Projectmedewerker

Aan het Dagelijks Bestuur van het @
Betreft: het bezwaar van @
Den Haag, @ april 2006,
ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
ADVIES
2006/ 4269, 4280, 4281, 4282.
De Bezwarencommissie FuWater (hierna: de commissie) geeft het navolgende advies
inzake het bezwaar van:
de heer @
tegen
het besluit d.d. @ van het dagelijks bestuur van het @ (hierna: verweerder), namens
deze @ (secretaris-directeur), waarbij ten aanzien van bezwaarde in het kader van de
invoering van FuWater de functie van Projectmedewerker is vastgesteld en de
waardering van de functie is vastgesteld op hoofdgroep IV, niveau b, totaal 42 punten,
leidend tot salarisschaal 9 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen
Waterschapspersoneel (hierna: SAW) met ingang van 1 januari 2004.
I FEITEN
Bezwaarde is werkzaam bij het @ in de functie van @ met salarisschaal 9 van de SAW.
Bij besluit d.d. @ heeft verweerder ten aanzien van bezwaarde in het kader van de
invoering van FuWater de organieke functie van Projectmedewerker vastgesteld, met
de waardering van hoofdgroep IV, niveau b, totaal 42 punten, leidend tot salarisschaal
9 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel (hierna:
SAW) met ingang van 1 januari 2004.
Tegen dit besluit heeft bezwaarde bij brief van @ bezwaar gemaakt, aangevuld bij
schrijven d.d. @.
Bij brief van @ heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Het bezwaar is op @ ontvangen door het secretariaat van de commissie.
II STANDPUNTEN PARTIJEN
Het standpunt van bezwaarde kan als volgt worden samengevat.
Betrokkene tekent bezwaar aan tegen zowel de functiebeschrijving als de -waardering.
Het bezwaar richt zich op de kenmerken 1 (Aard van de werkzaamheden), 4 (Aanpak
van de werkzaamheden), 6 (Keuzevrijheid), 10 (Wijze van controle), 11 ( Kennis) en
13 (Aard van de contacten). Terzake is score 3 verleend, betrokkene claimt score 4.
Het standpunt van verweerder kan als volgt worden samengevat.
1/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Verweerder is van mening dat noch de (oude) functiebeschrijving van Projectspecialist,
noch de praktijk als basis voor de waardering dient, maar uitsluitend de voorliggende
organieke functiebeschrijving van Projectmedewerker. Verweerder stelt zich op het
standpunt dat de nieuwe functiebeschrijving een beschrijving is van de oude functie
van projectspecialist, waarbij sprake is van de terminologie van FuWater en van andere
formuleringen dan in de oude functiebeschrijving. Verweerder is van oordeel dat de
beschrijving conform de uitgangspunten tot stand is gekomen en dat de toegekende
scores op de genoemde kenmerken passend zijn.
III VERSLAG HOORZITTING
Het bezwaarschrift is behandeld in een gevoegde hoorzitting van de commissie d.d. @
en @.
De verslagen van deze hoorzittingen zijn als bijlagen I en II achter dit advies gehecht
en maken deel uit van het advies.
IV OVERWEGINGEN
1. Voor de beoordeling van het bezwaar zijn de volgende bepalingen relevant.
Artikel 6 lid 1 van de procedure FuWater luidt dat de betrokken ambtenaar bezwaar
kan aantekenen tegen de functiebeschrijving en/of –waardering.
Artikel 7, lid 3 van de procedure FuWater bepaalt dat de taak van de
bezwarencommissie bestaat uit:
a. het vaststellen van de ontvankelijkheid van het bezwaar;
b. het toetsen of de functiebeschrijving en –waardering tot stand zijn gekomen
conform de procedure functiebeschrijving en –waardering;
c. het toetsen van de vastgestelde functiebeschrijvingen en –waardering;
d. het adviseren van het dagelijks bestuur met betrekking tot de punten a t/m c.
