werk heel wat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>biografen die<br />

zich hebben laten mislei<strong>de</strong>n. Zo zou <strong>de</strong> symfonie pas <strong>de</strong> eerste keer<br />

gespeeld zijn op 17 oktober 1920 door het Orkest van <strong>de</strong> ‘Concerts<br />

populaires’ te Brussel o.l.v. Frans Rühlmann. ‘Inmid<strong>de</strong>ls was <strong>de</strong> smaak<br />

uiteraard fel geëvolueerd en klonk het werk niet meer actueel. <strong>De</strong><br />

vraag waarom <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zijn enige Symfonie niet da<strong>de</strong>lijk<br />

prijsgaf blijft onbeantwoord. Mogelijkhe<strong>de</strong>n om gespeeld te wor<strong>de</strong>n,<br />

waren er zeker wel. An<strong>de</strong>ren stellen zich <strong>de</strong> vraag waarom <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

<strong>de</strong>ze schitteren<strong>de</strong> compositie zo lang verborgen hield en komen tot<br />

het besluit dat hij wellicht beschaamd was omdat men hem als een<br />

epigoon van <strong>de</strong> Russische school zou bestempelen. Net als Paul Gilson<br />

had <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een grote bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor Rimski- Kosakov. Gilson<br />

vertel<strong>de</strong> hoe <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> Rimski uitnodig<strong>de</strong> om samen met hen te<br />

ontbijten. <strong>De</strong>ze aanvaard<strong>de</strong> en <strong>de</strong> twee vrien<strong>de</strong>n toon<strong>de</strong>n aan hem hun<br />

partituren, die nu eens geprezen, dan weer afgebroken wer<strong>de</strong>n.<br />

Wanneer vrien<strong>de</strong>n <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> op die Russische <strong>in</strong>vloed wezen was <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> hier blijkbaar erg mee verveeld. Hij had Rimski eens om zijn<br />

men<strong>in</strong>g gevraagd over zijn symfonie. <strong>De</strong> Russische meester moet toen<br />

gezegd hebben: ‘Indien uw muziek aan <strong>de</strong> Russische doet <strong>de</strong>nken, dan<br />

gelijkt <strong>de</strong> mijne evenzeer op die van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>’.


Re<strong>in</strong>aert <strong>de</strong> Vos<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> heeft <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r<br />

geval geen 25 jaar<br />

moeten wachten op een eerste uitvoer<strong>in</strong>g. Reeds op 13 januari 1904<br />

stond ze op het programma van een <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>concert o.l.v. Edward<br />

Keurvels <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘ Kon. Maatschappij van Dierkun<strong>de</strong>’ te Antwerpen. Hij<br />

heeft zijn symfonie nooit verborgen want er volg<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />

uitvoer<strong>in</strong>gen ervan zowel <strong>in</strong> Antwerpen, Brussel, Gent en Oosten<strong>de</strong>.<br />

Wanneer <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zijn Vioolconcerto begon te schrijven is niet meer<br />

te achterhalen maar hij zou het pas <strong>in</strong> 1934 voltooid hebben. Het<br />

vioolconcerto streeft, ondanks zijn hoge eisen, <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie niet<br />

<strong>de</strong> virtuositeit, maar wel een zuiver muzikale expressie na.<br />

Uit onrustige violen en onheilspellend geroffel ontwikkelt zich een<br />

ernstige lyrische melodie die vlug geconfronteerd wordt met grimmig<br />

sarcasme en vrolijke onbezonnenheid. Het Andante is opgebouwd<br />

rond een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos zoeken<strong>de</strong> melodie, die naar een centraal<br />

dramatisch hoogtepunt leidt. In het ritmische slot is <strong>de</strong> componist van<br />

<strong>de</strong> “Rhapsodie Dahoméenne” aan het woord.<br />

Het Andante werd reeds op 15 april 1912 door <strong>de</strong> ‘Maatschappij <strong>de</strong>r<br />

Symphonische Volksconcerten’ te Antwerpen o.l.v. <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

met als solist J. Camby uitgevoerd.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> wil<strong>de</strong> het concerto opdragen aan C. Thomson, hij schreef<br />

alleen het Andante en het bleef liggen. Hij vervolledig<strong>de</strong> het voor zijn<br />

leerl<strong>in</strong>g F. Wigy die <strong>de</strong> vioolpartij van het eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el nakeek.<br />

Frits Celis vond <strong>de</strong> orkestpartituur terug en creëer<strong>de</strong> het werk<br />

postuum met het ‘Symfonieorkest van <strong>de</strong> BRT’ met als solist V.<br />

Lenaerts op 4 juni 1965 <strong>in</strong> Studio 4 te Brussel.<br />

In 1923 componeer<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong> Fantaisie sur <strong>de</strong>ux thèmes<br />

flammands. Ze wordt terecht zijn mooiste orkestcompositie genoemd.<br />

<strong>De</strong>ze korte maar kernachtige partituur illustreert <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad zijn<br />

v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gskracht op het gebied van variatie en zijn meesterschap als<br />

orkestrator.<br />

Jef Van Durme, leerl<strong>in</strong>g van Alban Berg, schreef begeesterend over dit<br />

werk: ‘Dit is <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, <strong>de</strong> optimist, op zijn best; het werk loopt over<br />

van ironische vondsten, echte Vlaamse guitigheid! Wat een leven op<br />

zijn orkestraal palet’. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was er zelf ook tevre<strong>de</strong>n over. Toen<br />

een vriend hem na een uitvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Brussels conservatorium, waar<br />

het werk geprogrammeerd stond naast Ravel’s La Valse en <strong>de</strong> Don<br />

Quichotte van R. Strauss, hem feliciteer<strong>de</strong> reageer<strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

opgetogen: ‘Bah ja, ik ben er toch nog proper van tussen gekomen,<br />

van tussen die twee kleppers he!’.


