OEFENEXAMEN INLEIDING BANKBEDRIJF - NIBE SVV
OEFENEXAMEN INLEIDING BANKBEDRIJF - NIBE SVV
OEFENEXAMEN INLEIDING BANKBEDRIJF - NIBE SVV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong><br />
<strong>OEFENEXAMEN</strong><br />
<strong>INLEIDING</strong> <strong>BANKBEDRIJF</strong>
Inleiding bankbedrijf<br />
1. Een groot aantal ondernemingen trekt financiële middelen rechtstreeks op de vermogensmarkt<br />
aan. Banken vervullen hierin een belangrijke rol.<br />
Op zeker moment verzorgt een bank voor Philips de emissie van nieuwe aandelen<br />
op de Amsterdamse effectenbeurs.<br />
Welke kernfunctie vervult deze bank hier?<br />
A. De transformatiefunctie.<br />
B. De bemiddelingsfunctie.<br />
C. Verzorgen van betalingsverkeer.<br />
D. De functie van vermogensverschaffer.<br />
2. Een Nederlandse consument kan onder bepaalde voorwaarden gratis geld overboeken<br />
naar rekeningen in andere landen. De heer de Bie, cliënt van de Garo Bank<br />
in Loenen, stort een bedrag op de rekening van de firma Krups bij de Hannover<br />
Bank in Duitsland.<br />
Aan welke van de volgende voorwaarden moet in dit geval voldaan zijn om gratis<br />
over te kunnen boeken?<br />
A. Het bedrag moet groter zijn dan EUR 20.000,-.<br />
B. De heer de Bie moet het IBAN nummer van Krups en een BIC code van de<br />
Hannover Bank in de opdracht vermelden.<br />
C. De Nederlandsche Bank moet hiertoe een specifieke overeenkomst hebben<br />
met de Duitse centrale bank.<br />
D. De Garo bank moet een nostrorekening hebben bij de Hannover bank.<br />
3. Financiële producten kunnen worden aangeboden via directe en indirecte distributie.<br />
In welk van de onderstaande gevallen is sprake van indirecte distributie?<br />
A. Makelaar van Buuren biedt klanten, die een huis via hem kopen, hypothecaire<br />
leningen aan.<br />
B. De ABC-Bank verstrekt een consumptief krediet van EUR 5.000,- aan een<br />
klant.<br />
C. De overheid biedt een startend bedrijf een lening aan onder de speciaal<br />
daartoe in het leven geroepen groeifaciliteit.<br />
D. De ABC bank lanceert een nieuwe internetspaarrekening.<br />
4. Welke van onderstaande uitspraken is JUIST?<br />
I. Bij pinopnames transformeert men giraal geld naar chartaal geld.<br />
II. Bij chippen boekt men direct geld over van de eigen rekening naar de rekening<br />
van de begunstigde.<br />
A. Alleen I is juist.<br />
B. Alleen II is juist.<br />
C. I en II zijn juist.<br />
D. Geen van beide is juist.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 2
5. Hoe werkt het depositogarantiestelsel?<br />
Inleiding bankbedrijf<br />
A. Depositohouders krijgen gegarandeerd de hoogste rente.<br />
B. Houders van deposito’s in vreemde valuta krijgen garantie tegen koersdaling<br />
van de valuta.<br />
C. Houders van betaal- en spaarrekeningen krijgen bij faillissement van hun<br />
bank hun inleg tot een bepaald maximum terug via De Nederlandsche Bank.<br />
D. Houders van deposito’s krijgen bij faillissement van de geldnemende bank<br />
maximaal EUR 5.000,- terug van De Nederlandsche Bank.<br />
6. In de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is<br />
geregeld dat een bank de identiteit van zijn cliënt moet vaststellen voordat bepaalde<br />
vormen van financiële dienstverlening aangeboden worden. De cliënt moet in<br />
veel gevallen persoonlijk een legitimatiebewijs overleggen op het kantoor van de<br />
bank.<br />
Welke van onderstaande diensten valt hier NIET onder?<br />
A. Het openen van een rekening.<br />
B. Het verhuren van een safeloket.<br />
C. Het openen van een internetspaarrekening.<br />
