Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
146<br />
de herinnering wordt levend gehouden). Deze opvatting strookt met de<br />
interpretatie van dan als `daarna', maar het preteritum lag verzet zich<br />
hiertegen. Misschien is de oplossing lag niet als een echt preteritum te<br />
zien maar als een van die gevallen waarin aan het Grieks of Latijn analoge<br />
aspect-waarden meespelen, 49 i.c. bijvoorbeeld een duratief aspect.<br />
stom getuigend levert minder problemen op. Het voortbestaan lag in<br />
het binnenst der woorden terwijl het `stom getuigde' (voordat het in het<br />
proces van verminderen naar buiten kwam). lag is duratief opgevat: ná<br />
het proces van `vetmindering' en `tegenbeweging' ligt het voortbestaan<br />
voortdurend in het binnenst der woorden terwijl het stom getuigt. stom<br />
getuigend heeft een paradoxale trek: stom geeft aan dat een aspect van<br />
de communicatie -althans van talige communicatie (het spreken) - niet<br />
mogelijk is, terwijl getuigend wel het communicatie-aspect impliceert.<br />
Toch is de paradox goed in het geheel in te passen. Het voortbestaan, de<br />
essentie, wordt niet direct medege<strong>deel</strong>d (vandaar het stom), maar wordt<br />
enkel op verzwegen wijze geëvoceerd.<br />
3.2.6.8. De plaats van de zesde en zevende strofe van B-I in het gedicht<br />
De zesde strofe is een hervatting van het begin, althans wat de eerste<br />
regel aangaat. Toch zijn r. 1 en r. 21 niet identiek: de als-zin in r. 1 is<br />
een temporele bijzin (eventueel met conditionele `bijsmaak') en in r. 21<br />
leidt de als-zin een vergelijking in. Opmerkelijk is dat de bijzin van de<br />
eerste strofe geïsoleerd is: er is geen hoofdzin. De in r. 1 beginnende bijzin<br />
loopt over twee strofen door om te eindigen met r. 8, zonder dat er<br />
een hoofdzin aanwezig is:<br />
O, als de rozen [...] aa<strong>nl</strong>agen [...] in stroomingen gebed, zoodat zij allen zonken<br />
[...] En evenwel een nieuwe luwte voelden, een ander leven [...] dat [...] met een<br />
honger tinteling doorzoelde.<br />
Hierbij sluit nauw een volgende, met En beginnende zin aan, die loopt<br />
tot en met r. 20:<br />
En hun [...] bladen werden [...] lippen [...] zwaar [...] van spreken tegen derden<br />
over een wenschen [...] (,J van toedrang aller beden [,J [...] van plotselinge gift<br />
Het hele gedicht tot en met r. 20 bestaat uit een bijzin waaraan een coórdinatieve<br />
bijzin gekoppeld is zonder hoofdzin. Er ontstaat aldus een<br />
grote spanning over vijf strofen heen: het als wil grammaticaal `ingelost'<br />
worden. Deze i<strong>nl</strong>ossing vindt niet plaats. De als-uitroep blijft als het<br />
ware in de lucht hangen. In plaats van de oplossing van de opgeroepen<br />
syntaktische spanning volgen twee strofen, die eveneens iets onafs hebben<br />
wat hun syntaxis aangaat. Zo is de zesde strofe (r. 21-24) een nominale<br />
49^ V gl. Sotemann. ` H.. Leo Leopolds p,p o ds "Regen" 'p.483. Sótemann merkt op "dat Leopold p<br />
b^ l herhalin ' g im prf e ecta gebru ikt oPp1 aatsen<br />
waar van `verleden' geen s Prake kan zijn 1,<br />
en inposities waar vaak evenmin ve de mogelijkheid gl van rijmdwang l g aanwezig g is". Hij lver<br />
volgt:ben "Voorshands en ik n i geneigd aan te g nemen gd dat de dichter hier Griekse as pectwaar-<br />
den in het t Nederlandse N ver ba als steem Y introduceert".