<strong>De</strong> Fantasie op twee Vlaamse volkswijzen werd te Antwerpen op 10<br />

<strong>de</strong>cember 1923 gecreëerd tij<strong>de</strong>ns een Concert van <strong>de</strong> ‘Maatschappij<br />

<strong>de</strong>r Nieuwe Concerten’ o.l.v. <strong>de</strong> componist.<br />

Het Concerto voor dubbel klavier ‘Hans’ ontstond tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> jaren<br />

1926-29. Het werd gecomponeerd op bestell<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>genieur Pierre<br />

Hans die een concertvleugel met twee klavieren had ontworpen. Het<br />

pianoconcerto bestaat uit drie beweg<strong>in</strong>gen: een Mo<strong>de</strong>rato dat<br />

onon<strong>de</strong>rbroken overgaat <strong>in</strong> een Scherzo (Presto), en een f<strong>in</strong>ale Allegro.<br />

Het heeft een hechte eenheid. Men v<strong>in</strong>dt er zelfs een soort cyclisch<br />

procédé <strong>in</strong> terug. Niet alleen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> thema’s van het eerste <strong>de</strong>el<br />

kunstig verwerkt op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ale, ook <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g –<br />

het Scherzo (Presto) – ontstaat heel organisch uit het aanvangsmotief<br />

van het concerto. Het Scherzo is een van <strong>de</strong> briljantste en orig<strong>in</strong>eelste<br />

voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> speelse en ook vranke humor die zo kenmerkend<br />

is voor <strong>de</strong> muziek van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. In dit pianoconcerto vond een<br />

versmelt<strong>in</strong>g plaats tussen zijn laatromantische stijl, die vooral wat <strong>de</strong><br />

orkestratie betreft beïnvloed is door <strong>de</strong> Russische Nationale School, en<br />

een ietwat mo<strong>de</strong>rnere Frans get<strong>in</strong>te schrijfwijze.<br />

Het werd gecreëerd door het ‘Symfonisch orkest van <strong>de</strong> Dierentu<strong>in</strong>’<br />

o.l.v. Flor Alpaerts te Antwerpen op 30 november 1932. Soliste was M.<br />

Scapus.<br />

In 1981 werd het concerto, op vraag van Frits Celis, herwerkt tot een<br />

gewoon pianoconcerto door Jozef <strong>De</strong> Beenhouwer die het werk<br />

creëer<strong>de</strong> met het ‘Orkest van <strong>de</strong> Opera voor Vlaan<strong>de</strong>ren’ o .l. v. Frits<br />

Celis op 6 september 1985 <strong>in</strong> <strong>de</strong> S<strong>in</strong>gel te Antwerpen.<br />

Na zijn pensioner<strong>in</strong>g heeft <strong>de</strong> componist <strong>in</strong> 1931 zichzelf overtroffen<br />

met <strong>de</strong> Nocturne. Uitermate fijn en ook briljant georkestreerd, kan ze<br />

gel<strong>de</strong>n als zijn meest impressionistische compositie. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> bereikt<br />

hier, door <strong>de</strong> soms zeer gedurf<strong>de</strong> samenklank, enkele verrassend<br />

suggestieve effecten. Dit etherische en sfeervolle werk, met zijn soms<br />

ijle orkestrale t<strong>in</strong>ten, verheft zich tweemaal tot een grootse<br />

klankontplooi<strong>in</strong>g en verebt dan <strong>in</strong> zachte snaarakkoor<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong>welke<br />

<strong>de</strong> fluit flar<strong>de</strong>n van het thema als echo laat nakl<strong>in</strong>ken.<br />

Franz André zorg<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> creatie van het werk met het ‘Groot<br />

Symfonieorkest van het NIR’ <strong>in</strong> Studio 4 te Brussel maar het werk werd<br />

bekend dankzij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g ervan door <strong>de</strong> ‘Filharmonie van<br />

Antwerpen’ o.l.v. Frits Celis <strong>in</strong> <strong>de</strong> O.-L.-Vrouw-over-<strong>de</strong>-Dijlekerk te<br />

Mechelen op 10 februari 1969.<br />

In <strong>de</strong> late herfst kon <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> ergens <strong>in</strong> een schuur zitten luisteren<br />

naar <strong>de</strong> wanmolen, <strong>de</strong> dorsvlegels en <strong>de</strong> ‘historiekes’ die <strong>de</strong> mannen<br />

vertel<strong>de</strong>n. Vandaar zijn laatste orkestraal werk In <strong>de</strong> Schuur met als<br />

bijtitel Peerke vertelt een historieken.<br />

Het werd een v<strong>in</strong>nig en bruisend scherzo dat niet af geraakte, Gilson<br />

voltooi<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste maten na zijn dood en E. Geeurickx zorg<strong>de</strong> voor<br />

een nieuwe voltooi<strong>in</strong>g (1986).<br />

Het spitsvondige obst<strong>in</strong>ate motief <strong>in</strong> <strong>de</strong> bassen geeft op een<br />

suggestieve wijze het slaan van <strong>de</strong> dorsvlegels weer.


