CAO voor de sociale werkvoorziening
CAO voor de sociale werkvoorziening CAO voor de sociale werkvoorziening
84 Collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociale werkvoorziening c. de werknemer niet voldoet aan het eerste lid. 3. Voordat de gemeente de dienstbetrekking opzegt wegens een andere reden dan genoemd in de onderdelen a en b van het tweede lid, vraagt zij advies van de commissie, bedoeld in artikel 12, eerste lid. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het advies, de werkwijze en de samenstelling van de commissie bij haar taak op grond van het derde lid. HOOFDSTUK 3. SUBSIDIEVERSTREKKING DOOR DE GEMEENTE Artikel 7 1. De gemeente kan een subsidie verstrekken aan een werkgever, die met een ingezetene die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoort, een arbeidsovereenkomst sluit, indien: a. in de beschikking is aangegeven, dat die ingezetene in aanmerking komt voor toepassing van dit hoofdstuk; en b. de inpassing in de arbeid van betrokkene, met inbegrip van de begeleiding op zijn werkplek, wordt verzorgd door personen, die verbonden zijn aan een rechtspersoon die tot doel heeft een dergelijke inpassing en begeleiding te verrichten. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel. 3. Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal. HOOFDSTUK 4. SUBSIDIE AAN DE GEMEENTE Artikel 8 1. Het Rijk verstrekt aan de gemeente overeenkomstig dit hoofdstuk een subsidie voor de uitvoering van de hoofdstukken 2, 3 en 5. 2. Onze Minister verleent vóór 1 oktober van ieder jaar de subsidie, waarop elke gemeente over het daaropvolgende jaar recht heeft.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5 3. De hoogte van de subsidie wordt, overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels en na overleg met een representatieve vertegenwoordiging van de gemeenten, bepaald aan de hand van: a. een door Onze Minister voor elke gemeente vast te stellen aantal dienstbetrekkingen op basis van een volledige werkweek dan wel arbeidsovereenkomsten op grond van artikel 7, onderscheiden naar arbeidshandicapcategorie, en rekening houdend met het aantal ingezetenen die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de onderscheiden arbeidshandicapcategorieën binnen de doelgroep behoren; b. een door Onze Minister jaarlijks vast te stellen bedrag per arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 en per dienstbetrekking als bedoeld in onderdeel a, dat voor elke arbeidshandicapcategorie verschillend kan worden vastgesteld, rekening houdend met de verwachte loonkostenontwikkelingen, uitvoeringskosten en opbrengsten voortvloeiend uit de dienstbetrekkingen; c. de aan de gemeente verleende subsidie over het voorafgaande jaar. 4. Een krachtens het derde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal. 5. Dienstbetrekkingen aangegaan na de inwerkingtreding van deze wet komen voor subsidie in aanmerking ter hoogte van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gedeelte van de subsidie die geldt voor een dienstbetrekking op basis van een volledige werkweek. 6. Onze Minister kan de hoogte van de subsidie wijzigen voor zover dat verband houdt met een na de datum van de subsidieverlening getroffen maatregel op het terrein van de arbeidsvoorwaarden, de sociale zekerheid of de belastingen, die voor alle gemeenten gelijk werkt. 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van betaling van de subsidie. Artikel 9 1. Na afloop van het jaar stelt Onze Minister de subsidie vast. De vastgestelde subsidie kan van de verleende subsidie afwijken, voor zover: a. de som van de produkten van het, op basis van een volledige werkweek berekende, aantal in dat jaar gerealiseerde arbeidsjaren uit dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 in elke arbeidshandicapcategorie en het bij die arbeidshandicapcategorie behorende bedrag als bedoeld in artikel 8, derde lid, minder bedraagt dan de verleende subsidie; 85
- Page 33 and 34: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 35 and 36: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 37 and 38: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 39 and 40: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 41 and 42: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 43 and 44: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 45 and 46: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 47 and 48: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 49 and 50: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 51 and 52: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 53 and 54: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 55 and 56: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 57 and 58: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 59 and 60: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 61 and 62: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 63 and 64: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 65 and 66: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 67 and 68: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 69 and 70: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 71 and 72: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 73 and 74: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 75 and 76: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 77 and 78: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 79 and 80: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 81 and 82: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 83: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 87 and 88: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 89 and 90: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 91 and 92: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 93 and 94: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 95 and 96: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage
