27.09.2013 Views

Voormalige polders Polderdistrict Brummen-Voorst 1825-1959 - Coda

Voormalige polders Polderdistrict Brummen-Voorst 1825-1959 - Coda

Voormalige polders Polderdistrict Brummen-Voorst 1825-1959 - Coda

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE ARCHIEVEN VAN DE VOORMALIGE POLDERS<br />

IN HET GEBIED VAN HET POLDERDISTRICT<br />

“BRUMMEN – VOORST”<br />

-------------------<br />

<strong>1825</strong>-<strong>1959</strong><br />

P o l d e r d i s t r i c t<br />

“B r u m m e n s c h e B a n d i j k”<br />

B u i t e n p o l d e r<br />

“D e V o o r s t e r k l e i”<br />

B u i t e n p o l d e r<br />

“D e V o o r s t e r b e e k p o l d e r”<br />

“B u i t e n p o l d e r v a n d e S o e r e n s c h e<br />

e n L e u v e n h e i m s c h e B e e k”<br />

S a m e n g e s t e l d :<br />

In opdracht van de Dijkstoel van het<br />

<strong>Polderdistrict</strong> “<strong>Brummen</strong> – <strong>Voorst</strong>” te<br />

<strong>Brummen</strong><br />

Archief W05<br />

door J. W. van Petersen te Warnsveld<br />

1 9 6 7


INHOUDSOPGAVE<br />

Algemene inleiding 5<br />

A. Het archief van het <strong>Polderdistrict</strong> “<strong>Brummen</strong>sche Bandijk” 7<br />

Inleiding 9<br />

I. Stukken van algemene aard 11<br />

II. Stukken betreffende bestuur en personeel 12<br />

III. Stukken betreffende grondgebied en waterstaatsaangelegenheden 13<br />

IV. Stukken betreffende het financieel beheer 14<br />

V. Gedeponeerde stukken 18<br />

B. Het archief van de Buitenpolder “De <strong>Voorst</strong>erklei” 19<br />

Inleiding 21<br />

Archief van de Sindersche Klei 23<br />

Archief van de <strong>Voorst</strong>erdijkcommissie 23<br />

Archief van de Buitenpolder De <strong>Voorst</strong>erklei 24<br />

I. Stukken van algemene aard 24<br />

II. Stukken betreffende bestuur en personeel 25<br />

III. Stukken betreffende grondgebied en waterstaatsaangelegenheden 26<br />

IV Stukken betreffende het financieel beheer 26<br />

C. Het archief van de Buitenpolder “De <strong>Voorst</strong>erbeekpolder” 29<br />

Inleiding 31<br />

I. Stukken van algemene aard 33<br />

II. Stukken betreffende bestuur en personeel 34<br />

III. Stukken betreffende grondgebied, eigendommen en waterstaats-<br />

aangelegenheden 34<br />

IV. Stukken betreffende het financieel beheer 35<br />

V. Gedeponeerde stukken 38<br />

D. Het archief van de “Buitenpolder van de Soerensche en Leuvenheimsche Beek” 39<br />

Inleiding 41<br />

I. Stukken van algemene aard 43<br />

II. Stukken betreffende bestuur en personeel 44<br />

III. Stukken betreffende grondgebied en waterstaatsaangelegenheden 44<br />

IV. Stukken betreffende het financieel beheer 45<br />

E. Aanhangsel 53<br />

Documentatie 55<br />

Blz.<br />

3


ALGEMENE INLEIDING<br />

In dit deeltje zijn beschreven de archieven van het polderdistrict “<strong>Brummen</strong>sche Bandijk”, de<br />

Buiten<strong>polders</strong> “De <strong>Voorst</strong>erklei” en “De <strong>Voorst</strong>erbeekpolder” en de “Buitenpolder van de Soerensche<br />

en Leuvenheimsche Beek”<br />

De aanduidingen “<strong>Polderdistrict</strong>” en “Buitenpolder” berusten op het “Reglement op het Beheer der<br />

Rivier<strong>polders</strong> in de provincie Gelderland”, dat tussen verschillende categorieën van polder– lichamen<br />

onderscheid maakte.<br />

Het totale gebied waarover de <strong>polders</strong> zich uitstrekten werd ongeveer als volgt begrensd: ten oosten<br />

door een gedeelte van de Rijksweg van Dieren naar Zutphen, de <strong>Brummen</strong>sche bandijk, de<br />

Kanonsdijk, de “Oude IJssel” en de <strong>Voorst</strong>erkleidijk, ten noorden door de zuidgrens van het polder–<br />

district “Veluwe” en ten westen door het kanaal van dieren naar Apeldoorn.<br />

Hoge standen van de IJssel waren voor de bovengenoemde <strong>polders</strong>, die allen een natuurlijke lozing<br />

op deze rivier hadden, steeds een groot probleem.<br />

Een in 1948 door Gedeputeerde Staten in het leven geroepen studiecommissie onderzocht daarom de<br />

mogelijkheid van een gemeenschappelijke bemaling van het betrokken gebied.<br />

Bovendien werd in 1955 een commissie door Gedeputeerde Staten benoemd, die tot taak had de<br />

watervoorziening van gronden ten oosten van het kanaal van Dieren naar Apeldoorn te bestuderen.<br />

De in de conclusies van beide commissies naar voren gebrachte noodzakelijke waterstaatkundige<br />

voorzieningen maakten naar mening van het Provinciaal Bestuur ingrijpende maatregelen<br />

noodzakelijk.<br />

Deze zouden moeten bestaan uit de opheffing van de bestaande waterschappen en de oprichting van<br />

een polderdistrict voor de gehele streek, dat belast zou worden met de zorg voor de waterkeringen<br />

langs de IJssel, alsmede met de zorg voor de waterbeheersing in het betreffende gebied.<br />

Bij besluit van provinciale staten van Gelderland van 7 juli <strong>1959</strong>, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit<br />

van 9 september <strong>1959</strong>, werden de <strong>polders</strong> opgeheven en te samen met tot dusver ongereglemen–<br />

teerde ( doch gedeeltelijk wel in particulier verband georganiseerde) gebieden van Empe,<br />

<strong>Voorst</strong>onden, de Overmarsch en enkele andere kleine gebieden, bijeengevoegd tot het polderdistrict<br />

“<strong>Brummen</strong>–<strong>Voorst</strong>”.<br />

Voor wat betreft de gehele organisatie van de onderhavige <strong>polders</strong> zij verwezen naar de opvolgende<br />

Gelderse rivierpolderreglementen, die deze materie sinds 1837 uitputtend (zie inv.nr. 1157).<br />

Na de opheffing van de <strong>polders</strong> werden de archieven overgedragen aan het nieuwe districtsbestuur.<br />

In opdracht van de Dijkstoel en in overleg met de provinciale Inspecteur voor Gemeente en<br />

waterschapsarchieven werden de archieven in 1966 tijdelijk naar het Gemeentearchief van Arnhem<br />

overgebracht om aldaar te worden geordend en beschreven.<br />

Voor zover mogelijk werd de oude orde in de archieven hersteld; waar een dergelijke orde niet meer<br />

uit de stukken bleek, geschiede de ordening overeenkomstig die van vergelijkbare Gelderse<br />

polderarchieven.<br />

Een groot aantal bescheiden tenslotte, werd conform de voorschriften vernietigd.<br />

5


INVENTARIS VAN HET ARCHIEF<br />

VAN HET POLDERDISTRICT<br />

BRUMMENSCHE BANDIJK<br />

1837-1960<br />

7


INLEIDING<br />

Van oudsher reeds, beschermde een aantal bandijken, onderbroken door hoge gronden, de lage<br />

landen onder <strong>Brummen</strong> tegen overstromingen van de IJssel.<br />

Het gebied van <strong>Brummen</strong>, voor zover hetzelve bij deze bandijken was geïnteresseerd, bestond uit vier<br />

marken, namelijk die van Oeken, <strong>Brummen</strong>, Rhienderen en Cortenoever.<br />

De zorg voor de dijken geschiedde echter in de respectieve marken niet op een en dezelfde wijze.<br />

Een gedeelte van de dijk onder de mark Van <strong>Brummen</strong> werd door enige particuliere ( d.w.z.<br />

afzonderlijke ) geërfden bij wijze van hoefslag hersteld en onderhouden, terwijl de kosten van herstel<br />

en onderhoud van het overig gedeelte, welke bij aanbesteding werden uitgevoerd, verdeeld werden<br />

over die landen die daarbij geïnteresseerd waren.<br />

De zorg voor de dijken onder Oeken en Rhienderen berustte geheel en al bij de gezamenlijke<br />

geërfden.<br />

De kosten van verbeteringen en herstellingen, welke in “daghuur” of bij aanbesteding geschiedden,<br />

werden over de geïnteresseerd geërfden en de geïnteresseerden van buiten de mark omgeslagen.<br />

Het grootste gedeelte van de dijk onder de Cortenoeverse mark, tenslotte, viel onder de zorg van de<br />

gezamenlijke geërfden; het overig deel werd verzorgd door “particulieren” die daartoe belast waren.<br />

Zo onderhield het Zutphens Geestelijk Rentambt, dat onder meer het erve Reuversweerd bezat, de<br />

sluis en het dijksgedeelte bij dit erve.<br />

Kort na de achttiende eeuwwisseling werd geconstateerd dat de dijken, die door de gezamenlijke<br />

geërfden van Rhienderen en Cortenoever dienden te worden onderhouden, ’t zij uit gebrek aan een<br />

behoorlijke directie, ’t zij uit achteloosheid, ten enenmale verwaarloosd waren.<br />

De betrokken requestmeester, wie klachten ter ore waren gekomen betreffende de slechte staat van<br />

bovengenoemde gedeelten van de <strong>Brummen</strong>se waterkering, verzocht in juni1811 aan de prefect van<br />

het Departement van de Boven–IJssel een reglement te doen ontwerpen door de geïnteresseerden uit<br />

het desbetreffende gebied. Hieraan gevolg gevende, verzocht de prefect de maire van <strong>Brummen</strong> een<br />

commissie te doen formeren, die ten doel zou hebben een concept–reglement op te stellen voor het<br />

bestuur over de <strong>Brummen</strong>se dijken.<br />

In december 1811 was het door de commissie opgestelde concept–reglement gereed en kon het, na<br />

ter visie van de geërfden te hebben gelegen, door de maire aan de prefect worden opgezonden.<br />

Het concept–reglement voorzag in de benoeming door de geërfden van een dijkgraaf, vier heemraden<br />

en een bode. De kosten van het bestuur en de zorg over de dijken zouden morgentalsgewijs over het<br />

“district” omgeslagen worden.<br />

Rekening en verantwoording zou om de drie jaren worden afgelegd.<br />

Meningsverschillen betreffende de vraag of het wel billijk was dat de dijkplichtigen die steeds met<br />

grote kosten hun dijkvakken onderhouden hadden,nu zouden moeten contribueren ten behoeve van<br />

de nalatige, waren er de oorzaak van dat bij aanvang van het winterseizoen van het volgende jaar nog<br />

steeds geen dijkscollege geconstitueerd was.<br />

Na ernstig aandringen van de maire van <strong>Brummen</strong> benoemde de prefect, op voordracht van de<br />

ingenieurs–chef van het Departement van de Boven–IJssel, bij besluit van 31 december 1812 een<br />

