download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
128 reviewartikel verely purged’. De auteur besteedt wel aandacht aan de volgens hem belangrijke rol die de burgerij speelde bij de zuiveringen in Den Haag, Dordrecht, Leiden en Haarlem, maar wat was de rol van de burgerij in steden als Enkhuizen, Purmerend en Alkmaar waar geen regenten werden ontslagen? In zijn negende hoofdstuk, ‘The Outcome of the Purges’, stelt de auteur dat er nogal wat burgers in de nieuwe vroedschappen werden benoemd, maar we lezen niet hoeveel het er waren. Roorda noemt het aantal ook niet, spreekt van ‘enige aanzienlijke burgers’, maar in een proefschrift waarin nogal wat kritiek wordt geuit op Partij en Factie, zou het bijzonder interessant geweest zijn te weten hoeveel burgers er in de nieuwe vroedschappen waren benoemd. Concluderend mogen we stellen dat Printed Pandemonium een waardevolle aanvulling is op de geschiedschrijving over het Rampjaar, die tot nu toe nogal Roordiaans gekleurd was. Aangezien pamfletten niet het hele verhaal vertellen, lijkt het me echter (nog) niet mogelijk de stelling van Roorda dat de burgerij een werktuig was in de handen van de onderliggende regentenfactie naar het rijk der fabelen te verwijzen. Terwijl Reinders alleen de binnenlandse politiek in 1672 behandelt, richt Luc Panhuysen in zijn Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (2009) zich beduidend meer op buitenlandse kwesties. Zoals ik in de inleiding al kort aangaf, belicht de auteur de activiteiten in het Rampjaar van Margaretha Turnor, Vrouwe van Amerongen, haar man Godard Adriaen van Reede, Heer van Amerongen en hun enige zoon Godard van Reede van Ginkel. Hij doet dit aan de hand van de briefwisseling tussen de drie personages, die zich bevindt zich in het Huisarchief Amerongen en thans te raadplegen is in het Rijksarchief in Utrecht. Deze drie leden van het geslacht Amerongen becommentarieerden ieder vanuit hun eigen perspectief de wereld en de gebeurtenissen van 1672, waarbij dient opgemerkt te worden dat de auteur een ruime definitie van het Rampjaar hanteert om ook de ontwikkelingen in 1673 te kunnen volgen. In drieëntwintig hoofdstukken wordt afwisselend aandacht besteed aan de moeder, de echtgenoot en de zoon. Deze afwisseling zorgt voor de nodige variatie en bevordert de leesbaarheid van het boek. We volgen vader Godard Adriaan op zijn missie naar Brandenburg, waarheen deze ervaren diplomaat gestuurd werd om de keurvorst van Brandenburg te verzoeken de Republiek tegen Frankrijk bij te staan. Terwijl Petra Dreiskämper maar één bladzijde gewijd heeft aan de acties van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg, gaat in het boek van Panhuysen zeker een derde deel over Brandenburgse zaken. Van Amerongen slaagde erin om in mei 1672 een bondgenootschap met Brandenburg te sluiten. Zijn tocht met een Brandenburgs-Oostenrijks leger richting Republiek leidde niet tot directe hulp aan de door Frankrijk belaagde staat, omdat de Duitse keizer Leopold i, die met Frederik Willem en de Republiek een defensief bondgenootschap had gesloten, geen openlijke breuk met Frankrijk wilde. Wel zorgde het Brandenburgs-Oostenrijkse optreden ervoor dat de Fransen troepen uit Nederland moesten worden overgeplaatst naar Duitsland om de activiteiten van de keizerlijke commandant Montecucculi en keurvorst Frederik Willem in de gaten te houden. Daardoor verminderde de druk op de Republiek en kreeg zij de mogelijkheid zich te herstellen. Na zijn mislukte missie met het Brandenburgs-Oostenrijkse leger keerde Van Amerongen terug naar Nederland, werd voorzitter van de Utrechtse ridderschap, maar zijn hoop om de steun en toeverlaat van Willem iii in Utrecht te worden, werd geen realiteit. Zijn acht jaar oudere vrouw Margaretha bleef in het stamslot achter, maar zag zich in juni 1672 gedwon-
