brochure: Ketenaansprakelijkheid - Stabu
brochure: Ketenaansprakelijkheid - Stabu
brochure: Ketenaansprakelijkheid - Stabu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BROCHURE<br />
KETENAANSPRAKELIJKHEID<br />
Opsteller: S.A. Brands LL.B<br />
Stichting STABU<br />
Postbus 36<br />
6710 BA EDE<br />
Willy Brandtlaan 81, Ede<br />
Tel. 0318 – 63 30 26<br />
E-mail: postmaster@stabu.nl<br />
Website: www.stabu.org<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04<br />
Status: PG01 geaccordeerd maart 2011<br />
Gebaseerd op uitgave: 2011-2
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord/inleiding 1<br />
1 Aanduidingen/begripsbepalingen 2<br />
1.1 Wetsartikelen en hyperlinks 2<br />
2 <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> 2<br />
2.1 Voor wie en waarvoor 3<br />
2.2 Doel <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> 3<br />
2.3 (Hoofd)aannemer 4<br />
2.4 Eigenbouwer 5<br />
2.5 Uitbesteden van werk 5<br />
3 Bepalingen STABU-systematiek 8<br />
3.1 01.02.40-06 Storting op g-rekening 8<br />
3.2 01.02.41-02 Verleggingsregeling omzetbelasting 10<br />
3.3 01.02.06-15 Verklaring betalingsgedrag aannemer 12<br />
3.4 01.02.06-16 Onderaannemers/personeel van derden 12<br />
3.5 01.02.06-17 Vrijwaring 14<br />
3.6 Beperking aansprakelijkstelling door administratie 15<br />
4 Conclusie 17<br />
4.1 Blik op de toekomst: het depotstelsel 18<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong><br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Voorwoord/inleiding<br />
In deze <strong>brochure</strong> wordt uitgelegd hoe de ketenaansprakelijkheid werkt. De<br />
ketenaansprakelijkheid is een anti-misbruikregeling die voorkomt dat er bij de afdracht<br />
van loonheffingen (met of zonder BTW) misbruik wordt gemaakt. Onlosmakelijk<br />
verbonden met de ketenaansprakelijkheid zijn de onderwerpen zoals eigenbouwer, de g-<br />
rekening, omzetbelasting en het nieuwe depotstelsel dat ter vervanging van de g-<br />
rekening in de toekomst zal worden geïntroduceerd.<br />
De Belastingdienst biedt op haar website een <strong>brochure</strong> aan omtrent bovenstaande<br />
onderwerpen. Deze <strong>brochure</strong> kunt u raadplegen door op de navolgende link te klikken:<br />
„aansprakelijkheid voor loonheffingen bij onderaanneming‟.<br />
De <strong>brochure</strong> van de belastingdienst geeft echter geen toelichting aan opdrachtgevers,<br />
aannemers en onderaannemers, hoe zij de STABU-systematiek kunnen aanwenden om<br />
het risico, dat voortvloeit uit het niet afdragen van loonheffingen (met of zonder BTW)<br />
aan de belastingdienst kunnen ondervangen in het bestek, door het opnemen van<br />
aanvullende administratieve bepalingen.<br />
Meer informatie over de ketenaansprakelijkheid en de daarmee samenhangende<br />
onderwerpen vindt u in deze <strong>brochure</strong>.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 1 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
1 Aanduidingen/begripsbepalingen<br />
BTW - Omzetbelasting<br />
CRvB - Centrale Raad van Beroep<br />
g-rekening - geblokkeerde rekening<br />
Loonheffingen - loonbelasting, premies sociale verzekeringen en<br />
premies werknemersverzekeringen<br />
Personeel - personen die werkzaam zijn in dienst van een<br />
bedrijf/onderneming, oftewel werknemer(s)<br />
Werknemer - een persoon die bij een bedrijf/onderneming<br />
werkzaam is, oftewel personeel<br />
RGD - Rijksgebouwendienst<br />
ZZP - Zelfstandigen zonder personeel<br />
1.1 Wetsartikelen en hyperlinks<br />
In deze <strong>brochure</strong> wordt met regelmaat verwezen naar wetsartikelen. Deze wetsartikelen<br />
worden vet en schuin gedrukt weergegeven.<br />
Indien een wetsartikel te veelomvattend is, zal deze niet worden weergegeven in deze<br />
<strong>brochure</strong>. Alle verwijzingen naar wetsartikelen zijn voorzien van een hyperlink naar de<br />
website www.wetten.nl, waar u de volledige wetteksten/artikelen kunt raadplegen.<br />
2 <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong><br />
Hoe werkt de ketenaansprakelijkheid, voor wie is het van toepassing en hoe moet men<br />
met deze regeling omgaan? In het voorwoord/de inleiding heeft u kort kunnen lezen wat<br />
het doel is van de ketenaansprakelijkheidregeling en welke onderwerpen hiermee<br />
samenhangen.<br />
Het is allereerst van belang om te bepalen wie er te maken heeft met de<br />
ketenaansprakelijkheid en waarvoor deze dient. Dit kunt u in het navolgend hoofdstuk<br />
lezen.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 2 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
2.1 Voor wie en waarvoor<br />
De ketenaansprakelijkheidregeling is van toepassing bij aanneming van werk, boek 7 titel<br />
12 Burgerlijk Wetboek. De partijen waarvoor deze regeling geldt zijn:<br />
de aannemer;<br />
de onderaannemer;<br />
de eigenbouwer (opdrachtgever).<br />
De ketenaansprakelijkheidregeling heeft betrekking op de situatie waarbij een aannemer<br />
