27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

47<br />

een element uit luister, welk laatste woord, zoals gezegd, de goddelijke<br />

beauté onder het `licht'-aspect is. goddelijk licht en verbijsterende luister<br />

staan samen in één regel. Dit heeft door de wijze van uitdrukken, die<br />

men tautologisch kan noemen, een intensiverende werking: door noties<br />

die van elkaar verschillen en toch verwant zijn, wordt hetzelfde opgeroepen<br />

(hetgeen versterkt wordt door de alliteratie van de substantieven).<br />

r. 4 Het perfectum in de tweede vershelft - dat niet past bij de onvoltooide<br />

tijd van de eerste - wordt eveneens onvoltooide tijd. De hele<br />

versregel wordt hierdoor ook dynamischer: het zien en het verblind raken<br />

gebeurt nu, hetgeen aansluit bij de directheid van de aanroep in r. 3. In<br />

D, de eerste netafschrift-fase, was de volgorde persoonsvorm -onderwerp<br />

ik word, dezelfde dus als die van de eerste bijzin van de regel. Het is<br />

tenslotte omgezet, zodat de aanvankelijke volgorde werd hersteld. Het<br />

verschil tussen beide volgordes onttrekt zich aan mijn beoordeling.<br />

(Mogelijk is dat men in de verworpen lezing het tweede <strong>deel</strong> van de<br />

regel als een met de eerste parallelle constructie zou beschouwen, terwijl<br />

in de gekozen volgorde het duidelijker is dat het tweede <strong>deel</strong> van de zin<br />

een `afsluitend' lid is van het hoe meer - hoe meer-patroon.)<br />

2.2.6. Nr. 17<br />

2.2.6.1. Vertaling en bron<br />

r. 1 /2 A heeft `trouver mauvais' in de hoofdzin en `avoir un mauvais<br />

naturel' in de bijzin, terwijl Leopold het laatste in de hoofdzin heeft en<br />

het eerste in de bijzin. De redenering verandert daardoor lichtelijk. Feit<br />

en gevolgtrekking worden omgedraaid. In het Frans is de redenering: `die<br />

mij slecht beoor<strong>deel</strong>t [feit], is zelf slecht [gevolgtrekking]'. Leopold heeft:<br />

`wie slecht is [feit], acht mij slecht [gevolgtrekking]'. Eenzelfde omkering<br />

vindt men in r. 2. A heeft: `die mij goed vindt, is zelf (daarom) goed'.<br />

Leopold: `die zelf goed is, vindt (mij) goed'.<br />

In hij vindt goed is geen object genoemd, al kan men - op grond van<br />

r. 1 -aannemen dat `mij' geïmpliceerd is. Toch lijkt de uitspraak in deze<br />

regel wat algemener geworden: degene die zelf `goed is' vindt in het<br />

algemeen andere mensen (zaken) - en niet alleen `mij' - goed. Het goed<br />

van zin zijn is iets specifieker dan het `goed zijn' zonder meer in A; het<br />

gaat bij Leopold nadrukkelijk om de mentaliteit van de `beoordelaar'.<br />

Beide regels hebben een spiegeling in de betekenis: `het oor<strong>deel</strong> dat<br />

iemand heeft over anderen is een spiegeling van de eigen aard' . Deze<br />

semantische spiegeling wordt formeel ondersteund. De positie van de<br />

equivalente woorden is spiegelend:25<br />

Hij minacht mij, wiens eigen wezen min is<br />

t I T<br />

T<br />

en hij hij vindt oed ^ die zelve ^goed<br />

van zin is<br />

25 InA blijkt lik de spiegelingook u iwoordherhaling: t<br />

mauvais - mauvais en bon — bon.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!