- Page 97 and 98: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 99 and 100: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 101 and 102: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 103 and 104: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 105 and 106: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 107 and 108: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 109 and 110: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 111 and 112: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 113 and 114: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 115 and 116: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 117 and 118: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 119 and 120: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 121 and 122: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 123 and 124: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelich
- Page 125 and 126: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
- Page 127 and 128: 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdst
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
3. De hoogte van <strong>de</strong> subsidie wordt, overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel<br />
van bestuur gestel<strong>de</strong> regels en na overleg met een representatieve vertegenwoordiging<br />
van <strong>de</strong> gemeenten, bepaald aan <strong>de</strong> hand van:<br />
a. een door Onze Minister <strong>voor</strong> elke gemeente vast te stellen aantal dienstbetrekkingen<br />
op basis van een volledige werkweek dan wel arbeidsovereenkomsten op<br />
grond van artikel 7, on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n naar arbeidshandicapcategorie, en rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met het aantal ingezetenen die blijkens een indicatiebeschikking of<br />
herindicatiebeschikking tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n arbeidshandicapcategorieën binnen<br />
<strong>de</strong> doelgroep behoren;<br />
b. een door Onze Minister jaarlijks vast te stellen bedrag per arbeidsovereenkomst<br />
als bedoeld in artikel 7 en per dienstbetrekking als bedoeld in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a, dat<br />
<strong>voor</strong> elke arbeidshandicapcategorie verschillend kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld, rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> verwachte loonkostenontwikkelingen, uitvoeringskosten<br />
en opbrengsten <strong>voor</strong>tvloeiend uit <strong>de</strong> dienstbetrekkingen;<br />
c. <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gemeente verleen<strong>de</strong> subsidie over het <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> jaar.<br />
4. Een krachtens het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid vastgestel<strong>de</strong> algemene maatregel van bestuur treedt niet<br />
eer<strong>de</strong>r in werking dan acht weken na <strong>de</strong> datum van uitgifte van het Staatsblad waarin<br />
hij is geplaatst. Van <strong>de</strong> plaatsing wordt onverwijld me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling gedaan aan <strong>de</strong><br />
bei<strong>de</strong> kamers <strong>de</strong>r Staten-Generaal.<br />
5. Dienstbetrekkingen aangegaan na <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet komen <strong>voor</strong><br />
subsidie in aanmerking ter hoogte van een bij of krachtens algemene maatregel van<br />
bestuur te bepalen ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> subsidie die geldt <strong>voor</strong> een dienstbetrekking op<br />
basis van een volledige werkweek.<br />
6. Onze Minister kan <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> subsidie wijzigen <strong>voor</strong> zover dat verband houdt<br />
met een na <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> subsidieverlening getroffen maatregel op het terrein van<br />
<strong>de</strong> arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> zekerheid of <strong>de</strong> belastingen, die <strong>voor</strong> alle gemeenten<br />
gelijk werkt.<br />
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wor<strong>de</strong>n regels gesteld met betrekking<br />
tot <strong>de</strong> wijze van betaling van <strong>de</strong> subsidie.<br />
Artikel 9<br />
1. Na afloop van het jaar stelt Onze Minister <strong>de</strong> subsidie vast. De vastgestel<strong>de</strong> subsidie<br />
kan van <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> subsidie afwijken, <strong>voor</strong> zover:<br />
a. <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> produkten van het, op basis van een volledige werkweek bereken<strong>de</strong>,<br />
aantal in dat jaar gerealiseer<strong>de</strong> arbeidsjaren uit dienstbetrekkingen en<br />
arbeidsovereenkomsten als bedoeld in <strong>de</strong> hoofdstukken 2 en 3 in elke arbeidshandicapcategorie<br />
en het bij die arbeidshandicapcategorie behoren<strong>de</strong> bedrag als<br />
bedoeld in artikel 8, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, min<strong>de</strong>r bedraagt dan <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> subsidie;<br />
85