27.09.2013 Views

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Redact!« en Adm. Noordcinde 8, Lalden-Prijs per kwartaal II. 1.30 - Gironummer 41880<br />

<strong>10</strong> <strong>et</strong>.<br />

Ms te Jaargang<br />

4o. 7-8<strong>MA</strong>ART 1944<br />

<strong>MA</strong>RIA ANDERGAST<br />

als HILDE in de film<br />

,,Vaarwel — Yriinezcl"<br />

'W&m<br />

<strong>Cl</strong> <strong>ME</strong> <strong>MA</strong> <strong>5.</strong><br />

<strong>TM</strong> <strong>EATE</strong> R<br />

H*.


■<br />

,, - . <<br />

■\i$'^'''-' m<br />

WIE HEEFT DEN LÄNGSTEN SNUIT?<br />

WAT IS DAT I<br />

Bekijki u dmi»<br />

foto, wmmrmmn<br />

nMs gsiruccecrd<br />

Is, eenj goad, en<br />

lief dan, of u kunt<br />

zeggen, waf tij<br />

voorsfe/f. Mocht<br />

u hef nief kunnen<br />

onidtkkan, keert<br />

u hel blad dan<br />

om, c/an fconf u<br />

/l«( hieronder le-<br />

zen I<br />

iW n (iiM _<br />

W-"ï»6 P»


De bi<br />

1 cibk4i.<br />

kenni. M T^A scheikundige van beroep, maak, op een nacht door een toeval<br />

kennis m<strong>et</strong> Ludwg Narz. d.e er zooals hij zegt, zijn beroep van maakt om<br />

Aloh'.W 5 e Sl ' m ''A' Z ^C " den " lf d" nacht wordt er op h<strong>et</strong> bureau van d"<br />

^.ü f',* 33 /, Dr - ThieI is ""Sesteld, ingebroken en eenige schëikundifle<br />

mann de 9 h e rfH en ; d V e T" "'t. 01 b f Jan9 2iin voor « n nieuw «P"iment. Dr. Hardt<br />

mann, de hoofdsche.kund.ge. b<strong>et</strong>rekt commisjaris Webern in de kwestie en z<strong>et</strong> hem<br />

u.teen dat a leen hij en Dr. Thiel van de formules wisten. Hij beweer, da V de<br />

Th,"'". hL 9 0ö' 0n f". " /" Th i el . d " e alleen bel ' oefd ' tE comrÓi<strong>et</strong>r n 'Dr<br />

Ihiel de h.erdoor sterk onder verdenking komt te staan, neemt zijn ontslaa en<br />

beslui, 2,ch2e|f van de::en blaam tc zufverM H verte|e zjn o«'"»« «»<br />

Dr HZ!" een nleUW ""«"«ringsmiddel heef, ui,gevonden, waarin ijn chef<br />

Week heef, Ti T? . V " trouw " had - Toen dien, sceP,icisme ech,er ongegrond<br />

^.M-Tl VA J o" 1?" ork °°'". alsof nie. Dr. Thiel, maar hijzelf h<strong>et</strong><br />

mddel had gevonden. Dr. Thiel roep, de hulp in van Ludwig Närz, welke• hem<br />

aMe medewerkmg to.ze9,, ,ndien Thiel ook hem van diens, wil zijn. door aanwezig<br />

da. Nar ' zT^'b«, 2 ^ f e fl " P "I, kk " ■"' bekenden. Thiel s,em, ,oe en""rdek, 9<br />

„^,„ In j ' 0m , Cen kos,bare "P'« van een schilderij van Meunier aan<br />

me 9 , In»/nu' menschen J' e verkoopen. Verder breng, NL hem .n kennis<br />

he, oek„ i T )on 9 edame ' die «1« ^in zoogenaamde verloofde me, Th"el<br />

he, gekostumeerde feest bezoek,, dat de directeur-generaal der AlphTwerke<br />

der^ha he g H C "'^ " "ï aanWeZi9 Prof - Gussmann, de technische d^cteu;<br />

Dr Thtl'aan 'r„ n H l"" ^TT'Z" '»'•■'«» teI »"S "o, de „verloofde' van<br />

ur.l hiel aan den dag legt. Dit had Närz verwacht en he, is ziin bedoelina on,<br />

via Lo„e de aandach, van Prof. Gussmann op Thiel ,e ves^e" Nadat ^heVfee"<br />

z<strong>et</strong> ui"ee„ d 3 ri>r 0 of'T" h<strong>et</strong> •■ V " loofd '- * Närz wee? in zijn stala é. Hi<br />

k!na elders ,e be^rn Sn, t; nn * aa " chi ) nli )'' "> probeeren Thiel een be,rek-<br />

King elders ,e bezorgen om hem ui, de buurt van Lotte te krijgen Wanneer Prof<br />

^/AlTa W»k aanbie - dt T r rkSP" onderzoekingslaborLrfum<br />

on^in^DreTden^areen'' t"" ^"^^^ ^ "^ d ' °P dracl « van Närz<br />

echte Van Dazen hèuTk 1 J. ' 9aan


.#:■%<br />

' MM *^aVinii : ,*■■.,.„<br />

De onbekende dame (Gr<strong>et</strong>he Weiser). Neef Theodor. Lissi, Rudolf Schrö-<br />

der en de onbekende dame.<br />

$<br />

- - - ,. ^^<br />

(UU-flIm<br />

Regie: Carl Boese<br />

Rudolf Schrader Rudi Godden<br />

^ SSI . L j \ Camilla Horn<br />

De onbekende dame Gr<strong>et</strong>he Weiser<br />

d ^ _. v, Maria Andergast<br />

Neef Theodor R. A- Roberts<br />

n c S VA/ Volk * r v - Collande<br />

Dr. Franz Wegener Fran2 Zimmermann<br />

Waui Kurt Vespermann<br />

De jonge kunstschilder Rudolf Schrader, die ook een bijzon-<br />

dere vaardigheid heeft in h<strong>et</strong> ontwerpen van dameï-<br />

k J-i u.i'. ng, J e * rt de ionoe «ioenares van een chic mode-<br />

bednjf, HiMe P<strong>et</strong>erson, kennen. De beide jongelui worden ver-<br />

liefd op elkaar en zullen in hei huwelijk treden. Alles zal in<br />

stme gebeuren op verlangen van Rudolf, die een nogal wat<br />

rumoeng verleden heeft en liever geen moeilijkheden m<strong>et</strong> zijn<br />

vroegere vriendinn<strong>et</strong>jes wil. Hij verz<strong>et</strong> zich dan ook hevig<br />

tegen den wensch van Hilde, om op den avond voor zijn<br />

huwelijk een afscheidsfuif in zijn atelier te geven aan al zijn<br />

vrienden en kennissen. De reden tot dit verz<strong>et</strong> is, dat hij zon-<br />

der medew<strong>et</strong>en van zijn aanstaande vrouw, ai een dergelijken<br />

afscheidsavond heeft gegeven, waar h<strong>et</strong> nogal dol is toege-<br />

gaan, zoodat ten slotte zelfs de buren en de huisbaas er zich<br />

mee hebben bemoeid.<br />

Op den avond voor h<strong>et</strong> huwelijk komt er een jonge, mooie<br />

vrouw bij Rudolf om hulp vragen, aangezien zij achtervolgd<br />

zou worden door een opdringerigen kerel. Wanneer er nog-<br />

maals gebeld wordt verbergt hij de dame in een andere kamer,<br />

wat ni<strong>et</strong> overbodig blijkt, want de nieuwe bezoekster is Hilde<br />

die hevig verontwaardigd is, dat hij h<strong>et</strong> plan van de fuif heeft<br />

doen stranden. Hel staat zelfs te bezien of de trouwerij den<br />

volgenden dag we zal doorgaan, want Hilde's g<strong>et</strong>uige heeft<br />

bericht van verhindering gezonden en ook eenige andere gas-<br />

ten zuilen ni<strong>et</strong> verschijnen. Zelfs de beroemde neef Theodor<br />

dien ZIJ zoo graag zou hebben leeren kennen - en die in-<br />

m.ddels verliefd is geworden op een vroeger vriendinn<strong>et</strong>je van<br />

Kudol - komt ni<strong>et</strong>, omdat hij juist vertrokken Is voor een<br />

kuur in een badplaats!<br />

De situatie wordt er voor Rudolf ni<strong>et</strong> eenvoudiger op, als<br />

H" u .1 rcheUr . h f m k . omt vert * llen . d-« "»en een elegante<br />

hoteldievegge z.jn huis heeft zien binnengaan. Rudolf begrijpt<br />

dat h<strong>et</strong> de dame mo<strong>et</strong> zijn, die hij zoojuist heeft verborgen<br />

maar |legt( d,t zij er ^ ^ h<strong>et</strong>geen ^ ^^ ^<br />

dat de rechercheur Hilde verdenkt de gezochte dame te<br />

zijn Bovendien wordt er een damestaschje in de kamer ge-<br />

vonden m<strong>et</strong> bezwarend bewijsmateriaal, dat van niemand an-<br />

ders dan de onbekende kan zijn. Rudolf wil de dievegge, die<br />

hem zoo schromelijk voor den gek heeft gehouden, aan den<br />

•<br />

rechercheur uitleveren, maar als hij de deur opent van de kamer, waarin hij<br />

haar heeft verborgen, blijkt zij verdwenen te zijn. Natuurlijk gelooft de<br />

rechercheur geen oogenblik aan zijn verhaal en verzoekt Hilde m<strong>et</strong> hem<br />

mee te gaan naar h<strong>et</strong> politiebureau.<br />

Zoodra is de ongelukkige schilder echter ni<strong>et</strong> alleen, of de onbekende<br />

dame staat weer voor zijn neus, alsof er ni<strong>et</strong>s gebeurd is en zij we<strong>et</strong> hem<br />

m<strong>et</strong> haar zelfverzekerd optreden zoo te beïnvloeden, dat hij werkelijk aan<br />

den normalen loop der dingen begint te twijfelen. Daarbij komt nog een ge-<br />

heimzinnig telefoontje, waarin hem een onverwachte verrassing wordt be-<br />

loofd, terwijl even later de rechercheur verschijnt om te verteilen, dat men<br />

Hilde heeft mo<strong>et</strong>en vrijlaten, aangezien haar onschuld inmiddels is komen<br />

vast te staan. Hij legt ook een buitengewone nieuwsgierigheid -voor de iden-<br />

titeit van de schoone onbekende aan den dag.<br />

Niemand zal zich verbazen, dat h<strong>et</strong> Rudolf langzamerhand voor de oogen<br />

begint te schemeren, vooral als één voor één al zijn vrienden en vriendinnen<br />

arriveeren, benevens neef Theodor, die heelemaal ni<strong>et</strong> naar de badplaats is<br />

geweest. Tot overmaat van ramp houdt deze de onbekende dame voor Ru-<br />

dolfs aanstaande vrouw en wil haar een kostbaren briljanten speld als huwe-<br />

lijksgeschenk overhandigen. Op dat oogenblik komt er een nieuwe verras-<br />

sing, h<strong>et</strong> étui van de speld blijkt namelijk leeg te zijn, terwijl neef Theodor<br />

naar aanleiding hiervan vertelt van een merkwaardige en geheimzinnige ont-<br />

mo<strong>et</strong>ing, die hij kort tevoren heeft gehad m<strong>et</strong> een elegante hoteldievegge I<br />

De eene verwarring volgt op de andere, er komen steeds meer menschen<br />

en steeds nieuwe jobstijdingen, zoodat de arme Rudolf h<strong>et</strong> gevoel krijgt, dat<br />

zijn schedel uit elkaar zal springen.<br />

Thomas.<br />

Een rumoerig oogenblik.<br />

We zullen U ni<strong>et</strong> vertellen, hoe<br />

ten slotte dit kluwen ontward wordt.<br />

Slechts kunnen wij U verraden, dal<br />

de jeugdige bruid van den schilder<br />

dezen heksenk<strong>et</strong>el eenvoudig op<br />

touw gez<strong>et</strong> had, omdat zij haar toe-<br />

komstigen echtgenoot, voor hel te<br />

laat was, goed aan 't verstand wilde<br />

brengen, dal men maar ni<strong>et</strong> straffe-<br />

loos den eersten schuldeloozen wensch<br />

van zijn jonge vrouw kan dwars-<br />

boomen! Zij zou en wou een af-<br />

scheidsavondje in hel atelier. Welnu,<br />

zij hebben h<strong>et</strong> afscheid gevierd, m<strong>et</strong><br />

allen die er bij hoorden!<br />

Schrader we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> goed raad m<strong>et</strong><br />

de onbekende dame.


Wanneer we de jonge dame op bijgaande<br />

foto bekijken, dan twijfelen we er ni<strong>et</strong> aan,<br />

of de aardige jumper die ze draagt is door haar<br />

zelf gebreid en we veronderstellen, dat onze<br />

lezeressen deze jumper ook wel graag eens<br />

zullen nabreien. H<strong>et</strong> model is heel eenvoudig<br />

en er is 250 gram lichtgekleurde en 50 gram<br />

donkergekleurde wol voor noodig. Laatst-<br />

genoemde wol wordt in de strepen van h<strong>et</strong><br />

bovenstukje verwerkt, maar h<strong>et</strong> is in h<strong>et</strong><br />

geheel geen bezwaar wanneer voor dit boven-<br />

stukje verschillende tinten wol gebruikt wor-<br />

den en u zoodoende alle mogelijke restjes<br />

wol kunt opmaken.<br />

Verder hebt u nog noodig 2 breipennen<br />

no. 3 en vier fantasieknoopen.<br />

AFKORTINGEN<br />

Steek = st., rechts = r., averechts = a.<br />

meerderen =-. mrd., minderen = mind.<br />

WERKWIJZE<br />

Kousensteek : 1 toer r., 1 toer a.<br />

Randsteek 1/1 : •♦ 1 st. r., 1 st. a., herhaal<br />

vanaf **.<br />

<strong>MA</strong>TEN<br />

Deze zijn gegeven voor. maat 42.<br />

BEREKENING<br />

25 st. geven een breedte van <strong>10</strong> cM.<br />

HET RUGPAND<br />

Z<strong>et</strong> 75 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Mrd. in den laatsten teer van<br />

h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal 1 st.<br />

om de 7 st.' Er komen dan 85 st. op de naald<br />

(34 cM.). Brei hierop verder in den kousen-<br />

steek. Op 18 cM. totale hoogte beginnen de<br />

mrd. voor de zijnaden. Mrd. hiervoor aan<br />

weerskanten van h<strong>et</strong> werk 5 maal 1 st. om<br />

de 2 cM. Er zijn dan 95 st. ep de naald (38 cM.).<br />

Op 30 cM. totale hoogte wordt in h<strong>et</strong> streep-<br />

patroon verder gebreid. Dit patroon wordt<br />

eveneens in den kousensteek uitgevoerd,<br />

doch m<strong>et</strong> twee tinten wol en wel.als volgt:<br />

*♦ 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de donkergekleurde<br />

wol, 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de lichtgekleurde<br />

wol, herhaal vanaf *♦. Op 30 cM. hoogte<br />

beginnen eveneens de mind, voor de arms-<br />

gaten. Kant voor elk armsgat eerst 5 st. af,<br />

dan 3 st. en ten slotte 2 st. (<strong>10</strong> mind, voor ieder<br />

armsgat). Brei dan verder zonder mrd. of<br />

mind. Op 47 cM. totale hoogte worden de<br />

schouders gevormd. Kant iederen schouder<br />

af in drie groepen van 9, 8 en nog eens 8 st..<br />

te beginnen aan de zijde van h<strong>et</strong> armsgat.<br />

Kant de resteerende 25 st. voor den rughals<br />

in een rechte lijn af.<br />

HET VOORPAND<br />

Z<strong>et</strong> 85 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer van .<br />

h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek 12 maal 1 mrd.<br />

om de 7 st. Er zijn dan 97 st. op de naald.<br />

Brei hierop verder in den kousensteek. Begin<br />

op 18 cM. hoogte m<strong>et</strong> de mrd. voor de zijnaden<br />

en mrd. voor iederen zijnaad 5 maal 1 st. om<br />

de 2 cM. Op 30 cM. totale hoogte zijn er i&j<br />

st. op de naald (42 cM.) en begint h<strong>et</strong> streep-<br />

patroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand is be-<br />

schreven. Eveneens worden op 30 cM. totale<br />

hoogte de armsgaten gevormd. Kant voor<br />

elk armsgat eerst <strong>10</strong> st. af, dan 4 st., daarna<br />

3 st. en ten slotte r st. (18 mind, voor ieder<br />

armsgat). Kant op 42 cM. totale hoogte voor<br />

de halsuitsnijding de 9 in h<strong>et</strong> midden van<br />

h<strong>et</strong> werk liggende st. af en brei op ieder deel<br />

van 31 st. aan weerszijden afzonderlijk ver-<br />

der. Kant aan de zijde van de halsuitsnijding<br />

eerst 3 st. af en daarna 3 maal 1 st. Brei dan<br />

zonder mind, of mrd. verder tot op een totale<br />

hoogte van 47 cM. en kant de 25 resteerende<br />

st. voor den schouder af in drie groepen van<br />

9, 8 en nogmaals 8 st. elk.<br />

DE MOUW<br />

Z<strong>et</strong> 55 st. op en brei hierop 2 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer<br />

van h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal<br />

1 mrd. om de 5 st. Er zijn dan 65 st. op de<br />

naald. Brei hierop verder in den kousensteek.<br />

Mrd. op 3 cM. totale hoogte aan weerszijden<br />

van h<strong>et</strong> werk 1 st. en herhaal deze mrd. nog<br />

5 maal om de 2 cM. Op 12 cM. hoogte zijn er<br />

77 st. op de naald. Op deze hoogte wordt in<br />

h<strong>et</strong> streeppatroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand<br />

van de jumper beschreven is, verder gebreid.<br />

Tegelijkertijd beginnen dan ook de mind.<br />

voor den kop van de mouw. Kant hiervoor<br />

aan weerszijden van h<strong>et</strong> werk 4 st. af. Brei<br />

op de resteerende 69 st. in streeppatroon<br />

verder en kant aan h<strong>et</strong> begin van iederen<br />

toer 1 st. af, tot de mouw een totale hoogte<br />

heeft van 25 cM. en kant dan de resteerende<br />

st. af.<br />

HET IN ELKAAR <strong>MA</strong>KEN<br />

Strijk alle deelen van de jumper luchtig<br />

op onder een vochtigen doek m<strong>et</strong> een ni<strong>et</strong> te<br />

he<strong>et</strong> ijzer. Verbind daarna de zijnaden. Z<strong>et</strong><br />

de schoudernaden, gerekend vanaf h<strong>et</strong> arms-<br />

gat, slechts over een breedte van 5 cM. aan<br />

elkaar. Haak de halsuitsnijding en de open<br />

gebleven schoudernaden m<strong>et</strong> een toer vasten<br />

van lichtgekleurde wol om, evenals de onder-<br />

kanten van de mouwen. Z<strong>et</strong> de mouwen in en<br />

sluit de mouwnaden. Naai de knoopen op de<br />

schouders van h<strong>et</strong> voorpand (op iederen schou-<br />

der twee stuks) en maak, correspondeerende<br />

hiermede, op iederen schouder, van-h<strong>et</strong> rug-<br />

pand twee lussen, welke van enkele lossen ge-<br />

haakt worden.<br />

%<br />

caimi<br />

[DEI<br />

■<br />

■**** *&■ J^|N<br />

f.<br />

1<br />

#%^#<br />

éÊ-<br />

.■<br />

-<br />

mm.


