26.09.2013 Views

46 | internationaal - Rijksgebouwendienst

46 | internationaal - Rijksgebouwendienst

46 | internationaal - Rijksgebouwendienst

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

12 | Deens bureau aan de slag met Strafhof<br />

16 | De vormgeving van beveiliging<br />

26 | Van gymzaal naar rechtszaal<br />

38 | Oude rechtbank Haarlem schittert weer<br />

44 | Een noodkreet over de crisis in de bouw<br />

blad voor de rijkshuisvesting | april 2010 | jaargang 10 | nummer <strong>46</strong><br />

<strong>46</strong> | <strong>internationaal</strong>


34 De M van Koolhaas gaat<br />

er toch komen<br />

53 Longstay Zeeland lijkt<br />

op studentenflat<br />

60 Documenten slavernij in<br />

rijksarchief Zeeland<br />

30 Wereldtentoonstelling<br />

Shanghai kan beginnen<br />

26 Voormalig AIVD-gebouw geschikt voor Libanon Tribunaal<br />

08 Matsier op bezoek in<br />

beroemdste gevangenis van<br />

Nederland<br />

44 Joop van Oosten (BAM)<br />

trekt aan de bel<br />

12 <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

gaat bouw Strafhof<br />

begeleiden<br />

48 Slangtafel<br />

wapen tegen<br />

drugssmokkel<br />

42 Vrouwe Justitia tot<br />

neonbalken gereduceerd<br />

38 Logica in oude rechtbank Haarlem hersteld<br />

23 Erasmus MC voorbeeld<br />

van duurzaam restaureren


Op de cover: Vredespaleis, het <strong>internationaal</strong><br />

icoon van Den Haag (foto Marcel Kentin)<br />

smaak, blad voor de rijkshuisvesting, is een<br />

uitgave van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>. smaak<br />

verschijnt vijf maal per jaar. Het aanvragen van<br />

nummers kan schriftelijk via de Rgd-Infofoon<br />

(IPC <strong>46</strong>5), Postbus 20952, 2500 EZ Den Haag of<br />

per email info.infofoon@minvrom.nl. Via deze<br />

adressen zijn ook vorige nummers van smaak<br />

te bestellen.<br />

Meer info bij de Rgd-Infofoon 0800-899 11 03<br />

of op www.rijksgebouwendienst.nl.<br />

Abonneren op smaak kan via<br />

info.infofoon@minvrom.nl, via<br />

smaak@pondres.nl, via nummer<br />

0800-899 11 03 of via<br />

www.rijksgebouwendienst.nl<br />

Prijs voor een jaargang is 25 euro,<br />

losse nummers 5 euro.<br />

smaak is te koop bij Selexyz (Amsterdam,<br />

Den Haag, Rotterdam), Atheneum Nieuwscentrum<br />

(Amsterdam) en de NAi Bookshop<br />

(Rotterdam).<br />

hoofdredacteur/eindredactie:<br />

Jaap Huisman<br />

medewerkers aan dit nummer:<br />

Jaco Boer, Rolf de Boer, Liesbeth Fit, Michiel<br />

Hulshof, Linda Huijsmans, Xandra de Jongh,<br />

Egbert Koster, Ben Maandag, Nicolaas Matsier,<br />

Carien Overdijk, Frank van de Poll, Ilse van Rijn,<br />

Anne Versloot, Anka van Voorthuysen.<br />

fotografen:<br />

Roger Dohmen, Joep Jacobs, Marcel Kentin,<br />

Michiel van Nieuwkerk, Maarten Noordijk,<br />

Eran Oppenheimer, Roelof Pot, Wim Ruigrok,<br />

Frans Schellekens, Janine Schrijver, Levien<br />

Willemse.<br />

vormgeving:<br />

Barlock, Den Haag<br />

druk:<br />

DeltaHage, Den Haag<br />

verspreiding:<br />

Pondres, Tilburg<br />

stedenbouw<br />

monumenten<br />

architectuur<br />

architectuurbeleid<br />

kunst<br />

inhoud<br />

04 | Hoofdredactioneel: less is more<br />

nieuws<br />

05 | ICN gaat op in RCE<br />

05 | Tweede ronde onderzoekslabs<br />

06 | Bouw Zwols gerechtsgebouw begonnen<br />

07 | Provada 2010<br />

07 | Nieuwe site <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

07 | Kompas Light verbetert aanbestedingen<br />

08 | Nicolaas Matsier over het Oranjehotel<br />

<strong>internationaal</strong><br />

12 | Nieuwe fase in proces Internationaal Strafhof<br />

16 | Beveiliging, een noodzakelijk kwaad<br />

19 | Duurzame stad is compact en autoluw<br />

23 | Erasmus MC voorbeeld van duurzaam renoveren<br />

26 | Voormalige AIVD-gebouw geknipt voor tribunaal<br />

30 | Nederlands paviljoen voor Shanghai is klaar<br />

32 | Grafische kunst van Andreasen in Letterkundig museum<br />

34 | Den Haag stemt in met De Kies van Koolhaas<br />

andere smaken<br />

38 | Rechtbank Haarlem tot in de puntjes gerestaureerd<br />

42 | Spencer Finch minimaliseerde Vrouwe Justitia<br />

44 | Joop van Oosten (BAM) wil de bouwminister terug<br />

48 | Hoe de slangtafel drugssmokkel tegengaat<br />

50 | Landgoed Soestdijk was speels en verrassend<br />

53 | Landschap en architectuur zijn een in longstay Zeeland<br />

57 | Nationaal Historisch Museum: nog geen gebouw, wel een plan<br />

60 | De rijksarchieven, deel 2: de zwarte kant van Nederland<br />

64 | Ziekenbarak veranderd in bed and breakfast<br />

66 | Boeken: Rijkswaterstaat, Vlaamse bouwmeester, TBS Kliniek Almere<br />

nasmaak<br />

68 | Jan van Gils, Tweede Kamer


stedenbouw monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

4<br />

TEKST: jaap HuiSman<br />

FOTOGRAFIE: lEViEn willEmSE<br />

Roerige tijden in Den Haag. Nauwelijks<br />

is de politiek bekomen van de<br />

val van het kabinet, of de partijen<br />

moesten zich in snel tempo gaan<br />

opmaken voor nieuwe verkiezingen.<br />

Voor sommige komen die misschien<br />

te vroeg, voor andere juist precies op<br />

tijd: op 9 juni zal Nederland het<br />

weten. Welke kleur neemt de coalitie<br />

aan en, waarschijnlijk nog belangrijker,<br />

welke ingrepen zal die gaan<br />

plegen om de gevolgen van de crisis<br />

zo veel mogelijk weg te werken?<br />

Voor 18 miljard bezuinigen was de<br />

opdracht aan twintig ambtelijke<br />

werkgroepen. Ze kwamen vlak voor<br />

Pasen met voorstellen en ideeën, die<br />

je zou kunnen beschouwen als een<br />

handreiking aan de politiek. Hoe<br />

pijnlijk de ingrepen ook zullen zijn, ze<br />

kunnen ook kansen bieden, bijvoorbeeld<br />

op bestuurlijke vernieuwing,<br />

op enig geschoffel in het subsidieveld<br />

en het omver kegelen van<br />

heilige huisjes. In de kranten werd<br />

dat laatste al samengevat onder de<br />

noemer het H-woord: durven<br />

partijen het aan de hypotheekrenteaftrek<br />

af te schaffen of anders bij te<br />

van de<br />

redactie<br />

Less is more<br />

stellen? Reden voor De Telegraaf om<br />

in chocoladeletters uit te roepen dat<br />

de woningmarkt hierdoor helemaal<br />

zal instorten.<br />

Die woningmarkt staat er inderdaad<br />

niet best voor. Burgers durven niet te<br />

verhuizen, bang als ze zijn dat hun<br />

huis niet verkocht zal worden;<br />

projecten worden op de lange baan<br />

geschoven, sommige architectenbureaus<br />

hebben de helft van hun<br />

mensen moeten ontslaan, de bouw<br />

kreunt en klaagt – zo valt in deze<br />

editie van SMAAK te lezen in het<br />

interview met Joop van Oosten,<br />

voorzitter van de raad van bestuur<br />

van de BAM-groep. Op de rijksbegroting<br />

zijn de uitgaven van het<br />

ministerie van VROM angstig klein<br />

als je ze vergelijkt met gezondheidszorg<br />

en onderwijs. Het is dan ook<br />

niet verwonderlijk dat de ambtelijke<br />

werkgroepen juist bij die big spenders<br />

hun winst proberen te zoeken. Bij<br />

VROM valt gewoonweg niet zo veel<br />

te halen.<br />

De ambtelijke werkgroepen hebben<br />

zich geconcentreerd op de posten<br />

waar iets te snijden valt, niet met<br />

een kaasschaaf maar met een<br />

slagersmes. Er zijn geen voorstellen<br />

gedaan om te investeren, terwijl het<br />

denkbaar is dat daar op langere<br />

termijn resultaten zijn te boeken.<br />

Hoe verlos je de bouw van zijn status<br />

als zorgenkind? In België is de btw bij<br />

de aankoop van woningen afge-<br />

schaft, zodat er een drempel is<br />

weggehaald. De crisis snijdt daar<br />

veel minder diep in de samenleving,<br />

getuige de grafieken die de dagbladen<br />

regelmatig publiceren over de<br />

ontwikkelingen in de EU. Er zijn ook<br />

andere middelen te verzinnen, zoals<br />

het tijdelijk afschaffen van de<br />

overdrachtsbelasting, het bestrijden<br />

van ‘scheef wonen’, zodat burgers<br />

met een hoger inkomen makkelijker<br />

doorstromen naar een koophuis. De<br />

woningmarkt zit ernstig op slot,<br />

klaagt de sector al jaren – en je hoeft<br />

maar te kijken naar leegstand in<br />

nieuwbouwwijken en de hoeveelheid<br />

te koop-bordjes om daarin je<br />

gelijk te vinden.<br />

Het lijkt me dan ook een interessante<br />

en uitdagende opdracht aan<br />

een nieuw kabinet dat hoogstwaarschijnlijk<br />

pas eind 2010 zal aantreden.<br />

Hoe de bouw, maar ook de<br />

consument uit de impasse te<br />

trekken? Hoe de werkloze architectuurtalenten<br />

weer uit de kaartenbakken<br />

van het UWV te bevrijden?<br />

Misschien moet er inderdaad minder<br />

strikt omgesprongen worden met de<br />

Europese regelgeving bij aanbesteding<br />

en helpen stimulerende<br />

maatregelen als studieopdrachten,<br />

nog meer stageplaatsen en werkbeurzen.<br />

Bezuinigingen als gevolg van een<br />

crisis hoeven niet erg te zijn, schrijft<br />

columnist Pieter Hilhorst in de<br />

Volkskrant van 6 april. Ze kunnen<br />

bevrijdend werken en nieuwe<br />

creativiteit aanwakkeren, mits ze<br />

gekoppeld zijn aan een visie op de<br />

maatschappij – hoe willen we dat die<br />

eruitziet, wat voor soort overheid<br />

verlangen we? Less is more, bepleit<br />

Hilhorst, en dat is een prikkelende<br />

gedachte. De komende maanden<br />

kunnen daarom wel eens interessant<br />

worden – een tijd van keuzes maken<br />

en prioriteiten stellen. Het vraagt om<br />

politici met daadkracht. Het is<br />

jammer dat de Dag van de Bouw net<br />

voor de verkiezingen valt (5 juni),<br />

anders zou de sector weten waar ze<br />

aan toe is.


nieuws<br />

FOTOGRAFIE: Eran OppEnHEimEr<br />

Tweede ronde<br />

onderzoekslabs<br />

van start<br />

Taken ICN gaan naar RCE<br />

Het Instituut Collectie Nederland<br />

gaat, als alles volgens plan verloopt,<br />

op in de Rijksdienst voor het<br />

Cultureel Erfgoed. Er wordt naar<br />

gestreefd om ‘de samenvoeging’ per<br />

1 januari 2011 een feit te laten zijn.<br />

Het is een voorgenomen besluit van<br />

de Minister, zegt voorlichter Marina<br />

Raymakers, waarover nu een advies<br />

Rijksbouwmeester Liesbeth van der<br />

Pol roept ontwerpers op zich in te<br />

schrijven voor de tweede ronde van<br />

het Onderzoekslab. Deze pijler van<br />

Nederland wordt anders biedt jonge,<br />

werkzoekende ontwerpers de kans<br />

om betrokken te blijven bij hun vak<br />

en te werken aan toekomstige<br />

opgaven op het gebied van de<br />

ruimtelijke inrichting van Nederland.<br />

In maart zijn in het Atelier van de<br />

Rijksbouwmeester in Den Haag de<br />

nieuwe onderzoeksvragen bekend<br />

gemaakt.<br />

De tweede ronde is medio april van<br />

start gegaan en biedt plaats aan 85<br />

deelnemers in zeven Labs, die<br />

parallel in diverse plaatsen van<br />

wordt gevraagd aan een commissie<br />

van de twee ondernemingsraden. In<br />

de vernieuwde opzet verhuist een deel<br />

van de organisatie, ca. 25 mensen,<br />

vanuit de Gabriel Metsustraat in<br />

Amsterdam naar het kantoor van de<br />

RCE in Amersfoort. Het betreft de<br />

afdelingen Kennisdistributie,<br />

Communicatie en Bedrijfsvoering. In<br />

Nederland plaatsvinden. Binnen de<br />

labs zal onder meer onderzoek<br />

worden verricht naar de gezonde,<br />

ideale basisschool, topdorpen als<br />

antwoord op krimp en ligt Nederland<br />

op de ontwerptafel bij een samenwerking<br />

van de drie Technische<br />

Universiteiten van Nederland.<br />

Meer nog dan in de eerste ronde<br />

vereisen de onderzoeksvragen een<br />

multidisciplinair team. Nederland<br />

wordt anders is op zoek naar creatief<br />

talent, met een gezonde dosis<br />

nieuwsgierigheid, enthousiasme en<br />

een onderzoekende geest. Daarom<br />

zijn, naast ontwerpers, ook aanverwante<br />

vakgenoten als stedenbouwkundigen,<br />

planologen, sociologen en<br />

Amsterdam blijft de afdeling Kennis<br />

met de onderzoekers en de laboratoria<br />

dat sinds 2008 opereert in het<br />

Ateliergebouw, het verbouwde<br />

Veiligheidsinstituut tegenover het<br />

Rijksmuseum. In Rijswijk blijft de<br />

afdeling Collectiebeheer en de<br />

collecties die daar beschikken over<br />

een enorm depot.<br />

ICN en RCE gaan één organisatie<br />

vormen, hét kennisinstituut op het<br />

gebied van cultureel erfgoed. De<br />

samenvoeging betekent sluiting van<br />

het pand aan de Gabriel Metsustraat<br />

dat volgens Raymakers toch al toe<br />

was aan een verbouwing. Bij ICN<br />

werken ca 100 mensen (87 fte).<br />

De kracht van het ICN is de aanwezigheid<br />

van specialistische kennis op<br />

het gebied van behoud en beheer<br />

van roerend erfgoed, het uitstekende<br />

beheer en zichtbaarheid van de<br />

collectie, de interdisciplinaire werkwijze,<br />

de kennisspreiding door middel<br />

van bv publicaties en lezingen, een<br />

unieke boekencollectie op het gebied<br />

van conserveringswetenschap en de<br />

passie en professionaliteit van de<br />

medewerkers.<br />

architectuurhistorici uitgenodigd om<br />

zich in te schrijven.<br />

Nederland wordt anders is een<br />

zoektocht naar nieuw elan en nieuwe<br />

werkvormen in de ruimtelijke sector.<br />

Via de ideeënprijsvragen ‘Zo wil ik<br />

wonen’ en ‘De verticale stad voor<br />

gezinnen’, ontwikkelcompetities en<br />

het onderzoekslab wordt (jong)<br />

ontwerptalent uitgedaagd en het<br />

vakinhoudelijk debat gevoed. Nederland<br />

wordt anders wordt gesteund<br />

door de ministeries van OCW, VROM<br />

en LNV, de TU Delft, de TU Eindhoven,<br />

de Universiteit Twente en<br />

diverse gemeenten, woningcorporaties<br />

en organisaties als de BNA en de<br />

Neprom.<br />

55


stedenbouw monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

6<br />

Met de onthulling van zes bijzondere<br />

panelen met tekeningen van<br />

leerlingen van drie Zwolse scholen is<br />

onlangs symbolisch de nieuwbouw<br />

en renovatie van het gerechtsgebouw<br />

van start gegaan. De panelen<br />

zijn geplaatst langs het bouwterrein<br />

en hebben als thema ‘Ruimte voor<br />

recht’. Bij de onthulling brachten<br />

minister van Justitie Ernst Hirsch<br />

Ballin, directeur-generaal van de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> Peter Jägers en<br />

de president van de Zwolse rechtbank,<br />

Robert Croll, een toast uit.<br />

Robert Croll, toonde zich blij met de<br />

start van de nieuwbouw die na<br />

enkele jaren vertraging nu toch<br />

begonnen is. ‘Vier locaties smelten<br />

samen tot een. Collega’s die tot dan<br />

toe onder een verschillend dak<br />

huisden, komen bij elkaar. Dit<br />

betekent een enorme stimulans<br />

voor de collegialiteit, de kwaliteit en<br />

de sfeer van onze organisatie, om<br />

nog maar niet te spreken over de<br />

verbetering van efficiency en<br />

doelmatigheid van de rechtspraak in<br />

Zwolle.’ Hirsch Ballin was verheugd<br />

dat na jaren van plannen maken<br />

eindelijk gebouwd kan worden.<br />

‘Allereerst ligt het gerechtsgebouw<br />

aan de rand van het centrum van<br />

Zwolle en is hierdoor makkelijk<br />

bereikbaar. Toegankelijkheid is een<br />

voorwaarde voor rechtspraak die<br />

ons voor ogen staat. Rechtspraak<br />

hoort midden in de samenleving.’<br />

Jägers, ten slotte, vindt dat het<br />

gerechtshof het proces symboliseert.<br />

‘Van een gesloten, naar binnen<br />

gerichte bestaande bouw, naar een<br />

open, transparante op de omgeving<br />

gerichte nieuwbouw. Met het nieuwe<br />

gerechtsgebouw krijgt Zwolle een<br />

van de meest duurzame rechtbanken<br />

van Nederland.’<br />

DG <strong>Rijksgebouwendienst</strong> Peter Jagers<br />

verricht de openingshandeling in Zwolle<br />

(boven), onder samen met minister<br />

Kirsch Ballin en rechtbankpresident Croll.<br />

(foto: Eran Oppenhaimer)<br />

Nieuwbouw<br />

Zwolse hof<br />

begonnen<br />

Er is een lange weg afgelegd naar de<br />

uitbreiding van het Zwolse gerechtsgebouw.<br />

Het bestaande gebouw van<br />

de architect Jo Kruger stamt uit 1977.<br />

Vanaf 1996 overlegden de gemeente<br />

Zwolle, de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> en<br />

het arrondissement Zwolle-Lelystad<br />

over uitbreiding, maar de eerste<br />

ontwerpen konden niet op een warm<br />

onthaal rekenen. Dat is veranderd<br />

met het laatste ontwerp van<br />

architect Rob Hootsmans, waar<br />

gebruikers, omwonenden en<br />

belangengroeperingen intensief<br />

betrokken waren. Verschillende<br />

vlakken en hoogtes van de gevel<br />

worden bepaald door de omliggende<br />

bebouwing. Hierdoor vormt het<br />

nieuwe gebouw straks een vloeiend<br />

onderdeel van de omgeving. De<br />

nieuwbouw wordt naar verwachting<br />

eind 2012 opgeleverd, daarna komt<br />

de renovatie van het Kruger-gebouw<br />

aan bod.


Op 8,9 en 10 juni is het weer zover:<br />

dan verzamelen alle vastgoedprofessionals<br />

zich op de Provada, de<br />

belangrijkste vastgoedbeurs van<br />

Nederland. Ook de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

is met een stand aanwezig in<br />

de Amsterdamse RAI.<br />

Op de Provada van 2009 is uitgebreid<br />

het thema Duurzaamheid op<br />

de agenda geplaatst met een extra<br />

ruimte ‘Provada Green Market’. De<br />

PROVADA Green Market vormde het<br />

centrum van wat ‘de drie duurzame<br />

dagen’ genoemd werd. Leden van de<br />

DGBC (Dutch Green Building Council)<br />

hadden de gelegenheid hun kennis<br />

Nieuwe website<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

Kompas Light moet<br />

aanbestedingen<br />

vereenvoudigen<br />

en projecten te etaleren naar de<br />

bezoekers en standhouders van de<br />

PROVADA. Tevens konden organisaties<br />

met innovatieve en duurzame<br />

productoplossingen voor de<br />

vastgoedsector zich presenteren. Dit<br />

kon door middel van diverse stands<br />

en showcases. Hieraan was ook de<br />

Innovator Pitch 2009 gekoppeld.<br />

Provada 2010 Belastingdienst huurt<br />

‘Het Boek’<br />

Met ingang van 1 april is een nieuwe<br />

website van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

in de lucht gegaan. Daarop staan niet<br />

alleen de projecten van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

maar ook een<br />

bladerbare versie van SMAAK.<br />

Het lag in de lijn der verwachting dat<br />

dit onderwerp ook op de Provada<br />

2010 onder de aandacht wordt<br />

gebracht. Tijdens een drietal fora<br />

wordt ingegaan op de tegenstelling<br />

nieuwbouw/bestaande bouw; wat<br />

is betaalbaar en haalbaar? Ander<br />

actueel onderwerp is de binnenstedelijke<br />

gebiedsontwikkeling,<br />

terwijl verder ingegaan wordt op de<br />

locatiekeuze: langs de snelweg of<br />

juist bij een openbaar vervoerknooppunt.<br />

Het Cradle to Cradleprogramma<br />

gaat dit keer in op de<br />

duurzaamheidsmogelijkheden in de<br />

zorg en bij ziekenhuizen (zie verder<br />

in SMAAK Erasmus MC Rotterdam).<br />

Op verzoek van der rijksbouwmeester<br />

heeft voormalige rijksadviseur<br />

Jan Brouwer knelpunten<br />

en oplossingen bij het Europees<br />

aanbesteden in kaart gebracht.<br />

De concrete voorstellen zijn begin<br />

december 2009 in een publicatie<br />

aangeboden aan de VNG, omdat<br />

gemeenten een cruciale rol vervullen<br />

bij publieke opdrachten. Alle<br />

betrokken partijen zijn het met<br />

elkaar eens dat de aanbestedingspraktijk<br />

beter en overzichtelijker<br />

moet worden. Dit heeft geresulteerd<br />

in Kompas Light, opgezet samen met<br />

Architectuur Lokaal – waar het<br />

Steunpunt Architectuuropdrachten<br />

& Ontwerpwedstrijden is ondergebracht.<br />

Kompas Light is een digitale<br />

Het Belastingkantoor in Amsterdam<br />

Sloterdijk kan het gebouw de Knip<br />

weer vijftien jaar huren. Directeur<br />

Eva Klein Schiphorst van de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> en Johan<br />

van der Blom van eigenaar Ping<br />

Properties tekenden het nieuwe<br />

huurcontract op 31 maart. Projectleider<br />

Peter van Heun vindt zijn glas<br />

champagne ‘welverdiend’.<br />

Het gebouw, dat in de volksmond<br />

ook wel het Boek wordt genoemd,<br />

is vijftien jaar geleden voor de<br />

Belastingdienst gehuurd. De<br />

belastingdienst tekent nu voor<br />

vijftien jaar bij. ‘Een mijlpaal’, zegt<br />

projectleider Peter van Heun. De<br />

onderhandelingen over de huurprijs<br />

hebben lang geduurd. In 2004 vroeg<br />

de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> een<br />

huurprijstoetsing aan, maar met<br />

de toenmalige eigenaar is geen<br />

overeenstemming bereikt over<br />

de huurprijs.<br />

handleiding voor het opstellen van<br />

de aanbestedingsleidraad voor<br />

architectendiensten. Deze is<br />

eenvoudig te lezen en te gebruiken,<br />

vandaar de term ‘light’. Het streven<br />

is dat deze nieuwe handleiding door<br />

zoveel mogelijk betrokken partijen<br />

erkend en gebruikt gaat worden.<br />

Het Steunpunt moet niet alleen<br />

Kompas Light actualiseren en<br />

uitbreiden, het speelt ook een rol bij<br />

het centraal verstrekken van actuele<br />

en uniforme informatie. Verder<br />

houdt het Steunpunt de aanbestedingsprocedures<br />

in de gaten en<br />

communiceert met opdrachtgevers<br />

om problemen te voorkomen. Ten<br />

slotte is het belast met klachtenafhandeling.<br />

Deze steunverlening is<br />

Het eigendom is vorig jaar overgegaan<br />

naar Ping Properties. Daarmee<br />

is nu een nieuw contract gesloten.<br />

Van Heun: ‘Het is een bijzonder<br />

contract, waarbij ook afspraken zijn<br />

gemaakt over het onderhoud voor<br />

de komende jaren: een zogenaamd<br />

service level agreement.’ De staat<br />

van het pand is niet eerder op zo’n<br />

gedetailleerde wijze vastgelegd.<br />

Afgesproken is dat er koudewarmte<br />

opslag komt en dat er straks<br />

energielabel B wordt afgegeven.<br />

‘Voor een ouder pand is dat heel<br />

wat.’<br />

‘Ik ben ontzettend blij dat het nu<br />

rond is. Anderhalf jaar geleden heb<br />

ik dit onderwerp van een collega<br />

overgenomen als vierde of vijfde in<br />

de rij. Ik had me tot doel gesteld om<br />

de klus af te ronden. Dat is gelukt,<br />

dus ik heb wel een glas champagne<br />

verdiend.’<br />

nodig omdat vooral jonge en<br />

startende bureaus misgrijpen naast<br />

een opdracht vanwege de strenge<br />

aanbestedingseisen. Zij moeten<br />

meer kansen krijgen – iets dat door<br />

een overzichtelijke standaard in de<br />

vorm van Kompas Light kan helpen.<br />

Nu Kompas Light is erkend door<br />

uiteenlopende partijen, zoals de<br />

VNG< BNA, Neprom, Pianoo en<br />

Economische Zaken is een belangrijke<br />

stap gezet naar aanvaardbare<br />

en werkbare voorwaarden voor<br />

verschillende partijen. Het advies<br />

van de rijksbouwmeester is onlangs<br />

aangeboden aan de minister van<br />

VROM.<br />

7


8<br />

stedenbouw monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst column onderwerp<br />

wauw<br />

gebouw<br />

TEKST: nicOlaaS matSiEr<br />

FOTOGRAFIE: wim ruigrOk<br />

De zes nul een<br />

Op zijn trektocht door historisch gebouwd<br />

Nederland is Nicolaas Matsier aangekomen bij<br />

de Scheveningse gevangenis, een schepping van<br />

architect Metzelaar. Vele veranderingen heeft de<br />

gevangenis ondergaan, de laatste is de special unit<br />

voor verdachten van oorlogsmisdrijven. Maar de<br />

gevangenis zal altijd synoniem zijn met cel 601,<br />

waar Jan Campert zijn beroemde oorlogsgedicht<br />

schreef.<br />

De oude monumentale poort.<br />

De oude Grieken noemden de<br />

Zwarte Zee, berucht om haar<br />

stormen en schipbreuken, de Pontos<br />

Euxeinos: de gastvrije zee. Het is een<br />

klassiek voorbeeld van een eufemisme.<br />

In de Tweede Wereldoorlog<br />

moet iemand uit de kringen van het<br />

verzet op het briljante idee zijn<br />

gekomen om de gevangenis in<br />

Scheveningen het Oranjehotel te<br />

noemen. Het is een benaming<br />

waarin, net als in het oude Griekse<br />

eufemisme, zowel bezwering als<br />

hoop doorklinkt. Het is ook een<br />

ijzersterk blijk van sarcasme. De nare<br />

dingen moeten niet ook nog eens<br />

een nare naam hebben.<br />

De Scheveningse gevangenis,<br />

ontworpen in 1882, vier jaar later in<br />

gebruik genomen, heeft sindsdien<br />

talrijke verbouwingen gekend. De<br />

gebouwen hebben meerdere<br />

justitiële functies en bijbehorende<br />

benamingen gehad. Van Huis van<br />

Bewaring, Gevangenis, Strafgevangenis,<br />

Bijzondere Strafgevangenis,<br />

tot en met Penitentiaire Inrichting en<br />

United Nations Detention Unit. Zulke<br />

neutrale en grijze aanduidingen<br />

horen bij instellingen en organisaties.<br />

De kleurrijke bijnaam Oranjehotel,<br />

slechts vier jaar in effectief gebruik<br />

geweest, is eruit gesprongen en<br />

gebleven.<br />

Een gevangenis is van begin tot eind<br />

mensenwerk. Het duingebied direct<br />

ten noorden van de gevangenis, de<br />

Waalsdorper Vlakte, is dat niet. Het<br />

is in elk geval geen ‘aangelegde<br />

natuur’. Het is de dichter Armando<br />

geweest die de kwalificatie ‘schuldig<br />

landschap’ bedacht heeft voor<br />

plekken in de min of meer vrije<br />

natuur met een oorlogsverleden.<br />

Oorden zoals de Waalsdorper Vlakte<br />

zijn ‘guilty by association’.<br />

De Waalsdorper Vlakte, tot 1941<br />

onschuldig, heeft een zwarte<br />

omranding gekregen. Hier hebben<br />

immers de executies plaatsgevonden.<br />

Allereerst die van de dappere<br />

mannen over wie het gaat in het<br />

bekendste Nederlandse gedicht uit<br />

de oorlog, ‘Het Lied van de Achttien<br />

Dooden’. Na hen zijn er nog ettelijke<br />

honderden anderen geweest die de<br />

gevangenis en het leven vaarwel<br />

hebben gezegd in dit stuk van de<br />

duinen. De naam Waalsdorper Vlakte<br />

is daarvan nooit meer losgekomen.<br />

Gewoonlijk richt een gevangenis niet<br />

het woord tot de voorbijganger. De<br />

Penitentiaire Inrichting Haaglanden<br />

(het woord gevangenis is door<br />

justitie in de ban gedaan) doet dat<br />

wel. Als je langs de hoge muur loopt<br />

die hoewel hij blind is toch uitziet op<br />

de Waalsdorper Vlakte kom je eerst<br />

een plaquette tegen met enkele<br />

dichtregels en een eind verderop ook<br />

nog een gebeeldhouwd reliëf met<br />

een sonore tekst.<br />

De gevangenismuur doet dus<br />

enigermate aan geschiedschrijving,<br />

althans aan het onderhoud van het<br />

historisch bewustzijn, en dat is goed.<br />

Maar je kunt niet zeggen dat de<br />

gevangenis ermee te koop loopt. Het<br />

is de zijkant en je moet weten wat je<br />

zoekt. Als je afloopt op wat vroeger<br />

de monumentale hoofdingang was,<br />

of op de huidige – honderd procent<br />

onmonumentale – nieuwe een<br />

eindje verderop, dan zullen die twee<br />

ingangen je wat dit betreft niet<br />

wijzer maken.<br />

Wat de bezoeker enorm opvalt: hoe<br />

saai die nieuwe ingang is, vergeleken<br />

bij de oude monumentale poort. Die<br />

poort is zo goed als het enige dat<br />

nog resteert van het oorspronkelijke<br />

gebouw. Aanvankelijk heeft de<br />

gevangenis als een vreemd neokasteel<br />

midden in de duinen gelegen.<br />

Musea, gasfabrieken, gevangenissen<br />

– tegen het eind van de negentiende<br />

eeuw konden die er allemaal<br />

neomiddeleeuws uitzien, al dan niet


met een snufje neorenaissance.<br />

De twee flankerende torens, met<br />

hun transen en hun schietgaten, zijn<br />

een soort signatuur geworden van<br />

de architect. In precies dezelfde<br />

vorm zijn ze te zien in nog drie<br />

andere gevangenissen van de hand<br />

van rijksbouwmeester J.F. Metzelaar:<br />

in Groningen, Arnhem en Breda. Hij<br />

en na hem zijn zoon, W.C. Metselaar,<br />

ook rijksbouwmeester geworden, je<br />

zou haast aan erfopvolging denken,<br />

hebben het leeuwendeel van de<br />

justitiële gebouwen in Nederland<br />

ontworpen. Wat zij tussen 1870 en<br />

de Eerste Wereldoorlog bedachten,<br />

staat voor het grootste deel nog<br />

stevig en stijlvol overeind.<br />

Eenmaal binnen in de gevangenis is<br />

er helemaal niets meer dat de<br />

bezoeker aan deze fraaie buitenkant<br />

en aan de jaren van de Metzelaars<br />

herinnert. De diverse afdelingen van<br />

het huis van bewaring, de gevangenis,<br />

de strafgevangenis, de detention<br />

unit, plus het enige penitentiair<br />

ziekenhuis dat Nederland rijk is – ze<br />

zijn of ze worden ongenadig<br />

verbouwd en gesloopt.<br />

Het wordt de schrijver van deze<br />

column en de fotograaf vergund<br />

vanuit de verte een blik te werpen op<br />

de luchtkooi die bestemd is voor de<br />

ongeveer vijftig gedetineerde<br />

ex-politici en ex-militairen uit wat<br />

voorheen Joegoslavië was. Verdacht<br />

van oorlogsmisdaden, etnocide en<br />

nog het een en ander staan zij<br />

terecht voor het elders in Den Haag<br />

gevestigde tribunaal. In dit stuk<br />

gevangenis en dus ook in deze<br />

luchtkooi hebben de Verenigde<br />

Naties het voor het zeggen, daar<br />

mag geen gewone burger in.<br />

Wij eindigen onze visite met de tot<br />

monument verklaarde Zes Nul Eén.<br />

Waar de gevangenis toch al geen<br />

vrolijke omgeving is – met al dat<br />

koude kunstlicht, dat hoge matglas,<br />

die tralies, die tegels, dat beton, die<br />

blinde muren, die lange gangen, die<br />

van elke grasspriet verstoken<br />

binnenplaatsen, die eindeloze reeks<br />

van zware deuren die met het<br />

bijbehorende sleutelgerammel<br />

geopend worden en met de<br />

bijbehorende dreun achter je in het<br />

slot vallen – is daar dan die ene cel.<br />

Die ene cel, gelegen midden in weer<br />

zo’n gang, zorgvuldig in de oorspronkelijke<br />

staat gehouden dan<br />

wel teruggebracht. Met de oude<br />

attributen en het oude nummer.<br />

Honderden gevangenen hebben<br />

vanuit cellen zoals deze hun laatste<br />

gang gemaakt, naar het poortje in de<br />

muur, en naar buiten, de Waalsdorper<br />

Vlakte op, om daar doodgeschoten<br />

en in de grond gestopt te<br />

worden.<br />

Jan Camperts ‘Het Lied der Achttien<br />

Dooden’ begint – zie hieronder –<br />

heel plastisch met de maten van ‘een<br />

cel’. Dat de Zes Nul Eén in werkelijkheid<br />

twee keer zo groot blijkt te zijn,<br />

ongeveer vier bij twee, zal er voor de<br />

lezer van het gedicht misschien niet<br />

echt aan af- of toedoen. De<br />

celruimte van Camperts gedicht<br />

heeft allicht tot doel om de stap naar<br />

het formaat van een graf te kunnen<br />

zetten. Hoe kleiner de cel, hoe<br />

dichterbij het graf. Een geval van<br />

dichterlijke vrijheid. Maar in cel 601<br />

zal elke bezoeker die het gedicht<br />

kent toch even denken dat hij op de<br />

plaats van handeling is aangekomen.<br />

Eén van de cellen is in de oorspronkelijke<br />

staat gehouden.<br />

Nu ja: handeling – wat heet handeling,<br />

in het geval van iemand die zijn<br />

executie afwacht.<br />

Campert schreef het gedicht – op de<br />

geciteerde strofe volgen er nog zes –<br />

nadat hij in de illegale krant Het<br />

Parool een berichtje gelezen had<br />

over de executie op 13 maart 1941.<br />

Hij was zelf nog gewoon vrij man.<br />

Maar hij gaf één van de achttien,<br />

plaatsvervangend, een stem. Er<br />

peinst een anonieme ik in het<br />

gedicht. Gefusilleerd werden vijftien<br />

Geuzen, leden van de allereerste<br />

Nederlandse verzetsgroep, uit<br />

Rotterdam en omstreken, plus drie<br />

Februaristakers, uit Amsterdam.<br />

Het gedicht werd een paar weken<br />

later gepubliceerd, eveneens in Het<br />

Parool, en daarna nog eens in het<br />

illegale Vrij Nederland. Vanzelfsprekend<br />

niet met Camperts naam<br />

eronder. Pas na het bekend worden<br />

van zijn dood in een Duits kamp (12<br />

januari 1943) kon de naam van de<br />

auteur er zonder risico bij. Uitgegeven<br />

als rijmprent werd het gedicht<br />

vervolgens de illegale bestseller die<br />

het startkapitaal heeft geleverd voor<br />

de ondergrondse uitgeverij De<br />

Bezige Bij.<br />

‘Een cel is maar twee meter lang / en<br />

nauw twee meter breed, / wel kleiner<br />

nog is het stuk grond, / dat ik nu nog<br />

niet weet, / maar waar ik naamloos<br />

rusten zal, / mijn makkers bovendien,<br />

/ wij waren achttien in getal, /<br />

geen zal den avond zien.’<br />

De cel van het gedicht is een<br />

verbeelde cel, dat is waar. En de Zes<br />

Nul Eén is echt. Maar het is de<br />

verbeelde cel die de echte een beetje<br />

minder leeg kan maken.<br />

9


monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

10 stedenbouw<br />

<strong>internationaal</strong><br />

Geleidelijk aan worden de ambities van Den Haag om the international capital of justice te<br />

worden, ingevuld. Begin maart werd de knoop doorgehaakt over de nieuwbouw van het Internationaal<br />