“direction provisoire”, bestaande uit N.H. Schrassert als president en H. Cromhout J.W. Eijerkamp en<br />

A. Hoogenkamp als heemraden. Door de ingenieur en chef werd aan het provisioneel bestuur<br />

voorlopig een reglement opgedragen, dat onder meer de prefect machtigde te allen tijde zelf<br />

instructies te geven, indien deze zulks nodig oordeelde.<br />

In de plaats van N.H. Schrassert, die zijn functie niet wenste te aanvaarden, werd in februari 1813 de<br />

adjoint–maire van <strong>Brummen</strong>, J.J. van Riemsdijk benoemd.<br />

Eveneens in 1813 nam G.J. van Helbergen de plaats in van de overleden J.W. Eijerkamp.<br />

Tussen 1813 en 1818 werd Van Riemsdijk opgevolgd door J.J. Valckenier, Schout van het ambt<br />

<strong>Brummen</strong>, die in 1820 weer werd opgevolgd door P.D. du Bois, burgemeester en Secretaris Van de<br />

gemeente <strong>Brummen</strong>.<br />

Aangezien het provisioneel reglement bleek niet te voldoen, stelde het dijksbestuur in 1819 een<br />

concept van een nieuw reglement op, dat aan het provinciaal Gouvernement werd aangeboden met<br />

het verzoek hieraan goedkeuring te willen hechten.<br />

9


Eerst bij koninklijk Besluit van 14 november <strong>1825</strong>, nr. 119, werd het “Reglement voor het dijksbestuur<br />

over den <strong>Brummen</strong>schen, Rhienderenschen, Kortenoeverschen en Oekenschen dijk” goedgekeurd.<br />

In verband met het toen reeds verwachte Gelderse rivierpolder reglement, bevatte het alleen de<br />

hoogst noodzakelijke bepalingen.<br />

Een werkelijk “bestuur” is daarna steeds minder uitgeoefend.<br />

Omdat niet meer bekend was welke erven met dijkplicht waren bezwaard, noch ook welke erven bij<br />

een omslag zouden moeten contribueren, trachtte men de kosten van herstellingen te bestrijden door<br />

particuliere voorschotten en bijdragen uit de gemeentefondsen.<br />

In juli 1837 tenslotte, werd door de gemeenteraad van <strong>Brummen</strong> officieel vastgesteld dat er niet meer<br />

gesproken kon worden van een bestuur van de <strong>Brummen</strong>se bandijk. Na het overlijden van de<br />

verscheidene bestuursleden, was er slechts een lid overgebleven: Gerrit Jan van Helbergen.<br />

De raad verzocht het provinciaal Bestuur gemachtigd te worden, om, zolang er nog geen nieuw<br />

bestuur zou zijn, de nodige voorzieningen te mogen treffen, teneinde calamiteiten te voorkomen.<br />

Vanwege het Provinciaal Gouvernement werd het gemeentebestuur verzocht de namen van vijf<br />

geërfden op te geven, die geschikt waren om als dijksbestuur op te treden.<br />

Door de inwerkingtreding van het Reglement op het Beheer der Rivier<strong>polders</strong> in de provincie<br />

Gelderland (Koninklijk Besluit van 23 september 1837) kwam plotseling een einde aan de<br />

moeilijkheden en werd het volgende bestuur ingesteld: D. van Walree als dijkgraaf, J. Kromhout,<br />

F.T.J. Baron van Wijnbergen als heemraden,en P. Hondius Gzn., G.J. van Helbergen, C.A.J.Schieven<br />

en J. Hoogenkamp als hoofdingelanden.<br />

Tot secretaris werd benoemd L. Hoffman en tot ontvanger J. van Maurik.<br />

Wat de beken en sloten betreft, deze werden van ouds eensdeels onderhouden door de marken bij<br />

wijze van hand en spandiensten, anderzijds door de eigenaren van de aanliggende landerijen.<br />

Ook na de instelling van het dijkscollege bleven de marken het toezicht op en de schouw over de<br />

waterleidingen en de daartoe behorende kunstwerken behouden.<br />

In de tweede helft van de negentiende eeuw echter, kwam dit toezicht, ten dele door overdracht, ten<br />

dele door opheffing van enige markgenootschappen, aan de gemeente <strong>Brummen</strong>, die het in feite met<br />

toestemming van het polderdistrict bleef uitoefenen, totdat de polder in 1941 zijn ligger op de<br />

watergangen en kunstwerken definitief zag goedgekeurd en deze taak kon overnemen.<br />

Bij besluit van de Commissaris van de Provincie Gelderland van 18 augustus 1943, nr. 116, werd het<br />

district uitgebreid van 1634 Ha. Tot 2462 Ha. , hoofdzakelijk met gronden onder <strong>Voorst</strong>onden, Hall en<br />

Rhienderen. Hierbij werd het aantal heemraden van twee op vier en het aantal hoofdgeërfden van vier<br />

op vijf gebracht.<br />

De functies van secretaris en ontvanger zijn sinds 1892 door een persoon uitgeoefend geweest.<br />

Uit het in 1838 opgemaakte proces–verbaal (zie inv. Nr. 14) van overname der archieven van<br />

<strong>Voormalige</strong> dijksbestuur, blijkt dat de oudste toen overgedragen stukken van 1811 dateerden.<br />

Wanneer deze bescheiden verdwenen zijn, is niet bekend.<br />

In de tweede wereldoorlog werden de oudere stukken van het archief naar de kluis van het<br />

gemeentehuis van <strong>Brummen</strong> overgebracht, alwaar deze tot ca. 1962 bleven berusten.<br />

10


INVENTARIS<br />

I . S T U K K E N V A N A L G E M E NE A A R D<br />

1-5 Notulen van het Gecombineerd college, 1838 – <strong>1959</strong>.<br />

1. 1838 – 1863<br />

2. 1864 – 1887<br />

3. 1887 – 1921<br />

4. 1921 – 1945<br />

5. 1945 – <strong>1959</strong><br />

6-9 Notulen van de dijkstoel, 1839 – 1960.<br />

6. 1839 – 1865<br />

7. 1874 – 1898<br />

8. 1899 – 1934<br />

9. 1934 – 1960<br />

10-12 Kladnotulen van het Gecombineerd college en van de Dijkstoel,<br />

1945 – 1950.<br />

10. 1942 – 1944<br />

11. 1944 – 1947<br />

12. 1947 – 1950<br />

13 Presentielijsten van het Gecombineerd College en van de Dijkstoel,<br />

1858 – <strong>1959</strong>.<br />

14-47 Ingekomen stukken, 1837 – 1960, met retroacta van <strong>1825</strong>.<br />

N.B. Bij de nummers 14 – 28 zijn tevens enige stukken van andere<br />

aard opgenomen.<br />

14. 1837 – 1843<br />

N.B. Voorin bevindt zich het dijkreglement van <strong>1825</strong> met<br />

bijbehorende stukken.<br />

15. 1844 – 1850<br />

16. 1851 – 1857<br />

17. 1858 – 1866<br />

18. 1867 – 1871<br />

19. 1872 – 1877<br />

20. 1877 – 1881<br />

21. 1882 – 1884<br />

22. 1885 – 1891<br />

23. 1892 – 1900<br />

24. 1901 – 1910<br />

25. 1911 – 1917<br />

26. 1918 – 1923<br />

27. 1924 – 1929<br />

28. 1930 – 1936<br />

29. 1920 – 1937<br />

30. 1938 – 1939<br />

31. 1940 – 1941<br />

32. 1942 – 1944<br />

33. 1945<br />

34. 1946<br />

35. 1947<br />

36. 1948<br />

37. 1949<br />

38. 1950<br />

1 katern en<br />

4 delen<br />

2 katernen en<br />

2 delen<br />

3 katernen<br />

1 omslag<br />

15 banden en<br />

19 omslagen<br />

11


39. 1951<br />

40. 1952<br />

41. 1953<br />

42. 1954<br />

43. 1955<br />

44. 1956<br />

45. 1957<br />

46. 1958<br />

47. <strong>1959</strong> – 1960<br />

48-50 Indicateurs en agenda’s op de ingekomen stukken, 1837 – 1936.<br />

48. 1837 – 1884<br />

49. 1884 – 1901<br />

50. 1918 – 1936<br />

3 delen<br />

51 “Alfabet op het indicateur”, 1837– (c. 1868). 1 deel<br />

52-57 Registers van uitgaande stukken, 1838 – 1951.<br />

52. 1838 – 1863<br />

53. 1864 – 1899<br />

N.B. tevens publicatieboek.<br />

54. 1900 – 1930<br />

55. 1930 – 1944<br />

56. 1944 – 1950<br />

57. 1950 – 1951<br />

N.B. van 1951 – 1960 gebruikt als agenda van uitgaande stukken.<br />

6 delen<br />

58 Concepten, minuten en afschriften van uitgaande stukken,<br />

1873 – 1960.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 14 – 28.<br />

1 pak<br />

59 Brieven, gewisseld tussen de Secretaris en de Watergraaf,<br />

1935 – 1943.<br />

1 omslag<br />

60 “Repertoire der akten, betrekkelijk het polderbestuur”, 1859 – 1860. 1 katern<br />

61 “plakboek”, bevattende namens het polderbestuur geplaatste<br />

advertentie, alsmede enige documentatie de polder aangaande,<br />

(c. 1936 – <strong>1959</strong>).<br />

1 deel<br />

II. S T U K K E N B E T R E F F E N D E B E S T U U R<br />

E N P E R S O N E E L .<br />

62 “kiezerslijsten”, 1859 – 1951.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 14 en 17.<br />

1 pak<br />

63 Staten van voordracht tot vervulling van diverse bestuursfuncties,<br />

1884 – 1950.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 14 en 28.<br />

1 omslag<br />

64 Processen–verbaal van benoeming van bestuursleden, 1935 – 1951. 1 omslag<br />

65 Stukken betreffende eden en verklaringen, door bestuursleden en<br />

beambten af te leggen, 1940 – 1944.<br />

1 omslag<br />

12


66 Staten van plaats gehad hebbende mutatiën in het ambtenaren–<br />

personeel, 1936 – 1950.<br />

67 Staat van bestuursleden en beambten van het polderdistrict sinds<br />

1837, opgemaakt door de secretaris, 1950.<br />

1 omslag<br />

1 katern<br />

III . S T U K K E N B E T R E F F E N D E G R O N D G E B I E D E N<br />

W A T E R S T A A T S A A N G E L E G E N H E D E N.<br />

68-74 Liggers der hectarentalen, 1858 – 1938.<br />

68. 1858<br />

69. 1868<br />

70. 1878<br />

71. 1889<br />

72. 1899<br />

73. 1909<br />

74. 1930<br />

N.B. herzien in 1938.<br />

75-78 Alfabetische indices op de liggers der hectarentalen, (1858 – 1943).<br />

75. (1858)<br />

76. (1868)<br />

77. (1938)<br />

78. (c. 1943)<br />

7 delen<br />

2 katernen en<br />

2 delen<br />

79-80 Percelenregisters, (1938–c. 1945).<br />

79. (1938)<br />

80. (c. 1945)<br />

2 delen<br />

81 Stukken betrekking hebbende op de liggers der hectarentalen, z.d. 1 omslag<br />

82 Liggers en voorlopige liggers van watergangen en kunstwerken, met<br />

bijbehorende kaarten, 1916 – 1941.<br />

1 pak<br />

83 Stukken betreffende de liggers van de watergangen en kunstwerken,<br />

1915 – 1941.<br />

1 omslag<br />

84 Rapporten van bevinding bij de schouwen over watergangen,<br />

kunstwerken en dijken, 1935 – <strong>1959</strong>.<br />

1 omslag<br />

85 Cieringen van uit te voeren werken, 1840 – 1957.<br />

1 omslag<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 15 en 18.<br />

86 Staten, houdende aanbestedingsvoorwaarden voor het schoon–<br />

maken van watergangen, 1938 – 1951.<br />

87 Stukken betreffende uit te voeren werken aan de Bandijk,<br />

1911 – <strong>1959</strong>.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 26 en 27.<br />

