CAO voor de sociale werkvoorziening
CAO voor de sociale werkvoorziening CAO voor de sociale werkvoorziening
Collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociale werkvoorziening 1 mei 2002 t/m 30 juni 2003
- Page 2 and 3: 2 Collectieve arbeidsovereenkomst v
- Page 4 and 5: 4 Collectieve arbeidsovereenkomst v
- Page 6 and 7: 6 Collectieve arbeidsovereenkomst v
- Page 8 and 9: 8 Collectieve arbeidsovereenkomst v
- Page 10 and 11: 10 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 12 and 13: 12 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 14 and 15: 14 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 16 and 17: 16 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 18 and 19: 18 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 20 and 21: 20 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 22 and 23: 22 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 24 and 25: 24 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 26 and 27: 26 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 28 and 29: 28 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 30 and 31: 30 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 32 and 33: 32 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 34 and 35: 34 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 36 and 37: 36 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 38 and 39: 38 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 40 and 41: 40 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 42 and 43: 42 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 44 and 45: 44 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 46 and 47: 46 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 48 and 49: 48 Collectieve arbeidsovereenkomst
- Page 50 and 51: 50 Collectieve arbeidsovereenkomst
Collectieve arbeidsovereenkomst<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003
2<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Colofon<br />
Dit boekje is uitgegeven in opdracht van <strong>de</strong> Stichting Beheer Collectieve Mid<strong>de</strong>len WSW/WIW (SBCM).<br />
Grafische verzorging: ADZ B.V. Vlissingen.<br />
Hoewel <strong>de</strong> auteur en <strong>de</strong> uitgever het boek met <strong>de</strong> uiterste zorg hebben samengesteld, kunnen zij geen enkele<br />
aansprakelijkheid aanvaar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een eventuele onvolledigheid of onjuistheid, dan wel <strong>de</strong> gevolgen daarvan.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Inhoud<br />
Inhoud<br />
pagina<br />
<strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Aanhef 5<br />
Hoofdstuk 1<br />
Definities artikel 1 6<br />
Bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> artikel 2 7<br />
Verplichtingen van algemene aard artikel 3 t/m 6 8<br />
Arbeidsovereenkomst artikel 7 t/m 13 10<br />
Arbeidsduur en werktij<strong>de</strong>n artikel 14a t/m 16 13<br />
Spaarvariant artikel 16 t/m 22 15<br />
Beloning artikel 23 t/m 30 18<br />
Toeslag overwerk artikel 31 22<br />
Toeslag onregelmatige dienst artikel 32 23<br />
Tegemoetkoming ziektekosten artikel 33 24<br />
Tegemoetkoming woon-werkverkeer artikel 34 en 35 24<br />
Tegemoetkoming in bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n artikel 36 25<br />
Bedrijfsspaarregeling artikel 37 25<br />
Verlof artikel 38 t/m 40 26<br />
Disciplinaire maatregelen artikel 41 30<br />
Schorsing artikel 42 31<br />
Non-actiefstelling artikel 43 31<br />
Seniorenregeling artikel 44 32<br />
Pensioen artikel 45 33<br />
Aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening artikel 46 33<br />
VUT (vervallen) artikel 47 (vervallen) 34<br />
Ontwikkeling van <strong>de</strong> werknemer artikel 48 t/m 51 34<br />
Betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof artikel 52 36<br />
Kin<strong>de</strong>ropvang artikel 53 37<br />
Centrale commissie bezwaren functiewaar<strong>de</strong>ring artikel 54 37<br />
Vre<strong>de</strong>splicht artikel 55 37<br />
Overgangs- en slotbepaling artikel 56 38<br />
3
4<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
pagina<br />
Hoofdstuk 2<br />
Overige afspraken 39<br />
Bijlagen<br />
1. Salarisbedragen 42<br />
2. F.C.S.W. systeem: functieclassificatie <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening 45<br />
3. Regeling bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening 67<br />
4. Regeling kin<strong>de</strong>ropvang <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening 72<br />
5. Wet <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening 81<br />
6. Arboconvenant <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening 93<br />
Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW 97
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Aanhef<br />
<strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Aanhef<br />
Partijen aan werknemerszij<strong>de</strong>, <strong>de</strong> ABVAKABO FNV en <strong>de</strong> CFO CNV-bond en partij<br />
aan werkgeverszij<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Vereniging van Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten (VNG), zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
werknemers die on<strong>de</strong>r het bereik van <strong>de</strong> Wet <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening (Staatsblad 1997,<br />
465) vallen, <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong> collectieve arbeidsovereenkomst (<strong>CAO</strong>) overeengekomen.<br />
Partijen verplichten zich tegenover elkan<strong>de</strong>r al datgene te doen wat nodig is ter bevor<strong>de</strong>ring<br />
van een goe<strong>de</strong> naleving van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>.<br />
5
6<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Hoofdstuk 1<br />
DEFINITIES<br />
Artikel 1<br />
1. In <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. <strong>de</strong> wet: <strong>de</strong> Wet <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening (Staatsblad 1997, 465);<br />
b. werkgever: <strong>de</strong> gemeente, of het bestuur van een openbaar lichaam, indien bij een<br />
gemeenschappelijke regeling als bedoeld in <strong>de</strong> Wet gemeenschappelijke regelingen<br />
<strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> wet volledig is overgedragen aan het bestuur van een<br />
openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet;<br />
c. werknemer: <strong>de</strong> werknemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el e van <strong>de</strong><br />
wet;<br />
d. pensioenfonds: <strong>de</strong> Stichting Pensioenfonds Werk en (re) ïntegratie;<br />
e. fonds <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening: <strong>de</strong> Stichting Aanvullen<strong>de</strong><br />
Ou<strong>de</strong> dags<strong>voor</strong>ziening Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening;<br />
f. fonds <strong>voor</strong> vrijwillig vervroeg<strong>de</strong> uittreding: <strong>de</strong> Stichting Vrijwillig Vervroeg<strong>de</strong><br />
Uittreding Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening;<br />
g. feitelijke arbeidsduur: <strong>de</strong> <strong>voor</strong>af vastgestel<strong>de</strong> omvang van het aantal uren in een<br />
bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> geduren<strong>de</strong> welke door <strong>de</strong> werknemer arbeid moet wor<strong>de</strong>n verricht;<br />
h. feitelijke arbeidsduur per week: <strong>de</strong> arbeidsduur zoals die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong><br />
een bepaal<strong>de</strong> week is vastgesteld;<br />
i. feitelijke arbeidsduur per dag: <strong>de</strong> arbeidsduur zoals die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong><br />
een bepaal<strong>de</strong> dag is vastgesteld;<br />
j. formele arbeidsduur per week: <strong>de</strong> arbeidsduur volgens <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst;<br />
k. volledige dienstbetrekking: een dienstbetrekking waarbij <strong>de</strong> formele arbeidsduur<br />
per week 36 uur bedraagt;<br />
l. werktijd: <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen vastgestel<strong>de</strong> tijdstippen geduren<strong>de</strong> welke door <strong>de</strong><br />
werknemer arbeid moet wor<strong>de</strong>n verricht;<br />
m. overwerk: werkzaamhe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> werknemer in opdracht van <strong>de</strong> werkgever<br />
verricht buiten <strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur per week;<br />
n. uurloon: 1/156e <strong>de</strong>el van het loon bij een volledige dienstbetrekking van 36 uur<br />
per week;<br />
o. indicatiecommissie: <strong>de</strong> commissie als bedoeld in artikel 12 van <strong>de</strong> wet;<br />
p. on<strong>de</strong>rnemingsraad: <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad zoals bedoeld in <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong><br />
On<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n (WOR);
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
q. loon: het bedrag van <strong>de</strong> schaal hetwelk <strong>de</strong> werknemer is toegekend;<br />
r. inkomen: het loon, vermeer<strong>de</strong>rd met het bedrag van <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> werknemer toegeken<strong>de</strong><br />
emolumenten en toelagen, niet zijn<strong>de</strong> onkostenvergoedingen;<br />
s. maandinkomen: het on<strong>de</strong>r r omschreven bedrag per maand;<br />
t. diensttijd: <strong>de</strong> tijd geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong> werknemer werkzaam is geweest op basis<br />
van een arbeidsovereenkomst, dan wel op basis van een aanstelling (<strong>voor</strong> 1 januari<br />
1998) on<strong>de</strong>r het regime van <strong>de</strong> wet en haar <strong>voor</strong>gangers;<br />
u. compensatie-uren: <strong>de</strong> <strong>voor</strong> een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> ingerooster<strong>de</strong> uren die <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur <strong>voor</strong> die perio<strong>de</strong> te boven gaan;<br />
v. standplaats: dit is <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht;<br />
w. pleegkind: een kind dat blijkens verklaringen uit <strong>de</strong> gemeentelijke basisadministratie<br />
op hetzelf<strong>de</strong> adres woont als <strong>de</strong> werknemer en door hem in diens gezin<br />
duurzaam wordt verzorgd en opgevoed op basis van een pleegcontract als<br />
bedoeld in artikel 39 van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> jeugdhulpverlening;<br />
x. Vakorganisaties: <strong>de</strong> werknemersorganisaties partij bij <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>: ABVAKABO<br />
FNV en CFO CNV- bond.<br />
2. In <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> wor<strong>de</strong>n me<strong>de</strong> als gehuwd of als echtgenoot aangemerkt, niet gehuw<strong>de</strong><br />
personen van verschillend of gelijk geslacht die duurzaam een gezamenlijke huishouding<br />
voeren, (tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in <strong>de</strong><br />
eerste of twee<strong>de</strong> graad bestaat).<br />
Van een gezamenlijke huishouding, bedoeld in <strong>de</strong> vorige volzin, kan slechts sprake<br />
zijn indien twee ongehuw<strong>de</strong> personen gezamenlijk <strong>voor</strong>zien in huisvesting en<br />
bovendien bei<strong>de</strong>n een bijdrage leveren in <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> huishouding dan wel op<br />
an<strong>de</strong>re wijze in elkaars verzorging <strong>voor</strong>zien en beschikken over een door een notaris<br />
opgemaakt samenlevingscontract, dan wel indien zij zich als zodanig hebben aangemeld<br />
bij <strong>de</strong> gemeente <strong>voor</strong> het geregistreerd partnerschap en beschikken over een<br />
uittreksel uit het betreffen<strong>de</strong> register.<br />
3. In <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> gel<strong>de</strong>n alle begrippen die betrekking hebben op personen die in <strong>de</strong><br />
mannelijke vorm gesteld zijn ook <strong>voor</strong> vrouwen.<br />
BEPALINGEN BETREFFENDE DE <strong>CAO</strong><br />
Artikel 2<br />
1. De bepalingen in <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> hebben, tenzij uitdrukkelijk an<strong>de</strong>rs aangegeven, een<br />
standaardkarakter.<br />
2. Deze <strong>CAO</strong> treedt in werking op 1 mei 2002 en heeft een looptijd tot en met 30 juni<br />
2003.<br />
7
8<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
3. Partijen spreken af dat 3 maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het verstrijken van <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong>ze<br />
<strong>CAO</strong> het overleg over een nieuwe <strong>CAO</strong> wordt hervat.<br />
4. Partijen kunnen tussentijds gemotiveerd verzoeken aanvullingen of wijzigingen op<br />
<strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> overeen te komen.<br />
VERPLICHTINGEN VAN ALGEMENE AARD<br />
Artikel 3<br />
1. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> in artikel 6 van <strong>de</strong> WSW opgenomen verplichtingen, is <strong>de</strong> werknemer<br />
verplicht:<br />
a. <strong>de</strong> hem opgedragen werkzaamhe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> daartoe aangewezen<br />
personen naar beste vermogen te verrichten;<br />
b. zo nodig me<strong>de</strong> te werken aan een on<strong>de</strong>rzoek naar zijn arbeidsgeschiktheid;<br />
c. <strong>de</strong>el te nemen aan vormen van aanvullen<strong>de</strong> opleiding en bijscholing <strong>voor</strong> zover<br />
zulks vereist is <strong>voor</strong> het vervullen van <strong>de</strong> overeengekomen functie;<br />
d. om in <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> gevallen tij<strong>de</strong>lijk, echter maximaal 1 jaar aaneengesloten,<br />
an<strong>de</strong>re werkzaamhe<strong>de</strong>n te verrichten, in an<strong>de</strong>re functies en op an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n en<br />
of plaatsen, welke <strong>de</strong> werkgever noodzakelijk acht en die <strong>de</strong> werknemer binnen<br />
<strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid en na overleg met <strong>de</strong> werknemer kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
opgedragen;<br />
e. tot geheimhouding van al hetgeen hem uit hoof<strong>de</strong> van zijn functie ter kennis<br />
komt, doch uitsluitend wanneer hij weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs kan vermoe<strong>de</strong>n dat<br />
geheimhouding noodzakelijk is. Deze verplichting geldt ook nadat het dienstverband<br />
is geëindigd;<br />
f. <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, welke door <strong>de</strong> werkgever aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, zorgvuldig<br />