Strafhof dat naar een ontwerp van de Deense architecten schmidt hammer lassen<br />

gebouwd zal worden op het terrein van de Alexanderkazerne. Dat gaat deel uitmaken van een<br />

internationale zone, met niet alleen hoofdkantoren van instellingen en organisaties maar ook<br />

met faciliteiten voor de buitenlandse werknemers. De <strong>Rijksgebouwendienst</strong> zal in veel gevallen<br />

een belangrijke rol spelen als ‘ facilitator’ van bepaalde opgaven, dat kan bestaat uit het verkrijgen<br />

van vergunningen, het overleg met de gemeente, het begeleiden van de bouw.<br />

De internationale status van Den Haag krijgt dus gestalte, ook met een markant ontwerp van<br />

OMA (Rem Koolhaas) op het Koningin Julianaplein, en het knap verbouwde AIVD-kantoor ten<br />

behoeve van het Libanon Tribunaal. En dan is er de wereldtentoonstelling van Shanghai die op<br />

1 mei haar poorten opent: daar zal het Nederlandse paviljoen (centraal op deze overzichtsfoto),<br />

zo voorspellen nu al sommigen, een blikvanger zijn. Reden te meer om deze editie van SMAAK te<br />

wijden aan kansen en ontwikkelingen die Nederland in het buitenland op de kaart zetten.


architectuur architectuurbeleid<br />

huisvesting<br />

12 Deens<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

geeft Nederlands<br />

gastheerschap vorm<br />

bureau gaat<br />

Internationaal Strafhof bouwen<br />

<strong>internationaal</strong><br />

TEKST: bEn maanDag<br />

FOTOGRAFIE: rOElOf pOt<br />

ARTIST IMPRESSIONS: ScHmitt,<br />

HammEr, laSSEn<br />

Boven: de Deense architecten schmitt,<br />

hammer, lassen.<br />

p.13 boven: maquette van het winnend<br />

ontwerp.<br />

onder: de architecten samen met<br />

vertegenwoordigers van het ICC.<br />

De <strong>Rijksgebouwendienst</strong> is nauw betrokken geweest bij de voorbereiding van de nieuwbouw en<br />

de architectenselectie van het Internationaal Strafhof, die uiteindelijk is gewonnen door het<br />

Deense bureau schmidt hammer lassen. Na die uitkomst blijft de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> bij de<br />

bouw van het strafhof betrokken, maar in een andere, meer faciliterende rol. Binnen de dienst is<br />

het Atelier Huisvesting Internationale Organisaties het aanspreekpunt voor buitenlandse<br />

instellingen die zich in Nederland te vestigen of al gevestigd zijn. Projectmanager Roel van der<br />

Mark en Rogier Bekkers, projectdirecteur van het Atelier, blikken terug en kijken vooruit.<br />

Met de afronding van de architectenselectie<br />

voor de permanente<br />

huisvesting van het Internationaal<br />

Strafhof (International Criminal<br />

Court, ICC) is voor de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

een enerverende periode<br />

ten einde gekomen. ‘Nu begint het<br />

eigenlijke project,’ zegt Roel van der<br />

Mark. Ook bij dat ‘eigenlijke project’,<br />

de bouw van het nieuwe ICC-complex<br />

op het door duinen omgeven<br />

terrein van de Alexanderkazerne aan<br />

de Waalsdorperweg in Den Haag,<br />

blijft de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> nauw<br />

betrokken.<br />

Terugblikkend zien Roel van der<br />

Mark en Rogier Bekkers de bijeenkomst<br />

van de jury voor de architec-<br />

tenselectie eind oktober 2008 als het<br />

voorlopige hoogtepunt in de<br />

ontwikkeling van het permanente<br />

onderkomen van het ICC. In de<br />

benedenzaal van het Museon wees<br />

de jury, onder voorzitterschap van<br />

rijksbouwmeester Liesbeth van der<br />

Pol en bestaande uit <strong>internationaal</strong><br />

bekende architecten, vertegenwoordigers<br />

van staten die in het ICC<br />

deelnemen en vertegenwoordigers<br />

van het ICC zelf, drie winnende<br />

ontwerpen aan uit de negentien<br />

inzendingen. Deze waren na een<br />

selectie uit 171 architectenbureaus uit<br />

de gehele wereld overgebleven.<br />

Kurken knalden van de champagneflessen<br />

toen op vrijdagmiddag 31<br />

oktober 2008 het winnende drietal<br />

bekend werd: Ingenhoven Architects<br />

uit Duitsland, schmidt hammer<br />

lassen architects uit Denemarken en<br />

Wiel Arets Architects uit Nederland.<br />

Begin dit jaar bleek, na afsluiting van<br />

de onderhandelingsfase door het<br />

projectbureau van het ICC, welk van<br />

de drie bureaus het ontwerp voor<br />

het ICC-onderkomen mag maken. De<br />

keuze van het ICC is gevallen op het<br />

Deense bureau schmidt hammer<br />

lassen.<br />

kOrtE tErmijn<br />

De <strong>Rijksgebouwendienst</strong> is sinds<br />

begin 2002 betrokken bij de<br />

huisvesting van het Internationaal<br />

Strafhof. ‘Het ICC is in 2002 begonnen<br />

met zijn werk in Den Haag,’ zegt


Van der Mark. ‘Het heeft toen een<br />

tijdelijke huisvesting betrokken op<br />

bedrijventerrein Binckhorst, in de<br />

Haagse Arc, het vroegere hoofdkantoor<br />

van KPN. Het probleem was<br />

alleen dat er geen rechtszaal in het<br />

gebouw zat. Die moest op heel korte<br />

termijn worden gemaakt, maar er<br />

was in feite geen programma van<br />

eisen noch een projectteam. Het was<br />

een kwestie van snel keuzes maken.<br />

We hebben in hoog tempo een<br />

projectteam geformeerd en zijn aan<br />

de slag gegaan. Het resultaat was<br />

dat in 2004 de rechtszaal kon<br />

worden opgeleverd.’<br />

Terwijl de aanpassing van de<br />

tijdelijke voorziening in volle gang<br />

was, begon ook het nadenken over<br />

een mogelijke permanente huisvesting<br />

van het ICC. Nederland had als<br />

gastland onder meer op zich<br />

genomen om een stuk grond<br />

beschikbaar te stellen en de<br />

architectenselectie voor de nieuwbouw<br />

te verzorgen. Het ministerie<br />

van Buitenlandse Zaken, de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> en de<br />

gemeente Den Haag als meest<br />

betrokken overheidspartijen<br />

presenteerden het ICC een stuk<br />

grond dat deel uitmaakte van de<br />

Alexanderkazerne. ‘Er was toen ook<br />

nog geen echt programma van eisen<br />

voor de permanente huisvesting,’<br />

herinnert Van der Mark zich.<br />

‘Ambities voor een wereldwijde<br />

Artist’s impressions van het toekomstige<br />

ICC, de manier waarop het gebouw in de<br />

omgeving staat.<br />

architectenselectie waren er al wel,<br />

men wilde liefst zo snel mogelijk<br />

beginnen met een “architectenconcours”.’<br />

Toen duidelijker werd welke eisen<br />

het ICC aan zijn gebouw stelde en<br />

hoeveel vierkante meters kantooroppervlak<br />

er nodig was, bleek het<br />

beschikbare stuk grond aan de<br />

krappe kant. Van der Mark: ‘Je zou<br />

dan al snel de lucht in moeten,<br />

hoogbouw moeten plegen. We<br />

vroegen ons telkens af of dat wel<br />

verstandig was met zoveel randvoorwaarden<br />

op het gebied van<br />

veiligheid en de wens dat er ook<br />

uitbreidingsmogelijkheden moesten<br />

zijn. Uiteindelijk heeft het ministerie<br />

van Buitenlandse Zaken na enkele<br />

13


huisvesting<br />

architectuurbeleid<br />

architectuur<br />

14<br />

massastudies door het Atelier<br />

Rijksbouwmeester besloten het<br />

gehele terrein van de Alexanderkazerne<br />

beschikbaar te stellen.’<br />

nauwE SamEnwErking<br />

Met de gemeente Den Haag<br />

ontstond een nauwe samenwerking<br />

om het nieuwe complex zo zorgvuldig<br />

mogelijk in de omgeving in te<br />

passen en daarbij maximaal rekening<br />

te houden met de buurt en de<br />

omliggende natuur. ‘We hebben er<br />

toen ook voor gekozen een Milieu<br />

Effect Rapportage te laten opstellen,’<br />

zegt Van der Mark, ‘al was dat<br />

misschien niet nodig. We hebben<br />

daar stevig aan vastgehouden.<br />

Ervaring heeft geleerd dat je het<br />

maar beter wel kunt doen, om je<br />

later veel ellende te besparen. We<br />

hebben daar tot nu toe ook veel<br />

profijt van: je vangt in een vroeg<br />

stadium een belangrijk risico af en<br />

het maken van het rapport zorgde<br />

voor vertrouwen bij de bewoners<br />

van de omliggende wijken.’<br />

Zo raakte de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

steeds verder betrokken bij de<br />

bouwplannen van het ICC. Toch<br />

verliep het proces aanvankelijk niet<br />

zo snel als gedacht. ‘Dat kwam<br />

doordat het niet meeviel de<br />

nieuwbouw op de agenda van het<br />

ICC te krijgen,’ analyseert Roel van<br />

der Mark. De Assembly of State<br />

Parties (ASP), de lidstaten van het<br />

ICC, moest over de uitgangspunten<br />

van de nieuwbouw beslissen, maar<br />

vergadert slechts één keer per jaar.<br />

Lukt het niet een onderwerp tijdig op<br />

de agenda te krijgen, dan zit er niets<br />

anders op dan een jaar te wachten.<br />

Van der Mark: ‘Het was een kwestie<br />

van goed voorbereiden en vooruit<br />

denken. Bovendien was er ook lang<br />

onzekerheid over het programma<br />

van eisen, de locatie en het benodigde<br />

budget.’<br />

Toen begin 2007 een ‘facilitator’ was<br />

aangesteld in de persoon van Masud<br />

Husain, beleidsmedewerker van de<br />

Canadese ambassade, raakte het<br />

proces in een stroomversnelling. Hij<br />

organiseerde vanaf voorjaar 2007<br />

expertmeetings met deskundigen uit<br />

een aantal aangesloten landen.<br />

Daardoor begon de nieuwbouw<br />

urgentie te krijgen en tekende zich<br />

langzaam maar zeker het ideaalbeeld<br />

van een tastbaar strafhof af. De<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> droeg in die<br />

fase vooral zorg voor adviezen over<br />

programma, tijd, geld en de<br />

mogelijke organisatie van het<br />

project. Eind 2007 wierp de nieuwe<br />

aanpak zijn vruchten af: tijdens de<br />

jaarvergadering in New York stemde<br />

de ASP in met de locatie van de<br />

Alexanderkazerne, met het voorgestelde<br />

programma en budget, koos<br />

bovendien voor het organisatieschema<br />

om tot nieuwbouw te komen en<br />

gaf ‘groen licht’ voor de start van de<br />

architectenselectie.<br />

OnDEr DE kErStbOOm<br />

‘Toen die beslissing eenmaal was<br />

gevallen, ging het snel,’ zegt Roel<br />

van der Mark. ‘Het bureau ANP,<br />

afkomstig uit het Duitse Kassel en<br />

gespecialiseerd in dergelijke<br />

omvangrijke architectenselecties,<br />

stond al klaar in de coulissen om aan<br />

de slag te gaan. Er was nu haast mee<br />

gemoeid, we moesten echt direct<br />

aan de slag. Ik weet nog dat ik in<br />

december 2007 onder de kerstboom<br />

alles wat van belang zou zijn bij deze<br />

architectenselectie op papier heb<br />

gezet in een soort draaiboek. De<br />

bedoeling was om in 2009 met het<br />

ontwerp te beginnen, dus moest<br />

eind 2008 de architect bekend zijn.<br />

En daar mochten we op vriendelijk<br />

verzoek van het ICC gerust al oktober<br />

van maken. En dat is uiteindelijk<br />

gelukt. Het mandje met de drie<br />

prijswinnaars is vervolgens half<br />

november tijdens een feestelijke<br />

bijeenkomst in het Haagse stadhuis<br />

overgedragen aan het ICC.’<br />

Na de juryuitspraak van oktober<br />

2008 is de rol van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

veranderd. ‘Eerst waren<br />

we in opdracht van Buitenlandse<br />

Zaken namens het gastland leidend<br />

ten dienste van het ICC, na de<br />

uitspraak van de jury begeleidend,’<br />

vat Van der Mark die veranderde rol<br />

samen. Dat betekende dat het<br />

projectbureau van het ICC de<br />

verantwoordelijkheid had voor de<br />

onderhandelingen met de winnende<br />

architecten om tot een uiteindelijke<br />

Aan competitie ging gecompliceerd proces vooraf


keuze te komen. ‘De <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

zat in het onderhandelingsteam<br />

als adviseur van Buitenlandse<br />

Zaken. De onderhandelingen waren<br />

veel complexer en vergden veel meer<br />

tijd dan iedereen had gedacht,’ zegt<br />

Van der Mark. Ze leidden ertoe dat<br />

het bureau schmidt hammer lassen,<br />

als winnaar van de tweede prijs,<br />

uiteindelijk werd uitgekozen. Het<br />

Deense bureau wist binnen het<br />

budget te blijven en speelde goed in<br />

op onder meer de functionele<br />

aanbevelingen van het ICC.<br />

Stap tErug<br />

‘We doen nu als gastland een stap<br />

terug,’ zegt Roel van der Mark. ‘Het<br />

is nu echt een ICC-project geworden,<br />

uitgevoerd onder regie van hun<br />

eigen projectorganisatie. Waar de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> nog voor zorgt<br />

is dat het terrein bouwrijp wordt<br />

opgeleverd. Voor het overige hebben<br />

wij nu een meer faciliterende rol, om<br />

te zorgen dat procedures gemakkelijk<br />

verlopen en vergunningen soepel<br />

worden verstrekt.’ Daarbij is ook de<br />

gemeente Den Haag een belangrijke<br />

partij. ‘De gemeente heeft de aanpak<br />

van het project erg goed opgepakt.<br />

De ambities zijn hoog en dat moet in<br />

dit geval ook. Onze taak is nu om als<br />

overheid eenduidig op te treden<br />

namens het gastland bij de bouw<br />

van het strafhof en hierdoor een<br />

maximale facilitering van het ICC<br />

mogelijk te maken.’ De <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

zal naar verwachting tot<br />

het einde van het project, dat eind<br />

2015 is voorzien, bij het project<br />

betrokken blijven.<br />

‘Een organisatie als het ICC moet zich<br />

hier thuis voelen,’zegt Rogier<br />

Bekkers. ‘Dan gaat het om gastheerschap<br />

en dienstbaarheid. Dat begint<br />

ermee dat je als gastland één gezicht<br />

toont. Daarin hebben we de<br />

afgelopen jaren veel geïnvesteerd.<br />

Voor dit project betekent dat een<br />

consequent nauwgezette afstemming<br />

tussen Buitenlandse Zaken, de<br />

gemeente Den Haag en de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>.’<br />

Het is zaak dat<br />

gastheerschap voortdurend actueel<br />

te houden, benadrukt Bekkers: ‘Er is<br />

een toenemende concurrentie van<br />

andere Europese steden. Bovendien<br />

hebben internationale organisaties<br />

inmiddels een veel breder behoeftepakket<br />

dan alleen een kantoorgebouw.<br />

Denk aan kinderopvang, delen<br />

van facilitaire voorzieningen,<br />

adequate huisvesting van veelal<br />

buitenlands personeel.’<br />

rarE Spagaat<br />

Ging het vroeger nog om het tot<br />

stand brengen van een enkel<br />

gebouw, nu komt het accent veel<br />

meer te liggen op het bieden van een<br />

totaalarrangement. De Internationale<br />

Zone in Den Haag moet het<br />

platform worden om die ambitie<br />

inhoud te geven. Bekkers: ‘Zeker met<br />

het huidige economisch tij zitten we<br />

in een rare spagaat. We willen een<br />

ruimhartig gastheer zijn, maar<br />

worden tegelijk meer dan voorheen<br />

geconfronteerd met beperkte<br />

financiële middelen. De vraag wordt<br />

dan: willen we nationaal handelen<br />

in een internationale omgeving of<br />

willen we <strong>internationaal</strong> handelen<br />

in een nationale omgeving?’<br />

Het ICC is voor de beoogde ontwikkeling<br />

van een meer strategisch<br />

huisvestingsbeleid zonder meer<br />

belangrijk geweest, onderstreept<br />

Bekkers. ‘Evenals de thans lopende<br />

projecten als Libanon tribunaal,<br />

Europol, Eurojust en de verplaatsing<br />

van de Franse ambassade is het een<br />

bouwsteen voor het actueel houden<br />

van het profiel Nederland Gastland.<br />

Het gaat om drive en krachtdadig<br />

optreden, want er moet nu eenmaal<br />

huisvesting komen. Maar ook is<br />

fingerspitzengefühl voor politiekbestuurlijke<br />

verhoudingen nodig, in<br />

het nationale en in het internationale<br />

domein. Die combinatie en het<br />

vermogen het projectresultaat<br />

daarmee te versterken, dat is de<br />

meerwaarde die wij als Atelier van<br />

de Directie Projecten van de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> te bieden<br />

hebben.’<br />

Artist impression van de de toegang<br />

(boven) en de toekomstige zittingszaal<br />

(onder).<br />

15


16 architectuurbeleid<br />

expertise<br />

TEKST: jaap HuiSman<br />

FOTOGRAFIE: marcEl kEntin, jOEp<br />

jacObS, rOgEr DOHmEn, cHriStian<br />

ricHtErS<br />

<strong>internationaal</strong><br />

Sinds de gemeente Den Haag<br />

besloten heeft juridische hoofdstad<br />

van de wereld te worden, is er een<br />

nieuwe, of liever gezegd, uitgebreidere<br />

opgave bijgekomen: hoe alle<br />

internationale organisaties afdoende<br />

te beschermen? Dat gold al voor het<br />

Joegoslavië Tribunaal, het Vredespaleis,<br />

Europol, Eurojust, de<br />

organisatie voor het verbod op<br />

Chemische Wapens en de tijdelijke<br />

behuizing van het Internationaal<br />

Strafhof (ICC). Daar komen dit jaar<br />

het Libanon Tribunaal bij, volgend<br />

jaar de nieuwbouw van Europol en<br />

over enkele jaren de nieuwbouw van<br />

het ICC. Den Haag is zelfs een hele<br />

internationale zone aan het<br />

ontwikkelen die de instellingen met<br />

elkaar verbindt. Dan spreken we nog<br />

niet eens over de ambassades in de<br />

residentie, waarvoor bij de een meer<br />

dan voor de ander een bepaalde<br />

gradatie van beveiliging geldt. Vorig<br />

jaar viel om die reden na lange<br />

onderhandelingen het besluit de<br />

Amerikaanse ambassade op de hoek<br />

van de Korte Voorhout te verplaatsen<br />

naar de Waalsdorperlaan in<br />

Alternatieven gezocht voor hekken,<br />

grachten en heggen<br />

Beveiliging<br />

als ontwerpvraagstuk<br />

Wassenaar mede omdat die daar<br />

beter beschermd zou zijn: bovendien<br />

vond de gemeente de provisorisch<br />

geplaatste buffers rondom het<br />

gebouw geen esthetische aanwinst.<br />

Tot de verhuizing is de ambassade<br />

achter een hek geplaatst.<br />

In dat licht bezien valt het verzoek te<br />

begrijpen van de Nationaal Coordinator<br />

Terrorismebestrijding (NCTb)<br />

aan het Atelier Rijksbouwmeester<br />

om de komende tijd met concepten<br />

te komen van betere en fraaiere<br />

beveiligingsmogelijkheden. Is er nog<br />

iets anders mogelijk dan een hek,<br />

gracht of muur, zeker in een<br />

compacte stedelijke omgeving?<br />

Te vaak, zo oordelen NCTb en het<br />

Atelier, komt de ontwerpvraag naar<br />

een geïntegreerde beveiliging in een<br />

te laat stadium, als het gebouw er al<br />

lang en breed staat. Of, een andere<br />

ongewenste situatie, dat het te<br />

beveiligen object in feite op een<br />

verkeerde locatie staat en daarom<br />

moeilijk te beveiligen is. In dat<br />

opzicht lijkt de plaats van het<br />

Libanon Tribunaal in Leidschendam<br />

ideaal: vrijstaand, voldoende afstand<br />

tot een woonwijk en omgeven door<br />

een brede sloot. Er is ook een<br />

voorbeeld van hoe het liever niet<br />

moet. De hekken rondom de Haagse<br />

Arc waar het tijdelijk ICC zetelt, zijn<br />

geen toonbeeld van een fraaie<br />

oplossing, maar hier moet gezegd<br />

dat dat gebouw ook niet specifiek<br />

voor een strafhof was ontwikkeld.<br />

In enkele workshops op het Atelier<br />

zullen voorstellen op tafel komen die<br />

bij eerstvolgende opgaven hun nut<br />

kunnen bewijzen. De workshops zijn<br />

te vergelijken met de ‘competitie’ die<br />

voormalig Rijksbouwmeester Mels<br />

Crouwel opzette rondom het ‘meest<br />

duurzame kantoorgebouw’, ook een<br />

conceptueel vraagstuk. Dé oplossing<br />

zit er niet bij, of hoeft er niet bij te<br />

zitten, het gaat vooral om de<br />

uitwisseling van ideeën. Zo ook met<br />

de opgave beveiliging. Zes specialisten,<br />

onder wie architecten, landschapsarchitecten<br />

en industrieel<br />

ontwerpers, zullen aan de hand van<br />

verschillende locaties schetsen<br />

maken, die NCTb weer op een idee<br />

kunnen brengen. NCTb draagt zorg<br />

voor de veilige omgeving, dus voor


p 16<br />

het Vredespaleis (foto Marcel Kentin)<br />

p 17<br />

Security booth van architect Fokke van<br />

Dijk aan het Libanon Tribunaal (foto<br />

Roger Dohmen)<br />

alles wat zich rondom een instelling<br />

voor een hek afspeelt. Charles van<br />

Marrelo, architect bij ARBM en een<br />

van de leiders van de workshops, is<br />

betrekkelijk nuchter over de staat<br />

van beveiliging. ‘Je kunt niet alles<br />

tackelen. Je kunt hooguit voorwaarden<br />

creëren waardoor aanvallers de<br />

wind uit de zeilen wordt geslagen,<br />

door vertraging in te bouwen, door<br />

extra obstakels.’ Tegen grof geschut,<br />

‘professionals’ volgens Van Marrelo,<br />

zal elke beveiliging machteloos<br />

staan, hoe fraai ook vormgegeven.<br />

Natuurlijk is beveiliging zo oud als de<br />

wereld. Kastelen omringd door een<br />

slotgracht, ophaalbruggen, ommuurde<br />

steden, vestingen, afscheidingen<br />

(met de muur door Israël en Palestina<br />

als meest recente voorbeeld) geven<br />

aan hoe de mens steevast behoefte<br />

heeft gehad aan de afbakening<br />

tussen het eigen en openbaar domein.<br />

Van Marrelo verzamelde voorbeelden,<br />

niet alleen architectonische, die<br />

de opvattingen in een bepaalde<br />

cultuur weerspiegelen. ‘Ik denk dat<br />

men in Zuid-Europa meer hecht aan<br />

een zichtbare beveiliging, met<br />

patrouillerende marechaussee of<br />

soldaten, met lijfwachten, en dat de<br />

cultuur in Nederland juist is om<br />

beveiliging onzichtbaar te laten zijn.<br />

Wij concentreren ons eerder op de<br />

psychologie van een gebouw en<br />

omgeving. Daarom vonden we die<br />

stootblokken rondom de Amerikaanse<br />

ambassade ook zo on-<br />

Nederlands. Veiligheid of onveiligheid<br />

willen we liever verstoppen.’ In<br />

dat verband wordt wel als voorbeeld<br />

aangehaald de commotie die<br />

ontstond rondom de bodyscan op<br />

Schiphol. In hoeverre tast die de<br />

menselijke privacy aan? In andere,<br />

meer hierarchisch geleide landen,<br />

zou dat geen issue zijn.<br />

De opgave tijdens de workshop<br />

betreft gebouwen in het stedelijk<br />

weefsel enerzijds en vrijstaande<br />

complexen anderzijds, opnieuw het<br />

onderscheid tussen de huidige plaats<br />

van de Amerikaanse ambassade en<br />

de toekomstige plaats in Wassenaar.<br />

De vraag die nu al opkomt, is of je<br />

een afschrikwekkend effect beoogt,<br />

of juist een subtiele omheining –<br />

daarbij speelt uiteraard een rol wat<br />

een specifieke organisatie of ambassade<br />

aan bedreiging kan verwachten.<br />

Een land als Israël zal in elke diplomatieke<br />

hoofdstad om een vrije<br />

positie vragen, en liefst ook uit de<br />

buurt van een ander ‘gecompliceerd’<br />

land, zo werd duidelijk bij de opgave<br />

in Rome enkele jaren geleden.<br />

Waar het om gaat is hoe beveiliging<br />

zo goed mogelijk geïntegreerd kan<br />

worden in de architectuur (of anders<br />

in het stedenbouwkundig ontwerp).<br />

Een paar geslaagde voorbeelden zijn<br />

de Nederlandse ambassade van<br />

Claus en Kaan in Maputo (Mozambique)<br />

waar het gebouw als het ware<br />

overgaat in een verticaal geperforeerde<br />

muur rondom een patio.<br />

17


18<br />

Mooi is ook de ambassade van<br />

Mexico in Berlijn. Het monumentale<br />

hek maakt deel uit van de voorgevel.<br />

Dat geldt ook voor de Nederlandse<br />

ambassade van Warschau, door<br />

architect Erick van Egeraat vormgegeven<br />

als een ‘decoratieve afleiding’.<br />

En afleiding is maar een lettergreep<br />

verwijderd van verleiding, want<br />

gebouwen zoals ambassades,<br />

rechtbanken en tribunalen moeten<br />

wel toegankelijk blijven. Anders kun<br />

je net zo goed een bunker neerzetten.<br />

Een oplossing die veel voorkomt –<br />

en ook opduikt bij het winnend<br />

ontwerp van het ICC – is de eigentijdse<br />

variant van de slotgracht. Een<br />

flink stuk water dat de instelling<br />

afscheidt ‘van de boze buitenwereld’.<br />

Effectief tot het moment dat de vorst<br />

binnenvalt. Interessant dilemma is<br />

verder, verwacht Van Marrelo, het<br />

botsende belang tussen een publieke<br />

functie die bijvoorbeeld het Congresgebouw<br />

heeft en de juist gesloten<br />

organisaties ernaast. Wat te doen<br />

met een manifestatie die voor een<br />

buurman onwelgevallig is. Hoe dat<br />

conflict op te lossen? En soms kun je<br />

alles ontwerpen maar toch een<br />

zwakke plek over het hoofd zien –<br />

dan staat er wel een fraaie security<br />

booth, maar is er tien meter verderop<br />

een onbeschermde toegang.<br />

Dat is zeker niet het geval met de<br />

security booth die architect Fokke<br />

van Dijk van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

ontwierp voor het Libanon<br />

Tribunaal. Het is dankzij zijn facade<br />

van gestrekt aluminium een kleinood<br />

waartegen het beschermende hek<br />

wegvalt. Onzichtbaar zijn de security<br />

scans van tassen en lichamen die in<br />

de paar vierkante meter moesten<br />

worden weggewerkt, de standaard<br />

apparatuur zoals die ook op Schiphol<br />

voorkomt. Een aparte cabine is<br />

gereserveerd voor een toezichthoudende<br />

beveiligingsbeambte. Alles<br />

draait om het veiligheidscircuit.<br />

Van Dijk: ‘Men komt binnen, wordt<br />

gecontroleerd en kan dan doorlopen<br />

naar het hoofdgebouw. Als ontwerper<br />

moest ik de vermenging van<br />

bezoekersstromen vermijden. Wie<br />

teruggaat, loopt buitenom het<br />

gebouwtje heen.’ Het is het idee<br />

van een portiersloge, maar dan een<br />

eigentijdse versie, met als doel dat<br />

een tribunaal ongestoord kan gaan<br />

draaien. Beveiliging is daarom nodig,<br />

maar liefst in een zo vriendelijk<br />

mogelijke vorm. Voor architecten en<br />

industrieel ontwerpers ligt daar een<br />

braak liggend terrein.<br />

Bron: Verbouwen, de architectuur van<br />

ambassades, Sander Grip. 2009.<br />

rechts: meldkamer (foto Joep Jacobs)<br />

onder: Nederlandse Ambassade in<br />

Warschau ontworpen door Erick van<br />

Egeraat (foto: Christian Richters)


