Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
135<br />
Wel lijkt een aantal woordgroepen, vooral de laatste, in ritmisch/metrisch<br />
opzicht als een versregel ontworpen te zijn. De laatste regel rijmt op onvoldaan.<br />
Maar of deze rijmen als `buitenste' of `binnenste' rijmpaar van<br />
de strofe moesten gaan functioneren is mij niet duidelijk. Is aan in r.(5)<br />
een aan het begin van de regel geprojecteerd voorzetsel of bijwoord of is<br />
het neergeschreven als rijmklank (op onvoldaan en voortaan)? Of is aan<br />
een prefix bij dringen? (Eerst schreef Leopold dringen, daarna maakte hij<br />
er aandringen van; aan kon echter niet voor dringen geschreven worden<br />
omdat daar het in de eerste fase ontstane Over al stond.) Verder is niet<br />
geheel duidelijk of, en zo ja, in hoeverre de eerste twee fasen interfereren.<br />
Ook de analyse en interpretatie van de tweede fase kan slechts met<br />
veel slagen om de arm geschieden.<br />
van overbrengen en eventueel ook van wat meegegeven (is dit een hele<br />
regel, met andere woorden: moeten beide woordgroepen achter elkaar gelezen<br />
worden of zijn het een soort alternatieven?) zouden kunnen aansluiten<br />
bij het spreken in de vorige strofe: "spreken [...] van overbrengen",<br />
ook eventueel "spreken van wat [ = dat, wat] meegegeven [is?]".<br />
Beide woordgroepen zouden ook kunnen afhangen van zwaar in de vorige<br />
strofe: "zwaar van teederheid, [...] zwaar van spreken tegen derden,<br />
zwaar van overbrengen, zwaar van wat [ = dat, wat] meegegeven [is]" . In<br />
het eerste geval wordt de inhoud van de boodschap meege<strong>deel</strong>d - die<br />
zelf ook weer `communicatie'-noties bevat. In het tweede geval wordt het<br />
communiceren of de neiging tot communiceren van de rozen (lippen,<br />
bladen) nog eens aangegeven. Een belangrijke notie - en dit is wel met<br />
zekerheid te zeggen - is de `overdracht', de `communicatie, die duidelijk<br />
aanwezig is in overbrengen en wat minder expliciet in meegegeven.<br />
In de eerste opvatting omtrent de aansluiting van het complex in kwestie<br />
met de vorige strofe wordt iets meege<strong>deel</strong>d over het meedelen, over datgene<br />
wat "meegegeven" is, over een ge<strong>deel</strong>te of het geheel van het meege<strong>deel</strong>de.<br />
De boodschap van de rozen is inhoudloos; zij gaat slechts over<br />
het overbrengen van de boodschap zelf.<br />
Is dringen een alternatief voor brengen, zodat gelezen moet worden:<br />
overdringen?; of vormt het samen met aan een alternatief voor overbrengen,<br />
zodat de lezing ontstaat: "van aandringen [plus eventueel] van wat<br />
meegegeven"? Ik kom hier niet uit en laat het bij deze vragen (er zijn<br />
meer mogelijke oplossingen, die ik ongenoemd laat).<br />
onvoldaan kan ik moeilijk met een ander element verbinden. Slaat het<br />
op de (inhoud van de) boodschap, op het geven van de boodschap, op<br />
de toestand waarin de rozen (lippen, bladen) verkeren na het geven van<br />
de boodschap? Er wordt door onvoldaan een nieuwe notie ingebracht,<br />
n.l. `onbevredigd'.<br />
De laatste regel (indien we van een regel mogen spreken) "en dan van<br />
een vertoonend zijn voortaan" is ook niet zonder problemen te relateren<br />
aan andere elementen. en vooronderstelt een geheel waaraan de regel<br />
coördinerend verbonden is (net als r.(7) "en een aanbiddelijke toedracht").<br />
Wat is het geheel en hoe moet die verbinding geïnterpreteerd<br />
worden: gelijkschakelend, logisch, consecutief? In het laatste geval vormt