88 Staten, houdende opgave van aanwezige noodmaterialen,<br />

1933 – <strong>1959</strong>.<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

13


IV. S T U K K E N B E T R E F F E N D E H E T<br />

F I N A N C I E E L B E H E E R.<br />

N.B. De regeling van de dienstjaren is als volgt: van 1838 t/m. 1840 valt het dienstjaar samen met het<br />

kalenderjaar. Na een overgangsperiode van 1 januari 1841 tot 1 mei 1842 loopt het tot en met de<br />

rekening van 1856/57 van 1 mei tot 1 mei. Het daarop volgende dienstjaar geldt van 1 mei 1857 tot 1<br />

juli 1858, waarna het steeds op 1 juli aanvangt. Het “dienstjaar” 1957/58 loopt van 1 juli 1957 tot 1<br />

januari <strong>1959</strong>. het dienstjaar <strong>1959</strong> valt samen met het kalenderjaar.<br />

89 Algemeen journaal en kasboek, 1839 – 1856. 1 omsla<br />

90 Register van uitgaaf, 1839 – 1851. 1 katern<br />

91 “aantekenboek van den deurwaarder van den polder”, 1857 – 1881. 1 omslag<br />

92 Stukken betreffende de classificatie van gronden, in verband met de<br />

omslag van polderlasten, 1943 – 1947.<br />

1 omslag<br />

93-104 Begrotingen, 1838 – 1960.<br />

12 pakken<br />

N.B. Bijgevoegd zijn: administratieve rekeningen, memories van<br />

toelichten, besluiten tot vaststelling en goedkeuringsbrieven van<br />

Gedeputeerde Staten.<br />

93. 1838 – 1847/48<br />

94. 1848/49 – 1857/58<br />

95. 1858/59 – 1867/68<br />

96. 1868/69 – 1877/78<br />

97. 1878/79 – 1887/88<br />

98. 1888/89 – 1897/98<br />

99. 1898/99 – 1907/08<br />

100. 1908/09 – 1917/18<br />

101. 1918/19 – 1927/28<br />

102. 1928/29 – 1937/38<br />

103. 1938/39 – 1947/48<br />

104. 1948/49 – 1960<br />

105 Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrotingswijzigingen,<br />

1942 – <strong>1959</strong>.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 22 – 26.<br />

1 omslag<br />

106 “Verantwoordingen van inkomsten en uitgaven”, 1857/58 – 1949/50. 1 omslag<br />

107-222 Rekeningen, 1838 – <strong>1959</strong>.<br />

N.B. Bijgevoegd zijn: besluiten van voorlopige vaststelling en<br />

vaststellingsbrieven van Gedeputeerde Staten.<br />

107. 1838<br />

108. 1839<br />

109. 1840<br />

110. 1841/42<br />

111. 1842/43<br />

112. 1843/44 N.B. niet compleet.<br />

113. 1844/45<br />

114. 1845/46<br />

115. 1846/47<br />

116. 1849/50<br />

117. 1850/51<br />

116 pakken<br />

14


118. 1852/53<br />

119. 1853/54<br />

120. 1854/55<br />

121. 1856/57<br />

122. 1857/58<br />

123. 1858/59<br />

124. 1859/60<br />

125. 1860/61<br />

126. 1861/62<br />

127. 1862/63<br />

128. 1864/65<br />

129. 1865/66<br />

130. 1866/67<br />

131. 1867/68<br />

132. 1868/69<br />

133. 1869/70<br />

134. 1870/71<br />

135. 1871/72<br />

136. 1872/73<br />

137. 1873/74<br />

138. 1874/75<br />

139. 1875/76<br />

140. 1876/77<br />

141. 1877/78<br />

142. 1878/79<br />

143. 1879/80<br />

144. 1880/81<br />

145. 1881/82<br />

146. 1882/83<br />

147. 1883/84<br />

148. 1884/85<br />

149. 1885/86<br />

150. 1886/87<br />

151. 1887/88<br />

152. 1888/89<br />

153. 1889/90<br />

154. 1890/91<br />

155. 1891/92<br />

156. 1892/93<br />

157. 1893/94<br />

158. 1894/95<br />

159. 1895/96<br />

160. 1896/97<br />

161. 1897/98<br />

162. 1898/99<br />

163. 1899/1900<br />

164. 1900/01<br />

165. 1901/02<br />

166. 1902/03<br />

167. 1903/04<br />

168. 1904/05<br />

169. 1905/06<br />

170. 1906/07<br />

171. 1907/08<br />

172. 1908/09<br />

173. 1909/10<br />

174. 1910/11<br />

175. 1911/12<br />

176. 1912/13<br />

177. 1913/14<br />

15


178. 1914/15<br />

179. 1915/16<br />

180. 1916/17<br />

181. 1917/18<br />

182. 1918/19<br />

183. 1919/20<br />

184. 1920/21<br />

185. 1921/22<br />

186. 1922/23<br />

187. 1923/24<br />

188. 1924/25<br />

189. 1925/26<br />

190. 1926/27<br />

191. 1927/28<br />

192. 1928/29<br />

193. 1929/30<br />

194. 1930/31<br />

195. 1931/32<br />

196. 1932/33<br />

197. 1933/34<br />

198. 1934/35<br />

199. 1935/36<br />

200. 1936/37<br />

201. 1937/38<br />

202. 1938/39<br />

203. 1939/40<br />

204. 1940/41<br />

205. 1941/42<br />

206. 1942/43<br />

207. 1943/44<br />

208. 1944/45<br />

209. 1945/46<br />

210. 1946/47<br />

211. 1947/48<br />

212. 1948/49<br />

213. 1949/50<br />

214. 1950/51<br />

215. 1951/52<br />

216. 1952/53<br />

217. 1953/54<br />

218. 1954/55<br />

219. 1955/56<br />

220. 1956/57<br />

221. 1957/58<br />

222. <strong>1959</strong><br />

223-338 Bijlagen tot de rekeningen, 1839 – <strong>1959</strong>.<br />

223. 1839<br />

224. 1842/43<br />

225. 1845/46<br />

226. 1846/47<br />

227. 1847/48<br />

228. 1848/49<br />

229. 1849/50<br />

230. 1850/51<br />

231. 1851/52<br />

232. 1852/53<br />

233. 1853/54<br />

234. 1854/55<br />

235. 1855/56<br />

4 omslagen en<br />

112 banden<br />

16


236. 1856/57<br />

237. 1857/58<br />

238. 1858/59<br />

239. 1859/60<br />

240. 1860/61<br />

241. 1861/62<br />

242. 1862/63<br />

243. 1863/64<br />

244. 1864/65<br />

245. 1865/66<br />

246. 1866/67<br />

247. 1867/68<br />

248. 1868/69<br />

249. 1869/70<br />

250. 1870/71<br />

251. 1871/72<br />

252. 1872/73<br />

253. 1873/74<br />

254. 1874/75<br />

255. 1875/76<br />

256. 1876/77<br />

257. 1877/78<br />

258. 1878/79<br />

259. 1879/80<br />

260. 1880/81<br />

261. 1881/82<br />

262. 1882/83<br />

263. 1883/84<br />

264. 1884/85<br />

265. 1885/86<br />

266. 1886/87<br />

267. 1887/88<br />

268. 1888/89<br />

269. 1889/90<br />

270. 1890/91<br />

271. 1891/92<br />

272. 1892/93<br />

273. 1893/94<br />

274. 1894/95<br />

275. 1895/96<br />

276. 1896/97<br />

277. 1897/98<br />

278. 1898/99<br />

279. 1899/1900<br />

280. 1900/01<br />

281. 1901/02<br />

282. 1902/03<br />

283. 1903/04<br />

284. 1904/05<br />

285. 1905/06<br />

286. 1906/07<br />

287. 1907/08<br />

288. 1908/09<br />

289. 1909/10<br />

290. 1910/11<br />

291. 1911/12<br />

292. 1912/13<br />

293. 1913/14<br />

294. 1914/15<br />

295. 1915/16<br />

17


339<br />

296. 1916/17<br />

297. 1917/18<br />

298. 1918/19<br />

299. 1919/20<br />

300. 1920/21<br />

301. 1921/22<br />

302. 1922/23<br />

303. 1923/24<br />

304. 1924/25<br />

305. 1925/26<br />

306. 1926/27<br />

307. 1927/28<br />

308. 1928/29<br />

309. 1929/30<br />

310. 1930/31<br />

311. 1931/32<br />

312. 1932/33<br />

313. 1933/34<br />

314. 1934/35<br />

315. 1935/36<br />

316. 1936/37<br />

317. 1937/38<br />

318. 1938/39<br />

319. 1939/40<br />

320. 1940/41<br />

321. 1941/42<br />

322. 1942/43<br />

323. 1943/44<br />

324. 1944/45<br />

325. 1945/46<br />

326. 1946/47<br />

327. 1947/48<br />

328. 1948/49<br />

329. 1949/50<br />

330. 1950/51<br />

331. 1951/52<br />

332. 1952/53<br />

333. 1953/54<br />

334. 1954/55<br />

335. 1955/56<br />

336. 1956/57<br />

337. 1957/58<br />

338. <strong>1959</strong><br />

“Register der Negotiatie”, bevattende aantekeningen betreffende de<br />

obligatielening van 1839, 1839 – 1850.<br />

1 katern<br />

340 Stukken betreffende geldleningen, 1926 – 1960. 1 omslag<br />

V. G E D E P O N E E R D E S T U K K E N.<br />

341 Stukken betreffende benoeming en ontslag van F.C.Colenbrander<br />

als watergraaf, 1903 – 1933.<br />

1 omslag<br />

342 “ Notitiebokje” van F. C. Colenbrander, 1903 – 1933. 1 katern<br />

18


INVENTARIS VAN HET ARCHIEF<br />

VAN HET BUITENPOLDER<br />

DE VOORSTERKLEI<br />

1731 - 1960<br />

19


INLEIDING<br />

De oudste in dit archief aanwezige stukken dateren van 1731 en betreffen de Zindersche Mark(t), ook<br />

wel Sinderensche Kley of Buirschap Sinderen genaamd.<br />

Hoe lang deze mark als zodanig al bestond valt moeilijk na te gaan; uit een verpondingkohier van<br />

1648 blijkt echter, dat de geërfden van Sinderen destijds reeds een waard aan de IJssel bezaten.<br />