Artikel 7, lid 4 van de procedure FuWater geeft aan dat, voor zover hier van belang, de
commissie de functie in volle omvang zal bezien. Zij zal zich niet beperken tot het
gezichtspunt waartegen bezwaar is ingediend. Indien wordt overwogen de waardering
voor een niet bestreden gezichtspunt te verlagen, stelt zij in elk geval de indiener van
het bezwaarschrift en het bestuursorgaan in de gelegenheid hierover hun zienswijze
naar voren te brengen.
De commissie stelt vast dat het bezwaarschrift ontvankelijk is. Tevens stelt de
commissie vast, dat de functiebeschrijving en -waardering tot stand is gekomen
conform de procedure FuWater.
2. Ten aanzien van het bezwaar gericht tegen de beschrijving van de functie van
projectmedewerker overweegt de commissie als volgt.
De commissie merkt op, dat als peildatum voor haar advies de situatie per
1 januari 2004 geldt, te weten: de omzetting van de inhoudelijk gedifferentieerde
functie van projectspecialist naar de organieke FuWater-functie van
projectmedewerker.
Dit betekent dat ontwikkelingen die nadien hebben plaatsgevonden, zoals bijvoorbeeld
de instelling alsnog van de functie van projectleider en de recente benoeming van een
tweetal (ex-) projectmedewerkers in deze functie, geen onderdeel uitmaken van de
advisering; daarnaast is de commissie niet bevoegd te adviseren ten aanzien van deze
plaatsingen.
Aan de orde is derhalve de FuWater-functiebeschrijving van projectmedewerker.
2/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
De commissie constateert op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter
zitting is gesteld, dat sprake is van een nieuwe organieke functie(-beschrijving) van
projectmedewerker, die tot stand is gekomen conform de procedure FuWater.
Omdat het een organieke functie betreft, is er sprake van een enigszins abstracte
formulering in de terminologie van het systeem FuWater.
De commissie is van oordeel, dat de functie van projectmedewerker een technische
functie is, uitgaande van ondersteunende werkzaamheden op het gebied van technisch
ontwerp. Het betreft hier werkzaamheden op het gebied van (deel)projectvoorbereiding,
-deelname of -leiding.
Deze functie-elementen zijn zowel in de oude functiebeschrijving als de nieuwe
functiebeschrijving verwoord.
Geen sprake is van werkzaamheden (zoals FuWater-systeemtechnisch vereist voor het
naasthogere niveau van schaal 10), waarbij het gaat om minder gangbare of nieuwe
zaken en problemen, waarbij na analyse alternatieven, ontwerpen, adviezen e.d. worden
ontwikkeld, veelal in multidisciplinair verband.
Voorzover de projectmedewerkers stellen, dat zij zich meer herkennen in de
werkzaamheden die aan de projectleidersfunctie zijn toegedacht, overweegt de
commissie als volgt.
Het is aan het bevoegd gezag de organisatiedoelstelling en afdelingstaken vast te stellen
en deze te vertalen naar een benodigde formatie en functie-opbouw.
Het is de commissie gebleken, dat het bevoegd gezag bewust een formeel en praktisch
onderscheid hanteert tussen de twee separate functies van projectleider en
projectmedewerker.
Zo heeft het bevoegd gezag ter zitting met praktijkvoorbeelden aangegeven, dat de
projectleider o.a. de grotere projecten inclusief het bestuurlijke traject in het pakket
heeft, en te maken heeft met een groter afbreukrisico in verband met complexiteit,
routinematigheid, kostenbeslag etc., waardoor aannemelijk is gemaakt dat de
werkzaamheden van de projectleider, niet alleen qua beschrijving maar ook in de
praktijk, van een ander niveau zijn, en dat in de werkverdeling vanuit het bevoegd
gezag kennelijk een differentiatie naar niveau plaatsvindt.
De commissie merkt aanvullend op, dat ter zitting door verweerder is uitgesproken, dat
de functiebeschrijving van projectmedewerker thans correct is en datgene bevat wat de
organisatie van de functionaris verwacht.
Op grond van het vorenstaande acht de commissie het bezwaar tegen de
functiebeschrijving ongegrond.