nieuwe vergezichten op het rampjaar 1672 129 gen te vluchten toen de Fransen Amerongen naderden. Met haar schoondochter Ursula Philippota van Raesfelt, die zij niet zo mocht, en haar drie kleinkinderen, trok ze eerst naar Amsterdam en in oktober naar Den Haag waar de familie aan de Kneuterdijk een huis bezat. In februari 1673 hoorde Margaretha dat de Fransen het kasteel Amerongen in brand hadden gestoken. Nadat de vijand Utrecht in november 1673 had ontruimd, had zij de supervisie op de bouw van het huidige kasteel Amerongen. Zoon Godard was de militair, kolonel van een regiment cavalerie en begin 1672 gelegerd aan de IJssellinie. De linie moest worden opgegeven toen de Fransen in juni bij Tolhuis de Rijn overstaken en het IJsselleger in de rug dreigden aan te vallen. Vervolgens verdedigde hij bij Schoonhoven de Waterlinie, nam deel aan de expedities naar Charleroi eind 1672 en Bonn in november 1673. Hij raakte in augustus 1674 gewond tijdens de slag bij Seneffe, in de Spaanse Nederlanden, die Willem iii wilde heroveren op de Fransen. Een jaar later kreeg hij de fel begeerde functie van generaal-majoor. Het boek van Panhuysen blinkt uit door originaliteit, leesbaarheid en aandacht voor human interest. Zijn gebruik van primaire bronnen uit het Huisarchief Amerongen zorgt ervoor dat de lezer ook veel nieuwe informatie in Het Rampjaar aantreft. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het boek genomineerd is geweest voor de Grote Geschiedenisprijs van het Historisch Nieuwsblad. Een bezwaar is echter dat de auteur sommige zaken beter had moeten uitleggen. Een voorbeeld daarvan is te zien bij Panhuysens bespreking van de Utrechtse politiek. De auteur meldt dat Van Amerongen zijn best deed zijn neef, de heer van Welland, in het college van de geëligeerden gekozen te krijgen. De opmerking dat de geëligeerden een overblijfsel waren uit het katholieke verleden van vóór de Opstand is veel te mager en had beter moeten worden uitgelegd. Soms is de auteur ook wat onnauwkeurig. Er waren bijvoorbeeld geen twee broers van Hannover, waar Van Amerongen langs kwam op weg naar Berlijn. Het gaat in het kader van deze recensie te ver om uitgebreid in te gaan op de rol van de drie broers van het Huis Brunswijk-Lüneburg en hun neef uit het Huis Brunswijk-Wolffenbüttel, maar beter zoekwerk in bijvoorbeeld G. Schnath’s Geschichte Hannovers im Zeitalter des neunten Kur und der Englischen Sukzession (Hildesheim 1938) had Panhuysen voor deze fout kunnen behoeden. Deze lichte kritiek neemt niet weg dat de auteur met dit boek een uiterst leesbaar en inhoudelijk verantwoord werk heeft geschreven. Academische historici hebben nogal eens de neiging vooral voor hun eigen doelgroep te schrijven. Het is de verdienste van Panhuysen dat hij juist het grote publiek bedient met een boek dat de toets der kritiek bijzonder goed kan doorstaan.