A imée is zeventien jaar, zij danst ook al vaak een solo. Aimée<br />

brengt alle kunstenaars in verrukking doch haar voornaamste<br />

bekoring ligt juist in haar ontoegankelijkheid. De eene partij zegt:<br />

ze is een blok steen; de andere: ze heeft h<strong>et</strong> achter de ellebogen.<br />

Misschien is Coogmann, de schilder, toch wel de gelukkige, meent<br />

de een. Hij heeft ten minste een rugstudie van haar geschilderd,<br />

we<strong>et</strong> een ander. Maar zij hebben allemaal ongelijk. Aimée is voor<br />

Coogmann ni<strong>et</strong> meer dan een kameraad en zij is ook heelemaal<br />

ni<strong>et</strong> koel. Zij houdt haar jeugdig hart alleen maar m<strong>et</strong> beide han-<br />

den in bedwang, omdat zij bevreesd is vOor teleurstellingen. Maar<br />

h<strong>et</strong> is m<strong>et</strong> die dingen nu eenmaal zóó, dat niemand zich geweld<br />

kan aandoen, als de ware Jozef komt. Aimée vindt dien in de<br />

persoon van Pierre<br />

Durand. Hij is. pas<br />

kort tevoren terug-<br />

gekeerd uit de ko-<br />

loniën en is schat-<br />

rijk. Op een feest,<br />

gegeven door den<br />

bankier Lemonnier,<br />

danst Aimée. In de<br />

vrouw van den ban-<br />

kier herkent Pierre<br />

zijn vroegere vrien-<br />

din, de blonde<br />

Renée. Durand en<br />

Renée doen hun<br />

best elkaar zoo<br />

conventioneel mo-<br />

gelijk te begro<strong>et</strong>en,<br />

maar desondanks<br />

komt er een zeke-<br />

re hartelijkheid in<br />

hun gedrag tot ui-<br />

ting, h<strong>et</strong>geen Le-<br />

monniers wantrou-<br />

wen opwekt. Hij<br />

heeft geen enkele<br />

reden tot jaloezie,<br />

want Durand zi<strong>et</strong><br />

4 AIMÉE IS ALS VERLAMD. ZICH <strong>ME</strong>T MOEITE<br />

alleen maar de<br />

BEHEERSCHEND, ZEGT ZIJ STRAK EN RUSTIG :<br />

H<strong>et</strong> is erg aardig van U, mijnheer Lemonnier, mij kleine danseres en<br />

dat mee te deelen.<br />

Renée houdt van<br />

haar man. Doch<br />

voor den bankier zijn de handschoenen van zijn vrouw, die hij een<br />

paar dagen later in de hotelkamer van Durand vindt, bewijs ge-<br />

noeg. Hij roept Pierre ter verantwoording en deze zegt, dat zij<br />

van Aimée zijn. En nu mo<strong>et</strong> de kleine Aimée, wier schuwe hartje<br />

heeft meenen te mogen gelooven in Pierre, liegen! Maar de ja-<br />

loersche echtgenoot kent h<strong>et</strong> zachte leer van de handschoenen<br />

veel te goed en hij kent eveneens h<strong>et</strong> parfum, waarnaar de hand-<br />

schoenen geuren. Daarom zegt hij h<strong>et</strong> danseresje ronduit, dat zij<br />

leugens vertelt en deelt haar zelfs i<strong>et</strong>s over Pierre mede, dat haar<br />

geheel van haar stuk brengt.<br />

(Foto'i UU ■ Quick, UU - Hirbou)


Er kwam een onweersbui opz<strong>et</strong>ten toen wij<br />

de rivier naderden op de grens der stad.<br />

We hielden daar halt, om onze paarden te<br />

laten drinken. Er schoot een bliksemstraal van<br />

West naar Oost, en h<strong>et</strong> geluid van den donder<br />

rommelde tusschen de bergen.<br />

..Beroerd weer om te rijden," zei mijn oom.<br />

Ik mo<strong>et</strong> hem antwoord hebben gegeven of-<br />

u LL" ik K<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> herinner - Op dit oogen-<br />

bik b<strong>et</strong>eekende h<strong>et</strong> naderende onweer weinig<br />

of ni<strong>et</strong>s voor mij. Ik had reeds vaker in onweers-<br />

buren gereden, maar nooit had Ik dit „echt"<br />

gedaan, tezamen m<strong>et</strong> mijn oom. Ik zeg:" nooit<br />

..echt , omdat ik h<strong>et</strong> in mijn jeugd, als een<br />

spell<strong>et</strong>je, tienduizenden ke«ren had gedaan On-<br />

telbare roovers had ik uit de spelonken van<br />

mijn vaders hooi-oppers verdreven; moordenaars<br />

had ik gevat tewijl zij zich probeerden te ver-<br />

bergen in mijn moeders waschjobbe, en aan h<strong>et</strong><br />

einde van haar waschlijn was menige dief zijn<br />

wei-verdiende lot tegemo<strong>et</strong> gegaan. Dergelijke<br />

spell<strong>et</strong>jes waren de eenige die ik kende, en ik<br />

had nooit gebrek aan inspiratie gehad, want er<br />

waren moordenaars, dieven en roovers genoeg<br />

in de bergen. Méér dan genoeg. . .<br />

Vaak zat ik op een steen langs den weg en<br />

wachtte tot mijn oom Evert terugkeerde. En een<br />

pr<strong>et</strong>tig gezicht leverde zijn terugkeer ni<strong>et</strong> altijd<br />

op. Hef waren wreede kerels, die hij meebracht<br />

uit de bergen; mijn oom bracht ze mee aan h<strong>et</strong><br />

eind van een lijn, een lange lijn, waarvan h<strong>et</strong><br />

eene einde aan zijn zadelknop was vastgemaakt<br />

en h<strong>et</strong> andere onder de armen van den gevan-<br />

gene, die maar zien moest, hoe hij h<strong>et</strong> paard<br />

van mijn oom bijhield. De handen van den ge-<br />

vangene waren geboeid, en aan h<strong>et</strong> touw ge-<br />

bonden. Hij was volkomen hulpeloos.<br />

Vloekend, dood-op en m<strong>et</strong> sleepende vo<strong>et</strong>en<br />

kwamen de gevangenen aanwankelen. Grom-<br />

mende beesten waren h<strong>et</strong>, aan h<strong>et</strong> eind van<br />

h<strong>et</strong> touw. Maar mijn oom schonk geen aandacht<br />

aan hen. Hij reed m<strong>et</strong> gebogen hoofd, zijn ge-<br />

zicht overschaduwd door den breeden rand van<br />

zijn hoed, zijn tengere lichaam rhythmisch be-<br />

wegend m<strong>et</strong> den gang van zijn paard. Als hij<br />

voorbijkwam, hief hij altijd zijn hand naar mij<br />

op. Des nachts, wanneer h<strong>et</strong> onweer over de<br />

vlakten woedde en tusschen de bergen brulde<br />

lag ik wakker en volgde in gedachten mijn oom,'<br />

terwijl hij alleen door de inktzwarte duisternis<br />

reed.<br />

Nu waren mijn spel en mijn droom tot werke-<br />

lijkheid geworden, en er waren oogenblikken,<br />

terwijl ik zat te wachten tot mijn paard genoeg<br />

gedronken had, dat mijn hart als een steen in<br />

■mijn borst lag. Dat touw aan mijn zadelknop<br />

deed me huiveren. De kolf van mijn buks zond<br />

een rilling door mijn lichaam als ik ze toevallig<br />

aanraakte. Om wat zekerder van mijzelf te wor-<br />

den, wierp ik een blik op mijn ooms gezicht.<br />

H<strong>et</strong> was zoo tenger als van een vrouw, en de<br />

trekken er van eveneens. Zijn oogen waren<br />

blauw. Een lok van zijn roode haren viel altijd<br />

over zijn voorhoofd. H<strong>et</strong> was h<strong>et</strong> rustigste ge-<br />

zicht, dat ik ooit gezien had.<br />

Hij zat als aan zijn paard gekleefd terwijl we<br />

weer verder reden. We spraken geen woord,<br />

want mijn oom was geen man van veel woorden.<br />

Ik had ni<strong>et</strong>s anders te doen dan in mijn zadel<br />

te zitten. Mijn paard was reeds zoo lang ge-<br />

wend, den zwarten vos van mijn oom te volgen.<br />

Ons pad voerde door een dal, tot wij einde-<br />

tijk aan een helling kwamen, en toen begonnen<br />

wij lanq en moeizaam te klimmen. De lucht<br />

v/erd hce langer hoe donkerder, en op h<strong>et</strong><br />

laatst konden wii qeen hand voor oogen meer<br />

jden. Gevorkte bliksems schoten fel langs den<br />

hem-l omlaap. De donder gromde om ons heen<br />

en de echo kaatste hem tienvoudig uit de ber-<br />

gen terug. We hadden onze jassen aang<strong>et</strong>rok-<br />

EEN COMPLEET VERHAAL DOOR D'ALVAREZ<br />

ken toen wij begonnen te klimmen, want de re-<br />

gen was ni<strong>et</strong> ver meer af.<br />

Gedurende eenigen tijd was h<strong>et</strong> heel stil in<br />

de bosschen waardoor wij reden. H<strong>et</strong> leek wel<br />

-alsof alles in de natuur op i<strong>et</strong>s wachtte.<br />

We daalden de eene hoogte af om weer een<br />

andere te bestijgen. We waadden door stroo-<br />

men, waarvan h<strong>et</strong> water tot aan den buik van<br />

onze paarden kwam. Toen opeens begon h<strong>et</strong><br />

te regenen, en h<strong>et</strong> leek een zondvloed. Maar<br />

onze paarden aarzelden geen oogenblik. Ze<br />

weken naar links of naar rechts uit, om een<br />

kuil of een steen te mijden. Mijn ooren raakten<br />

gewend aan h<strong>et</strong> geluid van den regen, en ik<br />

luisterde naar h<strong>et</strong> rhythmisch geklop der hoeven<br />

van onze paarden op den natten weg. Naast<br />

mij in de duisternis reed mijn oom, zijn hoofd<br />

voorover gebogen, zijn lichaam bewegend als-<br />

of hij één was m<strong>et</strong> zijn paard. H<strong>et</strong> rhythme der<br />

hoefslagen maakte dat ik begon te soezen. H<strong>et</strong><br />

was alsof alleen mijn oom daar reed, zooals hij<br />

reeds dertig jaar lang had gereden - zonder<br />

zich te haasten, maar m<strong>et</strong> de zekerheid van<br />

een doodelijke dreiging, op ieder moment. . .<br />

Vóór mij uit in de duisternis zag ik in gedach-<br />

ten den moordenaar terwijl hij vluchtte voor<br />

h<strong>et</strong> noodlot dat hem achtervolgde. H<strong>et</strong> leek mij<br />

een hopelooze vlucht, omdat die gedaante naast<br />

mij eeuwig zou doorrijden. Er was i<strong>et</strong>s einde-<br />

loos in dat zwaaiende bewegen van zijn sterke<br />

paard. H<strong>et</strong> zou nooit moede worden. En mijn<br />

oom - die was nooit een deel van 's levens<br />

werkelijkheden geweest.<br />

We reden door den kouden vloed van den<br />

regen. M<strong>et</strong> lange tusschenpoozen zagen wij af<br />

en toe een gele vlek grooter worden in de duis-<br />

ternis en dan passeerden we even later een<br />

hut - een lage, zwarte schaduw m<strong>et</strong> een geel<br />

lichtend oog. Eén keer blafte er een hond. H<strong>et</strong><br />

geluid bereikte ons van uit een schuilplaats, die<br />

de hond blijkbaar geweigerd had te verlaten.<br />

Een keer ook verscheen er een man aan de<br />

deur van zijn hut. Gedurende een oogenblik<br />

stond zijn gestalte afg<strong>et</strong>eekend tegen h<strong>et</strong> war-<br />

me licht achter hem. Toen sloot hij de deur en<br />

wederom was er alleen nog maar de duisternis<br />

die door den regen doorzeefd werd, en h<strong>et</strong><br />

rhythmische kloppen der paardenhoeven.<br />

Ik we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> hoeveel uren er voorbijgegaan<br />

waren toen wij den hoofdweg verli<strong>et</strong>en. Ik we<strong>et</strong><br />

alleen dat wij een andere richting waren inge-<br />

slagen, omdat de regen nu precies in mijn ge-<br />

zicht sloeg. Hoe mijn oom sindsdien de talrijke<br />

bochten wist te kiezen, zal ik nooit kunnen be-<br />

grijpen. Uren lang koos hij den juisten weg<br />

zonder ook maar één oogenblik te aarzelen, en<br />

toen, boven op den schouder van een berg<br />

bleef hij staan. Mijn paard hield naast h<strong>et</strong> zijne<br />

stil. ,<br />

..Luister," zei mijn oom.<br />

Van beneden, boven h<strong>et</strong> geluid van den re-<br />

gen uit, kwam h<strong>et</strong> geloei van de rivier.<br />

■ ,Ze is hoog vanavond," zei mijn oom.<br />

Hij klopte zijn paard op den hals en toen be-<br />

gonnen wij te dalen. Af en toe viel er een<br />

steen naar beneden, wegg<strong>et</strong>rapt door den hoef<br />

van mijn paard, en ik hoorde hoe hij langs de<br />

helling omlaag rolde. Tegen den tijd dat wij h<strong>et</strong><br />

dal hadden bereikt, waren afle geluiden van den<br />

regen opgelost in dat van de rivier, die voor<br />

ons uit als een woedend dier door de duister-<br />

nis raasde. We hielden halt.<br />

„De oever is weggespoeld," riep mijn oom<br />

m mijn oor. „Een wolkbreuk. Kijk goed uit."<br />

Hij reed vóór, scherp naar links keerend om<br />

den stroom te kunnen yplgen. Ik legde mij plat<br />

tegen den hals van mijn paard. Laaq hangende<br />

takken zwiepten over mijn rug. In h<strong>et</strong> midden<br />

van de rivier stroomde h<strong>et</strong> water langs en over<br />

talrijke steenen. Ik voelde, hoe mij paard als<br />

h<strong>et</strong> ware tegen den stroom leunde. H<strong>et</strong> water<br />

vormde draaikolken om zijn pooten. Langzaam,<br />

voorzichtig gingen wij verder. H<strong>et</strong> water kroop<br />

m mijn laarzen. H<strong>et</strong> drukte tegen mijn been.<br />

Mijn knieën werden nat. Plotseling stroomde<br />

h<strong>et</strong> water over mijn zadel. Mijn paard scheen<br />

onder mij weg te zinken. H<strong>et</strong> zwom... Ik gaf<br />

mee m<strong>et</strong> den stroom, om h<strong>et</strong> te helpen. De<br />

stroom trok ons mee, maar mijn paard was<br />

sterk. Toen rees opeens uit de duisternis de<br />

oever op - een zwarte massa, die zich ophief<br />

uit h<strong>et</strong> water. Mijn oom had de plek waar wij<br />

de rivier hadden overgestoken, goed gekozen.<br />

Mijn paard bereikte een paar passen na dat<br />

van mijn oom den anderen oever.<br />

Terwijl wij een lange helling bestegen, werd<br />

h<strong>et</strong> geluid, dat de rivier achter ons maakte, hoe<br />

langer hoe zwakker. De warmte van mijn paard<br />

onder mijn jas begon mijn kleeren te drogen,<br />

en mijn broekspijpen kleefden aan mijn beenen!<br />

Op sommige plaatsen leek ons pad bijna op<br />

een meer of poel. ..<br />

Ik mo<strong>et</strong> toen in slaap gesukkeld zijn. Toen ik<br />

wakker werd, stonden onze 'paarden stil. H<strong>et</strong><br />

was nog donker, maar toch was er al i<strong>et</strong>s als<br />

een schemerig licht in de lucht. H<strong>et</strong> regende<br />

ni<strong>et</strong> meer. In h<strong>et</strong> bosch was er alleen nog maar<br />

,.. 9 e,uid van de druppels te hooren, die van<br />

millioenen bladeren afgleden.<br />

„H<strong>et</strong> lijkt mij ni<strong>et</strong>, dat hij hier zal zijn," zei<br />

mijn oom. „Maar h<strong>et</strong> is toch goed om h<strong>et</strong> zoe-<br />

ken hier te beginnen."<br />

Toen zag ik voor den eersten keer dat onze<br />

paarden dicht bij den rand van een open plek<br />

stonden. Ik hoorde, hoe mijn oom zijn buks<br />

uit den leeren foudraal haalde. In h<strong>et</strong> midden<br />

van de open plek stond een hut, en rechtj daar-<br />

van een schuur.<br />

H<strong>et</strong> was een kleine hut, m<strong>et</strong> twee ramen, die<br />

levenlooze oogen leken.<br />

Een poosje zaten wij op onze paarden naar<br />

de hut te kijken. Alleen h<strong>et</strong> geluid der van de<br />

bladeren vallende druppels waren te hooren.<br />

Mechanisch streek ik m<strong>et</strong> mijn hand langs den<br />

hals van mijn paard, h<strong>et</strong> op die manier aanmoe-<br />

digend om stil te blijven staan. Mijn blikken wa-<br />

ren als aan de hut gehecht. Plotseling begon<br />

mijn hart onstuimig te kloppen. Een momen'<br />

had er achter een der ramen een licht geflik<br />

kerd. Ik hoorde h<strong>et</strong> zadel van mijn oom kraker<br />

toen hij afsteeg, maar ik kon mijn blikken nog<br />

steeds ni<strong>et</strong> van de hut afwenden. Direct was<br />

h<strong>et</strong> licht weer verdwenen geweest. Toen kwam<br />

h<strong>et</strong> terug - een witte plek, die langs h<strong>et</strong> raam<br />

streek, en toen was hel weer verdwenen.<br />

„Er brandt vuur in de hut," fluisterde mijn<br />

oom.<br />

Hij stond nu naast zijn paard. Voorzichtig,<br />

zonder geluid te maken, kwam ik ook uit den<br />

zadel. Mijn oom liep langzaam naar den rand<br />

der open plek. Ik volgde hem. Weldra waren<br />

we ni<strong>et</strong> meer door h<strong>et</strong> bosch beschermd.<br />

„Ga achter een boom staan," zei mijn oom<br />

zachtjes.<br />

We stonden op nog geen halven m<strong>et</strong>er van<br />

elkaar, ieder achter een boom.<br />

„Pas nu opl" zei mijn oom. Toen trad hij op-<br />

zij, zoodat hij nog slechts fialf door den boom<br />

beschermd was, en riep „Hallol"<br />

Hij luisterde eenige oogenblikken, maar alles<br />

bleef stil. Toen riep hij weer: „Hallo . . ." Doch<br />

ook dit keer kwam er geen antwoord.<br />

„Wacht hier," zei hij toen, en stak h<strong>et</strong> open<br />

gedeelte van h<strong>et</strong> bosch over. Hij liep zeer be-<br />

hoedzaam, zijn buks gereed om te schi<strong>et</strong>en. De<br />

neervallende droppels k<strong>et</strong>sten op mijn jas, op<br />

mijn hoofd. De kou greep mij als m<strong>et</strong> een ijzige<br />

hand. Ergens ver weg kraaide een haan. Mijn<br />

• oom had zich nu zoowat tien m<strong>et</strong>er van mij<br />

verwijderd. Ik kon ni<strong>et</strong> langer alleen blijven, en<br />

volgde hem. De buks, dien hij mij had gege-<br />

ven, haalde ik uit den holster. Daar al de aan-<br />

dacht van mijn oom bij de hut was, hoorde hij<br />

ni<strong>et</strong> hoe ik hem volgde. Hij liep door.<br />

H<strong>et</strong> was zoowat honderd m<strong>et</strong>er tot aan de<br />

hut, maar nooit zal ik een längeren tocht ma-<br />

ken! Indien de wereld ónder mijn vo<strong>et</strong>en uit-<br />

eengespat was, zou h<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> verbaasd heb-<br />