3. De commissie ziet zich voorts geplaatst voor de vraag of verweerder terecht en op
goede gronden voor de kenmerken 1, 4, 6, 10, 11 en 13 van de organieke functie van
Projectmedewerker een score 3 heeft toegekend. Hierover overweegt de commissie als
volgt.
Kenmerk 1: Aard van de werkzaamheden score 3
De functionaris is belast met de voorbereiding van (deel)projecten en levert bijdrage
aan projecten.
Hiertoe stelt de functionaris projectplannen op voor (deel)projecten, overlegt met de
opdrachtgever en adviseert hierover, werkt ontwerpen uit tot een uitvoeringsgereed
plan en draagt zorg voor het maken van bestekken en werkbeschrijvingen. De
functionaris signaleert moeilijkheden en mogelijkheden bij de voorbereiding van
projecten en adviseert en doet voorstellen.
De functionaris stelt kostenramingen en begrotingen op van ontwerpen, stelt de
technische randvoorwaarden op, doet voorstellen voor de kredietvotatie, verzorgt
aanbestedingsprocedures en vergunning, verstrekt opdrachten en verzorgt de
bijbehorende administratieve afwikkeling. De projectmedewerker adviseert over de
uitbesteding aan derden en beoordeelt en analyseert de gegevens uit de offertes en
adviseert over de opdrachtverstrekking.
3/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
De functionaris draagt zorg voor de benodigde goedkeuringen en vergunningen om tot
uitvoering van een werk over te gaan.
Betrokkene leidt (deel)projecten op het vakgebied of neemt deel aan projecten; draagt
zorg voor planning, coördinatie, rapportage en financiële zaken van het (deel)project,
bewaakt de voortgang en lost uitvoeringsproblemen op. De functionaris beoordeelt
ingediende meer- en minderwerkposten en adviseert de opdrachtgever.
De commissie is op grond van de verkregen informatie en hetgeen ter zitting is gesteld
van oordeel, dat het hier om een organieke beschrijving van een technische functie
gaat. Op zijn vakgebied bereidt de functionaris (deel)projecten voor, leidt deze of
neemt hieraan deel.
Hierdoor is de commissie van oordeel, dat het in de functie om gangbare zaken en
problemen gaat (behorend tot het vakgebied van betrokkene), waarbij eigen
interpretatie is vereist en oplossingen moeten worden aangedragen.
Voor het inschatten van problemen is wel interpretatie nodig en er dient gekozen te
worden uit verschillende bekende (bijvoorbeeld: technische-, organisatorische- of
financiële) oplossingen.
Het voorgaande leidt tot score 3.
Voor score 4 is vereist dat bij het uitvoeren van de werkzaamheden onbekende zaken
en problemen een rol spelen. Alternatieven, nieuwe oplossingen, ontwerpen, adviezen
e.d. kunnen pas worden ontwikkeld na analyse van de problematiek. Veelal vindt dit
plaats in multidisciplinair verband (interactie met andere beleidsterreinen).
Essentieel voor toekenning van score 4 is het vereiste van analyse van problematiek als
basis voor alternatieven, nieuwe oplossingen, ontwerpen en adviezen.
Hiervan is de commissie op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter zitting
is gesteld niet gebleken.
Kenmerk 4 (Aanpak van de werkzaamheden) score 3
De werkzaamheden van de projectmedewerker staan vermeld onder kenmerk 1.
Hieruit volgt naar het oordeel van de commissie dat bij het aanpakken van de
werkzaamheden problemen voorkomen die de functionaris nog niet eerder is
tegengekomen. Voor de oplossing van de problemen kan weliswaar volledig worden
teruggevallen op kennis, want de problemen liggen op zijn vakgebied, maar er is
inventiviteit nodig om die kennis te gebruiken.
Hierdoor is score 3 van toepassing.
Voor score 4 is vereist dat bij het aanpakken van de werkzaamheden niet meer kan
worden teruggevallen op gangbare benaderingen, maar dat nieuwe benaderingen of
methoden moeten worden gezocht bijv. via studie van jurisprudentie en/of van
literatuur of het betrekken van invalshoeken van andere disciplines.
Dit heeft de commissie op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter zitting is
gesteld niet aangetroffen, daar deze taak bij het hoger echelon is belegd.
