27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

242<br />

Hier heeft Leopold er kennelijk niet naar gestreefd zich binnen de<br />

kwatrijn-ruimte op te houden, hetgeen de mogelijkheid tot tautologisering<br />

gunstig heeft beïnvloed. Met name de eerste strofe is naar mijn idee<br />

een overtuigende illustratie van de Leopoldiaanse tautologisering: de<br />

variërende herhaling (telkens drie keer hetzelfde) in de eerste en tweede<br />

regel (of zo men wil in r. 1-2 en r. 3-4, indien men de halve regel als<br />

eenheid beschouwt) is in dit verband op te vatten als een uitdrukking<br />

van het stamelen en haperen aan het slot.<br />

4.3.3. Voorzichtige betekenis<br />

Het is uiteraard ondoe<strong>nl</strong>ijk om een representatieve keuze te maken uit de<br />

andere gedichten van Leopold om te bezien of daarin de door mij kenmerkend<br />

geachte procédés zijn te onderscheiden. Ik beperk me hier dan<br />

ook tot het geven van enkele min of meer toevallig gevonden voorbeelden.<br />

De `genererende' en de `negatieve' tendenties laat ik geheel buiten beschouwing,<br />

omdat deze, zoals gezegd, niet typerend zijn voor de tekstontwikkeling<br />

van Leopolds gedichten. De fonische, syntaktische en grafemische<br />

verschijnselen komen evenmin aan de orde. Ik bespreek vooral die<br />

procédés die naar mijn idee het meest kenmerkend zijn voor Leopolds<br />

poëzie, namelijk de speciale gevallen van het gebruik van bijzondere<br />

combinaties (de tautologisering, de paradoxale en indirecte wijze van uitdrukken)<br />

en terloops de Leopoldiaanse woordvormen.<br />

In het gedicht dat in de editie van Van Eyck (p. 261) de titel `Regen'<br />

draagt zijn de kern-procédés waar te nemen in de volgende ge<strong>deel</strong>ten:38<br />

r.C 3 kleerera hoofd , en voetenhak<br />

r. 4 C weggeeffend, gg<br />

, grauw g en vlak<br />

r. 5 C als lei<br />

r. 7 C heesters, ,pperken<br />

en jasmijnen<br />

r. 8 B<br />

weggetild gg<br />

zwevende in een verdwijnen l<br />

weggezweefd gg<br />

C opgetild pg<br />

in een verdwijnen verdwijnen<br />

9 en het uitgerafeld g pad p<br />

ook zijn J<br />

r. 10 C heeft zijn zijn stil<br />

ook stil<br />

verlies gehad. g<br />

Leo oldiaanse woordvorm, ,<br />

tautologisering) g g<br />

(tautologisering) g g<br />

Leo oldiaanse woordvorm, ,<br />

tautolo giserin g,)<br />

indirectheid<br />

(Leopoldiaanse woordvorm)<br />

bijzondere constructie:<br />

J<br />

indirectheid)<br />

De tautologisering, vooral de variërende, preciserende, nuancerende,<br />

komt zeer frequent voor. Ik geef twee voorbeelden, het eerste uit de<br />

laatste versie van `In de bleeke wangen als violen', r. 3-4 (met name de<br />

vierde regel):<br />

de rijpe mond met de bloedende lippen<br />

opeen genepen en dun geplet.<br />

38 Ik citeer dee naar laatste ee versie ste (C) en eenmaal versie ook naar de (B). eerste Beide<br />

teksteenheden bevinden zich in III 1 bloknoot 1.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!