Jaargang 9 - nr. 4 - juli 2012 - Inagro

Groentemail #04
Beste lezer van de groentemail
Het lijkt wel of de seizoenen minstens met een maand
opgeschoven zijn. Pas sinds 21 juli is er sprake van zomers
weer en volgens de voorspellingen niet voor lang …
Voor de schoolgaande jeugd schuift de grote vakantie alweer
richting augustus. Hopelijk vindt u ook af en toe wat
tijd om van de schaarse zon te genieten tussen het vele
werk in.
Op 29 juni was het één jaar geleden dat Inagro vzw officieel
voorgesteld werd aan het brede publiek. Wij hopen
dat de nieuwe naam ondertussen goed bekend is en dat
iedereen (even) vlot de weg vindt naar onze diensten. Het
onlangs gelanceerde Agro-infopunt, terug te vinden op
onze website, moet daar nog verder bij helpen.
Inagro themadag
arbeid & automatisering in de land- en tuinbouw
zondag 26 | aug 14u00-18u00
In dit nummer van de groentemail vindt u onderzoeksresultaten,
verslagen van voorbije evenementen en aankondigingen
van komende gelegenheden om de vele activiteiten
van Inagro te ontdekken. Wij willen graag onze
bevindingen doorgeven, van gedachten wisselen en nieuwe
voorstellen krijgen vanuit de praktijk.
De zomermaanden brengen veranderingen binnen Inagro.
Op 1 augustus gaat directeur André Calus, na 23 jaar
succesvol leiden van Inagro, met pensioen. Zoals reeds
in het vorige nummer meegedeeld mag ik hem opvolgen,
een grote uitdaging die ik graag aanga. Ondertussen is
ook bekend dat Greet Ghekiere de functie van adjunctdirecteur
zal opnemen. In het septembernummer komen
we hierop terug, met een terugblik door André Calus en
een wat uitgebreidere voorstelling van de nieuwe directie.
Mia Demeulemeester
Tweemaandelijkse nieuwsbrief | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
www.inagro.be

INHOUD
ACTUEEL 5
01_ Volleveldsgroentenactueel ........................................................................................................ 5
02_ Team Kenniscentrum Bodem werkzaam in kader van CVBB: even voorstellen ...................... 5
RESULTATEN UIT HET ONDERZOEK 6
01_ Rassenproef broccoli vroege teelt 2012 .................................................................................... 6
02_ Stikstofbemesting in knolselder 2011 ....................................................................................... 7
03_ De sprokkelhoutdam, een vegetatieve maatregel in de strijd tegen erosie! ............................ 9
TERUGBLIK OP PROEFVELDBEZOEKEN
EN DEMODAGEN 12
01_ Demo plantmachines in Westrozebeke overrompelend succes ............................................... 12
02_ Proefveldbezoek Inagro: courgette in plastiekserre ................................................................. 13
03_ Succesvol eerste proefveldbezoek lokt zowel landbouwers als andere geïnteresseerden
naar het ADLO – demonstratieplatform te Handzame ............................................................. 14
THEMADAG INAGRO, ZONDAG 26 AUGUSTUS 2012 15
AGENDA 16
Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 3

ACTUEEL
01_ VOLLEVELDSGROENTENACTUEEL
Algemeen worden er momenteel veel koolmotjes
waargenomen, de druk van andere rupsen zoals
klein en groot koolwitje en van kooluil zal binnenkort
toenemen.
Door de overvloedige neerslag worden overal veel
slakken waargenomen ook aan perceelsranden
van andere koolgewassen dan spruitkool. Hou je
perceelranden en het gewas dus goed in de gaten.
Let op vraatschade.
Momenteel verloopt het planten heel moeilijk door
de vele neerslag: bescherm het plantgoed voor de
tweede vrucht dan ook goed tegen de koolvlieg.
Op veel velden zijn de onderste koolbladeren
momenteel aangetast door Alternaria.
Indien het weer vochtig blijft zal de ziektedruk
verder toenemen.
Bij prei worden al papiervlekken vastgesteld en
worden er ook preimotten gezien. Blijf uw gewas
dus verder goed controleren.
Door de vele neerslag verloopt de teeltplanning
algemeen moeilijk: momenteel is slechts 40 %
van het areaal boon gezaaid.
Bij wortel wordt de tweede vlucht van de wortelvlieg
verwacht.