- Page 15 and 16: oeren, bezit en bodemproblemen 77 g
- Page 17 and 18: oeren, bezit en bodemproblemen 79 c
- Page 19 and 20: oeren, bezit en bodemproblemen 81 v
- Page 21 and 22: oeren, bezit en bodemproblemen 83 a
- Page 23 and 24: Adri P. van Vliet De visserij van
- Page 25 and 26: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 27 and 28: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 29 and 30: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 31 and 32: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 33 and 34: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 35 and 36: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 37 and 38: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 39 and 40: de visserij van ‘het arme seedorp
- Page 41 and 42: Afb. 1 Machteld Muilman (1718-1773)
- Page 43 and 44: Afb. 2 Koffie- en theewinkel Het Kl
- Page 45 and 46: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 47 and 48: Afb. 6 Een aanslagbiljet voor het g
- Page 49 and 50: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 51 and 52: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 53 and 54: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 55 and 56: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 57 and 58: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 59 and 60: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 61 and 62: huishoudens, werk en consumptievera
- Page 63 and 64: Reviewartikel Nieuwe vergezichten o
- Page 65: nieuwe vergezichten op het rampjaar
- Page 69 and 70: Metamorfose Holland in Arhem In de
- Page 71 and 72: metamorfose 133 Symbool Aan de hand
- Page 73 and 74: metamorfose 135 innert aan het rijk
- Page 75 and 76: Afb. 2 Matthijs Maris (Den Haag 183
- Page 77 and 78: Afb. 5 Jan Buijs (Soerakarta 1889-D
- Page 79 and 80: schilderde hij vaak een ideaal para
- Page 81 and 82: J.C.H. Blom, R.C.J. van Maanen, C.B
- Page 83 and 84: zeer summiere poging te achterhalen
- Page 85 and 86: Joke Korteweg e.a. (red.), Maritiem
- Page 87 and 88: Rechtspleging een onderzoek heeft i
- Page 89 and 90: In het bovenstaande heb ik slechts
- Page 91 and 92: De eerste belangrijke ‘Rotterdams
- Page 93 and 94: S. Groenveld, Het Twaalfjarig Besta
- Page 95 and 96: Historisch Tijdschrift Holland zoek
- Page 97 and 98: Speciale aanbieding Word nu lid van
- Page 99 and 100: Holland, Historisch Tijdschrift Hol
128 reviewartikel<br />
verely purged’. De auteur besteedt wel aandacht aan <strong>de</strong> volgens hem belangrijke rol die <strong>de</strong><br />
burgerij speel<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> zuiveringen in Den Haag, Dordrecht, Lei<strong>de</strong>n en Haarlem, maar wat<br />
was <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> burgerij in ste<strong>de</strong>n als Enkhuizen, Purmerend en Alkmaar waar geen regenten<br />
wer<strong>de</strong>n ontslagen? In zijn negen<strong>de</strong> hoofdstuk, ‘The Outcome of the Purges’, stelt <strong>de</strong><br />
auteur dat er nogal wat burgers in <strong>de</strong> nieuwe vroedschappen wer<strong>de</strong>n benoemd, maar we lezen<br />
niet hoeveel het er waren. Roorda noemt het aantal ook niet, spreekt van ‘enige aanzienlijke<br />
burgers’, maar in een proefschrift waarin nogal wat kritiek wordt geuit op Partij en<br />
Factie, zou het bijzon<strong>de</strong>r interessant geweest zijn te weten hoeveel burgers er in <strong>de</strong> nieuwe<br />
vroedschappen waren benoemd.<br />
Conclu<strong>de</strong>rend mogen we stellen dat Printed Pan<strong>de</strong>monium een waar<strong>de</strong>volle aanvulling is op<br />
<strong>de</strong> geschiedschrijving over het Rampjaar, die tot nu toe nogal Roordiaans gekleurd was. Aangezien<br />
pamfletten niet het hele verhaal vertellen, lijkt het me echter (nog) niet mogelijk <strong>de</strong><br />
stelling van Roorda dat <strong>de</strong> burgerij een werktuig was in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> regentenfactie<br />
naar het rijk <strong>de</strong>r fabelen te verwijzen.<br />