ben. Eindelijk waren wij bij de hut, en mijn oom<br />

klopte m<strong>et</strong> zijn knokkels op de deur.<br />

Na een poos riep er een stem in de hut;<br />

„Ja . . . Kom maar binnen . . ."<br />

Mijn oom duwde de deur m<strong>et</strong> zijn schouder<br />

open; m<strong>et</strong> één stap was hij over den drempel.<br />

Ik volgde hem onmiddellijk.<br />

Eenmaal binnen, bleef mijn oom staan. Hij<br />

sprak geen woord. Zijn buks hield hij in de<br />

hand. H<strong>et</strong> zoü echter slechts een kwestie van<br />

de fractie eener seconde zijn geweest, want<br />

tegenover hem in de kamer stond een man, die<br />

. eveneens een buks in zijn hand hield. Een vuur,<br />

dat achter hem in den open schouw brandde,<br />

wierp een flauw lichtschijnsel door de kamer.<br />

De man leek er nog grooter door dan hij al<br />

was. Zijn gezicht was begroeid m<strong>et</strong> een zwaren<br />

stoppelbaard. Zijn haar was dik, zwart en on-<br />

gekamd. Zijn oogen leken wel kleine plasjes<br />

zwarte olie. Hij staarde mijn oom doordringend<br />

aan.<br />

Opeens zag ik, dat hij ni<strong>et</strong> alleen was, Aan<br />

zijn rechterkant stond een meisje, dat zich aan<br />

zijn broekspijp vasthield. Ze zag er zindelijk en<br />

helder uit, en ze was op haar bloote vo<strong>et</strong>en.<br />

Ze leek sprekend op den man. Haar leeftijd was<br />

aan haar gezicht ni<strong>et</strong> te definieeren; h<strong>et</strong> had<br />

van een vrouw van middelbaren leeftijd of van<br />

een kind kunnen zijn. Toch schatte ik haar ni<strong>et</strong><br />

ouder dan negen jaar, hoogstens tien.<br />

Links van den man, zich eveneens aan zijn<br />

broekspijp vasthoudend, stond een jong<strong>et</strong>je, dat<br />

misschien ni<strong>et</strong> ouder dan een jaar of zes was.<br />

Hij was een miniatuur van den man — m<strong>et</strong> de-<br />

zelfde stille, zwarte oogen, h<strong>et</strong>zelfde ongekam-<br />

de zwarte haar. Of hij bang geworden was<br />

door onze onverwachte komst, of zich alleen<br />

maar verbaasde, li<strong>et</strong> hij ni<strong>et</strong> merken.<br />

We stonden daar, zwijgend, bewegingloos,<br />

alle vijf. Eindelijk was h<strong>et</strong> de man, die de stilte<br />

verbrak.<br />

„Dus je hebt me gevonden. Evert," zei hij.<br />

„Ik verwachtte je." Hij li<strong>et</strong> den loop van zijn<br />

buks naar den grond zaKken. Toen draaide hij<br />

zich om, li<strong>et</strong> de kinderen staan zooals zij ston-<br />

den, en z<strong>et</strong>te zijn geweer in een hoek van h<strong>et</strong><br />

vertrek.<br />

„Doe de deur dicht en kom bij de kachel.<br />

Jullie zullen wel koud en nat zijn," zei hij.<br />

Mijn oom li<strong>et</strong> zijn buks eveneens zakken,<br />

„Doe de deur dicht," zei hij tegen mij, en na<br />

zijn geweer tegen den wand te hebben gez<strong>et</strong>,<br />

hield hij zijn handen boven de kachel. De man<br />

stak ondertusschen een lamp aan.<br />

„Nu je toch hier bent, kan h<strong>et</strong> geen kwaad<br />

meer om licht te maken," zei hij.<br />

„Ben je bang voor de Karstens?" vroeg mijn<br />

oom.<br />

„H<strong>et</strong> loont in ieder geval de moeite om voor-<br />

zichtig te zijn," antwoordde de mari. „Ik geloof<br />

dat we wel wat kunnen <strong>et</strong>en voordat we weg-<br />

gaan."<br />

„Ik geloof h<strong>et</strong> ook," zei mijn oom.<br />

De man ging naar de keuken, die door de<br />

open deur zichtbaar was.<br />

„In de schuur is er voer voor je paarden,"<br />

zei hij, over zijn schouder heen.<br />

„Ik denk, dat je ze b<strong>et</strong>er wat te <strong>et</strong>en kunt<br />

geven voordat we teruggaan," zei mijn oom<br />

tegen mij.<br />

Toen ik terugkwam uit de schuur, zat mijn<br />

oom voor de kachel; hij had zijn laarzen uitge-<br />

trokken en li<strong>et</strong> zijn vo<strong>et</strong>en drogen. Ik kon ni<strong>et</strong><br />

nagaan of hij den man in de keuken in h<strong>et</strong> oog<br />

hield. H<strong>et</strong> meisje was eveneens in de keuken.<br />

Een aangenaam-prikkelende geur van koffie<br />

zweefde door h<strong>et</strong> vertrek. De jongen stond m<strong>et</strong><br />

zijn rug tegen den muur naast de kachel ge-<br />

leund. Hij keek me aan, terwijl ik op de kachel<br />

toeliep, en ook terwijl wij zaten te <strong>et</strong>en hield<br />

hii z!jn blikken geen oogenblik van mij af.<br />

Buiten brak de schemering aan. Minuten gin-<br />

gen voorbij en niemand sprak een woord. Eén<br />

keer stond de man op en liep om de tafel heen<br />

om een stuk spek voor den jongen te snijden.<br />

H<strong>et</strong> was mijn oom, die h<strong>et</strong> eerst i<strong>et</strong>s zei. Hij<br />

had al dien tijd op zijn bord zitten staren. Nu<br />

hief hij zijn hoofd op en keek den man, die<br />

tegenover hem zat, strak aan. De man keek<br />

eveneens op . . . Toen vroeg mijn oom:<br />

„Heb je P<strong>et</strong>er Karsten gedood, Monten?"*<br />

De man kneep even zijn oogen dicht. Toen<br />

zei hij: „Ik we<strong>et</strong> h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. Evert! De Karstens<br />

zeggen dat ik h<strong>et</strong> gedaan heb."<br />

Mijn oom knikte.<br />

„Ik geloof, dat je we<strong>et</strong>, dat hun moeder een<br />

Karsten was?" — De man wees m<strong>et</strong> zijn hoofd<br />

in de richting van de beide kinderen.<br />

„Ja." Mijn oom zei h<strong>et</strong>, zonder zijn blikken<br />

van den man af te wenden.<br />

„Je we<strong>et</strong> ook, dat de Karstens h<strong>et</strong> nooit goed<br />

vinden, dat een van hen m<strong>et</strong> iemand uit een<br />

andere streek trouwt? Ze beweren altijd, dat zij<br />

die vrouw of dien man weer terugkrijgen. Wel,<br />

toen ik m<strong>et</strong> Sofie trouwde, nam ik dat ni<strong>et</strong> zoo<br />

ernstig op. En zij ook ni<strong>et</strong>. Maar een maand ge-<br />

leden is zij er m<strong>et</strong> P<strong>et</strong>er vandoorgegaan. Hij<br />

had hier vaak om de hut gezworven. Daar ze<br />

de kinderen bij mij hadden gelaten, li<strong>et</strong> ik hen<br />

ongemoeid. Gisteren . . . neen, eergisteren, want<br />

h<strong>et</strong> is al ochtend, eergisteren was ik bij de<br />

kreek. Ik had wat gedronken, maar toch ni<strong>et</strong><br />

zooveel of ik kon nog heel goed zien, dat Pe-<br />

ter en nog zes mannen van zijn familie naar<br />

de hut slopen. Ze zagen mij^ni<strong>et</strong>, maar ik hoor-<br />

de P<strong>et</strong>er duidelijk zeggen: ,,lk we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> wat<br />

haar bezielt, maar ze wil de kinderen hebben.<br />

Wachten jullie hier, tot ik m<strong>et</strong> hen terugkom..."<br />

„Hij wacht tof Jantje zijn eerste woord zal<br />

zeggen ..."<br />

(D/e Woche)<br />

„Maar Ernestine, h<strong>et</strong> was toch maar. een<br />

grapje. Ik verzeker je heusch, dat Zarah Lean-<br />

der werkelijk ni<strong>et</strong>s voor mij b<strong>et</strong>eekent."<br />

(Dat III. 8/alO<br />

Hij liep naar de hut . . . „Blijf daar!" riep ik.<br />

H<strong>et</strong> heeft geen zin. Evert, om alle hooge<br />

woorden te herhalen, die er over en weer ge-<br />

uit werden voordat we aan h<strong>et</strong> vechten waren.<br />

Natuurlijk vielen ze mij m<strong>et</strong> hun allen aan. Ik<br />

had mijn buks, en zij waren ook gewapend. Ik<br />

ben er zeker van, dat ik vier schoten hoorde.<br />

Eén der schoten mo<strong>et</strong> van mij geweest zijn,<br />

want mijn geweer was vuil toen h<strong>et</strong> achter den<br />

rug was, en ik we<strong>et</strong> zeker, dat ik h<strong>et</strong> twee da-<br />

gen tevoren pas had schoongemaakt. En . . . dat<br />

is alles. Evert! Zoo zeker als we hier zitten<br />

we<strong>et</strong> ik verder ni<strong>et</strong>s."<br />

Toen hij zweeg, vroeg mijn oom: „Er was ze-<br />

ker niemand anders bij behalve de Karstens?"<br />

„Neen." zei de man.<br />

„En hoe zeiden ze ook weer, dat h<strong>et</strong> gebeur-<br />

de: dat je hem in koelen bloede had neerge-<br />

schoten, is h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>?"<br />

„Ze zeiden, dat ik in een hinderlaag had ge-<br />

legen . . ."<br />

„Dat zullen ze natuurlijk ook voor den rech-<br />

ter zeggen." merkte mijn oom op. Hij zweeg<br />

en scheen naar i<strong>et</strong>s te zoeken op h<strong>et</strong> gezicht<br />

van den man tegenover hem, „Ik geloof, dat je<br />

beseft, dat je voor den rechter geen enkele<br />

kans hebt . . ." zei hij toen.<br />

..Ik wèèt h<strong>et</strong> . . ."<br />

„Waarom ben je dan hier?" vroeg mijn oom.<br />

„De grens is ni<strong>et</strong> ver. Je had al weg kunnen<br />

zijn!"<br />

„Voor hen . . ." zei de man. en hij wees m<strong>et</strong><br />

zijn hoofd naar de kinderen. „Ik heb liever ni<strong>et</strong>,<br />

dat hun moeder hen grootbrengt. Ze is een<br />

echte Karsten gebleven. Ik hoop, dat er iemand<br />

gevonden wordt, die hen tot zich wil nemen..."<br />

„Maar de rechter . . ." begon mijn oom, toen<br />

zweeg hij plotseling om te vervolgen: „Je kunt<br />

b<strong>et</strong>er alles in den wagen ladenl Je kunt h<strong>et</strong><br />

noodig hebben. Je komt misschien ni<strong>et</strong> meer<br />

terug."<br />

Twee uur later reden wij terug over den weg,<br />

dien wij in de duisternis vóór de ochtendsche-<br />

mering gekomen waren. Hel regende ni<strong>et</strong> meer.<br />

Mijn oom en ik reden naast elkaar. Vóór ons<br />

uil rolde de wagen over den hobbeligen weg.<br />

Op den wagen zat. als gevangene van mijn<br />

oom. de man, en mende de paarden. Aan zijn<br />

eenen kant zal de jongen, aan den andere hel<br />

meisje.<br />

Drie uur lang reden we zoo voort, m<strong>et</strong> als<br />

eenig geluid h<strong>et</strong> geratel van den wagen over<br />

den weg. Toen gaf mijn oom zijn paard de spo-<br />

ren. Toen hij naast den man reed, zei hij: „Ik<br />

geloof, dal je nu ni<strong>et</strong> meer dan een paar kilo-<br />

m<strong>et</strong>er van de grens bent. — Volg dezen weg<br />

en kom ni<strong>et</strong> meer terug."<br />

De man staarde mijn oom zwijgend aan. „En,"<br />

zei mijn oom, „ik heb gisteren nog gehoord,<br />

dal ze even over de grens houthakkers kunnen<br />

gebruiken. Je kinderen kunnen er naar school<br />

gaan en alles. Maar kom nooit meer terug." En<br />

toen keerde hij zijn paard en reed terug naar<br />

de plaats waar ik op hem wachtte.<br />

Alsof hij half versuft was, keek de man hem<br />

even na. Toen z<strong>et</strong>te hij zijn paarden tot meer<br />

spoed aan. Daarop riep hij opeens: „Evert , , .<br />

ik . , . ik . . . dank je vooral voor hèn . . ,"<br />

Toen keek hij weer voor zich en reed de<br />

grens over<br />

„Rechters," zei mijn oom, „houden nog vast<br />

aan den ouden stelregel „Oog om oog, tand<br />

om tand". Dat mag juist zijn, voor zoo ver ik<br />

we<strong>et</strong>, maar er zijn gevallen waarin h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> op-<br />

gaat. Dan tellen zij de oogen ni<strong>et</strong> goed. Ze<br />

zouden hèm hebben opgehangen en de kinde-<br />

ren naar hun moeder hebben gestuurd, en wat<br />

je ook zou hebben gezegd, ni<strong>et</strong>s zou hen heb-<br />

ben kunnen overtuigen, dat zij drie menschen<br />

straften voor een . . . dat ze drie oogen namen<br />

voor één . . ."<br />

Terwijl wij verder reden keek mijn oom een<br />

keer over zijn schouder. De wagen was reeds<br />

tusschen de boomen vedwenen. Toen gaf hij<br />

mij een knipoogje.<br />

..Je begrijpt h<strong>et</strong> zeker wel, hè?" zei hij.<br />

Ik begreep hef, maar terwijl ik naar h<strong>et</strong> touw<br />

keek dat aan zijn zadelknop bevestigd was, be-<br />

greep ik óók opeens, dat er een onderdeel van<br />

h<strong>et</strong> spel was, dat ik nog nooit had gespeeld in<br />

mijn jeugd . . .


Êmm<br />

Schani, Wendelin en Hannerl In goede stem ming.<br />

Schani en Wendelin in gespannen aandacht.<br />

\<br />

o<br />

Vol levensvreugde I<br />

mf<br />

IRAU IM<br />

Regie: Gerhard Lamprecht.<br />

Hannerl Hertha Feiler<br />

Alois Attila Hörbiger<br />

Schani Oskar Sima<br />

Wendelin Fritz Rasp<br />

f ranz Alexander Trojan<br />

Brunner Herbert Gernot<br />

Ker yllis Werner Scharf<br />

H^i Olly Holzmann<br />

Bäu 9erl Eduard Spiess<br />

Rolverdeeling:<br />

{Ufa-Ulm)<br />

Politie-beamte Rudolf Carl<br />

Een jongen Kurt Filipp<br />

Conducteur Ferry Wondra<br />

Hengelaar Karl Forest<br />

1e waker Oskar Wegrostek<br />

2e waker Wilhelm Hufnagl<br />

3e waker Hans Kammauf<br />

Een verliefd paar Alfred Lehner<br />

Lisl Kinast<br />

O "kt P J Waa . r d , e blauwe Donau en haar begeleider, h<strong>et</strong> Donaukanaal, h<strong>et</strong> dicht-<br />

bebouwde gedeelte van de groote stad binnenstroomen, is de werkplaats van vier<br />

h..«..'— -"L 0iS/ J Schani ' Wendelin en F""- 'n een oude barak hebben zij hun<br />

„bureau ingericht en daarnaast strekt zich de groote opslagplaats uit,, die tot in de<br />

uiterste hoekjes vol staat m<strong>et</strong> oude carosserieën, mrotorfi<strong>et</strong>sen, motoren, afgedankte auto-<br />

h!. ul'^T 00 ^ < ? ie VOOr ? nd . ere me J nsch « s n "i<strong>et</strong> veel meer dan. afval zijn, maar voor<br />

h<strong>et</strong> klaverblad van vier nog heel waardevol materiaal en... hun dagelijksch brood be-<br />

teekenen. Want m<strong>et</strong> deskundige blikken en handen sorteeren zij, verb<strong>et</strong>eren, zagen,<br />

vijlen kloppen en hameren, om daarna de gerepareerde onderdeeien weer te verkoopen.<br />

Alois is om zoo te zeggen de ongekroonde heerscher van h<strong>et</strong> troepje. Hij is een<br />

kerel als een duivel, overloopend van moed en kracht en levenslust. De vrouwen en<br />

T. e ' SJe L-T 6 " ? 0V . er * 1 . ".*' t0tdat - ■ • totdai r 'J komt ' de wouw, die h<strong>et</strong> leven van<br />

Alois Handler en de vriendschap van vier compagnons een be<strong>et</strong>je in de war schopt H<strong>et</strong><br />

IT. n L ie . W ! V d ? m , anier ' waarop A,ois al,n xi i n Hanner| « gekomen. Midden<br />

uit h<strong>et</strong> Donaukanaal heeft hij haar opgehaald, waar zij rust meende te vinden van een<br />

leven en een lot dat zij ni<strong>et</strong> langer kon dragen. Alois heeft den tact om h<strong>et</strong><br />

STROM<br />

schuwe schepsel ni<strong>et</strong> te vragen naar h<strong>et</strong> hoe en waarom. Hij houdt haar bij zich en<br />

verdraagt terwille van haar de gloeiende jaloezie van den jongen Franz, en de woede<br />

van de beide andere kameraden, die hun samenwerking bedreigd wanen door de aan-<br />

wezigheid van een vrouw, een indringster. Tot Hannerl op een nacht verdwenen Is -<br />

en m<strong>et</strong> haar de kas van de „zaak", die drieduizend mark telde! Drieduizend mark, die<br />

h<strong>et</strong> viertal moeizaam had opgespaard om er een nieuwen vrachtauto van te kunnen<br />

koopenl Alois is tot in h<strong>et</strong> diepst van zijn ziel gegriefd en heeft in zijn bittere teleur-<br />

stelling ni<strong>et</strong>s anders dan harde woorden voor de gevluchte vrouw. Maar nu zijn h<strong>et</strong><br />

de anderen, die h<strong>et</strong> opnemen voor Hannerls rechtschapenheid en terwijl Alois doelloos<br />

ronddoolt langs den Donau, alleen vervuld door de gedachte, Hannerl straks te vinden<br />

en dan h<strong>et</strong> gestolen bedrag van haar terug te eischen, volgen de drie andere kameraden<br />

een spoor, dat hun m<strong>et</strong> hoop vervult. Zij doorzoeken h<strong>et</strong> huis van den advocaat Brunner,<br />

dien zij voor ni<strong>et</strong> geheel onschuldig aan den diefstal houden, en inderdaad vinden zij<br />

op een verborgen plekje h<strong>et</strong> gestolen geld.<br />

Wat zou er echter inmiddels m<strong>et</strong> Hannerl zijn gebeurd? In zijn vertwijfeling is Alois<br />

beland in een Roemeensche kroeg in een duister steegje. Dan hoort hij plotseling in de<br />

achterkamer een vrouweslem gillen. H<strong>et</strong> is de stem van Hannerl! Alois stormt naar binnen.<br />

H<strong>et</strong> eene woord volgt op h<strong>et</strong> andere en nu ervaart hij, hoe de ware stand van zaken<br />

is. Hannerl Is de ongelukkige vrouw van den smokkelaar Keryllis, die haar steeds Vil<br />

gebruiken als werktuig van zijn duistere plannen en die 'haar weggehaald heeft van de<br />

vier kameraden, nadat hij door Brunner op de hoogte is gebracht van haar verblijf. Om<br />

der wille van h<strong>et</strong> misdadige leven van haar man heeft Hannerl indertijd den dood willen<br />

zoeken. Na een heftige woordenwisseling slaagt Alois er in, om, gesteund door Hannerl,<br />

den smokkelaar neer te slaan. De vrouw neemt hij mee naar huis.<br />

Triomfantelijk komen de vrienden m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> geld aandragen en ook zij zijn erg blij<br />

over Hannerls terugkeer. Dan verschijnt In de krant h<strong>et</strong> bericht, dat Keryllis dood is ge-<br />

vonden. Nog denzelfden nacht besluiten Alois en Hannerl zich aan te melden als de<br />

vermoedelijke moordenaars van den smokkelaar. De commissaris verklaart echter, d'at<br />

de ware moordenaar reeds in hechtenis is genomen en alles heeft bekend. H<strong>et</strong> is Brunner.<br />

Eenige weken later wordt de bruiloft gevierd. De gasten houden hun intocht op «•«-<br />

spiksplinternieuwen vrachtauto en wachten dan op Alois en Hannerl. Maar die twee spar-<br />

telen vroolijk In de golven van den Donau, den stroom, die hen tot elkander heeft gebracht.