Sofie Darwich
Danny Callens
02_ TEAM KENNISCENTRUM BODEM WERKZAAM IN KADER
VAN CVBB: EVEN VOORSTELLEN
In navolging van het nieuwe mestdecreet (MAP
IV) werden door de overheid flankerende maatregelen
uitgewerkt. Één van die maatregelen is de
oprichting van het coördinatiecentrum voorlichting
en begeleiding duurzame bemesting (CVBB).
Naast een algemene coördinatie, is de werking
georganiseerd per provincie onder leiding van een
provinciaal coördinator.
Voor West-Vlaanderen voert het Kenniscentrum
Bodem van Inagro de taken van het CVBB uit. Deze
taken zijn vooral de opstart van waterkwaliteits-
Voor meer info:
Inagro vzw
CVBB West-Vlaanderen
Franky Coopman (provinciaal coördinator)
T 051 27 33 45
M 0496 26 35 94
E franky.coopman@inagro.be
groepen, individuele bedrijfsbegeleiding en aanleg
van referentiepercelen.
Hiervoor kwamen sinds begin 2012 zes nieuwe
mensen in dienst: Franky Coopman (Provinciaal
coördinator), Kristof Gelaude, Brecht Catteeuw,
Eva Maddens, Tom Van Nieuwenhove en Anneline
Brouckaert.
Mocht u ons de waterkwaliteit in uw regio zien
meten, spreek ons gerust aan voor meer informatie.
Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 5

RESULTATEN UIT HET ONDERZOEK
01_ RASSENPROEF BROCCOLI VROEGE TEELT 2012
01_01_ Teeltverloop
Deze proef werd uitgezaaid op 16 januari, in 4 cm
perspotten en uitgeplant op 29 maart op een
afstand van 70 cm op 40 cm in een zandleembodem
op de terreinen van Inagro. De voorvrucht
was kuilmaïs en snijrogge. De stikstofbemesting
bestond uit 189 EN/ha uit ammoniumnitraat,
toegediend als bandbemesting tijdens het planten.
Deze proef werd afgedekt met een acryldoek tot en
met 22 mei. Op 30 mei werd bijbemest met 50 EN
uit kalknitraat gevolgd door een beregeningsbeurt
van 25 l/m². Door de vele neerslag werd er niet
meer beregend in deze proef. De oogstperiode
begon op 29 mei en liep tot 18 juni.
01_02_ Resultaten
Door de zeer slechte weersomstandigheden
(aanhoudend koud tot zeer koud en nat weer) was
de kwaliteit in deze proef over het algemeen niet
zo goed en de stukgewichten van de broccoli’s
waren te laag. Dit was ook zo in de praktijk. Koros
(Clause) en Sirtaki (Clause) boorden bovendien
voor 100 %.
Op vlak van schermkwaliteit gaven de latere
rassen BC10543 (Sakata) en Pharos (Sakata) de
beste resultaten met respectievelijk 81 en 80 %
Flandria. Pharos gaf met 461 g het zwaarste stukgewicht
gevolgd door BC10543 (431 g) en Lucky
(Bejo - 414 g).
De vroegste rassen waren Aquilis (Sakata) en
Tinman (Seminis) met 61 dagen. Aquiles gaf
een laag stukgewicht en een laag percentage
Flandriakwaliteit. De bladeren bij Tinman waren
ruim geschakeld maar het ras voldeed niet door
het laagste percentage Flandriakwaliteit, een hoog
percentage boorders en een laag stukgewicht.
Fellow (Seminis), SGD 4352SI (S&G) en Kuba
(Clause) waren met 62 dagen eveneens vroeg.
Fellow gaf een zeer lage opbrengst (6,4 ton/ha)
veroorzaakt door het laagste stukgewicht en het
hoog percentage hartloze en vertakte planten.
SGD 4352SI had een zeer dunne stam en gaf eveneens
een laag stukgewicht. Kuba had een fijn
scherm zonder rozetten maar met beetje doorwas
en een klein beetje holheid in de stammen. Het
stukgewicht was matig.
BC10543 (Clause), Ironman (Seminis) en Lucky
(Bejo) hadden alle drie 67-68 groeidagen. BC10543
had een bleek scherm en een korte bladschakeling
maar het hoogste percentage Flandriakwaliteit.
Ironman had een zeer vast en donker scherm en
scoorde net als Lucky goed op vlak van opbrengst.