Kenmerk 6 (Keuzevrijheid) score 3
Op grond van de verkregen functie-informatie en hetgeen ter zitting is gesteld, is de
commissie van oordeel dat de functionaris een redelijke ruimte heeft om de
werkzaamheden zelfstandig uit te voeren.
Dit houdt in dat de medewerker bij de uitvoering van het werk kan kiezen uit bekende
of minder bekende mogelijkheden en dat tevens, op basis van interpretatie van
gegevens, de consequenties van de te kiezen oplossingen tegen elkaar worden
afgewogen. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan het signaleren en adviseren ten
aanzien van moeilijkheden en mogelijkheden bij de voorbereiding van projecten, en het
adviseren ten aanzien van uitvoeringsproblemen. Dit leidt tot score 3.
4/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Score 4 is eerst van toepassing indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden
sprake is van gewijzigde of zich wijzigende omstandigheden, waarop moet worden
ingespeeld en waarbij na analyse van de problematiek/vraagstelling vervolgens nieuwe
oplossingen/alternatieven moeten worden aangedragen.
De commissie is op grond van de verkregen informatie en hetgeen ter zitting is gesteld
van oordeel, dat dit zich in de onderhavige situatie niet voordoet.
Kenmerk 10 (Wijze van controle) score 3
Kenmerk 10 ziet toe op de controle/beoordeling door of namens het hoger echelon op
de werkzaamheden of werkresultaten.
De functiebeschrijving stelt terzake dat de projectmedewerker verantwoording aflegt
over de kwaliteit van de voorbereiding en uitvoering van (deel)projecten en over de
leiding van (deel)projecten.
De commissie is op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter zitting is
gesteld van oordeel dat het hier een beoordeling/eindcontrole betreft van producten, of
adviezen op overeenstemming met gestelde normen, criteria of specificaties.
Het betreft een beoordeling op inhoud en kwaliteit. Dit leidt tot score 3.
Er wordt o.a. eerst een 4 gescoord indien het gaat om een beoordeling op bruikbaarheid
of externe afstemming van beleidsadviezen/-plannen of om technische
adviezen/plannen in de sfeer van ontwerp en ontwikkeling. Dit is hier niet aan de orde.
Kenmerk 11 (Kennis) score 3
Het gaat bij dit kenmerk om het werk- en denkniveau dat nodig is om de
werkzaamheden uit te voeren. De functie-omschrijving noemt terzake: theoretische en
praktische kennis op het vakgebied, kennis van projectmatig werken, inzicht in de
projectplanning en inzicht in de relevante wet- en regelgeving.
De commissie is op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter zitting is
gesteld van oordeel, dat sprake is van algemeen theoretische, praktisch gerichte kennis
van het vakgebied, waarbij inzicht in organisatorische, sociale, financiële, technische,
economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein wordt
vereist. Hierdoor is score 3 van toepassing.
Score 4 is niet van toepassing, daar dit met zich meebrengt dat inzicht in bredere
context dan alleen het eigen werkterrein wordt vereist. Dit heeft de commissie niet
aangetroffen.
Kenmerk 13 (Aard van de contacten) score 3
De functiebeschrijving stelt dat er contacten zijn met medewerkers en aannemers over
voorbereiding en uitvoering van (deel)projecten, om af te stemmen over inhoud en
proces, en met derden (uitvoerders, overheidsinstanties, bedrijven, leveranciers en
nutsbedrijven) om afspraken te maken en af te stemmen over de voorbereiding van uit
te voeren (deel)projecten.
De commissie is op grond van de overgelegde informatie en hetgeen ter zitting is
gesteld van oordeel dat dit leidt tot score 3. Het gaat om contacten waarbij sprake is van
uiteenlopende maar nog niet tegengestelde belangen. Er is sprake van het overtuigen
van gemeenschappelijke belangen en van de noodzaak tot samenwerking.
Score 4 is eerst aan de orde als sprake is van belangentegenstellingen (bijvoorbeeld
onderhandelingssituaties), waarbij inzicht in de beweegredenen van de tegenpartij moet
worden verworven om effectief met de tegenstellingen om te gaan.