I<br />

de Amerikaan Burn<strong>et</strong>t Warden tot h<strong>et</strong><br />

bn van w<strong>et</strong>enschappelijke onderzoekingen<br />

pars door donker Afrika trok, slechts ver-<br />

geze| door 'n viertal inheemsche dragers, ont-<br />

WT" OP een ochtend h <strong>et</strong> spoor van een<br />

tijgen lie reeds verschillende slachtoffers onder<br />

de beyfoners van de streek had gevonden. War-<br />

den hlsloot jacht op h<strong>et</strong> dier te maken, maar<br />

h<strong>et</strong> I ƒ te hem ni<strong>et</strong>, h<strong>et</strong> te ontdekken. Intusschen<br />

was M<strong>et</strong> al ongeveer vijf uur geworden, en de<br />

dmstfrnis zou w»ldra invallen. Zijn dragers stel-<br />

den/hem daarom voor, in een kraal te over-<br />

nachten, die dicht in de buurt was, maar War-<br />

den voelde daar ni<strong>et</strong>s voor. Hij wist uit ervaring<br />

hoe h<strong>et</strong> daar kon ruiken, en bovendien had de<br />

bewuste tijger reeds eenige malen een inval in<br />

zoon mheemschen-nederz<strong>et</strong>ting gewaagd, en<br />

"Ifs uit een hut een oude vrouw weggesleept.<br />

Daarom besloot hij maar liever op de gewone<br />

wijze in tenten te kampeeren.<br />

De plaats die hij voor zijn nachtleger uit-<br />

zocht, was een pas kaal gehakte plek in de<br />

jungle. De boomen en pruiken waren wegge-<br />

kapt, en eenige stammen had^ men reeds ver-<br />

brand om er houtskool van te winnen. Er leek<br />

geen b<strong>et</strong>ere gelegenheid to vnden, in de buurt-<br />

de grond was schoon en vlok<br />

In de buurt liep een klem nvJerlie, eigenlijk<br />

slechts een soort greppel, gevuld m<strong>et</strong> wat<br />

water maar er stond in ieder geval meer in<br />

dan Warden en zijn mannen noodig hadden.<br />

Binnen ongeloofelijk korten tijd had zijn „hoofd-<br />

man h<strong>et</strong> wonder van de jungle gewrocht om<br />

een uitstekenden maaltijd van drie gangen ge-<br />

reed te maken boven een paar steenen en een<br />

vuurtje van eenige droge takken.<br />

Warden at zijn diner bij h<strong>et</strong> schemerige licht<br />

van de opkomende maan, terwijl de jungle don-<br />

ker en dreigend om hem oprees. Na een<br />

PUP gerookt te hebben, besloot hij, omdat hij<br />

moe was vroeg te gaan slapen, en hij beval<br />

zijn hoofdman - die nu, evenals de drie andere<br />

dragers, tamelijk zenuwachtig was gewordenl -<br />

om hem bij h<strong>et</strong> eerste morgenkrieken te wek-<br />

ken. Hun tent stond op ongeveer vier m<strong>et</strong>er af-<br />

stand van die van Warden, en in allebei bevond<br />

zich een stormlantaarn.<br />

w^dt* ^f^r. eeni9en tijd had 9«'^".<br />

werd hij plots.lmg m<strong>et</strong> een schok wakker omdat<br />

er .<strong>et</strong>s tegen een der touwen van zijn tent<br />

aanliep. De dunne paaltjes kraakten en zwaai-<br />

den heen en weer, en er ging als h<strong>et</strong> ware een<br />

nll.ng over h<strong>et</strong> linnen van de tent, alsof er<br />

OP LEVEN EN DOOD SÄV^ÄV^fÄ<br />

iemand m<strong>et</strong> een hand langs<br />

streek. Bij h<strong>et</strong> licht van de<br />

Hauw brandende lantaarn keek<br />

Warden op zijn horloge. Drie<br />

""r. .. veel te vroeg ioor zijn<br />

wekken TA u hoo ' dma " om hem reeds te<br />

wekken. Tóch was er i<strong>et</strong>s of iemand bezig bij<br />

den ingang van de tent. .<br />

. „Diljona. . . Ben jij daar?" riep Warden<br />

on« r j ,e r antwoord ' "" buiten was h<strong>et</strong><br />

opeens doodst.l geworden, en bewegen deed er<br />

van plan om h<strong>et</strong> overslag van de tent te openen<br />

ten emde te zien wie er was. Maar op h<strong>et</strong>zelf-<br />

dL ??? ^ '^ bl0ed ,e bevrie «". want<br />

door h<strong>et</strong> dunne linnen heen drong er een geur<br />

naar bmnen een scherpe, prikkelende geur, die<br />

ir., **"> van<br />

0J'A12 u.^ tOCh ni<strong>et</strong> Z00 0**»m was<br />

om dier In binnen te komen als in een van gras<br />

opg<strong>et</strong>rokken hut. In ieder geval hoorde Warden<br />

kTonT 9 !. OO0enb,ikken "'•* -"«er h<strong>et</strong> zachte<br />

klop-klop-klop van zijn pooten en even later<br />

bewees h<strong>et</strong> kra en van een paar takken, dat hij<br />

zich in de jungle terugtrok.<br />

Warden wachtte tien minuten, om er zeker<br />

van te zijn, dat de tijger verdwenen was. Toen<br />

opende h.J voorzichtig den overslag van de<br />

tent en keek naar buiten. Alles wat hij kon zien<br />

was de door h<strong>et</strong> maanlicht beschenen open plek<br />

en de dreigende jungle er omheen. Hij riep<br />

om zijn hoofdman en de drie andere inheem-<br />

schen maar h<strong>et</strong> eenige antwoord dat hij kreeg<br />

was de echo, die teruggekaatst werd door den<br />

duisteren muur van boomen. Hij riep luider en<br />

nog eens, maar h<strong>et</strong> donkere, dreigende woud<br />

ging voort m<strong>et</strong> zijn angst te spotten... Toen<br />

rees er een vreeselijke gedachte bij hem op<br />

Zou de tijger een bezoek aan de tent der in-<br />

heemschen hebben gebracht alvorens hij naar<br />

de zijne was gekomen?<br />

Snel trok hij zijn jas over zijn pyama aan en<br />

kroop naar buiten, zijn geweer en 'n electrische<br />

lantaarn meenemend. Angstig li<strong>et</strong> hij h<strong>et</strong> licht<br />

door de tent spelen... deze was geheel ver-<br />

laten, en er viel ook geen enkel teeken te be-<br />

kennen dat zij er geslapen hadden. Toen be-<br />

greep Warden, dat de vier mannen bang waren<br />

geweest, en naar de kraal waren gegaan om er<br />

te slapen, hem alleen in de jungle achterlatend..<br />

MIJ keerde terug naar zijn tent, en bond den<br />

overslag zoo stevig dicht als hij maar kon. Van<br />

slapen was natuurlijk geen sprake meer, daarom<br />

bleef hij opzitten, zijn geweer op zijn schoot,<br />

tot hu de fazanten hoorde roepen, terwijl zii<br />

van boom tot boom vlogen. . . Toen zag hij,<br />

L JI u" 1 J eeds 9rijS gekleurd was door h<strong>et</strong><br />

ochtendlicht Nooit nog had hij de opkomende '<br />

zon hartel.jker verwelkomd dan op dit oogenblik<br />

Êen uur later kwamen zijn hoofdman en twee<br />

der andere dragers opdagen. Ze zagen er nog-<br />

al schaapachtig uit, maar Warden had ni<strong>et</strong> den<br />

moed om hen over hun lafhartigheid te onder-<br />

houden. Hij voelde zich ziek, en wist dat hij<br />

een aanval van koorts onder zijn leden had.<br />

H.j kon ni<strong>et</strong> eens belangstelling toonen toen zij<br />

hem vertelden, dat de tijger een der dragers<br />

had opgeg<strong>et</strong>en, die op was blijven zitten uit<br />

angst dat h<strong>et</strong> dier -komen zou.. .<br />

Zoo gauw mogelijk li<strong>et</strong> Warden al zijn be-<br />

zittingen b.j elkaar pakken en haastte zich naar<br />

de eerste de beste groote nederz<strong>et</strong>ting, waar<br />

z-ch een dokter bevond. Daar kwam hij klapper-<br />

tandend van koorts aan, en werd direct in bed<br />

gestop , waarin hij een maand lang bleef lig-<br />

9en, gloeiend he<strong>et</strong> van de koorts en ijlend over<br />

een tijger, die om zijn tent sloop<br />

tafmf<br />

EEN COMPLEET VERHAAL<br />

Dek Hoevelaken bleef een oogenblik beslui-<br />

teloos voor de deur van zijn ooms kantoor<br />

staan. Toen vermande hij zich en draaide<br />

,den knop om.<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken, een dikke, kale,<br />

blozende man, „makelaar in huizen", die ach-<br />

ter een groot bureau zat, keek verstoord op.<br />

Maar Dick wachtte ni<strong>et</strong> tot hij i<strong>et</strong>s zou zeggen.<br />

' „Ik mo<strong>et</strong> u i<strong>et</strong>s zeggen," begon hij. „Ik heb<br />

er genoeg vaftl Ik werk hier nu twee jaar<br />

tegen een salaris waarvoor een Jongste bedien-<br />

de bij een bèètje firma zich zou schamen. Dat<br />

mo<strong>et</strong> anders worden. Ik mo<strong>et</strong> verhooging heb-<br />

ben. Omdat ik uw neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong><br />

zoa beroerd weinig te verdienenI Omdat ik uw<br />

neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong>..."<br />

„Ga zitten!"<br />

Dick ging zitten.<br />

„Maar luister nu eens. . . ik. . ."<br />

„Houd je mondl"<br />

Dick hield zijn mond. — Zoo was hij.<br />

„Ziezoo," zei zijn oom. „En laat ik nu be-<br />

ginnen m<strong>et</strong> je te vertellen, dat ik hier de baas<br />

ben, en ni<strong>et</strong> j ij. Ziezoo. — En als je nu nog<br />

één keer h<strong>et</strong> hart hebt om hier zóó binnen te<br />

komen stuiven, dan ga je de laan uit. Begre-<br />

pen? — Ziezool En in de derde plaats krijg je<br />

géén opslag. — Ziezool"<br />

Dick staarde zijn oom somber aan. Deze<br />

staarde terug. Dick had zijn oom altijd als een<br />

autocraat gezien — als een man, wiens woord<br />

w<strong>et</strong> was. Sinds zijn jeugd was deze theorie<br />

hem ingefiltreerd. H<strong>et</strong> feit, dal zijn oom sinds<br />

zijn zestiende jaar, toen zijn vader en moeder<br />

door een auto-ongeluk tegelijk om h<strong>et</strong> leven<br />

waren gekomen, zijn voogd was geweest, was<br />

hieraan voor een groot deel schuld.<br />

H<strong>et</strong> was alleen doordat hij zichzelf dagen-<br />

lang moed had ingeprent, dat Dick eindelijk<br />

de stoute schoenen had durven aantrekken en<br />

om opslag vragen. Nu zijn moed door de ont-<br />

vangst, die zijn oom hem had bereid, was ver-<br />

dwenen, voelde hij zich als een ballon, waaruit<br />

h<strong>et</strong> gas is ontsnapt.<br />

„Ik b<strong>et</strong>aal je precies zooveel als ik denk, dat<br />

goed is," zei zijn oom. „En daar zul j ij tevre-<br />

den mee mo<strong>et</strong>en zijnl" Hij vouwde zijn handen<br />

over zijn fantasievest m<strong>et</strong> roode zijden spikkel-<br />

tjes. „Als ik dood ben, is de heele boel voor<br />

jou," vervolgde hij toen. „Verge<strong>et</strong> dat ni<strong>et</strong>l<br />

Tót dien tijd zul je je echter als bediende heb-<br />

ben te gedragen, en zul je hebben te doen wat<br />

ik wil. Verge<strong>et</strong> dat nooit meer. — Ik wil dat<br />

je vanavond bij me komt <strong>et</strong>en, ■ want ik heb i<strong>et</strong>s<br />

m<strong>et</strong> je te bespreken. — Ziezoo."<br />

„Maar. . ."<br />

„H<strong>et</strong> onderhoud is afgeloopenl"<br />

„Maar. . ."<br />

„Verdwijnl — Ziezool"<br />

Dick verdween. In zijn eigen kantoor geko-<br />

men, liep hij somber op zijn bureau toe, ging<br />

op de punt er van zitten en keek naar Liesb<strong>et</strong>h<br />

Swierstra, die juist binnen gekomen was en<br />

bezig was haar mantel uit te trekken. Ze was<br />

de typiste en deelde h<strong>et</strong> kantoor m<strong>et</strong> Dick.<br />

DOOR Fl D R<br />

Liesb<strong>et</strong>h was een aardig meisje om te zien,<br />

m<strong>et</strong> grappig krullende blonde haren, blauwe<br />

oogen en een frisschen rooden mond. Ze droeg<br />

er veel toe bij h<strong>et</strong> gezellig op h<strong>et</strong> kantoor te<br />

maken, en vaak wanneer Dick naar haar keek<br />

— h<strong>et</strong>geen hij nogal eens deed — moest hij bij<br />

zichzelf vaststellen, dat h<strong>et</strong> leven toch eigenlijk<br />

ni<strong>et</strong> zoo hèèl erg slecht was. Zijn genegenheid<br />

voor Liesb<strong>et</strong>h kwam echter ni<strong>et</strong> boven een soort<br />

broederlijk gevoel uit. H<strong>et</strong> was evenwel ni<strong>et</strong> al-<br />

tijd zoo geweest. Op een keer, die altijd als<br />

een historische gebeurtenis in zijn geheugen<br />

gegrift zou blijven, had hij haar eens, toen zij<br />

pas op kantoor was, een kus gegeven.<br />

Ze hadden zich samen over haar lessenaar<br />

gebogen om een brief te lezen, en h<strong>et</strong> feit, dat<br />

zij zoo dicht bij hem stond — heur haren raak-<br />

ten l<strong>et</strong>terlijk zijn wangen — was hem naar h<strong>et</strong><br />

hoofd gestegen als champagne. Dat was de<br />

eenige verklaring voor zijn gedrag. Toen had<br />

hij zijn arm om haar middel geslagen en haar<br />

een kus gegeven. . .<br />

Liesb<strong>et</strong>h had ni<strong>et</strong>s gezegd, maar was stille-<br />

tjes een eind opzij gegaan. Er was een blik in<br />

haar oogen gekomen, die maakte dat Dick zich<br />

verre van op zijn gemak voelde. Hij bezag haar<br />

nu eenvoudig als een collega, die begrip had<br />

voor zijn omstandigheden en m<strong>et</strong> hem te<br />

doen had.<br />

„Ik. . . ik heb h<strong>et</strong> gedaan," zei hij. „Ik heb<br />

om opslag gevraagd."<br />

„En wat zei hij?"<br />

„Hij zei; „Verdwijn. . ."."<br />

„En wat heb je gedaan?"<br />

„Wat kon ik anders doen dan verdwijnen?"<br />

Liesb<strong>et</strong>h slaakte een zucht. Even leek h<strong>et</strong>,<br />

naar de uitdrukking van haar gezicht te oordee-<br />

len, alsof zij zou zeggen dat hij een boek of<br />

een vloeirol naar h<strong>et</strong> hoofd van zijn oom had<br />

mo<strong>et</strong>en gooien, maar ze beheerschte zich. Ze<br />

zuchtte alleen maar. En toen ging zij weer aan<br />

haar werk.<br />

Toen Dick den volgenden ochtend op kan-<br />

toor verscheen, stond zijn gezicht nog steeds<br />

even somber. Hij hing zijn hoed op, ging aan<br />

zijn bureau zitten en begon m<strong>et</strong> zijn vingers te<br />

trommelen.<br />

Liesb<strong>et</strong>h, die reeds aan haar werk was, keek<br />

op en glimlachte opgewekt tegen hem. Maar dit<br />

had heelemaal geen invloed op Dick.<br />

„Wat vind je eigenlijk van me?" vroeg hij<br />

opeens.<br />

„Ik vind dat je best op tijd had kunnen ko-<br />

men; je bent tien minuten te laat," zei Liesb<strong>et</strong>h.<br />

Dick haalde zijn schouders op. „Probeer als-<br />

jeblieft ni<strong>et</strong> geestig te zijn," zei hij. „Daar ben<br />

ik ni<strong>et</strong> voor in de stemming. — Ik wil w<strong>et</strong>en,<br />

wat je van mij denkt, van mijn karakter en zoo.<br />

- Nou?" *<br />

„Och, je bent een goeie lobbes, zes en<br />

twintig jaar, en een neef van den baas.<br />

Maar dal schijnt je ni<strong>et</strong> veel voordeel op te<br />

leveren. Als je h<strong>et</strong> mij eerlijk vraagt, zit je on-<br />

der de plak van je ooml"<br />

„Je hebt gelijk. Ik dacht wel, dat je h<strong>et</strong> ge-<br />

foto Ufa<br />

merkt had. Ik ben een verachtelijk insect."<br />

„Een wat?"<br />

„Een verachtelijk insect. Gisteren is dit pas<br />

goed tot mij doorgedrongen."<br />

„Nou, jk mo<strong>et</strong> eerlijk zeggen, dat je open-<br />

hartig tegenover jezelf- bent," mompelde Lies-<br />

b<strong>et</strong>h glimlachend. „En dat is in ieder geval een<br />

goed ieeken. Maar verge<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>, dat zelfs in-<br />

secten zich op een gegeven oogenblik te weer<br />

kunnen stellen!"<br />

„Dat heb ik geprobeerd. Gisteren. Maar h<strong>et</strong><br />

is mislukt. Je zi<strong>et</strong>, dat ik zelfs nog erger ben<br />

dan zoo'n dier!"<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek hem m<strong>et</strong> groote oogen aan.<br />

„Bedoel je, omdat je geen opslag hebt los-<br />

gekregen?"<br />

„Neen. — Omdat ik ga trouwen."<br />

Liesb<strong>et</strong>hs oogen werden nóg grooter.<br />

„Mijn oom zegt, dat ik mo<strong>et</strong>! Gisterenavond<br />

heb ik m<strong>et</strong> hem geg<strong>et</strong>en en toen zei hij h<strong>et</strong>.<br />

Ik mo<strong>et</strong> trouwen m<strong>et</strong> Bep van der Steen. Als<br />

ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> doe, onterft hij mij."<br />

Liesb<strong>et</strong>h zweeg om deze mededeeling te<br />

kunnen verwerken. H<strong>et</strong> leek diepen indruk op<br />

haar te maken, want er kwam een peinzende,<br />

bijna droeve blik in haar oogen.<br />

„Maar. . . maar dat is toch onzin," mompelde<br />

zij toen.<br />

„H<strong>et</strong> is geen onzin van mijn ooms standpunt<br />

bezien," zei Dick. „Haar vader is namelijk ook<br />

makelaar in huizen, en mijn oom wil nu, dat ik<br />

m<strong>et</strong> haar trouw, om de beide zaken samen te<br />

voegen."<br />

„Ken je h<strong>et</strong> meisje?"<br />

„Ni<strong>et</strong> erg goed. Ik heb haar een of twee<br />

keer gezien."<br />

„Is ze aardig?"<br />

„Och, dat gaat wel," zei Dick ni<strong>et</strong> erg en-<br />

thousiast. „Voor een meisje gaat h<strong>et</strong> wel."<br />

„Ga je werkelijk m<strong>et</strong> haar trouwen?"<br />

„Ik heb toegestemd. Mijn oom stond er op."<br />

„Zoo. . ."<br />

„Maar zelf heb ik er ni<strong>et</strong> veel zin in," bromde<br />

Dick. j.Dat heb ik ook gezegd, maar je we<strong>et</strong><br />

hoe mijn oom is. Ik wil heelemaal nog ni<strong>et</strong><br />

trouwen I"<br />

Liesb<strong>et</strong>h boog zich over haar schrijfmachine.<br />

„Houd je ni<strong>et</strong>. . ." Ze vond h<strong>et</strong> erg moeilijk<br />

om de juiste woorden te vinden, en haar stem<br />

klonk bijna fluisterend,— „houd je ni<strong>et</strong> van een<br />

ander meisje?"<br />

„Neen," zei Dick kort.<br />

„Och," zei Liesb<strong>et</strong>h, „in dat geval kun je nel<br />

zoo goed m<strong>et</strong> haar trouwen als m<strong>et</strong> een ander."<br />

„Daar gaat h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> om."<br />

„Waarom dèn?"