Het werk werd gecreëerd door het ‘Nationaal Orkest van België’ o.l.v.<br />

Gaston Feremans op 26 mei 1939 <strong>in</strong> Studio 4 van het NIR <strong>in</strong> Brussel.<br />

B. Opera’s<br />

Het belangrijkste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> muzikale productie van <strong>August</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> bestaat uit een <strong>in</strong>drukwekken<strong>de</strong> reeks van zes opera’s:<br />

Théroigne <strong>de</strong> Méricourt (1901), W<strong>in</strong>ternachtsdroom<br />

(1902), Rijndwergen (1906), Re<strong>in</strong>aert <strong>De</strong> Vos (1906), La Route d’<br />

Emérau<strong>de</strong> (1920) en een nooit uitgevoer<strong>de</strong> opera Angéla.<br />

W<strong>in</strong>ternachtsdroom, een symbolische sprookjesopera, werd<br />

gecomponeerd op een libretto van Léonce du Catillon en o.l.v. E.<br />

Keurvels gecreëerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Opera <strong>in</strong> Antwerpen op 21 <strong>de</strong>cember<br />

1902. Het is wellicht <strong>de</strong> gaafste operapartituur die <strong>in</strong> ons land<br />

geschreven werd vóór <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog. Opvallend zijn <strong>de</strong><br />

prachtige <strong>in</strong>strumentatie die voor een kleurrijke sfeer zorgt en <strong>de</strong><br />

overvloed aan meeslepen<strong>de</strong> melodieën. Ook maakt <strong>de</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> dit<br />

werk gebruik van talrijke Leitmotiven. Het libretto van du Catillon is<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r verzorgd, vooral omdat <strong>de</strong> verwoord<strong>in</strong>g vaak van een<br />

be<strong>de</strong>nkelijk gehalte is. In het eerste tafereel is <strong>de</strong> Heksendans en<br />

stormbekend gebleven als symfonisch uittreksel. <strong>De</strong> heerlijke aria van<br />

Pr<strong>in</strong>ses Zonnestraal O zonnebloem werd vaak afzon<strong>de</strong>rlijk uitgevoerd.<br />

<strong>De</strong>ze aria werd door <strong>de</strong> componist nadien verwerkt <strong>in</strong> zijn Cantilène<br />

voor cello en piano.<br />

W<strong>in</strong>ternachtsdroom, een éénakter <strong>in</strong> twee taferelen, werd een van <strong>de</strong><br />

grootste successen die <strong>de</strong> Vlaamse Opera ooit boekte met werk van<br />

eigen componisten. Het werk werd nadien <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brusselse<br />

Muntschouwburg, <strong>de</strong> Gentse opera en zelfs <strong>in</strong> Frankrijk en Duitsland<br />

uitgevoerd.<br />

In 1904 begon <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> met <strong>de</strong> compositie van zijn opera <strong>De</strong><br />

Rijndwergen. Hij schreef muziek op een naïef sprookje van Pol <strong>de</strong><br />

Mont. Het zwakke dramatische gegeven werd bijna volledig bedolven<br />

door een muziek die vaak overla<strong>de</strong>n aandoet, temeer daar <strong>de</strong><br />

componist het poëtisch element enigsz<strong>in</strong>s opoffer<strong>de</strong> ten gunste van <strong>de</strong><br />

pseudo-dramatische passages. Op 6 oktober 1906 vond <strong>de</strong> creatie,<br />

o.l.v. E. Keurvels, plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Opera te Antwerpen. Het feit<br />

dat alle belangrijke Vlaamse componisten <strong>de</strong> creatie van <strong>De</strong><br />

Rijndwergen bijwoon<strong>de</strong>n, bewijst hoe groot <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g was<br />

voor <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. Het werd een kortstondig succes en <strong>de</strong> opera verdween<br />

na drie uitvoer<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> affiches.<br />

<strong>De</strong> aangrijpen<strong>de</strong> Treurmars werd vaak afzon<strong>de</strong>rlijk uitgevoerd. Frits<br />

Celis betreur<strong>de</strong> het dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zoveel bladzij<strong>de</strong>n mooie muziek<br />

vergooi<strong>de</strong> aan een waar<strong>de</strong>loze <strong>tekst</strong> en stel<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> lijvige partituur<br />

een symfonische suite samen <strong>De</strong> kle<strong>in</strong>e Rijnkon<strong>in</strong>g (2007).<br />

Raf Verhulst, een goe<strong>de</strong> vriend van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, schreef het dierenspel<br />

Re<strong>in</strong>aert <strong>De</strong> Vos. We wezen er reeds op dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze opera die<br />

z<strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> Vlaamse vrijheidsstrijd niet tot <strong>de</strong> best geslaag<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> partituur behoren. Wat al het overige betreft behoort <strong>de</strong> Re<strong>in</strong>aert<br />

partituur ongetwijfeld tot <strong>de</strong> gaafste en rijkste uit <strong>de</strong> artistieke<br />

nalatenschap van <strong>de</strong> componist. Het is vooral <strong>de</strong> muzikale humor die<br />

<strong>de</strong>ze opera tot een werk van een uitzon<strong>de</strong>rlijk gehalte maakt. <strong>De</strong><br />

fratsen door Re<strong>in</strong>aert uitgehaald <strong>in</strong> het klooster (twee<strong>de</strong> bedrijf) en<br />

met Bru<strong>in</strong> <strong>de</strong> beer (<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrijf), wer<strong>de</strong>n door <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> op kostelijke<br />

wijze muzikaal uitgebeeld en orkestraal schitterend <strong>in</strong> <strong>de</strong> verf gezet.<br />

Alleen reeds om <strong>de</strong> meesterlijke parafrase op het volkslied ‘Zeg


kwezelke, wil<strong>de</strong> gij dansen?’ waarmee het twee<strong>de</strong> bedrijf besluit<br />

behoort Re<strong>in</strong>aert tot <strong>de</strong> <strong>Boeck</strong>s markantste schepp<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong><br />

uilenspiegelachtige guitenstreken van Re<strong>in</strong>aert heeft <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een<br />

gegeven gevon<strong>de</strong>n waarbij zijn sprankelen<strong>de</strong> fantasie een hoogtepunt<br />

bereikt. Hierdoor is Re<strong>in</strong>aert <strong>de</strong> Vos tot <strong>de</strong> meest fijnz<strong>in</strong>nig spirituele<br />

opera uitgegroeid die <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren werd geschreven. <strong>De</strong> creatie vond<br />

plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Opera te Antwerpen o.l.v. A. Dubois op 9 januari<br />