Terwijl Rein<strong>de</strong>rs alleen <strong>de</strong> binnenlandse politiek in 1672 behan<strong>de</strong>lt, richt Luc Panhuysen<br />
in zijn Rampjaar 1672. Hoe <strong>de</strong> Republiek aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang ontsnapte (2009) zich bedui<strong>de</strong>nd meer<br />
op buitenlandse kwesties. Zoals ik in <strong>de</strong> inleiding al kort aangaf, belicht <strong>de</strong> auteur <strong>de</strong> activiteiten<br />
in het Rampjaar van Margaretha Turnor, Vrouwe van Amerongen, haar man Godard<br />
Adriaen van Ree<strong>de</strong>, Heer van Amerongen en hun enige zoon Godard van Ree<strong>de</strong> van Ginkel.<br />
Hij doet dit aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> briefwisseling tussen <strong>de</strong> drie personages, die zich bevindt<br />
zich in het Huisarchief Amerongen en thans te raadplegen is in het Rijksarchief in Utrecht.<br />
Deze drie le<strong>de</strong>n van het geslacht Amerongen becommentarieer<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>r vanuit hun eigen<br />
perspectief <strong>de</strong> wereld en <strong>de</strong> gebeurtenissen van 1672, waarbij dient opgemerkt te wor<strong>de</strong>n dat<br />
<strong>de</strong> auteur een ruime <strong>de</strong>finitie van het Rampjaar hanteert om ook <strong>de</strong> ontwikkelingen in 1673<br />
te kunnen volgen.<br />
In drieëntwintig hoofdstukken wordt afwisselend aandacht besteed aan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r, <strong>de</strong><br />
echtgenoot en <strong>de</strong> zoon. Deze afwisseling zorgt voor <strong>de</strong> nodige variatie en bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> leesbaarheid<br />
van het boek. We volgen va<strong>de</strong>r Godard Adriaan op zijn missie naar Bran<strong>de</strong>nburg,<br />
waarheen <strong>de</strong>ze ervaren diplomaat gestuurd werd om <strong>de</strong> keurvorst van Bran<strong>de</strong>nburg te verzoeken<br />
<strong>de</strong> Republiek tegen Frankrijk bij te staan. Terwijl Petra Dreiskämper maar één bladzij<strong>de</strong><br />
gewijd heeft aan <strong>de</strong> acties van Fre<strong>de</strong>rik Willem, keurvorst van Bran<strong>de</strong>nburg, gaat in het<br />
boek van Panhuysen zeker een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el over Bran<strong>de</strong>nburgse zaken. Van Amerongen slaag<strong>de</strong><br />
erin om in mei 1672 een bondgenootschap met Bran<strong>de</strong>nburg te sluiten. Zijn tocht met een<br />
Bran<strong>de</strong>nburgs-Oostenrijks leger richting Republiek leid<strong>de</strong> niet tot directe hulp aan <strong>de</strong> door<br />
Frankrijk belaag<strong>de</strong> staat, omdat <strong>de</strong> Duitse keizer Leopold i, die met Fre<strong>de</strong>rik Willem en <strong>de</strong><br />
Republiek een <strong>de</strong>fensief bondgenootschap had gesloten, geen openlijke breuk met Frankrijk<br />
wil<strong>de</strong>. Wel zorg<strong>de</strong> het Bran<strong>de</strong>nburgs-Oostenrijkse optre<strong>de</strong>n ervoor dat <strong>de</strong> Fransen troepen<br />
uit Ne<strong>de</strong>rland moesten wor<strong>de</strong>n overgeplaatst naar Duitsland om <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong><br />
keizerlijke commandant Montecucculi en keurvorst Fre<strong>de</strong>rik Willem in <strong>de</strong> gaten te hou<strong>de</strong>n.<br />
Daardoor vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> druk op <strong>de</strong> Republiek en kreeg zij <strong>de</strong> mogelijkheid zich te herstellen.<br />
Na zijn mislukte missie met het Bran<strong>de</strong>nburgs-Oostenrijkse leger keer<strong>de</strong> Van Amerongen<br />
terug naar Ne<strong>de</strong>rland, werd voorzitter van <strong>de</strong> Utrechtse rid<strong>de</strong>rschap, maar zijn hoop om <strong>de</strong><br />
steun en toeverlaat van Willem iii in Utrecht te wor<strong>de</strong>n, werd geen realiteit. Zijn acht jaar<br />
ou<strong>de</strong>re vrouw Margaretha bleef in het stamslot achter, maar zag zich in juni 1672 gedwon-