5/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Het gaat hierbij om contacten waarbij de belangen, gelet op de aard van de
werkzaamheden, tegengesteld zijn (d.w.z. de ene partij streeft een belang na dat strijdig
is aan het belang van de andere partij). Dit blijkt niet uit de functiebeschrijving en is
ook ter zitting niet gebleken, er is geen sprake van een mandaat.
4. De commissie ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen met betrekking tot
de overige kenmerkscores, waardoor sprake is van het hiernavolgende scorepatroon
33333 33333 33 33.
Het vorenstaande leidt tot het volgende advies.
V ADVIES
De commissie komt tot het oordeel, dat er geen aanleiding is voor herroeping van het
besluit van @ en adviseert u dat besluit te handhaven.
De commissie stelt het op prijs wanneer u haar een afschrift van uw beslissing op het
bezwaarschrift toezendt.
De voorzitter van de commissie, De secretaris van de commissie,
@ @
6/10

Bijlage I
ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Verslag van de gevoegde hoorzitting, gehouden op @.
De commissie bestaat uit de heer @ (voorzitter), de heer @ (lid namens bevoegd
gezag) en de heer @ (lid namens werknemersorganisaties) en wordt bijgestaan door de
heer @(secretaris).
Bezwaarden, te weten de heer @, de heer @, mevrouw @, de heer @, zijn op de
hoorzitting in persoon verschenen.
De heer @ werd bijgestaan door de heer @.
Namens verweerder is verschenen de heer @ en de heer @.
Op de hoorzitting is, voor zover dit voor de beoordeling van het bezwaar van belang is,
het volgende naar voren gebracht.
De voorzitter opent de hoorzitting; betrokkenen geven aan akkoord te zijn met een
gevoegde behandeling. De kernvraag is, of de functiebeschrijving per 1 januari 2004
overeenkomt met hetgeen van de medewerkers op die datum door het bevoegd gezag
functioneel wordt verlangd. Het bevoegd gezag beantwoordt deze vraag bevestigend.
Van de zijde van bezwaarden:
De heer van @ stelt, dat de huidige dagelijkse werkzaamheden anders zijn dan
weergegeven in de functiebeschrijving. Kortheidshalve verwijst betrokkene naar zijn
reactie op het verweerschrift d.d. 13 maart jl.
De opmerkingen van bezwaarden zijn eerder in de procedure met de werkgever
besproken; doch deze heeft ervoor gekozen een en ander niet over te nemen.
Bezwaarden hebben de functiebeschrijving daarom niet voor akkoord getekend.
@ merkt op, dat naar haar oordeel de gedifferentieerde functiebeschrijvingen ongeveer
anderhalf jaar na de fusie niet meer geheel actueel waren en aangepast hadden moeten
worden, alvorens deze naar FuWater om te zetten. Nu dit echter niet is gebeurd, heeft
dit geleid tot de eigen lijst van werkzaamheden (bij de bovenvermelde brief van 13
maart jl.). Dit zijn werkzaamheden die betrokkenen verrichten en die van hen verwacht
worden om de functie goed uit te oefenen, maar die in de functiebeschrijving
ontbreken.
Bezwaarden merken op, dat zij in de praktijk veelal functioneren als zelfstandig
projectleider (zonder projectgroepleden) op kleine projecten, maar ook op grotere. Dit
kan oplopen tot 90% van de tijd. Voor de rest van de tijd wordt meegedraaid in
projecten, dit kan ook onder een senior-projectleider zijn. De werkzaamheden beperken
zich ook niet altijd tot het eigen werkveld.
In de oude functiebeschrijving werd als een aspect vermeld: ‘leiding gegeven aan
mono- en/of multidisciplinaire projecten’; in de nieuwe functiebeschrijving is dit
verwoord als ‘neemt men deel’.