voor een opdrachtgever een werk van stoffelijke aard uitvoert tegen een<br />
overeengekomen prijs (aanneemsom van werk in regie). De aannemer is daarbij niet in<br />
dienstbetrekking werkzaam. Voor wie en waarvoor dient de<br />
ketenaansprakelijkheidregeling?<br />
Artikel 35, lid 1 Invorderingswet 1990 geeft antwoord op deze vraag en luidt als volgt:<br />
1. De aannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting:<br />
a. die de onderaannemer en, indien een werk geheel of gedeeltelijk door<br />
een of meer volgende onderaannemers wordt uitgevoerd, iedere<br />
volgende onderaannemer verschuldigd is in verband met het verrichten<br />
van werkzaamheden door zijn werknemers ter zake van dat werk;<br />
b. voor de betaling waarvan de onderaannemer en, indien een werk geheel<br />
of gedeeltelijk door een of meer volgende onderaannemers wordt<br />
uitgevoerd, iedere volgende onderaannemer ingevolge van artikel 34<br />
hoofdelijk aansprakelijk is ter zake van dat werk.<br />
2.2 Doel <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong><br />
De ketenaansprakelijkheidregeling heeft ten doel de aannemer van een werk<br />
aansprakelijk te houden voor de loonheffingen (met of zonder BTW), die zijn<br />
onderaannemer(s) in verband met de uitvoering van het werk of een deel daarvan dient<br />
af te dragen.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 3 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Er is sprake van onderaanneming indien de aannemer de uitvoering van dat werk geheel<br />
of gedeeltelijk uitbesteedt aan een ander (die niet bij hem in dienstbetrekking is).<br />
De onderaannemer kan een deel van het werk dat aan hem is uitbesteed wederom aan<br />
een ander uitbesteden. Op deze wijze kan een keten ontstaan van (onder)aannemers die<br />
allen bij de uitvoering van één en hetzelfde werk betrokken zijn. De<br />
ketenaansprakelijkheidregeling zorgt er dus voor dat iedere schakel (lees<br />
(onder)aannemer) in de keten aansprakelijk is voor de navolgende schakels met<br />
betrekking tot de af te dragen loonheffingen (met of zonder BTW).<br />
2.3 (Hoofd)aannemer<br />
De regeling betreffende de ketenaansprakelijkheid is in beginsel van toepassing op de<br />
(hoofd)aannemer. Een opdrachtgever kan niet aansprakelijk worden gesteld, behalve<br />
indien de opdrachtgever als zogenaamde eigenbouwer kan worden aangemerkt.<br />
Voor de ketenaansprakelijkheid wordt een eigenbouwer namelijk gelijkgesteld met een<br />
aannemer conform artikel 35, lid 3, sub b Invorderingswet 1990 welke als volgt luidt:<br />
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt:<br />
a. de onderaannemer ten opzichte van zijn onderaannemer als aannemer<br />
beschouwd;<br />
b. met een aannemer gelijkgesteld degene die zonder daartoe van een<br />
opdrachtgever opdracht te hebben gekregen buiten dienstbetrekking in<br />
de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard<br />
uitvoert.<br />
In de STABU-systematiek wordt in de aanvullende administratieve bepalingen:<br />
01.02.06-15 VERKLARINGEN BETALINGSGEDRAG AANNEMER<br />
01.02.06-16 ONDERAANNEMERS/PERSONEEL VAN DERDEN<br />
01.02.06-17 VRIJWARING<br />
01.02.40-06 STORTING OP G-REKENING en<br />
01.02.41-02 VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING verwezen naar dit<br />
wetsartikel. De reden die hier aan ten grondslag ligt, dient ertoe het risico van de<br />
eigenbouwer te beperken indien deze door de Belastingdienst aansprakelijk wordt gesteld<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 4 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
voor tekortkomingen ten aanzien van de afdracht van loonheffingen (met of zonder BTW)<br />
door (onder)aannemers.<br />
2.4 Eigenbouwer<br />
De ketenaansprakelijkheid is van toepassing voor een opdrachtgever die wordt<br />
aangemerkt als eigenbouwer. Daar waar een opdrachtgever niet wordt aangemerkt als<br />
eigenbouwer zal deze ook niet aansprakelijk worden gesteld voor niet betaalde<br />
loonheffingen (met of zonder BTW) van aannemers of onderaannemers.<br />
Het is duidelijk dat uitsluitend opdrachtgevers die worden aangemerkt als eigenbouwer<br />
aansprakelijk kunnen worden gesteld voor niet betaalde loonheffingen van aannemers of<br />
onderaannemers. Belangrijk is dus om te bepalen wanneer een opdrachtgever als<br />
„eigenbouwer‟ wordt aangemerkt. Hier is sprake van indien:<br />
‘de ondernemer die zonder opdracht daartoe van een ander buiten dienstbetrekking in de<br />
normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard uitvoert’.<br />
Deze korte uiteenzetting behoeft nadere toelichting met name in de situatie waarin een<br />
opdrachtgever die gelet op het bepaalde respectievelijk artikel 35, lid 3, sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer gelijk wordt gesteld (eigenbouwer) en in die<br />
situatie voor de aannemer die werk in onderaanneming laat uitvoeren. De opdrachtgever<br />
wordt aangemerkt als eigenbouwer als voldaan wordt aan de onderstaande criteria:<br />