Pharos (Sakata) was het laatste ras met 72 dagen
en kwam als beste uit de proef met het hoogste
stukgewicht en de hoogste opbrengst.
Broccoli vroege teelt - 2012 - opbrengst
6 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
7
Cultivar
Flandriakwaliteit
(%)
A1kwaliteit
(%)
Marktbare
planten
(%)
Opbrengst
hoofdknop
ton/ha
Stukgewicht
hoofdknop
(gram)
Aquilis 49,1 b 45,4 a 94,4 a 9,4 c 279 e
BC10543 81,2 a 4,0 c 85,2 abc 13,1 ab 431 ab
Fellow 45,4 b 31,5 a 76,9 c 6,4 d 234 e
Ironman 60,2 ab 34,3 a 94,4 ab 13,3 ab 394 bc
Koros - - - - -
Kuba 56,5 ab 33,3 a 89,8 abc 11,2 bc 349 c
Lucky 68,5 ab 25,9 ab 94,4 ab 14,0 a 414 ab
Pharos 79,6 a 9,3 bc 88,9 abc 14,6 a 461 a
SGD 4352SI 49,4 b 40,7 a 90,1 abc 9,1 cd 281 e
Sirtaki - - - - -
Tinman 42,6 b 38,9 a 81,5 bc 8,6 cd 294 d
Gemiddelde 59,2 29,3 88,4 11,1 348
K.W.V. P0,01 (1) 3,5 67,8
K.W.V. P0,05 2,5 49,3
V.C. (%) 25,5 37,5 10,5 13,1 8,2
P-waarde 0,040 S. 0,003 Z.S. 0,096 N.S. 0,000 Z.S. 0,000 Z.S.
(1) Na gegevenstransformatie arcsin √x
Sofie Darwich
Danny Callens
02_ STIKSTOFBEMESTING IN KNOLSELDER 2011
In 2011 werd door Inagro een stikstoftrappenproef
in knolselder opgezet. De proefopzet bestond
uit een basisbemesting met ammoniumnitraat
in trappen (advies+30 %, advies, advies-30 % en
advies-60 %) met later een bijbemesting met
calciumnitraat of Entec, opnieuw aan dezelfde
trappen; als basis voor de bijbemesting tijdens
de teelt werd een bodemanalyse in het object
dat als startbemesting het advies had gekregen,
genomen. Naast een onbemest object werd ook
nog een onbemest+onbeteeld veldje aangelegd
om de mineralisatie tijdens het groeiseizoen te
kunnen opvolgen.
Proefopzet
De proef werd aangeplant op 24 mei op een zandleembodem
(pH 6,3; 0,9 % C; voorteelt wintertarwe)
op het proefstation te Inagro.
Het N-advies volgens het labo van Inagro was
173 EN/ha (te splitsen in 85 EN vóór planten +
88 eenheden als bijbemesting tijdens de teelt).
Bij de start werd dus volgens advies 85 eenheden
ammoniumnitraat bemest en dit dan volgens de
vooropgestelde trappen. Vervolgens werden er
regelmatig bodemmonsters genomen om de
evolutie van de stikstofvoorraad te volgen. Uit de
staalnames in augustus en september bleek dat er
op dat moment nog geen bijbemesting nodig was.
Pas bij staalname op 29/09/11 bleek de voorraad
door opname plots sterk gedaald, zodat de bijbemesting
uiteindelijk werd uitgevoerd op 12 oktober
met 50 EN, onder de vorm van calciumnitraat of
Entec, volgens het proefschema.

02_01_ Klimaat
Het groeiseizoen werd gekenmerkt door een korte
droge start en een relatief natte en warme maar
niet extreem warme zomer. Deze natte periode
liep tot ongeveer eind september en werd gevolgd
door een warm maar vrij droog najaar. Door de
combinatie van voldoende vochtige omstandigheden
met relatief hoge maar niet extreme
temperaturen kon de knol goed doorgroeien. Het
vrij droge najaar leidde dan weer tot een geringe
uitspoeling van nitraat.
02_02_ Resultaten
Stikstofbeschikbaarheid tijdens de
sperperiode.
Bij de oogst viel het algemeen op dat ondanks
het warme en relatief droge najaar, het nitraatresidu
op alle objecten onder de drempelwaarde
van 90 kg NO3-N/ha bleef. Op het
onbeteelde stuk werd wel een overschrijding
van het nitraatresidu vastgesteld. In de bodemlagen
tussen 0–30 cm en 30-60 cm vertoonde
het restnitraat een dalende trend, recht
evenredig met afnemende bemesting. In de
bodemlaag tussen de 60- en de 90 cm waren
de verschillen zeer gering.