Hierbij dienst te worden opgemerkt, dat de bedding van de IJssel in dit gebied zich in de loop der<br />

tijden belangrijk heeft gewijzigd.<br />

In de nog aanwezige archiefstukken blijkt van gemeentegronden niets meer en is er nog slechts<br />

sprake van zorg voor dijken, wegen, bruggen, duikers etc.<br />

Bij zeer ernstige doorbraken van de zomerdijken was het gewoonte dat vanwege de marke– richter bij<br />

publicatie en kerke spraak niet alleen de geërfden van de Sinderensche mark maar tevens de<br />

ingelanden van de aangrenzende <strong>Voorst</strong>erklei als geïnteresseerden bijeen werden geroepen om over<br />

de toestand van de dijken, die beide klein omringden, te beraadslagen.<br />

Deze geïnteresseerden van buiten de mark droegen dan eveneens bij in de kosten van herstel of<br />

verbeteringen. De bijeenkomsten der markegenoten vonden gewoonlijk plaats in de herberg “De<br />

(bonte) Beer” te <strong>Voorst</strong>.<br />

Een in 1801 uit de geërfden van beide kleien benoemde commissie gaf met een goed uitgewerkt plan<br />

een modern dijkbestuur met grote bevoegdheden in overweging. Tot uitvoering hiervan, evenmin als<br />

van als van dat tot officiële samenvoeging van de Zinderensche Kley (453 ½ morgen) en de<br />

<strong>Voorst</strong>erklei ( 431 ¼ morgen ) tot een mark, is het echter niet gekomen.<br />

Een klacht, in het jaar 1808 bij de Minister van Waterstaat ingekomen, betreffende de<br />

weigerachtigheid van een zekere Jan IJsseldijk om een aan hem in eigendom toebehorend<br />

dijksgedeelte in het gebied <strong>Voorst</strong>–Wilp te herstellen, noodzaakte eerstgenoemde de landdrost van<br />

het Departement Gelderland hierover aan te schrijven.<br />

De bailluw van Nederveluwe, door de laddrost belast met een onderzoek dienaangaande, bevond dat<br />

de mark van zinderen “noch behoorlijk geconstitueerd was, noch voldoende gezag had, om ten<br />

voordele van de ingelanden werkzaam te zijn”.<br />

Daar de dijk niet onder politiek bestuur stond van het Ambt <strong>Voorst</strong>, kon ook de scholtus weinig<br />

uitrichten.<br />

De landdrost, van een en ander in kennis gesteld, merkte bovendien op, dat van <strong>Voorst</strong>er zomerdijken<br />

geen reglement bestond.<br />

In 1809 werden de ingelanden van zowel de <strong>Voorst</strong>eren Sinderensche Kley, als de aangrenzend<br />

Nijenbeker en Wilpsche Kley, door de bailluw aangeschreven om ter betere besturing van de<br />

zomerdijken die de kleien omgaven, ieder een concept–reglement te formeren en in te zenden. De<br />

twee commissies, daartoe door de ingelanden van de beide kleien benoemd, dienden nog het zelfde<br />

jaar hun ontwerpen in. Nadat op aanwijzingen van de landdrost van Gelderland, de Minister van<br />

Waterstaat en de requestmeester belast met de dienst der bruggen en wegen in de Hollandse<br />

departementen, enige wijzigingen waren aangebracht, gelastte tenslotte de prefect van het<br />

Departement van de Boven–IJssel bij missive van 21 juni 1811 de geërfden van zowel de <strong>Voorst</strong>er–<br />

zomerdijk als de Nijenbeker en Wilpsche Zomerdijk om de respectieve reglementen in werking te<br />

stellen.<br />

In de geërfdenvergadering van 18 juli 1811 werden als leden van de “Commissie voor de <strong>Voorst</strong>er–<br />

zomerdijk, de algemene kerspels kleiwegen en de op de Kley zich bevindende leigraven” benoemd:<br />

J.A.J. Sloet als president, E.van Beek, N. Plantenals leden en G. Kroon als secretaris.<br />

Een scheuter of dijkbode werd eveneens benoemd.<br />

In 1837 trad het Reglement op het Beheer der Rivier<strong>polders</strong> in de provincie Gelderland in werking,<br />

waarbij de <strong>Voorst</strong>er en Nijenbeker Kley werden samengevoegd tot een polder.<br />

Het bestuur van de nieuwe polder sprak al direct van “een noodlottig plaats gehad hebbende<br />

vergissing van de bijeenvoeging, gezien de onmogelijkheid om administratief te verenigen, hetgeen<br />

door de natuur onverenigbaar gescheiden was”<br />

21


Na enige besprekingen met het provinciaal Gouvernement werd overeengekomen om provisioneel de<br />

werkzaamheden en de gehele administratie te splitsen, zodanig dat de directie over de <strong>Voorst</strong>erpolder<br />

aan J.A.J. Sloet Homming en p. Kroon en over de Nijenbeker polder aan W.A. Schimmelpenninck van<br />

der Oye en J.Kok zou worden overgedragen. Bij koninklijk Besluit van 21 september 1839, tenslotte,<br />

werden beide <strong>polders</strong> definitief van elkaar gescheiden.<br />

Tot 1857 bestond het dagelijks bestuur uit twee, daarna uit drie poldermeester. Het aantal<br />

hoofdingelanden in de polderrad, die op grond van het Rivierpolder reglement sinds 1935 de<br />

geërfdendagen verving, bedroeg zes.<br />

Vanaf de oprichting van de <strong>Voorst</strong>erbeekpolder in 1871, hebben de <strong>Voorst</strong>erklei en de<br />

<strong>Voorst</strong>erbeekpolder steeds dezelfde secretaris–ontvanger gehad, als gevolg waarvan de archieven<br />

enigermate met elkaar vermengd werden, echter niet zozeer dat een volkomen scheiding niet meer<br />

mogelijk was.<br />

22


INVENTARIS<br />

A A R C H I E F V A N D E S I N D E R S C H E K L E I .<br />

343 Markeboek van de Sindersche klei, houdende notulen van<br />

vergaderingen der markegenoten, alsmede gegevens betreffende<br />

uitgaven en uitzettingen, 1731 – 1801.<br />

344 Concept–notulen van de vergaderingen der markegenoten,<br />

1784 – 1797.<br />

345 Volmachten van enige geërfden, aan diverse gemachtigden om hen<br />

te vertegenwoordigen in de vergaderingen van de markegenoten,<br />

1780, 1802.<br />

346 Rekeningen en verantwoordingen van de markeschrijver, met<br />

bijlagen, 1778 – 1800.<br />

N.B. zie ook inv.nr. 347.<br />

347 Door de markeschrijver afgekondigde publicatie, 1784 – 1806.<br />

N.B. dit zijn oorspronkelijk bijlagen tot de rekeningen, zie inv.nr. 346.<br />

348 Stukken betreffende uit te voeren werken en de financiering daarvan,<br />

1784 – 1809.<br />

B. A R C H I E F V A N D E<br />

V O O R S T E R D I J K C O M M I S S I E .<br />

1 deel<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

N.B. zie voor de resolutie, reglementen e.d. van de voorsterdijkcommissie inv.nr. 353.<br />

349 Stukken betreffende de totstandkoming van het<br />

<strong>Voorst</strong>erdijkreglement, 1809 – 1811.<br />

1 omslag<br />

350 Ingekomen stukken en concepten van uitgaande stukken,<br />

1811 – 1816.<br />

1 omslag<br />

351 Stukken betreffende uit te voeren werken en de financiering daarvan,<br />

1811 – 1831.<br />

1 omslag<br />

352 “Acte houdende de regeling der financiële aansprakelijkheid van<br />

geërfden welke niet onder het kanton Twello of <strong>Brummen</strong> woonachtig<br />

zijn”, 1813.<br />

1 stuk<br />

23


C. A R C H I E F V A N D E B U I T E N P O L D E R<br />

D E V O O R S T E R K L E I .<br />

1. STUKKEN VAN ALGEMEENE AARD.<br />

353 Notulen van geërfdendagen en van poldermeesters, 1837 – 1880.<br />

1 deel<br />

354<br />

N.B. Dit deel is oorspronkelijk aangelegd als het “<strong>Voorst</strong>erdijkboek”,<br />

bevattende resolutie, reglementen e.d., van 1811 tot 1837.<br />

Notulen van de geërfdendagen en van de polderraad, 1881 – 1960. 1 deel<br />

355 Notulen van de poldermeesters, 1881 – 1960. 1 deel<br />

356 Presentielijsten van de polderraad, 1952 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

357 Reglement van Orde voor de geërfdendagen, 1894.<br />

1 stuk<br />

N.B. afschrift.<br />

358-413 Ingekomen stukken, 1837 – 1960.<br />

358. 1837 – 1857<br />

N.B. met “inventaris”<br />

359. 1858 – 1876<br />

360. 1877 – 1878<br />

361. 1879 – 1880<br />

362. 1881 – 1882<br />

363. 1883 – 1884<br />

364. 1885 – 1886<br />

365. 1887 – 1888<br />

366. 1889 – 1890<br />

367. 1891 – 1892<br />

368. 1893 – 1894<br />

369. 1895 – 1896<br />

370. 1897 – 1898<br />

371. 1899 – 1900<br />

372. 1901 – 1902<br />

373. 1903 – 1904<br />

374. 1905 – 1906<br />

375. 1907 – 1908<br />

376. 1909 – 1910<br />

377. 1911 – 1912<br />

378. 1913 – 1914<br />

379. 1915 – 1916<br />

380. 1917<br />

381. 1919 – 1920<br />

382. 1921 – 1922<br />

383. 1923 – 1924<br />

384. 1925 – 1926<br />

385. 1927 – 1928<br />

386. 1929 – 1930<br />

387. 1931 – 1932<br />

388. 1933 – 1934<br />

389. 1935<br />

390. 1936<br />

391. 1937<br />

392. 1938<br />

56 omslagen<br />

24


414<br />

393. 1939<br />

394. 1940<br />

395. 1941<br />

396. 1942<br />

397. 1943<br />

398. 1944<br />

399. 1945<br />

400. 1946<br />

401. 1947<br />

402. 1948<br />

403. 1949<br />

404. 1950<br />

405. 1951<br />

406. 1952<br />

407. 1953<br />

408. 1954<br />

409. 1955<br />

410. 1956<br />

411. 1957<br />

412. 1958<br />

413. <strong>1959</strong> – 1960<br />

Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde besluiten, 1942 – 1958. 1 omslag<br />

415-416 Provinciale bladen betreffende waterschapsaangelegenheden,<br />

1837 – 1956.<br />

415. 1837 – 1856<br />

N.B. met geschreven register.<br />

416. 1857 – 1956<br />

2 pakken<br />

417-418 Registers van uitgaande stukken, 1842 – 1960.<br />

417. 1842 – 1946<br />

418. 1946 – 1960<br />

419 Concepten, minuten en afschriften van uitgaande stukken,<br />

1939 – 1958.<br />

II. S T U K K E N B E T R E F F E N D E B E S T U U R<br />

E N P E R S O N E E L .<br />

2 delen<br />

1 omslag<br />

420 “Kiezerslijst”, <strong>1959</strong>. 1 pak<br />

421 Processen–verbaal van benoeming tot hoofdingeland, 1935 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

422 Stukken betreffende eden en verklaringen, door bestuursleden en<br />

beambten af te leggen, 1940 – 1954.<br />

1 omslag<br />

25


III. S T U K K E N B E T R E F F E N D E G R O N D G E B I E D<br />

E N W A T E R S T A A T S A A N G E L E G E N H E D E N .<br />

423-427 Liggers der hectarentalen, (1858 – 1938).<br />

423. (1858)<br />

424. (1868)<br />

425. (1882)<br />

426. (1893)<br />

427. (1938)<br />

2 omslagen en<br />

3 delen<br />

428 Index op de ligger der hectarentalen, (1938). 1 deel<br />

429 Liggers van watergangen en kunstwerken, 1896, 1906. 1 omslag<br />

430 Stukken betreffende de “Kwaadschouw” van sloten en pogingen<br />

daarover te procederen, 1890 – 1896.<br />

1 omslag<br />

431 Begrotingen en cieringen van uit te voeren werken, (c.1870) – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

432 Bestekken en voorwaarden van aan te besteden werken,<br />

1 omslag<br />

1876 – 1885.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 498 – 552.<br />