„Wel, mijn oom heeft ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> recht om m ij n<br />

vrouw te kiezen."<br />

„Maar," zei Liesb<strong>et</strong>h zakelijk, „ais je ni<strong>et</strong><br />

flink genoeg bent om haar zélf te kiezen, waar-<br />

om zou hij h<strong>et</strong> dan ni<strong>et</strong> doen?"<br />

„Wie zegt, dat ik daar ni<strong>et</strong> flink genoeg<br />

voor ben?"<br />

„Je hebt daarn<strong>et</strong> zelf gezegd, dat je een ver-<br />

achtelijk insect was," wees Liesb<strong>et</strong>h hem te-<br />

recht. „En dat is zoo."<br />

„O ja?"<br />

Jal"<br />

„Waarom zeg je zooi<strong>et</strong>s onaangenaams<br />

tegen mij?"<br />

„Omdat ik daar zin in heb."<br />

„Ja maar. .."<br />

De deur van h<strong>et</strong> kantoor vloog open. H<strong>et</strong><br />

kal«, blozende hoofd van Dicks oom verscheen<br />

om den hoek.<br />

„Zitten jullie toch ni<strong>et</strong> zoo te kl<strong>et</strong>sen I" viel<br />

hij uit, en trok de deur weer dicht.<br />

H<strong>et</strong> was opeens doodstil, en men hoorde al-<br />

leen nog maar h<strong>et</strong> geratel van Liesb<strong>et</strong>hs schrijf-<br />

machine en h<strong>et</strong> gekras van Dicks pen...<br />

H<strong>et</strong> resultaat van dit onderhoud was een<br />

zekere veAoeling tusschen Liesb<strong>et</strong>h en Dick.<br />

Pu 'u' a0n zijn bur * au en *•' fleen woord.<br />

Liesb<strong>et</strong>h zat aan haar schrijfmachine en zei<br />

evenmin i<strong>et</strong>s. H<strong>et</strong> was een stemming om er een<br />

op cadeau te gevert.<br />

De toestand begon op Dicks zenuwen te wer-<br />

ken want hij zei graag af en toe i<strong>et</strong>s tegen<br />

Liesb<strong>et</strong>h, en eindelijk, op een oditend, pro-<br />

beerde hij weer gewoon te doen.<br />

„Ik ben gisterenavond m<strong>et</strong> haar naar den<br />

bioscoop geweest," zei hij opeens.<br />

... ;' Zo ?'■ " mom P*^e Liesb<strong>et</strong>h, verwoed door-<br />

tikkend.<br />

„Ik geloof dat ik m<strong>et</strong> haar ga trouwen óók,"<br />

zei hij, wat onhandig.<br />

„Zoo.. ."<br />

„H<strong>et</strong> was een aardige film," vertelde Dick<br />

verder.<br />

„Zoo..."<br />

„Maar toch was er ni<strong>et</strong>s aan," vervolgde Dick<br />

..Er zit ni<strong>et</strong>s bij. Ik bedoel bij haar ni<strong>et</strong>. Ze<br />

iegt overal ja-en-amen op."<br />

BndeKjk vertoonde Liesb<strong>et</strong>h beekenen van<br />

ontdooiing. Ze hield op m<strong>et</strong> tikken en glim-<br />

lachte flauwtjes. Dick vatte moed.<br />

„Zeg, Liesb<strong>et</strong>h," zei hij, „jij bent altijd een<br />

re . u 1 z 1 e 1 colle 0 a voor "»• fleweest. We<strong>et</strong> je geen<br />

middel waardoor ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje hoef te<br />

trouwen, zonder mijn oom te beleedigen?"<br />

„Is je oom zoo geweldig belangrijk?"<br />

„Ja-a. " Dick wist ni<strong>et</strong> goed wat hij hierop<br />

antwoorden moest. „Als hij mij onterft..."<br />

„Als je daar ni<strong>et</strong> bang voor was," zei Lies-<br />

OP HUN HOEDE<br />

b<strong>et</strong>h koel, „zou je dan ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje<br />

trouwen?<br />

„Natuurlijk ni<strong>et</strong>l"<br />

„Maar je kunt toch zeker wel voor jezelf<br />

zorgen zonder de hulp van je oom?"<br />

„Ja, maar..,"<br />

„Als ik jou was, zou ik hem zeggen dat hij<br />

naar den duivel kon loopen, m<strong>et</strong> zijn testament<br />

en zijn heele zaak er bijl"<br />

Dick bromde I<strong>et</strong>s onverstaanbaars. Deze raad<br />

scheen ni<strong>et</strong> erg naar zijn zin te zijn. Hij zei<br />

ni<strong>et</strong>s meer en ging weer aan zijn werk.<br />

Dick was practisch gesproken door zijn oom<br />

grootgebracht, en hij had er nooit over gedacht,<br />

om zich aan zijn invloed te onttrekken. Toen<br />

zijn oom had besloten, dat Dick bij hem in de<br />

zaak zou komen en h<strong>et</strong> vak van den grond af<br />

aan zou leeren, had Dick dit i<strong>et</strong>s vanzelfspre-<br />

kends gevonden. Sinds dien tijd was h<strong>et</strong> steeds<br />

zijn veriangen geweest, den een of anderen dag<br />

de zaak over te nemen. Dat wist zijn oom, en<br />

wanneer Dick wat weerspannig werd, dreigde<br />

hij altijd, hem uit zijn testament te zullen schrap-<br />

pen, een dreigement, waarvoor Dick altijd was<br />

gezwicht.<br />

Zijn oom paste deze m<strong>et</strong>hode nu ook weer<br />

toe. Bep van der Steen was een dochter van<br />

een zijner belangrijkste concurrenten, en hij<br />

wilde dat Dick m<strong>et</strong> haar trouwde ten einde de<br />

beide zaken te vereenigen. Bep bleek echter<br />

evenveel voor Dick te voelen als hij voor haar,<br />

h<strong>et</strong>geen ni<strong>et</strong> veej was.<br />

Dien avond ging Dick naar huis, terwijl h<strong>et</strong><br />

In zijn hersens een soort warwinkel van ge-<br />

dachten en plannen was. Hij wist ni<strong>et</strong>, of hij<br />

Liesb<strong>et</strong>hs raad zou opvolgen en zijn oom m<strong>et</strong><br />

zijn testament bij wijze van spreken als m<strong>et</strong> de<br />

spreekwoordelijke gebakken peren zou laten zit-<br />

ten, of dat hij zich andermaal zou verdeemoedi-<br />

gen en doen, wat hij van hem verlangde. Hij<br />

bracht den avond op zijn kamer door. Hij had<br />

beloofd, Bep een brief te zullen schrijven, en<br />

dat deed hij, en na hem op de post te hebben<br />

gebracht, ging hij naar bed. Maar toen had hij<br />

zijn besluit genomen. •<br />

Dick gedroeg zich bijna Juchthartifl toen hij<br />

den volgenden ochtend op kantoor verscheen<br />

Hij gro<strong>et</strong>te Liesb<strong>et</strong>h opgewekt, deed n<strong>et</strong> alsof<br />

hij heelemaal ni<strong>et</strong> wist, dat hij een kwartier te<br />

aat was en wierp zijn hoed m<strong>et</strong> een noncha-<br />

lanten zwaai aan den kapstok.<br />

Liesb<strong>et</strong>h was evenwel niét in zoo'n goed hu-<br />

meur Ze leek vreemd-kalm en er was een be-<br />

zorgde blik in haar blauwe oogen. Ze keek hem<br />

aan, scheen even ni<strong>et</strong> te w<strong>et</strong>en wat te doen<br />

en zei toen: „Dickl"<br />

„Ja?" vroeg hij hartelijk.<br />

Potö Eigen Archief<br />

■<br />

„Ik... ik mo<strong>et</strong> je i<strong>et</strong>s zeggen."<br />

„Als je mij maar ni<strong>et</strong> zegt, dat je van een<br />

ander houdt," zei hij eigenlijk zonder er bij<br />

te denken.<br />

„I<strong>et</strong>s over je oom."<br />

„Mijn oom? Wat dan?"<br />

„Over zijn testamentl De deur van zijn kan-<br />

toor stond open toen ik daarn<strong>et</strong> kwam, en hij<br />

telefoneerde m<strong>et</strong> zijn notaris. Hij laat zijn tes-<br />

tament veranderen. Je wordt zoo goed als ont-<br />

erfd I Ik heb h<strong>et</strong> zelf gehoord."<br />

Dick viel achterover in zijn stoel en staarde<br />

haar aan.<br />

„Onzin," zei hij schor.<br />

Maar dat geloofde hij zelf ni<strong>et</strong>. Liesb<strong>et</strong>h was<br />

ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> soort meisje om zich te vergissen. Er<br />

kwam plotseling een grimmige uitdrukking op<br />

zijn gezicht.<br />

„We<strong>et</strong> je dat zéker?" vroeg hij.<br />

„Ja. Ik heb h<strong>et</strong> immers zelf gehoord."<br />

„Dan is de maat vol," zei Dick en hij sprong<br />

overeind.<br />

„Wat ga je doen?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h.<br />

Jk ga hem vertellen, wat ik van hem denk,"<br />

zei Dick woedend.<br />

Voocdat Liesb<strong>et</strong>h nog i<strong>et</strong>s kon zeggen,<br />

stoof hij h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom binnen.<br />

Deze keek verrast op, wierp zijn neef een<br />

kwaden blik toe, maar eenig effect had dat ni<strong>et</strong><br />

„Leelijke, ouwe brombeer," begon Dick. -<br />

Zijn oom sprong op uit zijn stoel.<br />

„Kaalkop! • Ouwe tyranl Ik zal je nou eens<br />

feggen, wat ik al lang op mijn hart had, en dat<br />

ik vóór me heb gehouden omdat ik bang was,<br />

dat je mij er uit zou gooien. Maar nu ben ik<br />

niét bang meer. Gooi me er maar uit. Ik ben<br />

je beu...<br />

wWdcl" brulde zijn oom. „Ga zitten."<br />

„Ga zélf zittenl" viel Dick uit, ofschoon zijn<br />

oom al weer als een-keisteen in zijn stoel was<br />

teruggevallen. „Je hebt me nu Lang genoeg, ge-<br />

koejonneerd, en ik heb h<strong>et</strong> lang genoeg ver-<br />

dragen óók. Je hebt me lang genoeg als een<br />

kwajongen behandeld, leelijke, ouwe brombeer!<br />

tn ik heb nooit i<strong>et</strong>s teruggezegd. Ik heb alles<br />

maar geslikt. Maar nqu slik ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> langer.<br />

Ik vertik h<strong>et</strong>. Je zi<strong>et</strong> maar dat je iemand anders<br />

krijgt, die mijn werk zoo goed als voor ni<strong>et</strong>s<br />

do<strong>et</strong> en die bovendien nrwt de dochters van je<br />

concurrenten trouwt. Je kunt naar den duivel<br />

loopen m<strong>et</strong> je testament en je zaak er bij."<br />

„Onbeschaamde vlegel..."<br />

„Dat ben je zélfl"<br />

„Dickl" ziedde zijn oom.<br />

„Loop naar de maan m<strong>et</strong> je „ge-Dick"l En..<br />

en ik neem vandaag vrijl Adieul"<br />

Hij verli<strong>et</strong> h<strong>et</strong> kantoor, trok de deur m<strong>et</strong> een<br />

slag achter zich dicht, terwijl zijn oom verslagen<br />

m de richting staarde, waarin zijn neef verdwe-<br />

nen was. Hij had h<strong>et</strong> gevoel alsof hij een slag<br />

boven op zijn hoofd had gekregen.<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek Dick m<strong>et</strong> groote, ontz<strong>et</strong>te oogen<br />

aan. Toch was er i<strong>et</strong>s als een glimp van be-<br />

wondering in.<br />

„Dat had je ni<strong>et</strong> gedacht, hé?" zei Dick.<br />

„Dat ik zóó tegen dien ouwe durfde optreden?<br />

Hoe klonk h<strong>et</strong>?"<br />

„Je... je was schitterendl"<br />

„Dat dacht ik ook. Niks en niemand kan me<br />

meer schelen I Ik voel me een heel ander<br />

mensch... Ik neem vandaag vacantie en als ik<br />

morgen terugkom krijg ik natuurlijk mijn ont-<br />

slag. Maar h<strong>et</strong> kan me geen lor schelen. - Ga<br />

je mee?"<br />

„Ik?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h, één en al verbazing.<br />

„Ja, jijl Waarom ni<strong>et</strong>? Hij zal jou ni<strong>et</strong> ont-<br />

slaan. Daar mag hij je veel te graag voor en<br />

bovendien krijgt hij nooit meer iemand die zóó<br />

goed werkt. - Kom mee, we gaan h<strong>et</strong> er van-<br />

daag van nemen..H<strong>et</strong> is mooi weer en we gaan<br />

een mooien tocht bulten maken. Jij bent toch<br />

ook op de fl<strong>et</strong>s?"<br />

„Ja.' - Maar..."<br />

„Geen „maren". Poeder je neus, terwijl ik Je<br />

hoed en mantel haal..."<br />

Bijna voordat zij begreep wat er eigenlijk ge-<br />

beurde, had Liesb<strong>et</strong>h haar mantel aang<strong>et</strong>rokken<br />

en haar hoedje op heur blonde krullen gedrukt<br />

en toen voelde zij zich door den opgewonden<br />

i j J u arm O e a re P en e" mee naar buiten<br />

geloodst. H<strong>et</strong> was mooi weer; ze sprongen op<br />

hun fi<strong>et</strong>s en namen h<strong>et</strong> er van.<br />

^mmtm .<br />

„Denk je ni<strong>et</strong>," zei Liesb<strong>et</strong>h, toen zij ergens<br />

buitten in een eenvoudig landelijk cafétje koffie<br />

dronken, „dat je erg roekeloos bent geweest?"<br />

Dick grijnsde., „Ik ben h<strong>et</strong> nóg. Ik wil vrij<br />

zijn. Ik ga een baantje zoeken. Ik ga op eigen<br />

beenen staan. Maar ik ben een ezel geweest. ..<br />

misschien. . . omdat ik jóü heb meeg<strong>et</strong>roond. .."<br />

„Vind je h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. . . eh. . . pr<strong>et</strong>tig dat ik mee<br />

ben gegaan?"<br />

„Natuurlijk. . . dat wel." Dick gaf haar een<br />

joviaal kneepje in haar arm. „Ik bedoel, dat je<br />

. morgen misschien ook moeilijkheden krijgt. Daar<br />

had ik aan mo<strong>et</strong>en denken."<br />

„Ik ben blij, dat je h<strong>et</strong> niét gedaan hebt. Ik<br />

vind h<strong>et</strong> heerlijk, zoo samen. H<strong>et</strong> is zulk mooi<br />

weer," voegde zij er snel aan toe.<br />

Toen ze naar de stad terugkeerden, na eerst<br />

ergens eenvoudig 'maar. goed te hebben ge-<br />

g<strong>et</strong>en, hing er een prachtige zilveren maan aan<br />

den hemel.<br />

„Mooi, hé," zei Dick zachtjes.<br />

„Ja," mompelde Liesb<strong>et</strong>h.<br />

„Zoo romantisch en al - dat soort gedoe<br />

meer," zei Dick.<br />

„Ja," zei Liesb<strong>et</strong>h fluisterend, terwijl ze wat<br />

dichter naast hem kwam rijden.<br />

„Echt h<strong>et</strong> soort maan om te maken dat je<br />

veel van iemand gaat houden. . ." zei Dick.<br />

Liesb<strong>et</strong>h zweeg, maar haar oogen schitterden,<br />

en ni<strong>et</strong> alleen omdat h<strong>et</strong> maanlicht er in weer-<br />

kaatste.<br />

Dick keek haar aan en opeens herinnerde hij<br />

zich dien keer, dat hij haar op kantoor ge-<br />

kust had.<br />

„H<strong>et</strong> spijt me echt," mompelde hij. „H<strong>et</strong> is al<br />

meer dan een jaar geleden, maar ik heb je al-<br />

tijd willen zeggen, dat h<strong>et</strong> me spijt?"<br />

„Wét spijt?"<br />

„Dat ik je toen een kus heb gegeven. —<br />

Vond je h<strong>et</strong> héél erg?"<br />

„Ni<strong>et</strong> als je h<strong>et</strong> had gemeend. . ."<br />

„Ik meende h<strong>et</strong>, geloof ik. Ik vond je heel<br />

erg aardig."<br />

„Je zou me ni<strong>et</strong> meer aardig vinden als je<br />

wist, wat voor afschuwelijks ik heb gedaan."<br />

„Wel bedoel je? Jij kunt ni<strong>et</strong>s afschuwelijks<br />

doen, al wilde je h<strong>et</strong>!"<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek hem timide aan. „Maar éls ik<br />

i<strong>et</strong>s heel verkeerds tegenover je gedaan had,<br />

zou je mij dan nog aardig vinden?"<br />

„Ik heb je al gezegd, dat je dat ni<strong>et</strong> zoudt<br />

kunnen, maar goed: ik zou je nóg aardig vinden.<br />

- Wat voor een verschrikkelijke misdaad heb<br />

je begaan?"<br />

„Ik kan h<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> vertellen," fluisterde Lies-<br />