indien een werk van stoffelijk aard wordt uitgevoerd buiten dienstbetrekking;<br />
de te verrichten werkzaamheden tot de normale uitoefening van het bedrijf behoren<br />
(dagelijkse werkzaamheden); en<br />
het werk niet wordt uitgevoerd in opdracht van een ander (zonder opdracht).<br />
Nadere toelichting behoeft:<br />
„werken van stoffelijke aard‟: dit zijn onder meer bouwwerken, infrastructurele<br />
werken, herstelwerkzaamheden, onderhoud e.d.;<br />
„normale uitoefening van zijn bedrijf‟: het dienen werkzaamheden te bevatten welke<br />
structureel/met enige regelmatig worden uitgevoerd door het bedrijf.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 5 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Voorbeelden van eigenbouwer waarbij de voornoemde criteria worden getoetst:<br />
1. De woningbouwcorporatie X die zich (dagelijks) bezig houdt met het ontwikkelen van<br />
bouwprojecten voor de verkoop of verhuur, dan wel het onderhoud van woningen in<br />
eigen beheer:<br />
indien de woningbouwcorporatie deze werkzaamheden dagelijks uitvoert behoren<br />
deze tot de normale uitoefening van het bedrijf;<br />
het ontwikkelen van bouwprojecten en/of het plegen van onderhoud betreft werk<br />
van stoffelijk aard;<br />
in casu is de woningbouwcorporatie X de opdrachtgever van alle werkzaamheden<br />
en staat er geen partij boven die de opdracht aan de woningbouwcorporatie X<br />
heeft gedelegeerd;<br />
indien het werk wordt uitbesteed door woningbouwcorporatie X dient deze de<br />
algehele leiding te voeren bij het tot stand te brengen werk (zie hoofdstuk 2.5<br />
“Uitbesteden van werk”.<br />
2. De Rijksgebouwendienst valt volgens de CRvB 1 als eigenbouwer aan te merken. De<br />
exacte beweegredenen van de CRvB luidt als volgt:<br />
De RGD heeft als bedrijfsdoel het in eigen beheer, professioneel voorzien in de<br />
huisvestigingsbehoefte van al zijn organen en diensten, hetgeen met zich<br />
meebrengt dat de RGD de daartoe benodigde panden doet bouwen, verbouwen,<br />
onderhouden, aan- en verkopen of eventueel huren.<br />
In het licht van de gestelde eisen vervat in artikel 35, lid 3, sub b voldoet de<br />
RGD in de ogen van de CRvB aan de eisen om te worden aangemerkt als<br />
eigenbouwer.<br />
3. Een projectontwikkelaar Y is gespecialiseerd in de ontwikkeling van winkelcentra, en<br />
beschikt zelf over de nodige bouwkundige ingenieurs. Voor de bouw van een nieuw<br />
winkelcentrum schakelt de projectontwikkelaar Y een plaatselijke aannemer in<br />
waaraan alle werkzaamheden worden uitbesteedt. Gedurende de bouw wordt de<br />
aannemer begeleid door de eigen bouwkundige ingenieurs van de<br />
projectontwikkelaar Y, die de algehele leiding hebben bij het tot stand brengen van<br />
het werk. De werkwijze van de projectontwikkelaar Y is nagenoeg bij de ontwikkeling<br />
van ieder nieuw winkelcentrum hetzelfde.<br />
1 CRvB 19 december 1990, premie 1989/224; NJ 1991, 442.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 6 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
De projectontwikkelaar Y wordt aangemerkt als eigenbouwer omdat deze voldoet<br />
aan de voorwaarden zoals de woningbouwcorporatie X hier ook aan voldoet<br />
onder voorbeeld 1.<br />
4. In het geval dat een private opdrachtgever (handelsonderneming) eenmalig een<br />
kantoorpand laat bouwen (dit behoort niet tot de normale uitoefening van het<br />
bedrijf), welke dus niet aangemerkt wordt als eigenbouwer, dan kan deze private<br />
opdrachtgever er vrijwillig voor kiezen om de ketenaansprakelijkheidregeling te<br />
volgen/toe te passen.<br />
Het behoort tot de mogelijkheden maar dit verdient niet de aanbeveling!<br />
Aanbeveling: bij twijfel of de opdrachtgever wordt aangemerkt als eigenbouwer<br />
wordt het aangeraden om contact op te nemen met de Belastingdienst ter<br />
verificatie.<br />
2.5 Uitbesteden van werk<br />
De eigenbouwer kan bij het geheel of gedeeltelijk uitbesteden van de betreffende<br />
werkzaamheden verantwoordelijk worden gehouden voor schuldig gebleven<br />
loonheffingen en omzetbelasting van de partijen waaraan de werkzaamheden zijn<br />
uitbesteed (onderaannemer(s)).<br />
Indien een bedrijf alle werkzaamheden met betrekking tot een bouwwerk uitbesteedt<br />
aan een ander, kan deze toch als eigenbouwer worden aangemerkt. Dit is het geval<br />
indien:<br />
de algehele leiding bij het tot stand brengen van het werk bij hem (de<br />
opdrachtgever) berust;<br />
het werk tot de normale bedrijfsuitoefening behoort.<br />
Zie voorbeeld 3 „projectontwikkelaar Y‟ (eigenbouwer) waarin het dus geen vereiste dat<br />
het bedrijf de betreffende werkzaamheden ook feitelijk zelf uitvoert.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 7 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
3 Bepalingen STABU-systematiek<br />
De eigenbouwer welke gelijk wordt gesteld conform artikel 35, lid 3, sub b van de<br />
