27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

195<br />

handhaafd (zij het minder sterk als in de a-lezing), voornamelijk in<br />

zwaar; maar deze notie wordt gecombineerd met contrastieve noties van<br />

`indirectheid', 'voorzichtigheid', zodat het geheel paradoxale trekken<br />

krijgt.<br />

In de 0-lezing is het paradigma noodigend (r. 11) nogal heterogeen, al<br />

kan men er misschien de gemeenschappelijke trek `intiem' aan toekennen<br />

- waarbij noodigend het gebaar het meest duidelijk maakt, geheim daarentegen<br />

het gebaar verhult (en daarmee de indirectheid vergroot), en<br />

aanhankelijk concreet de `erotische' trekken van de situatie aangeeft.<br />

noodigend en aanhankelijk konden in ieder geval om ritmisch-syllabische<br />

redenen - beide woorden bevatten te veel lettergrepen om in de regel te<br />

passen - niet zonder meer gehandhaafd blijven.<br />

Het alternatief in r. 11 voor van een benaderen is van teederheid. Deze<br />

variant maakt de `indirectheid' iets minder excessief - al bevat teederheid<br />

een `indirect', `zorgvuldig' moment: een tedere houding ten opzichte<br />

van iets is er een van grote omzichtigheid en delicaatheid -tevens versterkt<br />

het vooral de `erotische' noties. Men kan ook zeggen dat de hele<br />

`indirectheid' op zichzelf één facet vormt van het `erotische', waarvan<br />

een ander facet het 'zwellen', de `overdaad' is; de notie `erotisch' bevat<br />

zelf ook een hogelijk paradoxaal moment, dat goed in de nogal paradoxale<br />

context van het gedicht past. In deze strofe gaat teederheid haast<br />

werken als een brug tussen de `overdaad'-noties van r. 10 en de momenten<br />

van `indirectheid' uit r. 11 en r. 12. Het zo veelvuldig voorkomen van<br />

de notie `erotisch' in het gedicht wil niet zeggen dat het gedicht een erotisch<br />

onderwerp heeft, maar wel dat datgene waar het gedicht over gaat,<br />

vergeleken kan worden met een erotische situatie. Het veelvuldig vóórkomen<br />

van deze noties roept een erotische `structuur' op, die past op de<br />

eige<strong>nl</strong>ijke inhoud van het gedicht.<br />

In r. 12 bevat het paradigma neiging, nadering duidelijk de notie `gerichtheid';<br />

nadering is dubbelzinnig; "het gebaar tot nadering" kan betekenen<br />

dat het `subject' een gebaar geeft en dat het wil naderen of,<br />

eenvoudiger, dat het een teken geeft aan anderen dat deze moeten naderen.<br />

neiging geeft meer de innerlijke gerichtheid van het subject aan,<br />

hetgeen in combinatie met gebaar minder geschikt is. overdracht is een<br />

onzekere incorporatie, maar bevat uiteraard de notie `communicatie'.<br />

3.5.4.4. A-IV/B-I/C<br />

B-I is in eerste instantie bijna volledig opgebouwd uit lezingen van A-IV.<br />

Alleen in r. 12 wordt tot nadering en spreken gescheiden door een komma<br />

zodat expliciet de lezing een gebaar tot nadering van spreken wordt<br />

uitgesloten. Enerzijds wordt daarmee de indirectheid wat teruggenomen -<br />

er verdwijnt een tussentrap -, anderzijds ontstaat er een parallellie tussen<br />

spreken, nadering en teederheid waardoor de `(be)nadering'-noties (die in<br />

verband staan met de `erotische' noties) worden overgebracht op spreken,<br />

dat aldus weer `indirecte' en `erotische' kenmerken krijgt. zwaar regeert<br />

drie bepalingen:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!