Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
odem nodig zijn. Acute gebrek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gewasbespuiting.<br />
Tekort<strong>en</strong> aan mangaan kom<strong>en</strong> met name voor bij e<strong>en</strong> hogere pH. Mangaangebrek is vaak<br />
pleksgewijs <strong>en</strong> uit zich aanvankelijk in chlorose van bladweefsel. Op de blader<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong><br />
grijsbruine vlekk<strong>en</strong>, vooral halverwege de bladschijf. Het bov<strong>en</strong>ste deel knikt om <strong>en</strong> droogt<br />
uit. Bestrijding kan plaatsvind<strong>en</strong> door bespuiting met e<strong>en</strong> 1,5 % mangaansulfaat- (15 kg<br />
MnSO4 per hectare in 1000 liter water) of mangaanchelaat (2-5 ltr/ha) oplossing, zonodig na<br />
<strong>en</strong>ige tijd herhal<strong>en</strong>.<br />
6. Toepassing van dierlijke mest<br />
Ook dierlijke mest kan bijdrag<strong>en</strong> aan de voorzi<strong>en</strong>ing van diverse mineral<strong>en</strong> voor het gewas.<br />
De hoogte van de mestgift <strong>en</strong> het tijdstip van toedi<strong>en</strong>ing is gebond<strong>en</strong> aan wettelijke<br />
regeling<strong>en</strong>. Dierlijke mest wordt bij voorkeur toegepast t<strong>en</strong> behoeve van de teelt van<br />
hakvrucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt in de herfst op de tarwestoppel <strong>en</strong>/of vroeg in het voorjaar aangew<strong>en</strong>d.<br />
Voor <strong>wintertarwe</strong> is toedi<strong>en</strong>ing van dierlijke mest in de herfst uit oogpunt van de<br />
stikstofvoorzi<strong>en</strong>ing onzeker <strong>en</strong> weinig efficiënt, zodat het uitrijd<strong>en</strong> van de mest bij voorkeur<br />
in het voorjaar moet plaatsvind<strong>en</strong>. Op bouwland, dus ook op het tarweperceel, moet dierlijke<br />
mest in de grond word<strong>en</strong> ingebracht. Het tijdstip van toedi<strong>en</strong>ing is sterk weersafhankelijk <strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge niet voorspelbaar. Bij het uitrijd<strong>en</strong> ontstaat <strong>en</strong>ige gewasschade, hoofdzakelijk<br />
in de wielspor<strong>en</strong>; bij het injecter<strong>en</strong> met behulp van sleepvoet<strong>en</strong> of sleufkouters is deze schade<br />
beperkt. Om de gewasschade beperkt te houd<strong>en</strong>, moet de dierlijke mest voor het strekk<strong>en</strong> van<br />
het gewas zijn uitgebracht.<br />
Op basis van bodem- <strong>en</strong> weersomstandighed<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de beschikbaarheid van de machines) zal<br />
drijfmest doorgaans pas in april kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegedi<strong>en</strong>d. Dit betek<strong>en</strong>t, dat reeds daarvoor<br />
e<strong>en</strong> stikstofgift moet zijn gegev<strong>en</strong>, nodig voor e<strong>en</strong> vlotte voorjaarsontwikkeling van het<br />
gewas.<br />
Aan de hand van de sam<strong>en</strong>stelling van de dierlijke mest kan de mestgift vastgesteld word<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> juiste <strong>en</strong> regelmatige mestafgifte is voorwaarde voor e<strong>en</strong> gelijkmatige<br />
gewasontwikkeling. De N-werking van dierlijk mest voor het <strong>wintertarwe</strong>gewas is onzeker.<br />
Uit onderzoek is geblek<strong>en</strong> dat alle<strong>en</strong> de aanwezige minerale stikstof in de mest voor het<br />
gewas beschikbaar komt. De verwachte positieve werking op het eiwitgehalte van de stikstof,<br />
welke later door mineralisatie zou vrijkom<strong>en</strong>, kon niet word<strong>en</strong> aangetoond.<br />
1. Legering<br />
In gran<strong>en</strong> kan legering tot aanzi<strong>en</strong>lijke opbr<strong>en</strong>gstverliez<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Legering treedt vooral op in<br />
zware <strong>en</strong> dichte gewasbestand<strong>en</strong>, veelal ontstaan door e<strong>en</strong> ruime stikstofbemesting. De<br />
st<strong>en</strong>gelvoet kan zich dan niet volledig ontwikkel<strong>en</strong>, wat de stevigheid ervan beperkt. Bij<br />
zware neerslag <strong>en</strong> veel wind kan de zwakke st<strong>en</strong>gelvoet gemakkelijk gaan knikk<strong>en</strong>. Legering<br />
kan al plaatshebb<strong>en</strong>, wanneer de aar te voorschijn komt. Vaak treedt legering echter op na de<br />
bloei, wanneer het gewas nog bladrijk is <strong>en</strong> het aargewicht door korrelvulling to<strong>en</strong>eemt.<br />
In gelegerde gewass<strong>en</strong> blijft de fotosynthese sterk achter. De schade aan de korrelproductie is<br />
groter, naarmate de legering eerder <strong>en</strong> ernstiger plaats heeft. Veelal beperkt legering de<br />
korrelvulling <strong>en</strong> als zodanig het 1000-korrelgewicht. Bij zeer vroegtijdige legering word<strong>en</strong><br />
ook de bloei <strong>en</strong> bevruchting <strong>en</strong> daarmee de korrelzetting nadelig beïnvloed. De schade van<br />
legering komt verder tot uiting in e<strong>en</strong> slechtere korrelkwaliteit, moeilijkhed<strong>en</strong> bij de oogst,