Terugdringing auto bevordert<br />

duurzame stedenbouw<br />

<strong>internationaal</strong><br />

Duurzame architectuur is een stap in de goede<br />

richting maar duurzame stedenbouw zet pas echt<br />

zoden aan de dijk. Binnen het College van Rijksadviseurs<br />

maakt Ton Venhoeven zich sterk voor<br />

ontwerpend onderzoek naar nieuwe vormen van<br />

stedenbouw die zuiniger met energie omgaan en<br />

aanzienlijk minder mobiliteit genereren.<br />

Rotterdam<br />

Rijksadviseur<br />

Venhoeven<br />

voegt thema<br />

toe aan<br />

discussie<br />

TEKST: EgbErt kOStEr<br />

ARTIST IMPRESSIONS:<br />

– DOEpEl StrijkErS arcHitEctS<br />

(OpDracHt rOttErDam)<br />

– ZuS (OpDracHt apElDOOrn)<br />

– jDS arcHitEctS (OpDracHt tilburg)<br />

– 2012 arcHitEctEn (OpDracHt HEErlEn)<br />

– VHp StEDEnbOuwkunDigEn, arcHitEctEn<br />

En lanDScHapSarcHitEctEn<br />

(OpDracHt grOningEn).<br />

stedenbouw studie<br />

19


studie<br />

stedenbouw<br />

20<br />

boven: illustratie van 2012 architecten voor de<br />

krimpregio Heerlen.<br />

rechts: datapark met energieproducerende<br />

voetbalvelden van Doepel Strijkers Architecten,<br />

voor de Stadshavens in Rotterdam.<br />

Waarom houdt de Rijksadviseur voor<br />

Infrastructuur zich met duurzame<br />

stedenbouw bezig?<br />

‘Dat ligt heel simpel. Als je nagaat<br />

dat sommige steden vijftien keer<br />

meer energie verspillen aan<br />

mobiliteit dan andere steden, dan<br />

kun je op je vingers natellen dat er<br />

een heel duidelijke relatie is tussen<br />

mobiliteit, energieverbruik en<br />

stedenbouw.<br />

In Houston wordt per inwoner<br />

vijftien keer zoveel energie gebruikt<br />

voor mobiliteit als in Shanghai. Dat<br />

komt door de grote afstanden tussen<br />

wonen, werken en winkelen in<br />

Houston die allemaal per auto<br />

worden afgelegd. De experimenten<br />

die momenteel wereldwijd plaatsvinden<br />

om een klimaatneutrale stad<br />

te ontwerpen gaan allemaal uit van<br />

de voetganger als dominante<br />

verkeersdeelnemer in combinatie<br />

met openbaar vervoer voor het<br />

overbruggen van grotere afstanden.<br />

Dat is een radicaal verschil met de<br />

gangbare praktijk in de stedenbouw<br />

sinds de jaren dertig waarin – zeker<br />

in de VS – structureel werd vertrokken<br />

vanuit de auto. Rond 1900 waren<br />

de steden als gevolg van de enorme<br />

industrialisatie veranderd in<br />

stinkende metropolen. Om de<br />

leefomstandigheden van de<br />

bewoners te kunnen verbeteren<br />

moesten de steden dus als het ware<br />

‘oplossen’ in het omringende<br />

landschap. En in de jaren dertig<br />

maakte de auto dat mogelijk. De<br />

auto lag ten grondslag aan het grote<br />

succes van de suburbs.<br />

Die slingerbeweging gaat nu<br />

wereldwijd geleidelijk de andere<br />

kant op. Steeds meer mensen<br />

realiseren zich dat ze helemaal niet<br />

in het groen wonen maar op een<br />

parkeerterrein. Dat ze, zoals<br />

bijvoorbeeld in Los Angeles, vijf uur<br />

per dag aan het forensen zijn. Met<br />

als gevolg kinderen die thuis alleen<br />

opgroeien, lid worden van gangs<br />

etcetera.’<br />

Maar stedenbouw omvat toch meer dan<br />

mobiliteit?<br />

‘De relatie tussen vestigen en<br />

bewegen is al heel oud. De eerste<br />

steden zijn ontstaan op knooppunten<br />

van routes en bij doorwaadbare<br />

plekken in rivieren waar overnachtingsplekken<br />

kwamen. Stedenbouw<br />

is een statisch iets dat complementair<br />

is aan de dynamiek van bewegende<br />

mensen.<br />

Als Rijksadviseur voor Infrastructuur<br />

houd ik mij niet alleen met wegen<br />

bezig maar denk ik na over infrastructuur,<br />

mobiliteitsnetwerken en<br />

de relatie tussen mobiliteitsnetwerken<br />

en ruimtelijke kwaliteit. Hoe ga<br />

je bestaande, op automobiliteit<br />

gebaseerde steden herontwikkelen<br />

om ze duurzamer te maken?<br />

Vancouver is daarvoor een heel<br />

interessant voorbeeld. In Vancouver<br />

hebben ze in de jaren zeventig<br />

besloten om geen nieuwe stadsuitbreidingen<br />

meer te maken maar<br />

knooppunt-ontwikkelingen in<br />

suburbane gebieden te gaan<br />

stimuleren. Die knooppunten<br />

maakten het mogelijk om een<br />

ov-systeem op te zetten dat de<br />

leefbaarheid enorm heeft verbeterd.<br />

Als je praat in termen van knooppunten,<br />

dan kunnen de verschillen<br />

tussen bouwen in hoge en in lage<br />

dichtheid heel gemakkelijk gecombineerd<br />

worden. Buiten een straal van<br />

een kilometer laat je de bebouwingsdichtheid<br />

afnemen tot de<br />

dichtheid van suburbaan gebied.<br />

Dan kun je gewoon met fiets naar<br />

het knooppunt en stap je daar op de<br />

trein. Daarin kun je mobiel internetten<br />

zodat je je werk af hebt tegen de<br />

tijd dat je aankomt. Dat zijn heel<br />

belangrijke ontwikkelingen.’<br />

OpEn ruimtE<br />

‘Niet toevallig hebben de gemeenten<br />

in de zuidvleugel van de Randstad er<br />

onlangs voor gekozen om tachtig<br />

procent van de bouwopgave – zowel<br />

wonen als werken – binnenstedelijk<br />

te gaan realiseren rondom de<br />

knooppunten. Men is daar tot het<br />

inzicht gekomen dat verdere<br />

stadsuitbreiding het volbouwen van<br />

de resterende open ruimte betekent.<br />

Dat die gemeenten met elkaar<br />

afspraken moeten maken om de<br />

ruimtelijke ontwikkelingen te sturen<br />

omdat anders de wal het schip<br />

keert.’<br />

‘Een ander voorbeeld: de nieuwe<br />

rondweg van Eindhoven. Daar was<br />

het de uitdaging om de economie<br />

van de regio, die heel sterk gericht is<br />

op high tech, een impuls te geven<br />

door tegelijkertijd zowel de leefkwaliteit<br />

als de bereikbaarheid sterk te<br />

verbeteren. En dat voor een groep<br />

mensen die eigenlijk gewend is om<br />

suburbaan te wonen. We hebben het<br />

hier over de internationale concurrentiepositie<br />

van Eindhoven op de<br />

wereldwijde arbeidsmarkt voor high<br />

potentials. De regio die er het best in<br />

slaagt om dat soort mensen aan te<br />

trekken, die trekt ook de beste<br />

bedrijven aan en is dus het meest<br />

competitief. Daarom is de aanleg<br />

van de nieuwe rondweg gecombineerd<br />

met de reconstructie van De<br />

Dommel, inclusief nieuwe ecologische<br />

oevers. Vanuit de binnenstad<br />

kunnen bewoners nu met de fiets<br />

langs De Dommel, onder de in de<br />

rondweg opgenomen fly-overs door,<br />

het landschap in trekken en kunnen<br />

omgekeerd de dieren ook de stad<br />

bereiken. Een project van voor mijn<br />

tijd, maar wel een heel geslaagd<br />

voorbeeld van het geïntegreerd<br />

verbeteren van zowel ruimtelijke<br />

kwaliteit, mobiliteit, landschap als<br />

economie. Allevier de ministeries die<br />

bij het Meerjaren Investeringsprogramma<br />

Ruimte en Mobiliteit zijn<br />

betrokken (V&W, VROM, LNV en EZ)<br />

werkten in dit project nauw samen.’<br />

‘Hoe het niet moet kunje zien je in<br />

sommige delen van de Drechtsteden.<br />

Daar wordt het landschap door<br />

infrastructuur met gigantische<br />

geluidsschermen kapotgesneden,<br />

waardoor de leefkwaliteit zwaar<br />

achteruit gaat en mensen de neiging<br />

hebben om nog verder weg te gaan<br />

wonen.’<br />

rEStwarmtE<br />

Waarin verschilt duurzame stedenbouw<br />

van duurzame architectuur?<br />

‘Dat is geen fundamenteel verschil.<br />

Theoretisch heb je de trias energetica<br />

die bestaat uit drie stappen. Stap<br />

1: zo zuinig mogelijk omgaan met<br />

energie. Stap 2: zo veel mogelijk in<br />

de resterende energiebehoefte<br />

voorzien door energie die duurzaam<br />

wordt opgewekt. Stap 3: voor zover<br />

je niet ontkomt aan fossiele<br />

brandstoffen deze zo slim mogelijk<br />

inzetten. Bijvoorbeeld door<br />

zogeheten cascadering waarbij de<br />

restwarmte van energiecentrales<br />

steeds op een lager temperatuurniveau<br />

wordt benut voor bijvoorbeeld<br />

industriële processen, het verwarmen<br />

van kantoren of woningen en<br />

het kweken van vis of verbouwen<br />

van voedsel.’<br />

‘Onderzoek heeft geleerd dat het<br />

overslaan van stap 1 geen optie is.<br />

Om de totale energiebehoefte van<br />

het Verenigd Koninkrijk duurzaam


op te wekken zou je drie keer de hele<br />

oppervlakte van het land nodig<br />

hebben om windmolens en<br />

zonnepanelen neer te zetten. Dus als<br />

je de trias energetica op stedenbouwkundig<br />

niveau wil toepassen,<br />

dan begin je met beperken van de<br />

energievraag. Stel dat het je zou<br />

lukken om gebouwen of buurten qua<br />

energiegebruik zelfvoorzienend te<br />

krijgen, dan ben je al een flink stuk<br />

verder. Maar dan heb je nog de<br />

energiebehoefte van transport,<br />

datacenters voor internet, openbare<br />

verlichting en noem maar op. Vooral<br />

transport gebruikt heel veel energie,<br />

dus is het van belang om door<br />

middel van stedenbouw de mobiliteit<br />

drastisch terug te dringen. Van<br />

alle mobiliteit heeft negentig<br />

procent betrekking op afstanden van<br />

minder dan zestig kilometer per dag.<br />

Dat is het schaalniveau van de<br />

stedelijke regio. Dus als je op dat<br />

niveau dingen slimmer kunt<br />

organiseren maak je een enorme<br />

duurzaamheidsslag. Daartoe moet je<br />

compact bouwen en er voor zorgen<br />

dat de bevolking binnen een regio<br />

kan profiteren van een bruisend<br />

cultureel leven, goede scholen en<br />

mooie stadsparken. Als je al dat<br />

soort dingen goed regelt, beperk je<br />

niet alleen de mobiliteit maar<br />

gebruik je ook je infrastructuur veel<br />

optimaler en kan je aanzienlijk<br />

besparen op aanleg- en onderhoudskosten.’<br />

kOElwagEnS<br />

‘Daarnaast moet je gaan bedenken<br />

hoe je je economie anders kan<br />

organiseren. Nu worden garnalen<br />

bijvoorbeeld gevangen in de Waddenzee,<br />

gaan ze vervolgens met koelwagens<br />

naar Marokko om gepeld te<br />

worden, waarna ze weer terugkomen<br />

naar Groningen om daar vandaan<br />

over de hele wereld geëxporteerd te<br />

worden. Dat soort dingen moet<br />

gewoon slimmer en efficiënter kunnen.<br />

De belangrijkste reden dat veel<br />

productiewerk uit de EU en de VS<br />

wordt verplaatst naar opkomende<br />

economieën is dat arbeid daar<br />

gewoon veel goedkoper is. Maar er<br />

zijn ook dingen die wel lokaal kunnen.<br />

Rotterdam zet met het Climate<br />

Initiative bijvoorbeeld in op het<br />

creëren van vele duizenden banen in<br />

het installeren en onderhouden van<br />

slimme apparatuur die woningen en<br />

bedrijven energiezuiniger maakt<br />

doordat men van elkaars energieoverschotten<br />

en -tekorten kan gaan<br />

profiteren. Die banen worden<br />

gecreëerd met geld dat anders weg<br />

zou vloeien naar het Verre Oosten.’<br />

‘Vanuit het principe om zoveel<br />

mogelijk energie te besparen<br />

ontstaat er behoefte aan een heel<br />

ander model van stedenbouw dat<br />

veel meer uitgaat van mengen. Een<br />

kantoor vraagt overdag energie, een<br />

woonhuis vooral ’s avonds. Als je die<br />

vlak bij elkaar zet kun je hun dal- en<br />

piekuren onderling vereffenen.<br />

Doordat er nu een enorme afstand<br />

tussen piekbelasting en daluren zit,<br />

is er heel veel overproductie van<br />

stroom. Amsterdam is met het geld<br />

dat het heeft gekregen voor haar<br />

aandeel in Nuon nu bezig om een<br />

energienet op te richten dat<br />

particulieren de mogelijkheid biedt<br />

om onderling energie uit te wisselen.<br />

Een zogenaamd ‘smart grid’ dat er<br />

voor zorgt dat je wasmachine gaat<br />

draaien of je elektrische auto zich<br />

begint op te laden zodra er in je buurt<br />

veel aanbod van stroom is en weinig<br />

vraag. Daarmee creëer je een ander<br />

businessmodel dan een energiebedrijf<br />

dat alleen maar probeert<br />

stroom af te zetten en, zodra er geen<br />

afnemers zijn, de elektriciteit in de<br />

grond laat wegstromen.’<br />

‘Duurzaam opwekken van energie<br />

kun je op verschillende schaalniveaus<br />

doen. Dus is er binnenkort<br />

niet langer één systeem dat alles<br />

domineert, zoals we dat de afgelopen<br />

eeuw hebben gehad met olie.<br />

Straks heb je niet alleen op het dak<br />

van je woning maar ook op het dak<br />

van je auto zonnecellen en is er ook<br />

kleding waar zonnecelletjes in zitten.<br />

Maar tegelijkertijd staan er ook grote<br />

windmolens op de Noordzee te<br />

draaien. Daarnaast heb je ook nog<br />

de opkomst van urban agriculture<br />

met gestapelde kassen waarin<br />

intensieve groenteteelt plaatsvindt.<br />

Dat biedt heel veel mogelijkheden<br />

voor het uitwisselen van warmte,<br />

energie en CO2. Er bestaat op dit<br />

21


studio<br />

stedenbouw<br />

22<br />

vijf case-studies<br />

Wat is duurzame stedenbouw? Op initatief van het Planbureau voor de<br />

Leefomgeving zijn het afgelopen jaar op diverse locaties in het land<br />

workshops met 100 stakeholders georganiseerd om op deze vraag een<br />

gefundeerd antwoord te kunnen geven. Vervolgens heeft Ton Venhoeven,<br />

namens het Atelier Rijksbouwmeester, vijf architectenbureaus voorgedragen<br />

die, op basis van door deze experts geformuleerde criteria voor<br />

duurzame stedenbouw, elk een studieontwerp hebben gemaakt voor het<br />

duurzaam herontwikkelen van een specifiek type bestaand stedelijk<br />

gebied in Apeldoorn, Groningen, Parkstad Limburg, Rotterdam en Tilburg.<br />

De idee achter deze casestudies is dat de architecten onderzoeken en<br />

visualiseren hoe de actuele theorievorming over duurzame stedenbouw<br />

anno 2040 in de praktijk uit zou kunnen pakken. Omdat elk stedelijk<br />

gebied zijn eigen mogelijkheden en beperkingen heeft (arm of rijk, dicht<br />

of dun bevolkt, groei of krimp) bieden de vijf ontwerpende onderzoeken<br />

een breed palet aan oplossingen voor duurzame stedenbouw in heel<br />

Nederland. Tot 2020 zullen elke twee jaar dit soort workshops en<br />

casestudies worden georganiseerd. Door aldus de voortschrijdende<br />

inzichten over duurzame stedenbouw steeds opnieuw aan de praktijk te<br />

toetsen en de praktijkervaringen van de ontwerpers weer terug te<br />

koppelen naar de theorie en zal gestaag steeds meer kennis over ‘best<br />

practices’ worden opgebouwd.<br />

moment al een energieproducerende<br />

kas in het Westland die zijn<br />

restwarmte afdraagt aan omliggende<br />

functies.’<br />

buurtkantinES<br />

‘Het gaat er dus niet meer om dat je<br />

op het niveau van huis of buurt<br />

volledig autarkisch moet zijn. Wat je<br />

niet op buurtniveau kan regelen, dat<br />

schaal je op naar de stad, de regio of<br />

verder. Dat leidt onvermijdelijk tot<br />

meer functiemenging in combinatie<br />

met smart grids, multimodale<br />

bereikbaarheid en een slimmere<br />

omgang met ruimte. Als je het zo<br />

bekijkt begint zich een soort<br />

biotopen te ontwikkelen waarin alle<br />

verschillende functies van elkaar<br />

profiteren: woningen, kantoren,<br />

bejaardenhuisvesting, kinderopvang,<br />

winkeltjes. Waarbij kantoren geen<br />

eigen inpandige kantines meer<br />

hebben maar die kantine op straat<br />

zit, zodat de buurt er ook profijt van<br />

heeft. Wanneer buurten op die<br />

manier beter gaan functioneren,<br />

krijg je ook minder piekbelasting in<br />

je transportnetwerken. Nu is het zo<br />

dat treinen een groot deel van de<br />

dag bijna leeg rondrijden. En die<br />

multimodale knooppunten gaan<br />

alleen maar functioneren als het de<br />

hele dag door bruisende plekken<br />

zijn.’<br />

Hoe kan de overheid deze ontwikkelingen<br />

faciliteren en stimuleren?<br />

‘We hebben afgelopen honderd jaar<br />

allerlei wet- en regelgeving opgetuigd<br />

om de suburbanisatie mogelijk<br />

te maken. Daarbij is er niet of<br />

nauwelijks gelet op milieueffecten.<br />

Wat we nu moeten doen is dat hele<br />

systeem ombouwen naar een<br />

systeem dat ons leven op lange<br />

termijn duurzamer maakt. Door<br />

andere vormen van belastingheffing,<br />

andere vormen van subsidiëring en<br />

andere vormen van kostprijsberekening.<br />

Zodat iemand niet meer gesubsidieerd<br />

wordt om het verkeerde<br />

gedrag te vertonen. Het principe van<br />

de vervuiler betaalt. Bijvoorbeeld<br />

door wegenbelasting en bpm te<br />

vervangen door de kilometerheffing.<br />

Of denk op mondiaal niveau aan<br />

Apeldoorn<br />

emissiehandel. Aan inefficiënt<br />

transport over grote afstanden zal<br />

door de emissiehandel in de<br />

toekomst een steeds forser prijskaartje<br />

komen te hangen.<br />

Een belegger die nu overweegt om in<br />

een overslagterrein of kantorenpark<br />

te investeren houdt rekening met dit<br />

soort langetermijn-ontwikkelingen.<br />

De vastgoedwereld constateert dat<br />

bedrijven die vroeger hun personeel<br />

vijf dagen per week in de spits naar<br />

kantoor lieten komen nu steeds<br />

meer neigen om hun medewerkers<br />

een dag per week thuis te laten<br />

werken en een dag per week te laten<br />

flexwerken op een satelietlocatie. De<br />

overige werkdagen komen de<br />

medewerkers bij elkaar in een<br />

compact, dynamisch kantoor op een<br />

aantrekkelijke locatie waar zij bij<br />

wijze van spreken ook hun kind in de<br />

peuterspeelzaal kunnen zetten.’<br />

wagEnpark<br />

‘Het nadenken over dit soort nieuwe<br />

arrangementen - die ook dienen om<br />

de mobiliteitsvraag onder controle<br />

te krijgen - gaat nu volop beginnen.<br />

Dat heeft onder andere te maken<br />

met het besluit van de overheid om<br />

met ingang van dit jaar duurzaam te<br />

gaan inkopen. Een besluit met<br />

enorme consequenties. Als je er<br />

bijvoorbeeld als ondernemer met<br />

driehonderd medewerkers een<br />

wagenpark van driehonderd<br />

leaseauto’s op nahoudt verlaag je je<br />

kansen op het verwerven van een<br />

overheidsopdracht. Als architect ben<br />

ik zelf ondernemer, dus zelf word ik<br />

daar ook keihard mee geconfronteerd.<br />

Voor tachtig procent van onze<br />

opdrachten op het gebied van<br />

architectuur en stedenbouw zijn wij<br />

afhankelijk van Europese aanbestedingen.<br />

Duurzaamheid in je<br />

bedrijfsvoering is daarbij een belangrijk<br />

criterium waarop je kan scoren.<br />

Een slechte duurzaamheidsscore is<br />

weliswaar geen reden voor uitsluiting<br />

maar verlaagt wel je kansen op<br />

een opdracht.’


TEKST: jacO bOEr<br />

FOTOGRAFIE: lEViEn willEmSE<br />

<strong>internationaal</strong><br />

C2C zorgt voor gezond<br />

en aantrekkelijk<br />

leefklimaat<br />

Operatiekamer in het Erasmus MC<br />

Over enkele jaren wordt de hoofdzetel van het<br />

ministerie van VROM aan de Haagse Rijnstraat<br />

ingrijpend vernieuwd. De <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

overweegt de operatie volgens de duurzaamheidsprincipes<br />

van ‘cradle to cradle’ uit te voeren. Het<br />

Erasmus MC in Rotterdam zoekt ook naar manieren<br />

om deze filosofie in praktijk te brengen en een aangenaam<br />

en gezond leefklimaat te realiseren. Zowel<br />

in de oudbouw als de geplande nieuwbouw wordt<br />

zwaar op duurzaamheid ingezet.<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> laat zich<br />

inspireren door Erasmus MC<br />

Taco van Iersel is om. Het Erasmus<br />

MC in Rotterdam moet aan de slag<br />

met ‘cradle to cradle’. De projectmanager<br />

huisvesting staat niet alleen in<br />

zijn enthousiasme over de nieuwe<br />

duurzaamheidsfilosofie, waarin afval<br />

als voedsel wordt gebruikt voor<br />

nieuwe producten. Tot in de Raad<br />

van Bestuur leeft de overtuiging dat<br />

de organisatie als semi-publieke<br />

partij en belangrijke speler in de<br />

gezondheidszorg een specifieke<br />

verantwoordelijkheid heeft in het<br />

realiseren van een duurzame en<br />

gezonde omgeving. “Als grootinkoper<br />

kunnen we de markt ook een<br />

flinke duw in de goede richting<br />

geven”, aldus Van Iersel. “We<br />

beheren op dit moment al zo’n<br />

380.000 vierkante meter aan<br />

gebouwen, die voortdurend worden<br />

aangepast. Over acht jaar is dat<br />

443.000 vierkante meter geworden.<br />

Bovendien kan duurzaamheid je op<br />

langere termijn financieel voordeel<br />

opleveren. Onze apparaten gebruiken<br />

nu bijvoorbeeld nog veel<br />

stroom. Maar je zou meer kunnen<br />

doen met de restwarmte die daar<br />

vrijkomt. Het zou toch fantastisch<br />

zijn als we niet alleen energie<br />

verbruiken, maar het ook opwekken<br />

binnen ons bedrijf.”<br />

SamEnwErking mEt rgD<br />

Er moet bij het Erasmus MC nog wel<br />

veel gebeuren, voordat alle kansen<br />

van C2C ook werkelijk benut worden.<br />

“We zijn pas een half jaar serieus met<br />

het onderwerp bezig. Er moet nog<br />

heel veel worden uitgezocht”, vertelt<br />

collega projectmanager Henri<br />

Scholten. De organisatie krijgt<br />

daarbij steun van Senter Novem en<br />

de medewerkers van C2C-grondlegger<br />

Michael Braungart die een<br />

bijzondere leerstoel aan de Erasmus<br />

Universiteit bekleedt. Bovendien<br />

bezoekt het tweetal regelmatig<br />

referentieprojecten en wisselt<br />

ervaringen uit met andere partijen<br />

die C2C willen toepassen in hun<br />

organisatie. Eén van de organisaties<br />

waarmee wordt gepraat, is de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong>. Deze bereidt<br />

op dit moment de grootschalige<br />

duurzaamheid<br />

architectuurbeleid<br />

23


24<br />

vernieuwing van het VROM-hoofdgebouw<br />

aan de Haagse Rijnstraat<br />

voor. Daarbij wordt het toepassen<br />

van C2C-principes serieus overwogen.<br />

“We zijn beiden niet alleen een<br />

grote opdrachtgever die de markt in<br />

beweging kan krijgen, maar we<br />

zitten ook in dezelfde fase van<br />

onderzoek”, aldus Scholten. Hij<br />

erkent dat de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

met haar onderzoek naar de<br />

renovatie van het VROM-departement<br />

andere accenten legt dan het<br />

Erasmus MC. Maar dat belet de twee<br />

organisaties niet om waar mogelijk<br />

met elkaar samen te werken. “We<br />

zijn allebei behoorlijk enthousiast<br />

over C2C. Dat schept een band.”<br />

DriE SpEErpuntEn<br />

Voorlopig heeft het universitair<br />

medisch centrum drie projecten<br />

uitgekozen, waar in de komende<br />

jaren met de nieuwe duurzaamheidsfilosofie<br />

wordt geëxperimenteerd.<br />

Zo wordt bekeken op welke<br />

manier C2C kan worden ingezet bij<br />

de grootschalige renovatie van de 40<br />

jaar oude faculteitstoren. Geen<br />

gemakkelijke klus, want het is een<br />

gemeentelijk monument. Bovendien<br />

komt bij die operatie veel afval vrij,<br />

dat volgens C2C zoveel mogelijk zal<br />

moeten worden hergebruikt. “Hoe<br />

we dat precies gaan aanpakken, is<br />

nog niet bekend”, aldus Van Iersel.<br />

Binnen de faculteitstoren gaat het<br />

Erasmus MC ook proberen om de<br />

laboratoria zoveel mogelijk in te<br />

richten naar C2C-principes. Zo wordt<br />

geprobeerd om de kringloop van<br />

rubber- en latexhandschoenen te<br />

sluiten. En voor de afzuiging van de<br />

zuurkasten wordt naar een duurzame<br />

oplossing gezocht. Tenslotte<br />

zal de organisatie bij de inkoop van<br />

zijn producten ook meer naar de<br />

‘total cost of ownership’ kijken in<br />

plaats van kale aanschafprijzen als<br />

uitgangspunt te nemen. “Van alle<br />

producten gaan we de kosten<br />

gedurende hun hele levensduur op<br />

een rij zetten, voordat over de<br />

aankoop wordt beslist”, licht Van<br />

Iersel toe.<br />

In de afgelopen oktobereditie van<br />

SMAAK is dieper ingegaan op het<br />

begrip ‘cradle to cradle’ en de<br />

mogelijkheden van deze<br />

duurzaamheidsfilosofie voor de<br />

vernieuwing van de VROMhoofdzetel<br />

aan Rijnstraat 8.<br />

Van EcO-VErf tOt<br />

c2c-bEDrijfSrEStaurant<br />

Behalve in deze drie belangrijke<br />

thema’s zal C2C in het Erasmus MC<br />

steeds vaker in kleine verbouwingen<br />

en projecten mee lopen. Dat kan<br />

variëren van het besluit om een<br />

bepaalde afdeling met LED-verlichting<br />

uit te rusten tot een experiment<br />

met een C2C- bedrijfsrestaurant. Ook<br />

zullen traditionele materiaalkeuzen<br />

voor vloerbedekking, verf en<br />

plafondplaten worden heroverwogen.<br />

Voorlopig ligt het accent op het<br />

zoeken naar duurzame producten<br />

die het gebouw ingaan. “Daar<br />

kunnen we op korte termijn al het<br />

verschil mee maken en aanpassingen<br />

in de toekomst mee voorkomen”,


aldus Scholten. Voor het scheiden en<br />

hergebruiken van afgedankte<br />

materialen moet de organisatie nog<br />

veel onderzoek doen. Toch zal ook<br />

op dit terrein duurzaamheid<br />

uiteindelijk leidend worden. Zo<br />

wordt een parkeerdek dat overbodig<br />

is geworden, over enige tijd uit<br />

elkaar gehaald en aan een nieuwe<br />

gebruiker verkocht.<br />

DuurZamE niEuwbOuw<br />

Voor het eerste deel van de ambitieuze<br />

nieuwbouwplannen van het<br />

Erasmus Medisch Centrum kwam het<br />

denken over C2C te laat. De eerste<br />

duizend heipalen voor de 185.000<br />

nieuwe vierkante meters aan<br />

vloeroppervlak zitten al in de grond.<br />

Over zeven jaar zal het gezondheidscentrum<br />

op Hoboken behoorlijk zijn<br />

uitgebreid. Zo wordt het Sophia<br />

Kinderziekenhuis uitgebreid en<br />

verhuist de Daniël den Hoed kliniek<br />

uit Rotterdam-Zuid naar de<br />

centrumlocatie. Ook worden zowel<br />

het Thoraxcentrum als het onderwijscentrum<br />

ingrijpend vernieuwd.<br />

Toch zal in de nieuwbouw duurzaamheid<br />

een grote rol spelen, legt<br />

nieuwbouwmanager Stephan<br />

Versteege uit. “Het levert op langere<br />

termijn niet alleen lagere exploitatielasten<br />

op, maar op korte termijn<br />

ook een gezond en prettig werk- en<br />

leefklimaat.” Op de nieuwbouw van<br />

het Erasmus MC komen daarom<br />

groene daken en worden er veel<br />

duurzame materialen zoals hout met<br />

het FSC-keurmerk, gebruikt.<br />

Bovendien bereikt de organisatie<br />

met een uitgebreid isolatieprogramma,<br />

de toepassing van warmtekoude<br />

opslag in de bodem en de<br />

installatie van energiezuinige verlichting<br />

en ventilatiesystemen een<br />

EPC-waarde (energieprestatiecoëfficiënt)<br />

die lager ligt dan de eisen uit<br />

het Bouwbesluit. Volgens Versteege<br />

is zelfs aan het beperken van<br />

bouwafval bij toekomstige interne<br />

verhuizingen gedacht: in de<br />

nieuwbouw worden op plekken waar<br />

veel verbouwingen worden verwacht,<br />

demontabele wandsystemen<br />

gebruikt en is het mogelijk om de<br />

capaciteit van de ventilatielucht te<br />

vergroten. “De gebouwen kunnen<br />

daardoor zonder veel schade aan de<br />

omgeving veel flexibeler worden<br />

gebruikt.”<br />

boven: Laboratorium. Ook over de ver-<br />

werking van afval wordt nu nagedacht.<br />

p. 24: overzicht van het ziekenhuiscomplex.<br />

25


26 architectuur<br />

huisvesting<br />

Rechtszaal in oude<br />

AIVD-gebouw is een<br />

digitaal wonder<br />

Het Libanon Tribunaal is een<br />

<strong>internationaal</strong><br />

Het is de klassieke foto die gewoonlijk<br />

van een uiterlijk wordt gemaakt:<br />

vóór en na de behandeling. Dat<br />

procédé kan ook op een interieur<br />

worden toegepast. In het vroege<br />

voorjaar van 2009 verzamelde de<br />

pers zich in een gymzaal in Leidschendam,<br />

een ruimte met een groene<br />

rubberen vloer met belijning,<br />

ventilatieroosters, patrijspoortramen.<br />

Het was de voormalige sportzaal van<br />

de AIVD die het pand in 2007 heeft<br />

verlaten. Een jaar later is daar niets<br />

meer van te herkennen. Een stemmige<br />

rechtszaal in bruintinten is er<br />

voor in de plaats gekomen met op<br />

een verhoging de zetels van de vijf<br />

rechters. Rechts van die rechters<br />

zullen de beklaagden plaatsnemen,<br />

aan de andere zijde links de aan -<br />

klagers. De beklaagden worden<br />

geflankeerd door het bewakend<br />

personeel. Pal tegenover het<br />

presidium bevindt zich de plaats<br />

waar de getuigen kunnen worden<br />

gehoord. Daarboven steekt een<br />

publieke tribune over de volle<br />

breedte de zaal in, afgescheiden van<br />

de rechtszaal met beveiligd en<br />

akoestisch glas. De wanden zijn<br />

bekleed met vierkante panelen in<br />

een suede-look die ook een gedempte<br />

akoestiek garanderen – dusdanig<br />

effectief dat zelfs gefluister hoorbaar<br />

blijft. Het geheim van de non-woven<br />

wandbespanning is dat ze met<br />

klittenband is vastgezet. Ze kan er<br />

dus ook weer eenvoudig af.<br />

Het voormalige AIVD-hoofdkantoor in<br />

Leidschendam is omgebouwd tot hoofdvestiging<br />

van het Libanon Tribunaal.<br />

Pronkstuk is de rechtszaal, maar vooral het<br />

proces: in een ongelofelijk hoog tempo is een<br />

kantoorgebouw veranderd in een gerechtsgebouw.<br />

TEKST: jaap HuiSman<br />

FOTOGRAFIE: rOgEr DOHmEn<br />

p. 26<br />

links: gang voor het publiek in de patio.<br />

midden: Publieke tribune achter een<br />

stevige glaswand.<br />

p 27 links: exterieur van het tribunaal.<br />

rechts: ontvangsthal in zachtgroen.


gebouw in een gebouw<br />

Zie daar het hart van STL, het Special<br />

Tribunal for Lebanon.<br />

Er is reden voor trots. In de onwaarschijnlijk<br />

korte tijd van een jaar is het<br />

interieur van het nondescripte<br />

gebouw van de AIVD getransformeerd<br />

tot een zwaar beveiligd tribunaal.<br />

Men is binnen het budget gebleven,<br />

dat ook. Succesfactor daarvoor is het<br />

samen optrekken van de direct<br />

betrokken partijen gedurende het<br />

gehele proces. En niet te vergeten de<br />

servicegerichte opstelling van de<br />

gemeente Leidschendam-Voorburg.<br />

De <strong>Rijksgebouwendienst</strong>, vertegenwoordigd<br />

door Aad Kouwenhoven<br />

en Rogier Bekkers, beiden van het<br />

Atelier Huisvesting Internationale<br />

Organisaties, overlegde soepel met<br />

de vertegenwoordigers van het<br />

tribunaal, Herman Von Hebel<br />

(waarnemend griffier) en Philip<br />

Mitnick (hoofd interne zaken),<br />

bijgestaan door Jan Brands (hoofd<br />

facilitair bedrijf). En dan was er nog<br />

de architect die het interieur zou<br />

transfomeren, Piet Grouls van<br />

Architecten Van Mourik. De laatste<br />

kent het klappen van de zweep. Hij<br />

verbouwde eerder de Haagse Arc als<br />

tijdelijk onderkomen voor het ICC.<br />

Maar, zo luidde de uitdrukkelijke<br />

opdracht van de Rijksbouwmeester:<br />

‘het mag geen kopie worden’. Het<br />

Libanon Tribunaal diende een eigen<br />

identiteit te krijgen. Het heeft ook<br />

een eigen opdracht, namelijk de<br />

verdachten van de aanslag op<br />

oud-premier Hariri te berechten.<br />

Daarvoor wordt nu onderzoek<br />

gedaan in Beiroet. Zodra dat is<br />

afgerond, zullen de beklaagden,<br />

getuigen en rechters naar Leidschendam<br />

komen. Von Hebel schat dat er<br />

een klein aantal verdachten terecht<br />

zal staan – het Libanon Tribunaal is<br />

daarmee duidelijk van een andere<br />

orde dan het Joegoslavië Tribunaal.<br />

‘We zijn ook korter actief’. Drie,<br />

hooguit vier jaar, schat hij de<br />

doorlooptijd in. Die tijdelijkheid is<br />

niet aan de kwaliteit van de<br />

verbouwing af te zien.<br />

fOrt<br />

Toen de VN aandrong op een<br />

berechting van de verdachten van de<br />

aanslag en Den Haag polste om een<br />

27


28<br />

geschikte locatie, ging Philip Mitnick,<br />

met vertegenwoordigers van de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> en het<br />