1909. Niemand m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan componist Robert Herberigs zong <strong>de</strong><br />

titelrol.<br />

Alle biografen van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zijn het er over eens dat La Route<br />

d’Emérau<strong>de</strong>, een werk <strong>in</strong> vier bedrijven en vijf taferelen, het<br />

meesterwerk bij uitstek is van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>.<br />

Max Hautier, die het libretto schreef, schetste ons <strong>de</strong><br />

ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>ze compositie. Op een avond <strong>in</strong> 1913<br />

vertel<strong>de</strong> hij aan <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> dat hij zich s<strong>in</strong>ds lang aangetrokken voel<strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e om een libretto te distilleren uit <strong>de</strong> roman La Route<br />

d’Emérau<strong>de</strong> van Eugène <strong>De</strong>mol<strong>de</strong>r. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> die <strong>de</strong>ze roman<br />

bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> werd onmid<strong>de</strong>llijk enthousiast en bei<strong>de</strong> mannen<br />

begonnen koortsachtig te werken. Helaas werd Max Hautier on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

wapens geroepen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog en had zijn libretto<br />

nog niet afgewerkt. Toch begon <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> tij<strong>de</strong>ns het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong><br />

oorlog aan <strong>de</strong> compositie maar tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lange <strong>de</strong>primeren<strong>de</strong><br />

oorlogsjaren schoot het componeren niet op. Na <strong>de</strong> oorlog werkten<br />

bei<strong>de</strong> mannen weer ver<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> opera. Toen componist Oscar Roels,<br />

directeur van <strong>de</strong> Gentse opera, <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> kwam opzoeken bleek dat <strong>de</strong><br />

partituur nog niet georkestreerd was. Toch besloot men het werk het<br />

daaropvolgend speeljaar te Gent op te voeren. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> heeft dan <strong>de</strong><br />

zeshon<strong>de</strong>rd bladzij<strong>de</strong>n tellen<strong>de</strong> partituur <strong>in</strong> vier maan<strong>de</strong>n afgewerkt.<br />

In dit meesterwerk heeft <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> werkelijk zichzelf overtroffen want<br />

geen an<strong>de</strong>re opera, en wellicht zelfs geen enkel groot werk uit zijn<br />

oeuvre, vertoont een <strong>de</strong>rgelijke rijkdom aan <strong>in</strong>spiratie. Heel<br />

merkwaardig <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze partituur is <strong>de</strong> menselijke te<strong>de</strong>rheid, een<br />

<strong>in</strong>nigheid die nooit sentimenteel wordt en waarvan door <strong>de</strong> uiterlijke<br />

eenvoudige schrijfwijze een sterk emotionele zegg<strong>in</strong>gskracht uitgaat.<br />

<strong>De</strong> première vond plaats <strong>in</strong> het ‘Théâtre Royal’ <strong>in</strong> Gent o.l.v. Oscar<br />

Roels op 25 februari 1921 en werd een overweldigend succes. Nog<br />

hetzelf<strong>de</strong> jaar stond het op het programma van het ‘Théâtre Royal<br />

Français’ te Antwerpen. <strong>De</strong> ‘Vlaamse Opera’ had haar kans verkeken<br />

want <strong>de</strong> directeurs Steurbaut en Alpaerts had<strong>de</strong>n het werk afgewezen,<br />

wellicht omdat het gecomponeerd was op een oorspronkelijke Franse<br />

<strong>tekst</strong>. Pas <strong>in</strong> 1933 werd het daar opgevoerd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Francesca<br />

o.l.v. Renaat Veremans. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brusselse Muntschouwburg werd het<br />

aanvankelijk geweerd en na veel discussies uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> 1926<br />

opgevoerd <strong>in</strong> aanwezigheid van kon<strong>in</strong>g Albert en kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Elisabeth.<br />

<strong>De</strong> opera’s van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> behoren tot zijn meest omvangrijke en best<br />

geslaag<strong>de</strong> werken. Helaas wor<strong>de</strong>n ze nooit meer uitgevoerd en op CD<br />

gebracht. Dat is uitermate jammer omdat hierdoor een aanzienlijk<br />

<strong>de</strong>el van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s oeuvre onbekend blijft. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>de</strong>elt hier het lot<br />

van al <strong>de</strong> Vlaamse componisten.<br />

C. Vocaal werk<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> heeft een groot aantal lie<strong>de</strong>ren geschreven. Terwijl Lo<strong>de</strong>wijk<br />

Mortelmans door Paul Gilson bestempeld werd als ‘Pr<strong>in</strong>s van het<br />

Vlaamse Lied’ toont <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een ongewoon meesterschap <strong>in</strong><br />

melodieën op Franse <strong>tekst</strong>en.