D. Het in bewaring nemen van effecten.<br />
7. Welke van de onderstaande beweringen over spaargeld is JUIST?<br />
A. De consument die spaart om een boot te kunnen kopen, spaart uit zekerheidsmotief.<br />
B. De consument die uit vermogensmotief spaart, zet in de regel zijn geld op<br />
een direct opeisbare rekening en krijgt zodoende een relatief hoge rente.<br />
C. Bij een spaarrekening met rentesegmentering hangt de rentevergoeding<br />
samen met de valuta waarin de rekening luidt.<br />
D. Een motief om te sparen op een groenspaarrekening is het relatief hoge<br />
netto rendement.<br />
8. Welke van de onderstaande beweringen over aandelen is JUIST?<br />
A. Het direct rendement op aandelen neemt toe in geval van koersstijging.<br />
B. Het indirect rendement op aandelen kan negatief zijn, maar het direct rendement<br />
NIET.<br />
C. Een onderneming die aandelen uitgeeft, kan ook verplicht worden deze weer<br />
terug te nemen.<br />
D. Het management van een bedrijf stelt de hoogte vast van het dividend dat<br />
ieder jaar door dat bedrijf wordt uitgekeerd.<br />
9. Welke uitspraak over consumptieve kredieten is ONJUIST?<br />
A. De consument heeft bij een consumptief krediet ALTIJD het recht om vervroegd<br />
af te lossen.<br />
B. De looptijd van consumptieve kredieten is zelden langer dan 72 maanden.<br />
C. Consumptieve kredieten worden verstrekt voor de aanschaf van onroerende<br />
goederen<br />
D. Bij een aflopend goederenkrediet is meestal sprake van een overeenkomst<br />
tussen drie partijen.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 3
Inleiding bankbedrijf<br />
10. Wat doet een bank als eerste zodra iemand met een consumptief krediet NIET<br />
meer voldoet aan tijdige betaling van rente en aflossing?<br />
A. Zij stelt de cliënt schriftelijk in gebreke.<br />
B. Zij wacht af of de betaling in kwestie alsnog binnenkomt.<br />
C. Zij stuurt een aanmaning.<br />
D. Zij informeert het Bureau Krediet Registratie.<br />
11. Heleen staat nog aan het begin van haar loopbaan. Zij gaat ervan uit dat haar<br />
inkomen geleidelijk zal toenemen. Omdat ze steeds comfortabeler wil leven, zullen<br />
haar dagelijkse uitgaven net zo snel toenemen als haar inkomen. Ze verwacht dat<br />
de rentevoet over de gehele looptijd van haar hypotheek gelijk zal blijven.<br />
Met welke hypotheekvorm zal ze bereiken dat ze over de gehele looptijd hetzelfde<br />
bedrag moet betalen aan hypotheeklasten?<br />
A. Lineaire hypotheek.<br />
B. Annuïteitenhypotheek.<br />
C. Beleggingshypotheek.<br />
D. Aflossingsvrije hypotheek.<br />
12. Op welke waarde van het onderpand zal een bank zich baseren bij het bepalen van<br />
het maximum bedrag dat iemand onder een hypotheek kan lenen?<br />
A. De executiewaarde.<br />
B. De vrije verkoopwaarde.<br />
C. De herbouwwaarde.<br />
D. De aankoopwaarde.<br />
13. Met het oog op de aansprakelijkheid voor het rekeningsaldo wil een bank weten<br />
welke juridische vorm een zakelijke rekeninghouder heeft gekozen.<br />
Welke van onderstaande beweringen is JUIST?<br />
I. ALLE vennoten van een commanditaire vennootschap zijn hoofdelijk aansprakelijk.<br />
II. In een maatschapsverklaring of derogatieakte is geregeld dat ALLE maten<br />
hoofdelijk aansprakelijk zijn voor ALLE schulden die de maatschap aangaat<br />
bij de bank.<br />
A. Alleen I is juist.<br />
B. Alleen II is juist.<br />
C. I en II zijn juist.<br />
D. Geen van beide is juist.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 4
Inleiding bankbedrijf<br />
14. Onder het gedragstoezicht op de financiële sector in Nederland behoort toezicht op<br />