b<strong>et</strong>h. „Morgen zul je h<strong>et</strong> hooren, en dan zul<br />

je mij haten..."<br />

Dick staarde haar aan. Er stonden tranen in<br />

haar oogen, en ze zag opeens heel erg bleek.<br />

Er was I<strong>et</strong>s aan haar, waardoor hij als gedwon-<br />

gen werd zijn hand op de hare te leggen en<br />

haar langen tijd aan te kijken zonder I<strong>et</strong>s te<br />

zeggen. . .<br />

„Liesb<strong>et</strong>h," zei hij plotseling.<br />

„Ja-a..."<br />

,.lk heb i<strong>et</strong>s ontdekt."<br />

„Wat?"<br />

„Dat Ik ontz<strong>et</strong>tend veel van je houd. . ."<br />

Dick verwachtte ni<strong>et</strong>, dat zijn oom den vol-<br />

genden ochtend in een bijster goed humeur zou<br />

zijn toen hij op kantoor verscheen. H<strong>et</strong> ver-<br />

baasde hem dan ook ni<strong>et</strong>s, dat zijn oom hem<br />

m<strong>et</strong> een ware stentor-stem riep, zoodra hij de<br />

deur opende.<br />

Hij ging naar h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom en<br />

bleef verrast op den drempel staan. Liesb<strong>et</strong>h<br />

stond voor h<strong>et</strong> bureau van zijn oom, haar oogen<br />

near den grond gericht en zag. er erg onge-<br />

lukkig uit.<br />

..Dick," zei zijn oom bruut, „juffrouw Lies-<br />

b<strong>et</strong>h heeft me zoojuist een bekentenis gedaan.<br />

Ze vertelde mij, dat ze gisteren opz<strong>et</strong>telijk tegen<br />

ie heeft gelogen door je te zeggen, dat ik mijn<br />

testament in jouw nadeel wilde veranderenl"<br />

Dick keek naar Liesb<strong>et</strong>h, die zoo rood werd<br />

als een pioenroos.<br />

„Gelogen?" herhaalde hij.<br />

„Er wos geen woord van waar," ^lel zijn<br />

oom uit.<br />

„Dus dèt bedoelde je gisterenavond," zei<br />

Dick, haar' nog steeds aankijkend. „Dèt was h<strong>et</strong><br />

afschuwelijke, dat je had gedaan, zooals je zei?"<br />

„Ik dacht toen ni<strong>et</strong>, dat h<strong>et</strong> afschuwelijk was,"<br />

stamelde Liesb<strong>et</strong>h. „Ik... ik vond h<strong>et</strong> zoo el-<br />

lendig voor je, dat je zoo onder de plak van<br />

je oom zat. Ik wilde je helpen, zelfstandig te<br />

worden. Ik wist dat je ongelukkig zoudt wor-<br />

den als je m<strong>et</strong> dat meisje trouwde. Ik dacht. . ."<br />

„Genoeg," viel Dicks oom uit. „Je hebt ge-<br />

logen, en daar Is alles mee gezegdl Je hebt<br />

mijn neef opz<strong>et</strong>telijk misleid."<br />

JK... ik..."<br />

„Dat verklaart gedeeltelijk je gedrag van gis-<br />

teren, Dick," zei zijn oom, „en daarom zal ik<br />

h<strong>et</strong> door de vingers zien. We zullen verg<strong>et</strong>en<br />

wat er is gebeurd, en je kunt weer aan je<br />

werk gaan."<br />

„En m<strong>et</strong> Bep van der Steen trouwen?"<br />

„Natuurlijk." Zijn oom vouwde zijn handen<br />

over zijn gestippelde fantasie-vest en lachte te-<br />

vreden. „Déèr sta ik op."<br />

Er kwam een schittering In Dicks oogen. Hij<br />

perste zijn lippen op elkaar, en keek zijn oom<br />

vastberaden aan.<br />

„Ik zal u eens i<strong>et</strong>s zeggen," viel hij toen uit.<br />

„Ik stä er op, dat ik niét m<strong>et</strong> haar trouw. Be-<br />

grijpt u dat? Je kan je Bep houden. Ik trouw<br />

niét m<strong>et</strong> haar."<br />

„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />

„Omdat ik m<strong>et</strong> Liesb<strong>et</strong>h ga trouwen."<br />

„Wètl" De oogen van Dicks oom schenen<br />

bijna uit hun kassen te rollen.<br />

„Dick..." riep Liesb<strong>et</strong>h.<br />

„... als ze mij wil hebben, ten minste," voeg-<br />

de Dick er bij.<br />

„Maar..." begon Dicks oom.<br />

„En wat Ik gisteren heb gezegd, blijft ge-<br />

zegd. Ik ga weg. Ik heb maling aan je testa-<br />

HOLLANDSCH LANDSCHAP Foto Eigen Archief<br />

, ment. Wat Liesb<strong>et</strong>h mij gisteren heeft gezegd,<br />

maakt geen enkel verschil. Ik had mijn besluit<br />

toen al genomen. Ik had Bep den vorigen avond<br />

al een brief geschreven om haar te zeggen, dat<br />

ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> haar kon trouwen. Ik. . . eh. . . wat<br />

Liesb<strong>et</strong>h mij heeft verteld, deed mij alleen maar<br />

inzien, dat ik juist had gehandeld. Dat is alles.<br />

— En nu smeer ik hem..."<br />

„Wacht even op me, Dick," rtep Liesb<strong>et</strong>h<br />

opgewekt, „Ik ga m<strong>et</strong> je mee..."<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken zat m<strong>et</strong> open mond.<br />

Vaag vermoedde hij, dat de tijd van zijn<br />

despotisme voorbij was. Indien hij zijn neef<br />

wilde houden — h<strong>et</strong>geen zeker h<strong>et</strong> geval was<br />

— dan zou hij concessies mo<strong>et</strong>en doen.<br />

„Wacht even. . ." stamelde hij. „Jullie kun-<br />

nen mij zóó ni<strong>et</strong> laten zitten. Dick, ik zal je<br />

salaris-verhooging geven. : ."<br />

„Ik ga weg," zei Dick vastbesloten.<br />

„Maar. . . maar je bent mijn eenige erf-<br />

genaam. .."<br />

„Ik ga weg ais bediende. Ik wil blijven als<br />

compagnon."<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken aarzelde even, maar<br />

er was zoo'n besliste blik in Dicks oogen, dat<br />

hij onmiddellijk begreep, dat er ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> hem<br />

te redeneeren viel. Maar misschien dat zoo'n<br />

resolute jongeman óók een goede com- '<br />

pagnon was.<br />

„Goed," zei hij heesch. „Je kunt blijven als<br />

mijn compagnon. Liesb<strong>et</strong>h mo<strong>et</strong> dan echter ook<br />

blijven."<br />

„Natuurlijk," zei Dick. „Maar niét lang."<br />

En om te toonen, dat hij geen ondergeschikte<br />

meer was, gaf Dick haar een kus waar zijn oom<br />

bij was. ..


fotograaf, die de OD de« olai* * ^«1 toe aan de komst van den<br />

zood'at zij hem^t^f^ Jt/r tVh!re r n ePr „ 0 o dU r eerde *}?*" "***"*'<br />

•n rui, daarvoor wiiden V^^V.^ Äs^ v^'i'ïr<br />

Deze kleine Ne-<br />

gerjongen draagt<br />

een zelf gemaak-<br />

te kroon van ge-<br />

droogde kokos-<br />

noten. Ni<strong>et</strong> al-<br />

leen zal hij hier-<br />

door gezond blij-<br />

ven, maar tevens<br />

wordt hij er door<br />

beschermd tegen<br />

koorts en andere<br />

ziekten.<br />

¥, an de vroegste tijden af tot nu toe xiin<br />

legende en werkelijkheid m<strong>et</strong> elkaar verweven<br />

geweest. Dit is vooral h<strong>et</strong> geval bij de primi-<br />

-lUrl • J-Tr De ! e mensch en pogen m<strong>et</strong><br />

allerlei middelen, die ons misschien hoogst<br />

zonderling voorkomen, h<strong>et</strong> ongeluk te bezwe-<br />

en en «i<strong>et</strong> geluk tot zich te trekken.<br />

In de oerwouden van Brazilië belijden nog<br />

talrijke inboorlingen h<strong>et</strong> zoogenaamde f<strong>et</strong>isch-<br />

geloof, waarvan vele gebruiken evenwel door<br />

de regeering zijn verboden. Heel veel dansen,<br />

die een hoogst eigenaardig rhythme hebben<br />

zijn nog een overblijfsel van dit oude geloof'<br />

en zijn bedoeld om de hulp van goede geesten<br />

in te roepen. Zoo meenen de zwarte en bruine<br />

inboorlingen bij voorbeeld, dat zij h<strong>et</strong> „booze<br />

oog kunnen bezweren m<strong>et</strong> een hoorn van een<br />

os, terwijl h<strong>et</strong> skel<strong>et</strong> van een. ossenkop geluk<br />

en vrede zou brengen. Door offers van bloe-<br />

men, vruchten en zelfs van dieren smeeken de<br />

vrouwen die graag kinderen willen hebben de<br />

genade hunner goden af.<br />

Heel eigenaardige teekens vindt men dikwijls<br />

boven de deuren, welke de hutten van palm-<br />

t'ekeT'/'Tu ••? inlanderS WOnen - •'«'"'f".<br />

nnAM f t) W " k teru a wi J«n naar andere<br />

godsdiensten. Want als de eigen goden ni<strong>et</strong><br />

helpen, neemt men zijn toevlucht tot die van<br />

andere stammen, om op deze wijze toch ge-<br />

vrijwaard te zijn tegen rampen en ongebk<br />

waarop men ni<strong>et</strong> gerekend heeftl<br />

de mSL?' 9 * ieder V |f lk ' en Zel,S ieder me ""h.<br />

de middelen om m h<strong>et</strong> reine te komen m<strong>et</strong> de<br />

machten, die ni<strong>et</strong> van deze wereld zijn h<strong>et</strong><br />

goede en h<strong>et</strong> kwade, hemel en hel? De een<br />

meent h<strong>et</strong> te kunnen vinden in verstandig rede-<br />

neeren en handelen, in een werkzaam recht-<br />

schapen leven, de ander in geloof of bijgeloof<br />

n de hut van een gezin, dat h<strong>et</strong> f<strong>et</strong>isch-<br />

geloof aanhangt, bevindt zich steeds een kle'ne<br />

afgescheiden ruimte, die als altaar wordt ge<br />

«—■<br />

Een f<strong>et</strong>.sch-pakje wordt geopend. M<strong>et</strong> een<br />

rnr^ 06 « , ; ,Chie bekij,


Vervolg van NAR2 SCHEPT ORDE<br />

„Ik ben wel is waar zeer nieuwsgierig naar h<strong>et</strong>eeen u te vprtpll*»<br />

Mooi 331 " i^h t?^. "og nieuwsgieriger nSaTuw vraagf» 1 "<br />

„Mooi — dan begin ik: Waar is juffrouw Oswald?" 6<br />

„Dat zou ik ook graag willen w<strong>et</strong>en."<br />

„Zoudt u h<strong>et</strong> w<strong>et</strong>en, indien juffrouw Oswald gearresteerd was?"<br />

„Ook wanneer zu in h<strong>et</strong> buitenland was gearresteerd?"<br />

,? esieera/<br />

„Ook dan. Dat was vraag nummer drie.<br />

„Ik dank u. Voordat ik my echter tot uw dienst zal stpll^n b«m»<br />

nog vraag nummer vier. U behoeft deze natunrliik nflf« 'K^"l*<br />

woorden; m«n tegenprestatie zou ik nSurlMh levlrln ^aï<br />

■ 5pi nc» me t0Ch zeer in teresseeren te w<strong>et</strong>en, of u den «arresteer-<br />

den Ostermann voor schuldig houdt?" gearresteer-<br />

„Ik houd Ostermann voor onschuldig"<br />

„Dat verheugt mi] uitermate. Voor ons' allebei Ik aeloof d** «r«<br />

1, äat wy<br />

thans als bondgenooten uit elkaar zullen cnanPn r,,, i.?<br />

meer wilt w<strong>et</strong>en, kunt u alt«d nog vragen"<br />

HOOFDSTUK ZESTIEN,<br />

an n0g<br />

en^ktn^ar<strong>et</strong>^p' ^^ ^ alIen a ^^^ -g een keer in<br />

mli neuker OP Vr " e ^^^ Werd ^ teId . P^beerde hy direct<br />

da^ÄtbezIrwaTvatL^ h" . t0en r ernam ik 0 " der *.<br />

m<strong>et</strong> 2«n eerLfresuTtaat noff ^ii 0 '!!, 1 " 00 * T? tal c . 0 P ieën - H « w ^<br />

was daarom nog eens begon^nL^hn"^ t?. vred en geweest, en<br />

h<strong>et</strong> hem gelukt was zich dé mnmW f U hac! , hy Semerkt, hoe goed<br />

te maken De Jeede couie vie/ni^n Wer , ke . n ^ an Meunier ei e en<br />

heid uit, maar M was er ook éelr v^ii leen tot ^ n vol,e tevredener<br />

zelf<br />

verbaasd over stonT Daar hVtot^nH 66 . 861 ' 66 ' 1, Zoodat h «<br />

moest afleverer nog bäna^twee weken Hil' ^T ^ f^ Werk<br />

eenige copieën te maken ZooTwamhpf H^t v," d ' 5 eslo J 0t hy no Z<br />

dat hii<br />

gearresteerd werd, over een taraeliik Jroót aL^i OP den d t g '<br />

Hij deelde mii dit rfni .ïf ♦IVV g ot aantal copieen beschikte.<br />

neer h<strong>et</strong> eenmaal bekend was Llwinn^ 161, ü 00 ?* Want wan -<br />

kon vaststellen, dat zii in hpt h^a Vi„l T, nieid, en die dan nog<br />

dat dit h<strong>et</strong> gestilen schilderi w« nTir n ? f i Uni . er was ' innemen 8<br />

we<strong>et</strong> u reeds ^tulderyj was. Dat ik my daarin ni<strong>et</strong> heb vergist,<br />

maL-^^i'L'eïerl'^aAT^ te ^ 00n laten ^^Uen"<br />

my daarom direct n Sidina m<strong>et</strong>" .r^ S e Z a - Ik «tlldi<br />

se bezigheid. Vóór alles waren wii er nn.Üt jf 0nze voornaa ra-<br />

ryendief te ontdekken AIIPPH H:f P • *' den waren »childe-<br />

l&heid. OsteïmanTvry te fe^^^^ w « de moge-<br />

voorgeschreven was, was aelukk^ dtZt%' i ^ S T z00 te ze 8g en<br />

^n Pe , n ' d n n m0( L hten w « 00k d e hoop koesteren den<br />

^ «ä «Osr^ r Ä SKA<br />

cal'logus staan alle schllderijeS vérmeM dfe vol.ens<br />

i.lZ"rM S v '° ■"'">"'"• >e bemachtigen ,«„ D° S<br />

hï. ïï3 P.'? " a een overeenkomst ni<strong>et</strong> denceen rtl.<br />

nerciK, zooals hy he<strong>et</strong>, een zeer voorzichtie koonpr it<br />

rWoiJ g mjurt. Ze noemde zich wel is waar<br />

AA r dï^ r LS e :as aain aan - äkÄ<br />

^ï/eStt<br />

doende om h<strong>et</strong> schildery, na de herkenningsscène -<br />

DE OUDE STADSWIJK e ' f 00 * 15 u zult begrypen, afge-<br />

sproken werk was — op de een of<br />

(fo«o E.gen Arch/./) andere wyze aan te bieden, pii<br />

Maak zelf<br />

Uw liniment.<br />

Tegen rheumatiek<br />

en spierpijnen.<br />

Om Uw rheumatiek, spierpijnen, of<br />

stijfheid te verdrijven is er ni<strong>et</strong>s<br />

b<strong>et</strong>ers dan dit eenvoudige receptje<br />

voor een sterk liniment. Haal bij Uw<br />

apotheker of drogist 85 gram terpen-<br />

tijn en 15 gram Rheumagic-olie (ge-<br />

concentreerd) die vijf krachtige pijn-<br />

doodende bestanddeelen bevat. Een<br />

15 grams-fleschje Rheumagic-Olie (ge-<br />

concentreerd) kost maar 66 cent, dus<br />

m<strong>et</strong> de terpentijn bent U voor onge-<br />

veer drie kwartjes klaar en heeft U<br />

<strong>10</strong>0 gram liniment.<br />

Vermeng de twee bestanddeelen<br />

in een schoone flesch goed door elkaar.<br />

Bevochtig de pijnlijke plaatsen er-<br />

mede zonder te wrijven of te mas-<br />

seeren en de pijn ver-<br />

dwijnt direct. Ook<br />

een Rheumagic-olie<br />

bad is uitstekend ;<br />

voeg dan een thee-<br />

lepel Rheumagic-olie<br />

bij een he<strong>et</strong> bad. Be-<br />

waar dit recept goed.<br />

Indien de benoodigde terpentijn ni<strong>et</strong><br />

verkrijgbaar is hunt U een zelfde hoe-<br />

veelheid brand-spiritus gebruiken.<br />

Aan den voorkant wit, aan den<br />

achterkant<br />

AANGETAST DOOR<br />

TANDSTEEN<br />

(Wat 4c Undipicgel Ie zien {if)<br />

Een prachtgebit!<br />

CENT PER TUBE<br />

VOLDOENDE VOOR 60 X POETSEN<br />

Alleen Solidox becal Sul-<br />

foricinoleaat (Neder-<br />

landsch Octrooi 19178),<br />

dal landsteen, de oorzaak<br />

Can üerschillende landziek-<br />

ten, voorkomt en verwijdert.<br />

V<br />

V<br />

V<br />

m/rnx<br />

.%0U<br />

Hercik kon zooi<strong>et</strong>s geen succes hebben. Hij zou onder normale<br />

omstandigheden geen schildery koopen zonder een voorafgaand<br />

onderzoek m<strong>et</strong> röntgenstralen of m<strong>et</strong> de kwartslamp. Dus moesten<br />

wy omstandigheden scheppen, waarbij aan een dergelijke analyse<br />

ni<strong>et</strong> te denken viel.<br />

Wy bedachten h<strong>et</strong> volgende plan. Lotte zou m<strong>et</strong> hem in den-<br />

zelfden coupé reizen. Even vóór de grens zou Lotte dan vernemen,<br />

dat er een byzonder strenge grenscontrole plaats zou vinden. Er<br />

was een medepassagier, die derde klasse reisde, en tot wien Lotte<br />

klaarblykelijk in een of andere verhouding stond. Beiden deden<br />

echter moeite, dit ni<strong>et</strong> te laten merken. By h<strong>et</strong> bericht 'van de<br />

aanstaande strenge grenscontrole zouden zy all<strong>et</strong>wee echter hun<br />

terughoudendheid laten varen; de man uit de derde klasse zou<br />

Lotte opzoeken, en ze moesten samen, ten prooi aan een hevige<br />

Meyer en Klaassen komen 's<br />

avonds laat in hun hotel na de<br />

vergadering en zijn in hun<br />

schik m<strong>et</strong> de rustige kamers.<br />

Ze zijn moe.<br />

Maar hoe kan een mensch<br />

slapen, als z'n buurman van<br />

de eene hoestbui in de andere<br />

schi<strong>et</strong> T Dat is nu een echte<br />

rookershoest denkt Meyer.<br />

Maar den achterkant mo<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> zien Wat<br />

zi<strong>et</strong> hij er gezond en sterk uit — en wat een<br />

hagelwitte tanden 1 Je zou ni<strong>et</strong> zeggen, dat ze van<br />

achteren aang<strong>et</strong>ast zijn door tandsteen. H<strong>et</strong> is ook<br />

hier weer de schijn, die bedriegt... Schitterend<br />

.witte tanden zijn soms aang<strong>et</strong>ast door verborgen<br />

tandsteen, h<strong>et</strong> grootste gevaar voor een gezond<br />

gebit. Geleidelijk vormt zich een harde laag<br />

tandsteen op den tand ha Is, die ten slotte<br />

h<strong>et</strong> uitvallen van de tanden veroorzaakt.<br />

Solidox is een heel bijzonder tandpasta,<br />

dat tandsteen verwijdert, zonder h<strong>et</strong> teere<br />

tandglazuur, h<strong>et</strong> tandvleesch of de slijm«<br />

vliezen aan te tasten. Begin daarom<br />

m<strong>et</strong> Solidox, voor h<strong>et</strong> te laat is! Solidox<br />

bevat Sulforicinoleaat, h<strong>et</strong> prepa.<br />

raat, dat tandsteen oplost, zonder h<strong>et</strong><br />

tandglazuur te schaden. Po<strong>et</strong>s Uw tanden<br />

tweemaal per dag m<strong>et</strong> Solidox en ga min.<br />

stens tweemaal per jaar naar den tandarts.<br />

joW<br />

opwinding, die den schilderyenhandelaar ni<strong>et</strong> kon ontgaan, over-<br />

leggen hoe zy zich uit hun n<strong>et</strong>elige positie zouden kunnen redden.<br />