te beheren.<br />
2. In geval van het in lid 1 sub d gestel<strong>de</strong> behoudt <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> tijd van<br />
vervulling van <strong>de</strong>ze tij<strong>de</strong>lijke werkzaamhe<strong>de</strong>n het maandinkomen behoren<strong>de</strong> bij <strong>de</strong><br />
oorspronkelijke functie, indien het maandinkomen behorend bij <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
lager is. Indien het maandinkomen behorend bij <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
hoger is, kan conform het gestel<strong>de</strong> in artikel 26, zes<strong>de</strong> lid, recht op een<br />
toelage ontstaan.<br />
3. In gevallen, als bedoeld in lid 1 sub d van dit artikel behoudt <strong>de</strong> werknemer het<br />
recht na beëindiging van <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke werkzaamhe<strong>de</strong>n terug te keren in <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
functie.<br />
4. De werknemer kan slechts wor<strong>de</strong>n verplicht tot gehele of ge<strong>de</strong>eltelijke scha<strong>de</strong>vergoeding<br />
<strong>voor</strong> zover scha<strong>de</strong> is ontstaan door opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
Artikel 4 gewetensbezwaren<br />
1. Indien <strong>de</strong> werknemer bij <strong>de</strong> uitoefening van zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n onoverkomelijke<br />
bezwaren, <strong>voor</strong>tvloeiend uit zijn levensovertuiging, on<strong>de</strong>rvindt kan <strong>de</strong> werknemer<br />
<strong>de</strong>ze bezwaren kenbaar maken aan zijn werkgever.<br />
2. De werknemer dient <strong>de</strong>ze bezwaren zo mogelijk <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> feitelijke uitvoering<br />
van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> werkgever kenbaar te maken.<br />
3. De werkgever besluit of <strong>de</strong> door <strong>de</strong> werknemer kenbaar gemaakte bezwaren opwegen<br />
tegen het bedrijfsbelang.<br />
4. Indien naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> bezwaren van <strong>de</strong> werknemer zwaarwegend<br />
genoeg moeten wor<strong>de</strong>n geacht, zal <strong>de</strong> werkgever streven naar een <strong>voor</strong> bei<strong>de</strong><br />
partijen aanvaardbare oplossing.<br />
Artikel 5<br />
1. De werkgever is verplicht al datgene te doen of na te laten wat een goed werkgever<br />
in gelijke omstandighe<strong>de</strong>n behoort te doen of na te laten.<br />
2. De werkgever verschaft <strong>de</strong> werknemer, na overleg met hem en binnen het raam van<br />
<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werkgever, <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> personele, instrumentele en ruimtelijke<br />
<strong>voor</strong>zieningen.<br />
3. De werkgever is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem met betrekking tot <strong>de</strong><br />
persoon van <strong>de</strong> werknemer uit hoof<strong>de</strong> van zijn functie als werkgever bekend is, tenzij<br />
<strong>de</strong> werknemer tot het verstrekken van op zijn persoon betrekking hebben<strong>de</strong> gegevens<br />
toestemming geeft. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst.<br />
Het <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> laat <strong>de</strong> bij of krachtens wet op <strong>de</strong> werkgever geleg<strong>de</strong><br />
verplichtingen onverlet.<br />
4. De werkgever verstrekt bij aanvang van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst aan <strong>de</strong> werknemer<br />
een exemplaar van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>.<br />
5. Bij een organisatiewijziging als bedoeld in artikel 25 van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n,<br />
die personele consequenties heeft, nodigt <strong>de</strong> werkgever tijdig <strong>de</strong> vakorganisaties<br />
alsme<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re werknemersorganisaties die lokaal representatief geacht<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n uit tenein<strong>de</strong> te overleggen over personele gevolgen van het <strong>voor</strong>genomen<br />
besluit en <strong>de</strong> op grond daarvan in een sociaal plan op te nemen maatregelen.<br />
Artikel 6 geschilbeslechtingsregeling<br />
De werkgever draagt zorg <strong>voor</strong> een binnen zijn organisatie functionerend orgaan <strong>voor</strong><br />
het behan<strong>de</strong>len van geschillen, die <strong>voor</strong>tvloeien uit <strong>de</strong> arbeidsverhouding tussen <strong>de</strong><br />
werkgever en <strong>de</strong> werknemer.<br />
9
10<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
ARBEIDSOVEREENKOMST<br />
Artikel 7<br />
1. Indienstneming kan slechts geschie<strong>de</strong>n indien door <strong>de</strong> gemeente, na advies van <strong>de</strong><br />
indicatiecommissie, is vastgesteld dat betrokkene tot <strong>de</strong> doelgroep als omschreven in<br />
artikel 1, eerste lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a van <strong>de</strong> wet, behoort.<br />
2. Indienstneming geschiedt op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel<br />
7:610 van het Burgerlijk Wetboek.<br />
3. Het bepaal<strong>de</strong> in het eerste lid geldt niet indien <strong>de</strong> indienstneming plaatsvindt in <strong>de</strong><br />
situatie als bedoeld in artikel 9, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>.<br />
Artikel 8<br />
1. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan en wordt in tweevoud opgemaakt.<br />
De werkgever draagt er zorg <strong>voor</strong> dat <strong>de</strong> werknemer en/of diens wettelijke<br />
vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk in het bezit zijn van een on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong><br />
arbeidsovereenkomst.<br />
2. De werknemer ontvangt een schriftelijke bevestiging van het <strong>voor</strong> hem vastgestel<strong>de</strong><br />
individueel ontwikkelingsplan, zoals genoemd in artikel 48, waarin on<strong>de</strong>r meer is<br />
vermeld <strong>de</strong> eventueel te volgen scholing en <strong>de</strong> condities waaron<strong>de</strong>r dit geschiedt.<br />
3. In <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst wordt in elk geval opgenomen:<br />
a. naam, vestigingsplaats en het adres van <strong>de</strong> werkgever alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> naam en functie<br />
van <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> werkgever ten <strong>de</strong>ze vertegenwoordigt;<br />
b. <strong>de</strong> naam, <strong>voor</strong>namen en het adres van <strong>de</strong> werknemer;<br />
c. <strong>de</strong> datum van indiensttreding;<br />
d. <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> proeftijd;<br />
e. <strong>de</strong> vermelding of <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> onbepaal<strong>de</strong> of <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong> tijd<br />
is aangegaan. Bij een arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong> tijd wordt <strong>de</strong> duur vermeld<br />
waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> overeenkomst is aangegaan;<br />
f. <strong>de</strong> functie van <strong>de</strong> werknemer, of indien <strong>de</strong>ze nog niet hel<strong>de</strong>r is, <strong>de</strong> aard van zijn<br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n;<br />
g. <strong>de</strong> plaats of plaatsen waar <strong>de</strong> arbeid wordt verricht;<br />
h. dat <strong>de</strong> werknemer gaat <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> pensioenregeling bedoeld in artikel 45;<br />
i. het loon bij aanvang van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst en <strong>de</strong> termijn van uitbetaling;<br />
j. <strong>de</strong> formele arbeidsduur per week;<br />
k. <strong>de</strong> bepaling dat <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> en mogelijke toekomstige wijzigingen en aanvullingen<br />
met <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst een geheel vormen;<br />
l. het aantal verlofuren, waarop <strong>de</strong> werknemer per kalen<strong>de</strong>rjaar recht heeft;<br />
m. of <strong>de</strong> werknemer verplicht verzekerd is ingevolge <strong>de</strong> Ziekenfondswet.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
4. Indien ingevolge het in het vorige lid on<strong>de</strong>r f bepaal<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>alsnog volstaan is met<br />
het opnemen van <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst, dient,<br />
indien <strong>de</strong> functie na<strong>de</strong>r omlijnd is, zo spoedig mogelijk een functieomschrijving aan<br />
<strong>de</strong> betrokkene te wor<strong>de</strong>n overhandigd.<br />
Artikel 9<br />
1. Indien binnen een perio<strong>de</strong> van drie jaar na aanvaarding van een dienstbetrekking die<br />
niet gebaseerd is op <strong>de</strong> wet, uit een indicatiebeschikking als bedoeld in artikel 12,<br />
eerste lid van <strong>de</strong> wet blijkt, dat betrokkene is aangewezen op <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening,<br />
neemt <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> werknemer zo snel mogelijk weer in dienst.<br />
2. Voor <strong>de</strong>genen, die al vóór 1 januari 1998 on<strong>de</strong>r het regime van <strong>de</strong> Wet <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
werkzaam waren, geldt het in lid 1 vermel<strong>de</strong> terugkeerrecht zon<strong>de</strong>r dat<br />
herindicatie hoeft plaats te vin<strong>de</strong>n.<br />
3. Indien <strong>de</strong> werknemer een arbeidsverhouding heeft met een werkgever die niet in zijn<br />
woonplaats is gevestigd, kan <strong>de</strong> werknemer bij een eventueel toekomstige werkgever<br />
een verzoek indienen om in aanmerking te komen <strong>voor</strong> werk on<strong>de</strong>r aangepaste<br />
omstandighe<strong>de</strong>n in zijn woonplaats. Indien plaatsing mogelijk is, zulks ter beoor<strong>de</strong>ling<br />
van <strong>de</strong> eventueel toekomstige werkgever, neemt <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> werknemer zo mogelijk<br />
direct, maar in elk geval in aansluiting op <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> arbeidsovereenkomst, in<br />
dienst.<br />
3a. Indien <strong>de</strong> werknemer, in <strong>de</strong> situatie als bedoeld in het vorige lid, aansluitend in een<br />
gelijke of vergelijkbare functie kan wor<strong>de</strong>n geplaatst, zulks ter beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />
nieuwe werkgever, zal <strong>de</strong> werkgever bij het inschalen van <strong>de</strong> werknemer rekening<br />
hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> inschaling van <strong>de</strong> werknemer bij <strong>de</strong> vorige werkgever.<br />
Artikel 10<br />
Een werknemer kan met doorbetaling van loon geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van ten hoogste<br />
een jaar in een op basis van <strong>de</strong> Algemene wet bijzon<strong>de</strong>re ziektekosten (Staatsblad 1967,<br />
655) gefinancier<strong>de</strong> dag<strong>voor</strong>ziening wor<strong>de</strong>n geplaatst, indien het gewenst is te on<strong>de</strong>rzoeken<br />
of zijn welzijn daarmee is gebaat.<br />
Artikel 11<br />
Opzegging van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst dient schriftelijk te geschie<strong>de</strong>n.<br />
Vermeld wor<strong>de</strong>n ten minste:<br />
a. <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> opzegging van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst;<br />
b. <strong>de</strong> dag waartegen <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst wordt opgezegd.<br />
De werkgever <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> opzegging schriftelijk me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> werknemer en/of diens wettelijke<br />
vertegenwoordiger.<br />
11
12<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Artikel 12<br />
1. De werkgever zegt <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst op :<br />
a. op <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n genoemd in artikel 6, twee<strong>de</strong> lid, van <strong>de</strong> wet;<br />
b. terstond indien aan <strong>de</strong> werknemer, geen Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r zijn<strong>de</strong>, ver<strong>de</strong>r verblijf in<br />
Ne<strong>de</strong>rland is geweigerd, behou<strong>de</strong>ns indien hij, hangen<strong>de</strong> <strong>de</strong> beslissing op een<br />
door hem op grond van <strong>de</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenwet ingesteld beroep, niet wordt uitgezet;<br />
2. De werkgever kan <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst opzeggen:<br />
a. indien <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> twee jaar ongeschikt is tot het verrichten van<br />
zijn arbeid wegens ziekte.<br />
b. indien blijkt, dat <strong>de</strong> werknemer zich buiten Ne<strong>de</strong>rland heeft gevestigd.<br />
3. Voor het bepalen van het in lid 2 sub a bedoel<strong>de</strong> tijdvak van twee jaar wordt niet<br />
meegerekend <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> vrouwelijke werknemer ongeschikt is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vervulling<br />
van haar dienstbetrekking wegens door <strong>de</strong> zwangerschap veroorzaakte ziekte<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap.<br />
4. Voor het bepalen van het in lid 2 sub a bedoel<strong>de</strong> tijdvak van twee jaar wordt niet<br />
meegerekend <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> vrouwelijke werknemer zwangerschaps- en bevallingsverlof<br />
heeft genoten.<br />
5. Voor het bepalen van het in lid 2 sub a bedoel<strong>de</strong> tijdvak van twee jaar wor<strong>de</strong>n perio<strong>de</strong>n<br />
waarin <strong>de</strong> werknemer ten gevolge van ziekte verhin<strong>de</strong>rd is geweest zijn arbeid te<br />
verrichten samengeteld:<br />
- indien zij elkaar met een on<strong>de</strong>rbreking van min<strong>de</strong>r dan vier weken opvolgen;<br />
- indien zij wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rbroken door een perio<strong>de</strong> van vier weken of langer<br />
wegens ziekte geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> zwangerschap, welke ziekte veroorzaakt wordt door<br />
<strong>de</strong> zwangerschap;<br />
- indien zij wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rbroken door zwangerschaps- en bevallingsverlof.<br />
6. Opzegging van <strong>de</strong> arbeidsverhouding vindt plaats conform het bepaal<strong>de</strong> in artikel<br />
7:672, le<strong>de</strong>n 2 en 3, van het Burgerlijk Wetboek.<br />