Als de medewerkers doen wat er in de huidige functiebeschrijving staat blijft er -naar
hun oordeel- werk liggen, want dan moet men wachten op de aansturing door een
projectleider (deze functie is er pas sinds een paar maanden). Bezwaarden zijn van
mening, dat als de functie juist wordt omschreven dit leidt tot een hoger scoretotaal. De
functie gaat dan erg lijken op de projectleidersfunctie. De indruk bestaat dat de
projectmedewerker technisch bezig is, maar in de praktijk stuurt de projectmedewerker
op kwaliteit, tijd en geld, zonder zelf te worden aangestuurd.
De heer @ stelt desgevraagd in de praktijk geen verschil te bemerken tussen zijn
functie (projectleider) en die van de projectmedewerker. Dit wordt door bezwaarden
ook zo ervaren.
De heer @ stelt desgevraagd, dat hij met zijn aanvullende lijst van werkzaamheden d.d.
13 maart jl. terughoudend is geweest en dat de juistheid van deze lijst wordt bevestigd
door een senior projectleider.
In zijn slotwoord merkt de heer @ op, dat de functiebeschrijving de feitelijke
werkzaamheden niet dekt.
7/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Mevrouw @ vraagt aandacht voor haar persoonsgebonden argument in het bezwaar als
extra argument m.b.t. de projectleidersfunctie.
De heer @ had verwacht projectleider te worden, omdat hij veel projectleiderswerk
doet.
De heer @ is van mening, dat de functiebeschrijving teveel de indruk wekt van een
vakinhoudelijke functie en herhaalt desgevraagd op de werkvloer niet direct verschil te
zien. Hij fungeert als projectleider, zowel als projectmedewerker.
Hij verwacht dat het afdelingshoofd wel onderscheid maakt bij de toedeling van
werkzaamheden. Soms krijgt hij de zwaardere projecten.
De heer @ verwijst in zijn slotwoord naar zijn bezwaarschrift en wijst op hiaten in de
omzetting.
Van de zijde van verweerder:
De heer @ merkt op, dat destijds zes projectspecialisten werkzaam waren met diverse
inhoudelijke functiedifferentiaties. Dit waren ‘mannetjesputters’ op HBO-niveau, die
op hun vakgebied bijdroegen aan het realiseren van projecten bij Bouwzaken.
Bij de invoering van FuWater per 1 januari 2004 zijn de functiebeschrijvingen vertaald
in termen van dat systeem, zonder er inhoudelijk wat bij of af te doen. Er is gekozen
voor een ingedikte organieke functie met de naam ‘projectmedewerker’ (zonder de
oude inhoudelijke differentiaties), doch die had ook anders kunnen luiden.
De werkgever verwacht in de nieuwe situatie niet anders van de medewerkers dan
voorheen, namelijk een goede technische inbreng op het vakgebied binnen het project.
Spreker merkt op, dat de functiebeschrijving zoals beschreven per 1 januari 2004 is
omgezet. In 2005 heeft een eerste evaluatie van de fusie plaatsgevonden. Voor de
afdeling Bouwzaken is onder andere afgesproken, te kijken wat de consequenties zijn
van het toenemend aantal projecten.
Naar zijn mening zit de huidige verwarring in het feit, dat de projectmedewerker ook
op grond van de huidige functiebeschrijving wel eens functioneert als projectleider op
een deelproject of klein project. Men kan zich daardoor projectleider voelen.
Het verschil zit in de verantwoordelijkheden tussen de functie projectmedewerker en
projectleider. De medewerker functioneert op deelprojecten op zijn of haar vakgebied.
Het afbreukrisico voor de medewerker is kleiner dan voor de projectleider.
De heer @ merkt desgevraagd op, dat de projectspecialisten ook al in 2004
(deel)projecten kregen toebedeeld op het functieniveau via de programmaleider. Als zij
werken volgens de vastgestelde functiebeschrijving blijft er geen werk liggen. De
functionarissen nemen vanuit de functie projectmedewerker deel aan projecten, of
fungeren als projectleider op een klein project, voornamelijk op hun vakgebied.
De heer @ merkt op, dat er organiek is gekozen voor een gelaagdheid projectleider en
projectmedewerker. De functiebeschrijving van projectmedewerker gaat uit van het
leiden van deelprojecten (trefwoord: kleiner, minder omvangrijk dan de projectleider);
betrokkenen voelen het echter als projectleiding.