Ministerie van Buitenlandse zaken<br />

een drietal panden af. Men was<br />

ogenblikkelijk gecharmeerd van het<br />

voormalige AIVD-kantoor. Mitnick:<br />

‘Als hier de Nederlandse veiligheidsdienst<br />

heeft gezeteld, weet je zeker<br />

dat het optimaal beveiligd is. Het<br />

staat vrij in de omgeving en wordt<br />

omringd door een gracht. Het is net<br />

een fort.’ Een kunstwerk op de<br />

binnenplaats, nog geplaatst in de<br />

AIVD-tijd, is een vernuftige afweer<br />

tegen mogelijke helikopterlandingen,<br />

de bestaande garage is geschikt<br />

om verdachten geïsoleerd per auto<br />

naar binnen te voeren.<br />

Maar het belangrijkste is wel dat er<br />

een gescheiden circulatie in het<br />

vierkante gebouw gerealiseerd kon<br />

worden. Architect Grouls boorde op<br />

sommige plekken stalen trappen<br />

door de vloeren, bracht een speciale<br />

lift voor de verdachten aan en aparte<br />

tracés voor de rechters, getuigen en<br />

belangstellenden. ‘We hebben een<br />

volledige nieuwe routing in het<br />

gebouw aangelegd.’ Uiteraard was<br />

er ook dagdetentie nodig, achter de<br />

zittingzaal voor korte onderbrekingen.<br />

Zijn analyse van het gebouw: ‘Het is<br />

niet uitnodigend, want nogal<br />

hermetisch, maar dat maakt het zeer<br />

geschikt voor zo’n speciale rechtbank.<br />

Die heeft geen nadrukkelijke<br />

buitenkant nodig.’ Een bord op de<br />

gevel ontbreekt dan ook, men<br />

volstaat met een subtiele vlag met<br />

daarop het logo. Typerend voor het<br />

gebouw is de vierkante vorm met<br />

vier hoektorens van glazen bouwstenen.<br />

‘Dat is niet zo’n makkelijk<br />

uitgangspunt’, zegt Grouls, ‘omdat je<br />

je binnen niet zo goed kunt oriënteren.’<br />

Dat blijkt ook bij een rondleiding<br />

door de rechtbank – je raakt in<br />

het gangenstelsel met zijn gescheiden<br />

looproutes al gauw je richtinggevoel<br />

kwijt. Voor je er erg in hebt,<br />

zwaait een deur open naar de<br />

rechtszaal die bijna onzichtbaar in de<br />

wand opgaat. Grouls voegde er nog<br />

een gang aan toe, in de patio, die het<br />

publiek naar de tribune moet leiden.<br />

Om te voorkomen dat buitenstaanders<br />

bijvoorbeeld getuigen zouden<br />

ontmoeten, zijn sommige ramen<br />

rond de patio geblindeerd. Een<br />

tribunaal kent zo zijn eigen wetmatigheden.<br />

Een daarvan is de tafel<br />

voor de getuigen (blind witnesses) die<br />

desgewenst onder de overhangende<br />

publieke tribune geschoven kan worden<br />

om herkenning te voorkomen.<br />

cOmputErS<br />

Boven de derde verdieping veranderde<br />

er niets. Grouls concentreerde<br />

zich op de onderste twee etages, en<br />

dan met name op de rechtszaal. ‘Dat<br />

heeft toch altijd iets van een theater.<br />

De rechters die opkomen, de sfeer,<br />

de setting. De wereld van de<br />

rechtspraak heeft een eigen jargon<br />

en een eigen logica. Wat stel je daar<br />

dan als architect tegenover?<br />

Opvallen wat moet opvallen, dat was<br />

mijn uitgangspunt.’ Met trots laten<br />

Mitnick en Von Hebel zien wat<br />

Grouls heeft bedoeld: de ontvangstruimte<br />

heet je welkom met een<br />

zachtgroene kleur die zich uitstrekt<br />

van vloer tot balie, de persruimte<br />

baadt in een babyblauw, de andere<br />

kleur van het logo van het STL.<br />

Mitnick: ‘Het is een volledig<br />

gedigitaliseerd complex, een<br />

papierloze rechtbank.’ Elke journalist<br />

heeft een aansluiting voor zijn<br />

laptop, de rechtbank zelf is uitgerust<br />

met een computervloer, overal<br />

hangen schermen waarop de<br />

zittingen zijn te volgen. De zittingzaal<br />

heeft de meest geavanceerde<br />

courtroom technology die ooit is<br />

toegepast. Omdat zoveel beeldschermen<br />

het blikveld in de<br />

zittingszaal wel eens zouden<br />

verstoren, heeft Grouls een list<br />

bedacht. De computerschermen zijn<br />

verzonken aan het uiteinde van het<br />

tafelblad, zodat de rechters over hun<br />

medewerkers kunnen heenkijken in<br />

de richting van de getuigen. Het


Libanon Tribunaal fungeert grotendeels<br />

onder het Libanese recht – dat<br />

is ontleend aan het Franse stelsel.<br />

Libanon heeft voor de helft bijgedragen<br />

aan het budget, de rest komt<br />

van een aantal afzonderlijke<br />

VN-lidstaten. Von Hebel hoopt nog<br />

op wat fondsen die de ontbrekende<br />

vijf procent van de begroting moeten<br />

dekken, en heeft daar alle vertrouwen<br />

in. Mitnick bracht zijn ervaring<br />

als professioneel opdrachtgever mee<br />

als procescoördinator bij het<br />

Joegoslavië Tribunaal en het<br />

Cambodja Tribunaal. Daar is geleerd<br />

hoe het nog beter en efficiënter kan.<br />

Dat manifesteert zich in de gescheiden<br />

verkeersroutes en de voorzieningen.<br />

Zo zijn er vier cabines voor<br />

tolken aan de koppen van de<br />

zittingszaal ingericht, want er zal ook<br />

Engels, Arabisch en Frans gesproken<br />

worden.<br />

aannEmEr<br />

De korte vernieuwbouwtijd was<br />

mogelijk, zegt Kouwenhoven,<br />

dankzij een zogeheten bouwteamconstructie.<br />

Dan wordt de aannemer<br />

(in casu WEBA uit Naaldwijk) actief<br />

betrokken bij het voorlopig ontwerp;<br />

hij brengt zijn expertise in, die het<br />

ontwerp van de architect sneller<br />

uitvoerbaar maakt. ‘Het is in dit<br />

geval de meest geëigende vorm’,<br />

aldus Kouwenhoven, ‘het brengt<br />

oplossingen dichter bij, het kan een<br />

ontwerp ook sterker maken.’ Er zijn<br />

aparte sessies met risicoanalyses<br />

georganiseerd die volgens Grouls<br />

nuttig waren om het ontwerp te<br />

evalueren. ‘Je kunt wel alles<br />

bedenken, maar er zijn ook punten<br />

waar je overheen kijkt.’ De <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

was gevraagd het<br />

tribunaal in februari/maart op te<br />

leveren, omdat toen de eerste<br />

verdachten zouden arriveren. Die<br />

komen echter later, de justitiële<br />

doop wordt nu verricht met de zaak<br />

tegen de voormalige president van<br />

Liberia, Charles Taylor. Ook het<br />

tribunaal voor Sierra Leone is<br />

namelijk sinds kort gevestigd in dit<br />

gebouw. Von Hebel: ‘Dat is voor ons<br />

een mooie testcase om te zien hoe<br />

het complex werkt.’<br />

Rond de 300 werknemers trekken in<br />

het gebouw, een stuk minder dan de<br />

900 die er indertijd voor de AIVD<br />

werkten voordat de dienst vertrok<br />

naar het voormalige ministerie van<br />

onderwijs in Zoetermeer. Nog een<br />

getal: op de tribune is plaats voor 96<br />

belangstellenden, in de rechtszaal<br />

zelf kunnen 76 mensen terecht.<br />

DE buurt<br />

Het overleg met de buurt verliep al<br />

net zo soepel als de verbouwing.<br />

Bekkers: ‘Dat is vooral te danken aan<br />

de volstrekt transparante wijze<br />

waarop het Libanon tribunaal,<br />

samen met de gemeente, Buitenlandse<br />

Zaken en de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

de buurt tegemoet is<br />

getreden. In een tweetal open<br />

huis-bijeenkomsten is met respect<br />

voor elkaars belangen het Libanon<br />

Tribunaal van een enclave tot een<br />

onderdeel van de buurt geworden’.<br />

De bewoners zien nu in dat ze in een<br />

van de veiligste buurten van de<br />

Haagse regio wonen. Hier mag of zal<br />

niets gebeuren. Daarvoor heeft de<br />

NCTb (Nationaal Coordinator<br />

Terrorismebestrijding) zorg gedragen<br />

die heeft geïnvesteerd in de<br />

omgeving, in de vorm van verhoogde<br />

en kloeke trottoirbanden, een hek<br />

rondom het complex en allerlei<br />

andere obstakels tegen ‘kwaad<br />

willenden’. Een kleine parel bij de<br />

ingang is de security booth van de<br />

Rgd-architect Fokke van Dijk. Hier<br />

worden alle bezoekers van het<br />

tribunaal via detectiepoortjes<br />

gescreend, moeten broekriemen<br />

losgekoppeld en tassen bekeken.<br />

Het beveiligingsniveau is ongekend.<br />

Daarom mag het dan ook een<br />

bijzonderheid heten dat het<br />

gebouwtje er zo vriendelijk uitziet.<br />

Bekkers: ‘Het had net zo goed de<br />

entree van een modern museum<br />

kunnen zijn, van buiten dan.’<br />

De <strong>Rijksgebouwendienst</strong> en de<br />

vertegenwoordigers van het STL<br />

kijken terug op een soepel verlopen<br />

proces dat een court heeft opgeleverd<br />

waarvoor zich het best de term<br />

‘special’ leent. Vier jaar kan het<br />

perfect draaien als tribunaal, daarna<br />

zou het gebouw in de ogen van<br />

Bekkers ook geschikt zijn als zwaar<br />

beveiligde rechtbank, te vergelijken<br />

met de bunker van Osdorp. Treffend<br />

is de formulering van de architect<br />

over de manier waarop hij het<br />

AIVD-kantoor heeft getransformeerd.<br />

‘Ik heb een gebouw in een<br />

gebouw gemaakt, met een kralenketting<br />

van ruimtes.’ En iedereen zal<br />

dat snoer op zijn eigen, gescheiden,<br />

manier beleven.<br />

p. 28<br />

boven: persruimte met aansluiting voor<br />

laptops.<br />

onder: zittingszaal met akoestische wand.<br />

p. 29<br />

boven: ingebouwde schermen en<br />

toetsenborden: de plaats van de<br />

aanklagers. 29


30 architectuur<br />

SERIE<br />

op weg naar<br />

shanghai 2010<br />

aflevering 7<br />

De generale repetitie voor de opening van<br />

Happy Street, het Nederlands paviljoen in<br />

Shanghai, is begonnen. Een nep-Maxima en<br />

nep-Willem-Alexander hebben hun opwachting<br />

gemaakt. Intussen wordt geleidelijk aan<br />

duidelijk dat het Nederlands paviljoen een van<br />

de opvallendste op het terrein is.<br />

De Nederlandse gemeenschap in<br />

Shanghai telt naar schatting zo’n<br />

vijftienhonderd zielen. Nu lijkt dat<br />

misschien veel – meer dan duizend<br />

kaaskoppen in een Chinese stad -<br />

maar voor wie er woont, lijkt het<br />

soms verdacht veel op een dorp.<br />

Zoals buitenlandse families in<br />

Nederland bij elkaar willen wonen,<br />

klitten Shanghainese Nederlanders<br />

bij elkaar om zich thuis te voelen in<br />

deze kolkende metropool vol<br />

andersdenkenden, anderspratenden<br />

en andersdoenden. Er is een<br />

maandelijkse Oranjeborrel, een<br />

jaarlijks Benelux-gala en in november<br />

stomen de Sint en zijn Pieten<br />

goedgeluimd de stad in met een<br />

boot over de Huangpu-rivier.<br />

De folklore terzijde is ook mij niets<br />

menselijks vreemd. Zeg nu eerlijk: af<br />

en toe wil je toch gewoon even<br />

kunnen discussiëren over de<br />

absurditeit van politieke ontwikkelingen<br />

in de polder. En niets ten<br />

nadele van de voortreffelijke Chinese<br />

keuken, maar elke dag alleen maar<br />

rijst? Dat houdt de gemiddelde<br />

Europeaan niet vol. Een goed glas<br />

wijn en een bord pasta op zijn tijd<br />

zijn bittere noodzaak.<br />

Bovendien, zo hoor je nog eens wat<br />

over de Nederlandse bijdrage aan de<br />

World Expo.<br />

Rond de Hollandse dorpspomp<br />

zoemde het de afgelopen week over<br />

een hilarische bijeenkomst op het<br />

Nederlandse consulaat. Alle Chinese<br />

Hoe<br />

Nederlanders<br />

overleven in<br />

Shanghai<br />

TEKST: micHiEl HulSHOf<br />

FOTOGRAFIE: franS ScHEllEkEnS<br />

en Nederlandse medewerkers waren<br />

opgetrommeld voor een bijzondere<br />

loting in de vergaderruimte. Onder<br />

zenuwachtig gegiechel vouwde<br />

iedereen zijn briefje open.<br />

Daisy, een Chinese secretaresse van<br />

het consulaat, bleek de gelukkige.<br />

‘Kijk! Mijn carrière gaat de goede<br />

kant op!’, was naar verluidt haar droge<br />

commentaar, toen ze de anderen liet<br />

zien welke naam er op haar briefje<br />

prijkte: ‘Princess Máxima’.<br />

En zo kon het gebeuren dat Daisy op<br />

een zonnige zaterdagochtend met<br />

een stralende glimlach uit een<br />

touringcar op het Expo-terrein<br />

stapte, arm in arm met een andere<br />

Chinese medewerkster van het<br />

consulaat die het briefje ‘Willem-<br />

Alexander’ had getrokken.<br />

‘Zijne en Hare Koninklijke Hoogheid’<br />

werden ontvangen door de Nederlandse<br />

consul-generaal Eric Verwaal<br />

en het hoofd van het Nederlandse<br />

Expo-bureau Walter van Weelden.<br />

Gezamenlijk liep het viertal al<br />

keuvelend over het rode wegdek van<br />

Happy Street richting de Koninklijke<br />

Kroon bovenin het paviljoen, die<br />

onderdak biedt aan de VIP-ruimte.<br />

Het is inmiddels officieel: op 18 mei<br />

bezoeken prins Willem-Alexander en<br />

prinses Máxima het Nederlandse<br />

paviljoen op de Shanghai Expo. Het<br />

rollenspel vormde onderdeel van de<br />

generale logistieke repetitie op<br />

verzoek van de Chinese organisatoren,<br />

die zo een vlekkeloze ontvangst


hopen te kunnen garanderen.<br />

Op 25 maart liet het ministerie van<br />

Economische Zaken via een persbericht<br />

aan de buitenwereld weten<br />

dat het moment daar was: de<br />

bouwwerkzaamheden aan Happy<br />

Street waren voltooid. Nederland<br />

kan beginnen met de inrichting,<br />

zodat alles precies op tijd klaar is<br />

voor de ongetwijfeld uitbundige<br />

openingsceremonie op 1 mei.<br />

Nu de straat rood is geverfd, de<br />

hangende huisjes wit, de relingen<br />

zilver en de kroon op de VIP-ruimte<br />

geel, wordt duidelijk dat Happy<br />

Street met zijn afwijkende vorm en<br />

heldere kleuren een van de opvallendste<br />

bouwwerken op het<br />

Expo-terrein is. Het gebouw valt van<br />

veraf duidelijk te onderscheiden van<br />

de andere landenpaviljoens.<br />

Ook het naastgelegen Britse paviljoen<br />

heeft zich ontpopt tot een heuse<br />

eyecatcher. Het ontwerp van Thomas<br />

Heatherwick is een soort blob van<br />

vijfentwintig meter hoog, bedekt<br />

met zestigduizend dunne transparante<br />

buizen van zeven meter lang<br />

die naar buiten hangen als de haren<br />

van een enorme uitgebloeide<br />

paardenbloem. Gedurende de dag<br />

trekken ze zonlicht aan om de<br />

binnenkant te verlichten, en ’s avonds<br />

baant het elektrische licht van<br />

binnen zich door de fibers een weg<br />

naar buiten door in de wind wiegende<br />

sprieten, die daardoor een wat<br />

mysterieuze aanblik bieden.<br />

De Expo-autoriteiten gaan er nog<br />

altijd vanuit dat alle werkzaamheden<br />

op tijd klaar zullen zijn. Wie rondloopt<br />

op het Expoterrein heeft moeite<br />

dat te geloven. Overal staan bouwvakkers<br />

nog druk te bouwen. Maar<br />

Chinezen kunnen snel werken. In rap<br />

tempo worden de wegen tussen de<br />

verschillende paviljoens geasfalteerd<br />

en de lijnen geverfd.<br />

Een andere belofte van de Shanghainese<br />

autoriteiten is inmiddels<br />

uitgekomen: in het kader van de<br />

Expo-slogan ‘Better City Better Life’<br />

heeft de stad haar openbaar<br />

vervoernetwerk een maand voor het<br />

begin van de wereldtentoonstelling<br />

uitgebreid met vier metrolijnen die<br />

de naar schatting zeventig miljoen<br />

bezoekers zonder problemen naar<br />

het Expo-terrein moeten vervoeren<br />

en die ook daarna een enorme<br />

verbetering betekenen voor de<br />

bereikbaarheid van de stad.<br />

Uit de geruchtenmachine van de<br />

Nederlandse gemeenschap in<br />

Shanghai kwam nog een ander<br />

nieuwtje, interessant voor de lezers<br />

van de vorige column. Architect John<br />

Körmeling lijkt zijn strijd tegen het<br />

oranje tulpenlogo van de Nederlandse<br />

overheid te hebben gewonnen.<br />

Als op 1 mei het Nederlandse<br />

paviljoen zijn deuren opent, hangt<br />

bovenaan het gebouw een enorm<br />

blauw bord met daarop een rode<br />

acht die verwijst naar de vorm van<br />

Körmelings creatie. Daarboven staat<br />

in grote letters niet de door de EVD<br />

voorgestelde supporterskreet<br />

‘Holland’, maar de naam van de<br />

Nederlandse bijdrage: ‘Happy<br />

Street’.<br />

p. 30: opgang van Happy Street<br />

p 31 boven: Happy Street gezien vanaf de<br />

centrale hoofdstraat<br />

onder: het Britse paviljoen van Thomas<br />

Heaterwick.


kunst<br />

32<br />

De magie van<br />

kabbelend,<br />

krabbelend<br />

schrift<br />

Kan tekst bewegen? Ja, het kan zelfs landschappen<br />

aannemen, kaarten of plattegronden, zo laat de Deense<br />

kunstenaar Kapser Andreasen zien in zijn installatie voor<br />

de vernieuwde vleugel van het Letterkundig Museum.<br />

Tekst is schrijven, zegt de kunstenaar en dat brengt hij in<br />

praktijk door een levendig werk met de naam The writing<br />

of the land.<br />

<strong>internationaal</strong><br />

In de gerenoveerde vleugel van het<br />

Letterkundig Museum in Den Haag is<br />

onlangs een nieuwe installatie van<br />

beeldend kunstenaar Kasper<br />

Andreasen officieel voor publiek<br />

toegankelijk gemaakt. In de<br />

ontvangstruimte, grenzend aan de<br />

fameuze portrettengalerij van het<br />

museum, bevindt zich The Writing of<br />

the Land. Het kunstwerk, dat bestaat<br />

uit een wandvullende installatie, een<br />

video en een publicatie, past<br />

naadloos in zijn ‘literaire’ omgeving:<br />

het gaat erin op en bevraagt de<br />

context, tegelijkertijd. The Writing of<br />

the Land toont in beeld wat menig<br />

schrijver in weloverwogen bewoordingen<br />

tracht te formuleren: dat<br />

tekst méér is dan een verwijzing naar<br />

TEKST: ilSE Van rijn<br />

FOTOGRAFIE: kaSpEr anDrEaSSEn<br />

die zogenaamde werkelijheid.<br />

Voor de in Brussel woonachtige<br />

Deen Andreasen (1979), die drukkunst<br />

en typografie studeerde aan<br />

de Gerrit Rietveld Academie te<br />

Amsterdam en zich als beeldend<br />

kunstenaar aan de Maastrichtse Jan<br />

van Eyck Academie concentreerde op<br />

cartografie, is tekst geen onschuldig<br />

communicatiemiddel. Taal is geen<br />

neutraal vehikel dat enkel en alleen<br />

een boodschap transporteert van de<br />

ene spreker naar de andere.<br />

Geschreven taal is, aldus Andreasen,<br />

ingebed in de omgeving waarin het<br />

ontstaat én gelezen wordt. Zoals<br />

ieders handschrift elke dag anders is,<br />

tekenen vertoont van de gemoedstoestand<br />

waarin de schrijver zich<br />

bevindt en telkens anders wordt<br />

geïnterpreteerd. Tekst is ‘schrijven’,<br />

zegt Andreasen: het proces van het<br />

schrijven, waarvan de beweging in<br />

het schrift herkenbaar is. Tekst is niet<br />

eenduidig en kent een keerzijde die<br />

over het hoofd wordt gezien in het<br />

dagelijkse gebruik.<br />

Het werk The Writing of the Land<br />

ontleent zijn titel aan een twintig<br />

vierkante meter tellende tekening op<br />

panelen die zich uitspreidt over een<br />

muur in de ontvangstruimte van het<br />

Letterkundig Museum. Twee lijnen,<br />

een zwarte en een haarfijn gegraveerde<br />

lijn die de onderliggende<br />

bruine laag zichtbaar maakt, lopen<br />

parallel aan elkaar, achtervolgen<br />

elkaar en overlappen elkaar, zo nu en<br />

dan. De woekerende lijnen houden<br />

het midden tussen een krabbelend,<br />

kabbelend schrift en contouren die<br />

de grenzen aangeven van een vaste<br />

vorm. Neem je enige afstand dan<br />

lijkt het of de lijnen samen een<br />

wereldkaart verbeelden. Soms<br />

herken je een landtong, denk je: een<br />

Noorse fjord, Schouwen-Duiveland.<br />

De combinatie van de twee lijnen, de<br />

getekende en de gegraveerde,<br />

suggereert diepte en refereert mogelijk<br />

aan het feitelijke land waarop wij<br />

staan. Maar deze kaart is een illusie,<br />

geen grens tussen land en zee houdt<br />

uiteindelijk stand. Want nader je The<br />

Writing of the Land, dan vallen<br />

markeringen en afbakeningen uiteen<br />

in dat waaruit zij zijn opgebouwd:<br />

pure lijn.<br />

Er wordt niet over een continent<br />

geschreven in The Writing of the Land,<br />

land schrijft zichzelf. Geen hiërarchische<br />

verhouding tussen tekst en<br />

werkelijkheid bestaat en evenmin<br />

een onderscheid tussen schrijven en<br />

tekenen: beide zijn tekst. Tussen de<br />

beschrijving van een landschap en<br />

het werkelijke landschap positioneert<br />

zich hier de geschreven dan<br />

wel getekende tekst. Het voorkomen<br />

van de tekst, of het nu een literaire<br />

uitweiding betreft of een landkaart,<br />

vertelt een eigen verhaal dat, bewust<br />

of onbewust, een rol speelt tijdens<br />

het lezen. En zelfs: de lezing van de<br />

tekst keert terug in de beleving van<br />

het ‘eigenlijke’ moment. Want wie<br />

herinnert zich niet het servetje


waarop de route naar een bezienswaardigheid<br />

was uitgestippeld<br />

wanneer je het monument opnieuw<br />

bezoekt? Hybride vormen tussen<br />

tekening en werkelijkeheid, realiteit,<br />

verbeeldingskracht en herinnering<br />

ontstaan. Tekst en ‘werkelijkheid’<br />

kunnen volgens Andreasen niet<br />

losgekoppeld worden van elkaar.<br />

Deze onlosmakelijke verbondenheid<br />

wordt eens te meer duidelijk in<br />

Psychography, een twintig minuten<br />

durende video geprojecteerd hoog<br />

op een pilaar bij de entree van de<br />

ontvangstruimte van het museum.<br />

Hierin staat niet het ambivalente<br />

schrijfsel, maar het schrijfproces<br />

centraal. De video laat een wit vel<br />

papier zien dat van onderen wordt<br />

belicht. Op het blad wordt geschreven,<br />

getekend of gekrabbeld. We<br />

zien de schaduw van een hand<br />

waarvan de vingers een pen<br />

omklemmen. Onder de dansende<br />

penpunt ontstaan schetsen van<br />

rotondes waarop meerdere wegen<br />

uitkomen. De tekeningen worden<br />

afgewisseld met zinnen, voor de<br />

toeschouwer geschreven van rechts<br />

naar links, lijstjes, aantekeningen.<br />

Omcirkelde woorden worden<br />

gecombineerd met in elkaar<br />

vervloeiende letters die, zodoende,<br />

verworden tot dikke lijnen of<br />

contouren. Het onderscheid tussen<br />

de verschillende vormen van<br />

schrijven is, opnieuw, diffuus. Wie<br />

denkt een verhaal te lezen in<br />

Installatie in Letterkundig Museum<br />

brengt tekst tot leven<br />

Psychography komt bedrogen uit. Wie<br />

denkt een stad, Parijs? Londen? te<br />

herkennen in de wirwar aan lijnen<br />

(straten?) eveneens. De tekeningen<br />

doen eerder denken aan kattebelletjes,<br />

notities die het directe<br />

verlengstuk zijn van het menselijk<br />

handelen. In Psychography wordt<br />

zichtbaar wat we eerder stelden:<br />

voor Andreasen kent schrijven, zelfs<br />

letterlijk, een keerzijde of achterkant.<br />

In de publicatie Land Route verbeeldt<br />

hij dit gegeven door een tekst in<br />

spiegelbeeld af te drukken, de<br />

ommezijde van een vel papier<br />

waarop met viltstift een boodschap<br />

staat genoteerd. Het bericht is bijna<br />

onleesbaar, de letters zijn als zodanig<br />

moeilijk herkenbaar. Maar de tekens<br />

zijn gedrukt, ze bestaan: tekst wordt<br />

beeld.<br />

In het zorgvuldig gecomponeerde<br />

The Writing of the Land zet Andreasen<br />

de toeschouwer (of lezer?) op het<br />

verkeerde been. De zwart-witte tekst<br />

is ambivalent. Tekst kent een eigen<br />

beweging, een ontstaanswijze en<br />

een lezing, een eigen meervoudig<br />

karakter, met andere woorden, dat<br />

intervenieert in de realiteit, die we in<br />

het dagelijks leven, voor het gemak,<br />

gescheiden houden van de tekst.<br />

Wanneer je de persoonlijke documenten<br />

afkomstig van schrijvers als<br />

Lucebert of Vestdijk tentoongesteld<br />

in de portrettengalerij van het<br />

Letterkundig Museum bestudeert,<br />

dan wordt duidelijk dat voor hen<br />

schrijven eveneens nauw verbonden<br />

was met leven. Dagboekfragmenten<br />

en ansichtkaarten doen je het<br />

ontstaan van novelles en gedichten<br />

begrijpen. Persoonlijke, vaak<br />

onleesbare notities zijn sporen van<br />

leven. Literatuur is ook tekst. En<br />

tekst, zo toont Kasper Andreasen in<br />

The Writing of Land, tekst vertelt een<br />

eigen verhaal.<br />

kunst<br />

33


ouwproject<br />

architectuur<br />

34<br />

Ontwerp na jaren sleutelen en overleggen eindelijk aanvaard<br />

Bijnaam gevraagd<br />

voor Koolhaas’<br />

schepping<br />

Plannen voor een door Rem Koolhaas ontworpen prestigieus en lijvig<br />

nieuw gebouw op het Koningin Julianaplein in Den Haag stonden bij gebrek<br />

aan een gezonde ontwikkeling en exploitatie lange tijd op een laag pitje.<br />

Maar in februari 2010 kwam er dan toch een begin van groen licht van de<br />

gemeente. De M of De Kies past in de facelift van Den Haag Centraal.<br />

<strong>internationaal</strong><br />

TEKST: rOlf DE bOEr<br />

ARTIST IMPRESSIONS: Oma<br />

Op het tafeltje op het terras van café<br />

Von in de flank van het Haagse<br />

gemeentehuis liggen twee piepschuimen<br />

bouwwerken op schaal en<br />

een boekje. De modellen zijn de<br />

eerste ontwerpen die architect Rem<br />

Koolhaas maakte voor de nieuwbouw<br />

op het Koningin Julianaplein<br />

voor het Centraal Station van Den<br />

Haag. De titel van het boekje is ‘The<br />

Hague To Be Continued’, het laatste<br />

boekje dat stadsstedenbouwer<br />

Maarten Schmitt maakte in een serie<br />

van vijf over stedenbouw in Den<br />

Haag. Hij is nu stadsstedenbouwer in<br />

Leiden (‘ik zit er net vier dagen’),<br />

maar is even terug op zijn oude plek<br />

om over de het gebouw van Rem<br />

Koolhaas te praten.<br />

Na tien jaar puzzelen lijkt dat er<br />

eindelijk te komen. Schmitt was in<br />

dit project gangmaker van het eerste<br />

uur en hij is Koolhaas’ grootste fan.<br />

“Alle animals are equal but some<br />

animals are more equal than others”,<br />

citeert hij George Orwell. “Het zou<br />

mijn droom zijn om stedenbouw in<br />

Den Haag te koppelen aan de


mentaliteit van Rem Koolhaas. We<br />

hebben samen ontzettend leuke<br />

stedenbouwkundige studies gedaan.<br />

Zo heeft hij ook het stedenbouwkundig<br />

plan voor de Binckhorst<br />

ontworpen. Als je Koolhaas vergelijkt<br />

met Berlage, die honderd jaar<br />

geleden ook stedenbouwer en<br />

architect in Den Haag was, dan<br />

ontwerpt Koolhaas vanuit de context<br />

en was Berlage een tekenaar van<br />

plattegronden. Berlage leverde een<br />

product dat aan de verwachtingen<br />

voldeed, terwijl OMA een zwaar<br />

beroep op je doet.”<br />

Hij pakt het grijze model van het<br />

allereerste ontwerp. Het lijkt een<br />

haarborstel op de kaptafel van<br />

Wilma Flinstone. Of een hunebed.<br />

Schmitt noemt het solid, de<br />

massieve, sculpturale architectuur<br />

van het gebouw en de dikke poten<br />

eronder. “Het is een heel nieuwe<br />

typologie. Het heeft iets weg van het<br />

CCTV-gebouw van OMA in Beijing.”<br />

VEnStEr<br />

Dat Koolhaas ontwerpt vanuit de<br />

context bleek toen op een bepaald<br />

moment het Nationaal Historisch<br />

Museum een plek zou krijgen in het<br />

gebouw. Hij tekende een enorm<br />

venster in de gevel aan de stadskant<br />

waardoor bezoekers van het<br />

museum op hoogte konden uitkijken<br />

over de historische binnenstad van<br />

Den Haag. “Een ontwerp van hem is<br />

meer dan een compositie van het<br />

gebied, hij definieert het gebied”,<br />

zegt Schmitt.<br />

Het ontwerp moest een open<br />

afscheiding vormen tussen het groen<br />

van het Malieveld, de Koekamp en<br />

het Haagse Bos erachter aan de ene<br />

kant en de stad aan de andere kant.<br />

Een soort stadsmuur die Den Haag<br />

nooit had. “Het idee was goed, maar<br />

één poot van het gebouw zou in de<br />

‘groene’ Koekamp komen te staan<br />

en dat was politiek onbespreekbaar.”<br />

Ook het tweede ontwerp haalde het<br />

niet. Schmitt draait de haarborstel<br />

180°. “Het gebouw werd over<br />

Stichthage heen gelegd, het gebouw<br />

van de Nederlandse Spoorwegen<br />

boven het station, maar dat paste<br />

niet goed.” Hij pakt het definitieve<br />

pitchwinnende ontwerp in piepschuim.<br />

Het is niet grijs, maar blauw<br />

en een beetje roze. “De poot waar<br />

geen plek voor was, hakte Rem eraf.<br />

Met het idee van: de Venus van Milo<br />

is zonder armen ook veel interessanter<br />

dan met. De plek van de<br />

amputatie is straks ook goed te<br />

zien.”<br />

gEknOkt<br />

De keuze voor OMA is omstreden<br />

geweest. Rem Koolhaas en OMA<br />

hadden het imago veel te vasthoudend<br />

te zijn in hun overtuiging,<br />

garant te staan voor lange discussies<br />

en te ingewikkeld te zijn in hun<br />

ideeën. Het idee bij politiek,<br />

gemeente en opdrachtgevers leefde<br />

dat het project alleen hierdoor al<br />

veel te duur zou worden. De<br />

toenmalige wethouder bouwen en<br />

wonen Hilhorst wilde zelfs een<br />

andere architect inschakelen, die dan<br />

ongeveer hetzelfde zou doen<br />

als Koolhaas. Schmitt: “Ik heb<br />

geknokt om Koolhaas te behouden.<br />

Een bureau met zo’n reputatie moet<br />

je als gemeente koesteren. Daar kun<br />

je niet mee rommelen. Als je geen<br />

volledig commitment hebt, moet je<br />

je ambities laten varen en een ander,<br />

gewoner plan verzinnen.”<br />

Bij alle discussies kon Koolhaas<br />

cynisch worden. Schmitt: “Die zei:<br />

‘Doe het dan maar zo. Haal alles er<br />

maar af’. Het was voor hem toch al<br />

een emotionele tijd. Het hotel in het<br />

CCTV gebouw was net afgebrand.<br />

Maar wat je dan overhoudt is een los<br />

gebouw dat je overal kunt neerzetten,<br />

terwijl het juist een integraal<br />

ontwerp is dat niet los gezien kan<br />

worden van zijn omgeving. Je moet<br />

oppassen dat je er niet zoveel afhaalt<br />

dat je het overal kunt neerzetten.”<br />

Koolhaas was eager genoeg om<br />

terug te vechten. “In de periode dat<br />

het ontwerp zijn karakter begon te<br />

verliezen, heb ik hem er weer<br />

bijgehaald. Met veel energie heeft hij<br />

het toen teruggebracht naar een<br />

betekenisvol ontwerp.”<br />

Met de komst van de nieuwe<br />

wethouder bouwen en wonen<br />

Marnix Norder in 2004 had Schmitt<br />

een bondgenoot gekregen die het<br />

project de finale zet gaf. Eind 2008<br />

werden de plannen definitief. “Het<br />

speelde zich gelukkig voor de<br />

recessie af, anders was er nooit een<br />

definitief ontwerp gekomen”, zegt<br />

Schmitt. Het oorspronkelijk ontwerp<br />

bleef overeind. Er was wel bezuinigd<br />

in de detaillering en de materiaalkeuze.<br />

En er was een nieuwe<br />

opdrachtgever. Projectontwikkelaar<br />

Multi Vastgoed had het stokje<br />

over-gegeven aan Eurocommerce.<br />

gEbruikErS<br />

Een van de financiële pijlers voor de<br />

haalbaarheid van het project waren<br />

de gebruikers van het gebouw. Die<br />

waren niet op voorhand aanwezig.<br />

Het gebouw had eenvoudig plaats<br />

kunnen bieden aan de ambtenaren<br />

van Justitie en Binnenlandse Zaken,<br />

maar die lieten hun oog vallen op de<br />

plek waar toen nog de beruchte<br />

Zwarte Madonna stond. En ook<br />

Financiën koos voor een renovatie<br />

van het eigen gebouw. Even was het<br />

Nationaal Historisch Museum in<br />

beeld, maar dat was voorbij toen<br />

minister Plasterk het museum aan<br />

Arnhem gunde. Een gebruiker werd<br />

niet gevonden. Ondertussen<br />

ontwikkelde het Koningin Julianaplein<br />

zich tot een niemandsland. Een<br />

tochtig gebied waar honderden<br />

fietsen en een enkele taxi op de oude<br />

taxistandplaats voor het station een<br />

rit probeert te scoren een verwaarloosd<br />

straatbeeld vormen tussen het<br />

nieuwe Babylon en andere gebouwen<br />

die binnen het project Den Haag<br />

Nieuw Centrum in de buurt verrijzen.<br />

Op 18 februari 2010 stond opeens<br />

het bericht in de krant dat de<br />

gemeente Den Haag groen licht gaf<br />

voor de bouw. Maar op 19 februari<br />

stonden een paar politieke partijen<br />

op hun achterste benen. Ze trapten<br />

op de rem. ‘Rem op Koolhaas-project’<br />

kopte het AD vervolgens heel<br />

gevat. “In de gemeenteraadsvergadering<br />

van 18 februari namen PvdA,<br />

VVD, Groen Links en D66 een motie<br />

aan dat ze positief stonden tegenover<br />

de ontwikkeling van het<br />

gebouw”, verklaart wethouder<br />

bouwen en wonen Marnix Norder.<br />

“Alleen het document waarin de<br />

financiële gevolgen staan, was er<br />

toen nog niet.<br />

Daar konden we ook niet over beslissen.<br />

Maar dat document is intussen<br />

in concept gereed. Er moet alleen<br />

nog een accountantsverklaring bij<br />

komen. Eind april ligt alles in de raad<br />

op tafel en kunnen we er definitief<br />

over beslissen. Ik denk dat het<br />

project heel verantwoord kan<br />

worden uitgevoerd binnen de<br />

budgetten die we hebben.”<br />

Norder is de wethouder die zich hard<br />

maakte voor het ontwerp van OMA.<br />

“Ik ben geen stedenbouwkundige en<br />

ook geen architect maar ik vind het<br />

een fantastisch gebouw omdat het<br />

een heel aantal dingen in één keer<br />

goed doet. Het zorgt dat het plein<br />

een begrenzing krijgt, waardoor het<br />

een beslotenheid krijgt. Het is een<br />

fantastisch ontwerp voor die plek,<br />

het geeft een heel nieuw aanzicht<br />

van de stad. Het is een heel mooi<br />

gebouw dat we als gemeente<br />

moeten koesteren.<br />

Als dit gebouw niet gebouwd wordt,<br />

hebben we nog een ander probleem.<br />

Dan kan de fietsenstalling niet gereali-<br />

SOliD<br />

lOcatiE:<br />

Koningin Julianaplein,<br />

Den Haag<br />

arcHitEct:<br />

Rem Koolhaas/Office for<br />

Metropolitan Architecture,<br />

Rotterdam<br />

OpDracHtgEVErS:<br />

Gemeente Den Haag (voor de<br />

prijsvraag), Multi Vastgoed en<br />

NS Vastgoed. De rol van Multi<br />

Vastgoed is in 2010 overgenomen<br />

door ontwikkelaar<br />

Eurocommerce.<br />

Het totale vloeroppervlak<br />

bestaat uit 92.000 m 2 :<br />

– 44.000 m 2 kantoren<br />

– 31.100 m 2 woningen<br />

– 12.600 m 2 parkeren<br />

– 4.200 m 2 voor fietsen-<br />

stalling<br />

– 4.000 m 2 voor retail<br />

35


36 stedenbouw architectuur<br />

bouwproject<br />

seerd worden onder het station, kan<br />

het plein niet afgebouwd worden,<br />

blijft de rommel maar liggen, worden<br />

de oude luifels bij het station ook<br />

niet verwijderd, de hele vernieuwingsimpuls<br />

stopt dan. En juist aan<br />

de kant die voor de stad het meest<br />

zichtbaar is. Een gemankeerd gezicht<br />

van de stad vind ik onacceptabel.”<br />

criSiS<br />

Juist omdat projecten van dit<br />

formaat moeilijk te realiseren zijn in<br />

dit tijdsgewricht, heeft de gemeente<br />

gekeken naar de blokkades die er<br />

voor partijen liggen om aan de slag<br />

te gaan. Niet alleen voor het<br />

OMA-gebouw maar voor heel Den<br />

Haag. Net als andere steden dat<br />

doen. “Het zou in deze tijden van<br />

crisis moeilijk worden als je de markt<br />

niet meer financiële ruimte geeft. We<br />

kunnen dat doen door bijvoorbeeld<br />

later te laten betalen voor de grond.”<br />

De gemeente zelf koopt eventueel<br />

een kwart van de kantoren maar<br />

alleen als achtervang. En is vrij om<br />

die te gebruiken of weer te verkopen.<br />

“Nu of niet, het is heel simpel. Als we<br />

het nu doen, gaat het mee in de<br />

bouwstroom in het gebied die er<br />

toch al is. Anders moet de boel<br />

over een paar jaar weer overhoop<br />

gegooid worden. Bovendien moet<br />

je, als je wacht, straks weer alle<br />

procedures starten, ook voor een<br />

nieuw ontwerp. Dat brengt ook weer<br />

kosten met zich mee. Het plan dat<br />

er ligt is goed, het alternatief<br />

onaantrekkelijk.”<br />

Ze noemen hem al de ‘M’ , ‘de kies’<br />

of ‘de olifant’ vanwege de dikke<br />

poten. Hoe gaat ie eigenlijk heten?<br />

Norder: “Hagenaars moeten de<br />

naam nog verzinnen. Dat doen ze<br />

heel creatief, want zo gaat het altijd<br />

in Den Haag. Iedereen heeft het over<br />

de ‘Haagse tieten’ voor het onderkomen<br />

van het Ministerie van<br />

Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

en met ‘het ijspaleis’ bedoelen ze het<br />

gemeentehuis. Ik ben benieuwd.”