433 Stukken betreffende uit te voeren werken, (c.1846) – 1849. 1 omslag<br />

434 Stukken betreffende enige ontgrondingen door de N.V. Steenfabriek<br />

“Hoendernest”te <strong>Brummen</strong>, 1955 – 1956.<br />

1 omslag<br />

435 Proces–verbaal betreffende het aanbrengen van een hakkelbout in<br />

de brug over de Oude IJssel, 1877.<br />

N.B. afschrift.<br />

1 stuk<br />

IV. S T U K K E N B E T R E F F E N D E H E T<br />

F I N A N C I E E L B E H E E R<br />

N.B. het dienst jaar loopt van 1 juli t/m 30 juni.<br />

436-440 Begrotingen, 1856/57 en 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. Bijgevoegd zijn: administratieve rekeningen, memoriën van<br />

toelichting, besluiten tot vaststelling en goedkeuringsbrieven van<br />

Gedeputeerde Staten.<br />

436. 1856/57 en 1900/01 – 1914/15<br />

N.B. het dienstjaar 1856/57 loopt van 1 mei tot 1 mei; de<br />

begrotingen 1905/06 – 1909/10 ontbreken.<br />

437. 1915/16 – 1925/26<br />

N.B. de begroting 1916/17 ontbreekt.<br />

438. 1926/27 – 1935/36<br />

439. 1936/37 – 1945/46<br />

440. 1946/47 – <strong>1959</strong>/60<br />

5 pakken<br />

441 Ontwerp–begrotingen, 1872/73 – 1913/14. 1 omslag<br />

442 Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrotingswijzigingen,<br />

1885/86 – 1958/59.<br />

1 omslag<br />

26


443-497 Rekeningen, 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. Bijgevoegd zijn: besluiten van voorlopige vaststelling en<br />

vaststellingsbrieven van Gedeputeerde Staten.<br />

443. 1900/01<br />

444. 1901/02<br />

445. 1902/03<br />

446. 1903/04<br />

447. 1904/05<br />

448. 1910/11<br />

449. 1911/12<br />

450. 1912/13<br />

451. 1913/14<br />

452. 1914/15<br />

453. 1915/16<br />

454. 1916/17<br />

455. 1917/18<br />

456. 1918/19<br />

457. 1920/21<br />

458. 1919/20<br />

459. 1921/22<br />

460. 1922/23<br />

461. 1923/24<br />

462. 1924/25<br />

463. 1925/26<br />

464. 1926/27<br />

465. 1927/28<br />

466. 1928/29<br />

467. 1929/30<br />

468. 1930/31<br />

469. 1931/32<br />

470. 1932/33<br />

471. 1933/34<br />

472. 1934/35<br />

473. 1935/36<br />

474. 1936/37<br />

475. 1937/38<br />

476. 1938/39<br />

477. 1939/40<br />

478. 1940/41<br />

479. 1941/42<br />

480. 1942/43<br />

481. 1943/44<br />

482. 1944/45<br />

483. 1945/46<br />

484. 1946/47<br />

485. 1947/48<br />

486. 1948/49<br />

487. 1949/50<br />

488. 1950/51<br />

489. 1951/52<br />

490. 1952/53<br />

491. 1953/54<br />

492. 1954/55<br />

493. 1955/56<br />

494. 1956/57<br />

495. 1957/58<br />

496. 1958/59<br />

497. <strong>1959</strong>/60<br />

55 delen<br />

27


498-552 Bijlagen tot de rekeningen, 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

498. 1900/01<br />

499. 1901/02<br />

500. 1902/03<br />

501. 1903/04<br />

502. 1904/05<br />

503. 1910/11<br />

504. 1911/12<br />

505. 1912/13<br />

506. 1913/14<br />

507. 1914/15<br />

508. 1915/16<br />

509. 1916/17<br />

510. 1917/18<br />

511. 1918/19<br />

512. 1919/20<br />

513. 1920/21<br />

514. 1921/22<br />

515. 1922/23<br />

516. 1923/24<br />

517. 1924/25<br />

518. 1925/26<br />

519. 1926/27<br />

520. 1927/28<br />

521. 1928/29<br />

522. 1929/30<br />

523. 1930/31<br />

524. 1931/32<br />

525. 1932/33<br />

526. 1933/34<br />

527. 1934/35<br />

528. 1935/36<br />

529. 1936/37<br />

530. 1937/38<br />

531. 1938/39<br />

532. 1939/40<br />

533. 1940/41<br />

534. 1941/42<br />

535. 1942/43<br />

536. 1943/44<br />

537. 1944/45<br />

538. 1945/46<br />

539. 1946/47<br />

540. 1947/48<br />

541. 1948/49<br />

542. 1949/50<br />

543. 1950/51<br />

544. 1951/52<br />

545. 1952/53<br />

546. 1953/54<br />

547. 1954/55<br />

548. 1955/56<br />

549. 1956/57<br />

550. 1957/58<br />

551. 1958/59<br />

552. <strong>1959</strong>/60<br />

55 banden<br />

28


INVENTARIS VAN HET ARCHIEF<br />

VAN HET BUITENPOLDER<br />

DE VOORSTERBEEKPOLDER<br />

1731 - 1960<br />

29


INLEIDING<br />

De <strong>Voorst</strong>erbeek stond oudtijds met verscheidene leigraven onder de schouw van de mark <strong>Voorst</strong> en<br />

Noord–Empe.<br />

Deze mark grensde ten noorden aan de Appensche mark, ten westen aan Beekbergen en Loenen,<br />

ten zuiden aan de mark Empe en ten oosten aan de <strong>Voorst</strong>erklei.<br />

Nog voor in 1855 de mark definitief verdeeld werd, achtten de Staten der provincie Gelderland het<br />

nodig door een door hen daartoe benoemde commissie in 1838 een reglement te laten ontwerpen op<br />

de ruiming, het onderhoud en de schouw van de <strong>Voorst</strong>erbeek, zulks op grond van het Provinciaal<br />

Reglement op de Waterleidingen, als vallende de <strong>Voorst</strong>erbeek onder de waterleidingen der tweede<br />

klasse.<br />

Het <strong>Voorst</strong>erbeekreglement werd in de jaren 1839/1840 door de gemeentebesturen van Apeldoorn<br />

en <strong>Voorst</strong> en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd.<br />

In 1856 moest het op grond van de gemeentewet vervallen. Daarna stelde de gemeenteraad van<br />

<strong>Voorst</strong> in 1859 een verordening vast omtrent het toezicht op, en de schouw over de <strong>Voorst</strong>erbeek en<br />

verdere waterleidingen.<br />

Bij de toepassing der verordening stuitte men echter op het gemis van enige bewijsbare verplichting<br />

tot onderhoud van de <strong>Voorst</strong>erbeek, en toen bij een proces bleek dat nalatige werden vrijgesproken,<br />

besloot men tenslotte in 1867 de verordening maar in te trekken.<br />

Nadien kwamen echter steeds meer klachten over de gebrekkige toestand waarin de beek en de<br />

waterleidingen verkeerden bij Provinciale Staten binnen.<br />

Als gevolg hiervan werd in 1868 uit het College van Gedeputeerde Staten een commissie benoemd<br />

met de opdracht om te dezer zake een onderzoek ter plaatse in te stellen.<br />

Nadat de commissie met de belanghebbenden in contact was getreden en een voorstel om de<br />

onderhoudsplicht af te kopen door de gemeente <strong>Voorst</strong> was verworpen, bleef geen andere<br />

mogelijkheid over dan een polder “daar te stellen”. Een officieel adres van deze strekking werd in 1870<br />

door de geïnteresseerden aan de Provinciale Staten gezonden.<br />

De burgemeester van <strong>Voorst</strong> werd gelast om de adressanten uit te nodigen een commissie te kiezen<br />

van drie personen die geacht konden worden het meest bekend te zijn met de landstreek die op de<br />

<strong>Voorst</strong>erbeek afwaterde.<br />

De aldus gevormde commissie trad in overleg met de desbetreffende commissie uit Gedeputeerde<br />

Staten, met als finaal resultaat dat in de Statenvergadering van 11 juli 1871 het reglement voor de<br />

<strong>Voorst</strong>erbeekpolder kon worden goedgekeurd.<br />

Het bestuur trad nog hetzelfde jaar in functie.<br />

De secretaris–ontvanger bekleedde bij zijn benoeming reeds een dergelijke functie bij de Buitenpolder<br />

“De <strong>Voorst</strong>erklei” ; de beide <strong>polders</strong> hebben sindsdien steeds dezelfde secretaris– ontvanger gehad.<br />

Het aantal poldermeesters kwam in 1882 van twee op drie.<br />

In 1884 werd de polder met 450 Ha. Tot ca. 1650 Ha. Uit gebreid, hoofdzakelijk met gronden onder<br />

Beekbergen gelegen. Dit was echter niet de enige uitbreiding: bij gemeenschappelijk besluit van de<br />

Staten van Gelderland en Overijssel van 21 en 22 december 1939 werden ondermeer gronden van de<br />

voormalige Loenermark en een gedeelte van het polderdistrict “Veluwe” toegevoegd aan de polder,<br />

waarvan de oppervlakte daarna 3321 Ha. bedroeg.<br />

In 1930 kon van de molenaar van de kopermolen het stuwrecht van de <strong>Voorst</strong>erbeek worden<br />

aangekocht, hetgeen van belang was, omdat men eerst van toen af aan het stuwpeil aan de behoefte<br />

der ingelanden kon aanpassen.<br />

Het aantal hoofdingelanden in de polderraad, die op grond van het Rivierpolderreglement sinds 1935<br />

de Geërfdendagen verving, bedroeg acht.<br />

Aangezien de secretaris–ontvanger zijn functie ook als zodanig uitoefende bij de <strong>Voorst</strong>erklei– polder,<br />

was het onvermijdelijk dat de archieven van beide <strong>polders</strong> enigszins met elkaar vermengd werden.<br />

Het bleek echter mogelijk de beide archieven volkomen van elkander te scheiden.<br />

