download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
27.09.2013 Views

86 adri p. van vliet Het dorp Ter Heijde Ter Heijde, momenteel een van de vele dorpskernen in de gemeente Westland, maakte eeuwenlang samen met de kerkdorpen Monster en Poeldijk deel uit van de heerlijkheid en later van de gemeente Monster. Vanaf het midden van de 14de eeuw tot aan 1795 was de heerlijkheid eerst in bezit van de heren van Polanen en later van de Oranjes. Net als in veel andere Hollandse heerlijkheden bestond het bestuur uit een baljuw/schout, twee ambachtsbewaarders, negen welgeboren mannen, zeven schepenen en zes inwoners die met ‘algemene’ stemmen werden gekozen. Hoewel Ter Heijde volledig geïntegreerd was in deze bestuurs - structuur, nam het dorp binnen de heerlijkheid Monster toch een aparte plaats in. Lange tijd was Ter Heijde het kerkdorp met het hoogste inwoneraantal, terwijl het bestuurlijk centrum in Monster lag. De meeste inwoners van Ter Heijde werkten in de visserij of in aan de visserij verwante beroepen. Het overgrote deel van de Monsterse en Poeldijkse beroepsbevolking was agrariër. De inwoners van Ter Heijde vonden dat zij als grootste woonkern in het bestuur ondervertegenwoor digd waren. De gevoelens van onvrede en achterstelling leidden er uiteindelijk toe dat stadhouder Maurits als ambachtsheer het college van voogden van Ter Heijde instelde. De vier voogden groeiden uit tot een volwaardig bestuurs orgaan met een gedeeltelijke autonomie, vergelijkbaar met een huidige deelgemeenteraad in een grote stad. De voornaamste taak van de voogden was ‘des dorps van der Heijde welvaren te bevorderen’. 3 De langdurige afwezigheid van een groot gedeelte van de vissende beroepsbevolking kwam de continuïteit in allerlei dorpszaken niet ten goede. Beslissingen werden uitgesteld totdat betrokkenen waren teruggekeerd of werden toch genomen met een kanttekening in de trant van ‘zijnde in zee ter haring’. Soms werd achteraf een notariële verklaring of een getuigenis voor de schepenbank hierover afgelegd. Zo verklaarden op verzoek van de Monsterse schout Gideon Fallet de stuurlieden Dirk Jansz. Los en Adriaan Mees dat zij in 1606 hun functie van kerkmeesters niet hadden kunnen waarnemen omdat zij ‘ter haring in zee’ waren. 4 Aan het begin van de 17de eeuw telde het dorp circa 139 huishoudens met zo’n 650 bewoners. Rond 1622 was het aantal huishoudens licht gestegen tot 144. Opvallend is dat in Ter Heijde in 1622 22% van de huishoudens een vrouw als gezinshoofd had. Bijna 60% van hen was weduwe. Dit hoge aantal hield verband met de gevaren die mannen op zee liepen. Velen keerden na verloop van tijd niet terug. De vrouw bleef dan alleen met haar gezin achter. In het meer agrarisch georiënteerde Monster lag het aantal huishoudens met een vrouw aan het hoofd beduidend lager. Aan het einde van de 17de eeuw daalde de bevolking sterk. In 1680 waren er nog 54 huishoudens met zo’n tweehonderd personen in het dorp woonachtig. 5 In het 17de-eeuwse Ter Heijde was de visserij lange tijd de belangrijkste economische pijler. In tegenstelling tot de meer agrarisch georiënteerde kerkdorpen Monster en Poeldijk 3 Historisch Archief (hierna ha) Westland, Oudarchief (hierna oa) Monster, inv.nrs. 2a (17 mei 1591), 3 (28 okt. 1593); A.P. van Vliet, ‘Het bestuur van de heerlijkheid Monster ten tijde van de Republiek’, Nederlandse Historiën, 19 (1985) 10-15. 4 HA Westland, Rechterlijk archief (hierna ra) Monster, inv.nr. 103; ha Westland, Oudnotarieel archief (hierna ona) Monster, inv.nr. 6101 (9 november 1670). 5 G.L. Van Eendenburg, ‘Inwoners van Ter Heijde (1590-1630)’, Gens Nostra 48 (1993) 1-21, 82-98, aldaar 11-12; A. de Wit, ‘Zeemansvrouwen aan het werk. De arbeidsmarktpositie van vrouwen in Maassluis, Schiedam en Ter Heijde (1600- 1700)’, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 2 (2005), nr. 3, 60-80, aldaar 66-67.