Invorderingswet 1990 met aannemer, kan maatregelen treffen ter voorkoming van een<br />
eventuele aansprakelijkstelling van loonbelasting (met of zonder BTW) van<br />
(onder)aannemers. Een van deze maatregelen is het gebruikmaken van een<br />
geblokkeerde rekening van de onderaannemer, de zogenaamde g-rekening. Een andere<br />
maatregel is het opnemen van de aanvullende administratieve bepalingen (STABU) in het<br />
bestek. Niet alleen het opnemen van de administratieve bepalingen zorgt voorkoming<br />
van aansprakelijkheidsstelling, maar men dient ook de vereisten/verplichtingen welke<br />
vervat zijn in de wet en de administratieve bepalingen na te leven!<br />
De betreffende aanvullende administratieve bepalingen zullen onderstaand worden<br />
toegelicht.<br />
3.1 01.02.40-06 Storting op g-rekening<br />
De eigenbouwer zal om bij de Belastingdienst een 'vermoeden van betaling' van<br />
loonheffingen te scheppen het bedrag aan loonheffingen deel uitmakend van de<br />
declaratie van de aannemer storten op de g-rekening. Hiervoor kan gebruik worden<br />
gemaakt van bepaling 01.02.40-06 uit de STABU-systematiek. Ter zake van de<br />
berekening van het bedrag dat op de g-rekening wordt gestort kan een tweetal<br />
methoden gehanteerd worden (schraptekst 1 en 2 (cursief blauw)):<br />
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V.1989<br />
01.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN DE U.A.V. 1989<br />
01.02.40 BETALING<br />
06. STORTING OP G-REKENING<br />
OPMERKING: deze bepaling is bedoeld voor de situatie<br />
waarin de opdrachtgever die, gelet op het bepaalde in<br />
respectievelijk artikel 35, lid 3 sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer wordt<br />
gelijkgesteld (eigenbouwer) en in die situatie voor<br />
de aannemer die werk in onderaanneming laat<br />
uitvoeren.<br />
De aannemer verschaft zo spoedig mogelijk na de<br />
opdracht van het werk de gegevens als bedoeld in de<br />
artikelen 6 en 7 van de Uitvoeringsregeling inleners-,<br />
keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 8 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Schraptekst 1:<br />
Berekeningsmethode<br />
Schraptekst 2:<br />
Berekeningsmethode<br />
Schraptekst 3:<br />
rechtstreekse<br />
storting van de<br />
loonheffingen<br />
aan de<br />
bevoegde<br />
belastingdienst<br />
Kettingbeding<br />
#<br />
\Het percentage van elke door de aannemer in te<br />
dienen declaratie dat door de opdrachtgever in<br />
verband met de door de aannemer voor zijn werknemers<br />
verschuldigde loonbelasting en sociale premies op de<br />
geblokkeerde rekening zal worden gestort<br />
bedraagt: .....<br />
OPMERKING: de bovenstaande schraptekst kan worden<br />
toegepast als een hiervoor genoemd "vast" percentage<br />
van iedere termijndeclaratie op de g-rekening wordt<br />
gestort.<br />
\Het percentage van het loonkostenbestanddeel van<br />
elke door de aannemer in te dienen declaratie dat<br />
door de opdrachtgever in verband met de door de<br />
aannemer voor zijn werknemers verschuldigde<br />
loonbelasting en sociale premies op de geblokkeerde<br />
rekening zal worden gestort bedraagt: .....<br />
#<br />
\De aannemer moet op elke declaratie uitdrukkelijk<br />
het loonkostenbestanddeel van het gedeclareerde<br />
bedrag vermelden.<br />
OPMERKING: de bovenstaande schrapteksten kunnen<br />
worden toegepast als er geen "vast" percentage<br />
van iedere termijndeclaratie op de g-rekening wordt<br />
gestort maar een hiervoor genoemd "vast" percentage<br />
over het loonkostenbestanddeel van de<br />
termijndeclaratie, welk bestanddeel per declaratie<br />
kan verschillen.<br />
#<br />
\Niettemin is de opdrachtgever gerechtigd in<br />
bijzondere omstandigheden het gedeelte van de<br />
aannemingssom dat betrekking heeft op de door de<br />
aannemer voor zijn werknemers verschuldigde<br />
loonbelasting en sociale premies rechtstreeks aan de<br />
bevoegde belastingdienst over te maken. De<br />
opdrachtgever zal deze stortingen in mindering<br />
brengen op de door hem verschuldigde termijnen van de<br />
aannemingssom.<br />
Voordat de opdrachtgever daartoe overgaat, zal hij de<br />
aannemer daarover schriftelijk inlichten.<br />
De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel<br />
door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling<br />
in eventueel door hem af te sluiten<br />
onderaannemingsovereenkomsten op te nemen.<br />
#<br />
\.....<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 9 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
De OPMERKINGEN die van toepassing zijn op bovenstaande schrapteksten in de STABU-<br />
systematiek bieden extra informatie op welke wijze het te storten bedrag (in percentage)<br />
aan loonheffingen berekend kan worden.<br />
LET WEL: het is van belang dat er geen onnodig hoog percentage van het te storten<br />
bedrag op de geblokkeerde rekening wordt geëist, van de door de aannemer voor zijn<br />