31


INVENTARIS<br />

I. S T U K K E N V A N A L G E M E NE A A R D .<br />

553 Notulen van de geërfdendagen, 1871 – 1934. 1 deel<br />

554 Kladnotulen van de geërfdendagen, 1872 – 1908. 1 omslag<br />

555 Notulen van de poldermeesters, 1894 – 1954. 1 deel<br />

556 “Klad–cahiers”, houdende aantekeningen betreffende de<br />

vergaderingen van de polderraad en van de poldermeesters,<br />

1939 – <strong>1959</strong>.<br />

N.B. deze cahiers bevatten eveneens aantekeningen betreffende de<br />

vergaderingen van de <strong>Voorst</strong>erkleipolder.<br />

1 omslag<br />

557 Presentielijsten van de geërfdendagen en de polderraad,<br />

1 omslag<br />

1906 – 1907 en 1952 – <strong>1959</strong>.<br />

558-589 Ingekomen stukken, 1870 – 1960.<br />

558. 1870 – 1883<br />

559. 1884 – 1893<br />

560. 1905 – 1924<br />

561. 1925 – 1929<br />

562. 1930 – 1931<br />

563. 1932 – 1933<br />

564. 1934<br />

565. 1935<br />

566. 1936<br />

567. 1937<br />

568. 1938<br />

569. 1939<br />

570. 1940<br />

571. 1941<br />

572. 1942<br />

573. 1943<br />

574. 1944<br />

575. 1945<br />

576. 1946<br />

577. 1947<br />

578. 1948<br />

579. 1949<br />

580. 1950<br />

581. 1951<br />

582. 1952<br />

583. 1953<br />

584. 1954<br />

585. 1955<br />

586. 1956<br />

587. 1957<br />

588. 1958<br />

589. <strong>1959</strong> – 1960<br />

32 omslagen<br />

590 Provinciale bladen betreffende waterschapsaangelegenheden,<br />

1871 – 1956.<br />

1 pak<br />

33


591 Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde reglementen en besluiten,<br />

1934 – 1958.<br />

592-593 Registers van uitgaande stukken, 1872 – <strong>1959</strong>.<br />

592. 1872 – 1950.<br />

593. 1950 – <strong>1959</strong>.<br />

594 Concepten, minuten en afschriften van uitgaande stukken,<br />

1872 – 1952.<br />

II. S T U K K E N B E T R E F F E N D E B E S T U U R<br />

E N P E R S O N E E L.<br />

1 omslag<br />

2 delen<br />

1 omslag<br />

595 “Kiezerslijst”, <strong>1959</strong> 1 pak<br />

596 Processen–verbaal van benoeming tot hoofdingeland, 1935 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

597 Stukken betreffende eden en verklaringen, door bestuursleden en<br />

beamten af te leggen, 1940 – 1953.<br />

1 omslag<br />

598 1nstructie voor de polderbode, 1904.<br />

N.B. afschrift.<br />

1 stuk<br />

III. S T U K K E N B E T R E F F E N D E G R O N D G E B I E D ,<br />

E I G E N D O M M E N<br />

E N W A T E R S T A A T S A A N G E L E G E N H E D E N.<br />

599 Staat, houdende opgave van de gronden met welke de polder in<br />

1884 werd uitgebreid, 1884.<br />

1 stuk<br />

600 Stukken betreffende de uitbreiding van de polder, 1934 – 1943. ?<br />

601-607 Liggers der hectarentalen, (c. 1871 – 1943).<br />

1 omslag en<br />

601. (c.1871)<br />

602. (1871)<br />

603. (1885)<br />

604. (1897)<br />

605. (1915)<br />

606. (1931)<br />

607. (1943)<br />

6 delen<br />

608-610 Alfabetische indices op de liggers der hectarentalen, (1871 – 1931). 2 omslagen en<br />

608. (1871)<br />

609. (1885)<br />

610. (1931)<br />

1 deel<br />

611 Percelenregister, 1931. 1 deel<br />

34


612 Liggers van watergangen en kunstwerken, 1896 en 1905. 1 omslag<br />

613 Eigendomsbewijs betreffende een gedeelte van de <strong>Voorst</strong>erbeek en<br />

het stuw en molenrecht van die beek, met uittreksel uit het kadastrale<br />

plan, 1930.<br />

1 omslag<br />

614 Eigendomsbewijs betreffende een stuk weiland te Beekbergen, 1899. 1 stuk<br />

615 Cieringen van uit te voeren werken, 1940 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

616 Bestekken en voorwaarden van aan te besteden werken,<br />

(c.1871) – 1957.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 681 – 735.<br />

1 omslag<br />

617 Stukken betreffende de verharding van wegen, 1904 – 1913. 1 omslag<br />

618 Stukken betrekking hebbende op de verbetering van de <strong>Voorst</strong>erbeek 1 omslag<br />

en van de Verlorenbeek, 1948 – 1953.<br />

619 Acte, houdende overeenkomst met Rijkswaterstaat inzake het<br />

verbreden van een brug over de <strong>Voorst</strong>erbeek, 1935.<br />

N.B. afschrift.<br />

1 stuk<br />

IV. S T U K K E N B E T R E F F E N D E H E T<br />

F I N A N C I E E L B E H E E R.<br />

N.B. het dienstjaar loopt van 1 juli tot 1 juli.<br />

620-624 Begrotingen, 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. Bijgevoegd zijn: administratieve rekeningen, memories van<br />

toelichting, besluiten tot vaststelling en goedkeuringsbrieven van<br />

Gedeputeerde Staten.<br />

620. 1900/01 – 1914/15<br />

N.B. de begrotingen 1905/06 – 1909 ontbreken.<br />

621. 1915/16 – 1925/26<br />

N.B. de begroting 1916/17 ontbreken.<br />

622. 1926/27 – 1935/36<br />

623. 1936/37 – 1945/46<br />

624. 1946/47 – <strong>1959</strong>/60<br />

625 Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrotingswijzigingen,<br />

1941/42 – <strong>1959</strong>/60.<br />

626-680 Rekeningen, 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. Bijgevoegd zij: besluiten van voorlopige vaststelling en<br />

vaststellingsbrieven van Gedeputeerde Staten.<br />

626. 1900/01<br />

627. 1901/02<br />

628. 1902/03<br />

629. 1903/04<br />

630. 1904/05<br />

631. 1910/11<br />

632. 1911/12<br />

5 pakken<br />

1 omslag<br />

55 delen<br />

35


633. 1912/13<br />

634. 1913/14<br />

635. 1914/15<br />

636. 1915/16<br />

637. 1916/17<br />

638. 1917/18<br />

639. 1918/19<br />

640. 1920/21<br />

641. 1919/20<br />

642. 1921/22<br />

643. 1922/23<br />

644. 1923/24<br />

645. 1924/25<br />

646. 1925/26<br />

647. 1926/27<br />

648. 1927/28<br />

649. 1928/29<br />

650. 1929/30<br />

651. 1930/31<br />

652. 1931/32<br />

653. 1932/33<br />

654. 1933/34<br />

655. 1934/35<br />

656. 1935/36<br />

657. 1936/37<br />

658. 1937/38<br />

659. 1938/39<br />

660. 1939/40<br />

661. 1940/41<br />

662. 1941/42<br />

663. 1942/43<br />

664. 1943/44<br />

665. 1944/45<br />

666. 1945/46<br />

667. 1946/47<br />

668. 1947/48<br />

669. 1948/49<br />

670. 1949/50<br />

671. 1950/51<br />

672. 1951/52<br />

673. 1952/53<br />

674. 1953/54<br />

675. 1954/55<br />

676. 1955/56<br />

677. 1956/57<br />

678. 1957/58<br />

679. 1958/59<br />

680. <strong>1959</strong>/60<br />

681-735 Bijlagen tot de rekeningen, 1900/01 – <strong>1959</strong>/60.<br />

681. 1900/01<br />

682. 1901/02<br />

683. 1902/03<br />

684. 1903/04<br />

685. 1904/05<br />

686. 1910/11<br />

687. 1911/12<br />

688. 1912/13<br />

689. 1913/14<br />

690. 1914/15<br />

55 banden<br />

36


691. 1915/16<br />

692. 1916/17<br />

693. 1917/18<br />

694. 1918/19<br />

695. 1919/20<br />

696. 1920/21<br />

697. 1921/22<br />

698. 1922/23<br />

699. 1923/24<br />

700. 1924/25<br />

701. 1925/26<br />

702. 1926/27<br />

703. 1927/28<br />

704. 1928/29<br />

705. 1929/30<br />

706. 1930/31<br />

707. 1931/32<br />

708. 1932/33<br />

709. 1933/34<br />

710. 1934/35<br />

711. 1935/36<br />

712. 1936/37<br />

713. 1937/38<br />

714. 1938/39<br />

715. 1939/40<br />

716. 1940/41<br />

717. 1941/42<br />

718. 1942/43<br />

719. 1943/44<br />

720. 1944/45<br />

721. 1945/46<br />

722. 1946/47<br />

723. 1947/48<br />

724. 1948/49<br />

725. 1949/50<br />

726. 1950/51<br />

727. 1951/52<br />

728. 1952/53<br />

729. 1953/54<br />

730. 1954/55<br />

731. 1955/56<br />

732. 1956/57<br />

733. 1957/58<br />

734. 1958/59<br />

735. <strong>1959</strong>/60<br />

736 Stukken betreffende bijdragen van grondeigenaren in de kosten van<br />

het schoonmaken van sloten, 1871, 1883.<br />

1 omslag<br />

37


V. G E D E P O N E E R D E S T U K K E N<br />

N.B. 1n 1942 werd uit de besturen van de buiten<strong>polders</strong> de <strong>Voorst</strong>erklei en de <strong>Voorst</strong>erbeek–<br />

polderen uit belanghebbenden een commissie gevormd voor het onderhoud van de Onderbeek van<br />

de <strong>Voorst</strong>erbeek.<br />

Besloten werd dat de onderhoudskosten voor 2/3 door de <strong>Voorst</strong>erbeekpolder en voor 1/3 door de<br />

<strong>Voorst</strong>erklei en de belanghebbenden zouden worden gedragen.<br />

737 Cahier houdende besluiten van de commissie van de Onderbeek,<br />

alsmede gegevens betreffende inkomsten en uitgaven, met bijlagen,<br />

1943 – 1951.<br />

738 Stukken betreffende uit te voeren werken aan de Onderbeek,<br />

1943 – 1948.<br />

738 A Stukken afkomstig van J. Berendsen, voorzittend poldermeester van<br />

de <strong>Voorst</strong>erbeekpolder, als lid van de Studiecommissie voor de<br />

ontwatering van het gebied tussen <strong>Brummen</strong> en <strong>Voorst</strong>; 1948 – 1951;<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

1 omslag<br />

38


INVENTARIS VAN HET ARCHIEF<br />

VAN HET BUITENPOLDER VAN DE<br />

SOERENSCHE EN LEUVENHEIDMSCHE<br />

BEEK<br />

(1773) 1852-1960<br />

39


INLEIDING<br />

In juni 1880 richtte een aantal grondeigenaren uit het zogenaamde Laag–Soerensche Broek zich tot<br />

de Provinciale Staten van Gelderland met het verzoek om voor dat broek een waterschap op te<br />

richten.<br />

In het request, dat was ondertekend door 30 van de 35 grondbezitters werd ondermeer aangevoerd<br />

“dat dit broek in een hoogst ongunstige toestand verkeerd, ten gevolge van de slechte afwatering, dat<br />

daardoor de gronden aldoor bij langdurige en veelvuldige regens drassig en nat zijn, waardoor die<br />

streek weinig of niets oplevert– ook de wegen zijn dikwijls onbruikbaar en ontoegankelijk”.<br />

Aangezien ook de Staten van de onhoudbaarheid van de situatie overtuigd waren, kon de verordening<br />

voor de Soerensche Broekpolder in de Statenvergadering van 3 november 1881 worden vastgesteld.<br />