de visserij van ‘het arme seedorp van der heij’ 87 Afb. 1 Tekening uit het Visboeck van de Scheveninger Adriaen Coenen (1514-1587) van de visvangst voor de Zuid-Hollandse kust. Rechts in de hoek onder Monster tekende Coenen het dorpje Wester- Heijde (Ter Heijde). Op het strand liggen vier zeeschuiten. In de duinen staan enkele huizen. Koninklijke Bibliotheek Den Haag, inv.nr. 78E54. was bijna iedereen direct of indirect bij het wel en wee van de zeevisserij betrokken (afb. 1). De meeste volwassenen mannen gingen als visser naar zee, terwijl de achterblijvende beroepsbevolking haar geld verdiende in gerelateerde beroepen als nettenbreier, lijndraaier, herbergier, (scheeps)timmerman, viskoper en scholsnijder. Slechts een enkele agrariër woonde in het dorp en veelal had ook hij belangen in het visserijbedrijf als toeleverancier of als investeerder in de zeeschuiten. De visserij van Ter Heijde Omvang van de vissersvloot Veel dorpslasten werden op de vissers en hun vangsten afgewenteld. Allerlei belastingen werden opgelegd variërend van heffingen op het aantal keren dat men uitvoer, tot aan verplichte afdracht van percentages in natura van de vangst of van de financiële opbrengsten. De kerkmeesters, de gasthuismeesters en de voogden bekostigden uit deze heffingen hun activiteiten. Vanaf 1607 ontvingen de kerkmeesters van de stuurlieden voor elke keer dat zij met hun zeeschuit in zee liepen dertig stuivers en van elke verkochte ton schol een kwart stuiver (oortje). De gasthuismeesters kregen van de stuurlui bij hun terugkomst elke keer een zootje vis dat door de gasthuisbewoners werd geconsumeerd of op de afslag werd verkocht. Daarnaast hadden zij het recht op enkele oortjes van de opbrengsten van de vis die buiten de afslag om werd verkocht. De schrijvers van de visafslag op het strand betaalden

<strong>de</strong> visserij van ‘het arme seedorp van <strong>de</strong>r heij’ 87<br />

Afb. 1 Tekening uit het Visboeck van <strong>de</strong> Scheveninger Adriaen Coenen (1514-1587) van <strong>de</strong> visvangst<br />

voor <strong>de</strong> Zuid-<strong>Holland</strong>se kust. Rechts in <strong>de</strong> hoek on<strong>de</strong>r Monster teken<strong>de</strong> Coenen het dorpje Wester-<br />

Heij<strong>de</strong> (Ter Heij<strong>de</strong>). Op het strand liggen vier zeeschuiten. In <strong>de</strong> duinen staan enkele huizen.<br />

Koninklijke Bibliotheek Den Haag, inv.nr. 78E54.<br />

was bijna ie<strong>de</strong>reen direct of indirect bij het wel en wee van <strong>de</strong> zeevisserij betrokken (afb. 1).<br />

De meeste volwassenen mannen gingen als visser naar zee, terwijl <strong>de</strong> achterblijven<strong>de</strong> beroepsbevolking<br />

haar geld verdien<strong>de</strong> in gerelateer<strong>de</strong> beroepen als nettenbreier, lijndraaier,<br />

herbergier, (scheeps)timmerman, viskoper en scholsnij<strong>de</strong>r. Slechts een enkele agrariër<br />

woon<strong>de</strong> in het dorp en veelal had ook hij belangen in het visserijbedrijf als toeleverancier of<br />

als investeer<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> zeeschuiten.<br />

De visserij van Ter Heij<strong>de</strong><br />

Omvang van <strong>de</strong> vissersvloot<br />

Veel dorpslasten wer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vissers en hun vangsten afgewenteld. Allerlei belastingen<br />

wer<strong>de</strong>n opgelegd variërend van heffingen op het aantal keren dat men uitvoer, tot aan verplichte<br />

afdracht van percentages in natura van <strong>de</strong> vangst of van <strong>de</strong> financiële opbrengsten.<br />

De kerkmeesters, <strong>de</strong> gasthuismeesters en <strong>de</strong> voog<strong>de</strong>n bekostig<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong>ze heffingen hun<br />

activiteiten. Vanaf 1607 ontvingen <strong>de</strong> kerkmeesters van <strong>de</strong> stuurlie<strong>de</strong>n voor elke keer dat zij<br />

met hun zeeschuit in zee liepen <strong>de</strong>rtig stuivers en van elke verkochte ton schol een kwart<br />

stuiver (oortje). De gasthuismeesters kregen van <strong>de</strong> stuurlui bij hun terugkomst elke keer<br />

een zootje vis dat door <strong>de</strong> gasthuisbewoners werd geconsumeerd of op <strong>de</strong> afslag werd verkocht.<br />

Daarnaast had<strong>de</strong>n zij het recht op enkele oortjes van <strong>de</strong> opbrengsten van <strong>de</strong> vis die<br />

buiten <strong>de</strong> afslag om werd verkocht. De schrijvers van <strong>de</strong> visafslag op het strand betaal<strong>de</strong>n

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!