Kortom, de schilderyenhandelaar moest den indruk krygen, dat<br />

zy probeeren wilden i<strong>et</strong>s over de crens te brengen zonder er voor<br />

te b<strong>et</strong>alen, doch ni<strong>et</strong> te wéten hoe zy dit moesten doen.<br />

Misschien klinkt h<strong>et</strong> plan, dat ik u hier wat kort sch<strong>et</strong>s, nogal<br />

onbeholpen, u kunt er echter van op aan, dat alles zóó was voor-<br />

bereid, dat Hercik. zyn hulp wel moest aanbieden. H<strong>et</strong> had ook<br />

wel heelemaal scheef mo<strong>et</strong>en gaan, indien hij hier ni<strong>et</strong> een gele-<br />

genheid had gezien, om zijn collectie schilderyen uit te breiden,<br />

zoodat h<strong>et</strong> vanzelfsprekend was dat hij hun een bod zou doen —<br />

vooral daar hun geldmiddelen klaarblijkelyk waren uitgeput!<br />

Hij staat op, klopt op de deur<br />

van Klaassen en geeft hem<br />

zijn doosje Wybert. Die helpen<br />

absoluut tegen hoest.<br />

CWord/ vervolgd).<br />

't ontbijt bedankt Klaassen<br />

hem. Ja, ze hebben puik ge-<br />

holpen en voortaan altijd Wy-<br />

bert jes mee.' Wybert-tabl<strong>et</strong>ten<br />

tegen hoest en keelpijn.


J - f'Yi^tM 11<br />

„Noem jij dat ding, dat op je hoofd staat, een hoed?"<br />

„Noem JIJ dat ding, waar je hoed op staat, een hoofd?"<br />

„Ach, Willem, wal zou ik nog graag één keer<br />

dat wonderbaarlijke accoord hooren. .."<br />

„Help je mee?"<br />

„Neen..."<br />

„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />

„Ik ben de bewaker<br />

„Do<strong>et</strong> u alstublieft de<br />

deur dicht, mijnheer Snij-<br />

ders."<br />

„Maar ze is dicht, juf-<br />

frouw Martens."<br />

„Ja — maar u mo<strong>et</strong> ze<br />

aan den buitenkant dicht-<br />

doen."<br />

(U,k,nlng»„: Köln. III. Zailung; Dl, Wocha; Poliilken-<br />

Saturday Evening Pott, Das ///. Blatt.)<br />

„Ik heb P<strong>et</strong>ersen altijd wel gezegd, dat hij<br />

zijn vrouw geen jiu-jitsu moest laten leeren."<br />

■<br />

v '-■-' ><br />

„Dat is mijn privé-secr<strong>et</strong>aris; m<strong>et</strong> hem kunt<br />

u converseeren. Mij mo<strong>et</strong> u alleen maar scheren."<br />

£\ä SÄ k r^ rfl,ten ' ^ ik je gulden heb geleend? ^ —"^ geleden<br />

„O neenl Die dag behoort tot<br />

mijn mooiste herinneringen.<br />

twintig<br />

Dit snoezige babygamituurtje bestaat uit een<br />

jasje en een bijpassend mutsje, gebreid uit witte<br />

en lichtblauwe babywol. Voor h<strong>et</strong> jasje is ongeveer<br />

IOO gram wol noodig en voor h<strong>et</strong> mutsje 25 gram.<br />

Verder 2 breinaalden no. 2J, een stel van 5 brei-<br />

naalden en een haaknaald, passend bij de dikte<br />

van de wol.<br />

AFKORTINGEN<br />

Steek = st., rechts = r., averechts = a., meer-<br />

deren = mrd., minderen = mind.<br />

WERKWIJZE<br />

Alle deelen van h<strong>et</strong> jasje worden volgens h<strong>et</strong><br />

schema gebreid en aan den onderkant begonnen..<br />

H<strong>et</strong> mutsje wordt in de rondte gebreid.<br />

I»>4«.M<br />

KKAAC<br />

LINKERVOORPAND<br />

JASJE<br />

UOORPAHD<br />

l-tCM<br />

Begin aan den onderkant en z<strong>et</strong> m<strong>et</strong> witte wol<br />

42 st. op. Brei hierop 12 toeren in ribbelpatroon<br />

(d.w.z. alle st. en toeren r.) ; vervolgens 2 toeren<br />

in den kousensteek (aan den goeden kant van h<strong>et</strong><br />

werk r. en aan den achterkant a.). Daarna begint<br />

h<strong>et</strong> aardige ruitpatroon in blauw-wit, dat als volgt<br />

gebreid wordt:<br />

ie toer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : *• 3 r., 1 verdraaid<br />

r. (d.w.z. in de achterste helft van den st. in-<br />

steken en den st. r. afbreien). Herhaal vanaf •*.<br />

ze f oer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : ♦• Den in den vorigen<br />

toer verdtaaid r. gebreiden st. nu a. afhalen (d.w.z.<br />

de draad blijft vóór de naald liggen), daarna 3 a.<br />

Herhaal vanaf *♦.<br />

3« toer (m<strong>et</strong> witte wol) ; •♦ 3 r., den volgenden<br />

\<br />

V,<br />

foto üecla<br />

blauwen st. weer afhalen.<br />

Herhaal vanaf **.<br />

4« toer (m<strong>et</strong> witte wol) :<br />

Den in den yorigen toer<br />

af gehaalden st. weer af-<br />

halen, 3 a. Herhaal van-<br />

af **.<br />

5« en 6e toer: Als de<br />

RUC<br />

3e en 4e toer.<br />

Den len tot en m<strong>et</strong> den<br />

6en toer steeds herhalen,<br />

waarbij in den len toer<br />

van h<strong>et</strong> patroon de blauwe<br />

st. steeds verdraaid r. ge-<br />

1<br />

breid mo<strong>et</strong>en worden en<br />

in de volgende toeren<br />

telkens afgehaald. In dit<br />

ruitpatroon wordt h<strong>et</strong> linkervoorpand verder gebreid,<br />

terwijl volgens h<strong>et</strong> schema gemind, wordt.<br />

H<strong>et</strong> rechtervoorpand en h<strong>et</strong> rugpand worden in<br />

h<strong>et</strong>zelfde patroon, eveneens volgens h<strong>et</strong> schema,<br />

gebreid.<br />

Voor h<strong>et</strong> rechtervoorpand worden weer 42 st.<br />

opgez<strong>et</strong> en voor den rug 84 st.<br />

DE MOUW<br />

Z<strong>et</strong> 48 st. op en brei hierop m<strong>et</strong> witte wol in den<br />

randsteek 1/1 (d.w.z. *♦ 1 r., 1 a., herhaal vanaf ••)<br />

een boordje van 5 cM. hoogte. Brei dan verder in<br />

h<strong>et</strong> ruitpatroon, terwijl weer volgens h<strong>et</strong> schema<br />

gemeerderd en gemind, wordt.<br />

HET KRAAGJE '<br />

Dit wordt eveneens volgens h<strong>et</strong> schema gebreid<br />

en aan den binnenkant (dus aan de zijde van den<br />

hals) begonnen m<strong>et</strong> witte wol. Me<strong>et</strong> hoeveel st.<br />

1 cM. breedte geven en z<strong>et</strong> dan h<strong>et</strong> benoodigde<br />

aantal st. op. Brei dan in den randsteek 1/1 tot<br />

aan de aangegeven lijn. Dan worden 6 toeren in<br />

ribbelpatroon gebreid m<strong>et</strong> blauwe wol.<br />

DE AFWERKING<br />

Z<strong>et</strong> de voorpanden en h<strong>et</strong> rugpand aan elkaar,<br />

sluit de mouwnaden en z<strong>et</strong> de mouwen in de arms-<br />

gaten. De midden voor kan ten worden eerst m<strong>et</strong><br />

1 toer vasten m<strong>et</strong> witte wol omgehaakt en dan,<br />

evenals de onderkant, m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong><br />

blauwe wol.<br />

De zijkanten van h<strong>et</strong> kraagje worden ook nog<br />

m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol omgehaakt<br />

en dan wordt h<strong>et</strong> kraagje op h<strong>et</strong> jasje genaaid.<br />

H<strong>et</strong> boordje van de mouwen wordt omgesla-<br />

gen en ook m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol<br />

omgehaakt. Tot sluiting dienen twee koordjes, waar-<br />

voor m<strong>et</strong> blauwe en witte wol twee einden lossen ge-<br />

haakt worden en waaraan twee blauw-witte kwasten<br />

gehecht worden.<br />

MUTSJE<br />

Begin aan den onderkant (hoofdwijdte) en z<strong>et</strong><br />

<strong>10</strong>0 st. op m<strong>et</strong> blauwe wol. Verdeel deze <strong>10</strong>0 st.<br />

over 4 naalden en brei hierop in de rondte.<br />

Biei eerst tweemaal afwisselend 1 toer a. en 1<br />

toer r., zoodat er een ribbel ontstaat ; dan volgen<br />

7 toeren in den randsteek 1/1 en daarna wordt ver-<br />

der in h<strong>et</strong> ruitpatroon gebreid (maar nu in de rondte,<br />

zoodat de st., die bij h<strong>et</strong> heen en terug breien a<br />

gebreid werden, nu ook r. gebreid mo<strong>et</strong>en worden).<br />

Brei in totaal 11 ruiten hoog, waarbij in den laatsten<br />

toer m<strong>et</strong> witte wol telkens de 3 witte st. samenge-<br />

breid worden. Dan volgt nog een blauwe toer.<br />

Daarna worden de st. afgekant en de opening aan<br />

den bovenkant ing<strong>et</strong>rokken.<br />

Ten slotte wordt' een blauw-witte kwast door<br />

middel van een 1J cM. lang snoer lossen in h<strong>et</strong><br />

midden op h<strong>et</strong> mutsje bevestigd.


„Kunt u zoo coed purdrljden, dmt<br />

u aan een wedstrijd me« kunt<br />

c2f.? ? "« v , roe,de uf «oP««nke«ra«n<br />

Willy Birgal. Eent nadat hij zijn<br />

kundigheid had bewezen, kreeg hij<br />

de rol van ritme<strong>et</strong>ter Ernst von<br />

Brenken.<br />

in de nabijheid van Angermünde<br />

op een sto<strong>et</strong>erij, die behoort bij<br />

h<strong>et</strong> kasteel Görlsdorf, wordt een<br />

gedeelte gedraaid van de buiten-<br />

opnamen voorden nieuwe Ufa-film<br />

,,... reit<strong>et</strong> für Deutschland", die<br />

h<strong>et</strong> leven weergeeft van baron von<br />

Langen. De appelschimmel Harro,<br />

een edel raspaard, is een van de<br />

hoofdvertolkers in deze film.<br />

Een paar honderd figuranten mo<strong>et</strong>en<br />

geschminkt worden en opgepo<strong>et</strong>st voor<br />

de film. De grimeurs w<strong>et</strong>en ni<strong>et</strong> hoc ze<br />

klaar mo<strong>et</strong>en komen. Dan is h<strong>et</strong> bijzon-<br />

der pleizierig als de actrice zichzelf<br />

we<strong>et</strong> te helpen.<br />

**<br />

Tournooi rijden op h<strong>et</strong> Reichssportfeld<br />

In Berlijn. De film verplaatst dezen wed-<br />

strijd naar h<strong>et</strong> Genive van den tijd na<br />

den oorlog. Voor de eerste maal zijn<br />

de Duitsche kleuren weer vertegenwoor-<br />

digd bij 't internationale ruiter-concours.<br />

"■ ^■" ppp<br />

SCÈNES U/f HEf ONTSTAAN<br />

VAN EEN NIEUWE FILM:<br />

„...reif<strong>et</strong> für Deufschhnd"<br />

jj it filmwerk is g«wijd aan de nagedachtenis van ritmeester baron<br />

von La.ngen. Arm en invalide keerde hij uit den wereldoorlog terug,<br />

waarin hij zwaar gewond was. Op de bezitting van zijn' vriend vMt hij<br />

Drie maal een schoorsteen-<br />

veger aanraken brengt geluk<br />

aan. Cerhild Welter Is een<br />

echte geluksvogel, of is h<strong>et</strong><br />

soms ni<strong>et</strong> reusachtig als je bij<br />

je eerste filmrol dadelijk als<br />

Partnerin van Willy Birgel<br />

optreedt?<br />

De slotvrouw deelt persoon-<br />

lijk h<strong>et</strong> middag<strong>et</strong>en rond, dat<br />

door pioniers gekookt is in<br />

den haché-k<strong>et</strong>el.<br />

' ■ " ^CfS^'C<br />

h<strong>et</strong> paard terug, dat in den oor-<br />

log zijn beste kameraad is ge-<br />

weest. H<strong>et</strong> was ijzeren zelftucht,<br />

die hem dwong zich gedurende<br />

een periode van de diepste ver-<br />

deemoediging aan te melden<br />

voor een internationaal spring-<br />

concours. Hij werd omgeven<br />

door een ijzige terughoudend-<br />

heid, maar er volgde een triomf<br />

zonder voorbeeld: na een groot-<br />

sche prestatie behaalde hij de<br />

overwinning voor zijn vaderland.<br />

-■.;**-Ä*i<br />

PAUIA WESSELY<br />

PAULA WESSELY in de film „Maria Ilona" (Foto Terra)<br />

Paula Wessely is ni<strong>et</strong> de e«rste Wessely, die<br />

haar naam in eere draagt. Toen Paula op<br />

school eens een gedicht moest voordragen,<br />

was de leerares vol lof over de voordracht: „H<strong>et</strong><br />

verwondert me ni<strong>et</strong>, want je draagt een beroem-<br />

den naam, Paulal In Weenen kent immers ieder-<br />

een Josephine Wessely." - Waarop de kle'ine<br />

Paula trotsch antwoordde: „Dat is mijn tante!"<br />

„Maar ni<strong>et</strong>tegenstaande deze precedenten in<br />

de familie, heeft h<strong>et</strong> toch nog lang geduurd voor<br />

ik aan h<strong>et</strong> tooneel ging," vertelde Paula Wessely<br />

ons. „Toen h<strong>et</strong> er op aankwam, was ik h<strong>et</strong> m<strong>et</strong><br />

mezelf nog ni<strong>et</strong> eens, welk beroep ik zou kie-<br />

zen. Oorspronkelijk wilde ik leerares worden,<br />

want naar 't scheen, had ik 'n bijzonderen paeda-<br />

gogischen knobbel. Wanneer we op school een<br />

moeilijk vraagstuk kregen, hielp ik mijn vriendin-<br />

n<strong>et</strong>jes altijd. Zij waren van meening, dat ik alles<br />

veel b<strong>et</strong>er en begrijpelijker kon uitleggen dan de<br />

leerares. Daar tusschendoor dacht ik dikwijls aan<br />

h<strong>et</strong> tooneel. Ik wist, dat ik goed kon voordragen<br />

en daarom dacht ik, dat ik een beroemde actrice<br />

zou kunnen worden. N<strong>et</strong> zooals mijn tante Jose-<br />

phine. Ik sprak er over m<strong>et</strong> mijn ouders en die<br />

gaven me hun toestemming. „Je kunt h<strong>et</strong> eens<br />

probeeren," zei mijn vader, die 'n groot tooneel-<br />

liefhebber was. „Als je werkelijk tooneelbloed<br />

hebt, is h<strong>et</strong> goed, en zoo ni<strong>et</strong>, dan kun je altijd<br />

nog i<strong>et</strong>s anders leerenl"<br />

Ik werd dus leerling van de Academie voor<br />

Muziek en Beeldende Kunst. In h<strong>et</strong> begin moest<br />

ik veel leeren. Spreken, bewegen, schminken en<br />

kostumeeren. Rollen kwamen voorloopig nog ni<strong>et</strong><br />

in aanmerking. Maar op zekeren dag was h<strong>et</strong> dan<br />

toch zoo ver, dat ik voor h<strong>et</strong> eerst voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>-<br />

licht stond. De directeur van h<strong>et</strong> Duitsche Volks-<br />

theater, die tevens leeraar was aan onze Aca-<br />

demie, gaf me de rol van h<strong>et</strong> kamermeisje Jose-<br />

pha in de comedie „Cyprienne". Hij was nogal<br />

tevreden m<strong>et</strong> mijn spel en toen ik zelfs in de<br />

krant werd genoemd, waren wij allebei tevreden.<br />

H<strong>et</strong> gevolg dezer voorstelling was, dat ik een<br />

contract kreeg als leerlinge. Dat was een aan-<br />

moedigend begin. Maar mijn vader vond, dat h<strong>et</strong><br />

nog geen reden was om verwaand te worden. En<br />

dat zei hij later altijd, hoe groot mijn succes<br />

ook werd.<br />

Verschillende collega's gaven me den raad in<br />

de provincie te gaan spelen, want op die manier<br />

zou ik routine krijgen, zeiden ze. Toen de direc-<br />

teur van h<strong>et</strong> theater te Praag me eens te Weenen<br />

zag spelen, bood hij me een contract aan. Mijn<br />

Weensche directeur was wel erg boos, dat ik<br />

hem wilde verlaten, maar hij begreep ten slotte<br />

toch mijn beweegredenen. Hij wilde me per se<br />

voor h<strong>et</strong> volgende Weensche seizoen weer enga-<br />

geeren. Te Praag debuteerde ik als Partnerin van<br />

Attila Hörbiger. Noch hij, noch ik konden toen<br />

vermoeden, dat wij later m<strong>et</strong> elkaar zouden<br />

trouwen.<br />

Ik kreeg veel te doen in Praag, maar h<strong>et</strong> wa-<br />

ren steeds rollen in lichte stukken. En dat bleef<br />

zoo toen ik weer in Weenen terug was en daar<br />

speelde. H<strong>et</strong> lichte genre beviel me ni<strong>et</strong> erg en<br />