De heer @ gaat niet in op de aanvullende lijst van werkzaamheden zoals door
bezwaarden opgesteld, omdat hij van mening is dat de organieke functiebeschrijving
alle werkzaamheden dekt die hij van de medewerkers verwacht. De aanvullende lijst
voegt voor hem niets toe. Hij verwijst naar de passage: “leidt (deel)projecten op het
vakgebied of neemt deel aan projecten.” Hij bestrijdt de eventuele indruk dat
betrokkenen een ‘stand alone’ functie bekleden.
Voor wat betreft het persoonsgebonden argument van mevrouw @ merkt de heer @ op,
dat er op 1 januari 2004 geen projectleidersfunctie was. Het plaatsingsbezwaar is zijns
inziens in het toenmalige traject afgehandeld. Een en ander valt buiten de competentie
van deze commissie.
De heer @ herhaalt in zijn slotwoord, dat hij een verschil in de functie-invulling
verwacht en dat die er naar zijn oordeel ook is.
De heer @ merkt op dat de kernvraag voor verweerder -naar zijn oordeel- is, of er in de
organisatie ruimte is voor de functie van projectmedewerker.
- o - 0 – o -
8/10

Bijlage II
ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
Verslag van de gevoegde hoorzitting, gehouden op 10 april 2006.
De commissie bestaat uit de heer @ (voorzitter), de heer @ (lid namens bevoegd
gezag) en de heer @ (lid namens werknemersorganisaties) en wordt bijgestaan door de
heer @ (secretaris).
Bezwaarden, te weten de heer @, de heer @, mevrouw @, de heer @, zijn op de
hoorzitting in persoon verschenen.
De heer @ werd bijgestaan door de heer @.
Namens verweerder is verschenen de heer @ en de heer @.
Op de hoorzitting is, voor zover dit voor de beoordeling van het bezwaar van belang is,
het volgende naar voren gebracht. Bezwaarden zijn reeds accoordgegaan met een
gevoegde behandeling.
De voorzitter opent de hoorzitting en merkt op, dat het de commissie op grond van de
informatie uit de hoorzitting van 31 maart jl. niet mogelijk is gebleken tot een advies te
komen.
De heer @ voegt toe, dat het erop lijkt dat twee procedures door elkaar lopen; enerzijds
de benoemingsprocedure van 2 projectleiders uit een groep van zes
projectmedewerkers; en anderzijds de functiebeschrijving en –waardering van de
functie projectmedewerker. Het probleem is voorts dat betrokkenen stellen functioneel
elkaars gelijken te zijn.
Van de zijde van bezwaarden:
Mevrouw @ merkt op, dat zij vóór de fusie met de heer @ in een werkgroep heeft
gezeten, waarbij veel discussie is geweest over het al dan niet instellen van de functie
projectleider bij Bouwzaken. Aanvankelijk is hier niet voor gekozen, in een later
stadium alsnog wel. Spreker stelt, dat de medewerkers altijd belast zijn geweest met de
bestuurlijke route, het aanvragen van kredieten, het schrijven van projectplannen,
waardoor de feitelijke functie naar haar oordeel dicht tegen de projectleidersfunctie
aanligt. Als de functiebeschrijving van medewerker feitelijk zou worden gevolgd door
bezwaarden zouden zij werk moeten inleveren.
De heer @ merkt desgevraagd op, dat hij sedert enige maanden (als projectleider) op
papier is gaan doen wat hij eerder en voor de fusie in de praktijk al deed. Naar
aanleiding van het verhaal van de heer @ concludeert hij, dat kennelijk sprake is van
een projectleider voor zware projecten en voor minder zware projecten.
Mevrouw @ herhaalt haar stelling, dat zij vóór de fusie reeds als projectleider
fungeerde, maar dat ten tijde van de fusie de projectleidersfunctie ontbrak.
Desgevraagd stelt mevrouw @, dat het afdelingshoofd de medewerkers heeft laten
weten dat hij hen -los van FuWater- verantwoordelijk houdt en beoordeelt op de
huidige werkzaamheden zoals tot heden gedaan in de projectspecialist- en
projectmedewerkerfunctie.
