CAO voor de sociale werkvoorziening

CAO voor de sociale werkvoorziening CAO voor de sociale werkvoorziening

shared.caop.nl
from shared.caop.nl More from this publisher
26.09.2013 Views

32 Collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociale werkvoorziening arbeidsverhouding eindigt, dan wel de hiervoor bedoelde procedures zijn beëindigd. 4. De non-actiefstelling geschiedt steeds met behoud van loon. 5. De werkgever is gehouden gedurende de in het eerste lid bedoelde periode(n) van non-actiefstelling die voorzieningen te treffen, die mogelijk zijn om de werkzaamheden wederom voortgang te doen vinden. 6. De non-actiefstelling kan niet bij wijze van strafmaatregel worden gebruikt. SENIORENREGELING Artikel 44 1a. De werktijd per week van de werknemer van 57 jaar en ouder, die een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste vijf jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met een vijfde deel teruggebracht, gemiddeld over 26 weken, met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 95% van het geldende loon. 1b. De werktijd per week van de werknemer van 59 jaar en ouder, die een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste vijf jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met twee vijfde deel teruggebracht, gemiddeld over 26 weken, met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 90% van het geldende loon. 2. Een verzoek als bedoeld in de leden 1a en 1b, dient minimaal 3 maanden voor de datum van ingang bij de werkgever te worden ingediend. 3. De verkorting van de werktijd per week als bedoeld in lid 1a en 1b gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand van verjaring. 4. Er dient minimaal een arbeidsduur van 8 uur per week, gemiddeld over 13 weken, te resteren. 5. Voor de werknemer die door seniorenverlof zijn dienstbetrekking niet volledig vervult, wordt de opbouw van verlof conform artikel 38, tweede lid, naar evenredigheid verminderd. 6. Indien de arbeidsduur van de werknemer in de voorafgaande vijf jaar op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur is vermeerderd, kan alleen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden genoemd in lid 1a en 1b voor het aantal uren dat de werknemer, voorafgaande aan de arbeidsduurvermeerdering, een dienstverband had. 7. In bijzondere situaties kan worden afgeweken van het gestelde in lid 6.

1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1 8. Het gestelde in lid 6 is niet van toepassing op de werknemer wiens verzoek om arbeidsduurvermeerdering vóór 1 mei 2002 is ingewilligd. PENSIOEN Artikel 45 1. De werknemer heeft aanspraak op pensioen. 2. De werkgever is verplicht alle werknemers aan te melden bij de Stichting Pensioenfonds Werk en (re) integratie. 3. De regels met betrekking tot de deelneming aan de pensioenregeling, de aanspraak op pensioen en nadere bepalingen van de pensioenregelingen zijn vervat in de statuten en het pensioenreglement Sociale Werkvoorziening van de Stichting Pensioenfonds Werk en (re)integratie waaraan de werkgever en werknemer krachtens deze overeenkomst zijn gebonden. Bedoelde regels maken deel uit van deze CAO en liggen ter inzage bij de werkgever. WERKINGSDUUR TOT EN MET 31-12-2002 4. Het aandeel van de werknemer in de te betalen pensioenpremie bedraagt met ingang van 1 januari 2001: 1,75% van de in het pensioenreglement Sociale Werkvoorziening aangegeven loonbestanddelen. INWERKINGTREDING 1-1-2003 4. Het aandeel van de werknemer in de volgens het pensioenreglement te betalen pensioenpremie bedraagt met ingang van 1 januari 2005 25%. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, bedraagt de bijdrage van de werknemer in 2003 20% en in 2004 22,5%. AANVULLENDE OUDEDAGSVOORZIENING Artikel 46 1. De werknemer die voor 1 juli 1990 een dienstbetrekking had en ten behoeve van wie stortingen zijn gedaan op grond van de artikelen 9b en 9c van het Besluit Arbeidsvoorwaarden sociale werkvoorziening (Staatsblad 1968, 518) zoals die luidden tot 33

1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />

8. Het gestel<strong>de</strong> in lid 6 is niet van toepassing op <strong>de</strong> werknemer wiens verzoek om<br />

arbeidsduurvermeer<strong>de</strong>ring vóór 1 mei 2002 is ingewilligd.<br />

PENSIOEN<br />

Artikel 45<br />

1. De werknemer heeft aanspraak op pensioen.<br />

2. De werkgever is verplicht alle werknemers aan te mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Stichting<br />

Pensioenfonds Werk en (re) integratie.<br />

3. De regels met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming aan <strong>de</strong> pensioenregeling, <strong>de</strong> aanspraak<br />

op pensioen en na<strong>de</strong>re bepalingen van <strong>de</strong> pensioenregelingen zijn vervat in <strong>de</strong> statuten<br />

en het pensioenreglement Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening van <strong>de</strong> Stichting<br />

Pensioenfonds Werk en (re)integratie waaraan <strong>de</strong> werkgever en werknemer krachtens<br />

<strong>de</strong>ze overeenkomst zijn gebon<strong>de</strong>n. Bedoel<strong>de</strong> regels maken <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong>ze<br />

<strong>CAO</strong> en liggen ter inzage bij <strong>de</strong> werkgever.<br />

WERKINGSDUUR TOT EN MET 31-12-2002<br />

4. Het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> te betalen pensioenpremie bedraagt met<br />

ingang van 1 januari 2001: 1,75% van <strong>de</strong> in het pensioenreglement Sociale<br />

Werk<strong>voor</strong>ziening aangegeven loonbestand<strong>de</strong>len.<br />

INWERKINGTREDING 1-1-2003<br />

4. Het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> volgens het pensioenreglement te betalen<br />

pensioenpremie bedraagt met ingang van 1 januari 2005 25%. In afwijking van<br />

het bepaal<strong>de</strong> in <strong>de</strong> vorige volzin, bedraagt <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> werknemer in 2003<br />

20% en in 2004 22,5%.<br />

AANVULLENDE OUDEDAGSVOORZIENING<br />

Artikel 46<br />

1. De werknemer die <strong>voor</strong> 1 juli 1990 een dienstbetrekking had en ten behoeve van wie<br />

stortingen zijn gedaan op grond van <strong>de</strong> artikelen 9b en 9c van het Besluit Arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n<br />

<strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening (Staatsblad 1968, 518) zoals die luid<strong>de</strong>n tot<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!