download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
120 danielle van <strong>de</strong>n heuvel en elise van ne<strong>de</strong>rveen meerkerk<br />
niet alleen zien in hoeverre mensen verschillen<strong>de</strong> economische activiteiten binnen een huishou<strong>de</strong>n<br />
combineer<strong>de</strong>n, maar ook welke activiteiten. Ook kunnen wij zo on<strong>de</strong>rzoeken of <strong>de</strong><br />
aannames zoals geformuleerd door Jan <strong>de</strong> Vries in zijn theorie van <strong>de</strong> industrious revolution<br />
kloppen. Is het, op basis van <strong>de</strong> beroepen van hun echtgenoten, aannemelijk dat <strong>de</strong>ze vrouwen<br />
voorheen (onbetaald) in familieverband werkten en vervolgens hun eigen economische<br />
activiteit ontplooi<strong>de</strong>n om het gezinsinkomen te kunnen vergroten?<br />
In totaal kon<strong>de</strong>n wij van 165 gehuw<strong>de</strong> vergunninghoudsters het beroep van haar echtgenoot<br />
terugvin<strong>de</strong>n in het belastingkohier. Zo’n tien procent van <strong>de</strong>ze vrouwen had <strong>de</strong> vergunning<br />
al voor dat het belastingkohier werd opgemaakt in 1749, <strong>de</strong> rest vroeg <strong>de</strong> vergunning<br />
in <strong>de</strong> jaren daarna aan. Ruim <strong>de</strong> helft (93 vergunninghoudsters) verkreeg een<br />
vergunning in <strong>de</strong> eerste vijf jaar na het opstellen van het belastingkohier. De gehuw<strong>de</strong> vrouwen<br />
die koffie en thee verkochten had<strong>de</strong>n echtgenoten met zeer uiteenlopen<strong>de</strong> beroepen.<br />
Zo was Lijsbeth Flinkenvleugel gehuwd met Gerrit Jordaanse, een koopman in hammen,<br />
Maria Gonsaal was <strong>de</strong> vrouw van <strong>de</strong> muziekmeester Philippus Pool, en Hester Ponjee was<br />
getrouwd met stadsmetselaar Noé Pardoe. Ongeveer driekwart van <strong>de</strong> echtgenoten was<br />
werkzaam in <strong>de</strong> nijverheid, <strong>de</strong> rest in <strong>de</strong> diensten. Dit is geheel an<strong>de</strong>rs dan in het geval van<br />
<strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs zelf (mannelijke en vrouwelijke hoof<strong>de</strong>n van huishou<strong>de</strong>ns) waarvan<br />
<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid in <strong>de</strong> diensten werkte en in <strong>de</strong> meeste gevallen ook een winkel hield (zie tabel<br />
6). Het aantal winkelhou<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> echtgenoten van vergunninghoudsters was daarentegen<br />
opvallend klein, weliswaar <strong>de</strong> ruim helft van alle partners die in <strong>de</strong> dienstensector<br />
werkten, maar op het totaal slechts 12-15%, waar het ongeveer <strong>de</strong> helft betrof in het geval<br />
van <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs zelf. 53<br />
De meeste vrouwen die zich lieten registreren als koffie- en theeverkoper waren dus gehuwd<br />
met een man die actief was in een heel an<strong>de</strong>r beroep. De nijverheid was <strong>de</strong> grootste<br />
sector – 126 vrouwen had<strong>de</strong>n een man die hierin werkzaam was. Bijna <strong>de</strong> helft van al <strong>de</strong>ze<br />
mannen was werkzaam in <strong>de</strong> textielnijverheid, en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helft van <strong>de</strong> echtgenoten in <strong>de</strong><br />
nijverheid werkte in verschillen<strong>de</strong> ambachten, uiteenlopend van het maken van borstels tot<br />
<strong>de</strong> zilversme<strong>de</strong>rij. Vergeleken met <strong>de</strong> gehele Leidse bevolking was <strong>de</strong> textielnijverheid <strong>de</strong>s -<br />
ondanks iets on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> echtgenoten van <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs.<br />
Van alle mannelijke Leidse hoof<strong>de</strong>n van huishou<strong>de</strong>ns in <strong>de</strong> nijverheid werkte in 1749 namelijk<br />
63 procent in <strong>de</strong> textielnijverheid. 54 Deels komt dit omdat het hier natuurlijk alleen getrouw<strong>de</strong><br />
mannen betreft, die relatief vaak in gil<strong>de</strong>nambachten werkten, terwijl in het belastingkohier<br />
ook veel (nog) ongehuw<strong>de</strong> mannen staan, die vaker loonarbei<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> textiel<br />
waren. Deels zou het ook kunnen dat (geproletariseer<strong>de</strong>) textielarbei<strong>de</strong>rs min<strong>de</strong>r financiële<br />
mid<strong>de</strong>len tot hun beschikking had<strong>de</strong>n om te investeren in een koffie- en theewinkel. Behalve<br />
<strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> voorraad dien<strong>de</strong> men natuurlijk ook nog een vergunning te kopen, en eer<strong>de</strong>r<br />
on<strong>de</strong>rzoek heeft uitgewezen dat zelfs een vergunning van een paar gul<strong>de</strong>n een flinke<br />
hin<strong>de</strong>rnis kon vormen voor min<strong>de</strong>rbe<strong>de</strong>el<strong>de</strong> groepen, zoals vrouwen, arme immigranten en<br />
proto-industriële loonarbei<strong>de</strong>rs. 55<br />
53 Dit betreft 12% van alle echtgenoten van vrouwelijke vergunninghou<strong>de</strong>rs en 15% van alle echtgenoten van vrouwelijke<br />
vergunninghou<strong>de</strong>rs die zich lieten registreren in 1750 en 1751. Een aan<strong>de</strong>el van 46% van alle vergunninghou<strong>de</strong>rs hield<br />
een winkel; dit was 55% in het geval van <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs die in <strong>de</strong> jaren 1750 en 1751 een vergunning aanvroegen.<br />
54 Van al <strong>de</strong>ze textielproducenten was ca. 85 procent loonarbei<strong>de</strong>r, en ca. 15 procent werkte als zelfstandige textielproducent.<br />
Van Ne<strong>de</strong>rveen Meerkerk, De draad, 111, 115.<br />
55 D. van <strong>de</strong>n Heuvel, ‘Institutional barriers in an open tra<strong>de</strong>: the impact of shopkeepers’ guilds on economic opportunities<br />
in retailing in the Dutch Republic’ (Ongepubliceerd paper, 2009) 20-21. Opvallend in dit verband is <strong>de</strong> mogelijke relatie