27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

215<br />

legd of versterkt. Ik wijs hier wederom naar de bespreking van r. 1 op<br />

p. 181-182; in deze regel treedt naast fonische versterking - ook een<br />

vorm van structurering, in feite -structurering op in de hier bedoelde<br />

syntaktisch-positionele zin, die equivalentie-relaties ondersteunt. Ook in<br />

de vierde strofe van het gedicht is de structureringstendentie te ontwaren.<br />

Zo is daar de parallelle ordening van r. 13 en r. 14 en in samenhang<br />

daarmee de overeenkomstige syntaktische structuur van de regels:<br />

Over een wenschen zoo blank toegenegen<br />

over een goedheid zoo gul aangebracht<br />

over + substantief + nabepaling p (zoo adverbium g +participium)<br />

Voorts valt in deze vierde strofe de parallellie op die er bestaat tussen de<br />

twee strofehelften ten aanzien van de noties `wens' (`niet hebben') -<br />

`overdaad' (`vetvulling'):<br />

a Over een wenschen [a: 'niet hebben'] zoo blank toegenegen<br />

b over een goedheid zoo gul aangebracht [b: `overdaad', 'vervulling']<br />

a dat al haar wil [a: `niet hebben'] in deze schenkenspracht<br />

b tot jubelend geluk was uitgestegen [b: `overdaad', 'vervulling']<br />

Tenslotte vormt de tweede helft van de strofe een climax ten opzichte<br />

van de eerste helft, hetgeen wordt ondersteund door de syntaktische<br />

structuur: de in r. 13 en r. 14 opgeroepen spanning (2 x zoo) (_ `niet<br />

hebben') wordt in r. 15 en r. 16 opgelost (_ `vervulling' ). 138<br />

138 Vg 1. p. 1 3 7, p 1 50 -15 3, p 200. Zie verde verder: . p. p 123 2 (o.a. A-IV: antithetische parallellie p<br />

in vergankelijke bladen - bezielde lippen (adjectief l + I - 'vermindering') g - s ubstan tie ,p .1 31 (B-I r. 7 : winkelenden - in een `nieuw leven'-context - zzet de antithese i<br />

`nieuw leven ' - 'vermindering' g duidelijker aan dan weeke, of smalle m kelken), k ke p .1132 3 B-I<br />

r. 10: levensvol brengt g een antithese aan ten opzichte pp<br />

van r. 9 vergankelijke),14 8<br />

B: betekenisparallellie p tussen het hele gedicht g en strofe VII: 'vermindering' g maar `in de<br />

verminderin vermindering nieuw leven'), .195-196 p derde strofe van B-I en C: hier vinden verande-<br />

ringen g pplaats (ten opzichte p van A-IV) zodat er een grotere g syntaktische Y parallellie p ontstaat<br />

tussen van teederheid, , van een ... gebaar g tot ovan nadering, s reken tegen g derden, , hetgeen<br />

de semantische binding g,er<br />

tussen de woordgroepen ten goede oede komt p .199-200<br />

wordt verbandesu g gg ereerd tussen strofe vier `inhoud van het spreken') p en de d strofen sto<br />

daarvoor Chet tot stand komen van het spreken') pnoties,<br />

door overeenkomst in bepaalde noti es<br />

m.n. `communicatie' en `hevi g heid' ,p .208 B-I: het betekenisverband tussen strofe zeven<br />

en de rest van hetedicht g m.n. strofe zes, wordt door de tweede hoofdlezing gvan<br />

r. 24 - "geschonken g (etc.) bloed van opgestane pg (etc.) dooden" - versterkt (parallellie: p e<br />

'vermindering' gp - 'tegenbeweging'),.1 6 9 B-I C derde strofe, het boven beschreven s<br />

parallel-schakelentevens arallel-schakelen van de bepalingen versterkt tevens het contrast tussen t e de bete betekenis en s va van<br />

deze bepalingen o.m. de 'terughoudendheid', g ^het `voorzichtige') e gen e et het adjectief l waar<br />

ze van afhangen, g zwaar), p. .1 6 r.11: het paradigma p g van adjectieven ad Ject<br />

even laat eveneens de<br />

tendens tot contrastering g zien: noodigend 0o g etc. g gebaar ebaa wordt % geheim/ / stil ggebaar), P.1196 9<br />

de zojuist l vermelde contrast-verschijnselen J zijn l op p zich weerparallellieën), wee.204 p de<br />

vijfde l strofe, zowel in de B-I / II- a als in ede B-III- ve s r e i is i er een sterk contrast tussen strofe<br />

vier en strofe vijf ` positief ' - 'negatief g ' p .1 91<br />

(B-I/C tweede strofe: de twee bbijzinnen<br />

i zinnen<br />

ingeleid g door dat zijn syntaktisch Y ggezien g gelijk, l^ hetgeen gee et het se semantisch int sch verband tussen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!