Downloaden - Inagro
Downloaden - Inagro
Downloaden - Inagro
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Selderij<br />
Selderij is een tweejarige plant die behoort tot de familie van de<br />
schermbloemigen. Landbouwkundig zijn er twee types van belang: bladselder en<br />
knolselder. Bij bladselder wordt bleekselder het meest geteeld. Groene selder is<br />
iets bitterder van smaak.<br />
Plaats in de vruchtwisseling<br />
Algemeen mogen schermbloemigen slechts om de 4 à 6 jaar op hetzelfde perceel worden geteeld ten einde problemen met ziekten<br />
en plagen te voorkomen. Hou er rekening mee dat ook onder andere wortelen en knolvenkel tot dezelfde familie als selder behoren.<br />
Anders zijn er geen specifieke eisen inzake voorteelt en vruchtwisseling. Bij voorkeur is de voorteelt evenwel een gewas dat een goede<br />
bodemstructuur nalaat.<br />
Voorbeeld van een in de praktijk toegepaste rotatie bij industriële groenteteelt is:<br />
selder - rode biet - tuinboon/spinazie tweede vrucht - tarwe - spruiten - aardappelen<br />
Rassen<br />
Volgende bleekselderrassen<br />
zijn geschikt (gangbare<br />
rassen-proeven van het<br />
POVLT): Crystal, Celebrity,<br />
Daybreak Galaxy, Golden<br />
Spartan en Loretta. Voor<br />
groene selder zijn dit Claret,<br />
Granada, Icarus, Imperial,<br />
Kylian, Lino, Tango en<br />
Victoria.<br />
Enkele rassen zijn biologisch<br />
beschikbaar.<br />
Voor de biologische knolselderteelt<br />
komen dezelfde<br />
rassen als bij de gangbare<br />
teelt naar voor als geschikt:<br />
Diamant, Mars, Rowena,<br />
Ilona, Président.<br />
Enkele rassen zijn biologisch<br />
beschikbaar.<br />
Bemesting<br />
Voor knolselder: Een goede pH is heel belangrijk. Het<br />
streeftraject situeert zich tussen de 6,4 à 6,8. De<br />
stikstofbehoefte van biologische knolselder wordt<br />
geschat op 130 kg N / ha. Een voldoende en<br />
gelijkmatige stikstofbeschikbaarheid tot laat in het<br />
seizoen is hierbij noodzakelijk voor een voldoende<br />
opbrengst.<br />
Een te hoge stikstofbemesting verslechtert de smaak<br />
en veroorzaakt roestplekken op de knollen.<br />
Afhankelijk van de voorteelt is een basisbemesting<br />
met 20 à 30 dertig ton gecomposteerde stalmest<br />
voor het planten voldoende. Op lichtere gronden kan<br />
een bijbemesting in augustus aangewezen zijn.<br />
Knolselderij is ook kalibehoeftig.<br />
Voor bladselder moet de pH tussen de 5,7 à 6,7<br />
liggen. Een organische bemesting is aanbevolen. De<br />
stikstofbehoefte wordt ingeschat op 145 kg N / ha.<br />
Deze moet evenwichtig en voldoende beschikbaar<br />
zijn tijdens de korte teeltduur van de selder. Boor is<br />
heel belangrijk en kan ernstige gebreken<br />
veroorzaken. Men kan deze toedienen voor het<br />
planten en bij de knolvorming bij knolselder.<br />
Zaai / Planten<br />
Coördinator : C. De Reycke (CARAH)<br />
Co-auteurs : C. Ducattillon (CARAH)<br />
M. Legrand (FREDON)<br />
I. Vuylsteke, L. Delanote (PCBT)<br />
V. Léonard (CEB)<br />
Alle seldertypes worden vermeerderd door zaaizaad. In het veld wordt vooral gebruik gemaakt van<br />
plantgoed. Hiertoe wordt het zaaizaad ofwel vanaf februari in een kwekerij onder beschutting ofwel<br />
in volle grond vanaf midden april uitgezaaid. Het gebruik van persblokplantjes opgekweekt onder<br />
glas door een professionele biologische plantenkweker is evenwel het meest courant. Een<br />
geschikte opkweektemperatuur is van groot belang om schieters in het veld te voorkomen:<br />
- Substraattemperatuur bij het begin van de opkomst: 25°C<br />
- Omgevingstemperatuur na opkomst: 20-25°C<br />
- Opkweektemperatuur : 18-20°C<br />
Indien gebruik wordt gemaakt van gepilleerd zaad, kan rechtstreeks in het persblokje worden<br />
gezaaid. Bij naakt zaad wordt het zaad vaak eerst voorgekiemd, waarna het breedwerpig wordt<br />
uitgezaaid in een plantbak met losse potgrond. De jonge kiemplantjes worden vervolgens<br />
verspeend in de persblokjes. Het uitplanten geschiedt eens het plantje 3 echte blaadjes heeft of<br />
beter nog als de plantjes voldoende stevig zijn. Het planten van jong plantgoed geniet steeds de<br />
voorkeur, des te meer daar het plantgoed zeer gevoelig is voor Phytium.<br />
Bladselder kan onder beschutting worden geteeld op een plantafstand vanaf 15 x 20 cm. Vaak<br />
worden dan 5 rijen per bed geteeld. In volleveldsteelt varieert de plantdichtheid voor groene selder<br />
van 15 x 20 cm à 40 x 50 cm (veiling) en van 40 x 30 cm à 60 x 25 cm voor bleekselder (veiling).<br />
Hoe nauwer de plantdichtheid, hoe groter de opbrengst maar hoe kleiner de selderdiameter. Vaak<br />
moet daarom ruimer worden geplant om voldoende gewicht per stuk te bekomen. Het voordeel van<br />
dicht planten is dat de bodem sneller wordt bedekt wat de ontwikkeling van het onkruid beperkt.<br />
Knolselder wordt geplant op een afstand van 45 x 45 cm, 60 x 30 cm en 50 x 40 cm (industrie) à<br />
60 x 35 cm (veiling).<br />
Om onkruid in de rij te<br />
bestrijden kan men werken<br />
met vinger-wieders op de<br />
schoffel of met een rotor<br />
(zie foto van Octopus).<br />
Later in het seizoen kan<br />
worden aangeaard.<br />
Onkruidbestrijding<br />
Omdat er laat wordt geplant, kan in principe een vals zaaibed<br />
worden aangelegd en meerdere keren bewerkt. Men moet niettemin<br />
oppassen omdat selder gevoelig is voor een slechte<br />
bodemstructuur. Door de plantvoor wordt het effect van het vals<br />
zaaibed overigens ten dele teniet gedaan.<br />
Mechanische onkruidbestrijding is gemakkelijk omdat selder wordt geplant<br />
en dus al een voorsprong heeft op het onkruid. Nadeel is echter dat<br />
knolselder pas laat dichtgroeit en tot laat in het seizoen moet geschoffeld<br />
worden. Vanaf het planten tot het gewas dichtgroeit moet om de 7 à 10<br />
dagen geschoffeld worden op het ogenblik dat er nieuw onkruid kiemt en<br />
opkomt.