27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

169<br />

zullen) elkaar beïnvloeden en het is in de praktijk niet altijd eenvoudig<br />

kenmerkende regelmatigheden ondubbelzinnig te relateren aan hetzij het<br />

diachrone hetzij het synchrone complex."<br />

Leopolds opvattingen over poëzie, zoals die onder meer uit `O, als de<br />

rozen' spreken, onderhouden een duidelijke betrekking met het `symbolistisch<br />

complex' . Ik noem de volgende punten:<br />

1° De religieus-metafysische trekken die aan poëzie worden toegekend -<br />

te verbinden met de taak van de dichter het onsterfelijke vast te leggen,<br />

en met de religieuze, metafysische functie van kunst.'$<br />

2 ° De fundamentele essenties die in poëzie aan de orde komen - te relateren<br />

aan de gedachte dat de poëzie het enige is dat het leven zin kan<br />

geven.'<br />

3 ° Het wederkerigheidskarakter van de poëzie, de overeenkomst tussen<br />

inhoud en ontstaan, het poeticale karakter van het gedicht.80<br />

4° De gedachte dat in het vers nieuwe, wonderbaarlijke betekenissen ontstaan<br />

- verwant met de opvatting dat het gedicht geen werkelijkheid produceert,<br />

maar zijn eigen werkelijkheid is, en mogelijk ook met de stelling<br />

dat de dichter het initiatief aan de woorden afstaat, waardoor er een<br />

resultaat kan ontstaan dat de grenzen van de dichter overschrijdt.81<br />

5 0 Het paradoxale karakter van de poëzie in alle opzichten: het hoge<br />

(metafysische) doel - het zeggen van het onzegbare; het effect - volledige<br />

vervulling èn schromelijk falen (of: het gedicht dat goddelijke openbaringsfunctie<br />

heeft en toch wegens de ontoereikendheid van de taal deze<br />

functie de facto nooit kan uitoefenen).82<br />

7' Dit blijkt J ook uit de opsomming p g d die Sot " em ann ggeeft eetva van de voornaamste punten p van<br />

het symbolistische Y "complex p van poeticale l^g opvattingen dat gemeengoed emeeng is s bij b l ee een aan-<br />

zie<strong>nl</strong>ijk l aantal dichters" `o.c.' , p .2 . Zo zijn punt 1 3, 14 en 17 7 `o.c.' p 3-4 niet t uit<br />

-<br />

sluitendebaseerd g op pp poeticale uitspraken p van dichters of directe afgeleiden g van hun<br />

poëtolo gische opvattingen, maar eerder kenmerken van hun ppoëzie (het ggaat<br />

om - ik<br />

parafraseer -: de dichter schrijft over het Ppoëtisch pproces in zijn verzen (13), 3 , d deoer poetica p<br />

li gt besloten in het vers zelf 14 het besef van de ontoereikendheid van de taal leidt tt tot<br />

ironie of frustratie die in hetedicht zelf gtot uiting komt (17). 7 Uiteraard worden d d deze e<br />

eigenschappen van ggedichten wel be pááld door de poeticale p opvattingen.<br />

78 Sotemann: `Het symbolisme als een a v d n e v i r epoetica's': "grote" p ' punt ' p 2, , 3, 4 en 6.<br />

De metafysisch-religieuze noties zijn in Leopolds p gedicht g heel bescheiden b aa aanwezig. weze De g.<br />

grote rote ppretenties van ppoëzie in metafysisch p opzicht worden in `0 als de rozen' , niet<br />

gekoesterd.<br />

79 S6temann: `o.c.':unt p 3.<br />

80' Sot em ann• ` o.c.. u punt p t 13 e en 1 14. . V Vgl. . gS. Dresden: Symbolisme, y ,p 98 - 102. " Wat<br />

in<br />

eerste instantie negatief $ kan schijnen <strong>nl</strong>. Mallarmé's Pg pogen in poëzie P het Niets is opP te roe -<br />

pen], p zo uiterst positief p en uitdrukking gpoëzie,<br />

van een absolute t symbolistische die<br />

zich omeen g werkelijkheid werkelijkheidmaar alleen om de kracht en het vermogen ve oen van g va woorden d be-<br />

kommen. Deoëzie P wordt in een groots g en radicaal d streven st cve tot z zich ch zelf tere gge ba r cht.<br />

"<br />

(p. p Zie ook p. .1 2 7: ` `Er is ... een circulariteit van lezen e n o mogelijk el gk geworden l g [i.v.m.<br />

het boek, le Livre, van Mallarmé] gdie inderdaad geen e be n begin en g einde bezit, in zich zelf elf<br />

ronddraait en zo de suggestie van g eeuwigheid leven" (p. 127) cu (cursivering siverin gvan mij). l.<br />

81 S t em an n: o ` ..unt .0 ' P 7 en 10.<br />

82 Sote mnn• a `o.<br />

c..unt<br />

'•<br />

p 3, 4, 12, 16 en 1 7.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!