De heer @ benadrukt nogmaals, dat naar zijn oordeel de functiebeschrijving reeds op 1
januari 2004 niet meer geheel actueel was en aangepast had moeten worden alvorens
deze naar FuWater om te zetten. Hij merkt op, dat de projectspecialist volgens de oude
functiebeschrijving mono- en multidisciplinaire projecten leidt, dit is een indicatie voor
de complexiteit. Dit komt naar zijn oordeel in de huidige beschrijving van de
projectmedewerker niet meer voor. Hij overhandigt de commissie enige informatie om
een indruk te geven van de werkzaamheden.
In haar slotwoord merkt mevrouw @ op, zich niet in de functiebeschrijving te
herkennen ondanks het uitgebreide overleg wat terzake van de omzetting en de
functiebeschrijving heeft plaatsgevonden.
De heer @ reikt als slotwoord een overzicht uit betreffende de projecten waar hij bij
betrokken is.
9/10

ABB/2006/4269cs.
Bezwarencommissie FuWater
In haar slotwoord spreekt mevrouw @ haar verbazing uit over het feit, dat twee
vergelijkbare afdelingen (respectievelijk Watersystemen en
Waterkeringen/Bouwzaken) bij de @ qua opbouw een afwijkende structuur hebben.
De overige bezwaarden en ondersteuner geven aan geen behoefte te hebben aan een
slotwoord.
Van de zijde van verweerder:
Desgevraagd licht de heer @ toe, waarom op 1 januari 2004 is besloten tot het instellen
van de organieke functie van projectleider en projectmedewerker.
Spreker licht toe, dat het onderscheid zit in de bestuurlijke complexiteit en de omvang
van projecten. Het bevoegd gezag wil met een functiedifferentiatie het afbreukrisico
beperken; zo is er ook nog een functie van senior projectleider.
Bij de toewijzing van projecten wordt rekening gehouden met taakvolwassenheid en
vaardigheden benodigd om een project naar verwachting succesvol te leiden.
Projectmedewerkers werken mee in projecten en leiden soms ook delen van projecten.
Er is een verschil met de projectleidersfunctie bij de sector Watersystemen, omdat
laatstgenoemde functionaris ook met de bestuurlijke route is belast.
Het @ heeft geconstateerd, dat twee van de zes projectmedewerkers werk doen dat
boven het niveau van de projectmedewerker uitgaat, bijvoorbeeld doordat zij belast zijn
met het traject van bestuurlijke goedkeuring, of als het gaat om een groter afbreukrisico
in verband met complexiteit, routinematigheid, kostenbeslag etc. Deze twee
medewerkers zijn derhalve enige maanden geleden benoemd als projectleider. Naar
sprekers oordeel beogen de vier bezwaarden ook een benoeming in de
projectleidersfunctie.
De heer @ is in het kader van de voorbereiding op de hoorzitting nagegaan, hoe de
projectverdeling en de projectomvang over de diverse medewerkers in de praktijk
plaatsvindt.
Zijn conclusie op grond van de werkverdeling is dat er niet alleen op papier, maar ook
in de praktijk een onderscheid wordt gemaakt.
De functiebeschrijving van projectmedewerker noemt naar zijn mening alle functieelementen
die hij van de medewerkers verwacht.
Voor de functie van projectleider dienen medewerkers ook te beschikken over de
competenties vereist voor deze functie.
Desgevraagd merkt de heer @ op, dat de omzetting van de functiebeschrijving naar de
FuWaterbeschrijving naar zijn oordeel goed is gebeurd. Een letterlijke overname van
de oude tekst zou mogelijk zelfs tot een negatief effect kunnen hebben geleid.
Het probleem is naar zijn oordeel de perceptie van de functie, die anders is als op
papier staat.
De heer @ herhaalt dat de overgelegde organieke functiebeschrijving correct is en dat
de realiteit dienovereenkomstig is.
De heren @ en @ geven aan geen behoefte te hebben aan een nawoord.
- o - 0 - o -
10/10