27.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

154<br />

worden en derhalve een alternatief is voor de vijfde strofe van B-I. 57 De<br />

nieuwe strofe bestaat uit drie fasen die wat hun chronologie aangaat<br />

interfereren met de fasen in de vierde strofe van B-II. De eerste fase (d)<br />

van B-III luidt:<br />

en dan teruggekomen o<br />

gg<br />

[ 0 ] en in zich een sfeer<br />

van gerijpte voldoening had gevonden<br />

Als alternatief voor gerijpte verschijnt rijpende. Het zij duidelijk dat hiermee<br />

woorden en noties uit de vorige strofe worden hernomen en uitgewerkt:<br />

vgl. voldoening en gerijpt in r. 16. Het is waarschij<strong>nl</strong>ijk dat een<br />

lezing van beide strofen waarin tweemaal voldoening zou voorkomen uitgesloten<br />

is. In een volgende fase wordt de nog ontbrekende tweede regel<br />

ge<strong>deel</strong>telijk gevonden: "verwonderd (of ?dauwende) in den ommekeer".<br />

Tenslotte wordt in de g-fase de rest aangevuld (met enkele veranderingen)<br />

zodat de volgende lezing ontstaat:<br />

en dan terug was in de hartegronden<br />

verdwaasd verwonderd in den ommekeer<br />

en nog nahangend en in zich een sfeer<br />

van rijpende voldoening had gevonden<br />

In deze strofe gebeurt iets zeer essentieels: er vindt (weer) een wending<br />

plaats; na de `vermindering' en de `tegenbeweging' van het `nieuwe<br />

leven' - een beweging naar boven - komt er een ommekeer in die beweging,<br />

vindt er als het ware een terugval plaats, een terugkeer ook naar de<br />

uitgangssituatie: het `verminderen' - een beweging naar beneden. Dit<br />

alles heeft nogal wat consequenties voor de interpretatie van het gehele<br />

gedicht (die ik aan de orde zal stellen, nadat ik de strofe zelf besproken<br />

zal hebben). De interne syntaktische structuur van de strofe is als volgt:<br />

er zijn twee door en verbonden zinnen, die in de bijzinsvolgorde staan<br />

en die een subject gemeen hebben dat niet in de strofe zelf staat. De<br />

twee bijzinnen hangen af van dat (r. 15) in de vorige strofe. Daarmee<br />

wordt ook het subject gegeven van was en van had gevonden, n.l. al haar<br />

wil (r. 15). Het feit dat haar wil moeilijk te interpreteren viel vanwege de<br />

grote onzekerheid omtrent het element waaraan haar refereert, heeft<br />

uiteraard zijn weerslag op de interpretatie van de onderhavige strofe.<br />

en dan in r. 17 geeft aan dat wat volgt in aansluiting gelezen moet<br />

worden op "dat al haar wil in deze schenkenspracht tot jubelend geluk<br />

was uitgestegen" uit de vorige strofe, en dat wat in r. 17-20 beschreven<br />

staat, ná het gebeuren van r. 13-16 is geschied (mogelijk voegt dan ook<br />

een zweem van tegenstellende kracht toe). terug was geeft aan dat haar<br />

57 Het<br />

ets is niet etmogelijk g ^ om de `nieuwe' strofe van B-III te lezen na de vijfde vijfd strofe van<br />

(dus als een zesde strofe). De strofe van B-III moet immers evenals de vierde strofe,<br />

aansluiteni' b het l 'spreken' p in de derde. Het is onmogelijk gJdeze aansluiting gte<br />

realiseren<br />

`over de vierde en vijfde strofe heen'.<br />

l<br />

l

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!