Vervolgens werd een commissie, bestaande uit vijf belanghebbenden benoemd, met als taak “het<br />

opmaken van een voordracht voor poldermeesters en een secretaris, en benoeming van een<br />

ontvanger”.<br />

Zowel het bestuur, bestaande uit drie poldermeesters, als de secretaris en de ontvanger traden<br />

daarop in het voorjaar van 1882 in functie.<br />

De functies van secretaris en ontvanger zijn praktisch steeds in een persoon verenigd geweest.<br />

Het aantal hoofdingelanden in de polderraad, die op grond van het Rivierpolderreglement sinds 1935<br />

de Geërfdendagen verving, bedroeg vier.<br />

Bij besluit van Gedeputeerde Staten van 4 juni 1946, nr. 188, werd de Soerensche Broekpolder, die<br />

tot dan 336 Ha. groot was, uitgebreid met 890 Ha. grond, behorende tot het stroomgebied van de<br />

Leuvenheimsche Beek.<br />

De polderraad werd bij die gelegenheid uitgebreid met twee hoofdingelanden, die in het nieuwe<br />

gebied woonachtig moesten zijn.<br />

Bovendien werd toen ook de naam van de polder officieel gewijzigd in: “Buitenpolder van de<br />

Soerensche en Leuvenheimsche Beek”.<br />

Mede omdat de polderraad vreesde, dat de uitbreiding zou leiden tot verhoging van de lasten, werd<br />

besloten de nieuwe afdeling, althans wat betrof de financiën, afzonderlijk te administreren.<br />

In verband daarmede is in de afdeling “Financieel Beheer” van de inventaris een cesuur gemaakt.<br />

Wat het archief betreft: bij een inspectie in 1957 beklaagde de Provinciaal Inspecteur voor<br />

Gemeente en Waterschapsarchieven zich er over, dat de stukken zich temidden van gemakkelijk<br />

brandbare sinaasappelkisten op een zolder die alleen met een ladder te bereiken was, bevonden.<br />

Besloten werd toen het oudere gedeelte van het archief naar de “Geldersche Toren” te Spankeren,<br />

buitenplaats van de toenmalige voorzitter van het Polderbestuur, over te brengen. Bij de opheffing van<br />

de polder werden de nieuwere stukken naar het gebouw van het polderdistrict “<strong>Brummen</strong>–<strong>Voorst</strong>”<br />

overgebracht, terwijl de oudere vooralsnog op de “Geldersche Toren” bleven berusten.<br />

In 1966 werden ook deze stukken naar het Polderhuis overgebracht.<br />

41


INVENTARIS<br />

I. S T U K K E N V A N A L G E M E N E A A R D .<br />

739 Kladnotulen van geërfdendagen, 1882 – 1883. 1 omslag<br />

740 Notulen van geërfdendagen en van poldermeesters, 1891 – 1934. 1 deel<br />

N.B. Hierin bevinden zich ook gegevens inzake aanbestedingen, van<br />

werken.<br />

741-742 Notulen van de polderraad en van Poldermeesters, 1935 – 1960.<br />

741. 1935 – 1954<br />

742. 1954 – 1960<br />

N.B. achter in de tekst van een redevoering met een historisch<br />

overzicht van de polder.<br />

743 Verordeningen en besluiten van het polderbestuur,<br />

N.B. afschriften.<br />

744-781 Ingekomen stukken, 1882 – <strong>1959</strong>.<br />

744. 1882 – 1883<br />

745. 1884 – 1885<br />

746. 1887 – 1892<br />

747. 1894 – 1912<br />

748. 1913 – 1916<br />

749. 1917 – 1918<br />

750. 1919 – 1920<br />

751. 1921 – 1922<br />

752. 1923 – 1924<br />

753. 1925 – 1926<br />

754. 1927 – 1932<br />

755. 1933<br />

756. 1934<br />

757. 1935<br />

758. 1936<br />

759. 1937<br />

760. 1938<br />

761. 1939<br />

762. 1940<br />

763. 1941<br />

764. 1942<br />

765. 1943<br />

766. 1944<br />

767. 1945<br />

768. 1946<br />

769. 1947<br />

770. 1948<br />

771. 1949<br />

772. 1950<br />

773. 1951<br />

774. 1952<br />

775. 1953<br />

776. 1954<br />

777. 1955<br />

778. 1956<br />

779. 1957<br />

780. 1958<br />

781. <strong>1959</strong><br />

2 delen<br />

?<br />

38 omslagen<br />

43


782 Provinciale bladen betreffende waterschapsaangelegenheden,<br />

1852 – 1956.<br />

783 Register van uitgaande stukken, 1882 – 1931.<br />

N.B. tot 1916 zijn alleen brieven aan Gedeputeerde Staten<br />

opgenomen.<br />

784 Concepten, minuten en afschriften van uitgaande stukken,<br />

1887– <strong>1959</strong>.<br />

785-786 Agenda’s van uitgaande stukken, 1946 – 1956.<br />

785. 1946 – 1950<br />

786. 1950 – 1956<br />

II. S T U K K E N B E T R E F F E N D E B ES T U U R<br />

E N P E R S O N E E L .<br />

1 pak<br />

1 deel<br />

1 omslag<br />

2 katern<br />

787 “Kiezerslijsten”, 1935 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

788 Stukken, betreffende eden en verklaringen door bestuursleden en<br />

beambten af te leggen, 1940.<br />

1 omslag<br />

III. S T U K K E N B E T R E F F E N D E G R O N D G E B I E D E N<br />

W A T E R S T A A T S A A N G E L E G E N H E D E N.<br />

789 Lijsten van grondeigenaren in het Soerensche Broek, (c. 1882). 1 omslag<br />

790-792 Liggers der hectarentalen, (c.1882) – 1934.<br />

790. (c.1882)<br />

791. (1883)<br />

792. z.d. N.B. herzien in 1934.<br />

793 Rapporten van bevinding bij de schouwen over de watergangen,<br />

1936 – 1940.<br />

1 katern en<br />

2 delen<br />

1 omslag<br />

794 Cieringen van uit te voeren werken, 1936 – <strong>1959</strong>. 1 omslag<br />

795 Bestekken inzake verbeteringen aan diverse watergangen,<br />

1883 – 1885.<br />

N.B. zie ook inv.nrs. 1000 – 1062, 1114 – 1127 en 1142 – 1155.<br />

1 omslag<br />

796 Stukken inzake geschillen over de waterhuishouding van het<br />

landgoed “de Wildbaan” te <strong>Brummen</strong>, 1917, 1954 – 1955.<br />

1 omslag<br />

44


IV. S T U K K E N B E T R E F F E N D E H E T<br />

F I N A N C I E E L B E H E E R.<br />

N.B. Bij de uitbreiding van de polder in 1946 werd voor de afdeling Leuvenheimsche Beek een<br />

afzonderlijke financiële administratie ingesteld.<br />

a. tot 1 juli 1946.<br />

797 Staat, aangevende de classificatie van gronden voor de omslag van<br />

polderlasten, 1883.<br />

798-803 Begrotingen, voor zover de kosten van bestuur betreffende, 1883/84<br />

– 1945/46.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: administratieverrekeningen, memories van<br />

toelichting en besluiten tot vaststelling.<br />

798. 1883/84 – 1892/93<br />

799. 1893/94 – 1902/03<br />

800. 1903/04 – 1912/13<br />

801. 1913/14 – 1922/23<br />

802. 1923/24 – 1932/33<br />

803. 1933/34 – 1945/46<br />

804-809 Begrotingen, voor zover de kosten van de waterleidingen betreffende<br />

1884/85 – 1945/46.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: administratieve rekeningen, memories van<br />

toelichting en besluiten tot vaststelling.<br />

804. 1884/85 – 1892/93<br />

805. 1893/94 – 1902/03<br />

806. 1903/04 – 1912/13<br />

807. 1913/14 – 1922/23<br />

808. 1923/24 – 1932/33<br />

809. 1933/34 – 1945/46<br />

810 Brieven van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring, der<br />

begrotingen, 1883 – 1945.<br />

811-873 Rekeningen, voor zover de kosten van bestuur betreffende,<br />

1883/84 – 1945/46.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: besluiten van voorlopige vaststelling.<br />

811. 1883/84<br />

812. 1884/85<br />

813. 1885/86<br />

814. 1886/87<br />

815. 1887/88<br />

816. 1888/89<br />

817. 1889/90<br />

818. 1890/91<br />

819. 1891/92<br />

820. 1892/93<br />

821. 1893/94<br />

822. 1894/95<br />

823. 1895/96<br />

1 katern<br />

6 pakken<br />

6 pakken<br />

1 pak<br />

63 delen<br />

45


824. 1896/97<br />

825. 1897/98<br />

826. 1898/99<br />

827. 1899/1900<br />

828. 1900/01<br />

829. 1901/02<br />

830. 1902/03<br />

831. 1903/04<br />

832. 1904/05<br />

833. 1905/06<br />

834. 1906/07<br />

835. 1907/08<br />

836. 1908/09<br />

837. 1909/10<br />

838. 1910/11<br />

839. 1911/12<br />

840. 1912/13<br />

841. 1913/14<br />

842. 1914/15<br />

843. 1915/16<br />

844. 1916/17<br />

845. 1917/18<br />

846. 1918/19<br />

847. 1919/20<br />

848. 1920/21<br />

849. 1921/22<br />

850. 1922/23<br />

851. 1923/24<br />

852. 1924/25<br />

853. 1925/26<br />

854. 1926/27<br />

855. 1927/28<br />

856. 1928/29<br />

857. 1929/30<br />

858. 1930/31<br />

859. 1931/32<br />

860. 1932/33<br />

861. 1933/34<br />

862. 1934/35<br />

863. 1935/36<br />

864. 1936/37<br />

865. 1937/38<br />

866. 1938/39<br />

867. 1939/40<br />

868. 1940/41<br />

869. 1941/42<br />

870. 1942/43<br />

871. 1943/44<br />

872. 1944/45<br />

873. 1945/46<br />

874-936 Bijlagen tot de rekeningen, voor zover de kosten van bestuur<br />

betreffende, 1883/84 – 1945/46.<br />

874. 1883/84<br />

875. 1884/85<br />

876. 1885/86<br />

877. 1886/87<br />

878. 1887/88<br />

879. 1888/89<br />

880. 1889/90<br />

63 omslagen<br />

46


881. 1890/91<br />

882. 1891/92<br />

883. 1892/93<br />

884. 1893/94<br />

885. 1894/95<br />

886. 1895/96<br />

887. 1896/97<br />

888. 1897/98<br />

889. 1898/99<br />

890. 1899/1900<br />

891. 1900/01<br />

892. 1901/02<br />

893. 1902/03<br />

894. 1903/04<br />

895. 1904/05<br />

896. 1905/06<br />

897. 1906/07<br />

898. 1907/08<br />

899. 1908/09<br />

900. 1909/10<br />

901. 1910/11<br />

902. 1911/12<br />

903. 1912/13<br />

904. 1913/14<br />

905. 1914/15<br />

906. 1915/16<br />

907. 1916/17<br />

908. 1917/18<br />

909. 1918/19<br />

910. 1919/20<br />

911. 1920/21<br />

912. 1921/22<br />

913. 1922/23<br />

914. 1923/24<br />

915. 1924/25<br />

916. 1925/26<br />

917. 1926/27<br />

918. 1927/28<br />

919. 1928/29<br />

920. 1929/30<br />

921. 1930/31<br />

922. 1931/32<br />

923. 1932/33<br />

924. 1933/34<br />

925. 1934/35<br />

926. 1935/36<br />

927. 1936/37<br />

928. 1937/38<br />

929. 1938/39<br />

930. 1939/40<br />

931. 1940/41<br />

932. 1941/42<br />

933. 1942/43<br />

934. 1943/44<br />

935. 1944/45<br />

936. 1945/46<br />

937-999 Rekeningen, voor zover de kosten van de waterleidingen betreffende,<br />