7. De arbeidsovereenkomst eindigt:<br />
a. met we<strong>de</strong>rzijds goedvin<strong>de</strong>n;<br />
b. door eenzijdige beëindiging tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> overeengekomen proeftijd;<br />
c. van rechtswege door het verstrijken van <strong>de</strong> termijn, of door beëindiging van <strong>de</strong><br />
taak waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> overeenkomst is aangegaan;<br />
d. van rechtswege door het overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemer;<br />
e. door onverwijl<strong>de</strong> opzegging om een dringen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n als bedoeld in artikel 7:678<br />
en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek;<br />
f. als gevolg van ontbinding door <strong>de</strong> kantonrechter ingevolge artikel 7:685 respectievelijk<br />
7:686 van het Burgerlijk Wetboek;<br />
g. van rechtswege per <strong>de</strong> eerste van <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong> werknemer <strong>de</strong> leeftijd van
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
65 jaar bereikt, of zoveel eer<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> werknemer gebruik gaat maken van <strong>de</strong><br />
TOP-regeling die opgenomen is in het pensioenreglement <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
zoals genoemd in artikel 45 lid 3.<br />
h. ten aanzien van werknemers die ge<strong>de</strong>eltelijk gebruik maken van <strong>de</strong> TOP-regeling<br />
wordt het gestel<strong>de</strong> in lid 7 g naar rato toegepast.<br />
8. Voordat <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst opzegt wegens een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n dan<br />
genoemd in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len a en b van artikel 6 lid 2 van <strong>de</strong> wet, vraagt hij advies van<br />
<strong>de</strong> indicatiecommissie.<br />
Artikel 13<br />
De werknemer dient <strong>de</strong> werkgever op <strong>de</strong> hoogte te stellen wanneer hij gehonoreer<strong>de</strong><br />
nevenfuncties verricht, wil gaan verrichten, dan wel bestaan<strong>de</strong> gehonoreer<strong>de</strong> nevenfuncties<br />
wil uitbrei<strong>de</strong>n. De werkgever kan dit verbie<strong>de</strong>n, wanneer <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> functies<br />
strijd opleveren met een goe<strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> wet, dan wel op grond van zwaarwegen<strong>de</strong><br />
bedrijfseconomische motieven.<br />
ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN<br />
Artikel 14a<br />
1. De formele arbeidsduur per week bij een volledige dienstbetrekking bedraagt 36 uur.<br />
2. De werknemer bouwt tij<strong>de</strong>ns ziekte geen compensatie-uren op.<br />
Artikel 14b<br />
1. De werknemer kan <strong>de</strong> werkgever verzoeken om aanpassing van <strong>de</strong> uit zijn arbeidsovereenkomst<br />
<strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong> arbeidsduur, indien <strong>de</strong> werknemer tenminste een jaar<br />
<strong>voor</strong>afgaand aan het beoog<strong>de</strong> tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst is bij<br />
die werkgever.Voor <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> termijn van een jaar wor<strong>de</strong>n perio<strong>de</strong>n<br />
waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een on<strong>de</strong>rbreking van niet<br />
meer dan drie maan<strong>de</strong>n samengeteld. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing<br />
op perio<strong>de</strong>n waarin <strong>voor</strong> verschillen<strong>de</strong> werkgevers arbeid wordt verricht die<br />
ten aanzien van <strong>de</strong> verrichte arbeid re<strong>de</strong>lijkerwijs geacht moeten wor<strong>de</strong>n elkaars<br />
opvolger te zijn.<br />
2. Het verzoek om aanpassing van <strong>de</strong> arbeidsduur wordt tenminste vier maan<strong>de</strong>n vóór<br />
het beoog<strong>de</strong> tijdstip van ingang van <strong>de</strong> aanpassing schriftelijk bij <strong>de</strong> werkgever ingediend<br />
on<strong>de</strong>r opgave van het tijdstip van ingang, <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> aanpassing van<br />
<strong>de</strong> arbeidsduur per week of, als <strong>de</strong> arbeidsduur over een an<strong>de</strong>r tijdvak is overeengekomen<br />
over dat tijdvak en <strong>de</strong> gewenste spreiding van <strong>de</strong> uren over <strong>de</strong> week of het<br />
an<strong>de</strong>rszins overeengekomen tijdvak.<br />
13
14<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
3. De werknemer kan ten hoogste eenmaal per twee jaren, nadat <strong>de</strong> werkgever een verzoek<br />
om aanpassing van <strong>de</strong> arbeidsduur heeft ingewilligd of afgewezen, opnieuw een<br />
verzoek indienen.<br />
4. De werkgever pleegt overleg met <strong>de</strong> werknemer over diens verzoek.<br />
5. De werkgever willigt het verzoek van <strong>de</strong> werknemer in, <strong>voor</strong> zover het betreft het<br />
tijdstip van ingang en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> aanpassing, tenzij zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfsof<br />
dienstbelangen zich daartegen verzetten.<br />
6. De werkgever stelt <strong>de</strong> spreiding van <strong>de</strong> uren vast overeenkomstig <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong><br />
werknemer. De werkgever kan <strong>de</strong> gewenste spreiding van <strong>de</strong> uren wijzigen, indien<br />
hij daarbij een zodanig belang heeft dat <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong> werknemer daar<strong>voor</strong> naar<br />
maatstaven van re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid moet wijken.<br />
7. De werkgever <strong>de</strong>elt zijn beslissing op het verzoek schriftelijk me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> werknemer.<br />
Bij afwijzing van het verzoek of bij vaststelling van <strong>de</strong> spreiding van het aantal<br />
uren in afwijking van <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong> werknemer, wordt dit on<strong>de</strong>r schriftelijke<br />
opgave van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen meege<strong>de</strong>eld.<br />
8. Bij vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsduur is in ie<strong>de</strong>r geval sprake van een zwaarwegend<br />
bedrijfs- of dienstbelang, indien die vermin<strong>de</strong>ring leidt tot ernstige problemen:<br />
a. <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bedrijfsvoering bij <strong>de</strong> herbezetting van <strong>de</strong> vrijgekomen uren;<br />
b. op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid, of<br />
c. van roostertechnische aard.<br />
9. Bij vermeer<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsduur is in ie<strong>de</strong>r geval sprake van een zwaarwegend<br />
bedrijfs- of dienstbelang, indien <strong>de</strong> vermeer<strong>de</strong>ring leidt tot ernstige problemen:<br />
a. van financiële of organisatorische aard;<br />
b. wegens het niet <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n zijn van voldoen<strong>de</strong> werk, of<br />
c. omdat <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> formatieruimte of personeelsbegroting daartoe ontoereikend<br />
is.<br />
10. Indien <strong>de</strong> werkgever niet een maand <strong>voor</strong> het beoog<strong>de</strong> tijdstip van ingang van <strong>de</strong><br />
aanpassing op het verzoek heeft beslist, wordt <strong>de</strong> arbeidsduur aangepast overeenkomstig<br />
het verzoek van <strong>de</strong> werknemer.<br />
11. Een verzoek om vermeer<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsduur, gedaan in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Wet<br />
aanpassing arbeidsduur, kan er niet toe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> maximale formele arbeidsduur<br />
van 36 uur per week, zoals vermeld in artikel 14a lid 1, wordt overschre<strong>de</strong>n.<br />
12. Indien objectief vastgestel<strong>de</strong> medische, psychische of arbeidskundige beperkingen<br />
van <strong>de</strong> werknemer, geconstateerd door <strong>de</strong> arbo- arts, inwilliging van een verzoek om<br />
vermeer<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsduur in <strong>de</strong> weg staan, kan overwogen wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong><br />
arbeidsduur van <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> een na<strong>de</strong>r te bepalen perio<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijk te<br />
vermeer<strong>de</strong>ren. Indien blijkt dat <strong>de</strong> vermeer<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsduur <strong>de</strong> situatie van<br />
<strong>de</strong> werknemer niet negatief beïnvloedt, kan alsnog formeel wor<strong>de</strong>n ingestemd met<br />
het verzoek van <strong>de</strong> werknemer.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
Artikel 15<br />
1. De werkgever kan <strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur per week vaststellen op een an<strong>de</strong>re<br />
omvang dan <strong>de</strong> formele arbeidsduur per week, waarbij rekening dient te wor<strong>de</strong>n<br />
gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n:<br />
a. <strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur per week <strong>voor</strong> een werknemer met een volledige dienstbetrekking<br />
bedraagt minimaal 30 uur en maximaal 42,5 uur, gemeten over een<br />
perio<strong>de</strong> van maximaal 26 weken;<br />
b. in afwijking van het vorige lid kan <strong>de</strong> werknemer in individuele gevallen, alsme<strong>de</strong><br />
in het geval van groepsgewijze inroostering, op maximaal 6 werkdagen<br />
binnen één week wor<strong>de</strong>n ingeroosterd. De inroostering op 6 werkdagen heeft<br />
een inci<strong>de</strong>nteel karakter en vindt niet plaats <strong>voor</strong> die werknemers waar<strong>voor</strong> dit<br />
medisch niet verantwoord is, zoals blijkend uit <strong>de</strong> indicatiebeschikking of een<br />
doktersverklaring. Indien sprake is van groepsgewijze inroostering, is <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong><br />
instemming van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad vereist.<br />
c. vaststelling van <strong>de</strong> werktijdregeling geschiedt in overleg met <strong>de</strong> OR op basis van<br />
artikel 27 WOR.<br />
2. Ten aanzien van werknemers met een onvolledige dienstbetrekking wordt het gestel<strong>de</strong><br />
in het eerste lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a, naar evenredigheid toegepast.<br />
SPAARVARIANT<br />
Artikel 16<br />
1. Voor <strong>de</strong> toepassing van dit artikel wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. spaaruren: <strong>de</strong> overeengekomen uren geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong> werknemer werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
verricht die <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem vastgestel<strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur per week te<br />
boven gaan, niet zijn<strong>de</strong> overwerk, en die over een langere perio<strong>de</strong> dan één jaar<br />
wor<strong>de</strong>n gespaard;<br />
b. spaarperio<strong>de</strong>: een perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> spaaruren wor<strong>de</strong>n gespaard:<br />
c. roostervrije tijd: <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> spaaruren aaneengesloten wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />
2. Op zijn verzoek, dan wel op verzoek van <strong>de</strong> werkgever, kan <strong>de</strong> werknemer, geduren<strong>de</strong><br />
een afgesproken spaarperio<strong>de</strong>, ten hoogste gemid<strong>de</strong>ld 1/9e <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />
die spaarperio<strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> formele arbeidsduur per week aan spaaruren opbouwen<br />
met inachtneming van het bepaal<strong>de</strong> in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid. Het verzoek van <strong>de</strong> werknemer<br />
kan wor<strong>de</strong>n geweigerd indien naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werkgever het bedrijfsbelang<br />
zich daartegen verzet. De werknemer heeft te allen tij<strong>de</strong> het recht gemotiveerd het<br />
verzoek van werkgever te weigeren. De hierover te maken afspraken wor<strong>de</strong>n schriftelijk<br />
vastgelegd. De werknemer ontvangt hiervan een afschrift.<br />
15
16<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
3. Een werknemer kan ten hoogste het aantal spaaruren opbouwen dat resulteert in een<br />
perio<strong>de</strong> van roostervrije tijd overeenkomend met <strong>de</strong> arbeidsduur per jaar vermin<strong>de</strong>rd<br />
met <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem <strong>voor</strong> dat jaar gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vakantie-uren.<br />
4. Voor het bepaal<strong>de</strong> in het twee<strong>de</strong> lid geldt dat <strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur en <strong>de</strong> spaaruren<br />
tezamen niet meer mogen bedragen dan 42,5 uur per week.<br />
5. In afwijking van het gestel<strong>de</strong> in het twee<strong>de</strong> lid kan <strong>de</strong> werknemer ten aanzien van<br />
wie op grond van artikel 44 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>de</strong> werktijd is vermin<strong>de</strong>rd, ten hoogste<br />
gemid<strong>de</strong>ld 1/9 <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> teruggebrachte werktijd aan spaaruren opbouwen.<br />
5a. Ten aanzien van werknemers met een niet-volledige dienstbetrekking wordt het<br />
gestel<strong>de</strong> in het eerste tot en met het vijf<strong>de</strong> lid naar evenredigheid toegepast.<br />
6. De werkgever kan ter uitvoering van dit artikel na<strong>de</strong>re regels stellen.<br />
Artikel 17<br />
1. In geval van ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst wordt roostervrije tijd zoveel mogelijk<br />
opgenomen geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> opzegtermijn. Indien het niet mogelijk is om alle<br />
roostervrije tijd aldus op te nemen, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> niet opgenomen spaaruren uitbetaald<br />
ingevolge het bepaal<strong>de</strong> in artikel 18.<br />
2. In het geval van overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemer wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> nabestaan<strong>de</strong>n, met<br />
inachtneming van het bepaal<strong>de</strong> van artikel 7:674, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, van het Burgerlijk<br />