de integriteit van financiële instellingen.<br />
“De gouden dukaat” is een beleggingsinstelling die belegt in goud. Al lange tijd<br />
geleden heeft deze instelling een vergunning aangevraagd, maar dat is een langdurige<br />
zaak bij de betreffende toezichthouder. Nu besluit zij tóch vast haar product<br />
aan te bieden aan het publiek.<br />
Welke toezichthouder zal hiertegen optreden?<br />
A. De Autoriteit Financiële Markten.<br />
B. De Nederlandsche Bank.<br />
C. De Nederlandse Vereniging van Banken.<br />
D. Het Dutch Securities Institute.<br />
15. Guus neemt een abonnement op een Amerikaans tijdschrift over basketbal. Jaarlijks<br />
moet hij een bedrag van USD 175 betalen aan de uitgeverij, die gevestigd is in<br />
Seattle en alleen een bankrekening in de Verenigde Staten heeft.<br />
Van welke betaalmiddel kan hij GEEN gebruik maken om de benodigde internationale<br />
betaling te realiseren?<br />
A. Een bankcheque.<br />
B. Een creditcard.<br />
C. Een automatische incasso.<br />
D. Een money transfer.<br />
16. Pinpassen en creditcards zijn beide bestemd voor toonbankbetalingen en zijn in<br />
veel opzichten gelijk.<br />
Wat is echter een belangrijk verschil?<br />
A. Zolang men in geval van fraude als houder GEEN melding heeft gemaakt<br />
van verlies of diefstal loopt men bij een pinpas meer risico dan bij een credit<br />
card.<br />
B. Een creditcardbetaling is een vorm van kredietverlening, een pinpasbetaling<br />
NIET.<br />
C. Met een pinpas kan men maar een maal per dag geld opnemen, met een<br />
credit card zo vaak als men wil.<br />
D. Pinpasbetalingen gaan via Equens, creditcardbetalingen NIET.<br />
17. Wat wordt in de financiële wet- en regelgeving NIET verstaan onder het<br />
begrip “complexe producten”?<br />
A. Een aandeel in een beleggingsinstelling die ALLEEN belegt in obligaties.<br />
B. Een uitvaartverzekering.<br />
C. Een fonds dat belegt in teak.<br />
D. Een scheepvaart-CV.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 5
Inleiding bankbedrijf<br />
18. Karel treedt in dienst bij het Gouden Alpha hedgefonds als medewerker Business<br />
Development. Om nieuwe klanten te winnen gaat hij een hele avond willekeurige<br />
telefoonnummers bellen. Zodra de telefoon beantwoord wordt, legt hij uit dat met<br />
het hedgefonds in de voorbije 12 maanden zonder risico 45% rendement behaald<br />
is. Vervolgens probeert hij de mensen over te halen om te beleggen in het fonds.<br />
Hij heeft in vier uur vijftig mensen gesproken.<br />
Is dit volgens de wet toegestaan?<br />
A. Nee, want dit is cold calling en daarom is het verboden.<br />
B. Ja, want het gaat hier om een buitenkans.<br />
C. Nee, want hij heeft zich onmogelijk gehouden aan de afkoelingsperiode.<br />
D. Ja, er is GEEN wet die hem tegenhoudt dit te doen.<br />
19. Een onderneming kan van tijd tot tijd liquiditeitsoverschotten hebben voor kortere of<br />
langere periode.<br />
De eigenaar van Kapsalon de Jong wil zijn pand renoveren. Door maandelijks een<br />
bedrag opzij te zetten, hoopt de eigenaar na zes maanden voldoende middelen te<br />
hebben om deze renovatie te kunnen bekostigen.<br />
Van welk zakelijk creditproduct kan deze eigenaar het beste gebruik maken?<br />
A. Een rekening-courant.<br />
B. Een zakelijke spaarrekening.<br />
C. Een termijndeposito.<br />
D. Een flexibel deposito.<br />
20. Welke bewering is JUIST?<br />
I. Een doelstelling van geldstromenbeheer is om zo snel mogelijk aan leve-ranciers<br />
te betalen.<br />
II. Commerciële banken kunnen gebruik maken van Certificates of deposit om<br />
hun korte termijn financieringsbehoefte te dekken.<br />