1883/84 – 1945/46.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: besluiten van voorlopige vaststelling.<br />

63 delen<br />

47


937. 1883/84<br />

938. 1884/85<br />

939. 1885/86<br />

940. 1886/87<br />

941. 1887/88<br />

942. 1888/89<br />

943. 1889/90<br />

944. 1890/91<br />

945. 1891/92<br />

946. 1892/93<br />

947. 1893/94<br />

948. 1894/95<br />

949. 1895/96<br />

950. 1896/97<br />

951. 1897/98<br />

952. 1898/99<br />

953. 1899/1900<br />

954. 1900/01<br />

955. 1901/02<br />

956. 1902/03<br />

957. 1903/04<br />

958. 1904/05<br />

959. 1905/06<br />

960. 1906/07<br />

961. 1907/08<br />

962. 1908/09<br />

963. 1909/10<br />

964. 1910/11<br />

965. 1911/12<br />

966. 1912/13<br />

967. 1913/14<br />

968. 1914/15<br />

969. 1915/16<br />

970. 1916/17<br />

971. 1917/18<br />

972. 1918/19<br />

973. 1919/20<br />

974. 1920/21<br />

975. 1921/22<br />

976. 1922/23<br />

977. 1923/24<br />

978. 1924/25<br />

979. 1925/26<br />

980. 1926/27<br />

981. 1927/28<br />

982. 1928/29<br />

983. 1929/30<br />

984. 1930/31<br />

985. 1931/32<br />

986. 1932/33<br />

987. 1933/34.<br />

988. 1934/35<br />

989. 1935/36<br />

990. 1936/37<br />

991. 1937/38<br />

992. 1938/39<br />

993. 1939/40<br />

994. 1940/41<br />

995. 1941/42<br />

996. 1942/43<br />

48


997. 1943/44<br />

998. 1944/45<br />

999. 1945/46<br />

1000-1062 Bijlagen tot de rekeningen, voor zover de kosten van de<br />

waterleidingen betreffende, 1883/84 – 1945/46.<br />

1000. 1883/84<br />

1001. 1884/85<br />

1002. 1885/86<br />

1003. 1886/87<br />

1004. 1887/88<br />

1005. 1888/89<br />

1006. 1889/90<br />

1007. 1890/91<br />

1008. 1891/92<br />

1009. 1892/93<br />

1010. 1893/94<br />

1011. 1894/95<br />

1012. 1895/96<br />

1013. 1896/97<br />

1014. 1897/98<br />

1015. 1898/99<br />

1016. 1899/1900<br />

1017. 1900/01<br />

1018. 1901/02<br />

1019. 1902/03<br />

1020. 1903/04<br />

1021. 1904/05<br />

1022. 1905/06<br />

1023. 1906/07<br />

1024. 1907/08<br />

1025. 1908/09<br />

1026. 1909/10<br />

1027. 1910/11<br />

1028. 1911/12<br />

1029. 1912/13<br />

1030. 1913/14<br />

1031. 1914/15<br />

1032. 1915/16<br />

1033. 1916/17<br />

1034. 1917/18<br />

1035. 1918/19<br />

1036. 1919/20<br />

1037. 1920/21<br />

1038. 1921/22<br />

1039. 1922/23<br />

1040. 1923/24<br />

1041. 1924/25<br />

1042. 1925/26<br />

1043. 1926/27<br />

1044. 1927/28<br />

1045. 1928/29<br />

1046. 1929/30<br />

1047. 1930/31<br />

1048. 1931/32<br />

1049. 1932/33<br />

1050. 1933/34<br />

1051. 1934/35<br />

1052. 1935/36<br />

1053. 1936/37<br />

63 omslagen<br />

49


1054. 1937/38<br />

1055. 1938/39<br />

1056. 1939/40<br />

1057. 1940/41<br />

1058. 1941/42<br />

1059. 1942/43<br />

1060. 1943/44<br />

1061. 1944/45<br />

1062. 1945/46<br />

1063 Brieven van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling van de<br />

rekeningen, 1883 – 1946.<br />

1064 Stukken inzake een geschil met W. F. G. L. van Hooff te Spankeren<br />

over het betalen van polderlasten, 1883 – 1886.<br />

b. vanaf 1 juli 1946 .<br />

1065-1066 Begrotingen, voor zover de kosten van bestuur betreffende,<br />

1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: memories van toelichting.<br />

1065. 1946/47 – 1952/53<br />

1066. 1953/54 – <strong>1959</strong>/60<br />

1067-1068 Begrotingen, voor zover de kosten van de waterleidingen in de<br />

afdeling Soerensche Beek betreffende, 1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: memories van toelichting.<br />

1067. 1946/47 – 1952/53<br />

1068. 1953/54 – <strong>1959</strong>/60<br />

1069-1070 Begrotingen, voor zover de kosten van de waterleidingen in de<br />

afdeling Leuvenheimsche Beek betreffende, 1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

N.B. bijgevoegd zijn: memories van toelichting.<br />

1069. 1946/47 – 1952/53<br />

1070. 1953/54 – <strong>1959</strong>/60<br />

1071 Brieven van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van de<br />

begrotingen, 1947 – <strong>1959</strong>.<br />

1072-1085 Rekeningen, voor zover de kosten van bestuur betreffende,<br />

1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1072. 1946/47<br />

1073. 1947/48<br />

1074. 1948/49<br />

1075. 1949/50<br />

1076. 1950/51<br />

1077. 1951/52<br />

1078. 1952/53<br />

1079. 1953/54<br />

1080. 1954/55<br />

1081. 1955/56<br />

1082. 1956/57<br />

1083. 1957/58<br />

1 pak<br />

1 omslag<br />

2 pakken<br />

2 pakken<br />

2 pakken<br />

1 omslag<br />

14 delen<br />

50


1084. 1958/59<br />

1085. <strong>1959</strong>/60<br />

1086-1099 Bijlagen tot de rekeningen, voor zover de kosten van bestuur<br />

betreffende, 1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1086. 1946/47<br />

1087. 1947/48<br />

1088. 1948/49<br />

1089. 1949/50<br />

1090. 1950/51<br />

1091. 1951/52<br />

1092. 1952/53<br />

1093. 1953/54<br />

1094. 1954/55<br />

1095. 1955/56<br />

1096. 1956/57<br />

1097. 1957/58<br />

1098. 1958/59<br />

1099. <strong>1959</strong>/60<br />

1100-1113 Rekeningen,voor zover de kosten van de waterleidingen in de<br />

afdeling Soerensche Beek betreffende, 1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1100. 1946/47<br />

1101. 1947/48<br />

1102. 1948/49<br />

1103. 1949/50<br />

1104. 1950/51<br />

1105. 1951/52<br />

1106. 1952/53<br />

1107. 1953/54<br />

1108. 1954/55<br />

1109. 1955/56<br />

1110. 1956/57<br />

1111. 1957/58<br />

1112. 1958/59<br />

1113. <strong>1959</strong>/60<br />

1114-1127 Bijlagen tot de rekeningen, voor zover de kosten van de<br />

waterleidingen in de afdeling Soerensche Beek betreffende,<br />

1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1114. 1946/47<br />

1115. 1947/48<br />

1116. 1948/49<br />

1117. 1949/50<br />

1118. 1950/51<br />

1119. 1951/52<br />

1120. 1952/53<br />

1121. 1953/54<br />

1122. 1954/55<br />

1123. 1955/56<br />

1124. 1956/57<br />

1125. 1957/58<br />

1126. 1958/59<br />

1127. <strong>1959</strong>/60<br />

1128-1141 Rekeningen, voor zover de kosten van de waterleidingen in de<br />

afdeling Leuvenheimsche Beek betreffende, 1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1128. 1946/47<br />

1129. 1947/48<br />

1130. 1948/49<br />

14 omslagen<br />

14 delen<br />

14 omslagen<br />

14 delen<br />

51


1131. 1949/50<br />

1132. 1950/51<br />

1133. 1951/52<br />

1134. 1952/53<br />

1135. 1953/54<br />

1136. 1954/55<br />

1137. 1955/56<br />

1138. 1956/57<br />

1139. 1957/58<br />

1140. 1958/59<br />

1141. <strong>1959</strong>/60<br />

1142-1155 Bijlagen tot de rekeningen, voor zover de kosten van de<br />

waterleidingen in de afdeling Leuvenheimsche Beek betreffende,<br />

1946/47 – <strong>1959</strong>/60.<br />

1142. 1946/47<br />

1143. 1947/48<br />

1144. 1948/49<br />

1145. 1949/50<br />

1146. 1950/51<br />

1147. 1951/52<br />

1148. 1952/53<br />

1149. 1953/54<br />

1150. 1954/55<br />

1151. 1955/56<br />

1152. 1956/57<br />

1153. 1957/58<br />

1154. 1958/59<br />

1155. <strong>1959</strong>/60<br />

1156 Brieven van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling van de<br />

rekeningen, 1953 – 1960.<br />

1156A “Interpretatie en ampliatie van de ordonnantie op ’t weg–geld van den<br />

zogenaamde Canons–dijk in den Ampte van <strong>Brummen</strong> gelegen …..”;<br />

1773; gedrukt.<br />

14 omslagen<br />

1 omslag<br />

1 stuk<br />

52


AANHANGSEL<br />

(1846 – 1952)<br />

53


D O C U M E N T A T I E<br />

1157 Reglementen, ontwerp – reglementen en memories van toelichting<br />

daarop, betreffende het beheer der rivier<strong>polders</strong> in de provincie<br />

Gelderland, (c. 1846 – c. 1952).<br />

1158-1160 Registers, bevattende de beschrijving van de peilschalen,<br />

hakkelbouten en andere verkenmerken langs de grote rivieren,<br />

1849 – 1852.<br />

N.B. met bijlagen.<br />

1158. betreft de Boven–Rijn, de Waal en de Merwede, 1849<br />

1159. betreft de Neder–Rijn, de Lek en de Oude Rijn, 1850<br />

1160. betreft de IJssel, 1852<br />

1161 “Verzameling van reglementen en besluiten betreffende ijsgang en<br />

watersnood in Gelderland”, 1875.<br />

1161A “Watersnood te Cortenoever op 1 januari 1920”door Willem Hissink<br />

te <strong>Brummen</strong>; 1920, gedrukt.<br />

1162 “Rapport nopens regeling van het verkeer met zware motorrijtuigen<br />

en motorrijwielen met volgwagens op de wegen, geen rijkswegen<br />

zijden”, 1922.<br />

1 pak<br />

3 pakken<br />

1 deel<br />

1 stuk<br />

1 pak<br />

1163 “Algemene en bijzondere instructies voor ambtenaren van den<br />

Rijkswaterstaat, belast met de zorg voor de buitengewone<br />

riviercorrespondentie”, 1930 – 1936.<br />

1 omslag<br />

1164 “Lijst van waterschappen in Nederland”, 1952. 1 deel<br />

55

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!