Wetboek, <strong>de</strong> reeds gespaar<strong>de</strong> spaaruren uitbetaald ingevolge het bepaal<strong>de</strong> in artikel<br />
18.<br />
Artikel 18<br />
Indien spaaruren wor<strong>de</strong>n uitbetaald, wor<strong>de</strong>n zij uitbetaald naar het op het moment van<br />
uitbetalen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> uurloon van <strong>de</strong> werknemer.<br />
Artikel 19<br />
1. Werknemers van 55 jaar en ou<strong>de</strong>r kunnen niet wor<strong>de</strong>n verplicht tot werken <strong>voor</strong><br />
08.00 uur of na 18.00 uur en in het weekend.<br />
2. Op verzoek van <strong>de</strong> werknemer van 60 jaar of ou<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong> arbeidsduur per dag<br />
vastgesteld op maximaal 7,5 uur.<br />
3. De werknemer kan geen gebruik maken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r lid 2 genoem<strong>de</strong> aanspraak,<br />
indien reeds gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> regeling genoemd in artikel 44 lid 1a en<br />
1b van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>.<br />
Artikel 20<br />
Indien bij plaatsing van <strong>de</strong> werknemer bij een an<strong>de</strong>re organisatie zulks noodzakelijk is,<br />
kan <strong>de</strong> werkgever bepalen dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze werknemer <strong>de</strong> in die organisatie <strong>voor</strong> vergelijkbare<br />
arbeid gebruikelijke werktijd geldt.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
Artikel 21<br />
1. De werktij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemers wor<strong>de</strong>n geregeld in roosters, die uiterlijk een<br />
maand <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> roosterperio<strong>de</strong> in het bezit van <strong>de</strong> werknemer wor<strong>de</strong>n<br />
gesteld.<br />
2a. Bij <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> werktijd en haar toepassing wordt, rekening hou<strong>de</strong>nd met het<br />
bedrijfsbelang, zoveel mogelijk gezorgd dat <strong>de</strong> werknemer op zondag, dan wel een<br />
an<strong>de</strong>re in zijn geloof daartoe bestem<strong>de</strong> dag, zijn kerk kan bezoeken.<br />
2b. Tevens wordt bij <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> werktijd en haar toepassing, rekening hou<strong>de</strong>nd<br />
met het bedrijfsbelang, in beginsel zoveel mogelijk gezorgd dat <strong>de</strong> werknemer op <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong> hem gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> erken<strong>de</strong> religieuze feestdagen, an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> erken<strong>de</strong> christelijke<br />
feestdagen, geen arbeid hoeft te verrichten; per jaar kan op <strong>de</strong>ze faciliteit maximaal<br />
tweemaal een beroep wor<strong>de</strong>n gedaan.<br />
2c. Indien <strong>de</strong> werknemer aanspraak wil maken op <strong>de</strong> in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el 2b gebo<strong>de</strong>n faciliteit<br />
dient hij dit in <strong>de</strong> maand januari van het betreffen<strong>de</strong> kalen<strong>de</strong>rjaar, doch uiterlijk een<br />
maand <strong>voor</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> religieuze feestdag, aan <strong>de</strong> werkgever kenbaar te maken.<br />
3. Een inci<strong>de</strong>ntele wijziging in het rooster wordt tot uiterlijk drie werkdagen <strong>voor</strong>dat<br />
<strong>de</strong> wijziging van toepassing is in het bezit van <strong>de</strong> werknemer gesteld.<br />
4. Elk jaar kan in overleg tussen <strong>de</strong> directie en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad wor<strong>de</strong>n vastgesteld<br />
of, en zo ja welke, roostervrije dagen een vaste bestemming krijgen.<br />
Artikel 22<br />
1. Er wordt geen arbeid verricht op nieuwjaarsdag, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> kerstdagen, <strong>de</strong> dag waarop<br />
<strong>de</strong> verjaardag van <strong>de</strong> Koning wordt gevierd, op twee<strong>de</strong> paasdag, hemelvaartsdag,<br />
twee<strong>de</strong> pinksterdag, zondagen en eens in <strong>de</strong> vijf jaar op 5 mei, te beginnen in 2005.<br />
2. De werkgever kan, in overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad, naast <strong>de</strong> in lid 1 genoem<strong>de</strong><br />
feestdagen, extra dagen aanwijzen als feestdagen waarop geen arbeid wordt verricht.<br />
3. Indien op grond van zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfsbelangen <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n doorgang<br />
dienen te<br />
vin<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> werktijd van <strong>de</strong> werknemer verlengen en afwijken van<br />
het eerste lid.<br />
4. Op verzoek van <strong>de</strong> werknemer kan <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> werktijd van <strong>de</strong> werknemer verkorten,<br />
indien <strong>de</strong> werktijd vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> noodzakelijke reistijd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer<br />
leidt tot onoverkomelijke bezwaren.<br />
17
18<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
BELONING<br />
Artikel 23<br />
Het loon van <strong>de</strong> werknemer wordt vastgesteld naar evenredigheid van <strong>de</strong> met hem overeengekomen<br />
omvang van <strong>de</strong> dienstbetrekking ten opzichte van een volledige dienstbetrekking.<br />
Artikel 24<br />
1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantietoeslag.<br />
De vakantietoeslag bedraagt per kalen<strong>de</strong>rmaand of een <strong>de</strong>el daarvan waarin <strong>de</strong> werknemer<br />
loon of een uitkering op basis van <strong>de</strong> Ziektewet heeft genoten, 8% van het<br />
aan hem over die perio<strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> loon en vaste toeslagen waarop <strong>de</strong> werknemer<br />
krachtens <strong>de</strong> uitoefening van zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n aanspraak kan maken.<br />
2. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar in <strong>de</strong> maand mei uitbetaald over <strong>de</strong><br />
perio<strong>de</strong> van 12 maan<strong>de</strong>n aangevangen met <strong>de</strong> maand juni van het <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong><br />
kalen<strong>de</strong>rjaar. In geval van ontslag vindt betaling plaats over het tijdvak gelegen tussen<br />
het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> laatst verstreken perio<strong>de</strong> waarover vakantietoeslag is betaald en<br />
<strong>de</strong> datum van ontslag.<br />
3. Aan <strong>de</strong> werknemer wordt bij een diensttijd van 25 jaren een gratificatie toegekend<br />
overeenkomend met <strong>de</strong> helft van het loon en <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> vakantietoeslag waarop<br />
<strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> maand van zijn 25-jarig jubileum aanspraak heeft.<br />
4. Aan <strong>de</strong> werknemer wordt bij een diensttijd van 40 jaren een gratificatie toegekend<br />
overeenkomend met het loon en <strong>de</strong> vakantietoeslag waarop <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong><br />
maand van zijn 40-jarig jubileum aanspraak heeft.<br />
Artikel 25<br />
1. De in<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> functies naar loonschalen vindt plaats aan <strong>de</strong> hand van het systeem<br />
van functiewaar<strong>de</strong>ring, als opgenomen in bijlage 2 en schaalin<strong>de</strong>ling, als opgenomen<br />
in bijlage 1.<br />
2. Indien een werknemer een opleiding gaat volgen zoals bedoeld in artikel 51, is geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het geïndiceer<strong>de</strong> opleidingstraject - maximaal twee jaar - sprake<br />
van beloning op het niveau van het wettelijk minimumloon. Daarna wordt <strong>de</strong><br />
werknemer ingepast in één van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> loonschalen. Indien <strong>de</strong> geïndiceer<strong>de</strong><br />
opleiding binnen twee jaar met succes wordt afgerond, vindt aansluitend inpassing<br />
in één van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> loonschalen plaats.<br />
3a. De loonschalen wor<strong>de</strong>n per 1 juli 2002 met 3% verhoogd en per 1 maart 2003 met<br />
1% verhoogd.<br />
3b. In <strong>de</strong> maand <strong>de</strong>cember 2002 ontvangen <strong>de</strong> werknemers een uitkering van 2,5% van<br />
het genoten loon over het betreffen<strong>de</strong> jaar. De uitkering bedraagt minimaal € 400
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
bruto. Bij een niet-volledig dienstverband wordt dit bedrag naar rato vastgesteld.<br />
Indien <strong>de</strong> arbeidsverhouding geen heel jaar heeft geduurd, wordt <strong>de</strong>ze uitkering naar<br />
rato verstrekt.<br />
Artikel 26<br />
1a. Bij aanvang van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst wordt het loon van <strong>de</strong> werknemer vastgesteld<br />
op het minimum van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> loonschaal.<br />
1b. De startregel in een loonschaal kan alleen bij <strong>de</strong> aanvang van een dienstbetrekking<br />
gehanteerd wor<strong>de</strong>n.<br />
2. Het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer vastgestel<strong>de</strong> loon wordt jaarlijks verhoogd tot het naast<br />
hogere schaalbedrag in <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> loonschaal, totdat het maximum van <strong>de</strong>ze<br />
schaal is bereikt.<br />
3. De werkgever kan, indien daartoe aanleiding bestaat, afwijken van het bepaal<strong>de</strong> in<br />
het eerste en twee<strong>de</strong> lid. Een periodiek kan wor<strong>de</strong>n onthou<strong>de</strong>n ingeval <strong>de</strong> werknemer<br />
onvoldoen<strong>de</strong> functioneert en <strong>de</strong> oorzaak van het onvoldoen<strong>de</strong> functioneren<br />
gelegen is in <strong>de</strong> werknemer zelf. Een extra periodiek kan wor<strong>de</strong>n toegekend wanneer<br />
<strong>de</strong> werknemer naar <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> werkgever bovengemid<strong>de</strong>ld presteert.<br />
4. Indien in enig jaar, an<strong>de</strong>rs dan wegens het bereiken van het maximum van <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
loonschaal, geen verhoging wordt toegekend, doet <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> werknemer<br />
en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger daarvan schriftelijk me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>r<br />
vermelding van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n.<br />
5. Voor werknemers, die vanwege hun leeftijd in een lagere regel dan <strong>de</strong> startregel zijn<br />
ingeschaald, vindt <strong>de</strong> verhoging naar <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hen volgen<strong>de</strong> regel plaats in <strong>de</strong> maand<br />
dat zij verjaren.<br />
6. De werknemer die volledig een hogere functie waarneemt, ontvangt een toelage van<br />
6% van zijn loon. Deze toelage wordt met terugwerken<strong>de</strong> kracht vanaf <strong>de</strong> eerste dag<br />
van <strong>de</strong> waarneming verstrekt indien <strong>de</strong> werknemer een aaneengesloten perio<strong>de</strong> van<br />
langer dan 4 weken daadwerkelijk <strong>de</strong> functie met een hogere loonschaal waarneemt.<br />
De werkgever zal, ingeval van een niet-volledige waarneming, gelet op <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong><br />
omvang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> op <strong>de</strong> duur en <strong>de</strong> wijze van <strong>de</strong> waarneming,<br />
een billijke vergoeding vaststellen.<br />
7. Aan <strong>de</strong> werknemer kan door <strong>de</strong> werkgever een gratificatie wor<strong>de</strong>n toegekend, wanneer<br />
daar op grond van bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n aanleiding toe bestaat.<br />
Artikel 26a<br />
1. De werkgever kan op verzoek van <strong>de</strong> werknemer zijn loon als bedoeld in artikel 26,<br />
zijn ein<strong>de</strong>jaarsuitkering als bedoeld in artikel 25 lid 3b en zijn vakantietoeslag als<br />
bedoeld in artikel 24 lid 1, verlagen <strong>voor</strong> door <strong>de</strong> werkgever, ten behoeve van <strong>de</strong><br />
werknemer, vastgestel<strong>de</strong> bestedingsmogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />
19
20<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
2. De werkgever kan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van het bepaal<strong>de</strong> in het eerste lid na<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>schriften<br />
stellen.<br />
3. Een regeling als bedoeld in het eerste en twee<strong>de</strong> lid kan slechts met instemming van<br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad, of bij het ontbreken daarvan <strong>de</strong> personeelsvertegenwoordiging,<br />
tot stand komen.<br />
Artikel 27<br />
1. Indien het overeenkomstig artikel 25 vastgestel<strong>de</strong> loon van <strong>de</strong> werknemer min<strong>de</strong>r<br />
bedraagt dan het krachtens <strong>de</strong> Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag<br />
(Staatsblad 1968, 657) <strong>voor</strong> hem gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> minimumloon, wordt zijn loon op dat<br />
minimum vastgesteld.<br />
2. Indien <strong>voor</strong> <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> personen een an<strong>de</strong>re dan een volledige<br />
dienstbetrekking geldt, vindt artikel 23 overeenkomstige toepassing.<br />
Artikel 28<br />
Het loon wordt maan<strong>de</strong>lijks aan <strong>de</strong> werknemer uitbetaald, uiterlijk 4 werkdagen <strong>voor</strong><br />
het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kalen<strong>de</strong>rmaand.<br />
Artikel 29<br />
1. Het loon wordt doorbetaald indien:<br />
a. <strong>de</strong> werknemer, door te voldoen aan een van <strong>de</strong> in artikel 3 lid 1 on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el b, van<br />
<strong>de</strong> <strong>CAO</strong> of artikel 6 van <strong>de</strong> wet genoem<strong>de</strong> verplichtingen, geduren<strong>de</strong> korte tijd<br />
zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n niet kan verrichten:<br />
b. <strong>de</strong> werknemer wegens werktijdverkorting als bedoeld in artikel 19, twee<strong>de</strong> lid,<br />
geen arbeid verricht;<br />
c. arbeid wordt verricht op <strong>de</strong> in artikel 22, eerste lid, bedoel<strong>de</strong> dagen <strong>voor</strong> zover<br />
<strong>de</strong>ze dagen niet op een zondag vallen;<br />
d. aan <strong>de</strong> werknemer verlof is toegekend ingevolge <strong>de</strong> artikelen 31, 32, 38 en 39;<br />