We wezen reeds op <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> Jeanne Cuis<strong>in</strong>nierlie<strong>de</strong>ren. Zijn<br />

bekendste lied werd <strong>in</strong> 1919 geschreven toen hij La Route d’Emérau<strong>de</strong><br />

aan het componeren was: L’ église paysanne ( Paul Fierens) dat on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse vertal<strong>in</strong>g van Maurits Sabbe heel bekend werd.<br />

In een <strong>in</strong>terview beken<strong>de</strong> <strong>de</strong> componist: ‘ Ik her<strong>in</strong>ner me, dat Het<br />

Kerkske van te Lan<strong>de</strong> om 7 uur ’s avonds begonnen, reeds om 10 uur<br />

kant en klaar was !’<br />

In dit lied wordt <strong>de</strong> <strong>tekst</strong> als een psalm gereciteerd, on<strong>de</strong>rsteund door<br />

modale akkoordverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g. <strong>De</strong> eenvoudige<br />

religieuze sfeer werd hier weergaloos getroffen.<br />

<strong>De</strong> Stances à Marylyse en <strong>de</strong> <strong>De</strong>ux nouvelles Stances zijn acht korte<br />

lief<strong>de</strong>slie<strong>de</strong>ren, op <strong>tekst</strong> van Geo Verrycken, vermoe<strong>de</strong>lijk allen<br />

ontstaan tussen 1933 en 1935. Zij laten een bezonken en sereen<br />

componist aan het woord net als <strong>in</strong> Epithaphe op <strong>tekst</strong> van Charles van<br />

Lerberghe, dat gecomponeerd werd <strong>in</strong> zijn laatste levensjaar.<br />

Vooral bij zijn lie<strong>de</strong>ren op Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>tekst</strong>en zijn er heel wat<br />

gelegenheidscomposities en was <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> niet veeleisend wat <strong>de</strong><br />

keuze van <strong>de</strong> gedichten betreft.<br />

Een van <strong>de</strong> populairste lie<strong>de</strong>ren van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> is wel Het groetend<br />

K<strong>in</strong>dje, op <strong>tekst</strong> van Lambrecht Lambrechts die waar<strong>de</strong>loze verzen bij<br />

<strong>de</strong> vleet schreef. Dat heeft echter niet belet dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> een<br />

verrukkelijk kle<strong>in</strong>ood schreef.<br />

Toen componist Renaat Veremans, een goe<strong>de</strong> vriend van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, op<br />

zoek was naar een geschikt lied voor <strong>de</strong> uitgave van ‘<strong>De</strong> R<strong>in</strong>g’,<br />

ont<strong>de</strong>kte hij te Leuven het handschrift van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s prachtig lied<br />

Vre<strong>de</strong>. Veremans vroeg <strong>de</strong> toelat<strong>in</strong>g tot publicatie, maar <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

beweer<strong>de</strong> dit lied niet te kennen. Toen Veremans hem het lied<br />

voorspeel<strong>de</strong> werd <strong>de</strong> componist, bij het herkennen van zijn


compositie, aangegrepen door een ontroer<strong>in</strong>g die hij nauwelijks kon<br />

verbergen.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, die nooit aan iemand iets kon weigeren, schreef veel<br />

gelegenheidscantates en cantates zijn vandaag zeker niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>. <strong>De</strong> reeds geciteer<strong>de</strong> Hul<strong>de</strong>zang aan O.L.Vrouw-ter-Nood op<br />

<strong>tekst</strong> van Jan <strong>De</strong> Smedt vormt hierbij een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Ze werd on<strong>de</strong>r<br />

zijn leid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> componist te Merchtem uitgevoerd <strong>in</strong> 1905, 1914,<br />

1928 en 1930. Bij elk jubileumjaar, <strong>de</strong> laatste maal was dit <strong>in</strong> 2005,<br />

wordt <strong>de</strong>ze cantate nog steeds enthousiast gezongen zodat ze van<br />

generatie tot generatie wordt doorgegeven.<br />

Met <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rcantates Gloria Flori (1911) en <strong>De</strong> Zangers <strong>in</strong> het Woud<br />

(1923) heeft hij op een persoonlijke wijze een traditie voortgezet die<br />

door Peter Benoit was begonnen.<br />

Vrij uitgebreid is ook het aantal godsdienstige werken met zeker heel<br />

wat gebruiksmuziek voor <strong>de</strong> kerkkoren waar <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> organist was.<br />

Vele werken wer<strong>de</strong>n opgedragen aan <strong>de</strong> ongeschoei<strong>de</strong> karmelieten van<br />

Brussel waar <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> niet alleen organist maar ook vriend aan huis<br />

was. Enkele pareltjes zijn er terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zoals O beata Mater en <strong>de</strong><br />

mooie driestemmige Mis <strong>in</strong> h uit 1898. Voor het S<strong>in</strong>t-Romboutskoor<br />

van Mechelen schreef hij Surrexit Dom<strong>in</strong>us voor vierstemmig koor en<br />

orgel. Het is machtige kathedraalmuziek die werd gecreëerd op Pasen<br />

1922 o.l.v. Mgr. Jules Van Nuffel.


D. Instrumentaal werk<br />

Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentale muziek zijn <strong>de</strong> pianowerken het talrijkst. Geen<br />

grote sonates zijn het maar bondige werken. Vooral zijn k<strong>in</strong><strong>de</strong>rstukjes,<br />

die <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> componeer<strong>de</strong> tussen 1921 en 1937, behoren tot <strong>de</strong><br />

beste en meest geïnspireer<strong>de</strong> werken voor klavier. Ze zijn op <strong>de</strong> eerste<br />

plaats voor pedagogische doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n geschreven of als huismuziek<br />

bedoeld.<br />

Zijn an<strong>de</strong>re pianowerken zijn geschikt voor <strong>de</strong> huiskr<strong>in</strong>g, het salon of<br />

<strong>de</strong> concertzaal.<br />

<strong>De</strong> Prélu<strong>de</strong> uit 1909 is één van die stukken die qua orig<strong>in</strong>aliteit,<br />

sfeerschepp<strong>in</strong>g en gevarieer<strong>de</strong> pianistieke schrijfwijze behoren tot het<br />

beste wat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> <strong>in</strong> dit genre presteer<strong>de</strong>. Men hoort er nog wel <strong>de</strong><br />

pianistieke traditie van een Liszt doorkl<strong>in</strong>ken, maar dan van een Liszt<br />

die <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> Russische School zou on<strong>de</strong>rgaan hebben.<br />