A. Alleen I is juist.<br />
B. Alleen II is juist.<br />
C. I en II zijn juist.<br />
D. Geen van beide is juist.<br />
21. Voor de financiering van vlottende activa wordt door ondernemingen over het algemeen<br />
gebruik gemaakt van leningen met een korte of middellange looptijd.<br />
Hoe noemt men het principe dat men hierbij hanteert?<br />
A. Voorzorgsmotief.<br />
B. Objectfinanciering.<br />
C. Matching.<br />
D. Uitwinning.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 6
Inleiding bankbedrijf<br />
22. Welke van de onderstaande verschaffers van vreemd vermogenverschaffers de<br />
zwakste positie bij de verdeling van de opbrengst bij een liquidatie van een onderneming?<br />
A. Een concurrente crediteur.<br />
B. De houder van een achtergestelde lening met onderpand.<br />
C. Een preferente crediteur.<br />
D. Een obligatiehouder.<br />
23. Welk van de onderstaande betaalproducten geeft een onderneming die producten<br />
aanbiedt via internet de minste zekerheid dat de klant betaalt?<br />
A. Een acceptgiro bij de zending van de bestelde goederen.<br />
B. De afgifte van een eenmalige machtiging tijdens een online bestelprocedure.<br />
C. Een betaling per creditcard tijdens een online bestelprocedure.<br />
D. Een betaling via iDEAL tijdens een online bestelprocedure.<br />
24. Een grote bollenkwekerij sluit een krediet met als onderpand enkele kassen, die ingeschreven<br />
staan als registergoed.<br />
Welke vorm van zekerheid is dit?<br />
A. Een vuistloos pand.<br />
B. Een stil pand.<br />
C. Een vuistpand.<br />
D. Een hypotheek.<br />
25. Mark heeft een baan als architect. Over precies een jaar wil Mark graag een auto<br />
kopen. Hij buigt zich momenteel over zijn financiën en denkt over een jaar net<br />
genoeg geld te hebben voor deze aanschaf. Momenteel heeft hij al zijn geld op een<br />
internetspaarrekening staan. Hij raadpleegt zijn bank voor een goed beleggingsadvies.<br />
Bij de bank is voor hem een defensief beleggingsprofiel opgemaakt.<br />
Welk advies zal de bank hem geven voor de twaalf maanden die komen gaan?<br />
A. Beleg al uw spaargeld in aandelen om over een jaar de hoogst mogelijke<br />
opbrengst te hebben.<br />
B. Houd al uw spaargeld aan op uw internetspaarrekening om flexibel te zijn.<br />
C. Beleg al uw spaargeld in een beleggingsfonds van bedrijfsobligaties van jonge<br />
bedrijven vanwege het aantrekkelijke rendement.<br />
D. Een ander advies dan de hierboven genoemde alternatieven.<br />
26. Welke van onderstaande beweringen is JUIST?<br />
A. Op de openbare kapitaalmarkt vindt men alleen obligaties aan openbare<br />
lichamen.<br />
B. Een argument om als emittent bij een emissie te kiezen voor de openbare<br />
kapitaalmarkt in plaats van de onderhandse kapitaalmarkt is flexibiliteit.<br />
C. Obligaties leveren voor een belegger ALTIJD meer zekerheid dan onderhandse<br />
leningen.<br />
D. Bij MKB-borgstellingskredieten stelt de Staat zich garant voor een deel van<br />
de hoofdsom.<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 7
Inleiding bankbedrijf<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 8
Antwoorden Inleiding bankbedrijf<br />
1. B<br />
2. B<br />
3. A<br />
4. A<br />
5. C<br />
6. C<br />
7. D<br />
8. B<br />
9. C<br />
10. B<br />
11. B<br />
12. A<br />
13. B<br />
14. A<br />
15. C<br />
16. B<br />
17. B<br />
18. A<br />
19. D<br />
20. B<br />
21. C<br />
22. B<br />
23. A<br />
24. D<br />
25. B<br />
26. D<br />
U dient 18 van de 26 vragen goed te hebben om te slagen.<br />
Inleiding bankbedrijf<br />
© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong> 9