e. <strong>de</strong> werknemer in zijn werktijd <strong>de</strong>elneemt aan activiteiten, als bedoeld in artikel<br />
49, 50 en 51;<br />
f. <strong>de</strong> werknemer in zijn werktijd <strong>de</strong>elneemt aan activiteiten, als bedoeld in artikel<br />
40;<br />
g. <strong>de</strong> werknemer tot het verrichten van zijn arbeid bereid is, doch <strong>de</strong> werkgever,<br />
hetzij door zijn schuld of toedoen, hetzij ten gevolge van een hem betreffen<strong>de</strong><br />
toevallige verhin<strong>de</strong>ring <strong>de</strong> werknemer daartoe niet in <strong>de</strong> gelegenheid stelt;<br />
h. <strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong> betrekkelijk korte tijd ten gevolge van an<strong>de</strong>re buiten zijn<br />
schuld ontstane omstandighe<strong>de</strong>n niet zijn<strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid, verhin<strong>de</strong>rd<br />
is geweest zijn arbeid te verrichten.<br />
2. Bij het doorbetalen van loon in geval van ziekte op grond van artikel 7:629 van het
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
Burgerlijk Wetboek heeft <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> 52 weken recht op 100% van<br />
het laatstverdien<strong>de</strong> loon, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> hem toekomen<strong>de</strong> vakantie-uitkering, echter<br />
slechts zolang <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong>tduurt. Voor <strong>de</strong> werknemer die gebruik<br />
maakt van <strong>de</strong> regeling betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof, geldt bovenstaan<strong>de</strong> met inachtneming<br />
van het gestel<strong>de</strong> in artikel 52, achtste lid.<br />
3a. De werkgever zal <strong>de</strong> werknemer die arbeidsongeschikt is in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong><br />
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) dan wel <strong>de</strong> Wet arbeidsongeschiktheids<strong>voor</strong>ziening<br />
jonggehandicapten (Wajong) na <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> genoemd in het twee<strong>de</strong> lid<br />
een aanvulling geven op het totaal van zijn maan<strong>de</strong>lijkse uitkering(en) die hij ontvangt<br />
op grond van enige wettelijke of publiekrechtelijke bepaling terzake van<br />
arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en/of werkloosheid, echter slechts zolang <strong>de</strong><br />
arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong>tduurt. De hoogte van <strong>de</strong> aanvulling is zodanig dat <strong>de</strong><br />
werknemer gezamenlijk met <strong>de</strong>ze wettelijke uitkeringen geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van<br />
6 maan<strong>de</strong>n 100% en daarop volgend geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van 6 maan<strong>de</strong>n 80%<br />
ontvangt van het totaal van zijn laatstverdien<strong>de</strong> loon, zijn vakantie-uitkering en <strong>de</strong><br />
eventuele uitkering(en) die hij, onmid<strong>de</strong>llijk <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong><br />
arbeidsongeschiktheid reeds ontving op grond van enige wettelijke of publiekrechtelijke<br />
bepaling terzake van arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en of werkloosheid,<br />
met dien verstan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> aanvulling maximaal <strong>de</strong> hoogte van het laatstverdien<strong>de</strong><br />
loon kan bedragen.<br />
3b. De werkgever is niet tot <strong>de</strong> in lid 3a genoem<strong>de</strong> aanvulling verplicht:<br />
- indien en <strong>voor</strong>zover sanctiebepalingen van <strong>de</strong> ZW, WAO/Wajong, WW of<br />
IOAW wor<strong>de</strong>n toegepast;<br />
- indien <strong>de</strong> werknemer weigert een in lid 3a genoem<strong>de</strong> uitkering aan te vragen terwijl<br />
hij hier wel in principe recht op heeft;<br />
- indien <strong>de</strong> werknemer het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen<br />
(UWV) niet machtigt <strong>de</strong> in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a genoem<strong>de</strong> uitkering aan <strong>de</strong> werkgever<br />
over te maken, waarbij door <strong>de</strong> werknemer of diens uitvoeringsinstelling het<br />
bedrag van <strong>de</strong> bruto-uitkering, of wijzigingen daarin, dient te wor<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld<br />
aan <strong>de</strong> werkgever.<br />
4. De werknemer heeft, wegens hem bij het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst nog<br />
toekomend verlof, aanspraak op een uitkering in geld tot een bedrag van het loon<br />
over een tijdvak, gelijk aan dat verlof.<br />
Artikel 30<br />
1. Het door te betalen loon als bedoeld in artikel 29, eerste lid, omvat me<strong>de</strong> het verlenen<br />
van een uitkering aan <strong>de</strong> nagelaten betrekkingen van <strong>de</strong> werknemer ten bedrage<br />
van het loon over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf <strong>de</strong> dag na het overlij<strong>de</strong>n tot en met <strong>de</strong> laatste<br />
dag van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> maand volgend op die waarin het overlij<strong>de</strong>n plaatsvond.<br />
21
22<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
2. Voor <strong>de</strong> toepassing van het eerste lid wordt on<strong>de</strong>r nagelaten betrekkingen verstaan<br />
<strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>de</strong>r echtgenoten dan wel geregistreer<strong>de</strong> partner van wie <strong>de</strong> werknemer<br />
niet duurzaam geschei<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong>, dan wel <strong>de</strong>gene met wie <strong>de</strong> werknemer ongehuwd<br />
samenleef<strong>de</strong>, bij ontstentenis van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige wettige of natuurlijke<br />
kin<strong>de</strong>ren en bij ontstentenis van <strong>de</strong>zen <strong>de</strong>gene met wie <strong>de</strong> werknemer in gezinsverband<br />
leef<strong>de</strong> en in wiens kosten van bestaan hij groten<strong>de</strong>els <strong>voor</strong>zag. Van ongehuwd<br />
samenleven als bedoeld in <strong>de</strong> eerste zin is sprake indien twee ongehuw<strong>de</strong> personen<br />
een gezamenlijke huishouding voeren, met uitzon<strong>de</strong>ring van bloedverwanten in <strong>de</strong><br />
eerste graad. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> zin is sprake,<br />
indien <strong>de</strong> betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> woning en zij blijk<br />
geven zorg te dragen <strong>voor</strong> elkaar door mid<strong>de</strong>l van het leveren van een bijdrage in <strong>de</strong><br />
kosten van <strong>de</strong> huishouding, dan wel op an<strong>de</strong>re wijze in elkaars verzorging <strong>voor</strong>zien.<br />
3. Indien <strong>de</strong> werknemer in geval van ziekte zowel recht op doorbetaling van zijn netto<br />
loon als op heropening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met het<br />
bepaal<strong>de</strong> in artikel 13 van <strong>de</strong> Wet arbeidsongeschiktheids<strong>voor</strong>ziening jonggehandicapten<br />
(Wajong) dan wel artikel 47 van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
(WAO) heeft, wordt het netto loon slechts uitbetaald <strong>voor</strong> zover het:<br />
a. <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van <strong>de</strong> Wet arbeidsongeschiktheids<strong>voor</strong>ziening<br />
jonggehandicapten overtreft, indien uitsluitend artikel 13 van<br />
die wet van toepassing is, en<br />
b. <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
overtreft indien zowel artikel 13 van <strong>de</strong> Wet arbeidsongeschiktheids<strong>voor</strong>ziening<br />
jonggehandicapten als artikel 47 van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong><br />
arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing zijn, dan wel uitsluitend<br />
laatstgenoemd artikel van toepassing is.<br />
TOESLAG OVERWERK<br />
Artikel 31<br />
1. Overwerk ontstaat op het moment dat door <strong>de</strong> werknemer in opdracht van <strong>de</strong> werkgever<br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht buiten <strong>de</strong> feitelijke arbeidsduur per week.<br />
2. Overwerk wordt gecompenseerd in tijd of geld.<br />
3. Er ontstaat recht op een aanvullen<strong>de</strong> toeslag in tijd of geld indien per week meer dan<br />
2,5 uren wordt overgewerkt. Deze toeslag bedraagt:<br />
a. 25% <strong>voor</strong> overwerk van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur;<br />
b. 35% <strong>voor</strong> overwerk van maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 07.00<br />
uur en van maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 uur en 22.00 uur, alsme<strong>de</strong><br />
op zaterdag van 07.00 uur tot 18.00 uur;
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
c. 50% <strong>voor</strong> overwerk van maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 06.00<br />
uur en tussen 22.00 uur en 24.00 uur, alsme<strong>de</strong> zaterdag tussen 00.00 uur en<br />
07.00 uur en tussen 18.00 uur en 24.00 uur;<br />
d. 100% <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uren op zon- en feestdagen tussen 00.00 uur en 24.00 uur. De<br />
drempel van 2,5 uren geldt niet indien meer dan 42,5 uur per week wordt<br />
gewerkt en bij consignatiediensten:<br />
in die situaties ontstaat direct het recht op een toeslag.<br />
4. Werknemers van 55 jaar en ou<strong>de</strong>r kunnen niet wor<strong>de</strong>n verplicht tot overwerk.<br />
SCHEMATISCH OVERZICHT TOESLAG OVERWERK (per uur)<br />
Tij<strong>de</strong>n zondag maandag dinsdag woensdag don<strong>de</strong>rdag vrijdag zaterdag<br />
00.00-05.59 100% 50% 50% 50% 50% 50% 50%<br />
06.00-06.59 100% 35% 35% 35% 35% 35% 50%<br />
07.00-17.59 100% 25% 25% 25% 25% 25% 35%<br />
18.00-21.59 100% 35% 35% 35% 35% 35% 50%<br />
22.00-24.00 100% 50% 50% 50% 50% 50% 50%<br />
TOESLAG ONREGELMATIGE DIENST<br />
Artikel 32<br />
1. De werknemer heeft recht op een toeslag <strong>voor</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n in opdracht van <strong>de</strong><br />
werkgever verricht op onaangename uren, tenzij <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n zijn verricht in<br />
ploegendienst. De toeslagen in tijd of geld bedragen:<br />
a. 35% <strong>voor</strong> gewerkte uren van maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en<br />
07.00 uur en van maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 uur en 22.00 uur,<br />
alsme<strong>de</strong> op zaterdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur;<br />
b. 50% <strong>voor</strong> gewerkte uren van maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en<br />
06.00 uur en van maandag tot en met vrijdag tussen 22.00 uur en 24.00 uur,<br />
alsme<strong>de</strong> op zaterdag tussen 00.00 uur tot 07.00 uur en tussen 18.00 uur en<br />
24.00 uur;<br />
c. 100% <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uren op zon- en feestdagen tussen 00.00 uur en 24.00 uur.<br />
2. Indien werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht in ploegendienst, zal door <strong>de</strong> werkgever een<br />
toeslagregeling ploegendienst wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />
3. Door <strong>de</strong> werkgever zal een toeslagregeling consignatie-, bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten<br />
wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />
23
24<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
SCHEMATISCH OVERZICHT TOESLAG<br />
ONREGELMATIGE DIENST (per uur)<br />
Tij<strong>de</strong>n zondag maandag dinsdag woensdag don<strong>de</strong>rdag vrijdag zaterdag<br />
00.00-05.59 100% 50% 50% 50% 50% 50% 50%<br />
06.00-06.59 100% 35% 35% 35% 35% 35% 50%<br />
07.00-17.59 100% 35%<br />
18.00-21 59 100% 35% 35% 35% 35% 35% 50%<br />
22.00-24.00 100% 50% 50% 50% 50% 50% 50%<br />
TEGEMOETKOMING ZIEKTEKOSTEN<br />
Artikel 33<br />
1. De werknemer heeft aanspraak op een tegemoetkoming in <strong>de</strong> kosten <strong>voor</strong> een ziektekostenverzekering<br />
vanaf het tijdstip waarop <strong>voor</strong> hem <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming aan <strong>de</strong> verplichte<br />
ziekenfondsverzekering eindigt.<br />
2. De tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid bedraagt <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong><br />
door <strong>de</strong> werknemer gesloten verzekering, zulks tot ten hoogste een bedrag overeenkomend<br />
met <strong>de</strong> maximale werkgeversbijdrage <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verplichte ziekenfondsverzekering.<br />
TEGEMOETKOMING WOON-WERKVERKEER<br />
Artikel 34<br />
1. De werkgever kent <strong>de</strong> werknemer telkens over een kalen<strong>de</strong>rmaand een tegemoetkoming<br />
toe in <strong>de</strong> kosten van reizen tussen zijn woning en zijn standplaats. De tegemoetkoming<br />
wordt gebaseerd op <strong>de</strong> kosten van openbaar vervoer, ongeacht <strong>de</strong> wijze<br />
waarop <strong>de</strong> afstand wordt afgelegd.<br />
2. De in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> reiskosten blijven ten laste van <strong>de</strong> werknemer tot een<br />
bedrag van ten hoogste het bedrag van een één-ster/één-zone abonnement, per<br />
kalen<strong>de</strong>rmaand. De werkgever past <strong>de</strong>ze eigen bijdrage niet, of in min<strong>de</strong>re mate, toe<br />
indien dit noodzakelijk is om te <strong>voor</strong>komen dat het loon van <strong>de</strong> werknemer, exclusief<br />
vakantietoeslag, bene<strong>de</strong>n het niveau komt van het minimumloon ingevolge <strong>de</strong><br />
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Staatsblad 1968,657). Inkomsten<br />
uit an<strong>de</strong>re arbeid, dan wel in verband met arbeidsongeschiktheid en werkloosheid,<br />
wor<strong>de</strong>n als inkomstenbestand<strong>de</strong>el meegerekend.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
3. Indien <strong>de</strong> werknemer gebruik maakt van een collectieve vervoers<strong>voor</strong>ziening, is <strong>de</strong><br />
bijdrage van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>ziening gelijk aan het bedrag<br />
dat te zijnen laste zou blijven bij toepassing van het eerste en het twee<strong>de</strong> lid.<br />
4. Indien <strong>de</strong> werknemer geen gebruik kan maken van openbaar vervoer, noch van een<br />
collectieve <strong>voor</strong>ziening, hetzij door persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n, hetzij door het<br />
ontbreken van doelmatig vervoer, kan <strong>de</strong> werkgever <strong>voor</strong> die werknemer een bijzon<strong>de</strong>re<br />