andere<br />

smaken<br />

38 | Rechtbank Haarlem<br />

42 | Spencer Finch<br />

44 | Joop van Oosten (BAM)<br />

48 | Slangtafels voor de PI<br />

42<br />

50 | Landgoed Soestdijk<br />

53 | Longstay Zeeland,<br />

Noord-Brabant<br />

57 | Nationaal Historisch<br />

Museum<br />

60 | Rijksarchieven:<br />

Middelburg<br />

64 | Paviljoen Volkenkunde<br />

60<br />

48<br />

stedenbouw<br />

monumenten<br />

architectuur<br />

architectuurbeleid<br />

kunst<br />

66 | Boeken<br />

53<br />

38<br />

xx<br />

stedenbouw monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

37 37


monumenten architectuur restauratie & renovatie<br />

38<br />

Ook een rechtbank moet proefdraaien<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: frank Van DE pOll<br />

FOTOGRAFIE: maartEn nOOrDijk<br />

Historisch complex<br />

Haarlem geschikt<br />

voor civiele zaken<br />

p 38<br />

onder: grote hal na binnenkomst met<br />

kunstwerken van finch rechts.<br />

boven rechts: stijlkamer annex rechtszaal<br />

p 39<br />

links: de rechtbank bestaat uit twee<br />

complexen, links het voormalig<br />

Bisschoppelijk Museum en rechts het<br />

pand van Metzelaar uit de 19e eeuw.<br />

rechts: uit Engeland werd een speciaal<br />

behang aangevoerd.<br />

Het oorspronkelijke gebouw van W. H. Metzelaar<br />

in Haarlem is tot in de puntjes gerestaureerd –<br />

een karwei dat langer duurde dan men had<br />

verwacht. Dat komt door de ingewikkelde<br />

logistiek en door de wens speciale producten<br />

in het interieur onder te brengen. Bovendien<br />

streefde de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> naar een<br />

duurzame invulling van een monumentaal<br />

interieur. Maar nu is ‘Haarlem’ operationeel.<br />

De verbouwing van het rechtbankcomplex<br />

aan de Haarlemse Jansstraat,<br />

locatie van de civiele tak van<br />

de Haarlemse rechtbank, loopt bijna<br />

ten einde maar rustig achterover<br />

leunen is er niet bij. Tot de opleverdatum,<br />

later in het voorjaar, vindt de<br />

meest cruciale fase van de renovatie<br />

plaats: het testen van alle installaties<br />

en apparatuur. Gaan de alarmbellen<br />

op tijd en op de juiste plek af?<br />

Functioneert de brandbeveiliging<br />

naar behoren? En misschien wel het<br />

belangrijkst: werken de scanstraten<br />

bij de balie, het kloppend hart van de<br />

rechtbank, optimaal? Het kleinste<br />

mankement kan grote gevolgen<br />

hebben. Een vormfout bijvoorbeeld,<br />

waardoor een zaak door de rechter


als niet-ontvankelijk wordt verklaard.<br />

Daarom volgen er na de<br />

oplevering ook nog eens drie<br />

maanden van proefdraaien om er<br />

zeker van te zijn dat alles werkt.<br />

Toch oogt projectleider Peter<br />

Schuchard van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

tamelijk ontspannen. ‘Als je<br />

bedenkt wat we al allemaal aan<br />

perikelen achter de rug hebben, dan<br />

word je niet meer zo snel zenuwachtig’,<br />

zegt hij in een van de vergaderruimtes<br />

op de vierde etage van de<br />

vestiging Haarlem van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>,<br />

die tegen het station<br />

is aangebouwd.<br />

Schuchard is de derde projectmanager<br />

op rij in twee jaar tijd en heeft de<br />

klus driekwart jaar geleden over-<br />

genomen van zijn voorgangster<br />

Patricia Zuidwijk, die nog wel op de<br />

achtergrond als vraagbaak figureert.<br />

‘Dat is absoluut nodig, want je hebt<br />

in een tijdsbestek van een klein jaar<br />

niet zomaar alle ins en outs van deze<br />

renovatie in de vingers. Het is een<br />

zeer ingewikkelde opgave. Het gaat<br />

om elf duizend vierkante meter<br />

vloeroppervlak en dat leverde nogal<br />

wat hoofdbrekens op. Vooral op het<br />

constructieve vlak. Alle denkbare<br />

betonconstructies zijn in het<br />

complex toegepast, dus dat geeft<br />

wel aan hoe moeilijk het soms was<br />

om de juiste beslissingen te nemen.<br />

Bovendien waren er maar liefst vijf<br />

partijen bij betrokken: de sloper, de<br />

bouwer, de beveiligingsmensen,<br />

warmte-installateurs en een<br />

tuinarchitect. En die stromen<br />

moesten allemaal in goede banen<br />

zien te worden geleid. Op een aantal<br />

dingen na is dat tot nu toe goed<br />

gelukt.’ Zo moest in een eerder<br />

stadium een van de externe<br />

adviseurs vervangen worden omdat<br />

hij de wensen van de rechtbank<br />

negeerde en in zijn ontwerp geen<br />

rekening hield met de gestelde eisen.<br />

En is er enige vertraging opgelopen<br />

omdat het behang, speciaal gemaakt<br />

in Engeland voor het voormalige<br />

Bisschoppelijk Museum, een van de<br />

vier gebouwen die tezamen het<br />

rechtbankcomplex vormen, niet op<br />

tijd kan worden geleverd.<br />

buitEn jE ScHulD<br />

Soit, vindt Schuchard. Zolang dit<br />

soort zaken buiten je schuld om<br />

gebeurt en je het goed aan de klant<br />

kunt uitleggen, moet je daar niet al<br />

te krampachtig mee omgaan.<br />

Sommige dingen heb je nu eenmaal<br />

niet in de hand. Neem nu de kwestie<br />

van dat behang. Dat had wel eerder<br />

geleverd kunnen worden maar de<br />

levertijd viel precies samen met de<br />

start van de bouwvak. De aannemer<br />

was bang voor schade als het behang<br />

zolang moest worden opgeslagen.<br />

Bovendien ging tot overmaat van<br />

ramp de leverancier ook nog eens<br />

failliet en moest voor een vervangend<br />

alternatief eerst uitgebreid<br />

overlegd worden met de kunst-<br />

commissie van de rechtbank, met de<br />

nodige vertraging als gevolg. ‘De<br />

rechtbank gaat bij deze renovatie<br />

allereerst voor kwaliteit’, zegt<br />

Schuchard. ‘Als er af en toe beslissingen<br />

moesten worden genomen die<br />

de kwaliteit ten goede kwamen dan<br />

deed men niet al te moeilijk.’ Wat<br />

dat betreft is hij dan ook dik<br />

tevreden over de samenwerking met<br />

de gebruiker, die vanaf het begin tot<br />

nu toe altijd voorbeeldig is geweest.<br />

Maar Schuchard is bovenal trots<br />

omdat, ondanks alle tegenslagen, de<br />

kosten maar nauwelijks boven het<br />

investeringsbudget zijn uitgestegen.<br />

En dat mag best tot vrolijkheid<br />

stemmen, in tijden waarin het bijna<br />

gemeengoed is geworden om bouwkosten<br />

te laag in te schatten en uiteindelijk<br />

hoger uit te komen. Vooral<br />

als je beseft wat voor extra’s er tijdens<br />

het proces nog allemaal moesten<br />

worden gedaan. Zo leverde, na het<br />

strippen van alle overbodige toevoegingen,<br />

het voormalige Bisschoppelijk<br />

Museum zoveel interessante<br />

gegevens op, dat men besloot om<br />

een kostbaar bouwhistorisch onderzoek<br />

te doen. Kleur onderzoek wees<br />

verder uit dat de oorspronkelijke<br />

kleurstelling toch net even anders<br />

was als verondersteld. Daarnaast<br />

veranderde de gebruiker af en toe<br />

nog wel eens wat aan het wensenpakket,<br />

vanwege allerlei veranderingen<br />

binnen de eigen organisatie. Het<br />

39


40 monumenten architectuur<br />

onderwerp<br />

restauratie & renovatie<br />

was, zegt Schuchard, een klus die<br />

vooral financieel behendigheid<br />

vereiste om alle bijkomende kosten<br />

in het geraamde budget in te passen.<br />

warmtE-kOuDE OpSlag<br />

En natuurlijk is de renovatie ook<br />

duurzaam. Vanzelfsprekend bijna.<br />

Want verzin tegenwoordig maar<br />

eens een overheidsgebouw waarin<br />

niet hoog is ingezet op duurzaamheid.<br />

Lukt niet meer. In het geval<br />

van de Haarlemse rechtbank wordt<br />

bijvoorbeeld gebruik gemaakt van<br />

warmte-koude opslag. ‘Het is<br />

eigenlijk een relatief simpel<br />

systeem’, legt Schuchard uit.<br />

‘Vroeger werd hier op gas gestookt<br />

maar vanaf nu wordt de temperatuur<br />

van het grondwater gebruikt<br />

om de gebouwen in de winter te<br />

verwarmen en in de zomer te koelen.<br />

Het grondwater wordt boven de<br />

grond verwarmd dan wel afgekoeld<br />

en vervolgens door de gebouwen<br />

rondgepompt. Dat is weliswaar een<br />

forse investering maar het levert ook<br />

een grote energiewinst op. Na vijf<br />

tot zeven jaar zijn de kosten volledig<br />

terugverdiend.’ Daarnaast zijn er<br />

bij de verbouwing zoveel mogelijk<br />

onderhoudsvrije materialen<br />

gebruikt. Zo ligt er bijvoorbeeld een<br />

slijtvaste kunstharsvloer. Andere<br />

materialen, zoals de tapijten, zijn<br />

uitgekozen op de te verwachte<br />

vervuiling. Schuchard: ‘Je kunt er op<br />

wachten dat er tijdens een vergadering<br />

een keer een kop koffie of thee<br />

omvalt dus in de rechtbank liggen<br />

straks geen tapijten maar tapijttegels,<br />

die makkelijk verwijderd<br />

kunnen worden om schoon te<br />

maken of eventueel vervangen<br />

kunnen worden’.<br />

Flexibel gebruik van materialen,<br />

kortom, maar er is meer. Zo kan de<br />

gebruiker voor het onderhoud straks<br />

gebruik maken van een Manual Of<br />

Good Housekeeping. Een handleiding<br />

waarin precies staat vermeld hoe het<br />

onderhoud dient te gebeuren, vooral<br />

bedoeld voor de kwetsbare materialen<br />

in de twee rijksmonumenten dat<br />

het complex omvat. Want naast het<br />

voormalige Bisschoppelijk Museum<br />

is er ook nog het Johezhuis, het<br />

voormalige 18 de eeuwse woonhuis<br />

van de directeur van gelddrukkerij<br />

Johan Enschedé. En dat is echt nodig,<br />

beklemtoont Schuchard, want in de<br />

jaren ‘80 van de vorige eeuw zijn er<br />

wel eens wat dingen verkeerd<br />

gegaan. ‘De muren van het Johezhuis<br />

waren bewerkt met een pleisterlaag<br />

van zand en kalk en wit gemaakt met<br />

een witkalk. Dat werd op den duur<br />

natuurlijk smerig, maar wat deed<br />

men vervolgens? Daar werd latex<br />

over heen gesmeerd. Het nadeel van<br />

latex is echter dat het niet hecht dus<br />

wij konden er niet de noodzakelijke<br />

stucwerkreparaties op verrichten,<br />

maar moesten het oude pleisterwerk<br />

eerst helemaal verwijderen. Zonde<br />

van al het werk, want het was niet


nodig geweest. Om dit soort ondeskundigheid<br />

in de toekomst te<br />

voorkomen kan de rechtbank straks<br />

gebruik maken van een onderhoudshandleiding<br />

op wetenschappelijke<br />

basis.’<br />

lOgiScHE Structuur<br />

Tijdens een rondgang door het bijna<br />

voltooide rechtbankcomplex met<br />

architect Jan Bakers blijkt pas goed<br />

hoe het voormalige doolhof van<br />

gangen, trappen en ruimtes, waar<br />

zo’n beetje elke logische structuur<br />

aan ontbrak, is omgetoverd tot een<br />

heldere en efficiënt ingerichte<br />

binnenruimte. ‘In het ontwerp is er<br />

naar gestreefd het karakter van het<br />

totale complex te behouden, maar<br />

de overzichtelijkheid en de structuur<br />

te verbeteren en te optimaliseren’<br />

legt Bakers uit. ‘Het opnieuw<br />

gebruiken van al aanwezige<br />

onderdelen, zoals de fraaie binnentuinen,<br />

de twee monumentale<br />

panden en de karakteristieke<br />

voorgevel van de oorspronkelijke<br />

rechtbank van W.C. Metzelaar,<br />

hebben gediend als uitgangspunt<br />

voor het ontwerp’.<br />

Allereerst is daarom de samenhang<br />

tussen exterieur en interieur weer in<br />

ere hersteld, door de zittingzalen de<br />

oorspronkelijke indeling van de vier<br />

gevels te laten volgen. Ook de entree<br />

met de voor Metzelaar zo typische,<br />

monumentale bordestrap, is weer in<br />

gebruik genomen, want voorheen<br />

kwamen de mensen via het<br />

souterrain naar binnen. Verder is<br />

dankzij een aantal ingrepen de<br />

interne routing van het complex<br />

verbeterd en zijn het Johezhuis en<br />

het Bisschoppelijk Museum beter in<br />

het totaalplan geïntegreerd. Bakers:<br />

‘Die twee rijksmonumenten zijn<br />

allereerst ontdaan van alle ingrepen<br />

van de voorlaatste renovatie uit de<br />

jaren tachtig van de vorige eeuw,<br />

zoals de verlichting en de installaties,<br />

en vervolgens weer in oude luister<br />

hersteld. We hebben de niveauverschillen<br />

handig opgelost door ze<br />

door middel van steektrappen weer<br />

te laten aansluiten op de gangenstructuur<br />

van het Metzelaargebouw.<br />

Verder hebben we de sfeer in de<br />

monumenten wat meer voelbaar<br />

willen maken door de trappen te<br />

vernauwen. Er is slechts ruimte voor<br />

een persoon.’<br />

Eenmaal voorbij de portiersbalie en<br />

de scanstraten komt men in het<br />

observatiegebied, de wachtruimte<br />

voor het publiek, die verdeeld is over<br />

het souterrain en de begane<br />

grond verdieping, en toegang geeft<br />

tot de elf zittingzalen. Drie daarvan<br />

bevinden zich in het Bisschoppelijk<br />

Museum. De zalen zijn opvallend<br />

neutraal ingericht. ‘Dat komt’, legt<br />

Bakers uit, ‘omdat in het civiele recht<br />

mediation een belangrijke rol speelt.<br />

Het is dus niet de bedoeling, zoals in<br />

het strafrecht meer gebruikelijk is,<br />

om ontzag in te boezemen, maar om<br />

beide partijen zoveel mogelijk op<br />

hun gemak te brengen. Het gaat er<br />

uiteindelijk om te proberen ze bij<br />

elkaar te brengen. En daar past een<br />

wat sobere en eenvoudige inrichting<br />

bij. Over dit soort gevoelige zaken<br />

hebben we heel goed nagedacht,<br />

want uiteindelijk is dat mede<br />

bepalend voor het optimaal<br />

functioneren van de rechtbank.’<br />

p40: wachtruimtes en trappenhuis.<br />

p41 boven: gang in fel oranje.<br />

p41 onder: de kantine.<br />

41


kunst<br />

architectuurbeleid<br />

42<br />

Vrouwe Justitia<br />

superminimaal<br />

verbeeld<br />

Het blijven aardige verhalen. De<br />

anekdotische faux pas van een<br />

bezoeker die in een galerie een<br />

brandblusser staat te bewonderen.<br />

Tot het pijnlijke moment dat het<br />

meisje van de galerie hem vertelt dat<br />

het – eh, slik – geen kunstwerk is,<br />

maar een echte blusser. Het<br />

Duchampiaanse denken zit nu<br />

eenmaal diep verankerd in het kijken<br />

naar moderne kunst. Een twaalf in<br />

een dozijn pissoir kan zo maar<br />

topkunst zijn.<br />

Een soortgelijk moment leverde een<br />

bezoek aan de rechtbank van Haarlem<br />

op. De Amerikaanse kunstenaar<br />

Spencer Finch heeft een vijftal<br />

lichtwerken voor het gerechtsgebouw<br />

gemaakt. Twee grote werken<br />

hangen in de twee rechtszalen aan<br />

een wand, twee kleinere werken<br />

bevinden zich elk op een gangmuur.<br />

In het exterieur van het gebouw<br />

komt een vijfde werk, verwerkt in<br />

het plafond van het met classicistische<br />

zuilen gestutte entreeportaal.<br />

Lichtwerken<br />

van Spencer<br />

Finch in<br />

Haarlemse<br />

rechtbank<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: XanDra DE jOngH<br />

FOTOGRAFIE: maartEn nOOrDijk<br />

Hoe beeld je gerechtigheid uit? Voor de rechtbank<br />

in Haarlem kan het begrip niet abstract<br />

genoeg worden aangepakt. De Amerikaan<br />

Spencer Finch maakte vijf lichtwerken die<br />

gebaseerd op de weegschaal van Vrouwe<br />

Justitia simultaan een uitgebeende representatie<br />

geven van recht en onrecht.<br />

Tijdens het bezoek is de interne<br />

vernieuwbouw van het historische<br />

pand in de Jansstraat nog niet<br />

helemaal klaar, werklui doen de<br />

laatste klusjes. Beneden in de gang<br />

hangt in een inham een lichtarmatuur<br />

aan de muur. Een ‘gewoon’<br />

ogende wandlamp. Maakt het<br />

onderdeel uit van het werk van Finch


of is het een functioneel bedoelde<br />

lichtarmatuur? Hans van den Ban,<br />

begeleidend kunstadviseur van het<br />

Atelier <strong>Rijksgebouwendienst</strong>, twijfelt<br />

even. Helemaal zeker weten doet hij<br />

het niet. Maar Van den Ban mag dat<br />

soort twijfel - “als zogeheten<br />

kunstkenner nota bene” - wel. Als<br />

een kunstwerk je op het verkeerde<br />

been zet, zichzelf niet overschreeuwt.<br />

tl-buiZEn<br />

Zichzelf overschreeuwen doet het<br />

werk van Spencer Finch (1962) zeker<br />

niet. De lichtwerken in de Haarlemse<br />

rechtbank zijn zeer minimalistisch in<br />

hun verschijningsvorm. Horizontale<br />

en verticale lijnen van tl-buizen in<br />

verschillende kleurencombinaties.<br />

Elk werk bestaat uit een compositie<br />

van twee, horizontaal gepositioneerde<br />

tl-buizen. Naast elkaar, maar<br />

niet op dezelfde hoogte, de rechter<br />

horizontale lijn ligt steevast iets<br />

lager. Op de twee lijnen bevindt zich<br />

een opeenstapeling van (kortere)<br />

horizontale, en een enkele keer<br />

verticale geplaatste tl-buizen in<br />

verschillende kleuren.<br />

Finchs tl-buizen vormen een<br />

geabstraheerde versie van de<br />

weegschaal, het symbolische<br />

attribuut waarmee Vrouwe Justitia<br />

als personificatie van gerechtheid<br />

traditiegetrouw de beschuldigingen<br />

tegen de bewijzen afweegt. In de<br />

lichtwerken abstraheert Finch<br />

gerechtigheid tot een minimale<br />

voorstelling van een paar lijnen. De<br />

horizontale, witte lijnen zijn de<br />

weegschalen, de gekleurde buizen<br />

erboven vormen de inhoud ervan.<br />

Het materiaalgebruik is sober en<br />

eenvoudig. Kleur wordt verkregen<br />

door filters over de tl-buizen te<br />

schuiven.<br />

Less is more is het adagium in deze<br />

uitgebeende representatie van recht<br />

en onrecht. Het blijkt ook uit de<br />

summiere titel Untitled (Scales of<br />

Justice), het werk van de kunstenaar<br />

is doorgaans allesbehalve ongetiteld.<br />

(Finch noemt het zelf min of meer<br />

ironisch “a sort of strange title”.)<br />

Finch leek aanvankelijk ook meer<br />

voor more te gaan. Maar zijn eerste<br />

ontwerp was de kunstcommissie<br />

niet abstract genoeg. De keuze voor<br />

Spencer Finch was juist ingegeven<br />

vanwege het vrij abstracte werk dat<br />

hij doorgaans maakt. Dat sloot aan<br />

bij de wens van de Haarlemse<br />

rechtbank voor een kunstwerk, dat<br />

zich in grote mate van abstractie zou<br />

verhouden tot het begrip gerechtigheid.<br />

Van de superminimale versie<br />

waar Finch vervolgens mee kwam<br />

was de kunstcommissie dan ook<br />

meer gecharmeerd.<br />

pOëtiScHE OmHElZing<br />

Lichtsculpturen maken een belangrijk<br />

deel uit van het oeuvre van<br />

Spencer Finch (1962). Voor de<br />

Amerikaanse kunstenaar, die vorig<br />

jaar te zien was op de Biënnale van<br />

Venetië, zijn licht en kleur het<br />

belangrijkste gereedschap in zijn<br />

werk. Voor Finch zijn het de<br />

graadmeters van een gegeven tijd,<br />

plaats en herinnering. Zo wordt in<br />

het biënnale-werk Moonlight letterlijk<br />

de couleur locale van Venetië gevangen<br />

door het aanbrengen van<br />

gekleurde filters op verschillende<br />

bestaande ramen in een tentoonstellingsruimte.<br />

Finch probeert door middel van<br />

objectieve wetenschappelijke<br />

methodes zijn subjectieve ervaring<br />

van licht en kleur op een specifieke<br />

plaats en tijd te repliceren. Het<br />

onderzoek naar licht, kleur, geheugen<br />

en waarneming vormt dan ook<br />

de basis van zijn werk. Voor de<br />

objectieve wijze van kijken hanteert<br />

Finch onder meer colorimeters (lichtmeters<br />

voor kleur en intensiteit),<br />

voor het eigen kijken en vervolgens<br />

weergeven zet hij zijn geheugen in.<br />

De combinatie van deze twee vervult<br />

zijn werk met een melancholie die<br />

Spencer Finch zelf omschrijft als “het<br />

onmogelijke verlangen jezelf te zien<br />

kijken.” Ook het werk Eos (Dawn, Troy)<br />

uit 2002 komt uit dit verlangen voor.<br />

Finch is geïntrigeerd door het idee te<br />

zien wat de Griekse held Achilles zag.<br />

Hij bezoekt de plaats van het oude<br />

Troje in Noordwest-Turkije en<br />

bedenkt dat het enige dat in<br />

drieduizend jaar op deze plek<br />

onveranderd moet zijn gebleven het<br />

aanwezige licht is. De kunstenaar<br />

neemt verschillende lichtmetingen<br />

tijdens dageraad, het tijdstip dat<br />

immers frequent figureert in de Ilias<br />

van Homerus. Eenmaal terug in New<br />

York tovert Finch als een hedendaagse<br />

alchemist een enkel moment van<br />

het ochtendglorenlicht van Troje.<br />

Het is een gerecreëerde werkelijkheid<br />

die louter uit licht en kleur<br />

bestaat.<br />

wHat timE iS it On tHE Sun?<br />

Het ‘in de koffer meenemen’ van een<br />

ervaring om deze vervolgens over te<br />

hevelen naar een andere plaats en<br />

tijd komt bij Finch frequent voor.<br />

Voor Sunlight in an empty room (Passing<br />

cloud for Emily Dickinson, 2004) peilde<br />

Finch het licht, inclusief overkomende<br />

wolken, op een zomermiddag in<br />

de tuin van Emily Dickinson’s huis in<br />

de Amerikaanse staat Massachusetts.<br />

Kunst en wetenschap vinden zich<br />

elkaar bij Finch niet zelden in een<br />

poëtische omhelzing. Zoals de tros<br />

ballonnen in de lucht, waarvan de<br />

blauwe kleur van de ballonnen (na<br />

zorgvuldige kleurmetingen) exact<br />

overeen komt met het blauw van de<br />

lucht op een bepaald tijdstip.<br />

Poëtisch alleen al is de (van de<br />

filosoof Ludwig Wittgenstein<br />

overgenomen) titel van het werk<br />

What time is it on the Sun? Zonder<br />

zonlicht zou de mens niets zien,<br />

maar naar de directe bron kijken lukt<br />

niet zonder verblind te raken. Het is<br />

voor Finch een metafoor voor de<br />

onvolkomenheid van alle representatie.<br />

Ondanks deze zekerheid rest<br />

ons niets anders dan te blijven<br />

kijken. En ons tegelijk bewust te zijn<br />

van de vele gradaties van onze<br />

perceptie en herinnering.<br />

Die gedachte sijpelt ook door in de<br />

lichtwerken die Finch maakte voor<br />

de Haarlemse rechtbank. Door in de<br />

verschillende werken te variëren in<br />

de positionering van de tl-buizen en<br />

kleurencombinaties, raakt Finch aan<br />

het gegeven dat in de rechtspraak<br />

zaken niet altijd met eenzelfde<br />

eenheid te meten zijn. En dat in<br />

sommige zaken gerechtigheid<br />

diffuser is dan in andere gevallen -<br />

het ene onrecht laat zich makkelijker<br />

wegen dan het andere. Kijk naar het<br />

werk dat in het entreegebied op de<br />

begane grond hangt. Bovenop de lijn<br />

van de ‘linkerschaal’ staan zes<br />

verticale lichtbuizen in de kleuren<br />

rood en blauw. De rechter weeg-<br />

schaal bevat zes horizontale<br />

tl-buizen, in dezelfde kleurencombinatie<br />

als bij de linker schaal. De<br />

verticale compositie versus de<br />

horizontale compositie geeft het<br />

verschil tussen de schalen duidelijk<br />

weer en benadrukt visueel bovendien<br />

dat de rechter weegschaal lager<br />

hangt; zwaarder weegt dan de linker.<br />

Beschuldiging en bewijs tekenen zich<br />

hier duidelijk af.<br />

Een stuk minder expliciet is de weegschaal<br />

in de rechtszaal verderop. In<br />

de louter horizontale compositie van<br />

tl-buizen zijn de twee ‘schalen’ nagenoeg<br />

gelijk aan elkaar. Het is een<br />

werk dat ter contemplatie dient van<br />

alle aan wezigen in de rechtszaal. Van<br />

beschuldigde en aanklager tot rechter,<br />

ze houden zich gedurende een<br />

gegeven tijd en plaats bezig met<br />

dezelfde abstractie. Wat is gerechtigheid?