Opvallend is ook dat het nitraatresidu in de
objecten bemest met Entec lager liggen dan
dat in de objecten bemest met kalknitraat. Dit
verschil was in de bodemlaag 0-30 cm significant
bij de bijbemestingen aan 130 % en 100 %.
Bij lagere dosissen en in diepere lagen waren
de verschillen te klein om nog significant te zijn.
Gewaskenmerken
De gewasontwikkeling was bij aanvang van de
proef vrij gelijklopend bij alle behandelingen.
Naarmate de proef vorderde, was de gewasstand
van het onbemeste object (object 9)
steeds minder goed en vanaf 1/9 was het
verschil met alle andere objecten significant.
Opvallend was ook dat er tussen de
andere objecten geen significante verschillen
waargenomen werden, terwijl de toegediende
dosissen toch sterk verschilden.
De gewaskleur, een belangrijke indicator voor
het stikstofgehalte in de plant, vertoonde
wel duidelijke verschillen: de gewaskleur
was duidelijk bleker naarmate minder werd
bemest.
Plantkenmerken
Voor alle geëvalueerde plantkenmerken
scoorde het onbemeste object significant
slechter dan de meeste andere objecten.
Tussen de andere behandelingen was er in het
algemeen weinig verschil zichtbaar.
Opbrengst
Evaluatie van de knolopbrengst, loofopbrengst
en het stukgewicht per knol gaf weinig significante
verschillen (enkel onbemest scoorde
in de meeste gevallen slechter), maar de
numerieke verschillen waren wel sterk gelijklopend
met de uitgevoerde N-bemestingen.
Vooral het geproduceerde loof reageerde op
verschillen in de bemesting. Ook het knolgewicht
(zowel naar aantal als naar gewicht)
gaven weinig significante verschillen maar
er was wel een positieve trend met de toegediende
bemesting. Sortering van de knollen per
knoldiameter vertoonde een hoger aantal en
gewicht knollen in de hoogste diameterklassen
wanneer bijbemest werd met calciumnitraat in
vergelijking met de objecten bijbemest met
Entec.
Kwaliteit
De kleur van het vruchtvlees was duidelijk
afhankelijk van de toegediende meststofdosis:
hoe minder stikstof toegediend werd,
hoe witter het vruchtvlees. Ook het nitraatgehalte
in de knol was duidelijk afhankelijk van
de stikstofgift. Voor de andere parameters
(inwendige holheid, voorkomen van bruine
stippen en het droge stofgehalte, hardheid
van de knol, percentage knollen met inwendig
grijs) waren er geen significante verschillen of
deze waren niet consistent met de toegediende
meststofdosis.
Kwaliteitsbeoordeling
na lange bewaring
Na bewaring werden geen verschillen tussen
de behandelingen vastgesteld.
02_03_ Besluit
N-staalnames op het onbeteelde en onbemeste
onderdeel van de proef toonden aan dat tijdens
het warme natte najaar een sterke mineralisatie
optrad. Het aanpassen van de bijbemesting
om hierop in te spelen bleek daarom de juiste
keuze. Alle objecten behaalden nitraatresidu’s
lager dan de drempelwaarde. De knolopbrengst
nam af naarmate minder werd bemest, maar de
verschillen waren niet significant. De kleur van
het vruchtvlees was significant witter naarmate
minder werd bemest.
Bijbemesting met Entec gaf op het eerste zicht
lagere nitraatresiduwaarden dan wanneer bijbemest
werd met calciumnitraat.
De grootste verschillen waren merkbaar in de
laag tussen 0-30 cm en dit bij de bijbemestingen
aan 130 % en 100 %. Het ammoniumgehalte in
de bovenste bodemlaag lag dan weer beduidend
hoger in de objecten waar met Entec bijbemest
werd. Evaluatie van de opbrengsten toonde geen
verschillen tussen Entec en calciumnitraat (ook
niet tussen de verschillende dosissen). De sortering
volgens knoldiameter gaf wel meer knollen
in de hoogste diameterklasse bij gebruik van
calciumnitraat, maar de verschillen in aantallen
waren te klein om statistisch significant te zijn.