regeling treffen. Daarbij zullen niet meer kosten ten laste van <strong>de</strong> werknemer<br />
wor<strong>de</strong>n gebracht dan indien hij wel van openbaar vervoer gebruik had kunnen<br />
maken.<br />
5. Indien <strong>de</strong> werknemer verhuist naar een plaats buiten <strong>de</strong> gemeente waartoe zijn<br />
werkgever behoort, kan <strong>de</strong> werkgever in verband daarmee ten na<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> werknemer<br />
afwijken van het twee<strong>de</strong> lid, <strong>voor</strong> zover verhuizing tot hogere vervoerskosten<br />
leidt.<br />
Artikel 35<br />
1. Aan <strong>de</strong> werknemer die in opdracht van <strong>de</strong> werkgever in het ka<strong>de</strong>r van zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
reis- en verblijfkosten moet maken an<strong>de</strong>rs dan uit hoof<strong>de</strong> van woonwerkverkeer,<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze kosten vergoed. Werkgever en werknemer plegen dienaangaan<strong>de</strong><br />
vóóraf overleg. Welke kosten als noodzakelijke kosten kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
aangemerkt staat uitein<strong>de</strong>lijk ter beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> werkgever.<br />
2. Op verzoek van <strong>de</strong> werkgever dient <strong>de</strong> werknemer <strong>de</strong> beschei<strong>de</strong>n te overleggen waaruit<br />
het bedrag van <strong>de</strong> vergoeding kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />
TEGEMOETKOMING IN BIJZONDERE<br />
OMSTANDIGHEDEN<br />
Artikel 36<br />
De werkgever kan een regeling treffen op grond waarvan aan een werknemer, indien bijzon<strong>de</strong>re<br />
omstandighe<strong>de</strong>n van het geval daartoe aanleiding geven, een gel<strong>de</strong>lijke tegemoetkoming<br />
kan wor<strong>de</strong>n verstrekt in ten behoeve van hemzelf of <strong>de</strong> tot zijn huishouding<br />
behoren<strong>de</strong> personen noodzakelijk te maken kosten.<br />
BEDRIJFSSPAARREGELING<br />
Artikel 37<br />
De werkgever zal, indien <strong>de</strong> werknemer daarom verzoekt, een bedrijfsspaarregeling vaststellen,<br />
overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen van <strong>de</strong> WOR.<br />
25
26<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
VERLOF<br />
Artikel 38<br />
1 De werknemer heeft aanspraak op verlof. Het verlof bedraagt per kalen<strong>de</strong>rjaar, afhankelijk<br />
van <strong>de</strong> leeftijd die <strong>de</strong> werknemer in het kalen<strong>de</strong>rjaar bereikt en naar evenredigheid<br />
van zowel <strong>de</strong> tijd geduren<strong>de</strong> welke zijn arbeidsovereenkomst in het kalen<strong>de</strong>rjaar<br />
bestaat als <strong>de</strong> formele arbeidsduur per week een aantal uren met inachtneming<br />
van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tabel:<br />
Aantal verlofuren per jaar bij formele arbeidsduur per week<br />
van 36 uur (volledige dienstbetrekking)<br />
Leeftijd<br />
Jonger dan 18 jaar 195 uur<br />
18 jaar 187 uur<br />
19 jaar 180 uur<br />
20 t/m 44 jaar 173 uur<br />
45 t/m 49 jaar 180 uur<br />
50 t/m 54 jaar 187 uur<br />
55 t/m 59 jaar 195 uur<br />
60 jaar 202 uur<br />
61 jaar 209 uur<br />
62 jaar 216 uur<br />
63 jaar 223 uur<br />
64 jaar 230 uur<br />
2. Voor <strong>de</strong> werknemer die een onvolledige dienstbetrekking heeft, als gevolg van het<br />
werken in <strong>de</strong>eltijd, toepassing van artikel 12, partiële leerplicht ingevolge <strong>de</strong> leerplichtwet<br />
1969 (Staatsblad 1968, 303), dan wel plaatsing bij een an<strong>de</strong>re organisatie,<br />
alsme<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer wiens arbeidsduur is vermin<strong>de</strong>rd als gevolg van gebruikmaking<br />
van artikel 44 of artikel 52, wordt het in het eerste lid vermel<strong>de</strong> aantal uren<br />
naar evenredigheid vermin<strong>de</strong>rd.<br />
3. Voor <strong>de</strong> werknemer die door gehele of ge<strong>de</strong>eltelijke arbeidsongeschiktheid niet<br />
geduren<strong>de</strong> het volle jaar zijn dienstbetrekking vervult, wordt <strong>de</strong> duur van het verlof<br />
naar evenredigheid van zijn perio<strong>de</strong> van afwezigheid vermin<strong>de</strong>rd, met dien verstan<strong>de</strong><br />
dat <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring niet wordt toegepast over het tijdvak van <strong>de</strong> laatste zes<br />
maan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> aaneengesloten perio<strong>de</strong> van afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid<br />
<strong>voor</strong>afgaand aan het herstel of het ontslag van <strong>de</strong> werknemer.<br />
4. Het verlof wordt verleend overeenkomstig het verzoek van <strong>de</strong> werknemer, tenzij het<br />
belang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n zich daartegen verzet.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
5. De werkgever kan, in overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad, <strong>voor</strong> alle werknemers of<br />
een groep van werknemers, 10 dagen per kalen<strong>de</strong>rjaar als verplicht verlof aanwijzen,<br />
ver<strong>de</strong>eld over maximaal twee perio<strong>de</strong>n van aaneengesloten dagen.<br />
6. De werkgever kan, in overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad, <strong>voor</strong> alle werknemers of<br />
een groep werknemers twee dagen per jaar aanwijzen, waarop gelijktijdig verplicht<br />
verlof wordt opgenomen.<br />
7. Voor zover <strong>de</strong> werknemer in één kalen<strong>de</strong>rjaar het hem toekomen<strong>de</strong> verlof niet volledig<br />
heeft opgenomen, behoudt hij daarop aanspraak, met dien verstan<strong>de</strong> dat in één<br />
kalen<strong>de</strong>rjaar niet meer dan an<strong>de</strong>rhalf maal het hem jaarlijks toekomen<strong>de</strong> verlof mag<br />
wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />
8. De aanspraak van <strong>de</strong> werknemer op verlof verjaart na afloop van vijf jaar na <strong>de</strong> laatste<br />
dag van het kalen<strong>de</strong>rjaar waarin <strong>de</strong> aanspraak is ontstaan.<br />
9. De werkgever kan, indien zich omstandighe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>doen, welke hij op moment van<br />
vaststelling van het tijdvak van <strong>de</strong> vakantie van <strong>de</strong> werknemer niet kon <strong>voor</strong>zien en<br />
ten gevolge waarvan het functioneren van het SW-bedrijf, respectievelijk een dienst<br />
of af<strong>de</strong>ling ernstig in gevaar komt, het door hem vastgestel<strong>de</strong> tijdvak van <strong>de</strong> vakantie<br />
wijzigen.<br />
10. Het nieuwe tijdvak van <strong>de</strong> vakantie wordt door <strong>de</strong> werkgever na overleg met <strong>de</strong><br />
werknemer vastgesteld. De aantoonbare financiële scha<strong>de</strong>, welke <strong>de</strong> werknemer ten<br />
gevolge van <strong>de</strong>ze wijziging lijdt, wordt door <strong>de</strong> werkgever naar re<strong>de</strong>lijkheid vergoed.<br />
Artikel 39a buitengewoon verlof<br />
1. Tenzij <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> dienst zich daartegen verzetten, wordt aan <strong>de</strong> werknemer<br />
door <strong>de</strong> werkgever buitengewoon verlof met behoud van loon verleend:<br />
a. op <strong>de</strong> dag van sluiting van zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap;<br />
b. <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitoefening van kiesrecht, <strong>voor</strong> zoveel dit niet in vrije tijd kan geschie<strong>de</strong>n<br />
of verzetting van <strong>de</strong> dienst niet mogelijk is;<br />
c. <strong>voor</strong> het voldoen aan een wettelijke verplichting, tenzij <strong>de</strong>ze is ontstaan door<br />
schuld of nalatigheid van <strong>de</strong> werknemer en <strong>voor</strong> zoveel zulks niet in vrije tijd kan<br />
geschie<strong>de</strong>n of verzetting van <strong>de</strong> dienst niet mogelijk is;<br />
d. bij overlij<strong>de</strong>n van echtgenoot of geregistreerd partner, ou<strong>de</strong>rs, pleegou<strong>de</strong>rs, stiefou<strong>de</strong>rs,<br />
schoonou<strong>de</strong>rs, kin<strong>de</strong>ren, pleegkin<strong>de</strong>ren, stief - en aangehuw<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren:<br />
vier werkdagen; van bloed - en aanverwanten in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> graad: twee werkdagen,<br />
tenzij <strong>de</strong> werknemer belast is met <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> begrafenis of (en) nalatenschap,<br />
in welk geval verlof <strong>voor</strong> ten hoogste vier werkdagen wordt verleend. Dit<br />
verlof dient binnen een perio<strong>de</strong> van zeven kalen<strong>de</strong>rdagen te wor<strong>de</strong>n opgenomen;<br />
e. bij <strong>de</strong> bevalling van <strong>de</strong> echtgenote of geregistreerd partner zoveel verlof als nodig<br />
is om over een aaneengesloten perio<strong>de</strong> van twee kalen<strong>de</strong>rdagen <strong>de</strong> vrije beschikking<br />
te hebben;<br />
27
28<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
f. bij ernstige ziekte van echtgenoot of geregistreerd partner, ou<strong>de</strong>rs, pleegou<strong>de</strong>rs, stiefou<strong>de</strong>rs,<br />
schoonou<strong>de</strong>rs, kin<strong>de</strong>ren, pleegkin<strong>de</strong>ren, stief - en aangehuw<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren;<br />
g. bij een plotselinge en on<strong>voor</strong>ziene gebeurtenis waarbij <strong>de</strong> werknemer, zon<strong>de</strong>r dat<br />
uitstel mogelijk is, noodzakelijke maatregelen moet treffen. Op verzoek van <strong>de</strong><br />
werkgever dient <strong>de</strong> werknemer dit achteraf aannemelijk te maken;<br />
h. een in verband met zijn handicap noodzakelijk bezoek aan een <strong>de</strong>skundige persoon<br />
of instantie of een an<strong>de</strong>rszins noodzakelijk bezoek aan een arts, indien hij<br />
die niet in zijn vrije tijd kan bezoeken;<br />
2. Behou<strong>de</strong>ns in dringen<strong>de</strong> gevallen moet verlof ten minste 24 uren tevoren wor<strong>de</strong>n<br />
aangevraagd bij <strong>de</strong> werkgever. Indien <strong>de</strong> werknemer die niet <strong>voor</strong>af een aanvraag<br />
daartoe heeft gedaan, aantoont dat hij daartoe geen gelegenheid heeft gehad en dat<br />
er <strong>voor</strong> zijn afwezigheid gegron<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen beston<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong>ze geacht verlof met<br />
behoud van loon te hebben genoten.<br />
Artikel 39b kortdurend zorgverlof<br />
1. De werkgever kan aan <strong>de</strong> werknemer op diens verzoek verlof verlenen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />
verzorging, an<strong>de</strong>rs dan bij wijze van calamiteit, in verband met ziekte van<br />
<strong>de</strong> echtgenoot, geregistreerd partner, inwonend kind en van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />
2. Het verlof bedraagt in elke perio<strong>de</strong> van 12 achtereenvolgen<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n ten hoogste<br />
twee maal <strong>de</strong> formele arbeidsduur per week van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> werknemer.<br />
3. Het verlof komt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> helft <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong> werkgever en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> helft <strong>voor</strong><br />
rekening van <strong>de</strong> werknemer.<br />
Artikel 39c verlof bij bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n<br />
De werkgever kan, indien daartoe naar zijn oor<strong>de</strong>el termen <strong>voor</strong> bestaan, aan een werknemer<br />
op diens verzoek, al dan niet met behoud van het gehele of ge<strong>de</strong>eltelijke loon en<br />
al dan niet on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> na<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, verlof verlenen om an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen dan<br />
die welke zijn genoemd in artikel 39a, 39b en artikel 40. Verloven van langer dan een<br />
jaar wor<strong>de</strong>n in elk geval zon<strong>de</strong>r behoud van loon verleend, tenzij het verlof in het openbaar<br />
belang wordt verleend.<br />
Artikel 39d zwangerschaps- en bevallingsverlof<br />
1. De vrouwelijke werknemer heeft in verband met haar zwangerschap en bevalling<br />
recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof geduren<strong>de</strong> 16 weken.<br />
2. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke<br />
datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan <strong>de</strong> werkgever overgeleg<strong>de</strong><br />
schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, tot en met <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong><br />
bevalling. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong><br />
vermoe<strong>de</strong>lijke datum van bevalling.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
3. Het bevallingsverlof gaat in op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> bevalling en bedraagt tien aaneengesloten<br />
weken of zoveel meer als het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof min<strong>de</strong>r<br />
dan zes weken heeft bedragen.<br />
4. Voor <strong>de</strong> toepassing van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid wor<strong>de</strong>n dagen waarover <strong>de</strong> vrouwelijke werknemer<br />
op grond van artikel 29a, twee<strong>de</strong> lid, van <strong>de</strong> Ziektewet ziekengeld heeft genoten<br />
in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat zij recht heeft op zwangerschapsverlof, maar dat verlof nog niet<br />
is ingegaan, aangemerkt als dagen waarover zij zwangerschapsverlof heeft genoten.<br />
5. De vrouwelijke werknemer heeft in verband met haar zwangerschap en bevalling<br />
recht op uitkering geduren<strong>de</strong> tenminste zestien weken.<br />
Artikel 39e adoptie- en pleegzorgverlof<br />
1. De werknemer heeft in verband met adoptie van een kind recht op verlof met<br />
behoud van loon.<br />
2. Het recht op verlof bestaat geduren<strong>de</strong> een tijdvak van achttien weken en bedraagt<br />
ten hoogste vier aaneengesloten weken. Het recht bestaat vanaf twee weken vóór <strong>de</strong><br />
eerste dag dat <strong>de</strong> feitelijke opneming ter adoptie een aanvang heeft genomen of zal<br />
nemen, zoals die dag is aangeduid in een door <strong>de</strong> werknemer aan <strong>de</strong> werkgever overgelegd<br />
document waaruit blijkt dat een kind ter adoptie is of zal wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />
3. Indien als gevolg van een adoptieverzoek tegelijkertijd twee of meer kin<strong>de</strong>ren feitelijk<br />
ter adoptie wor<strong>de</strong>n opgenomen, bestaat het recht op verlof slechts ten aanzien<br />
van één van die kin<strong>de</strong>ren.<br />
4. Het eerste, twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid zijn van overeenkomstige toepassing op <strong>de</strong> werknemer<br />
die een pleegkind opneemt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub w.<br />
Artikel 40<br />
1. Aan <strong>de</strong> werknemer die lid is van een vakorganisatie die partij is bij het <strong>CAO</strong>-overleg<br />
wordt, tenzij het belang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van het werkverband daar<strong>voor</strong><br />
een beletsel vormt, bijzon<strong>de</strong>r verlof met behoud van loon toegestaan, <strong>voor</strong> het op<br />
uitnodiging van die vakorganisatie <strong>de</strong>elnemen aan:<br />
a. een verga<strong>de</strong>ring;<br />
b. een cursus.<br />
2. Aan <strong>de</strong> werknemer bedoeld in het eerste lid die krachtens <strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning die geldt bij<br />
<strong>de</strong> vakorganisatie tevens is aangewezen ter behartiging van <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> werknemers<br />
in <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening wordt, tenzij het belang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
van het werkverband daar<strong>voor</strong> een beletsel vormt, bijzon<strong>de</strong>r verlof met behoud<br />
van loon toegestaan <strong>voor</strong>:<br />
a. het uitoefenen van een functie binnen een organisatie van werknemers;<br />
b. het op uitnodiging van een vakorganisatie <strong>de</strong>elnemen aan een cursus.<br />
29
30<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
3a. Voor <strong>de</strong> activiteiten bedoeld in het eerste lid wordt aan <strong>de</strong> werknemer bijzon<strong>de</strong>r verlof<br />
toegestaan. Dit bijzon<strong>de</strong>re verlof bedraagt maximaal 10 dagen per twee jaar, <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> werknemer die een an<strong>de</strong>re gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> arbeidsduur per week heeft dan <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur zoals genoemd in artikel 1, lid 1 sub k wordt het aantal dagen berekend<br />
naar evenredigheid van zijn gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> werktijd per week ten opzichte van <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur.<br />
3b. Van <strong>de</strong> in lid 3a gestel<strong>de</strong> totaal van 10 dagen verlof, kunnen <strong>de</strong> laatste 4 dagen uitsluitend<br />
gebruikt wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> scholing zoals bedoeld in lid 1.<br />
3c. Voor <strong>de</strong> activiteiten bedoeld in het twee<strong>de</strong> lid wordt aan <strong>de</strong> werknemer buitengewoon<br />
verlof toegestaan <strong>voor</strong> ten hoogste 30 dagen per jaar, met dien verstan<strong>de</strong> dat<br />
het aantal ten hoogste 40 dagen per jaar bedraagt, indien hij <strong>de</strong>ze activiteiten als<br />
hoofdbestuur<strong>de</strong>r van zijn vakorganisatie uitoefent.<br />
3d. Het in lid 3c genoem<strong>de</strong> aantal van 30 respectievelijk 40 dagen kan door <strong>de</strong> werkgever<br />
wor<strong>de</strong>n uitgebreid indien <strong>de</strong> werknemer meer<strong>de</strong>re ka<strong>de</strong>rfuncties bekleed en<br />
kan aantonen dat dit aantal dagen niet toereikend is.<br />
DISCIPLINAIRE MAATREGELEN<br />
Artikel 41<br />
1. De werkgever kan <strong>de</strong> werknemer, die zich in verband met zijn dienstbetrekking misdraagt,<br />
één van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> maatregelen opleggen:<br />
a. schriftelijke berisping;<br />
b. vermin<strong>de</strong>ring van vakantie <strong>voor</strong> ten hoogste twee vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
werknemer gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> werktijd per week;<br />
c. geldboete tot ten hoogste 1% van het bedrag van het jaarloon, het bepaal<strong>de</strong> in<br />
artikel 7:650 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek geldt in <strong>de</strong>ze onverkort;<br />
d. het onthou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaarlijkse verhoging van het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer vastgestel<strong>de</strong><br />
loon, tot het naasthogere bedrag in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> loonschaal;<br />
e. vermin<strong>de</strong>ring van loon met ten hoogste het bedrag van <strong>de</strong> laatste twee periodieke<br />
verhogingen, een en an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> tijd van niet langer dan twee jaren;<br />
f. plaatsing in een an<strong>de</strong>re functie <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong> of onbepaal<strong>de</strong> tijd en met of zon<strong>de</strong>r<br />
vermin<strong>de</strong>ring van loon;<br />
g. schorsing <strong>voor</strong> een bepaal<strong>de</strong> tijd zon<strong>de</strong>r of met ge<strong>de</strong>eltelijk genot van loon, <strong>voor</strong><br />
ten hoogste twee vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
werktijd per week;<br />
h. al dan niet onverwijl<strong>de</strong> opzegging van <strong>de</strong> arbeidsverhouding.<br />
2. Bij het opleggen van een straf kan wor<strong>de</strong>n bepaald, dat zij niet ten uitvoer zal wor<strong>de</strong>n<br />
gelegd, indien <strong>de</strong> betrokken werknemer zich geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> bij het opleggen van
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
<strong>de</strong> straf te bepalen termijn niet schuldig maakt aan soortgelijke misdraging als waar<strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> bestraffing plaatsvindt, noch aan enig an<strong>de</strong>r ernstige misdraging en zich<br />
houdt aan bij het opleggen van <strong>de</strong> straf eventueel te stellen bijzon<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n.<br />
De werkgever gaat niet over tot het opleggen van een straf dan nadat hij <strong>de</strong> werknemer<br />
hierover heeft gehoord.<br />
SCHORSING<br />
Artikel 42<br />
1. De werkgever kan <strong>de</strong> werknemer schorsen met behoud van loon, tenein<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek<br />
en/of beraad mogelijk te maken, indien het vermoe<strong>de</strong>n, dan wel <strong>de</strong> zekerheid,<br />
bestaat dat hij zich aan zodanige laakbare da<strong>de</strong>n of gedragingen schuldig heeft<br />
gemaakt, dat ontslag door onverwijl<strong>de</strong> opzegging van <strong>de</strong> arbeidsverhouding ex artikel<br />
7:677 en artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek wordt overwogen. De schorsing<br />
kan niet langer duren dan re<strong>de</strong>lijkerwijs noodzakelijk is om het on<strong>de</strong>rzoek, dan<br />
wel het beraad, op een a<strong>de</strong>quate wijze te laten plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />
2. De in lid 1 genoem<strong>de</strong> schorsing wordt schriftelijk me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld on<strong>de</strong>r vermelding<br />
van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen.<br />
NON-ACTIEFSTELLING<br />
Artikel 43<br />
1. De werkgever kan <strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong> een perio<strong>de</strong> van ten hoogste vier weken op<br />
non-actief stellen, indien <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n - door welke oorzaak<br />
dan ook - ernstig wordt belemmerd. Deze termijn kan éénmaal met twee weken<br />
wor<strong>de</strong>n verlengd.<br />
2. Het besluit tot non-actiefstelling, alsme<strong>de</strong> het besluit tot verlenging hiervan, wordt<br />
door <strong>de</strong> werkgever zo spoedig mogelijk aan <strong>de</strong> werknemer me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, on<strong>de</strong>r vermelding<br />
van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen waarom <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze maatregel<br />
vereist.<br />
3. Na het verstrijken van <strong>de</strong> in lid 1 bedoel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van 4 respectievelijk 2 weken, is<br />
<strong>de</strong> werknemer gerechtigd zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n te hervatten, tenzij <strong>de</strong> werkgever zich<br />
tot <strong>de</strong> indicatiecommissie heeft gewend met het verzoek om advies inzake <strong>de</strong> opzegging<br />
van <strong>de</strong> arbeidsverhouding, dan wel zich tot <strong>de</strong> Kantonrechter heeft gewend met<br />
het verzoek <strong>de</strong> arbeidsverhouding te ontbin<strong>de</strong>n. In dat geval kan <strong>de</strong> werkgever,<br />
gehoord hebben<strong>de</strong> <strong>de</strong> werknemer, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van non-actiefstelling telkens met een<br />
door <strong>de</strong> werkgever te bepalen termijn verlengen, zulks tot het tijdstip waarop <strong>de</strong><br />
31
32<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
arbeidsverhouding eindigt, dan wel <strong>de</strong> hier<strong>voor</strong> bedoel<strong>de</strong> procedures zijn beëindigd.<br />
4. De non-actiefstelling geschiedt steeds met behoud van loon.<br />
5. De werkgever is gehou<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>(n) van<br />
non-actiefstelling die <strong>voor</strong>zieningen te treffen, die mogelijk zijn om <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
we<strong>de</strong>rom <strong>voor</strong>tgang te doen vin<strong>de</strong>n.<br />
6. De non-actiefstelling kan niet bij wijze van strafmaatregel wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />
SENIORENREGELING<br />
Artikel 44<br />
1a. De werktijd per week van <strong>de</strong> werknemer van 57 jaar en ou<strong>de</strong>r, die een onon<strong>de</strong>rbroken<br />
diensttijd heeft van ten minste vijf jaren die direct <strong>voor</strong>afgaat aan <strong>de</strong> ingangsdatum<br />
van <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> werktijd, waarbij een on<strong>de</strong>rbreking van twee<br />
maan<strong>de</strong>n of min<strong>de</strong>r niet als een on<strong>de</strong>rbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het<br />
bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met een vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el teruggebracht,<br />
gemid<strong>de</strong>ld over 26 weken, met behoud van <strong>de</strong> formele arbeidsduur on<strong>de</strong>r<br />
doorbetaling van 95% van het gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> loon.<br />
1b. De werktijd per week van <strong>de</strong> werknemer van 59 jaar en ou<strong>de</strong>r, die een onon<strong>de</strong>rbroken<br />
diensttijd heeft van ten minste vijf jaren die direct <strong>voor</strong>afgaat aan <strong>de</strong> ingangsdatum<br />
van <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> werktijd, waarbij een on<strong>de</strong>rbreking van twee<br />
maan<strong>de</strong>n of min<strong>de</strong>r niet als een on<strong>de</strong>rbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het<br />
bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met twee vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el teruggebracht,<br />
gemid<strong>de</strong>ld over 26 weken, met behoud van <strong>de</strong> formele arbeidsduur on<strong>de</strong>r<br />
doorbetaling van 90% van het gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> loon.<br />
2. Een verzoek als bedoeld in <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n 1a en 1b, dient minimaal 3 maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
datum van ingang bij <strong>de</strong> werkgever te wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />
3. De verkorting van <strong>de</strong> werktijd per week als bedoeld in lid 1a en 1b gaat in op <strong>de</strong> eerste<br />
van <strong>de</strong> maand volgend op <strong>de</strong> maand van verjaring.<br />
4. Er dient minimaal een arbeidsduur van 8 uur per week, gemid<strong>de</strong>ld over 13 weken,<br />
te resteren.<br />
5. Voor <strong>de</strong> werknemer die door seniorenverlof zijn dienstbetrekking niet volledig vervult,<br />
wordt <strong>de</strong> opbouw van verlof conform artikel 38, twee<strong>de</strong> lid, naar evenredigheid<br />
vermin<strong>de</strong>rd.<br />
6. Indien <strong>de</strong> arbeidsduur van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> vijf jaar op grond van<br />
<strong>de</strong> Wet aanpassing arbeidsduur is vermeer<strong>de</strong>rd, kan alleen gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt<br />
van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n genoemd in lid 1a en 1b <strong>voor</strong> het aantal uren dat <strong>de</strong> werknemer,<br />
<strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> arbeidsduurvermeer<strong>de</strong>ring, een dienstverband had.<br />
7. In bijzon<strong>de</strong>re situaties kan wor<strong>de</strong>n afgeweken van het gestel<strong>de</strong> in lid 6.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
8. Het gestel<strong>de</strong> in lid 6 is niet van toepassing op <strong>de</strong> werknemer wiens verzoek om<br />
arbeidsduurvermeer<strong>de</strong>ring vóór 1 mei 2002 is ingewilligd.<br />
PENSIOEN<br />
Artikel 45<br />
1. De werknemer heeft aanspraak op pensioen.<br />
2. De werkgever is verplicht alle werknemers aan te mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Stichting<br />
Pensioenfonds Werk en (re) integratie.<br />
3. De regels met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming aan <strong>de</strong> pensioenregeling, <strong>de</strong> aanspraak<br />
op pensioen en na<strong>de</strong>re bepalingen van <strong>de</strong> pensioenregelingen zijn vervat in <strong>de</strong> statuten<br />
en het pensioenreglement Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening van <strong>de</strong> Stichting<br />
Pensioenfonds Werk en (re)integratie waaraan <strong>de</strong> werkgever en werknemer krachtens<br />
<strong>de</strong>ze overeenkomst zijn gebon<strong>de</strong>n. Bedoel<strong>de</strong> regels maken <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong>ze<br />
<strong>CAO</strong> en liggen ter inzage bij <strong>de</strong> werkgever.<br />
WERKINGSDUUR TOT EN MET 31-12-2002<br />
4. Het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> te betalen pensioenpremie bedraagt met<br />
ingang van 1 januari 2001: 1,75% van <strong>de</strong> in het pensioenreglement Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening aangegeven loonbestand<strong>de</strong>len.<br />
