27.09.2013 Views

Downloaden - Inagro

Downloaden - Inagro

Downloaden - Inagro

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wortelen<br />

Wortelen behoren tot de familie van de schermbloemigen. Er bestaan meerdere soorten. Het Nantaise type<br />

wordt het meest geteeld. Andere courante types zijn het Amsterdam type (b.v. voor wortelen-erwten<br />

mengeling), Flakkees (verwerking in blokjes voor macedoine) en Parijse wortel (gehele wortel voor<br />

conserven).<br />

De wortel bestaat bovendien in meerdere kleuren (oranje, wit, geel, dieprood, paars) en kan verhandeld<br />

worden met of zonder loof. Primeurwortelen worden veelal gebusseld.<br />

Wortelen zijn qua klimaat niet veeleisend, maar verdragen geen strenge vorst.<br />

Plaats in de vruchtwisseling<br />

Een vruchtwisseling van minstens 1 op 6 is vereist om te vermijden dat de wortelkwaliteit afneemt (glad uitzicht van het oppervlak) en<br />

om te voorkomen dat ziekten of plagen toenemen (aaltjes, wortelvlieg, wortelziekten).<br />

Percelen met stenen zijn te vermijden omdat de wortels niet recht naar beneden groeien, dit een onregelmatige standdichtheid<br />

veroorzaakt en oogstproblemen geeft. Zware kleigronden zijn eveneens te vermijden omwille van het risico op rotte wortelen bij<br />

overvloedige regenval en de kans op slechte rooiomstandigheden in het najaar. Goed afgewaterde (zand)leemgronden geven de beste<br />

opbrengst, kwaliteit en bewaarbaarheid. Zandgronden zijn ideaal voor vroege teelten, maar af te raden voor het telen van<br />

