'Het is ons een eer en een genoegen' - Vrije Universiteit Amsterdam
'Het is ons een eer en een genoegen' - Vrije Universiteit Amsterdam
'Het is ons een eer en een genoegen' - Vrije Universiteit Amsterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
keith ward (2000)<br />
eredoctorat<strong>en</strong><br />
Keith Ward (1938) mag geld<strong>en</strong> als de uitzondering op de boutade dat<br />
de studie van de theologie de zekerste weg <strong>is</strong> richting atheïsme. Ward<br />
ging in Oxford filosofie studer<strong>en</strong> bij onder m<strong>eer</strong> Alfred J. Ayer, die<br />
in zijn klassiek geword<strong>en</strong> Taal, waarheid <strong>en</strong> logica (1936) het grondpatroon<br />
van het log<strong>is</strong>ch positiv<strong>is</strong>me beknopt uit<strong>e<strong>en</strong></strong>zette. Meest opvall<strong>en</strong>d<br />
daarin was zijn onderscheid tuss<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk betek<strong>en</strong><strong>is</strong>volle<br />
<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>is</strong>loze uitsprak<strong>en</strong>. Ayer beschouwde godsdi<strong>en</strong>st als<br />
<strong>e<strong>en</strong></strong> gemoedsaando<strong>en</strong>ing, die hoeg<strong>en</strong>aamd niets van do<strong>en</strong> had met<br />
wet<strong>en</strong>schap. De in 1938 gebor<strong>en</strong> Ward hoorde dit alles aan, maar was<br />
niet overtuigd. Integ<strong>en</strong>deel, hij ging naast wijsbeg<strong>eer</strong>te theologie studer<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> raakte, ofschoon van hu<strong>is</strong> uit niet gelovig opgevoed, all<strong>en</strong>gs<br />
m<strong>eer</strong> overtuigd van het chr<strong>is</strong>t<strong>en</strong>dom.<br />
E<strong>en</strong> <strong>e<strong>en</strong></strong>voudig verkondiger kon Ward na deze scholing niet m<strong>eer</strong><br />
word<strong>en</strong>. Hij was te z<strong>eer</strong> door het natuurwet<strong>en</strong>schappelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
h<strong>e<strong>en</strong></strong>gegaan om de dominante seculiere cultuur in de tweede helft<br />
van de twintigste eeuw te neger<strong>en</strong>. Dat deed hij dan ook niet. In de<br />
voetspor<strong>en</strong> van Ludwig Wittg<strong>en</strong>stein w<strong>en</strong>ste hij te ontsnapp<strong>en</strong> aan de<br />
beperking<strong>en</strong> die de Wi<strong>en</strong>er Kre<strong>is</strong> de godsdi<strong>en</strong>stfilosofie stelde. Ward<br />
werd voorgedrag<strong>en</strong> door hoogleraar godsdi<strong>en</strong>stfilosofie H. M. Vroom,<br />
die zich op 3 mei 1999 in superlatiev<strong>en</strong> uitdrukte om het College van<br />
Decan<strong>en</strong> ervan te overtuig<strong>en</strong> dat Ward de geschikte kandidaat voor het<br />
eredoctoraat was. De Britse godsdi<strong>en</strong>stfilosoof gaf, aldus Vroom, niet<br />
all<strong>e<strong>en</strong></strong> blijk van grondige k<strong>en</strong>n<strong>is</strong> van de moderne filosofie <strong>en</strong> van andere<br />
godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, hij nam op grond daarvan deel aan het debat tuss<strong>en</strong><br />
geloof <strong>en</strong> natuurwet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> ging daarbij ‘lastige vrag<strong>en</strong>’ niet uit de<br />
weg.<br />
Vroom toonde zich het meest onder de indruk van <strong>e<strong>en</strong></strong> vierdelig<br />
wijsgerig werk waarin Ward <strong>e<strong>en</strong></strong> vergelijk<strong>en</strong>de theologie ontwikkelde.<br />
In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig beschreef hij in vier boek<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st in relatie<br />
tot de Op<strong>en</strong>baring, tot de Schepping <strong>en</strong> tot de m<strong>en</strong>selijke natuur.<br />
‘Zijn studies getuig<strong>en</strong> van <strong>e<strong>en</strong></strong> unieke breedte van k<strong>en</strong>n<strong>is</strong> <strong>en</strong> inzicht<br />
<strong>en</strong> <strong>e<strong>en</strong></strong> z<strong>eer</strong> sterk analyt<strong>is</strong>ch <strong>en</strong> synthet<strong>is</strong>ch vermog<strong>en</strong>.’ Om de decan<strong>en</strong><br />
te overtuig<strong>en</strong>, riep Vroom ook <strong>e<strong>en</strong></strong> getuige op <strong>en</strong> wel zijn collega<br />
Vinc<strong>en</strong>t Brümmer, hoogleraar godsdi<strong>en</strong>stfilosofie in Utrecht. Brümmer,<br />
die Ward goed k<strong>en</strong>de, voldeed gaarne aan het verzoek. Hij omschreef<br />
Ward als ‘wet<strong>en</strong>schappelijk ongelooflijk produktief’, als <strong>e<strong>en</strong></strong><br />
151