<strong>De</strong> twee Scherzi en <strong>de</strong> twee Toccata’s zijn beslist voor <strong>de</strong> concertzaal<br />

geschreven. Vooral <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Toccata uit 1927 is een uitzon<strong>de</strong>rlijk<br />

moeilijk te spelen werk. In <strong>de</strong>ze concertstukken behan<strong>de</strong>lt <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong><br />

het klavier vooral als een slag<strong>in</strong>strument en is daarbij ritmisch heel<br />

<strong>in</strong>ventief. In tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn lie<strong>de</strong>ren die ofwel een hoge lyrische<br />

vlucht nemen ofwel van een bezonken eenvoud getuigen, is zijn<br />

pianomuziek voor alles <strong>de</strong> weerspiegel<strong>in</strong>g van zijn sprankelen<strong>de</strong> geest.<br />

Bijgevolg neigt zij meer naar parelend klankenspel of naar een<br />

geraff<strong>in</strong>eerd virtuoze aanwend<strong>in</strong>g van het klavier.<br />

<strong>De</strong> mooie en grootse Fantasie voor diatonische harp werd geschreven<br />

<strong>in</strong> 1916. Het werk wordt gedragen door een somber thema: een<br />

Slavisch aandoen<strong>de</strong> melopee die op verschillen<strong>de</strong> manieren wordt


uitgewerkt en on<strong>de</strong>rbroken wordt door een twee<strong>de</strong> thema. Het twee<strong>de</strong><br />

motief doet ons <strong>de</strong>nken aan César Franck.<br />

<strong>De</strong> mysterieuze ca<strong>de</strong>ns waarmee <strong>de</strong> Improvisation voor chromatische<br />

harp geopend wordt, laat geen enkele twijfel bestaan over het<br />

<strong>in</strong>strument waarvoor ze bestemd is. Uit arabesken en wervelen<strong>de</strong><br />

loopjes ontwikkelt zich traag een koraalthema. Dit thema wordt nadien<br />

uitgewerkt <strong>in</strong> een e<strong>in</strong><strong>de</strong>looze reeks variaties die meer dan eens<br />

illustreren wat een schitterend organist - improvisator <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> wel<br />

was.<br />

Als organist schreef <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> slechts zes orgelwerken, waarvan een<br />

Scherzando een jeugdwerk is.<br />

Het Allegro con fuoco daterend van 1897 droeg hij op aan zijn<br />

leermeester A. Mailly. Het behoort tot het beste uit onze<br />

orgelliteratuur en mag gerust met <strong>in</strong>ternationale maatstaven wor<strong>de</strong>n<br />

beoor<strong>de</strong>eld. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> creëer<strong>de</strong> zelf het werk op 4 april 1898 ter<br />

gelegenheid van <strong>de</strong> <strong>in</strong>spel<strong>in</strong>g van het orgel van <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Pieterskerk te<br />

Jette. Ofschoon <strong>de</strong> sporen van César Franck niet te loochenen zijn,<br />

verraadt dit werk toch een krachtig en persoonlijk temperament.<br />

<strong>De</strong> Trois Pièces voor orgel (Prélu<strong>de</strong>, Andante en Allegretto, omstreeks<br />

1898 uitgegeven) zijn pretentieloze genrestukjes, geconcipieerd voor<br />

het romantische orgel. Niettem<strong>in</strong> zijn ze harmonisch rijk uitgewerkt.<br />

<strong>De</strong> Marche Nuptiale is waarschijnlijk een gelegenheidscompositie.<br />

<strong>De</strong>ze bruiloftsmars wordt beheerst door een volkse melodie<br />

<strong>in</strong>gekleed<strong>in</strong> fijne harmonie. Het werk is een briljante, uiterlijke muziek<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> geest van Lemmens’ Fanfare.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s orgelwerken zijn <strong>de</strong> enige van zijn werken die het meest<br />

gespeeld wor<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> talrijke orgelconcerten <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen -en<br />

buitenland.<br />

<strong>De</strong> Fantasia voor altviool en piano werd geschreven <strong>in</strong> 1916 en<br />

opgedragen aan een virtuoos, Napoleon Distelmans. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zorg<strong>de</strong><br />

later voor een begeleid<strong>in</strong>g met orkest. Het is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze versie dat het<br />

tij<strong>de</strong>ns een concert op 17 en 18 maart 1929 werd uitgevoerd door<br />

Napoleon Distelmans met het ‘Orkest van <strong>de</strong> Maatschappij van <strong>de</strong><br />

Nieuwe Concerten’ <strong>in</strong> Antwerpen o.l.v. Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong> Vocht. <strong>De</strong> opbouw<br />

van het werk is drieledig. Een Andante met eenvoudige<br />

akkoor<strong>de</strong>nbegeleid<strong>in</strong>g doet weemoedig aan. Het mid<strong>de</strong>n<strong>de</strong>el, een<br />

Allegro dat <strong>in</strong> twee fasen verloopt, is daarentegen opgewekt, bijna<br />

overmoedig. Het mondt uit <strong>in</strong> een terugkeer van het Andante-tempo.<br />

<strong>De</strong> Cantilène voor cello en piano bespraken we reeds want het is een<br />

bewerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aria van pr<strong>in</strong>ses Zonnestraal uit W<strong>in</strong>ternachtsdroom<br />

en werd ook voorzien van een sfeervolle orkestbegeleid<strong>in</strong>g met harp<br />

en snarenkw<strong>in</strong>tet.<br />

<strong>De</strong> Fantaisie voor hobo en piano werd geschreven <strong>in</strong> 1926, <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd<br />

dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> directeur was van het Ste<strong>de</strong>lijk Conservatorium te<br />

Mechelen. Het is merkwaardig dat <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> heel vruchtbaar was<br />

voor <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> als componist.<br />

Het Gebed voor viool en piano is het meest beklijven<strong>de</strong> en het laatste<br />

werk dat na zijn dood aan zijn piano werd gevon<strong>de</strong>n.