werknemers verschuldigde loonheffingen.<br />
Door middel van schraptekst 3 van bepaling 01.02.40-06 behoudt de eigenbouwer zich<br />
het recht voor om het bedrag van loonheffingen, rechtstreeks aan de bevoegde<br />
Belastingdienst over te maken. Dit biedt in principe de meeste waarborgen tegen<br />
aansprakelijkstelling door de Belastingdienst. De opdrachtgever zal voordat hij daartoe<br />
overgaat de aannemer schriftelijk inlichten. Ter informatie: de werking van de g-rekening<br />
zal in de toekomst veranderen, omdat deze wordt vervangen door het depotstelsel (zie<br />
hoofdstuk 4.1 “Blik op de toekomst: Het depotstelsel”).<br />
3.2 01.02.41-02 Verleggingsregeling omzetbelasting<br />
Bepaling 01.02.41-02 brengt de verplichting voor de aannemer met zich mee om op zijn<br />
declaratie te vermelden dat de omzetbelasting naar de opdrachtgever (eigenbouwer)<br />
wordt verlegd. Deze is immers op grond artikel 24b, lid 3 en 6 van het Uitvoeringsbesluit<br />
omzetbelasting 1968 voor de afdracht hiervan mede aansprakelijk:<br />
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt met een aannemer gelijkgesteld<br />
degene, die zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben<br />
gekregen buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf<br />
een in het eerste lid, onderdeel b, bedoeld werk uitvoert.<br />
6. Indien het vijfde lid van toepassing is, dient op de uit te reiken factuur te<br />
worden vermeld: omzetbelasting verlegd.<br />
Het is dus de eigenbouwer die de omzetbelasting afdraagt en niet de aannemer.<br />
Uitzondering vormt de omstandigheid waarin de Belastingdienst aan de opdrachtgever<br />
schriftelijk heeft medegedeeld dat de verleggingsregeling niet van toepassing is.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 10 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Bijvoorbeeld omdat deze de opdrachtgever niet als eigenbouwer kwalificeert of indien<br />
werk van een onderaannemer dat betrekking heeft op een onroerend goed, grotendeels<br />
wordt uitgevoerd op de plaats waar de onderneming van de onderaannemer is gevestigd.<br />
Alsdan brengt de aannemer de verschuldigde omzetbelasting in rekening bij de<br />
opdrachtgever, waarna eerstgenoemde deze afdraagt.<br />
In de bepaling is een zogenaamd 'kettingbeding' opgenomen (evenals in de bepaling<br />
01.02.40-02 STORTING OP G-REKENING) waarin van de aannemer verlangd wordt dat<br />
deze de onderhavige besteksbepaling tevens in onderaannemingsovereenkomsten<br />
opneemt en ook onderaannemers hiertoe verplicht.<br />
In het geval dit beding niet wordt opgenomen, dan zou de keten die binnen de<br />
verleggingsregeling gevormd wordt immers doorbroken worden, doordat een van de<br />
aannemers binnen de keten de omzetbelasting wel in rekening brengt bij een andere<br />
aannemer die zich boven hem in de keten bevindt.<br />
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V. 1989<br />
01.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN DE U.A.V. 1989<br />
01.02.41 OMZETBELASTING<br />
02. VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING<br />
OPMERKING: deze bepaling is bedoeld voor de situatie<br />
waarin de opdrachtgever die, gelet op het bepaalde in<br />
respectievelijk artikel 35, lid 3 sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer wordt<br />
gelijkgesteld (eigenbouwer) en in die situatie voor<br />
de aannemer die werk in onderaanneming laat<br />
uitvoeren.<br />
De belastingdienst die ter zake van de opdrachtgever<br />
bevoegd is, stelt vast of de opdrachtgever met een<br />
aannemer wordt gelijkgesteld.<br />
De aannemer moet op zijn declaratie vermelden dat de<br />
omzetbelasting wordt verlegd, tenzij de belastingdienst<br />
die ter zake bevoegd is, schriftelijk heeft medegedeeld<br />
dat ten aanzien van het werk de verleggingsregeling<br />
omzetbelasting niet van toepassing is. De aannemer moet<br />
Kettingbeding<br />
deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten<br />
onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de<br />
onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel<br />
door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
op te nemen.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 11 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
3.3 01.02.06-15 Verklaring betalingsgedrag aannemer<br />
In bepaling 01.02.06-15 wordt van de aannemer verlangd dat deze desgevraagd na het<br />
verstrijken van ieder kalenderkwartaal, verklaringen van de Belastingdienst omtrent zijn<br />
betalingsgedrag ter zake van afdracht van loonbelasting en premies verstrekt.<br />
Voor het aanvraagformulier zie: „verklaring betalingsgedrag keten- en<br />
inlenersaansprakelijkheid‟.<br />
Wederom is een kettingbeding opgenomen waardoor wordt gewaarborgd dat alle bij het<br />
project betrokken (onder)aannemers deze verklaringen overleggen.<br />
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V. 1989<br />
01.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN DE U.A.V. 1989<br />