44 stedenbouw monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

onderwerp<br />

‘Met het woord prestigeproject<br />

moet je oppassen’<br />

andere<br />

smaken


Joop van Oosten van BAM verweert zich tegen de crisis:<br />

Nederland heeft weer een<br />

bouwminister nodig<br />

Joop van Oosten is sinds 2005<br />

voorzitter van de Raad van Bestuur<br />

van BAM. Het bouwconcern heeft<br />

zijn projectontwikkelingsactiviteiten<br />

begin 2010 samengevoegd met<br />

die van AM. BAM Vastgoed is AM<br />

geworden omdat AM in die markt<br />

een sterker merk is. Voor BAM<br />

komt de crisis, net als voor andere<br />

vastgoedondernemingen, hard<br />

aan. Honderden arbeidsplaatsen<br />

zijn verloren gegaan, nieuwe<br />

projecten komen tot stilstand,<br />

zeker in gebieden waar krimp van<br />

de bevolking wordt verwacht. Van<br />

Oosten beziet de crisis, de samenwerking<br />

met de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>,<br />

de toekomst van publiekprivate<br />

samenwerking en de<br />

betekenis van duurzaamheid.<br />

Wat merken jullie van de crisis?<br />

‘Heel veel. Wie de cijfers van BAM<br />

volgt, ziet dat de crisis ons midscheeps<br />

heeft geraakt. Aan verliezen<br />

op vastgoed hebben we vorig jaar<br />

266 miljoen euro moeten afschrijven,<br />

wat voor BAM enorm is, ook<br />

historisch gezien. We hebben in 2009<br />

nog wel winst gemaakt.’<br />

‘In 1981 bij de vorige crisis was BAM<br />

een wezenlijk andere onderneming<br />

en zat de bouwsector anders in<br />

elkaar. Bedrijven waren kleinschaliger<br />

en werden nog harder geraakt<br />

dan nu omdat ze zoveel woningen<br />

op voorraad hadden. Dat is nu<br />

minder het geval. Al in 2008 waren<br />

er signalen over een haperende<br />

economie, maar iedereen dacht dat<br />

het voor de bouw wel zou meevallen.<br />

Dat het in het vastgoed zo hard<br />

omlaag zou gaan, hadden we niet<br />

gedacht. De stop van de woningverkoop,<br />

in feite een kopersstaking, was<br />

binnen een maand het geval. We<br />

dachten dat het tijdelijk zou zijn<br />

maar kennelijk werkt de menselijke<br />

geest zo. Veel projecten die we in<br />

uitvoering hadden, hebben we tegen<br />

lagere prijzen moeten verkopen.’<br />

TEKST: jaap HuiSman<br />

FOTOGRAFIE: lEViEn willEmSE<br />

Wat voor soort projecten hebben jullie<br />

moeten cancellen?<br />

‘Gecompliceerde, stedelijke<br />

projecten met een groot deel<br />

appartementen erin. In het najaar<br />

van 2008 merkten we dat die niet<br />

liepen en die vraag heeft zich in 2009<br />

niet hersteld. Bij dergelijke projecten<br />

halen we de 70 procent van de<br />

voorverkoop niet die nodig is om<br />

met de bouw te beginnen. Het<br />

betreft vaak de luxueuzere plannen<br />

met appartementen in de hogere<br />

prijsklassen.’<br />

Sommige architecten vragen zich of<br />

bepaalde eilanden van IJburg nog wel<br />

zullen doorgaan.<br />

‘Ja, dat kun je je afvragen. Dat is een<br />

discussie van een jaar geleden over<br />

gebiedsontwikkeling met de vraag<br />

of je concessies moet doen aan de<br />

kwaliteit of juist niet. Ik geloof in de<br />

noodzaak van concessies. In de<br />

steden zie je altijd jaarringen.<br />

Waarom niet in dat soort gebieden?<br />

Alleen bestaat er wel een onderkant.<br />

Er zijn in de jaren tachtig huizen<br />

gebouwd waar we nu niet trots op<br />

zijn. Die zijn al gesloopt of staan op<br />

de nominatie om gesloopt te worden.<br />

Je moet wel op een bepaald ambitieniveau<br />

blijven bouwen, maar als er<br />

geen markt is, vergeet het dan maar.’<br />

‘Het komt altijd goed, is mijn<br />

ervaring. Het duurt even, de uitweg<br />

is heel plat. Een bepaald aantal<br />

mensen wil wat kopen, vanwege een<br />

erfenis of een echtscheiding. De<br />

economie suddert voort. Maar zodra<br />

de zekerheid over het inkomen<br />

toeneemt, gaat men weer kopen. De<br />

verkoop in het eerste kwartaal van<br />

2009 liep heel slecht, daarna werd<br />

het redelijk en kregen we hoop<br />

totdat de verkoop in het derde<br />

kwartaal weer terugviel. Het vierde<br />

kwartaal was al weer beter en de<br />

eerste acht weken van 2010<br />

betekenen een verdubbeling ten<br />

opzichte van die periode in 2009.<br />

Het is nog altijd de helft van 2008,<br />

dat wel.’<br />

Wat loopt altijd wel?<br />

‘Projecten waar starters naar toe<br />

kunnen, mensen die geen bezit<br />

achterlaten dat ze moeten verkopen.<br />

Grondgebonden woningen op een<br />

prachtige plek verkopen ook.’<br />

interview<br />

architectuur architectuurbeleid<br />

45


<strong>46</strong> architectuur architectuurbeleid<br />

interview<br />

Nu de Vinex-opgave grotendeels is<br />

afgerond, roepen experts, onder meer bij<br />

het Atelier Rijksbouwmeester, dat<br />

stedelijke verdichting nodig is.<br />

‘Daar liggen kansen, maar onderschat<br />

niet de financiële voorwaarde<br />

om bouwrijpe situaties te creëren.<br />

Ik heb discussies gehad met<br />

architecten die zeiden goedkope<br />

plannen te kunnen ontwikkelen.<br />

Daarbij vergaten ze de grond- en<br />

saneringskosten. Ruimtelijk gezien<br />

kan ik me de opgave heel goed<br />

voorstellen, ben zelf ook een<br />

voorstander van het wonen in de<br />

steden, maar met een overheid die<br />

goed op zijn financiën moet letten,<br />

wordt dat lastig.’<br />

Zouden dan meer wijken uit de jaren<br />

tachtig gesloopt en herontwikkeld moeten<br />

worden?<br />

‘Misschien kan dat, maar dan wil ik<br />

daarvan wel de boekwaarde weten.<br />

De verwerving is moeilijk. Want er<br />

zijn veel appartementsgebouwen<br />

uitgepond aan individuele eigenaren,<br />

zodat die uit het bezit van de<br />

corporaties zijn verdwenen. Ga er<br />

maar aanstaan op die weer te<br />

verwerven.’<br />

Was je daarom teleurgesteld dat het<br />

kabinet viel? Omdat er nog zoveel te doen<br />

is?<br />

‘Ik ontmoette bij ADO Den Haag een<br />

bevriend politicus die tegen me zei:<br />

‘Goed hè, Joop?’ Toen antwoordde<br />

ik: ‘Een grof schandaal is het’. We<br />

hadden even een woordenwisseling.<br />

Dat politici op een moment als dit<br />

geen verantwoordelijkheid voor het<br />

economisch herstel nemen, vind ik<br />

onbegrijpelijk.’<br />

Had jij hoge verwachtingen van Van der<br />

Laan bij de prachtwijken?<br />

‘Ik denk dat minister Van der Laan<br />

een heel inspirerende en goed<br />

bestuurder was. Hij moest doorgaan<br />

waar Vogelaar was gebleven. Het<br />

dossier is best lastig. We merkten al<br />

gauw dat er om financiële redenen<br />

ontwikkelingen werden tegengehouden.<br />

Het heeft lang geduurd voordat<br />

het kabinet begreep dat de bouwsector<br />

voor de economie als geheel<br />

cruciaal is. Eind 2008 mocht ik een<br />

bijeenkomst van Economische Zaken<br />

bijwonen. De hele industrie was daar<br />

aanwezig. Er werd wel naar de<br />

maakindustrie geluisterd, zoals<br />

Corus, DSM en zo, die met een flinke<br />

vraaguitval te maken had, maar wat<br />

er met de bouw zou gebeuren,<br />

daarvoor leek geen interesse. Politici<br />

lijken het laatcyclische karakter van<br />

de bouw niet te begrijpen. We<br />

hebben lange doorlooptijden. Bij een<br />

besluit van vandaag is een architect<br />

over een half jaar bezig, en een jaar<br />

later kun je pas gaan bouwen.’<br />

Maar jullie hebben toch de machtigste<br />

man van Nederland, Elco Brinkman, als<br />

lobbyist?<br />

‘Van mij geen kwaad woord over<br />

Elco. Hij doet dat heel goed. Maar<br />

zelfs hij kreeg het niet voor het<br />

voetlicht.’<br />

Hoe verklaar je dat?<br />

‘Zolang er geen vijftigduizend<br />

bouwvakkers naar het Malieveld<br />

trekken, is het niet interessant voor<br />

een kabinet. Bovendien waren in<br />

2008 nog volop bouwvakkers aan<br />

het werk. Iedereen was aan het<br />

timmeren, en niemand, behalve de<br />

sector zelf, zag de urgentie. Op een<br />

bepaald moment zagen we de<br />

orderboeken aflopen. De boodschap<br />

kwam niet over. Later wel, maar dan<br />

ben je al te laat. Bij architectenbureaus<br />

tekenen zich drama’s af.<br />

Architecten hebben soms hun<br />

pensioen in hun bureau gestopt, en<br />

krijgen nog onvoldoende werk. Als<br />

de pijplijn daar leeg is, hoeven<br />

bouwers niet lang te wachten tot<br />

zijzelf aan de beurt zijn.’<br />

Op wat voor soort stimulerende<br />

maatregelen had je gehoopt?<br />

‘Dat het kabinet niet te lang zou<br />

praten, maar beslissingen zouden<br />

nemen. De Belgische overheid heeft<br />

de BTW op bepaalde woningen<br />

onmiddellijk verlaagd, terwijl hier de<br />

overheid een praatcircus is begonnen.<br />

Moet de overdrachtsbelasting<br />

er af, of de BTW? Het leidt ertoe dat<br />

je op verjaardagen hoort dat het<br />

dom is om nu een huis aan te<br />

schaffen. Dat klimaat is fnuikend<br />

voor de sector. Er is, ook in de<br />

Kamer, niet naar ons geluisterd.’<br />

‘Ik denk dat het imago van de bouw<br />

ons in de politiek nog steeds parten<br />

speelt, hoewel de bouwfraude<br />

mijlenver achter ons ligt. De directies<br />

van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> en<br />

Rijkswaterstaat hebben een<br />

geweldige rol gespeeld om de sector<br />

er bovenop te helpen. Maar dan<br />

komt de ellende met de vastgoedfraude.<br />

Een hoop mensen weten het<br />

verschil tussen bouw en vastgoed<br />

niet en zeggen: ‘Daar heb je ze weer!’<br />

Iedereen heeft in zijn hoofd dat<br />

vastgoedontwikkelaars veel geld<br />

verdienen. Dus als het dan zakelijk<br />

tegenzit, is de reactie: ‘je red je<br />

maar’. De enige manier om dat beeld<br />

recht te trekken is je werk zo goed<br />

mogelijk te doen en de bouwsector<br />

goed neer te zetten.’<br />

Hebben jullie baat bij een actieve rol van<br />

de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>?<br />

‘Na de bouwenquete is de Regieraad<br />

Bouw ingesteld om de vernieuwing<br />

in de gehele bouwketen aan te jagen<br />

en verbeteringen te borgen. Ik heb in<br />

de tweede Regieraad mogen zitten<br />

waar ik Peter Jägers van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

en Bert Keijts van<br />

Rijkswaterstaat tegenkwam. Ik denk<br />

dat de <strong>Rijksgebouwendienst</strong> het<br />

beste uit de sector heeft gehaald<br />

door een aantal projecten zo goed<br />

mogelijk in de markt te zetten. Ze is<br />

nu eenmaal de huisvester van het<br />

Rijk. Wat jammer is, is dat we de<br />

bouwminister zijn kwijtgeraakt.<br />

Vroeger stond VROM daar voor, nu is<br />

Economische Zaken het ministerie<br />

van de sector. Den Haag denkt zeker<br />

dat het volk inmiddels wel gehuisvest<br />

is. Klaar. Terwijl in de wederopbouwtijd<br />

en de jaren daarna de<br />

bouw werd gezien als motor van<br />

onze economie, met een minister die<br />

zich er speciaal voor inzette. Dat is<br />

voorbij. Mijn advies aan een nieuw<br />

kabinet zou zijn om een minister<br />

specifiek te belasten met de<br />

verantwoordelijkheid voor de<br />

sector.’<br />

Jullie werken veel met de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>.<br />

‘Andere bouwers natuurlijk ook. Wij<br />

doen JuBi (de nieuwe ministeries van<br />

Justitie, Binnenlandse Zaken en<br />

Koninkrijksrelaties), Scheepvaartmuseum,<br />

de Sterrenwacht Leiden en<br />

helaas maar een stukje van het<br />

Rijksmuseum.’<br />

Kunnen jullie dat even goed, restaureren<br />

en nieuwbouw?<br />

‘We moeten op alle facetten van de<br />

bouw goed zijn. Onze strategie is dat<br />

we alle aspecten van het vak willen<br />

beheersen, de timmerman op zijn<br />

plek, het ontwerpbureau en ik op<br />

mijn plaats.’<br />

Hoe schat je van te voren zo’n ingewikkeld<br />

project als het Rijksmuseum in?<br />

‘Dat is een project met een moeilijke<br />

voorgeschiedenis, dus ik vind het<br />

niet zo verstandig dat weer op te<br />

rakelen. We maken nu een deel van<br />

het werk, de fundering.’<br />

Was het spannend toen bestaande<br />

kolommen onder de onderdoorgang<br />

werden vervangen door poeren?<br />

‘Dat weet ik niet. Ik ken de details<br />

onvoldoende. Ik ben er zelf nog niet<br />

geweest. Het is in deze functie<br />

onmogelijk al onze werken te<br />

bezoeken. Maar als je de foto’s ziet,<br />

is het spectaculair. Dat de hele<br />

aanbieding in kavels is opgeknipt, is<br />

voor ons toch een pijnlijke zaak. We<br />

hebben niet de kans gehad er samen<br />

uit te komen, wat met de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>,<br />

denk ik, wel was<br />

gelukt. Het opknippen van het<br />

project is een slechtere oplossing,<br />

vind ik, die politiek gedreven is. Er<br />

komt uiteindelijk wel een goed<br />

gebouw uit, alleen vijf jaar te laat.<br />

Wij hadden het zeker in twee of drie<br />

jaar geklaard. Ik zou niet graag voorzitter<br />

van City Marketing Amsterdam<br />

willen zijn die moet uitleggen waarom<br />

alle grote musea in Amsterdam<br />

gesloten zijn. Maar ik heb er zo al<br />

meer dan genoeg over gezegd.’<br />

Dat oudzeer begrijp ik. Toch ben ik<br />

benieuwd als buitenstaander hoe je zo’n<br />

omvangrijk complex overziet?<br />

‘Nou, laat ik het Scheepvaartmuseum<br />

nemen, prachtig oud gebouw,<br />

prachtig gelegen in de stad. Van te<br />

voren denk je genoeg te weten. Kom<br />

je toch onverwachte problemen<br />

tegen. Dat zijn tegenvallers. Met<br />

nieuwbouw proberen we alles goed<br />

te plannen. JuBi bijvoorbeeld, is een<br />

machine. Zo uitgekiend. Je hebt een


goede architect, bekwame mensen<br />

van ons, van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>,<br />

en er is goed gesproken over<br />

de rolverdeling. We hebben het<br />

geluk gehad dat we lang hebben<br />

moeten onderhandelen over de<br />

prijs want het complex werd in de<br />

hoogconjunctuur in de markt gezet.<br />

Dat heeft ertoe geleid dat alles tot in<br />

detail, tot op de spijker is uitgewerkt,<br />

maar ook in 3D. En dat ook de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

elke spijker kent.<br />

Wat toen een ongeluk was, is nu je<br />

geluk. Ik kom er niet vaak, maar als<br />

ik er ben, ben ik er trots op. Dat<br />

hebben ze slim bedacht, denk ik dan.’<br />

Wat dan?<br />

‘Hoe alles in systemen is uitgedacht,<br />

de gevel, de ruw- en afbouw, en hoe<br />

er over kranen en hijsinstallaties is<br />

nagedacht. Prachtig om te horen.<br />

En dan bouw je ook nog op een<br />

prominente plek.’<br />

Geldt dit voor jullie als prestigeproject?<br />

‘Met dat woord moet je oppassen.<br />

We hebben hier in huis een wet die<br />

geldt: ‘hoe mooier de foto, hoe<br />

slechter het werk’. Ik heb wel eens<br />

architectuurjaarboeken aan de<br />

mannen uitgereikt met de mededeling<br />

‘ik ben trots op jullie, we<br />

staan er dit jaar niet in’. Er zijn wel<br />

projecten waar we trots op zijn en<br />

veel kennis in kwijt hebben gekund.’<br />

Over JuBi is wel gezegd dat als het eerder<br />

was begonnen dat het dan een ideaal<br />

pps-project zou zijn geweest.<br />

‘Ik vraag me dat af. Dan had je<br />

een model moeten kiezen waar de<br />

architect en opdrachtgever nog<br />

niet zo ver waren geweest. Bovendien<br />

is het een uitermate gevoelige<br />

plek met veel partijen waaronder<br />

de gemeente die zijn eisen stelt. Het<br />

verschil met Financiën is dat dat<br />

gebouw er al stond, bestemmingsplan<br />

stond vast, randvoorwaarden<br />

lagen beter. Je had het stedenbouwkundig<br />

model moeten uitontwikkelen<br />

en zelfs het voorlopig ontwerp.<br />

Dat VROM wel in aanmerking komt<br />

voor pps, begrijp ik, omdat de<br />

bouwmassa vaststaat.’<br />

Wat zijn in jouw ogen de voors en<br />

tegens van pps?<br />

‘Je ontzorgt de klant voor een<br />

deel en je krijgt, denk ik, een<br />

beter gebouw. Je bent namelijk<br />

genoodzaakt een gebouw te<br />

ontwikkelen met optimale levensduurkosten.<br />

Omdat je tientallen<br />

jaren verantwoordelijk blijft,<br />

verdiepen we ons nog meer dan in<br />

traditionale contractvormen in de<br />

projecten die we aanbieden. We<br />

proberen de risico’s van het<br />

bouwproces in de hand te houden.<br />

Je leert anders na te denken over wat<br />

je aanbiedt en wat je aan de klant<br />

vraagt. Dat betekent niet alleen<br />

ontwikkelen en realiseren maar ook<br />

exploiteren. Voor de opdrachtgever<br />

zit er een voordeel aan omdat je er<br />

financieel zo lang bij betrokken bent.<br />

Ik zie prachtige voorbeelden, het<br />

ministerie van Financiën maar ook<br />

de scholen in het Verenigd Koninkrijk<br />

die we exploiteren. Daar leveren we<br />

de maaltijden en kopen violen voor<br />

het muziekonderwijs.’<br />

Hoort dat wel bij jullie taak?<br />

‘Nou, koken moet je niet doen.<br />

Maar als je kijkt hoe we gegroeid<br />

zijn als bedrijf....We zijn allang geen<br />

capaciteitsaanbieder meer of een<br />

pure aannemer. Voor het Verenigd<br />

Koninkrijk hebben we een facility<br />

management-bedrijf opgericht, dat<br />

ook bijdraagt aan de winst. Op dit<br />

moment zijn we voor vier miljard<br />

aanbiedingen aan het voorbereiden<br />

in de vijf Europese landen waar we<br />

actief zijn. Niet dat we die allemaal<br />

gaan winnen, eenderde is ook al<br />

mooi. Het interessante ervan is dat<br />

ze zo verschillen, een parlementsgebouw<br />

in Brandenburg, een gevangenis<br />

in Zwitserland, infrastructuur in<br />

Ierland.’<br />

Vorig jaar heeft BAM de projectsont-wikkelingsbedrijven<br />

BAM Vastgoed<br />

en AM samengevoegd. Waarom was dat<br />

nodig?<br />

‘Het is een fusie op niveau van<br />

werkmaatschappijen. Via een joint<br />

venture is AM in 2006 al bij BAM<br />

binnengekomen, met de afspraak<br />

dat als ING uit AM zou stappen, dat<br />

aandeel aan ons verkocht zou worden.<br />

Politiek begrijpt laatcyclische karakter van de bouw niet<br />

BAM Vastgoed en AM vulden elkaar<br />

goed aan. Bij AM lag het accent op<br />

huisvesting en gebiedsontwikkeling<br />

met een mooie grondbank, BAM was<br />

van oudsher wat minder flitsend. Wij<br />

verkochten huizen, AM de lifestyle,<br />

dat is het verschil. De bedrijven<br />

hebben elk ook een ander type<br />

mensen. We hebben altijd geloofd in<br />

twee werkmaatschappijen, met twee<br />

vlaggen en merken, maar dat laat de<br />

huidige markt niet toe. Toen die<br />

slecht bleef, besloten we naar een<br />

fusie toe te werken. We vroegen ons<br />

af welk merk het sterkst was, en dat<br />

is AM.’<br />

Wie stelt dat vast?<br />

‘In de vastgoedmarkt vonden we<br />

dat AM een sterker merk was. We<br />

hebben toen die keus gemaakt. Nu<br />

moeten we doorzwemmen.’<br />

Tenslotte het thema van deze tijd,<br />

duurzaamheid. Slaat dat door?<br />

‘Nee, zeker niet. Het gaat om<br />

simpele dingen, zoals de bouwmaterialen<br />

die je gebruikt, het<br />

inrichten van de bouwplaats en de<br />

verwerking van het afval. We geven<br />

dit jaar voor de derde keer een<br />

duurzaamheidsverslag uit, waarin<br />

we bijvoorbeeld concreet aangeven<br />

hoe we met de CO2-uitstoot<br />

omgaan. Nee, het slaat niet door. Je<br />

merkt bij beleggers van instituten al<br />

dat ze uitsluitend panden aankopen<br />

die aan de hoogste duurzaamheidseisen<br />

voldoen. Zij verwachten dat<br />

het over vijf jaar een topic is als ze<br />

het weer moeten verkopen. Het<br />

merendeel van de bestaande<br />

voorraad wordt de grootste opgave<br />

voor duurzaamheid. Het ministerie<br />

van VROM kan alleen op niveau<br />

worden gebracht als je het helemaal<br />

kaal maakt. Een opdrachtgever als<br />

het Rijk komt daar wel uit, bij een<br />

particuliere opdrachtgever ligt het<br />

anders. Als die het geld er niet voor<br />

over heeft, zal die toch sneller sloop<br />

overwegen.’<br />

47


design<br />

48<br />

Voormalig staatssecretaris Albayrak heeft de<br />

Tweede Kamer beloofd strengere maatregelen te<br />

nemen om de invoer van drugs in gevangenissen<br />

tegen te gaan. De plaatsing van zogenaamde<br />

Engelse slangtafels in de bezoekersruimten draagt<br />

daar stevig aan bij. Architect Remco Bruggink<br />

ontwierp de tafels voor het gehele gevangeniswezen<br />

in Nederland.<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: liESbEtH fit<br />

FOTOGRAFIE: maartEn nOOrDijk<br />

Slangtafel moet<br />

drugs uit<br />

gevangenis<br />

bannen


Speciaal ontwerp geleidelijk<br />

ingevoerd in penintentaire inrichtingen<br />

Het idee van de slangtafel is eenvoudig<br />

maar geniaal. Een langwerpige<br />

tafel die zich als een slang door de<br />

ruimte kronkelt en daarbij bezoekers<br />

en gedetineerden van elkaar scheidt.<br />

De tafel heeft geen poten en is vanaf<br />

het blad tot aan de vloer gesloten.<br />

Door het toepassen van bochten<br />

ontstaat er voldoende oppervlakte<br />

voor een van te voren bepaald aantal<br />

mensen. De slang begint meestal<br />

ergens tussen twee deuren, waar<br />

bezoekers en gedetineerden los van<br />

elkaar door naar binnen komen, en<br />

baant zich vervolgens een weg naar<br />

het andere einde van de bezoekerszaal.<br />

Het oorspronkelijke idee voor<br />

de tafel stamt uit Engeland, waar de<br />

tafels al enige tijd in gebruik zijn.<br />

Vandaar dat Justitie er de naam<br />

Engelse slangtafel aan gaf.<br />

Remco Bruggink, architect van de P.I.<br />

in Alpen aan de Rijn, ontwierp ook<br />

een slangtafel voor de bezoekerszaal<br />

aldaar. Omdat die goed beviel, vroeg<br />

Justitie hem om de tafels voor het<br />

landelijke project te verzorgen.<br />

Bruggink: ‘Het is een project voor het<br />

hele gevangeniswezen, dus alle<br />

gevangenissen en huizen van<br />

bewaring krijgen er een. Een stuk of<br />

tien hebben er zelf in de afgelopen<br />

jaren een gemaakt, waarvan sommige<br />

bevallen en andere niet. Bij de dienst<br />

huisvesting van Justitie was dat een<br />

doorn in het oog omdat er geen<br />

eenheid in zat. Dus hebben ze mij<br />

gevraagd om voor dit project één<br />

ontwerp te maken. De eerste is net<br />

in gebruik genomen in Lelystad. De<br />

rest wordt dit jaar nog geplaatst.’<br />

Het doel van de tafels is tweeledig:<br />

het scheiden van de stroom<br />

bezoekers en gedetineerden, vooral<br />

om de invoer van drugs tegen te<br />

gaan. Op het moment is dat nog<br />

steeds een groot probleem in de<br />

Nederlandse gevangenissen. Daar<br />

zijn de tafeltjes over het algemeen<br />

los in de ruimte geplaatst, zoals in de<br />

aula van een ziekenhuis. Aan iedere<br />

tafel is plaats voor een gedetineerde<br />

met één tot maximaal drie bezoekers.<br />

‘Dat is best chaotisch’, aldus<br />

Bruggink. ‘Er is wel toezicht, maar<br />

toch is het er rumoerig en druk en<br />

kan het heel vol zijn, dus daar zijn<br />

mogelijkheden om drugs te<br />

overhandigen. Het onder de tafel<br />

doorgeven is een van de manieren<br />

en een andere is bijvoorbeeld via de<br />

koffie. De bezoeker laat de drugs die<br />

hij achter zijn kiezen heeft in zijn<br />

koffie vallen. Dat kopje wordt dan<br />

vervolgens verwisseld met die van<br />

de gedetineerde die de drugs daarna<br />

in zijn mond neemt. Beide methoden<br />

zijn met de slangtafel ondervangen.<br />

Bezoeker en gedetineerde zijn fysiek<br />

van elkaar gescheiden door de tafel.<br />

En door de plaatsing van een schot<br />

boven op de tafel, moet je je handen<br />

echt een stuk optillen om iets te<br />

doen. Dat valt de bewakers snel op.<br />

Een ander voordeel is dat er soms<br />

wel eens ontvluchtingen uit<br />

bezoekerszalen voorkomen. Als er<br />

veel mensen zitten is persoonsverwisseling<br />

mogelijk. Dat kan nu niet<br />

meer omdat je over de tafel heen<br />

zou moeten klauteren.’<br />

plattEgrOnDEn<br />

Om tot een juiste vorm voor de<br />

tafels te komen deed de architect<br />

eerst vooronderzoek bij vijf inrichtingen.<br />

Hij tekende bij wijze van test<br />

plattegronden. Per gevangenis mag<br />

slechts een bepaald aantal mensen<br />

op bezoek komen of bezoek ontvangen.<br />

Dat heeft meestal niet zozeer<br />

met de capaciteit van de zaal als wel<br />

met andere organisatorische belangen<br />

te maken. Met dat getal moest<br />

Bruggink dus werken. Voor efficiënte<br />

ruimteverdelingen keek hij in eerste<br />

instantie naar cafés en restaurants.<br />

‘Daar hebben ze bedacht hoe ze veel<br />

mensen in een relatief kleine ruimte<br />

kunnen krijgen. Veel compacter dan<br />

een opstelling met vier mensen om<br />

een tafel heen krijg je het niet.’ Al<br />

experimenterend met die gegevens<br />

kwam hij tot zijn ontwerp. Een<br />

doorlopende slangtafel met daaraan,<br />

op vaste afstand van elkaar, steeds<br />

een uitstulping waaraan vier mensen<br />

kunnen zitten, zoals bij een klein<br />

cafétafeltje. Per bezoekersruimte<br />

kan gevarieerd worden met de<br />

lengte en de hoeveelheid bochten<br />

omdat de tafel wordt opgebouwd uit<br />

losse modules.<br />

Toch bleef het nog spannend of alle<br />

bezoekers wel in de ruimte zouden<br />

passen. ‘Je denkt, dezelfde hoeveelheid<br />

mensen weer in die zaal, dat<br />

moet toch altijd kunnen’, legt<br />

Bruggink uit. ‘Maar de verkeersruimte<br />

neemt ook plaats in. In de huidige<br />

bezoekerszalen bestaan dubbel<br />

gebruikte looppaden. Bezoek en<br />

gedetineerde verlaten de ruimte<br />

weliswaar na elkaar maar maken wel<br />

gebruik van dezelfde routes. Met de<br />

slangtafels wordt de hoeveelheid<br />

verkeersruimte vergroot. Uit de test<br />

is gebleken dat dat gaat. Soms zijn er<br />

iets kleinere tafeltjes tussen gestopt<br />

om de capaciteit te verminderen.<br />

Daar kunnen dan minder mensen<br />

aan plaatsnemen, en toch zit het<br />

zelden helemaal vol.’<br />

cOmpact<br />

Naast een efficiënte tafel heeft<br />

Bruggink ook geprobeerd er een<br />

aantrekkelijke tafel van te maken.<br />

Dat was ook de vraag. Bezoek<br />

ontvangen is toch een van de<br />

bijzondere momenten in een<br />

penitentiaire inrichting. Het is het<br />

moment dat een gedetineerde<br />

contact heeft met de buitenwereld.<br />

‘Dat mag er dan ook goed uitzien’,<br />

vindt Bruggink. ‘Ik wilde een zo<br />

vriendelijk en compact mogelijke<br />

tafel maken waar je met zijn vieren<br />

aan kan zitten; alsof je aan een soort<br />

bar zit. Mensen hebben behoefte<br />

aan privacy. De slangtafel moet je<br />

zien als iets wat zich tussen de benen<br />

van het bezoek en de gedetineerde<br />

doorslingert. Waar in Alphen aan de<br />

Rijn de tafel heel rechttoe rechtaan is<br />

en de mensen relatief ver uit elkaar<br />

zitten, is de nieuwe versie gecomprimeerd.<br />

Daarmee wordt het leuker.<br />

De tafel is vormspecifieker en meer<br />

golvend, aantrekkelijker en vrolijker.’<br />

Die vrolijkheid ontleent de tafel ook<br />

aan de felle kleur die hij meekrijgt.<br />

Bruggink maakte daarvoor een<br />

inventarisatie van de kleuren die al<br />

gebruikt werden in de bezoekersruimten.<br />

Dat waren er niet veel;<br />

soms zat er wat kleur in de vloer of in<br />

enkele details van de ruimte. Zo<br />

kwam hij tot een spectrum van zes<br />

kleuren waar hij bij aan kon sluiten.<br />

Om de kleuren wat sprekender te<br />

maken koos hij voor een meer<br />

verzadigde, zwaardere uitvoering.<br />

De kleur slingert zich nu als een<br />

uitbundige baan door de ruimte.<br />

De tafel leverde niet alleen Bruggink<br />

werk op. Voor de uitvoering ervan<br />

werkte hij samen met de P.I.<br />

Noord-Holland Noord. Onder leiding<br />

van Jan Hoffs, projectleider van<br />

‘Project Werkt’, de arbeidsorganisatie<br />

nieuwe stijl van de Dienst Justitiële<br />

Inrichtingen, werken gedetineerden<br />

op twee locaties, Zwaag en<br />

Zuijderbos aan de tafels. ‘Wat ze<br />

daar doen is de tafels assembleren,<br />

in elkaar zetten dus’, vertelt<br />

Bruggink. ‘In Alphen was de tafel<br />

ambachtelijk en op maat gemaakt.<br />

Deze nieuwe tafels bestaan uit in<br />

België gemaakte halffabrikaten.<br />

Omdat gekozen is voor een modulair<br />

systeem en het een grote productie<br />

is kun je daar mallen voor laten<br />

maken. In Zwaag worden alle<br />

montage onderdelen gefabriceerd<br />

en in Zuijderbos worden de halffabrikaten<br />

tot modules in elkaar gezet.<br />

Het is een tafel van gedetineerden<br />

voor gedetineerden, zeg ik altijd<br />

maar.’<br />

49


landscahp<br />

monumenten architectuurbeleid<br />

50<br />

Oranjes kochten telkens een stuk gebied bij<br />

Park Soestdijk was<br />

en is een collage van<br />

landschappen<br />

Landschapsarchitect Peter Verhoeff deed onderzoek naar het karakter van<br />

het landgoed Soestdijk waar met name in de 18e en 19e eeuw veel aan<br />

veranderd is. De befaamde tuinarchitect Zocher maakte er tijdens Anna<br />

Paulowna een landschapstuin met vijverpartijen, slingerlanen en kassen.<br />

Die lanen bleken in de loop der tijd overwoekerd. De studie was nodig ter<br />

inspiratie van het herbestemmingsplan.<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: annE VErSlOOt<br />