In 1938 werd het uitgegeven door Joris Vriamont ten voor<strong>de</strong>le van het<br />

‘<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> Fonds’. Maurice Rask<strong>in</strong>, vioolleraar aan het Brussels<br />

Conservatorium, voorzag het van <strong>de</strong> nodige aanwijz<strong>in</strong>gen. Het werk<br />

werd te Merchtem bekend door <strong>de</strong> talrijke uitvoer<strong>in</strong>gen ervan door <strong>de</strong><br />

gebroe<strong>de</strong>rs Edward (piano), later organist van <strong>de</strong> Brusselse kathedraal,<br />

en Armand (viool) Teirl<strong>in</strong>ck.<br />

Zijn belangrijkste werk voor kamermuziek is echter <strong>de</strong> Cellosonate uit<br />

1894 waarvan ook een versie voor viool bestaat.<br />

<strong>De</strong>ze cellosonate werd pas <strong>in</strong> 1998 teruggevon<strong>de</strong>n en door Jozef <strong>De</strong><br />

Beenhouwer, pianist en ver<strong>de</strong>diger van <strong>de</strong> werken van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>, en<br />

Marien van Staalen, cellist, opgenomen (Phaedra). Bekend was<br />

<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls wel dat <strong>de</strong> componist er eveneens een versie voor viool en<br />

piano van had gemaakt. Bij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitgave kon<br />

componist Frits Celis omstreeks 2000 over een kopie van het<br />

handschrift van die vioolversie beschikken. <strong>De</strong>ze werd tij<strong>de</strong>ns WO I<br />

uitgevoerd door pianist Emile Bosquet en violiste Alice Rotsaert. Het is<br />

aan <strong>de</strong> hand van die handschriften moeilijk uit te maken of nu <strong>de</strong><br />

celloversie of <strong>de</strong> vioolversie <strong>de</strong> oudste is. <strong>De</strong> sonate bestaat uit drie<br />

<strong>de</strong>len: Allegro agitato, Andante en Allegro.<br />

In dit jeugdwerk is vooral <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van Grieg terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n maar <strong>in</strong><br />

het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el merkt men ook <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s voorlief<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> Franse<br />

lyriek van een Gounod.<br />

In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el zijn er her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen aan César Franck. <strong>De</strong>ze sonate<br />

getuigt vooral van het ontluiken<strong>de</strong>, maar niettem<strong>in</strong> reeds grote<br />

kenmerk van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> als schitterend melodist. In <strong>de</strong>ze jeugdsonate,<br />

die wel wat langdradig is, schuilt een belofte die <strong>de</strong> componist later<br />

niet heeft <strong>in</strong>gelost. Behalve enkele kle<strong>in</strong>e werken voor viool of cello


heeft <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> geen kamermuziek meer geschreven. We kunnen dit<br />

enkel betreuren.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s leraar en vriend Paul Gilson betreur<strong>de</strong> het dan ook terecht<br />

dat <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> niet ver<strong>de</strong>r volhard heeft <strong>in</strong> een genre waarvoor hij<br />

zoveel talent bezat.<br />

Tot slot beste<strong>de</strong>n we ook aandacht aan <strong>de</strong> werken voor<br />

koperensemble, fanfare of harmonieorkest. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> had bij het<br />

schrijven van werken voor harmonie en fanfare een an<strong>de</strong>r doel voor<br />

ogen dan Paul Gilson. Hij schreef <strong>de</strong>ze werken vooral om zijn vrien<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> plaatselijke harmonie of fanfare een plezier te doen en niet om<br />

het blaasorkest als volwaardige orkestvorm een nieuw en orig<strong>in</strong>eel<br />

repertoire te geven. Een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vormt <strong>de</strong> Fantaisie (1902) voor<br />

<strong>de</strong> ‘Fanfare Wagnérienne’, <strong>de</strong> samenspelklas kopers van het Kon<strong>in</strong>klijk<br />

Muziekconservatorium van Brussel. Het werk is geschreven voor 18<br />

kopers en slagwerk. Jef Van Hoof maakte nadien van <strong>de</strong>ze Fantaisie<br />

een <strong>in</strong>strumentatie voor zijn ‘ Antwerps koperensemble’. In 1925<br />

maakte <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zelf een versie voor harmonieorkest die hij opdroeg<br />

aan <strong>de</strong> ‘Harmonie Maatschappij’ <strong>de</strong> ‘Cercle Mozart’ uit Mechelen.