M. Vanheule
D. Callens
03_ DE SPROKKELHOUTDAM, EEN VEGETATIEVE MAATREGEL
IN DE STRIJD TEGEN EROSIE!
Verdichting, erosie en verlies aan organisch materiaal en biodiversiteit vormen een bedreiging voor
onze landbouwbodems. Tijdens kwetsbare periodes kan hevige regenval modderstromen veroorzaken
onderaan het perceel. Om het afspoelen van de vruchtbare bovenlaag te verhinderen kunnen erosiebestrijdende
maatregelen toegepast worden op perceelsniveau. Eén van deze maatregelen is de sprokkelhoutdam.
03_01_ “Doorlevende” of “afgestorven” plantaardige dam?
Er kunnen twee soorten plantaardige dammen (doorlevende of afgestorven) onderscheiden worden. De
dam belemmert de afstroming en heeft, afhankelijk van de problemen, een lengte van 5 tot 25 m en een
breedte van 30 tot 50 cm. De bodemdeeltjes worden stroomopwaarts van de dam tegengehouden terwijl
het water doorheen de takkenbundels kan stromen.
Een “doorlevende” dam, ook wel wilgenteendam genaamd,
bestaat uit takkenbundels gestapeld tussen twee rijen
wilgentenen (of andere houtsoorten die snel wortels vormen).
Uiteindelijk zal de wilgenteendam een haag vormen.
Een “afgestorven” dam, ook wel gekend als sprokkelhoutdam,
bestaat eveneens uit takkenbundels die, in tegenstelling tot
de wilgenteendam, gestapeld zijn tussen twee rijen palen.
8 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
9

03_02_ Locatie van de dam
De dam kan op verschillende locaties, in functie van de probleemzones, aangelegd worden. Zo kan de
dam op de perceelgrens geplaatst worden om de afstroming op de nabijgelegen weg of het naastliggende
perceel te belemmeren. De dam kan ook in het perceel (of tussen twee buurpercelen), loodrecht
op de helling geplaatst worden om zo geulvorming tegen te gaan.
VOOR NA
Plantaardige dam aangelegd in de perceelshoek voor het verhinderen van modder op de openbare weg
Plantaardige dam op het perceel voor het verhinderen van ravijnvorming
03_03_ Opbouw en onderhoud van een plantaardige dam
01_ Graaf een sleuf van 30 à 50 cm breed met een hoogte van 30 cm.
02_ Plaats de palen (1,2 à 1,5 m hoog en 10 à 15 cm breed) in twee rijen,
op 50 cm afstand geschrankt of tegenover elkaar.
03_ Plaats een eerste laag takkenbundels in de sleuf en bedek de randen met aarde zodat er geen
gaten zijn tussen de takkenbundels en de bodem. Dit om onderstroming te verhinderen.
04_ Voeg de overige takkenbundels toe tot op een hoogte van minimum 50 cm.
05_ Druk de bundels goed aan en verstevig deze met ijzerdraad
Deze maatregel heeft een duurzaam karakter en kan perfect in het landschap geïntegreerd worden.
Bovendien vereist ze slechts een periodiek onderhoud (2 à 3 keer per jaar), waaronder het controleren
van de doorlaatbaarheid van de dam, het eventueel toevoegen van extra takkenbundels en indien
gekozen werd voor een “doorlevende” dam moet deze jaarlijks gesnoeid worden.
03_04_ Steunmaatregelen voor de aanleg van erosie bestrijdende maatregelen
Naast de plantaardige dam bestaan er nog tal van andere maatregelen die toegepast kunnen worden in
de strijd tegen erosie, bv. grasstroken, erosiepoelen, buffergrachten, … .
Zowel op het niveau van de landbouwer als op gemeentelijk niveau bestaan er in Vlaanderen steunmaatregelen
voor de aanleg van erosiebestrijdende maatregelen.