bewaarwortelen.<br />

Zaaibedbereiding<br />

De zaaibedbereiding moet zeer zorgvuldig gebeuren en<br />

verschilt naargelang de teeltmethode. In Frankrijk, evenals<br />

op kleinere bedrijven, wordt vaak op bedden geteeld. In<br />

Vlaanderen is ruggenteelt gangbaar.<br />

Ploegen verbetert de bodemstructuur en zorgt algemeen<br />

voor voldoende losse grond. Diepwoelen kan gunstig zijn<br />

als er een gecompacteerde zone is die de wortelvorming<br />

verhindert. Het zaaibed moet voldoende diep, homogeen<br />

en fijn worden gelegd om een ongestoorde wortelgroei te<br />

verzekeren. Het zaaibed moet tegelijk goed aangedrukt zijn<br />

om groene koppen te vermijden.<br />

In het voorjaar moeten de ruggen getrokken of de bedden<br />

gereden worden vanaf het moment dat de<br />

omstandigheden gunstig zijn en bij voorkeur één maand<br />

voor de zaai. Deze periode garandeert dat de capillariteit<br />

zich terug kan herstellen in de rug en laat toe om een vals<br />

zaaibed aan te leggen. De afstand tussen de ruggen<br />

varieert van 50 tot 75 cm en hangt af van het materiaal<br />

dat beschikbaar is op het landbouwbedrijf of bij de<br />

loonwerker. In geval van beddenteelt is de spoorbreedte<br />

van de tractor bepalend.<br />

Zaai<br />

Gezien de diverse afzetkanalen kan men het hele jaar<br />

door wortelen telen (onder beschutting in de winter). Het<br />

merendeel van het biologisch areaal wordt evenwel in het<br />

late voorjaar gezaaid. Dit is iets later dan de gangbare<br />

teelt om de wortelvlieg te vermijden en om een vals<br />

zaaibed te kunnen aanleggen.<br />

De zaaidiepte bedraagt zo'n 0,7 à 1 cm in slempgevoelige<br />

grond, 1 à 1,3 cm in lichte grond of niet slempgevoelige<br />

grond voor niet omhulde zaden en 1,2 à 1,5 cm voor<br />

omhulde zaden. Men moet vooral niet dieper zaaien<br />

omdat dan het gevaar bestaat dat de opkomst slecht is of<br />

het kiemplantje in het begin zwakker groeit. Voor een<br />

goede kieming is het belangrijk dat het zaaibed los en<br />

voldoende vochtig is. Droge kiemomstandigheden<br />

resulteren in tweewassigheid en een heterogene sortering.<br />

De optimale zaaidichtheid voor primeurwortelen ligt<br />

tussen de 1 en 1,2 miljoen zaden/ha, voor<br />

bewaarwortelen tussen de 1,2 (vroege oogst) en 1,8 (late<br />

oogst) miljoen zaden/ha gerekend met een<br />

opkomstpercentage van 65 à 80 %. Dichtere zaai kan<br />

aanleiding geven tot een hogere ziektedruk.<br />

Auteurs : M. Legrand (FREDON), G. Roy<br />

(FREDON), L. Delanote (PCBT), A. Delebecq<br />

(GABNOR), C. Dereycke (CARAH), I.<br />

Vuylsteke (PCBT), F. Temmerman (PCBT)<br />

Om een goede, rechte wortelvorming te bekomen, moet men<br />

voorvruchten vermijden die negatief zijn voor de bodemstructuur.<br />

Daarenboven lijken bepaalde teelten bijkomende parasitaire problemen<br />

te geven:<br />

- granen, meerbepaald tarwe: cavity spot<br />

- kruisbloemigen, meerbepaald koolzaad, en bonen: sclerotinia<br />

- grasland: overmaat aan stikstof, bodeminsecten<br />

Ook andere schermbloemigen (selder, venkel, …) als voorteelt worden<br />

afgeraden.<br />

Bemesting<br />

Een te hoog organisch stofgehalte en in het bijzonder onverteerd<br />

organisch materiaal leidt tot fytosanitaire problemen. Het wordt daarom<br />

sterk afgeraden enige organische bemesting toe te dienen kort voor de<br />

teelt.<br />

Wortelen hebben een heel lage stikstofbehoefte en vragen daarom ook<br />

geen organische bemesting. Enkel de vroege voorjaarszaai kan<br />

behoefte hebben aan snel mineraliserende stikstof zoals van guano of<br />

bloedmeel om de teelt goed te laten starten. De behoefte aan andere<br />

mineralen is als volgt:<br />

- P2O5: 80 à 150 eenheden/ha (meeste Vlaamse bodems hebben<br />

voldoende voorraad)<br />

- K2O: 200 à 350 eenheden /ha Haspargit® of Patentkali®<br />

- MgO: 10 à 20 eenheden /ha<br />

Het is aangeraden te bemesten<br />

na analyse van de bodemvoorraad.<br />

Onkruidbestrijding<br />

De onkruidbestrijding bij wortelen is een heel belangrijk aandachtspunt<br />

omwille van de trage jeugdgroei. Daarom moet men er in de eerste<br />

plaats voor zorgen dat de wortelen in de vruchtwisseling komen na een<br />

gewas dat een propere bodem nalaat.<br />

Een of meerdere keren een vals zaaibed aanleggen (in functie van de<br />

zaaidatum) is een tweede vereiste. Het vals zaaibed wordt bewerkt met<br />

een brander, een wiedeg of een verkruimelrol als de<br />

weersomstandigheden dit toelaten. Deze laatste techniek zorgt<br />

bovendien voor een beter kiembed.<br />

Voor de opkomst van de wortelen kan nog worden gebrand. Na de<br />

opkomst is het van belang om zeer nauwkeurig te schoffelen op de<br />

ruggen of langs de gewasrijen van zodra de rijen zichtbaar zijn.<br />

Meerdere bewerkingen zijn nodig. Eén of meerdere manuele passages<br />

(van 150 tot 300 uren per hectare) blijven noodzakelijk. Het wieden<br />

moet bij voorkeur buiten de vluchtperioden van de wortelvlieg worden<br />

uitgevoerd (deze vinden vooral 's avonds plaats 6 à 1 uur voor de<br />

zonsondergang). Het maaien van de top van het gewas (de bovenste 10<br />

cm) laat in geval van nood toe om de ontwikkeling van de<br />

onkruidpopulatie stil te leggen in de laatste fase van de wortelgroei.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!