FOTOGRAFIE: pHb<br />

p 50<br />

Gravures van het oorspronkelijke<br />

landgoed<br />

p 51<br />

Een schema van de zichtlijnen en<br />

looproutes<br />

Nee, hij was nooit eerder in de<br />

tuinen, parken en bossen rondom<br />

Paleis Soestdijk geweest. Zo biecht<br />

landschapsarchitect Peter Verhoeff<br />

(42) van Stichting Particuliere<br />

Historische Buitenplaatsen (PHB) uit<br />

Heerde eerlijk op. Hij kende het<br />

paleis alleen van vroeger, van de<br />

televisie. Uit de tijd van de defilés op<br />

Koninginnedag, met koningin Juliana<br />

en prins Bernhard en de rest van de<br />

koninklijke familie. ‘Een groot wit<br />

gebouw,’ herinnert Verhoeff zich uit<br />

zijn kinderjaren, ‘met een bordes vol<br />

bloemen en zwaaiende prinsjes.’<br />

Toen hij vorig jaar de opdracht kreeg<br />

om het landgoed van Soestdijk te<br />

bestuderen in het kader van de<br />

nieuwe bestemming van het paleis<br />

(een project van de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

dat na de dood van prins<br />

Bernhard in 2004 begon) ging hij er<br />

onmiddellijk een kijkje nemen.<br />

Verhoeff: ‘Die eerste keer was ik net<br />

een toerist. Alles was nieuw voor me.<br />

Nooit geweten dat er in de tuinen<br />

achter het paleis ook een ijskelder<br />

was en zulke mooie prieeltjes.’ Een<br />

beetje onder de indruk was hij ook


wel. ‘Het is toch hét paleis van<br />

Nederland. Een echte koninklijke<br />

buitenplaats.’<br />

Al snel volgden meer bezoeken en<br />

keek hij louter met professionele<br />

ogen naar het landgoed. Ook begon<br />

hij met inlezen. Zo stortte hij zich op<br />

kersverse bouw- en cultuurhistorische<br />

rapporten, nieuw archeologisch<br />

onderzoek en verdiepte hij zich in de<br />

laatste gegevens met betrekking tot<br />

flora en fauna. Een hele kluif had hij<br />

aan al die door het programmateam<br />

Paleis Soestdijk uitgezette deelstudies,<br />

geeft hij toe. Vervolgens ging hij<br />

gericht aan de slag.<br />

Allereerst bracht Verhoeff samen<br />

met zijn collega’s van Stichting PHB<br />

de geschiedenis van de tuinen, de<br />

parken en de bossen in kaart. In<br />

samenhang met het paleis. Het hele<br />

ensemble dus. Daarna zoomde hij in<br />

op de verschillende cultuurhistorische<br />

elementen in dit groene gebied<br />

en vroeg hij zich af welke het meest<br />

bepalend zijn voor de identiteit van<br />

Paleis Soestdijk. Dit alles met de<br />

bedoeling om de hoofdlijnen, de<br />

tradities van het complex te<br />

doorgronden. En belangrijker nog:<br />

ter inspiratie van het herbestemmingsplan.<br />

Want dat plan mag nooit beknot<br />

worden door allerhande weetjes en<br />

heiligverklarinkjes waar ik op ben<br />

gestuit, zegt Verhoeff. ‘Zo’n<br />

diepteonderzoek moet juist iedereen<br />

op mooie ideeën brengen.’<br />

paarDEnbOS<br />

In het gebied rondom Paleis<br />

Soestdijk viel het de landschapsarchitecten<br />

van PHB op dat elk deel<br />

een eigen gezicht heeft. Het ene is<br />

meer bosachtig, het ander aangelegd<br />

als park. Dat bepaalde de uiteindelijke<br />

indeling in vijf regio’s. Het<br />

Paleispark, rondom het paleisgebouw<br />

zelf, het ernaast gelegen<br />

Paardenbos en Roosterbos, dan het<br />

Baarnse Bos aan de overkant van de<br />

Amsterdamsestraatweg en de smalle<br />

weidestrook vlak bij Soest die<br />

bekend staat als Praamgracht. Bij<br />

elkaar is het gebied maar liefst <strong>46</strong>0<br />

hectare groot.<br />

Verhoeff: ‘De grondpolitiek van de<br />

Oranjes speelde bij deze indeling een<br />

belangrijke rol.’ Het Paleispark met<br />

de oudste kern van het paleis is door<br />

stadhouder Willem III in 1674<br />

gekocht van de Amsterdamse<br />

burgemeester De Graeff – om het als<br />

jachtslot te gebruiken. Daarna kwam<br />

er langzaamaan gebiedsuitbreiding.<br />

Het Baarnse Bos kochten de Oranjes<br />

in 1776 van een naburige familie, het<br />

Paardenbos was daarna aan de beurt<br />

en als laatste werd de Praamgracht<br />

toegevoegd. Door de tijd heen is elk<br />

terrein met opzet verschillend<br />

gehouden. Het is nooit tot een<br />

eenheid gesmeed.<br />

Per deel deed Verhoeff ook onderzoek<br />

naar de ontwikkeling door de<br />

jaren heen. Dat deed hij aan de hand<br />

van oude plattegronden, tekeningen,<br />

contracten en (lucht)foto’s. Daarop<br />

kwam hij aardig wat veranderingen<br />

tegen.<br />

Het Baarnse Bos is echt een<br />

achttiende-eeuws parkbos, zegt hij.<br />

Heel geometrisch, met hoofdassen,<br />

een sterrenbos en dwarslanen. Maar<br />

toen het in handen kwam van de<br />

Oranjes zijn er juist zwierige<br />

slingerlanen bijgekomen. Weer in<br />

andere stukken bos kwam hij op<br />

historische kaarten nog duidelijk<br />

doorgaande lanen tegen. Daarvan<br />

zijn sommige stukken inmiddels<br />

helemaal dichtgegroeid. Ook zag<br />

Verhoeff een hertenkamp verschijnen,<br />

verdwijnen en weer in ere<br />

hersteld worden. Er verrijzen<br />

tennisbanen en een zwembad. Dan<br />

wijst hij nog even op een gebouwtje<br />

in het Paleispark.<br />

‘Na de opening van het treinstation<br />

in Baarn – mét koninklijke wachtkamer<br />

– ontstond in Nederland aan het<br />

eind van de negentiende-eeuw de<br />

traditie van het paleisbezoek.<br />

Mensen wandelden via het Baarnse<br />

Bos naar Soestdijk, waar achter in<br />

het Paleispark een uitspanning was<br />

die gerund werd door het hofpersoneel.’<br />

Later sloten Juliana en<br />

Bernhard de tuin weer grotendeels.<br />

gEkaptE bOmEn<br />

Lange tijd deed trouwens het<br />

gerucht de ronde, gaat hij verder, dat<br />

ten tijde van koningin Juliana geen<br />

boom gekapt mocht worden<br />

rondom het paleis. Maar dat verhaal<br />

ligt genuanceerder. Hij pakt er een<br />

paar sepiakleurige prenten bij om<br />

zijn verhaal te illustreren.<br />

‘Op deze oude foto’s uit 1865 zie je<br />

dat er aan de achterkant nog jonge<br />

aanplant staat. Zo had iedereen<br />

vanuit het corps de logis, het<br />

centrale deel van het paleis, een<br />

mooi uitzicht op de vijver. Aan de<br />

voorzijde hebben de grote bomen<br />

een duidelijke coulissewerking. De<br />

Soester en Baarnse vleugels waren<br />

vanaf de Amsterdamsestraatweg<br />

niet zichtbaar.’ Verhoeff laat<br />

vervolgens op een foto uit 1964 zien<br />

dat er flink gesnoeid en geschoren is.<br />

Ook zijn er bomen omgehakt.<br />

‘Juliana wilde zo het uitzicht op de<br />

vijver behouden en rondom het huis<br />

licht en ruimte creëren. Iets wat<br />

meer mensen in die tijd op hun<br />

buitenplaatsen deden.’ Onze<br />

voormalige koningin ging dus<br />

gewoon met haar tijd mee.<br />

Uiteindelijk onderscheidt Verhoeff<br />

tien tijdslagen op Paleis Soestdijk.<br />

Van de vroegste geschiedenis tot de<br />

eenentwintigste eeuw. In elke<br />

periode vindt wel een belangrijke<br />

51


monumenten landscahp<br />

52<br />

aanpassing plaats. Een hofstede die<br />

jachtslot wordt, de aanleg van een<br />

park in Hollands-classicisische stijl<br />

tijdens stadhouder Willem III, nieuw<br />

elan onder koning Willem II, de<br />

bloemrijke tuinen tijdens koningin<br />

Emma en een duidelijke versobering<br />

van Soestdijk onder Juliana en<br />

Bernhard.<br />

De meest bepalende periode vindt<br />

hij de eerste helft van de negentiende<br />

eeuw, toen het landgoed als<br />

nationaal geschenk is overhandigd<br />

aan Willem II en zijn Russische<br />

echtgenote Anna Paulowna. Toen is<br />

het paleis prachtig gerenoveerd en<br />

uitgebreid, zegt de landschapsarchitect.<br />

Het is ook het moment dat de<br />

Baarnse en Soester vleugels en de<br />

statige parkaanleg in landschapsstijl<br />

zijn toegevoegd.<br />

ZOcHEr<br />

Het Paleispark is destijds ook onder<br />

handen genomen. Het werk van de<br />

befaamde Nederlandse tuinarchitecten<br />

Zocher senior en junior. Zij<br />

maakten er een fraaie landschapstuin<br />

van. Met een grote waterpartij,<br />

een flink hertenkamp, een oranjerie<br />

en een stelsel van wandel- en<br />

rijlanen die door het gebied heen<br />

waaieren. Het wordt dan echt een<br />

familiehuis, zegt Verhoeff. Als Anna<br />

weduwe wordt, gaat ze verder met<br />

het verfraaiien van Soestdijk. Er<br />

komen nieuwe prieeltjes en tuinen,<br />

en een van de jachtpaviljoens wordt<br />

verbouwd tot kapel. Het tuindeel<br />

Anna Amaliaoord met twee glazen<br />

kassen wordt gebouwd – eentje<br />

daarvan zal later sneuvelen door een<br />

omgevallen boom – en het aantal<br />

slingerlanen in het Zocherpark wordt<br />

bijna verdubbeld.<br />

‘Het is alleen zo jammer,’ zegt<br />

Verhoeff, ‘dat de oorspronkelijke<br />

tekeningen van de Zochers niet<br />

bewaard zijn gebleven. Veel van het<br />

ontwerp heb ik zelf bij elkaar moeten<br />

deduceren. Ik voelde me soms net<br />

Olie B. Bommel. Het lijkt er op dat de<br />

bochtige lanen van Zocher helemaal<br />

hadden moeten doorlopen tot in het<br />

gebied van de Praamgracht. Maar<br />

dat is nooit uitgevoerd.’ Hij trekt op<br />

een gekopieerde plattegrond de<br />

wegen door naar dat terrein. En<br />

inderdaad, er ontstaat plotseling een<br />

harmonieus geheel van lanen die<br />

mooi bij elkaar komen en min of<br />

meer cirkels vormen.<br />

Doordat niet bekend is wat tot de<br />

oudste Zocher-aanleg behoort, blijft<br />

het gissen naar zijn precieze<br />

bedoelingen. Maar Verhoeff<br />

vermoedt dat de tuinontwerper via<br />

de Russische Anna Paulowna<br />

geïnspireerd is geraakt door het<br />

buitenpaleis Pavlovsk, even buiten<br />

Sint-Petersburg. Een landgoed dat<br />

een beetje in dezelfde stijl aangelegd.<br />

Ook het grootschalige<br />

Paleispark van Soestdijk is on-<br />

Nederlands van opzet. Zo wilde Anna<br />

Paulowna de Russische hofcultuur<br />

laten landen in Nederland.<br />

Verhoeff: ‘Dat laat in elk geval zien<br />

dat de Oranjes meedoen met de<br />

andere koninklijke families uit die<br />

tijd. Al kun je Paleis Soestdijk wat<br />

omvang betreft niet vergelijken met<br />

Versailles of Buckingham Palace.<br />

Maar Nederland krijgt zeker allure.’<br />

ijSkElDEr<br />

Door zijn onderzoek naar de<br />

(historische) ontwikkelingen van de<br />

tuinen, parken en bossen van Paleis<br />

Soestdijk kwam Verhoeff in een<br />

‘rollercoaster van ontdekkingen’<br />

terecht. Zoveel nieuwe details,<br />

verrassende vondsten en opvallende<br />

ontwerpaanpassingen kwam hij<br />

tegen tijdens zijn speurtocht. Die<br />

zullen vast meer dan genoeg<br />

inspiratie geven en bijdragen aan de<br />

nieuwe plannen voor de toekomst<br />

van Soestdijk. Daarvan is Verhoeff<br />

overtuigd.<br />

De mooiste openbaring voor<br />

hemzelf, als landschapsarchitect,<br />

was toen hij op de ijskelder bij de<br />

vijver klom. Om een prieeltje eens<br />

nader te inspecteren. Toen hij vanaf<br />

dat punt plotseling om zich heen<br />

keek, kon hij zijn ogen bijna niet<br />

geloven. ‘Dat had ik nooit verwacht.<br />

Over het hele Paleispark kon ik<br />

kijken,’ zegt hij. ‘Van het hertenkamp<br />

naar het paleis, en zo de andere kant<br />

op richting een boerderijtje en “het<br />

Zwitserse landschap”. Wat een<br />

panoramisch uitzicht! Zochers<br />

ontwerp bleek groter dan de<br />

vijverpartij alleen.’<br />

Ook viel het hem bij zijn bezoeken<br />

aan Soestdijk op dat de schaal<br />

huiselijker was dan hij had verwacht.<br />

‘Een echt familiehuis is het,’ zegt de<br />

landschapsarchitect. ‘Waar de lanen<br />

en tuintjes en stukken park de<br />

namen van de koninklijke familie<br />

dragen. Het Emma-park, het Anna<br />

Amalia-oord, de Alexanderlaan en<br />

het Annabos. Er staat ook nog een<br />

monument in de tuin bij de oranjerie<br />

dat door het hofpersoneel aan<br />

koningin-regentes Emma geschonken<br />

is. Van die dingen.’<br />

Als hij door het groen van Soestdijk<br />

wandelde, liep hij vaak ook even<br />

naar het voorplein van het paleis.<br />

Daar bleef dan even stil staan en<br />

keek langzaam om zich heen.<br />

Verhoeff: ‘Hier was nou dat beroemde<br />

defilé, dacht ik dan. Zoiets is en<br />

blijft toch een magisch moment.’<br />

links: vista’s vanuit het park op het paleis.<br />

rechts: impressie van hoe Soestdijk begin<br />

1800 was (rechts).


andere<br />

smaken<br />

De structuur van het dorp van Asterix en Obelix vormde een inspiratiebron bij<br />

de nieuwbouw van een tbs-instelling door de <strong>Rijksgebouwendienst</strong>. ‘Binnen<br />

de omheining kunnen mensen in een veilige en begeleide context in relatieve<br />

vrijheid leven.’<br />

Tbs-kliniek Zeeland: vrijheid binnen soms onzichtbare grenzen<br />

Iets tussen bejaardentehuis<br />

en studentenflat in<br />

De tbs-kliniek Zeeland ligt in een<br />

golvende tuin van Caspar Slijpen<br />

TEKST: anka Van VOOrtHuijSEn<br />

FOTOGRAFIE: jOEp jacObS<br />

Aan het begin van de gang klinkt luid<br />

gekwetter. Een paar meter verderop<br />

is, door een wijd open celdeur, een<br />

grote kooi vol vogels te zien die op<br />

een paar op de vloer uitgespreide<br />

oude kranten staat. Twee deuren<br />

verderop staan twee elektrische<br />

gitaren in standaards en geeft de<br />

bewoner net de plantjes in z’n kamer<br />

water.<br />

De sfeer hier doet aan als een<br />

bijzondere mix: iets tussen een<br />

bejaardenhuis en een studentenflat<br />

in. Het is geen van beiden. We<br />

bevinden ons op een woonunit van<br />

een tbs kliniek in de Brabantse<br />

gemeente Zeeland. Een zogenaamde<br />

longstay-instelling, een vorm van tbs<br />

waarin moeilijk behandelbare<br />

long-stay instelling<br />

53


long-stay instelling<br />

architectuur<br />

54<br />

patiënten niet meer actief op<br />

terugkeer naar de maatschappij<br />

worden voorbereid. Psychiatrische<br />

behandeling noch medicatie hebben<br />

totnogtoe het gewenste effect<br />

gehad. Om de maatschappij tegen<br />

hen te beschermen zullen ze hier<br />

waarschijnlijk de rest van hun leven<br />

gedwongen verblijven.<br />

Hoe valt dat gegeven te rijmen met<br />

het scheppen van een menselijke<br />

leefomgeving? Dat was de opgave<br />

waarvoor het ontwerpteam van de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> zich geplaatst<br />

zag, zegt projectarchitect Fokke van<br />

Dijk, die onder leiding van architect<br />

Jules van Vark aan deze opgave<br />

werkte. De nieuwe tbs-kliniek<br />

bevindt zich op het terrein van de<br />

voormalige jeugdinrichting De<br />

Corridor in het Noord-Brabantse<br />

dorp Zeeland. Buiten de bebouwde<br />

kom, omringd door bossen.<br />

fOrEnSiScHE pSycHiatriE<br />

De medewerkers van de Pompestichting,<br />

een particuliere instelling<br />

voor forensische psychiatrie en<br />

verantwoordelijk voor de begeleiding<br />

van tbs-patiënten, waren op<br />

zoek naar een nieuw woongebouw<br />

voor 88 tbs’ers. Het ontwerpteam<br />

ging uitgebreid in gesprek met<br />

zowel gebruiker (Pompestichting)<br />

als opdrachtgever (Ministerie van<br />

Justitie).<br />

De medewerkers van de Pompestichting<br />

benadrukten daarbij vooral<br />

het belang van een menselijke<br />

leefomgeving voor deze mannen,<br />

die waarschijnlijk nooit meer buiten<br />

deze paar hectares zullen wonen,<br />

omschrijft architect Fokke van Dijk.<br />

‘De Pompestichting beschouwt een<br />

longstay-afdeling als een inrichting<br />

waar mensen beschermd wonen, en<br />

niet als een ‘gevangene’ worden<br />

behandeld.’ In het programma van<br />

Justitie ligt de focus nadrukkelijker<br />

boven: de gangen in de kliniek zijn ruim.<br />

onder: de strenge buitenkant wordt<br />

gecompenseerd door een humaan<br />

interieur<br />

p 56<br />

Balkons zijn afgeschermd met tralies.<br />

op de samenleving die beschermd<br />

moet worden tegen deze mensen.<br />

Dus vooral op de veiligheid van het<br />

gebouw en de onmogelijkheid om te<br />

ontsnappen. Vanuit de samenleving<br />

gezien draait het hier natuurlijk<br />

nadrukkelijk wél om een ‘gevangenis’.<br />

Twee uitgangspunten die met<br />

elkaar lijken te conflicteren, maar<br />

waar de ontwerpers een bijzondere<br />

draai aan hebben weten te geven.<br />

Fokke van Dijk: ‘Binnen de context<br />

van veiligheid wilden we zoveel<br />

mogelijk ruimte scheppen.’<br />

kunStEnaarScOllEctiEf<br />

Het deel van de paviljoens, dat kon<br />

blijven staan, werd gerenoveerd. Er<br />

bevinden zich nu ondermeer<br />

werkplaatsen en kantoren. Sommige<br />

oudbouw werd gedeeltelijk gesloopt:<br />

kunstenaarscollectief Het Observatorium<br />

gebruikt die restanten als<br />

startpunt voor een nieuw omgevingskunstwerk<br />

waar aan samen met<br />

een aantal bewoners wordt<br />

gesloopt, getimmerd en gebouwd.<br />

Hoe vind je een balans in de


architectuur als je een groep mensen<br />

blijvend af wilt schermen van de<br />

maatschappij, maar diezelfde groep<br />

daar niet 24 uur per dag mee wilt<br />

confronteren? Een leefomgeving die<br />

wordt gedomineerd door tralies,<br />

afrasteringen en betonnen muren is<br />

wellicht effectief tegen uitbraakpogingen,<br />

het is hoogstwaarschijnlijk<br />

funest voor een leefbare omgeving.<br />

De oplossingsrichting diende zich<br />

aan toen een lid van het ontwerpteam<br />

de plaats van de tbs-inrichting<br />

in de samenleving, vergeleek met de<br />

positie van het dorpje van Asterix en<br />

Obelix binnen Gallië. Een enclave,<br />

waarbij de buitenwereld wordt<br />

beschermd tegen de bewoners die<br />

zich in een ‘ommuurd’ dorp<br />

bevinden, in dit geval een vijf meter<br />

hoog penitentiair hekwerk en<br />

uitgebreide bewaking. Binnen die<br />

afscheiding zijn de bewoners - in een<br />

veilige en begeleide context - relatief<br />

vrij in hun doen en laten. ‘Voor een<br />

longstay-afdeling is het belangrijk<br />

binnen de grenzen een atmosfeer te<br />

creëren los van de werkelijke wereld<br />

die erbuiten ligt.’<br />

fitnESSruimtE<br />

Bijna alle voorzieningen voor de<br />

bewoners bevinden zich dus binnen<br />

de hekken: een fitnessruimte,<br />

sportvelden, een kerkgebouw, een<br />

moestuin en een houtwerkplaats en<br />

zelfs een glas-in-loodatelier,<br />

waarvan het vakmanschap vermaard<br />

is in de omgeving. Particulieren en<br />

kerken weten waar ze terecht<br />

kunnen met opdrachten op dat<br />

gebied. Ook de houtwerkplaats heeft<br />

afnemers in de buitenwereld: het<br />

tuinmeubilair van trendy steigerhout<br />

vindt gretig aftrek.<br />

De nieuwbouw staat op het<br />

voormalige sportveld. Een carrévormig<br />

gebouw van twee verdiepingen<br />

dat een binnentuin heen omsluit.<br />

Het woongebouw biedt plaats aan<br />

88 bewoners, verdeeld over de vier<br />

vleugels. Er zijn 86 zit-slaapkamers<br />

(17 vierkante meter per unit) en twee<br />

wooneenheden voor mindervalide<br />

patiënten. Dat moeten er in de<br />

toekomst wellicht meer worden<br />

gezien de oplopende leeftijd van de<br />

bewoners. Aan twee kanten van het<br />

strenge vierkant steken ‘oortjes’ uit:<br />

daar bevinden zich een isoleerruimte,<br />

een logeerkamer en kantoorruimte.<br />

balkOnS<br />

Vanaf de buitenkant maakt de<br />

nieuwbouw van afstand een wat<br />

strenge indruk door het stramien van<br />

grijze betonnen vakken: het doet<br />

door kleur en materialisering<br />

enigszins denken aan de architectuur<br />

van architect-kloosterling Dom Hans<br />

van der Laan. Eenmaal dichterbij<br />

ontstaat een ander beeld. Dan krijgt<br />

het gebouw een meer open karakter.<br />

Er blijkt veel hout in de buitengevel<br />

verwerkt te zijn, in dit geval<br />

duurzaam gekookt grenen, en de<br />

gevel maakt een relatief open<br />

indruk. Het meest opvallende zijn de<br />

balkons. Elke woonunit beschikt over<br />

een eigen buitenruimte van een paar<br />

vierkante meter. Uiteraard van<br />

beneden tot boven van tralies<br />

voorzien, maar door de doordachte<br />

vormgeving van dat ijzerwerk oogt<br />

het eerder decoratief dan agressief.<br />

Door het traliewerk, dat natuurlijk<br />

uitbraakpreventief is, werd het<br />

mogelijk om de wand daarachter<br />

zachter en opener te maken: met<br />

relatief veel glas en hout. De balkons<br />

zijn een fantastische vondst van de<br />

architecten in hun wens om<br />

leefbaarheid te garanderen. Het<br />

geeft de bewoners de mogelijkheid<br />

om naar keuze een deur naar ‘de<br />

buitenwereld’ open te zetten in hun<br />

cel. Maar ook om hun eigen<br />

privé-buitenruimte in te richten. De<br />

aanwezigheid van tuinsetjes, (kunst)<br />

planten, pindaslingers, vetbollen en<br />

hele verzamelingen tuinkabouters<br />

maken in één oogopslag duidelijk<br />

dat de bewoners hiermee erg<br />

ingenomen zijn en ten volle<br />

profiteren van de geboden mogelijkheden.<br />

binnEntuin<br />

De keuze voor een afgesloten patio<br />

als binnentuin is ook belangrijk voor<br />

de kwaliteit van leven in deze<br />

inrichting. Het zorgt ervoor dat de<br />

bewoners gecontroleerd in een tuin<br />

kunnen verblijven. Om uitbraken te<br />

voorkomen, heeft het woongebouw<br />

aan die binnenzijde een flink<br />

overstek van beton gekregen. Die<br />

bouwkundige ingreep maakt een<br />

onaangenaam netwerk van<br />

detectiedraden over die patio,<br />

overbodig. ‘Als je het uitbraakprobleem<br />

bouwkundig goed oplost, heb<br />

je geen noodmaatregelen nodig’,<br />

zegt Fokke van Dijk. ‘Zo word je niet<br />

24 uur per dag nadrukkelijk geconfronteerd<br />

met het feit dat je<br />

opgesloten zit.’<br />

Ook in de gangen hebben de<br />

ontwerpers door een eenvoudige<br />

bouwkundige ingreep de nare<br />

aanblik van zo’n typische ‘bajesgang’<br />

met dikke celdeuren en kijkluikjes,<br />

weten te vermijden. De celdeuren<br />

zijn per twee units in een nis in de<br />

gang geplaatst, zodat ze pas<br />

zichtbaar worden als je er langs<br />

55


architectuur long-stay instelling<br />

56<br />

loopt. De galerij oogt vooral als een<br />

lange lichte ruimte (de vloer is een<br />

crèmekleurige gietvloer) waarbij de<br />

aandacht automatisch naar de<br />

aangrenzende binnentuin wordt<br />

getrokken. De binnenmuren zijn<br />

vriendelijk afgewerkt met licht<br />

Siberisch larixhout, dat brandwerend<br />

is geïmpregneerd. De akoestiek is<br />

opgelost door flinke naden tussen de<br />

planken.<br />

HEiDElanDScHap<br />

De binnentuin wordt ingericht door<br />

landschapsarchitect Caspar Slijpen,<br />

die er een enigszins glooiend<br />

heidelandschap van heeft gemaakt.<br />

Er staan al wat berken en struiken en<br />

kleine heideplantjes en een slingerpaadje<br />

en terrassen van van klinkers.<br />

Een landschap dat past in deze<br />

omgeving en ook hier krijgen de<br />

bewoners enige mate van zeggenschap:<br />

ze mogen hier hun eigen<br />

paadjes ‘in’ gaan lopen, zodat het<br />

geheel straks natuurlijk oogt.<br />

Elke verdieping telt vier woonvleugels<br />

met elk 11 zit-slaapkamers, een<br />

overzichtsruimte voor het personeel<br />

en een gemeenschappelijke<br />

woonkamer met keuken. Een aantal<br />

bewoners kookt zelf, maar er is ook<br />

een gemeenschappelijke keuken op<br />

het terrein die de maaltijden<br />

verzorgt. Elke bewoner heeft een<br />

persoonlijk pasje, waarbij in de<br />

elektronica is ingeprogrammmeerd<br />

wie welke deuren door mag, op welk<br />

tijdstip van de dag. Overtredingen<br />

kunnen leiden tot (tijdelijke)<br />

inperking van zulke vrijheden.<br />

De ‘schil’ van het tbs-terrein is<br />

natuurlijk zwaar beveiligd. Hekken,<br />

afrastering, sluizen, bewakers.. maar<br />

wat eenmaal binnen opvalt, is juist<br />

het ontbreken van zichtbare<br />

beveiliging. Geen detectiedraden,<br />

geen tralies voor de vele ramen.<br />

Natuurlijk zijn die van een speciale<br />

kwaliteit beveiligd glas gemaakt,<br />

maar ze leveren vooral licht en<br />

transparantie die je niet verwacht in<br />

zo’n omgeving.<br />

Het ontwerpteam is erin geslaagd de<br />

grenzen op te zoeken en de<br />

bewoners binnen hun opsluiting het<br />

maximaal haalbare te bieden aan<br />

vrijheid en kwaliteit van wonen. Wie<br />

‘zomaar’ in de binnentuin wordt<br />

gezet, heeft geen idee in wat voor<br />

woongebouw hij zich bevindt. Een<br />

verzorgingshuis? Een studentencomplex?<br />

boven: unit van een van de bewoners.<br />

onder: de groepszaal met tafelvoetbal.


andere<br />

smaken<br />

Designerslab gaat<br />

talent en inventaris<br />

onderzoeken<br />

De wording van het<br />

Nationaal Historisch<br />

Museum<br />

TEKST: ilSE Van rijn<br />

FOTOGRAFIE: micHiEl Van niEuwkErk<br />

v.l.n.r:<br />

Ontwerpers Stefan Scholten en Carole<br />

Baijings en museumdirecteuren Erik<br />

Schilp en Valentijn Bijvanck.<br />

Op 1 maart van dit jaar is het<br />

Nationaal Historisch Museum<br />

gestart met Lab INNL, een<br />

platform dat de ideeën onderzoekt<br />

voor de inrichting van het<br />

nog te bouwen Nationaal<br />

Historisch Museum (NHM). Lab<br />

INNL is een initiatief van het<br />

designersduo Scholten & Baijings,<br />

dat bekend staat om de zinsbegoochelende,<br />

vaak kleurrijke<br />

ontwerpen van meubels en<br />

interieurproducten waaruit oog<br />

voor detail spreekt en een<br />

weloverwogen toepassing van<br />

materialen en technieken. Zo<br />

ontwierpen ze in Woven Willow<br />

(2008) objecten en voorwerpen<br />

gebruik makend van een nagenoeg<br />

vergeten zeventiendeeeuwse<br />

weeftechniek. In Truly<br />

Dutch (2008) reflecteerden ze in<br />

een eigentijdse interpretatie op,<br />

onder andere, de Marker kasten<br />

uit de collectie van het Zuiderzeemuseum<br />

op de Nederlandse<br />

designgeschiedenis, haar<br />

ambachten en tradities. In de<br />

huidige samenwerking tussen<br />

Scholten & Baijings en het NHM<br />

spelen niet alleen vervlogen<br />

gewoonten een belangrijke rol.<br />

Nieuwe benaderingswijzen<br />

worden onderzocht, onbekende<br />

paden worden betreden, immers<br />

hoe ontwerp je voor een museum<br />

dat niet is gehuisvest in een<br />

gebouw en evenmin een collectie<br />

beheert? Een gesprek met Stefan<br />

Scholten en Carole Baijings, Erik<br />

Schilp en Valentijn Byvanck, de<br />

directeuren van het NHM.<br />

57 museum


58 museum<br />

Kunnen jullie iets vertellen over de<br />

achtergrond van Lab INNL?<br />

Erik Schilp: Toen ik begon bij het<br />

NHM, ontstond de gedachte in de<br />

inrichting van het nieuw te bouwen<br />

museum een overzicht te bieden van<br />

het designtalent dat in Nederland<br />

beschikbaar is. Stefan en Carole<br />

kwamen met het idee om dat in de<br />

vorm van een laboratorium te<br />

onderzoeken. Onze behoefte en hun<br />

idee hebben we bij elkaar gevoegd.<br />

Hoe krijgt het onderzoek concreet gestalte?<br />

Stefan Scholten: Het onderzoek<br />

duurt vooralsnog een jaar. Omdat we<br />

nog niet weten hoe het museum er<br />

straks uit gaat zien leek het ons een<br />

goed idee alvast na te denken over<br />

de inboedel van het museum. Ons<br />

voorstel was om in het NHM met<br />

Nederlands design te werken en het<br />

ook daadwerkelijk te gaan gebruiken.<br />

Dat is nieuw. Veel musea<br />

hebben wel een schitterende<br />

collectie Nederlands design, maar de<br />

ontwerpen worden meestal op een<br />

sokkel geplaatst: ze zijn bedoeld om<br />

naar te kijken. De toekomstige<br />

inboedel van het NHM zou vóór<br />

gebruik moeten worden getest, zo<br />

vonden wij. Je moet weten of een<br />

ontwerp werkt. Verschillende<br />

ontwerpers lenen hiertoe spullen<br />

aan Lab INNL.<br />

Waarop berust jullie keuze voor een goed<br />

ontwerp?<br />

Scholten: ‘Het moet een relatie<br />

hebben met de historie. We houden<br />

ons aan de zes werelden van het<br />

museum [‘ik en wij’, ‘land en water’,<br />

‘rijk en arm’, ‘oorlog en vrede’,<br />

‘lichaam en geest’, ‘mens en macht’,<br />

IvR]. Daaraan koppelen we ontwerpers,<br />

architecten, beeldend kunstenaars,<br />

fotografen en designers.’<br />

Kunnen jullie een voorbeeld geven van een<br />

dergelijke koppeling?<br />

Scholten wijst op de vazen en glazen<br />

van ontwerper Bas van Beek. De<br />

grillige vormen uit ondoorzichtig glas<br />

zijn gebaseerd op de mallen van<br />

beroemde en in onbruik geraakte<br />

ontwerpen van bijvoorbeeld Andries<br />

Copier die zich bevinden in het depot<br />

van het Glasmuseum in Leerdam. De<br />

link met de Nederlandse geschiedenis<br />

is belangrijk, benadrukt Scholten.<br />

Maar niet altijd zichtbaar, vult<br />

Baijings aan. Bij de selectie voor de<br />

uiteindelijke ontwerpen houden we<br />

er rekening mee dat iedereen zich<br />

straks thuis moet voelen in het NHM,<br />

licht Schilp toe. Het is de bedoeling<br />

dat ontwerpen uit de voormalige<br />

Nederlandse koloniën en zogenaamde<br />

herkomstlanden ook een plek<br />

krijgen. We willen vooral zo veel<br />

mogelijk designers stimuleren om na<br />

te denken over de omgeving van het<br />

NHM. Met als doel één sfeer te<br />

creëren. Het NHM moet één ervaring<br />

worden. De inboedel hoort daarbij.<br />

Hoe kunnen jullie iets bedenken voor een<br />

museum dat architectonisch nog niet<br />

bestaat?<br />

Carole Baijings: ‘Onze benaderingswijze<br />

is vergelijkbaar met die van het<br />

inrichten van je eigen huis. Een<br />

inrichting is een verzameling. Bij de<br />

inrichting van het NHM draait het<br />

om het naast elkaar zetten van items,<br />

het bevragen van hun onderlinge<br />

samenhang en het onderzoeken van<br />

het karakter ervan. We hebben het<br />

voordeel dat we kunnen putten uit<br />

een rijke traditie.<br />

Scholten: ‘De uitkomst van het<br />

onderzoek zou tevens als leidraad<br />

kunnen dienen voor de interieurarchitect.<br />

Valentijn Byvanck: ‘Het gaat om het<br />

ontwikkelen van een bepaalde<br />

gevoeligheid. Als je niet weet wat<br />

voor een gebouw je straks hebt is het<br />

goed na te denken over het comfort<br />

van het museum. Een museum is<br />

niet alleen een esthetische omgeving,<br />

waar alles wat je mag aanraken<br />

extreem duurzaam en, vaak, extreem<br />

lelijk is. Het wordt tijd dat we anders<br />

gaan nadenken over een museum: in<br />

het NHM zijn straks alle objecten in<br />

principe aanraakbaar. Een voorwerp<br />

is niet óf mooi en interessant óf<br />

bruikbaar.<br />

Schilp: ‘Je moet, denk ik, breder<br />

kijken dan de zes werelden, de<br />

richtlijnen voor het museum die wij<br />

hebben geformuleerd. We hebben<br />

straks kantoren, een entree, dus een<br />

grote publieke ruimte, de expositieruimtes<br />

en de lounges, een soort


portalen die daarbij horen, een<br />

restaurant waarin je bestek en<br />

servies nodig hebt. We willen een<br />

bepaalde sfeer. Maar de keuze van<br />

de redactie wordt ook bepaald door<br />

de duurzaamheid van een ontwerp,<br />

immers het gaat om een gebruikscollectie.<br />

Een bord moet straks het<br />

gebruik door honderden bezoekers<br />

kunnen doorstaan. Naast het<br />

ontwikkelen van een gebruikscollectie,<br />

moet de inrichting van het NHM<br />

ook een permanent project zijn. Het<br />

kan zijn dat we een object uit de<br />

collectie schenken aan een museum,<br />

omdat het goed past binnen hun<br />

verzameling. Vervolgens kunnen wij<br />

dan een nieuwe opdracht geven aan<br />

een andere ontwerper, zodat je als<br />

museum als opdrachtgever kunt<br />

blijven fungeren en een inspirator<br />

bent voor nieuw werk. De geschiedenis<br />

blijf je schrijven.’<br />

Vanaf dag één is het NHM geen<br />

traditioneel museum geweest. Het<br />

heeft geen collectie, beheert niet en<br />

behoudt niet, zoals gezegd. Schilp en<br />

Byvanck hebben de gelegenheid<br />

aangegrepen om de functie van het<br />

museum te herzien, zo blijkt. Het<br />

toekomstige museum schrijft niet<br />

alleen opdrachten uit, maar idealiter<br />

kun je er straks producten bestellen<br />

en kopen. De bezoeker wordt van<br />

toeschouwer koper. Voor ontwerpers<br />

moet een platform in commerciële<br />

zin worden gecreëerd, aldus het<br />

NHM. Wellicht kan het museum worden<br />

gebruikt als plek om uit te<br />

vinden hoe de nu nog vaak conceptueel<br />

sterke Nederlandse ontwerpen<br />

makkelijker in productie kunnen<br />

worden genomen, vult Scholten aan.<br />

Baijings licht toe hoe straks, zoals<br />

dat bij een kunstwerk gebruikelijk is,<br />

door middel van stempels de<br />

herkomst en geschiedenis van de in<br />

het museum bestelde aanschaf voor<br />

de koper zichtbaar kan worden<br />

gemaakt. Wie weet gaan alle<br />

verliefde stelletjes voor de inrichting<br />

van hun huis straks niet meer naar<br />

IKEA maar naar het NHM! Toekomstmuziek<br />

of een utopie?<br />

Byvanck: ‘Het ontwerpproces is een<br />

dynamisch proces. Voor de totstandkoming<br />

van het NHM zijn we<br />

regelmatig in gesprek met andere<br />

partijen, waaronder ook het Atelier<br />

Rijksbouwmeester. Lab INNL past<br />

goed in dit concept. ‘<br />

In de levende samenwerking tussen<br />

Scholten & Baijings en het NHM<br />

worden wederzijds suggesties<br />

aangedragen voor mogelijke<br />

toekomstige te gebruiken ontwerpen.<br />

Ze worden getest in de studio<br />

en kleine expositieruimte van<br />

Scholten & Baijings aan de Westerdoksdijk<br />

in Amsterdam. Ook<br />

prototypes, zoals de Rotterdam Chair<br />

(2008) van Hella Jongerius, die<br />

momenteel naast de Zigzagstoel<br />

(1932) van Rietveld staat opgesteld,<br />

kunnen op deze manier worden<br />

geprobeerd alvorens ze in productie<br />

te nemen. De opstellingen variëren<br />

hier voortdurend, net als in een<br />

woonhuis. Dit zal in het nieuwe<br />

museum straks eveneens het geval<br />

zijn. In het atelier van Scholten &<br />

Baijings ontstaan discussies met<br />

vakgenoten. Maar ook de reacties<br />

van het publiek blijven welkom.<br />

Zijn Scholten & Baijings nog zichtbaar in<br />

Lab INNL?<br />

Scholten: ‘Nee, dat is niet de<br />

bedoeling. We stellen ons terughoudend<br />

op.’<br />

Schilp: ‘Ze zijn wel erg bescheiden. Er<br />

is in het Nederlandse design sprake<br />

van een hergroepering. De rollen<br />

worden opnieuw verdeeld. Stefan en<br />

Carole zijn in dat gat gesprongen. En<br />

wij doen graag mee.’<br />

Aan het einde van ons gesprek<br />

komen we terug op de context van<br />

het Nationaal Historisch Museum,<br />

die ik eerder als weinig neutraal en<br />

als ‘beladen’ bestempelde, een<br />

karakterisering waartegen door het<br />

NHM en door de beide ontwerpers<br />

verontwaardigd werd geprotesteerd.<br />

‘De geschiedenis als omgeving is<br />

voor ons juist een uitdaging en<br />

oneindig interessant’, aldus de<br />

designers. Van een gebrek aan<br />

vrijheid in het ontwerpproces binnen<br />

deze context is geen sprake. Schilp:<br />

Het bijzonder aan dit project is dat<br />

iedere deurknop, iedere tafel en<br />

stoel zou moeten passen binnen de<br />

context. Alles kan opnieuw worden<br />

bedacht. Dat is uniek.<br />

59


60 kunst<br />

onderwerp<br />

serie<br />

rijksarchieven<br />

deel 2<br />

TEKST: cariEn OVErDijk<br />

FOTOGRAFIE: rOElOf pOt<br />

ZEEuwS arcHiEf in HEt kOrt<br />

OntStaan uit:<br />

fusie (in 2000) van het rijksarchief in<br />

Zeeland met de gemeentearchieven<br />

van Middelburg en Veere<br />

gEVEStigD in:<br />

stadspaleis in Middelburg (1765,<br />

ontwerp Van Baurscheit, met<br />

aanpassingen in 1954 (De Lussanet<br />

de la Sablonière) en 2000 (Bouwstra),<br />

en aansluitende nieuwbouw (2000,<br />

Benthem)<br />

OppErVlak:<br />

10.000 vierkante meter<br />

lOcatiE DEpOtS:<br />

ondergronds, drie lagen onder de<br />

nieuwbouw<br />

OmVang cOllEctiE:<br />

17 kilometer documenten<br />

capacitEit:<br />

27 kilometer<br />

OuDStE Stuk:<br />

Oorkonde (1189) waarin bisschop<br />

Boudewijn van Utrecht de parochianen<br />

van het Zeeuwse gehucht<br />

Hoogeland toestemming geeft een<br />

kapel te stichten, mits ze de kapelaan<br />

zelf betalen<br />

bijZOnDErE ScHat:<br />

archief van de Middelburgse<br />

Commercie Compagnie, met veel<br />

materiaal over de transatlantische<br />

slavenhandel in de 18e eeuw<br />

Zeeuws Archief transformeert met<br />

behoud van stijl<br />

Stadspaleis<br />

met<br />

versterking<br />

p 60: Documenten van de Transatlantische<br />

slavenhandel.<br />

p 61: Archiefruimte met ladenkasten<br />

(boven) en leeszaal (onder).<br />

p62: Verbinding tussen monument en<br />

nieuwbouw, rechts tuinzaal met terras.<br />

p 63: Frans Franciscus beschilderde de<br />

muren in de kantoren.<br />

Oud en nieuw combineren, het blijft<br />

riskant. Vooral wanneer je dat<br />

bijvoorbeeld doet in het kwetsbare<br />

middeleeuwse hart van Middelburg,<br />

waar een Duits bombardement in<br />

1940 al zulke gaten had geslagen.<br />

Roelof Koops, tot 2000 rijksarchivaris<br />

in Zeeland en sinds de fusie (zie<br />

kader) directeur van het Zeeuws<br />

Archief, zag zo’n oud-nieuw<br />

ensemble dan ook niet zitten. Zijn<br />

Zeeuwse rijksarchieven, destijds te<br />

krap behuisd in het oude Middelburgse<br />

Abdijcomplex, verdienden<br />

nieuwbouw, vond hij. Op een<br />

slooplocatie in de buurt van het<br />

station kon een modern onderkomen<br />

het uitdijende archief toekomstbestendig<br />

maken.<br />

Het liep anders. In 1994 kreeg<br />

toenmalig Rijksbouwmeester Kees<br />

Rijnboutt naast Koops’ voorstel een<br />

tweede Middelburgs plan onder<br />

ogen. Het gerechtshof, al anderhalve<br />

eeuw gevestigd in een royaal 18 e<br />

eeuws stadspaleis, ooit gebouwd<br />

voor het patriciërsechtpaar Van de<br />

Perre, moest eveneens uitbreiden.<br />

Ambities om de binnentuin vol te


Het Zeeuws archief in<br />

Middelburg herbergt<br />

vermoedelijk de gaafste<br />

maar onthutsende<br />

documentatie over de<br />

Trans-atlantische slavenhandel.<br />

En dan zijn er ook<br />

ponskaarten van de Deltadienst<br />

die we vanwege het<br />

gebrek aan machines niet<br />

meer kunnen ontcijferen.<br />

Dat alles bevindt zich in een<br />

stadspaleis dat van zichzelf<br />

al een monument is – en<br />

zijn bijzondere geschiedenis<br />

vertelt. Het is tien jaar<br />

geleden door architectenbureau<br />

Benthem Crouwel<br />

ingenieus gemoderniseerd.<br />

Deel 2 van een serie over<br />

’s rijks schatkamers.<br />

bouwen waren echter al stukgelopen<br />

op protesten van omwonenden en<br />

de Bond Heemschut.<br />

‘Rijnboutt zag dat de rechtbank hier<br />

niet meer paste’, vertelt Koops in zijn<br />

met reusachtige gobelins beklede<br />

werkkamer in datzelfde Van de<br />

Perrehuis. ‘Ondergronds was<br />

natuurlijk nog wel ruimte, maar<br />

mensen kun je niet onder de grond<br />

stoppen. Archieven wel. Dus de<br />

rechtbank kreeg de nieuwbouwlocatie,<br />

en ik moest van het ene<br />

monument naar het andere, met de<br />

belofte van een aanbouw met een<br />

diepe kelder. Ik was des duivels.’<br />

Des duivels, terwijl je een toplocatie<br />

krijgt aangeboden? ‘Wij rijden graag<br />

met karretjes’, zo vat Koops de<br />

logistiek van zijn branche samen. ‘Ik<br />

vreesde een slechte aansluiting<br />

tussen het monument en de<br />

nieuwbouw.’<br />

Tot zijn opluchting verzon Jan<br />

Benthem ‘het ei van Columbus qua<br />

infrastructuur.’ Het bureau Benthem<br />

Crouwel Architecten was door de<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong> uitgekozen om<br />