01.02.06 VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER<br />
15. VERKLARINGEN BETALINGSGEDRAG AANNEMER<br />
OPMERKING: deze bepaling is bedoeld voor de situatie<br />
waarin de opdrachtgever die, gelet op het bepaalde in<br />
respectievelijk artikel 35, lid 3 sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer wordt<br />
gelijkgesteld (eigenbouwer) en in die situatie voor<br />
de aannemer die werk in onderaanneming laat<br />
uitvoeren.<br />
Desgevraagd moet de aannemer na het verstrijken van<br />
elk kalenderkwartaal aan de opdrachtgever de meest<br />
recente verklaring van de belastingdienst verstrekken<br />
omtrent zijn betalingsgedrag inzake de afdracht van<br />
loonbelasting en sociale verzekeringspremies. De<br />
aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door<br />
Kettingbeding<br />
hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling<br />
in eventueel door hem af te sluiten<br />
onderaannemingsovereenkomsten op te nemen.<br />
3.4 01.02.06-16 Onderaannemers/personeel van derden<br />
Bepaling 01.02.06-16 biedt de eigenbouwer de mogelijkheid controle uit te oefenen op<br />
de uitvoerende partijen (onderaannemers en personeel van derden), die de aannemer<br />
voor de uitvoering van het project inschakelt.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 12 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Op grond van paragraaf 6, lid 26 van de U.A.V. 1989 heeft de aannemer schriftelijke<br />
goedkeuring van de directie nodig indien hij voornemens is onderaannemers in te<br />
schakelen.<br />
Door opname van schraptekst 1 wordt bewerkstelligd dat deze goedkeuring afhankelijk is<br />
van de opdrachtgever zelf, in plaats van de directie (afwijkend van paragraaf 6, lid 26<br />
van de U.A.V. 1989). De opdrachtgever, zijnde eigenbouwer, behoudt hierdoor een<br />
maximale controle.<br />
Eenzelfde mogelijkheid biedt schraptekst 2 voor de terbeschikkingstelling van personeel<br />
aan de aannemer door derden. Bepaling 01.02.06-16 regelt tevens een tweede<br />
verplichting van de aannemer, namelijk het met zijn onderaannemers overeenkomen dat<br />
deze een zogenaamde g-rekening hebben geopend, waarop de aannemer het bedrag van<br />
loonheffingen die de onderaannemer dient af te dragen kan storten.<br />
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V. 1989<br />
01.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN U.A.V. 1989<br />
01.02.06 VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER<br />
16. ONDERAANNEMERS/PERSONEEL VAN DERDEN<br />
OPMERKING: deze bepaling is bedoeld voor de situatie<br />
waarin de opdrachtgever die, gelet op het bepaalde in<br />
respectievelijk artikel 35, lid 3 sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer wordt<br />
gelijkgesteld (eigenbouwer) en in die situatie voor<br />
de aannemer die werk in onderaanneming laat<br />
uitvoeren.<br />
Schraptekst 1:<br />
opdrachtgevers<br />
goedkeuring<br />
i.p.v. directie<br />
Schraptekst 2:<br />
terbeschikkingstelling<br />
personeel aan<br />
derden<br />
goedkeuring<br />
door<br />
opdrachtgever/<br />
directie<br />
De aannemer mag bij de uitvoering van het werk slechts<br />
gebruik maken van:<br />
#<br />
\- onderaannemers, indien hij daarvoor schriftelijke<br />
goedkeuring van de "opdrachtgever" in plaats van de<br />
"directie" heeft gekregen, zulks in afwijking van<br />
paragraaf 6, lid 26 van de U.A.V.<br />
#<br />
\- personeel dat hem door derden ter beschikking is<br />
gesteld, indien hij daarvoor schriftelijke<br />
toestemming van de directie heeft gekregen. De<br />
aannemer blijft niettemin jegens de opdrachtgever<br />
voor bedoeld personeel ten volle verantwoordelijk.<br />
\- personeel dat hem door derden ter beschikking is<br />
gesteld, indien hij daarvoor schriftelijke<br />
toestemming van de opdrachtgever heeft gekregen. De<br />
aannemer blijft niettemin jegens de opdrachtgever<br />
voor bedoeld personeel ten volle verantwoordelijk.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 13 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
g-rekening<br />
Kettingbeding<br />
#<br />
\.....<br />
Alle voor het werk in te schakelen onderaannemers<br />
moeten een geblokkeerde rekening hebben geopend als<br />
bedoeld in de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en<br />
opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004. De aannemer<br />
moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te<br />
sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de<br />
onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel<br />
door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
op te nemen.<br />
Ook deze bepaling bevat een kettingbeding waardoor bewerkstelligd wordt dat ook de<br />
(onder)aannemer de verplichting heeft een g-rekening te hanteren. Deze bepaling is aan<br />
te bevelen, gelet op de werkwijze van de Belastingdienst. Indien de (onder)aannemer<br />
