Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
210<br />
vindt in de laatste regels, ingeleid door zoo, laat zoo en o, mogen zoo.<br />
In A-II zijn alleen de twee "O, als de rozen"-strofen aanwezig - met in<br />
de eerste regels twee keer als - en als slot weer een complex van poeticale<br />
elementen (ingeleid door zoo om aan te geven dat het dit ge<strong>deel</strong>te is<br />
waar de vergelijking in de eerdere strofen op is gericht). Ook in B-I is de<br />
relatie aanwezig tussen het gedicht, dat nu veel uitgebreider is dan wat<br />
er in A-II van was neergeschreven (er zijn nu zes strofen), en strofe `VII',<br />
die als uitleg voor het beeld moet fungeren. Op de eliminatie van `VII'<br />
in C ben ik hierboven ingegaan: de expliciete poeticale uitleg verdwijnt,<br />
maar deze blijft wel impliciet aanwezig. Er is sprake van suggerering, vervaging<br />
enz. en eventueel ook poeticalisering.<br />
3.5.8.2. A-I<br />
Hier is niet veel over te zeggen, behalve dan dat de woorden veel overdacht<br />
zijn, dus van een `bijzondere' aard zijn: het zijn niet zomaar lukraak<br />
gebruikte woorden.<br />
3.5.8.3. (A-I) IA-Il/B-I<br />
A-II is in vergelijking met A-I veel uitgebreider. Van de twee complexen<br />
waaruit A-II bestaat bezit de tweede een strofe-vorm, en is de eerste<br />
schets gebleven. In het schets-complex zijn de poeticale noties heel<br />
duidelijk aanwezig in de drie woorden die dominerende `communicatie'kenmerken<br />
bevatten: naast woorden, het algemene taal, en het specifiekere<br />
gedichten. oogopslag bevat eveneens een `communicatie'-notie (vgl.<br />
p. 109-110).<br />
In het tweede complex is het communicatieve minder expliciet aanwezig<br />
-alleen woorden (en oogopslag) is uit het eerste overgenomen.<br />
Verder bevat het tweede complex een uitbreiding ten opzichte van het<br />
eerste - en ten opzichte van A-I - doordat het bijzondere van het<br />
poëtisch proces wordt aangegeven: het in het `verminderen' iets mededelen.<br />
Van de varianten afgang/ingang lijkt me de laatste enkel een probeersel<br />
en geen serieus alternatief: beide woorden hebben een notie van<br />
`bewegen' gemeen, van het wijzen op een bepaald onder<strong>deel</strong> van een<br />
proces: de afgang is dan de afloop van het proces (of het `proces van loslaten<br />
van de mededeling'), de ingang is het begin van het `vermindering'-proces.<br />
Het paradigma opstanding etc. omspeelt de aan de in den dood en<br />
besterven tegengestelde notie van de 'tegenbeweging', het `nieuw leven'.<br />
In de bespreking hiervóór van A-II (p. 110-111) ben ik op de verschillen<br />
ingegaan (bestaan : neutraal: `leven' ; opstanding en voortbestaan : `religieus'-`metafysisch'<br />
(bij de eerste een allusie op Christus' opstanding en<br />
als zodanig in relatie staand met de tweede hoofdlezing van B-I, `VI' ,<br />
r. 24), nieuw bestaan: leven van een bijzondere aard')).<br />
B-I bestaat volledig uit van A-II overgenomen lezingen, met daarbij<br />
enkele toevoegingen. De keuze van voortbestaan uit A-II boven de andere<br />
leden van dit paradigma is mede in de hand gewerkt door de ritmi-