samen met restauratiearchitect Cor<br />

Bouwstra de nieuwe behuizing van<br />

het Zeeuws Archief te ontwerpen.<br />

De architect zag kans om op drie<br />

niveaus de gangen vanuit het<br />

monument door te trekken naar de<br />

nieuwbouw. Met een aangrenzend<br />

trappenhuis-met-lift creëerde hij<br />

drie gelijkvloerse, drempelloze<br />

verbindingen. Toen hij bovendien de<br />

hoge sponningen van de waterkerende<br />

depotdeuren met een metalen<br />

opklapstuk ook gelijkvloers bleek te<br />

kunnen maken, was ‘bouwpastoor’<br />

Koops om.<br />

brOuwErijpOOrt<br />

Aan het Hofplein manifesteert het<br />

Van de Perrehuis zich prominent,<br />

met een statige, naar binnen<br />

krommende gevel. Benthems<br />

uitbreiding van glas en staal, alweer<br />

tien jaar oud, verstopt zich deels<br />

achter een oude brouwerijpoort.<br />

Hoewel het bovengronds in volume<br />

nauwelijks onderdoet voor het<br />

aanpalende stadspaleis, schikt het<br />

zich terughoudend tussen de<br />

historische bebouwing.<br />

61


62<br />

Achter het paleis herstelt de<br />

westgevel van de aanbouw de<br />

symmetrie. De glazen pui begrenst<br />

daar, recht tegenover de ‘Lussanetvleugel’<br />

van 1954, een vierkante<br />

binnentuin. Ook de oostkant voegt<br />

zich naar de omgeving, parallel aan<br />

een openbare tuin, die tegelijk een<br />

doorgang vormt naar een zuidelijker<br />

straatje. De driehoekige vorm die uit<br />

deze inpassing ontstond, kreeg een<br />

schuin aflopend dak. Vanuit de<br />

openbare tuin oogt de aanbouw<br />

daardoor extra bescheiden.<br />

Boven de depots in hun vijftien<br />

meter diepe betonnen bak liggen de<br />

publieksruimten. Bezoekers<br />

passeren eerst de bakstenen<br />

brouwerijpoort van ‘De dry tonnekens’<br />

voordat zij in de entreehal<br />

belanden, die toegang geeft tot de<br />

studiezaal en een café met buitenterras.<br />

De hal biedt een horizontaal<br />

doorkijkje in het Van de Perrehuis én<br />

uitzicht omlaag, in de vide die de<br />

depotkelders verbindt.<br />

Bovenin, waar het dak hoog aansluit<br />

op het monument, hangt een soort<br />

stalen ruimteveer. ‘Ik wilde een<br />

auditorium met zestig plaatsen’,<br />

verklaart Koops. ‘Dat zou aanvankelijk<br />

ín het huis komen, maar de<br />

benodigde aanpassingen bleken te<br />

kostbaar. Gelukkig zag Jan Benthem<br />

hier nog ruimte. Hij kon niet meer<br />

dan 47 plaatsen in deze cilinder<br />

kwijt, maar het is een mooi, intiem<br />

zaaltje geworden.’<br />

DigitalEringSStraat<br />

Na de ingebruikname bleef de<br />

nieuwbouw niet onaangetast. ‘In de<br />

ontwerpfase waren we gefixeerd op<br />

de studiezaal’, vertelt de directeur.<br />

‘want het aantal bezoekers groeide<br />

sterk. Maar inmiddels zijn onze<br />

gasten merendeels sitebezoekers<br />

geworden, tienduizenden per jaar.<br />

De studiezaal is verkleind en er zijn<br />

werkkamers van de zolder naar<br />

beneden verplaatst. Op zolder is nu<br />

een digitaliseringsstraat, waar we<br />

onze collectie stapsgewijs laten imagen.<br />

We hebben al 125.000 pagina’s<br />

verwerkt. Onlangs is de burgerlijke<br />

stand van Zeeland aanbesteed.’<br />

Met enthousiasme leidt Koops zijn<br />

bezoekers naar het gerestaureerde<br />

monumentale deel. Hier zijn de<br />

meeste werkruimten ondergebracht.<br />

‘Ik wilde graag een gevoel van<br />

eenheid in het hele gebouw’, aldus<br />

de directeur, ‘en dat is gelukt.<br />

Benthem Crouwel moest met<br />

Verlaan & Boonstra een maatschap<br />

vormen voor dit project. Er is in grote<br />

harmonie samengewerkt, ook aan<br />

de details. Zo zie je ook hier stalen<br />

trappen, maar nu met een houten<br />

balustrade. En Cor Bouwstra heeft<br />

met veel zorg meubilair en armaturen<br />

uitgezocht die de stijl van het<br />

huis niet zouden verstoren. Ze<br />

bleken ook goed bij de nieuwbouw<br />

te passen.’<br />

Het oude huis biedt anekdotische<br />

verrassingen uit alle gebruiksperiodes.<br />

Zo heeft de oorspronkelijke<br />

wachtruimte voor gasten imposant<br />

beschilderde wandpanelen, terwijl<br />

de gerestaureerde verflaag ergens<br />

nog de contouren toont van een<br />

uitgehakt luikje: zo had de rechtbankportier<br />

uitzicht op een aangrenzend<br />

cellenblok.<br />

Het originele comptoir van de heer<br />

des huizes diende later als griffie en<br />

dankt daaraan een diepe loketkast in<br />

de muur. De bibliotheek met houten<br />

panelen, nu in gebruik als vergaderzaal,<br />

bevat een sierlijk wasbakje en<br />

een nog werkende windroos,<br />

attributen voor Van de Perre’s<br />

hobby’s. Diens houten planetarium,<br />

nu een pronkstuk in de marmeren<br />

hal, stond er eerst misschien ook.<br />

kabOutErS<br />

De zonnige tuinzaal op de begane<br />

grond is gedurfd eigentijds getransformeerd.<br />

Kunstschilder Frans<br />

Franciscus decoreerde hem met<br />

goudkleurige – symbolisch zaaiende,<br />

oogstende en wakende – kabouters<br />

boven de deurposten, met vallende<br />

bladeren en blauwwitte kleurvlakken.<br />

De secretaresses die er werken,<br />

maakten het af met Xenos-paddestoelen<br />

op de ladenkasten.<br />

De voormalige zittingszaal in de<br />

twintigste-eeuwse Lussanetvleugel,<br />

nu restauratie-atelier voor papieren<br />

documenten, bevat een fraai<br />

vrijgelegd stucplafond met dooreen<br />

geweven salmiakmotieven (Delftse<br />

School). Elders in het huis openbaart


zich juist weer het oerverleden.<br />

Achter glasplaten zijn resten<br />

(kloostermoppen, loodslabben,<br />

roetsporen) blootgelegd van een<br />

middeleeuwse commanderij, een<br />

soort bijkantoortje van een charitatieve<br />

ridderorde. Het stond eeuwenlang<br />

op deze plek en werd vrijwel<br />

onzichtbaar weggewerkt in het<br />

paleisontwerp.<br />

Onder de nieuwbouw rust, tussen de<br />

vele kilometers stads-, provincie- en<br />

rijksarchief, een collectief geheugen<br />

van een totaal andere orde.<br />

Directeur Koops leidde al menigmaal<br />

zijn gasten naar de onthutsende<br />

archieven van de Middelburgse<br />

Commercie Compagnie.<br />

‘Het zijn de oudste archivalia over de<br />

Transatlantische slavenhandel’, licht<br />

hij toe, ‘en hoewel dit archief kleiner<br />

is dan dat van de Westindische<br />

Compagnie, zijn deze documenten<br />

gaver en vollediger behouden<br />

gebleven.’ Hij toont gave kasboeken<br />

met aan- en verkoopgegevens van<br />

scheepsladingen genummerde<br />

slaven, verhandeld tegen florijnen,<br />

zakken meel en andere waar. Er zijn<br />

rapportages van de scheepschirurgijn,<br />

die de hoge percentages<br />

sterfgevallen moest verantwoorden.<br />

En er zijn scheepsjournaals. Een<br />

overlijdensbericht van een matroos<br />

krijgt in de kantlijn een poppetje met<br />

vleugeltjes, terwijl een gestorven<br />

slaaf steevast zonder vleugels is<br />

afgebeeld. Heidense handelswaar<br />

ging niet naar de hemel.<br />

De collectie gevat ook rijk geïllustreerde<br />

topografische atlassen. En<br />

bijzonderheden als een poster die<br />

‘een extra-ordinair en welbezeyld<br />

Snaauwschip’ te koop aanprijst.<br />

Het is Koops’ missie om hét digitale<br />

informatiecentrum van Zeeland te<br />

worden. Maar het gebouw dan? ‘Dat<br />

blijft de fysieke ontmoetingsplek,<br />

met exposities, lezingen en films,<br />

voor elke geïnteresseerde Zeeuw. En<br />

het is natuurlijk onze bewaarplaats.<br />

Het gaat in het archiefvak weliswaar<br />

niet meer primair om informatiedragers,<br />

maar wat nog tastbaar is,<br />

conserveren we wel. Dat blijft<br />

Dit artikel maakt deel uit van een serie<br />

over de provinciaal gevestigde<br />

archieven in rijksmonumenten. In het<br />

volgende nummer van Smaak:<br />

Regionaal Historisch Centrum<br />

Limburg.<br />

spannend, juist in deze overgangsfase<br />

naar digitalisering. We hebben<br />

bijvoorbeeld ponskaarten van de<br />

Deltadienst, terwijl er nauwelijks<br />

meer machines zijn die ze kunnen<br />

lezen. Ik wil ervoor zorgen dat alles<br />

goed terechtkomt.’<br />

63


64<br />

monumenten architectuur architectuurbeleid<br />

kunst<br />

onderwerp<br />

restauratie<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: linDa HuijSmanS<br />

FOTOGRAFIE: maartEn nOOrDijk<br />

Achter Museum Volkenkunde in Leiden staat een gebouwtje<br />

uit 1876 waar vroeger patienten met besmettelijke ziekten<br />

werden ondergebracht. Daar is bouwkundig rekening mee<br />

gehouden: een glazen plaat onder de vloer voorkomt dat<br />

het vocht optrekt. Nu is het ingrijpend verbouwd als gastenverblijf<br />

voor het museum.<br />

Kwijnend chalet<br />

op de valreep<br />

gered<br />

Aan de buitenkant lijkt het nog het<br />

meest op een charmant chalet zoals<br />

je die in chique kuuroorden vindt.<br />

Maar in plaats van in Zwitserland ligt<br />

Het Paviljoen in Leiden, achter het<br />

Museum Volkenkunde. Het is ook<br />

nooit gebouwd voor patiënten die<br />

fors konden betalen voor de<br />

gezonde buitenlucht, maar voor<br />

besmettelijke zieken van het<br />

Academisch Ziekenhuis. In 1876<br />

verrezen drie ziekenbarakken achter<br />

het hoofdgebouw. Twee daarvan zijn<br />

allang verdwenen, de derde is<br />

recentelijk flink gerenoveerd tot een<br />

modern en comfortabel gastenverblijf.<br />

Kinny van der Most en Reinald<br />

de Vlieg waren nauw bij die<br />

metamorfose betrokken.<br />

rechts: lantaarn brengt licht in de gangen<br />

van Het Paviljoen.<br />

Voormalig<br />

ziekenbarak bij<br />

museum nu<br />

ingericht als<br />

‘hotel’<br />

Lange tijd leidde het gebouwtje een<br />

bestaan in de luwte. Niet alleen<br />

letterlijk, het ligt een beetje verstopt<br />

achter dat grote Museum Volkenkunde,<br />

maar ook figuurlijk. De<br />

diverse betrokkenen konden het<br />

maar niet eens worden over de<br />

toekomst van Het Paviljoen. ‘Er<br />

waren zelfs partijen die er wel voor<br />

voelden om het maar af te breken’,<br />

zegt toezichthoudend architect<br />

Kinny van der Most. Niet zo gek<br />

overigens, want in de periode waar<br />

hij het nu over heeft, eind jaren<br />

negentig van de vorige eeuw, was de<br />

bouwkundige staat van het pand<br />

ronduit slecht. Wie er met een<br />

vastgoedblik naar keek, kwam al snel<br />

tot de conclusie dat neerhalen en


wegwezen waarschijnlijk de beste<br />

optie was. Wie er als beheerder een<br />

blik op wierp zag een monumentaal<br />

pand, dat weliswaar slecht onderhouden<br />

was, maar waar nog wel wat<br />

van te maken zou zijn. ‘Juist door die<br />

onduidelijkheid was er jarenlang<br />

niets meer aan gedaan’, zegt Van der<br />

Most. ‘Er woonde nog een dame in,<br />

beneden was een bibliotheek en<br />

opslagruimte voor het museum.<br />

Maar het was ook een monument<br />

waar je niet zomaar van alles mee<br />

kunt gaan doen. Er moest dus eerst<br />

een ferme beslissing worden<br />

genomen.’<br />

gaStEnVErblijf<br />

Museumdirecteur Steven Engelsman<br />

was uiteindelijk degene die met het<br />

verlossende idee kwam om van Het<br />

Paviljoen een gastenverblijf te<br />

maken voor gasten en onderzoekers<br />

van het museum. Onder leiding van<br />

Kinny van der Most werd in 2002 een<br />

eerste voorstel geformuleerd maar<br />

dat liep al meteen grote vertraging<br />

op. Omdat het pand een woonbestemming<br />

had, en dus geen<br />

hotelfunctie, moest de gemeente<br />

Leiden toestemming geven voor een<br />

bestemmingswijziging. Ook bleek na<br />

inspectie dat het pand er nog veel<br />

slechter aan toe was dan gedacht.<br />

Daardoor lag er pas eind 2007 een<br />

voorlopig ontwerp waar de <strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

mee kan aan de slag<br />

kon. Reinald de Vlieg werd de<br />

projectmanager, Martijn van der<br />

Steen van het Restauratie Advies<br />

Bureau de architect terwijl Kinny van<br />

der Most fungeert als toezichthouder.<br />

Om te laten zien hoe ingrijpend<br />

de verandering is geweest, haalt De<br />

Vlieg er oude plattegronden en<br />

bouwtekeningen bij. ‘De schil is<br />

intact gebleven, maar aan de<br />

binnenkant hebben we bijna alles<br />

onder handen gehad’, zegt De Vlieg.<br />

Dat het een heel bijzonder gebouw<br />

is, blijkt al uit de eerste schetsen uit<br />

1876. ‘Kijk, deze muren zijn spouwmuren,<br />

heel bijzonder in die tijd’,<br />

wijst De Vlieg. ‘Daaruit blijkt dat er<br />

goed over de functie ervan is<br />

nagedacht. Het gebouw was<br />

bestemd voor patiënten met<br />

besmettelijke ziektes die niet in het<br />

Academisch Ziekenhuis konden<br />

verblijven. Door middel van frisse<br />

lucht en een goede ventilatie zouden<br />

de ‘kwalijke dampen’ verdwijnen.’<br />

Hij laat zien dat er glas gemetseld is<br />

tussen de vloeren en de fundering<br />

om optrekkend vocht tegen te<br />

houden, en wijst op de hoge<br />

kruipruimtes onder ronde bogen,<br />

waardoor de lucht vrij kon doorstromen.<br />

Op de tekening is de lantaarn te zien<br />

die over de hele lengte van het dak<br />

loopt. Door dit opengewerkte en iets<br />

verhoogde deel van de punt van het<br />

dak, valt ruimschoots licht naar<br />

binnen. De eerste patiënten konden<br />

vanuit hun bed dus naar de lucht<br />

kijken. Aan dat privilege kwam in<br />

1905 een einde, althans voor een<br />

deel van hen. Toen werd er namelijk<br />

een tussenverdieping aangebracht.<br />

Een ingrijpende operatie, waarbij de<br />

hele kap, inclusief lantaarn eraf ging<br />

en daarna integraal weer teruggezet.<br />

Toen moet ook de ruime overkapping<br />

ingekort zijn, waaronder de<br />

patiënten droog in de buitenlucht<br />

konden zitten of liggen, als verbleven<br />

ze in een echt kuuroord. ‘Die<br />

overstekken hebben ze gewoon<br />

afgezaagd’, zegt Van der Most met<br />

een van afschuw vertrokken gezicht.<br />

Inderdaad heeft Het Paviljoen<br />

daardoor iets van zijn charme als<br />

klassiek chalet verloren.<br />

Begin jaren dertig vertrok het<br />

Academisch Ziekenhuis uit het<br />

complex aan de Binnenvestgracht en<br />

maakt plaats voor het Museum voor<br />

Volkenkunde. Vanaf dat moment<br />

loopt de geschiedenis van Het<br />

Paviljoen parallel aan die van het<br />

museum. Twee van de drie ziekenbarakken<br />

sneuvelen, de derde wordt<br />

verbouwd tot dienstwoning voor de<br />

conciërge. Na de Tweede Wereldoorlog<br />

worden het zelfs drie woningen,<br />

die op ingenieuze wijze werden<br />

ingepast in het oorspronkelijk zo<br />

strakke ontwerp. De Vlieg en Van der<br />

Most buigen zich lange tijd samen<br />

over de tekeningen uit 1947 voor ze<br />

eruit zijn hoe de kruip-door-sluipdoor-<br />

constructies precies in elkaar<br />

pasten. ‘Nee, deze kamer hoort bij<br />

die woning. Kijk, hier is een aparte<br />

ingang gebouwd, daar komt dit<br />

gangetje op uit.’<br />

OpSlagruimtE<br />

Begin jaren tachtig komen twee van<br />

die woningen leeg te staan. Het<br />

museum neemt ze in gebruik als<br />

kantoorruimte en bibliotheek en<br />

gebruikt een deel als opslagruimte.<br />

Twee dochters en de zoon van de<br />

voormalige stoker van het museum,<br />

die in de dienstwoning hadden<br />

gewoond waren eregasten tijdens de<br />

feestelijk opening van het nieuwe<br />

Paviljoen in oktober 2009.<br />

Ze zullen niet veel meer hebben<br />

herkend van hun vertrouwde<br />

omgeving, want binnen is flink<br />

verbouwd. Op de benedenverdieping<br />

zijn nu twee vergaderzalen, die ook<br />

geschikt zijn voor bruiloften en<br />

partijen. Via de trap uit 1905 komen<br />

we op de bovenverdieping, waar vier<br />

eenpersoons- en een tweepersoonskamer<br />

liggen, elk genoemd naar een<br />

van de continenten. De gang loopt<br />

recht onder de lantaarn, waar als<br />

vanouds de zon gul naar binnenvalt.<br />

Aan het eind ligt de bescheiden<br />

huiskamer en de keuken, ingericht<br />

volgens de huisstijl van het Museum.<br />

De Vlieg moet even met de beveiliging<br />

bellen om een van de deuren te<br />

laten openen. ‘Die service blijkt hard<br />

nodig. Gasten lopen even van hun<br />

kamer naar de keuken en dan valt de<br />

deur achter hen in het slot. Als je<br />

keycard nog in de kamer ligt, heb je<br />

een probleem’, glimlacht hij.<br />

Eenmaal binnen wijst hij trots naar<br />

de hoge plafonds, waar de dakconstructies<br />

onbehandeld zijn gebleven<br />

en opvallend afsteken tegen de wit<br />

geschilderde muren. ‘We wilden de<br />

sporen van de tijd, en daarmee de<br />

geschiedenis van het Paviljoen,<br />

zichtbaar blijven houden’, verklaart<br />

hij die keuze.<br />

Dat hij niet de enige is die dat op<br />

prijs stelt, bleek toen hij een gast<br />

sprak die hem enthousiast vertelde<br />

dat hij, terwijl hij in bed lag, de regen<br />

op het dak boven zich hoorde vallen.<br />

‘Fantastisch vond hij het, net alsof hij<br />

buiten lag te slapen.’<br />

65 65


66 boeken rubriek<br />

boeken<br />

andere<br />

smaken<br />

TEKST: jaap HuiSman &<br />

marcEl Van HEck<br />

marcEl mEtZE, VEranDErEnD gEtij.<br />

rijkswaterstaat in crisis: ‘log, te duur,<br />

te ondoorzichtig’, de nieuwe man, een<br />

nieuwe koers, de ‘generaal’, de Heren<br />

Zeventien, de coup, de leegloop, het<br />

verzet. Het verhaal van binnenuit<br />

Uitgeverij Balans, 2010.<br />

boek over rijkswaterstaat belooft<br />

meer dan het waarmaakt<br />

Boeken die van binnenuit het reilen<br />

en zijlen van een organisatie<br />

blootleggen; boeken die op<br />

microniveau het verhaal beschrijven<br />

van een reorganisatie, een faillissement<br />

of een bestuurscrisis: ze<br />

prikkelen bijna altijd. En als het dan<br />

ook nog eens gaat over publiek<br />

bekende personen, dan zijn<br />

media-aandacht en hoge verkoopcijfers<br />

al bijna een gegeven. Wie kent<br />

niet het boek De Prooi over de val van<br />

ABN Amro, de besteller over De<br />

Bouwfraude en meer literair getinte<br />

publicaties als Hans Vervoorts Het<br />

bedrijf over de weekbladpers en<br />

natuurlijk J.J. Voskuils zevendelige<br />

romancyclus Het bureau.<br />

Ook Rijkswaterstaat mag zich sinds<br />

kort gelukkig prijzen met een boek in<br />

dit genre. Het heet Veranderend getij<br />

en auteur is de bekende onderzoeksjournalist<br />

Marcel Metze die eerder<br />

bestsellers schreef over het opvolgersdrama<br />

binnen het CDA,<br />

(beginjaren “70) over het Nederlandse<br />

bankwezen in de jaren ’80 en,<br />

meer recent, een biografie over<br />

Anton Philips. Onderwerp van<br />

Veranderend getij is de grootschalige<br />

reorganisatie die Rijkswaterstaat de<br />

afgelopen jaren doormaakte. Onder<br />

die term werd beoogd de omvang<br />

van het personeelsbestand te<br />

reduceren en tegelijkertijd minder<br />

specialisten en meer juridisch en<br />

bestuurlijk geschoold personeel aan<br />

te trekken. Meer generalisten, meer<br />

samenwerking met de markt,<br />

Rijkswaterstaat zocht andere<br />

vaardigheden en specialiteiten bij de<br />

medewerkers van Rijkswaterstaat.<br />

Metze kreeg voor het boek alle<br />

medewerking van zijn opdrachtgever:<br />

inzicht in interne documenten,<br />

verslagen en tientallen interviews.<br />

Toch weigerde Rijkswaterstaat eind<br />

2009 publicatie van het op dat<br />

moment als ‘genadeloos openhartig’<br />

getypeerde boek. Volgens Bert<br />

Keijts, de directeur-generaal van<br />

Rijkswaterstaat was het boek<br />

“geenszins de leerzame of prikkelende<br />

beschrijving geworden van het<br />

veranderproces zoals in het contract<br />

is afgesproken”. Ook vond hij de<br />

hoofdpersonen “karikaturaal”<br />

beschreven, “niet evenwichtig en<br />

soms onheus, met weinig respect<br />

voor de betrokkenen.”<br />

Na een gerechtelijke procedure, een<br />

publicatieverbod en veel mediaaandacht<br />

ligt het boek er nu toch.<br />

Ongecensureerd, want Rijkswaterstaat<br />

zwichtte uiteindelijk onder alle<br />

aandacht. De voorgeschiedenis<br />

kleurt natuurlijk de lezing van<br />

Veranderend getij. Wat was de<br />

eigenlijke opdracht? Waarom heeft<br />

Rijkswaterstaat de opdracht eigenlijk<br />

verstrekt? En waarom aan Marcel<br />

Metze, wiens schrijfstijl toch garant<br />

staat voor licht sarcasme en<br />

smeuïgheid? Ook komt de vraag op<br />

waarom er zo veel ophef is ontstaan<br />

over het manuscript. Want wie op<br />

zoek gaat naar de karikaturale<br />

beschrijvingen en het gebrek aan<br />

respect komt toch bedrogen uit.<br />

Natuurlijk, af en toe passeert een<br />

vileine passage, maar uiteindelijk<br />

blijven alle hoofdrolspelers fier<br />

overeind en overheerst het beeld<br />

van een geslaagde grootschalige<br />

reorganisatie. Het imago van de<br />

dienst is verbeterd, klantvriendelijk<br />

en er is brede tevredenheid over de<br />

verandering.<br />

Het boek leest als een trein. Metze<br />

houdt de spanning gedurende de<br />

volle 326 pagina’s vast. Tevens is hij<br />

er in geslaagd in een goed geschreven<br />

inleidend hoofdstuk de rijke<br />

geschiedenis van Rijkswaterstaat<br />

kort en bondig neer te zetten. En<br />

toch.... het geheel beklijft niet. Wat is<br />

de boodschap? Waar werkt het<br />

naartoe? Of wil het ons alleen maar<br />

vertellen dat reorganiseren in<br />

Nederland veel praten betekent, heel<br />

veel praten? Daarmee maakt<br />

Veranderend getij de verwachtingen<br />

niet waar. Voor de onderzoeksjournalistiek<br />

is het te beschrijvend en<br />

wordt het te langdradig. Als<br />

evaluatieverslag is het oppervlakkig.<br />

Metze doet wel een poging om zijn<br />

visie te geven op bijvoorbeeld de rol<br />

van het onderzoeksbureau dat is<br />

ingeschakeld om het proces te<br />

begeleiden. Ook plaatst hij de<br />

managementtools die worden<br />

gebruikt bij deze reorganisatie in een<br />

breder verband. Daar blijft het bij.<br />

Kennelijk was de opdracht om enkel<br />

en vooral een beschrijving te geven<br />

van het veranderingsproces zoals<br />

zich dat binnen Rijkswaterstaat heeft<br />

afgespeeld.<br />

Door die bescheiden insteek is al<br />

Veranderend getij geen opvallende<br />

toevoeging aan het genre ‘inside<br />

case studies’.


tiEn jaar VlaamS bOuwmEEStEr<br />

In publieke opdracht. Vlaams Bouwmeester<br />

1999-2009. Hans Ibelings.<br />

Uitgeverij SUN.<br />

Terwijl de Nederlandse Rijksbouwmeester<br />

kan bogen op een meer dan<br />

200 jaar oude traditie en is uitgegroeid<br />

tot een instituut, is de<br />

Vlaamse Bouwmeester nog bezig<br />

met ontginnend veldwerk sinds hij<br />

vanaf 1999 aan de slag is gegaan. De<br />

noodzaak was evident. De bouwcultuur<br />

in België is individualistisch,<br />

stedenbouw is geen sterke factor en<br />

de openbare ruimte inclusief<br />

infrastructuur vraagt om regie. Niet<br />

vreemd dat België wel eens het<br />

slechtst ontworpen land van<br />

West-Europa is genoemd.<br />

Architect bOb van Reeth legde de<br />

eerste vijf jaar het accent op de<br />

verbetering van de architectuur, zijn<br />

opvolger Marcel Smets concentreert<br />

zich sinds 2005 voornamelijk op de<br />

stiefkindjes stedenbouw en<br />

infrastructuur. De werkwijze verschilt<br />

met die van de Nederlandse<br />

Rijksbouwmeester. De Vlamingen<br />

willen vooral de lagere overheden<br />

stimuleren tot een beter ontwerp en<br />

gebruiken daarvoor de Open Oproep<br />

als methode; de Nederlandse<br />

Rijksbouwmeester gaat uit van een<br />

pool waaruit architecten en andere<br />

ontwerpers worden gekozen. De<br />

Open Oproep is een werkwijze<br />

waarmee voor de ontwerpopdrach-<br />

ten van openbare besturen een<br />

architectenselectie wordt gemaakt<br />

volgens een procedure waarbij de<br />

bouwheer een opdracht formuleert<br />

door de definitie van het project.<br />

Architecten kunnen zich daarop<br />

inschrijven. De Vlaamse bouwmeester<br />

en zijn team kiezen tien ontwerpers<br />

van wie vervolgens vijf gevraagd<br />

worden een visie op de opdracht te<br />

geven. Het gaat niet zozeer om het<br />

programma als wel om wensen en<br />

ambities. Curieus genoeg zijn zo<br />

regelmatig buitenlandse architecten<br />

aan de slag gegaan in Vlaanderen,<br />

onder wie Neutelings Riedijk met<br />

een project in Gent.<br />

Heeft de Vlaamse Bouwmeester in<br />

de eerste tien jaar verbetering<br />

gebracht, is de vraag die auteur Hans<br />

Ibelings terecht stelt. Hij maakt een<br />

vergelijking met andere Westeuropese<br />

regio’s zoals Catalonië, waarbij<br />

hij meteen vaststelt dat Catalonië<br />

gelijk staat met Barcelona en dat<br />

Barcelona een voorsprong had door<br />

de Ollympische Spelen van 1992 die<br />

veel in gang hebben gezet. Vlaanderen<br />

komt van ver en had die ‘wind<br />

mee’ niet. In dat licht bezien is het<br />

overzicht dat Ibelings heeft gemaakt<br />

bemoedigend voor Vlaanderen. De<br />

scholen, sporthallen, bibliotheken,<br />

ziekenhuizen, culturele centra en<br />

bestuurscentra stralen een prettige<br />

eenvoud uit, mooi gedetailleerd,<br />

zonder poeha maar wel zelfverzekerd.<br />

De laatste jaren zet Smets in op<br />

stedenbouwkundige studies<br />

waarvan we nu alleen de houtskoolschetsen<br />

zien. Als die tot leven<br />

worden gebracht – Kanaalzone Gent<br />

of Scheldekaaien Antwerpen – kan<br />

bepaald worden of de Bouwmeester<br />

ook het groter schaalniveau<br />

beheerst.<br />

EEn tbS-kliniEk in DE pOlDEr<br />

Uitgave Studio M10.<br />

Vanuit de lucht gezien wekt de<br />

Oostvaarders-TBS-kliniek in Almere<br />

eerder abjecte gedachten en<br />

associaties op, een strafkamp uit de<br />

somberste periodes van de wereldgeschiedenis.<br />

Beter is het de kliniek<br />

vanuit de gangen en cellen te<br />

beschouwen, waaruit juist een<br />

humane en geruststellende benadering<br />

spreekt. Niet voor niets heeft<br />

het ontwerp van Martien Jansen<br />

(Studio M10) al vele prijzen gewonnen<br />

en maakt het kans op het<br />

predikaat jong monument.<br />

Precisie is het trefwoord dat schrijver<br />

Arjen Oosterman hanteert voor het<br />

gebouw, precisie in alles, in de<br />

compositie, de materialisering en de<br />

detaillering, in de speling van het<br />

licht en in de sfeer. Het is een en al<br />

rust en ruimte. Wat kan architectuur<br />

meer doen dat te bewerkstelligen?<br />

Zichzelf wegcijferen maar wel zo dat<br />

een dominant grid is neergelegd<br />

waarvan cellen en gangen vanzelfsprekend<br />

deel uit maken.<br />

‘Als de schoonheid van intelligentie<br />

en de intelligentie van schoonheid<br />

met elkaar versmelten, is er iets<br />

bijzonders aan de hand’, schrijft<br />

Oosterman. Zo is het maar net.<br />

Een TBS-kliniek in de polder.<br />

67


los nummer € 5,-<br />

smaak is een uitgave van:<br />

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer<br />

<strong>Rijksgebouwendienst</strong><br />

Rijnstraat 8 | 2515 XP Den Haag | www.vrom.nl<br />

© Rijksoverheid | April 2010 | Publicatie-nr. 0015<br />

Jan van Gils<br />

hoofd Facilitaire Dienst Tweede Kamer:<br />

Van Gils zorgt ervoor dat alle fracties<br />

na de komende verkiezingen een<br />

eigen stek in het Kamergebouw<br />

krijgen. Ik werk nu tweeëneenhalf<br />

jaar bij de Tweede Kamer, dus voor<br />

mij is het de eerste keer dat ik zo’n<br />

interne verhuizing na de Tweede<br />

Kamerverkiezingen (op 9 juni 2010,<br />

red.) meemaak. Spannend.<br />

We zijn al bezig met conceptvlekkenplannen,<br />

zoals dat in facilitair jargon<br />

heet. Uitgangspunt bij de nieuwe<br />

indeling is dat elk Kamerlid 52 m 2<br />

krijgt. Als een partij tien zetels haalt,<br />

dan krijgt hij 520 m 2 , dat is inclusief<br />

de ondersteuning. De fractiemedewerkers,<br />

persoonlijke assistenten en<br />

administratief medewerkers moeten<br />

binnen die ruimte een plek vinden.<br />

Als een partij meer dan 16 zetels<br />

haalt, krijgt de fractie ook een<br />

fractiekamer voor de vergaderingen.<br />

Een nieuwe indeling maken, is altijd<br />

gelukt. Of iedereen tevreden is, is<br />

een ander verhaal. De ervaring leert:<br />

een vlekkenplan zorgt altijd voor<br />

opschudding. Gemiddeld zijn er vier<br />

weken nodig om de definitieve<br />

indeling vast te stellen. Een van de<br />

complicaties bij een nieuwe indeling<br />

is dat we vier monumentale panden<br />

bezitten die door nieuwbouw met de<br />

vergaderzalen met elkaar verbonden<br />

zijn. In die monumentale ruimten<br />

zijn geen systeemwanden, er is dus<br />

een vast aantal kamers beschikbaar<br />

voor alle 150 Kamerleden.<br />

Stel dat een partij kleiner wordt dan<br />

komen er ruimtes vrij, die door<br />

andere partijen bezet kunnen<br />

worden. Voor fracties die sterk<br />

groeien, zijn er na de verkiezingen<br />

flexwerkplekken voor handen.<br />

Er zijn nu 11 fracties en partijen, een<br />

breed palet, ook qua huisvesting.<br />

Iedereen probeert natuurlijk de<br />

optimale huisvesting voor zijn fractie<br />

te krijgen, maar zo’n nieuwe indeling<br />

komt alleen tot stand als er compromissen<br />

worden gesloten. Het is voor<br />

mij de kunst om het optimum te<br />

vinden tussen de wensen en<br />

behoeften van alle fracties.’<br />

TEKST: mariannE ScHijf

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!