een betaling doet op de g-rekening conform artikel 6 uitvoeringsregeling inleners-,<br />
keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004 en artikel 35, lid 5 Invorderingswet<br />
1990 is de (onder)aannemer gevrijwaard voor het bedrag dat hij heeft overgemaakt.<br />
3.5 01.02.06-17 Vrijwaring<br />
Bepaling 01.02.06-17 vormt een zogenaamd vrijwaringsbeding. Indien de eigenbouwer<br />
in een procedure door de Belastingdienst wordt aangesproken voor de<br />
betaling van loonheffingen (met of zonder BTW) zal de aannemer de eigenbouwer<br />
vrijwaren tegen de nadelige gevolgen van een veroordeling. De vrijwaringsregeling met<br />
betrekking tot de ketenaansprakelijkheid is opgenomen in artikel 35, lid 5 van de<br />
Invorderingswet 1990.<br />
Opdrachtgevers (aannemers) die een deel van de aanneemsom (verschuldigde<br />
loonheffingen (met of zonder BTW)) op de g-rekening van een (onder)aannemer storten<br />
zijn wettelijk gevrijwaard van aansprakelijkheden tegen (onder)aannemers die zelf zijn<br />
verplichtingen tegenover de Belastingdienst niet nakomen. LET WEL: deze vrijwaring<br />
geldt alleen voor het bedrag dat aantoonbaar op de g-rekening is gestort, conform artikel<br />
35, lid 5 Invorderingswet 1990.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 14 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Hierbij is de STABU-bepaling van toegevoegde waarde. Indien deze bepaling wordt<br />
opgenomen zorgt deze ervoor dat de opdrachtgever en (onder)aannemer volledig<br />
gevrijwaard zijn.<br />
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V. 1989<br />
01.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN U.A.V. 1989<br />
01.02.06 VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER<br />
17. VRIJWARING<br />
OPMERKING: deze bepaling is bedoeld voor de situatie<br />
waarin de opdrachtgever die, gelet op het bepaalde in<br />
respectievelijk artikel 35, lid 3 sub b van de<br />
Invorderingswet 1990, met een aannemer wordt<br />
gelijkgesteld (eigenbouwer) en in die situatie voor<br />
de aannemer die werk in onderaanneming laat<br />
uitvoeren.<br />
De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle<br />
Vrijwaring<br />
eventuele aanspraken die door de belastingdienst in het<br />
kader van de ketenaansprakelijkheidsregeling worden<br />
gemaakt, alsmede tegen eventuele hierop gebaseerde<br />
verhaalsaanspraken van onderaannemers die met (een<br />
deel van) het werk zullen worden belast.<br />
De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel<br />
Kettingbeding<br />
door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling<br />
in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten<br />
op te nemen.<br />
Anders zou het dus kunnen voorkomen dat het gestorte bedrag op de g-rekening niet<br />
geheel toereikend is voor de verschuldigde belastingen en premies.<br />
3.6 Beperking aansprakelijkstelling door administratie<br />
Indien de voorgaande bepalingen in het bestek zijn opgenomen is de kans op<br />
aansprakelijkstelling van niet afgedragen loonheffingen (met of zonder BTW) aanzienlijk<br />
verminderd. Het is echter van belang dat de opdrachtgever en (onder)aannemer de bij<br />
wet gestelde administratieve verplichtingen nakomt. In artikel 52, lid 1van de Algemene<br />
wet inzake rijksbelastingen wordt bepaald dat administratieplichtigen, waaronder ook<br />
vallen opdrachtgevers en (onder)aannemers, verplicht zijn tot het voeren van een<br />
administratie met betrekking tot de vermogenstoestand/financiën van het bedrijf. Kort<br />
gezegd betekent dit dat de opdrachtgever en (onder)aannemer een salarisadministratie<br />
dienen te voeren alsof al het personeel tot zijn eigen personeel behoort.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 15 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
Bij aansprakelijkstelling zal de Belastingdienst de hoogte van de verschuldigde<br />
loonheffingen vaststellen aan de hand van de administratie van de onderaannemer. Is<br />
deze administratie onvoldoende dan gebruikt de Belastingdienst de administratie van de<br />
aannemer. Als de aannemer ook geen adequate administratie heeft gevoerd zal de<br />
Belastingdienst een schatting maken de verschuldigde loonheffingen. Het kan dan<br />
voorkomen dat het uiteindelijk vastgestelde bedrag voor aansprakelijkheid hoger is dan<br />
het werkelijk verschuldigde bedrag.<br />
Ook van belang is de administratie om te voorkomen dat de loonheffingen (met of zonder<br />
BTW) worden vastgesteld met toepassing van het anoniementarief. Dit wordt toegepast<br />
indien de gegevens van de werknemers niet of niet volledig in de loonadministratie van<br />
de onderaannemer zijn opgenomen, hun identiteit niet goed is vastgesteld of als<br />
stukken/bescheiden ontbreken waaruit blijkt dat de werknemers in Nederland mogen<br />
werken.<br />
De aansprakelijkheid voor het anoniementarief kan worden beperkt wanneer:<br />
De aannemer de identiteit van de werknemer kan tonen;<br />