De brochure van deze infonamiddag is terug te vinden op www.prosensols.eu
In kader van het interregproject PROSENSOLS werden in Wallonië enkele sprokkelhoutdammen
aangelegd. Op 22 juni werd door Inagro, in samenwerking met de UCL, een infonamiddag georganiseerd
te Ellezelles waarbij de impact van de sprokkelhoutdam werd toegelicht, gevolgd door
een terreinbezoek.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de provinciale erosieambtenaar:
Inagro vzw
Annelies Pollentier & Martijn De Naegel
T 051 27 33 83
E annelies.pollentier@inagro.be & martijn.denaegel@inagro.be
10 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
11

TERUGBLIK OP PROEFVELDBEZOEKEN
EN DEMODAGEN
01_ DEMO PLANTMACHINES IN WESTROZEBEKE OVERROM-
PELEND SUCCES
Na de grillen van de weergoden was de geslaagde
plantdemo voor koolgewassen en prei zaterdag
9 juni in Westrozebeke een opsteker voor de
drie organisatoren, de constructeurs en de 400
bezoekers. Tien geleide demo’s van plantmachines,
5 voor kool en 5 voor prei gevolgd door een
demo van zelfrijdende preiplantkarren lokten veel
geïnteresseerden. De massale interesse voor deze
demo was een bewijs dat de sector een neutrale
groepsvoorlichting weet te waarderen aldus Bart
Debussche (team Voorlichting ADLO Vlaamse
Overheid).
Door het wisselvallige voorjaarsweer kon er dit
jaar pas vanaf eind mei volop geplant worden. De
demo die aanvankelijk op 26 mei zou doorgaan,
werd dan ook 2 weken uitgesteld tot de meeste
veldwerkzaamheden beëindigd waren. De bezoekers
lieten zich niet afschrikken door de hevige
wind en kort na de middag was er al reeds volk
aanwezig op het bedrijf van Marnix D’Hulster in
Westrozebeke. De 250 brochures met uitleg over
de machines waren dan ook snel uitgedeeld.
Na een korte inleiding volgde een geleide demo
waarbij twee groepen gevormd werden. De eerste
groep kreeg uitleg door Patrick Meulemeester
bij de plantmachines kool. Volgende machines
werden gedemonstreerd: Fedele van Abemec
(verdeler Baekelandt), Perdu van Baekelandt,
Ferrari van Debruyne, HSP 200 en Standaard van
Lauwers en de Checchi en Magli van Verstraete.
De tweede groep kreeg uitleg van Bart Debussche
bij de preiplantmachines. Voor prei waren er
demo’s van plantmachines van Basrijs, Verhoest,
Vermeulen, Christiaens Agro Systems en Baekelandt.
De zelfrijdende preiplantkarren van
Soenens mochten eveneens op veel belangstelling
rekenen. Nadien werden de groepen omgewisseld
zodat iedereen tegen16u00 alle machines
gezien had.
Voor de laatkomers was er na de geleide demo per
machine ook nog een vrije demo. De reacties op
de demonamiddag waren zeer positief en achteraf
werd nog een heel eind nagebabbeld in de Inagro
tent.
Deze plantdemo was een organisatie van:
de Vlaamse Overheid in samenwerking met
Boerenbond en Inagro.
Geïnteresseerden kunnen de brochure van de
plantdemo opvragen bij :
E henkie.rasschaert@lv.vlaanderen.be
T. 09/272 23 06.
Sabien Pollet en Danny Callens (Inagro)
Bart Debussche en Henkie Rasschaert (Vlaamse
Overheid, ADLO, dienst Voorlichting)
Patrick Meulemeester (Boerenbond)
02_ PROEFVELDBEZOEK INAGRO: COURGETTE IN PLASTIEK-
SERRE
Op 20 juni 2012 organiseerde Inagro een proefveldbezoek
aan de rassenproef courgette in plastiekserre.
Francis Jans besprak de belangrijkste
vrucht- en gewaskenmerken, de opbrengst,
de ziektegevoeligheid en het bloeiverloop van
8 rassen in de vroege teelt in plastiekserre. De
telers waren vooral geïnteresseerd in de problematiek
van de slechte bestuiving. Veel telers ondervinden
immers dat er na enkele weken te weinig
mannelijke bloemen zijn om een goede bestuiving
in de plastiekserre te garanderen. Slechte bestuiving
geeft later aanleiding tot misvormde vruchten
of vruchten met scherpe punten. Inagro en TACO
zoeken momenteel samen naar de oorzaak van
deze slechte bestuiving. Er zijn meerdere denkpistes:
invloed van temperatuurschommelingen,
te hoge luchtvochtigheid, slechte kwaliteit stuifmeel,
aanwezigheid van beter pollen buiten de
serre waardoor de hommels naar buiten vliegen,….
In de praktijk behelpen telers zich momenteel door
enkele planten van een ras met gele vruchten, die
dragen meer mannelijke bloemen, aan te planten.