Besluit<br />

Samen met Gilson en Lo<strong>de</strong>wijk Mortelmans probeer<strong>de</strong> <strong>August</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> zich los te maken van <strong>de</strong> al te grote <strong>in</strong>vloed van Peter Benoit en<br />

zocht naar Europese aansluit<strong>in</strong>g. Zoals zijn generatiegenoten is <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> steeds een romanticus gebleven, met een vloeien<strong>de</strong>, mild-<br />

zangerige schrijftrant en een weel<strong>de</strong>rige en kleurrijke <strong>in</strong>strumentatie.<br />

In zijn beg<strong>in</strong>perio<strong>de</strong> werd hij sterk beïnvloed door <strong>de</strong> Russische<br />

nationale school met Rimski-Korsakov en Borod<strong>in</strong>, wier sprankelen<strong>de</strong><br />

muziek sterk <strong>in</strong>werkte op zijn compositiestijl. Vrij vlug speel<strong>de</strong> ook het<br />

Franse impressionisme een rol, naast een zekere beïnvloed<strong>in</strong>g vanuit<br />

<strong>de</strong> opera’s van Wagner. Maar er is natuurlijk ook het typisch Vlaams<br />

aspect, waarbij <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> enkel <strong>de</strong> kwaliteiten van het nationalisme <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Vlaamse muziek bewaar<strong>de</strong>, waardoor hij een unicum is <strong>in</strong> onze<br />

nationale muziekwereld: tegelijk spontaan, vol humor, kleurrijk en<br />

gedragen door een sterk gevoelsleven. In zijn omvangrijk oeuvre, dat<br />

niet alleen uit meesterwerken bestaat, treffen we enkele werken aan<br />

die, ook met Europese maatstaven gemeten, beslist <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />

kunnen doorstaan met het werk van menig beroemd buitenlands<br />

componist.<br />

<strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> zijn verschijn<strong>in</strong>g had iets raadselachtigs, omdat hij<br />

zijn werkelijke gevoelens zel<strong>de</strong>n prijsgaf. Hij had geen behoefte om<br />

over zijn composities te spreken, maar bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g ervan<br />

gebeur<strong>de</strong> het dat hij nauwelijks zijn ontroer<strong>in</strong>g kon verbergen. In een<br />

<strong>in</strong>terview getuig<strong>de</strong> hij dat muziek ‘van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gilet’, vanuit het hart<br />

moest komen. In zijn werken kl<strong>in</strong>kt soms een fijngevoeligheid die hij<br />

<strong>in</strong> zijn dagelijks leven verborg. Hij uitte zich <strong>in</strong> korte, rake maar nooit<br />

kwetsen<strong>de</strong> uitspraken en <strong>de</strong>ze kenmerken zijn ook <strong>in</strong> zijn muziek<br />

terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Hij was eenvoudig, oprecht en had een afkeer voor<br />

alles wat kunstmatig was. <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was een levensgenieter met z<strong>in</strong><br />

v o o r e e n<br />

eer<strong>de</strong>r


eugheliaanse humor. Met zijn orig<strong>in</strong>ele humor heeft hij meegewerkt<br />

om <strong>de</strong> Vlaamse muziek op te trekken tot op een Europees peil.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> was ongetwijfeld Vlaamsvoelend maar het <strong>de</strong>bat rond <strong>de</strong><br />

Vlaamse cultuurstrijd <strong>in</strong>teresseer<strong>de</strong> hem niet. Hij was bevriend met<br />

flam<strong>in</strong>ganten maar was ook welkom <strong>in</strong> het Brussels Franstalig milieu.<br />

Hij was graag <strong>in</strong> gezelschap van vrouwen maar was tevens k<strong>in</strong>d aan<br />

huis bij <strong>de</strong> monniken van Affligem. Zijn werken wer<strong>de</strong>n zowel<br />

uitgevoerd te Antwerpen en Brussel, als te Parijs en Berlijn.<br />

<strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>s hoedanighe<strong>de</strong>n als mens en als componist v<strong>in</strong><strong>de</strong>n hun<br />

oorsprong <strong>in</strong> zijn plaats van afkomst, zijn geboortedorp en <strong>in</strong> wezen<br />

heeft hij zich daar nooit willen aan onttrekken.<br />

Gaston Feremans schreef: ‘Zijn kunst is Brabants, rijk en welig als het<br />

heuvelland’.<br />

In een zeldzaam <strong>in</strong>terview, enkele dagen voor zijn dood, sprak <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong> een oor<strong>de</strong>el uit over <strong>de</strong> jongeren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> componisten: ‘ Er zijn<br />

veelbeloven<strong>de</strong> krachten. Maar over het algemeen mist hun werk<br />

grondige studie. Men meent te vlug dat men het zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regels kan<br />

doen. Maar men moet ze kennen om ze behoorlijk te overtre<strong>de</strong>n.<br />

Straw<strong>in</strong>sky zei eens aan een jong componist te onzent, die hem vroeg<br />

of het wel nodig was, fuga en contrapunt te schrijven: “ Leer fuga en<br />

contrapunt zolang en zoveel ge kunt!”. Het was een wijs antwoord. En<br />

dan, er is teveel maakwerk. Het komt niet “van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gilet”. Uit het<br />

hart moet het komen. En <strong>de</strong> technische kennis, <strong>de</strong> beslagenheid doen<br />

<strong>de</strong> rest… Als men technisch gewapend is, dan kan men <strong>de</strong> <strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g<br />

van het ogenblik, <strong>in</strong> al haar oprechtheid, <strong>de</strong>s te beter vastleggen…’.<br />

In 2011-2012 zal door <strong>de</strong> gemeente Merchtem een <strong>August</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Boeck</strong>jaar gevierd wor<strong>de</strong>n n.a.v. <strong>de</strong> 75 ste verjaardag van het overlij<strong>de</strong>n<br />

van <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>. <strong>De</strong> bedoel<strong>in</strong>g is zowel <strong>in</strong> Merchtem als <strong>in</strong> het<br />

Vlaamse land <strong>de</strong> muziek en het leven van <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong> meer bekendheid<br />

te geven door het uitgeven van een monografie, een Phaedra CD met<br />

nooit eer<strong>de</strong>r opgenomen werken, <strong>de</strong> uitgave van partituren en het<br />

organiseren van concerten.<br />

Frank TEIRLINCK, lid van het <strong>August</strong> <strong>De</strong> <strong>Boeck</strong>comité.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!