De aannemer kan aantonen dat de werknemer over een geldige verblijfs- of<br />
tewerkstellingsvergunning beschikt;<br />
De aannemer gegevens overlegt aan de hand waarvan het loon van de werknemer<br />
voor zijn werkzaamheden kan worden bepaald. De aannemer kan dit doen door een<br />
door hem bijgehouden administratie te overleggen die de volgende gegevens<br />
bevatten:<br />
o De naam-, adres- en woonplaatsgegevens van het ingeleende personeel;<br />
o De geboortedatum;<br />
o Het burgerservicenummer van de werknemer;<br />
o Een kopie van het identiteitsbewijs van het ingeleende personeel;<br />
o Een specificatie van de gewerkte uren.<br />
Het is aan te bevelen om de bovenstaande gegevens bij te houden in een<br />
mandagenregister. De Belastingdienst biedt een model aan waarin de minimale opgaaf<br />
gegevens voor loonheffingen kunnen worden ingevuld, zie: model opgaaf gegevens voor<br />
de loonheffingen.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 16 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
4 Conclusie<br />
In de voorgaande hoofdstukken is de ketenaansprakelijkheidregeling met de daaraan<br />
gerelateerde onderwerpen zoals eigenbouwer en de g-rekening uiteengezet.<br />
Het essentiële hoofdstuk 3 “Bepalingen STABU-systematiek” geeft de bestekschrijver<br />
duidelijk aan, op welke wijze de bepalingen in de STABU-systematiek kunnen worden<br />
gebruikt om te waarborgen dat de mogelijke aansprakelijkheid van loonheffingen (met of<br />
zonder BTW) voortvloeiend uit de ketenaansprakelijkheidregeling wordt beperkt of al dan<br />
niet wordt uitgesloten voor de opdrachtgever.<br />
Het advies van STABU luidt dan ook als volgt: de bestekschrijver dient te allen tijde de<br />
STABU bepalingen:<br />
01.02.06-15 VERKLARINGEN BETALINGSGEDRAG AANNEMER<br />
01.02.06-16 ONDERAANNEMERS/PERSONEEL VAN DERDEN<br />
01.02.06-17 VRIJWARING<br />
01.02.40-06 STORTING OP G-REKENING en<br />
01.02.41-02 VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING in het bestek op te<br />
nemen, indien de opdrachtgever wordt aangemerkt als eigenbouwer. In de betreffende<br />
bepalingen wordt tevens in de “OPMERKING” aangegeven in welke situatie deze<br />
bepalingen dienen te worden opgenomen in het bestek.<br />
Bij het opnemen van voornoemde bepalingen in het bestek zijn er nog een tweetal<br />
aandachtspunten welke reeds eerder genoemd zijn:<br />
bij twijfel of de opdrachtgever wordt aangemerkt als eigenbouwer dient er contact te<br />
worden opgenomen met de Belastingdienst ter verificatie.<br />
het is van belang dat er geen onnodig hoog percentage van het te storten bedrag op<br />
de geblokkeerde rekening wordt geëist, van de door de aannemer voor zijn<br />
werknemers verschuldigde loonheffingen.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 17 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04
4.1 Blik op de toekomst: het depotstelsel<br />
In de nabije toekomst zal het systeem van de g-rekening en de rechtstreekse stortingen<br />
worden vervangen door het depotstelsel. De wetswijziging – wet van 1 juli 2009,<br />
houdende Fiscaal stimuleringspakket - is inmiddels aangenomen, echter is nog niet<br />
bekend wanneer deze inwerking zal treden.<br />
(Onder)aannemers en uitleners kunnen, als de wetswijziging in werking treedt, een depot<br />
aanhouden bij de Belastingdienst. Het depotstelsel zal naar verwachting grotendeels<br />
hetzelfde werken als de g-rekening, behalve dan dat het depot wordt beheerd door de<br />
Belastingdienst. Op dit moment wordt de g-rekening door de inhoudingsplichtige<br />
aangehouden bij een bank. In het depot wordt het gedeelte van de rekening gestort dat<br />
bestemd is voor de betaling van loonheffingen.<br />
In het beginsel verandert er niets wat betreft de bescherming die de g-rekening biedt op<br />
het gebied van de inleners- en ketenaansprakelijkheid. Het bedrag dat in depot wordt<br />
aangehouden zal allereerst worden aangewend om de verschuldigde loonheffingen te<br />
voldoen. De ontvanger zal onder de nieuwe regeling overigens, na aanmaning van<br />
betaling, zelf bevoegd zijn om de verschuldigde bedragen uit het depot te halen om daar<br />
de verschuldigde loonheffingen mee te voldoen.<br />
Over het bedrag dat in depot staat zal een rentevergoeding (consignatierente) worden<br />
betaald aan de uitlener of (onder)aannemer. Er zal geen sprake meer zijn van<br />
transactiekosten. Voor de uitlener en de (onder)aannemer is deze nieuwe regeling dus<br />
financieel aantrekkelijker.<br />
Vanzelfsprekend zal de <strong>brochure</strong> ketenaansprakelijkheid en de bepaling houdende de g-<br />
rekening worden geactualiseerd aan het nieuwe depotstelsel. Indien bekend is wanneer<br />
het gewijzigde stelsel van kracht wordt zal STABU dit communiceren met zijn<br />
gebruikers/licentiehouders.<br />
Titel <strong>brochure</strong>: <strong>Ketenaansprakelijkheid</strong> Pagina 18 van 18<br />
Datum: 5 september 2011<br />
Versie: 04