Na de discussie rond de slechte bestuiving lichtte
Sofie Darwich het IWT onderzoek rond de ecologie
van courgettevirus in Vlaanderen toe. In dit kader
worden de vier meest voorkomende virussen
bij komkommerachtigen in Vlaanderen in kaart
gebracht namelijk het komkommermozaïekvirus
(CMV), het courgettegeelmozaïekvirus (ZYMV),
het watermeloenenmozaïekvirus (WMV) en het
papayakringvlekkenvirus (PRSV). Momenteel
bestaan er geen bruikbare middelen die rechtstreeks
deze virale plantpathogenen kunnen
bestrijden. Bij ernstige aantastingen kan dit
leiden tot zeer grote verliezen (30 tot 60 % verlies,
verdachte vruchten in Klasse 2 - €10.000 per ha in
2010). Dit onderzoek loopt in samenwerking met
het ILVO en PSKW.
Geïnteresseerden kunnen de info van het proefveldbezoek
per e-mail aanvragen:
bij sofie.darwich@inagro.be
of telefonisch op 051 27 32 05.
Sofie Darwich
Francis Jans
Danny Callens
12 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
13

03_ SUCCESVOL EERSTE PROEFVELDBEZOEK LOKT ZOWEL
LANDBOUWERS ALS ANDERE GEÏNTERESSEERDEN
NAAR HET ADLO – DEMONSTRATIEPLATFORM
TE HANDZAME
Op vrijdag 13 juli en op zondag 15 juli werd een
rondleiding georganiseerd op het demonstratieplatform
aangelegd in het kader van de ADLO
– demonstratieprojecten rond bemesting in de
groenteteelt. Beide rondleidingen trokken ongeveer
30 tot 35 geïnteresseerden per rondleiding.
De rondleidingen op het demonstratieplatform
hadden tot doel de Vlaamse landbouwers kennis
te laten maken met een aantal praktijken en technieken
die kunnen bijdragen aan een beperking
van het nitraatresidu.
Concreet werden de eerste resultaten van 3
proeven besproken die handelden over volgende
onderwerpen:
_ Het inzaaien van groenbedekkers in het
voorjaar kan helpen om uitgespoelde nitraten
uit diepere bodemlagen terug op te nemen en
ter beschikking te stellen van de volgteelt.
_ Bemesten aan de hand van het bijmestsysteem
waarbij zo laat mogelijk bijbemest wordt (aan
de hand van een bodemanalyse) laat toe uit de
bodem gemineraliseerde stikstof beter in te
schatten en in rekening te brengen bij de bijbemesting.
_ Toedienen van startfosfaten (in het bijzonder
als puntbemesting) zorgt voor een betere
weggroei en wortelontwikkeling. Dit leidt dan
weer tot een hogere stikstofopname.
Na het proefveldbezoek was er tijd voor een
bespreking van de resultaten en voor onderlinge
discussie. Hieruit bleek dat de nitraatproblematiek
nog altijd brandend actueel is bij de Vlaamse
groentetelers.
Deze demonstratie werd uitgevoerd door Inagro in samenspraak met het departement Landbouw en
Visserij en met financiële steun van de Europese Unie en de Vlaamse Overheid. Voor een elektronische
versie van het programmaboekje kunt u contact opnemen met Tomas Van de Sande of deze downloaden
via www.inagro.be.
Inlichtingen:
Inagro vzw
Afdeling tuinbouw openlucht
T 051 27 33 13
F 051 24 00 20
E Tomas.VandeSande@inagro.be
Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling:
Europa investeert in z’n platteland
THEMADAG INAGRO, ZONDAG 26 AUGUSTUS 2012
Arbeid & Automatisering in de land- en tuinbouw
Op zondag 26 augustus organiseert Inagro haar
jaarlijkse themadag. Thema dit jaar is arbeid en
automatisering.
Arbeid is sinds het ontstaan van landbouw altijd al
een bepalende en vaak beperkende factor geweest
voor de groei en ontwikkeling van het landbouwbedrijf.
Dankzij de automatisering die heel wat
arbeid kan vervangen kunnen bedrijven groeien
en de productie opdrijven.
Heel wat bedrijven hebben ook extra werkkrachten
nodig. Al dan niet uit Vlaanderen. Er zijn heel wat
wetten en regels voor het tewerkstellen van arbeiders
op het landbouwbedrijf. Het is goed je hierin
te laten bijstaan door professionele organisaties.