na een half jaar verbrak ik mijn contract, m<strong>et</strong><br />

goedkeuring van den directeur. Ik ging op tour-<br />

nee in de provincie en kreeg toen een engage-<br />

ment aan h<strong>et</strong> Theater in der Josephstadt, waar ik<br />

nog steeds optreed. Maar ook hier moest ik in<br />

h<strong>et</strong> begin vechten om die rollen te mogen spelen,<br />

waarvan ik wist, dat ze me „lagen". H<strong>et</strong> Theater<br />

in der Josephstadt maakte verschillende tournees<br />

in h<strong>et</strong> buitenland en daardoor kreeg ik de ge-<br />

legenheid, vast te stellen of h<strong>et</strong> publiek, dat dik-<br />

wijls h<strong>et</strong> gesproken woord maar half of heele-<br />

maal ni<strong>et</strong> verstond, toch onder den indruk van<br />

mijn spel kwam. Op deze manier bereidde ik me<br />

onbewust voor op de film. Want ik begon in te<br />

zien, dat de filmkunst ni<strong>et</strong>s m<strong>et</strong> tooneelspelen te<br />

maken had. De filmtechniek, de uitdrukkings-<br />

middelen, de effecten zijn geheel anders voor<br />

de camera dan voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>licht. Tegenwoordig<br />

voel ik mij echter m<strong>et</strong> beide volkomen vertrouwd."<br />

Dat Paula Wessely ni<strong>et</strong> overdrijft, bewijzen haar<br />

films, die beslist nog in ieders geheugen voort-<br />

leven. Haar laatste film was „Ein Leben lang" van<br />

Wien-Tobis - een meesterlijke créatiel


OPLOSSING<br />

GETALLEN N-<br />

RAADSEL I<br />

OPLOSSING<br />

KAMRAADSEL<br />

,<br />

^r^s^c<br />

f *<br />

1<br />

5 T A T<br />

1<br />

T<br />

1<br />

D n<br />

E J F<br />

1 U A<br />

6 n n<br />

•E c i<br />

" T E<br />

OPLOSSING<br />

DRIEHOEKRAADSEL<br />

4<br />

L<br />

E V A<br />

V E a<br />

.6 A R E n<br />

V E B 6 A A ^ ^<br />

e R D A e 1 n<br />

E ^i<br />

t E 0 0 ■ i n e > R 0 i e<br />

s r p^<br />

R 1 n<br />

r<br />

0<br />

E n &<br />

A s i<br />

1<br />

M<br />

/<br />

- OPLOSSING<br />

FILMSTER-VER-<br />

BINDINGSRAADSEL<br />

vloerkleed<br />

korenaar<br />

sigar<strong>et</strong>tenrook<br />

bestier<br />

bladnerf<br />

hoofdhaar<br />

vooraan<br />

koffieroóm<br />

adeldom<br />

vloertegel<br />

KARIN HA«DT<br />

PUNTENRAADSEL<br />

Van links boven naar rechts onder:<br />

1. hemellichaam<br />

2. alkortng van een Oostenrijksche<br />

munt<br />

3. muzieknoot<br />

4. pronk<br />

<strong>5.</strong> viach<br />

8. provincie van Estland<br />

9. elk vast merk, dat een schipper<br />

h<strong>et</strong> vaarwater aanwijst<br />

<strong>10</strong>. keukengerei<br />

11. stoomschip (afkorting)<br />

12. afkorting op telegrammen<br />

Van links onder naar rechts boven:<br />

6. voorz<strong>et</strong>sel<br />

7. deel van een mast<br />

8. gebruikt men voor h<strong>et</strong> verze-<br />

gelen van brieven<br />

9. eigenaar van een zaak<br />

<strong>10</strong>. trekdier<br />

KRUISWOORDRAADSEL<br />

6. voegwoord<br />

8. ontkenning<br />

9. deel van een huis<br />

13. vlag<br />

14. afkorting indien men onbekend<br />

wenscht te blijven<br />

11. haar (Franjehl<br />

12. snaphaan<br />

1<strong>5.</strong> jongensnaam *<br />

17. technische hooge-<br />

•chool (afkorting)<br />

18. datum (meervoud)<br />

19. meisjesnaam<br />

20. gemeente in W.<br />

1 Zeeuwtch Vlaanderen<br />

22. kleur<br />

24. bijwoord i<br />

2<strong>5.</strong> en dergelijke (afkor-<br />

ting)<br />

26. rijtuig<br />

27. ontkenning<br />

Verticaal:<br />

1. behoudens vergissin-<br />

gen (Latijnsche afkor-<br />

ting)<br />

2. afkorting van een ge-<br />

wicht -- .<br />

3. nering van een boer<br />

4. in zijn handel en<br />

wandel zijn, zooals<br />

voorgeschreven ia<br />

<strong>5.</strong> lidwoord<br />

7. voorz<strong>et</strong>sel<br />

8. zijrivier v. d. Rijn<br />

Midden-Ouitschland<br />

<strong>10</strong>. oeverkant langs een<br />

vaarwater<br />

11. nauwe straat<br />

13. onder anderen (afkor-<br />

ting)<br />

H. voegwoord (Fransch)<br />

16. groot verlangen heb-<br />

ben<br />

21. tweede naamval van:<br />

de<br />

23. gemeente in Gelder-<br />

land<br />

1<strong>5.</strong> muzieknoot<br />

16. m<strong>et</strong>aal<br />

17. vspcclgocd<br />

CIRKEL.RAADSEL<br />

1. tlraagwerktuig ,<br />

2. voorz<strong>et</strong>sel<br />

3. drank<br />

4. stuk veerkrachtig m<strong>et</strong>aal,<br />

dat na drukking zyn vori-<br />

gen stand herneemt<br />

<strong>5.</strong> vaartuig<br />

6. in h<strong>et</strong> jaar<br />

7. naam van een Romein-<br />

schen keizer<br />

8. naam van een zilversoort<br />

9. cylindervormig stuk hout<br />

<strong>10</strong>. gemeente in Limburg<br />

11. meisjesnaam<br />

12. wapen<br />

13. meisjesnaam<br />

14. rivier in O.-Siberië<br />

1<strong>5.</strong> schaapskameel<br />

16. hoofd eener kome<strong>et</strong><br />

HARMONICA-RAADSEL<br />

t—? dik touw<br />

2—3: (ïemeente in de prov. Zuid-Holland %<br />

1—4: tin van de beste soort<br />

3—4: d. gem. Vleuten, prov. Utrecht<br />

3—6: volmachtgever<br />

4—5: dam om in geval van watersnood voorloopig te<br />

dienen<br />

5—6: maand van 't jaar<br />

In de omringde vakjes leest men den naam van<br />

een plaats in Noord-Brabant<br />

De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a, a, a, a, a. a, b, d, d,<br />

d, e, e, e, e, e, e, i, k, 1, m, m, n, n, n, o, o, r,<br />

r, r, t, t, u.<br />

7<br />

0<br />

1<br />

<strong>10</strong><br />

In deze roul<strong>et</strong>te mo<strong>et</strong>en woorden worden in-<br />

gevuld (in de richting van de wijzers van de<br />

klok), in ieder nummervakje één l<strong>et</strong>ter, van de<br />

volgende b<strong>et</strong>eekenis:<br />

0—19: lichaamsdeel<br />

4—2: speelgoed<br />

25—27: h<strong>et</strong> weeke deel der zijde en beneden-<br />

deel van den rug<br />

13—11: laag schooven op den dorschvloer<br />

3C—5: eerbied bewijzen<br />

24—16: voorz<strong>et</strong>sel<br />

33—9: gemis<br />

22—18: muzieknoot<br />

29—26: optelling<br />

Bij juiste invulling zijn er drie woorden ont-<br />

staan:<br />

van 0-34: h<strong>et</strong> beoefenen van een sport<br />

tl 6—5: m<strong>et</strong> een volmacht afzenden<br />

,, 24—Z(>: hut door een schriftelijke aanma-<br />

ning in gebreke stellen<br />

De drie eerste l<strong>et</strong>ters van elk woord vormer<br />

tezamen cen woord dat b<strong>et</strong>eekent: verrichting.<br />

ZIG-ZAGRAADSEL<br />

DL l<strong>et</strong>ters, goed ingevuld (in elk vakje één l<strong>et</strong>ter)<br />

vormen woorden in horizontale richting van de vol-<br />

gende b<strong>et</strong>eekenis:<br />

1. behangselpapier 7. zich zorg maken<br />

2. uitschi<strong>et</strong>end licht 8. smalle lijn<br />

3. vaandel 9. boterdeelen uit de melk<br />

4. preekstoel afzonderen<br />

<strong>5.</strong> op één punt kijken <strong>10</strong>. m<strong>et</strong> moeite i<strong>et</strong>s dragen<br />

6. m<strong>et</strong> een bal spelen<br />

De Icfters in de m<strong>et</strong> sterren versierde vakjes vor-<br />

men van boven naar beneden gelezen den naam van<br />

een filmster.<br />

De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a. a, a, a, a, a, b, b, b,<br />

b, d, e, e, c, e, e, e, e, e, e, e, e, g, h, k, k,<br />

1, 1, 1, I, 1, n, n, n, n, n, n, n, ri, n, o, o, p, r, r,<br />

r, r, r, s, s, s, s, 8, t, t, t, t) t, v.<br />

Wij stellen cen hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien film-<br />

foto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede<br />

oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 19 Maart<br />

aan Dr, Puzzelaar, Noordeindc 8, Leiden, Op enve-<br />

loppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden:<br />

Filmpuzzle 19 Maart. Deze puzzle kan tegelijk m<strong>et</strong> de<br />

andere ingezonden worden, doch liefst op een apart<br />

vell<strong>et</strong>je papier.<br />

X .^M^TXIJ'R-BETECTIVZ<br />

SBI<br />

Wij beelden hiernaast weer een gedeelte van een foto af. Wie van onze speurdart<br />

kan ons zeggen, wat h<strong>et</strong> voorstelt? Wij gelooven, dat deze opgave ni<strong>et</strong><br />

loo gemakkelijk Is, maar vopr een keer mag dit w'el weer eens, ni<strong>et</strong>waar?<br />

Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder<br />

hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling dor prijzen geschiedt op een<br />

manier, waf bij alle Inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op hel<br />

verkrijgen van een der prijren. U gelieve Uw<br />

antwoord in te zenden vóór 19 Maar* aan<br />

Mr D<strong>et</strong>ective, Noordeinde 6, Leiden, Op<br />

briefkaart of enveloppe vermelden : Amateur-<br />

D<strong>et</strong>ective f9 Maart.<br />

Da oplotdng van h<strong>et</strong><br />

voorlaatste foto-probleem.<br />

U zi<strong>et</strong> hiernaast de foto In haar geheel<br />

gereproduceerd, zoodat een nadere verkla-<br />

ring overbodig mag he<strong>et</strong>en.<br />

De hoofdprijs van f. 2.50 werd deze week<br />

verworven door: den heer J. v. Oss, Druten.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan: den<br />

heer C. D. Waleveld, Haarlem; den heer<br />

Th. de Bijn, Tegelen.<br />

De hooldprijzen werden dere week verworven<br />

door:<br />

den heer M. v. Heuglen, Nijmegen;<br />

den heer W. Venhuizen, Utrecht;<br />

den heer J. Stam, Harderwijk;<br />

den heer L. Algra, Leiden;<br />

den heer A. J. Kuppens, Tilburg.<br />

De troostprijzen konden worden toegekend aan:<br />

mejuffrouw W. Manders, Nijmegen;<br />

mejuffrouw M. Tangel, 's-Gravenhage;<br />

nfejuffrouw M. Mortel, Amsterdam;<br />

den heer M. Frieling, Arnhem;<br />

den heer H, de Ree, 's-Gravenhage;<br />

den heer E. G. v. Drunen, 's-Gravenhage;<br />

<strong>et</strong>en heer G. J. Egmond, Jaarsveld;<br />

den heer J. Nijmeyer, Amsterdam;<br />

den heer J. Spijkstra, Amsterdam;<br />

den heer S. Molier, Rotterdam;<br />

den heer C. J. Krap, 's-Gravenhage;<br />

den heer H. Sieffers, Haarlem;<br />

den heer J. Piassier, Dordrecht;<br />

den heer A. J. Schoonhoven, Rotterdam;<br />

dep heer H. Polman, Rotterdam;<br />

den heer J. Schaller, Amsterdam;<br />

den heer J. Patist, Ginneken;<br />

den heer J, Bokma, Amsterdam;<br />

den heer P. Lemein, Groningen;<br />

den heer A. Schuyffel, Grave,<br />

Den hoofdprijs van de „Filmpuzzle" verwierf:<br />

mevrouw Hofstra, Sneek.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />

mejuffrouw C. Rombouts, Leiden;<br />

mejuffrouw M. Lakeij, Maastricht;<br />

mejuffrouw A. J. de Blank, Rotterdam;<br />

den heer A. v. Aert, Zundert;<br />

den heer M. Vellinga, Haarlem;<br />

den heer J. J. Kuilenburg, Amsterdam;<br />

den heer C. Bobbe, 's-Gravenhage;<br />

den heer C. Dekker, Amsterdam;<br />

den heer J. G. Hermsen, Nijmegen;<br />

den heer H. J. Jürgens, Amsterdam.<br />

ONZE PRIJZEN.<br />

Voor goede oplossingen van iedere<br />

puzzle, stellen wij een prijs van<br />

ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />

beschikbaar. In totaal dus deze week<br />

7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />

22 troostprijzen en<br />

<strong>10</strong> filmfoto's.<br />

DE OPLOSSINGEN<br />

op de in dit nummer voorkomende<br />

puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />

vóór 19 Maart 1941 in te zenden aan<br />

Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />

Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />

men duidelijk:<br />

Oplossingen Zoek en Vind<br />

19 Maart 1941


WK',<br />

DE KEESHOND LEVERT DE BESTE WOL. BIJ HET TRIM<strong>ME</strong>N<br />

BLIJVEN GROOTE HOEVEELHEDEN HAAR ACHTER WAAR<br />

VAN WAR<strong>ME</strong> VOORWERPEN GE<strong>MA</strong>AKT KUNNEN WORDEN.<br />

i.i<br />

■^'*-<br />

j*-:>*'?r<br />

LI <strong>et</strong> valt ni<strong>et</strong> te ontkennen, dat we tegen-<br />

i woordig leven in een tijd van vervan-<br />

gingsmiddelen. H<strong>et</strong> is zelfs een soort hobby<br />

geworden; om te zien „of h<strong>et</strong> ook m<strong>et</strong> i<strong>et</strong>s<br />

anders kan". Soms blijkt dit inderdaad<br />

mogelijk, al wordt h<strong>et</strong> resultaat ni<strong>et</strong> altijd<br />

wat men er van verwacht had. Vaak echter<br />

valt h<strong>et</strong> ook wel weer mèè, en dan merken<br />

we opeens, dat we eigenlijk nog zeer veel<br />

nut kunnen hebben van i<strong>et</strong>s, wat we vroe-<br />

ger als totaal waardeloos hebben weg-<br />

geworpen ...<br />

Daar hebt u bij voorbeeld h<strong>et</strong> haar van<br />

uw hond! Hebt u er al eens ooit over ge-<br />

dacht, dat u dit zoudt kunnen gebruiken<br />

om er mee te spinnen, om er bij voorbeeld<br />

een paar warme of sierlijke handschoenen<br />

van te maken? Waarschijnlijk ni<strong>et</strong>; en toch<br />

is dit mogelijk!<br />

H<strong>et</strong> idee is h<strong>et</strong> eerst opgekomen bij een<br />

Amsterdamsche dame, die er een soort<br />

„schoonheids-instituut" voor honden op na<br />

houdt u we<strong>et</strong> wel, zoo'n inrichting waar<br />

u uw hond kunt laten wasschen, trimmen<br />

enzoovoort, kortom waar u hem na ver-<br />

loop van een uurtje weer heelemaal „als<br />

meuw kunt komen afhalen. Welnu, deze<br />

dame bekeek op een keer eens de „ber-<br />

gen haar, die de g<strong>et</strong>rimde honden bij<br />

haar hadden achtergelaten, en toen .dacht<br />

zei: „Haar... neen, dat is eigenlijk geen<br />

haar; dat is wol..." Ze ging er mee naar<br />

een kennis, die een spinnewiel bezat h<strong>et</strong><br />

haar werd gesponnen... een prachtige<br />

wollen draad was h<strong>et</strong> resultaat! Men kan<br />

begrijpen m<strong>et</strong> welk een voldoening toen<br />

de eerste gebruiksvoorwerpen, van die wol<br />

vervaardigd, bekeken werden, maar door<br />

mdenhaar<br />

sis mmsTOf vooum<br />

SPIN<strong>ME</strong>WIEII<br />

RUWE<br />

HONDENWOL.<br />

OVERGANGS-<br />

STADIA VAN DE<br />

WOL. VAN LINKS<br />

NAAR RECHTS:<br />

HAAR, DRAAD, GE-<br />

WASSCHEN<br />

DRAAD, AFGE.<br />

WERKTE WOL.<br />

iaétt-a »■ •^^v<br />

k- h<br />

■.. Mv<br />

tl ■ ^ ' ^<br />

AAN HET SPINNEWIEL.<br />

den tijd waarin wij nu le-<br />

ven, krijgt deze liefhebberij<br />

eigenlijk een geheel bijzon-<br />

dere, practische b<strong>et</strong>eekenis.<br />

Zoo aardig als h<strong>et</strong> eerst<br />

was, zoo nuttig en doel-<br />

treffend is 't nu geworden.<br />

Een groote industrie zal<br />

er natuurlijk nooit uit ont-<br />

staan, daarvoor zou men<br />

eigenlijk honden mo<strong>et</strong>en<br />

gaan houden zooals men<br />

nu schapen houdt, en daar<br />

de hond in dit opzicht ver-<br />

der ni<strong>et</strong> nuttig is, zal h<strong>et</strong><br />

jp'mr' ^fc,'<br />

EEN KLEEDJE VAN HON-<br />

DENWOL.<br />

HET VROUWTJE DRAAGT<br />

'N MUTS VAN HET HAAR<br />

VAN HAAR HOND.<br />

K.-* 4<br />

wel nooit zoo ver komen, maar als huisvlijt is h<strong>et</strong> toch<br />

een interessant idee, en zeker ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> slechtste dat<br />

door den dwang der omstandigheden werd uitgedacht.<br />

Stel u namelijk eens voor, dat u m<strong>et</strong> uw hond een eind<br />

gaat wandelen, en dat u daarbij een paar handschoe-<br />

nen draagt, die van zijn . .. wol gemaakt zijn! Of dat<br />

u bij uw haard zit m<strong>et</strong> een paar pantoffels van h<strong>et</strong> haar<br />

van uw herder, of m<strong>et</strong> een vest van uw dog ... En u<br />

behoeft ni<strong>et</strong> te vreezen dat h<strong>et</strong> geen goede kwaliteit<br />

zou zijn, of dat h<strong>et</strong> stug zou aanvoelen! Want geen<br />

van beide is waar. Integendeel .. .<br />

Nog heden zijn er in de steden dames, die om den<br />

broode spinnen. Nu schapenwol daarvoor moeilijk te<br />

krijgen is, zullen zij zich waarschijnlijk gaarne belasten<br />

m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> spinnen van . .. hondenwol. Terwijl er ten slotte<br />

toch altijd ook nog de mogelijkheid is, dat men zelf<br />

een spinnewiel aanschaft en dit tijdens h<strong>et</strong> theeuurtje<br />

weer laat snorren. N<strong>et</strong> als in den goeden, ouden tijd...<br />

v-^> '<br />

'...-<br />

DE GESPONNEN DRAAD WORDT OPGEWONDEN.<br />

"f^pw-j<br />

Eli<br />

(Fp«o - j/,P.*(?.S.'<br />

..:::<br />

n%


i —^iam^^<br />

J. VOGELENZANG — IN HET VISSCHERSDORPJE<br />

•«

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!