Ook de veiligheid en de ergonomie van de arbeid
krijgt steeds meer aandacht. De boerderij is niet
ongevaarlijk en heel wat werkzaamheden vragen
veel van het menselijk lichaam.
INAGRO THEMADAG
We voorzien diverse demonstraties van automatisering
in precisielandbouw (gps of cameragestuurd),
invloed van looplijnen, managementsoftware,
nieuwe plant- en oogstmachines voor korte
omloophout, gebruik van luchtbeelden,… Aanvullend
is er een infomarkt met diverse organisaties
die advies of dienstverlening aanbieden over
arbeid.
In de cafetaria kan u dan gezellig bijpraten met
collega’s of medewerkers van Inagro. De kinderen
amuseren zich alvast in de animatietent of op het
springkasteel met een ijsje in de hand.
Zondag 26 augustus, van 14u tot 18u.
Voor het hele gezin, inkom gratis
Meer info www.inagro.be
zondag 26 | aug 14.00 - 18.00 u.
arbeid & automatisering in de land- en tuinbouw
• Voor het hele gezin
• Talloze demonstraties
• Infomarkt arbeid en veiligheid
• Hapje & drankje
• Kinderanimatie
gratis toegang
Ieperseweg 87 Rumbeke-Beitem www.inagro.be
Flyer themadag Inagro.indd 1 14/06/12 13:30
14 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
15

AGENDA
_ AGROFORESTRY: INFOAVOND EN
BEZOEK DEMOPERCEEL
_ Waar: ILVO MERELBEKE
_ Wanneer: vrijdag 17 augustus 2012 van 16u tot 22u
_ Meer info op de website:
www.inagro.be > Agenda > Agroforestry ....
_ STUDIENAMIDDAG “STEVIA -
MOGELIJKHEDEN IN VLAANDEREN?”
_ Waar: Inagro vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem)
_ Wanneer: donderdag 23 augustus 2012 van 13u tot 17u15
_ Meer info op de website:
www.inagro.be > Agenda > Studiedag Stevia ....
_ OPENDEURDAG INAGRO
ARBEID & AUTOMATISERING IN DE LAND- EN TUINBOUW
_ Waar: Inagro vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem)
_ Wanneer: zondag 26 augustus 2012 van 14u00 tot 18u00
_ Meer info op de website:
www.inagro.be > Agenda > Themadag
_ CURSUS GEUR, GEURHINDER EN REDUCERENDE
TECHNIEKEN (3 DAGEN)
_ Waar: ILVO Merelbeke
_ Wanneer: vrijdag 14, 28 september en 12 oktober 2012 van 9u00 tot 17u00
_ Meer info op de website:
www.inagro.be > Agenda > Cursus geurhinder
_ DAG VAN DE LANDBOUW
_ Waar: Proefbedrijf Biologische Landbouw Inagro vzw
_ Wanneer: zondag 16 september van 10u00 tot 18u00
_ Meer info op de website:
www.inagro.be > Agenda > Dag van de landbouw
Rechtzetting Groentemail #3 - mei 2012, blz 18
Resultaten voor bandenmaat 800/70 R38:
Links: Conventionele band Rechts: Band met Ultraflextechnologie
800/70R38 IF800/70R38
Bandenspanning: 1,2 bar Bandenspanning: 0.9 bar
Belasting: 5100 kg/band Belasting: 5100 kg/band
16 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012 Groentemail | jaargang 9 nr. 04 | juli 2012
17

Krijg je de
Groentemail liever in
jouw mailbox?
Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Groentemail elektronisch’, naar
bart.verhaeghen@inagro.be. Vermeld het volledig adres, waarop je de Groentemail,
per post, toegestuurd krijgt.
Inagro vzw
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke-Beitem
T 051 27 32 00 _ F 051 24 00 20
E info@inagro.be
_
www.inagro.be
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in enige vorm of wijze, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inagro vzw is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke
gevolgen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik van de gegevens uit deze opgave.
Uw naam en adres zijn opgenomen in een adresbestand dat enkel gebruikt wordt binen de werking van
Inagro vzw (wet van 8/12/1992). Indien uw adres onjuist of niet meer relevant is, kan u de verbetering of de
verwijdering ervan vragen.
Provincie West-Vlaanderen. Ondernemen het zit in ons.