INWERKINGTREDING 1-1-2003<br />
4. Het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> volgens het pensioenreglement te betalen<br />
pensioenpremie bedraagt met ingang van 1 januari 2005 25%. In afwijking van<br />
het bepaal<strong>de</strong> in <strong>de</strong> vorige volzin, bedraagt <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> werknemer in 2003<br />
20% en in 2004 22,5%.<br />
AANVULLENDE OUDEDAGSVOORZIENING<br />
Artikel 46<br />
1. De werknemer die <strong>voor</strong> 1 juli 1990 een dienstbetrekking had en ten behoeve van wie<br />
stortingen zijn gedaan op grond van <strong>de</strong> artikelen 9b en 9c van het Besluit Arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n<br />
<strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening (Staatsblad 1968, 518) zoals die luid<strong>de</strong>n tot<br />
33
34<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
1 juli 1990, en <strong>voor</strong> zover die zijn aanspraken niet bij <strong>de</strong> Stichting Pensioenfonds<br />
Werk en (re)integratie heeft ingebracht, heeft aanspraak op een aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening.<br />
2. De vaststelling van regels betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanspraken op uitkeringen in verband met<br />
<strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening geschiedt door het fonds <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening.<br />
Artikel 47 <br />
ONTWIKKELING VAN DE WERKNEMER<br />
Artikel 48<br />
1. De werkgever is gehou<strong>de</strong>n om, na overleg met <strong>de</strong> werknemer, zo spoedig mogelijk<br />
na aanvang van <strong>de</strong> dienstbetrekking, een individueel ontwikkelingsplan op te stellen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer met inachtneming van het gestel<strong>de</strong> in lid 6.<br />
2. In het ontwikkelingsplan wordt aangegeven of het plan –nu of in <strong>de</strong> toekomstgericht<br />
is op uitstroom naar een dienstverband buiten het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> wet, op begeleid<br />
werken zoals bedoeld in artikel 7 van <strong>de</strong> wet, of op een dienstverband zoals<br />
bedoeld in artikel 2 van <strong>de</strong> wet. In het laatste geval wordt in het plan aangegeven of<br />
<strong>de</strong>tachering van <strong>de</strong> werknemer een doel van het ontwikkelingsplan is.<br />
3. De werknemer is gehou<strong>de</strong>n alle me<strong>de</strong>werking te verlenen en <strong>de</strong>el te nemen aan <strong>de</strong><br />
door <strong>de</strong> werkgever aangebo<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zieningen ter uitwerking van zijn individueel<br />
ontwikkelingsplan, <strong>voor</strong> zover dit in alle re<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> werknemer kan wor<strong>de</strong>n<br />
gevergd. Werknemers in dienst <strong>voor</strong> 1 januari 1998 zijn niet gehou<strong>de</strong>n mee te werken<br />
aan uitstroom uit een dienstverband in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> wet.<br />
4. Bij het vaststellen van het individueel ontwikkelingsplan wordt rekening gehou<strong>de</strong>n<br />
met <strong>de</strong> persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemer, zoals die blijken uit <strong>de</strong><br />
indicatie- of herindicatiebeschikking, bedoeld in artikel 2, eerste lid van <strong>de</strong> wet.<br />
5. In het ontwikkelingsplan wordt aangegeven welke <strong>voor</strong>zieningen <strong>de</strong> werkgever ter<br />
beschikking stelt ter bevor<strong>de</strong>ring of verbetering van <strong>de</strong> arbeidsbekwaamheid van <strong>de</strong><br />
werknemer, gericht op <strong>de</strong> doelstelling zoals bedoeld in het twee<strong>de</strong> lid.<br />
6. De werkgever stelt <strong>voor</strong> 1 januari 2002 en na overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad:<br />
- algemene regels over <strong>de</strong> systematische vormgeving van <strong>de</strong> ontwikkelingsplannen;<br />
- <strong>de</strong> termijn waarbinnen <strong>de</strong> ontwikkelingsplannen dienen te wor<strong>de</strong>n vastgesteld<br />
waarin een einddatum wordt opgenomen.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
Artikel 49<br />
1. De werkgever bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming van <strong>de</strong> werknemer aan <strong>voor</strong>lichtings-, trainings-<br />
en opleidingsactiviteiten, alsme<strong>de</strong> zo nodig <strong>de</strong> uitvoering van zodanige activiteiten,<br />
uitsluitend <strong>voor</strong> zover <strong>de</strong>ze activiteiten gericht zijn op het verwerven van<br />
kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer noodzakelijk zijn om zijn arbeid of<br />
zijn toekomstige arbeid zoveel mogelijk in overeenstemming met <strong>de</strong> doelstellingen<br />
omschreven in artikel 2 van <strong>de</strong> wet te kunnen verrichten.<br />
2. De in lid 1 bedoel<strong>de</strong> activiteiten geschie<strong>de</strong>n zoveel mogelijk binnen <strong>de</strong> werktijd, hetgeen<br />
ook geldt <strong>voor</strong> werknemers met een niet-volledige dienstbetrekking.<br />
3. De werknemer kan <strong>de</strong> werkgever gemotiveerd verzoeken om <strong>de</strong>el te nemen aan een<br />
training of opleiding. Het is <strong>de</strong> werkgever die op het verzoek van <strong>de</strong> werknemer<br />
gemotiveerd een beslissing zal nemen.<br />
4. Indien <strong>de</strong> training of opleiding uit- en/of doorstroombevor<strong>de</strong>rend moet wor<strong>de</strong>n<br />
geacht, zal <strong>de</strong>ze zoveel als mogelijk in reguliere werktijd plaatsvin<strong>de</strong>n. Indien <strong>de</strong>ze<br />
activiteiten niet in reguliere werktijd kunnen plaatsvin<strong>de</strong>n, zal op lokaal niveau een<br />
compensatiemaatregel wor<strong>de</strong>n uitgewerkt, in welke regeling als uitgangspunt keuzevrijheid<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer geldt <strong>voor</strong> compensatie in tijd of geld.<br />
Artikel 50<br />
1. De werkgever bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming van jongere werknemers aan vakon<strong>de</strong>rwijs<br />
en vormingswerk <strong>voor</strong> leerplichtvrije jeugd.<br />
2. De in lid 1 bedoel<strong>de</strong> activiteiten geschie<strong>de</strong>n zoveel mogelijk binnen <strong>de</strong> werktijd, hetgeen<br />
ook geldt <strong>voor</strong> werknemers met een niet-volledige dienstbetrekking.<br />
Artikel 51<br />
1. Ten aanzien van nieuwe werknemers die op of na 1 januari 1998 wor<strong>de</strong>n geïndiceerd,<br />
wordt bij indicatiestelling bepaald of <strong>de</strong> kandidaat-werknemer in aanmerking<br />
komt <strong>voor</strong> een opleidingstraject.<br />
2. Er wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie opleidingstrajecten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />
- opleidingen <strong>voor</strong> functies die alleen in <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong>komen;<br />
- opleidingen gericht op het eindniveau van <strong>de</strong> eerste fase <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs<br />
alsme<strong>de</strong> opleidingen op <strong>de</strong> niveaus 1-6 van <strong>de</strong> kwalificatiestructuur Educatie<br />
(KSE);<br />
- opleidingen binnen <strong>de</strong> beroepsbegelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>/beroepsoplei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leerweg op <strong>de</strong><br />
niveaus 1 t/m 4 van <strong>de</strong> kwalificatiestructuur secundair beroepson<strong>de</strong>rwijs (KSB).<br />
3. Daarnaast zijn ook an<strong>de</strong>re volgens <strong>de</strong> indicatiecommissie noodzakelijk geachte<br />
opleidingstrajecten mogelijk.<br />
35
36<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
BETAALD OUDERSCHAPSVERLOF<br />
Artikel 52<br />
Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> wettelijke regeling inzake het onbetaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
regeling van betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof van toepassing:<br />
1. De werknemer die als ou<strong>de</strong>r in een familierechtelijke betrekking staat tot een kind,<br />
respectievelijk <strong>de</strong> werknemer die blijkens verklaringen uit het bevolkingsregister op<br />
hetzelf<strong>de</strong> adres woont als een kind en duurzaam <strong>de</strong> verzorging van dat kind op zich<br />
heeft genomen, heeft recht op ou<strong>de</strong>rschapsverlof met ge<strong>de</strong>eltelijk behoud van het<br />
loon.<br />
2. Het recht op betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof bestaat <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren die nog niet als leerling<br />
tot <strong>de</strong> basisschool zijn toegelaten.<br />
3. Het betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof bedraagt maximaal zes maan<strong>de</strong>n over ten hoogste <strong>de</strong><br />
helft van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> betrokken werknemer gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> formele arbeidsduur<br />
per week.<br />
4. De werknemer heeft recht op doorbetaling van 60% van het loon over <strong>de</strong> arbeidsduur<br />
waar<strong>voor</strong> het ou<strong>de</strong>rschapsverlof geldt.<br />
5. Indien het met toepassing van het vier<strong>de</strong> lid vastgestel<strong>de</strong> totale loon van <strong>de</strong> werknemer<br />
min<strong>de</strong>r bedraagt dan 95% van het krachtens <strong>de</strong> Wet minimumloon en mimimumvakantiebijslag<br />
(Staatsblad 1968, 657) <strong>voor</strong> hem gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> minimumloon,<br />
wordt zijn totale loon op 95% van dat minimum vastgesteld.<br />
6. Ten aanzien van werknemers met een onvolledige dienstbetrekking wordt het gestel<strong>de</strong><br />
in <strong>de</strong>ze bepaling naar evenredigheid toegepast.<br />
7. Het tijdstip van verlof en <strong>de</strong> wijze waarop het verlof wor<strong>de</strong>n genoten zijn on<strong>de</strong>rwerp<br />
van overleg tussen <strong>de</strong> werkgever en <strong>de</strong> werknemer.<br />
8. Indien <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het ou<strong>de</strong>rschapsverlof ziek wordt,<br />
blijft geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste veertien aaneengesloten dagen <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem tij<strong>de</strong>ns het<br />
ou<strong>de</strong>rschapsverlof gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> loon ongewijzigd. Indien <strong>de</strong> ziekteperio<strong>de</strong> langer duurt<br />
dan veertien dagen, wordt met ingang van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> dag het loon op 100%<br />
gesteld<br />
9. Indien <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> het ou<strong>de</strong>rschapsverlof wegens ziekte niet in staat is<br />
zijn betrekking te vervullen, vindt geen opschorting van dit verlof plaats.<br />
10. Voor <strong>de</strong> werknemer die door ou<strong>de</strong>rschapsverlof zijn betrekking niet volledig vervult,<br />
wordt <strong>de</strong> opbouw van verlof, conform het gestel<strong>de</strong> in artikel 38, twee<strong>de</strong> lid, naar<br />
evenredigheid vermin<strong>de</strong>rd.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
KINDEROPVANG<br />
Artikel 53<br />
1. Er is een Regeling Kin<strong>de</strong>ropvang.<br />
2. De regeling is als bijlage bij <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> gevoegd.<br />
CENTRALE COMMISSIE BEZWAREN<br />
FUNCTIEWAARDERING<br />
Artikel 54<br />
1. Er is een commissie bezwaren functiewaar<strong>de</strong>ring.<br />
2. De regeling van <strong>de</strong>ze commissie is als bijlage bij <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> gevoegd.<br />
VREDESPLICHT<br />
Artikel 55<br />
1. Partijen aan werknemerszij<strong>de</strong> zullen een ongestoor<strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
zo veel mogelijk bevor<strong>de</strong>ren en verstoringen van <strong>de</strong> arbeidsrust trachten tegen<br />
te gaan. Zij zullen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> geen werkstaking of an<strong>de</strong>re acties<br />
toepassen en werkstakingen of an<strong>de</strong>re acties van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n niet steunen.<br />
2. Het in dit artikel bepaal<strong>de</strong> laat onverlet <strong>de</strong> mogelijkheid tot het hou<strong>de</strong>n van eventuele<br />
acties door <strong>de</strong> vakorganisaties in verband met on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen omtrent vernieuwing<br />
van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>.<br />
3. Het eerste lid geldt niet wanneer overwogen of besloten wordt tot het aangaan van<br />
een fusie, het sluiten van een bedrijfson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el of het aanmerkelijk reorganiseren<br />
van <strong>de</strong> personeelsbezetting, wanneer <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> werknemers daarbij in ernstige<br />
mate zijn betrokken en <strong>de</strong> vakorganisaties daartegen uit het oogpunt van werknemersbelang<br />
zeer ernstige bezwaren hebben.<br />
4. Bij werkstaking of an<strong>de</strong>re acties zullen <strong>de</strong> vakorganisaties <strong>voor</strong> zover mogelijk ertoe<br />
bijdragen dat <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n die noodzakelijk zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> handhaving van <strong>de</strong><br />
veiligheid, alsme<strong>de</strong> ten behoud van materialen en installaties, doorgang zullen vin<strong>de</strong>n.<br />
37
38<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
OVERGANGS- EN SLOTBEPALING<br />
Artikel 56<br />
1. Door werkgever en werknemer vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> nadrukkelijk<br />
overeengekomen arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n op on<strong>de</strong>rwerpen die vóór 1 mei 2002 niet<br />
in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> waren opgenomen, welke schriftelijk zijn vastgelegd en welke in gunstige<br />
zin afwijken van <strong>de</strong> bepalingen in <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>, en waarvan <strong>de</strong> werknemer vóór 1<br />
mei 2002 daadwerkelijk gebruik maakte, wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong>ze<br />
<strong>CAO</strong> gehandhaafd, tenzij werkgever en werknemer an<strong>de</strong>rs overeenkomen.<br />
2. In gevallen waarin <strong>de</strong> toepassing van bepalingen uit <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> leidt tot een onbillijke<br />
situatie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> individuele werknemer kan <strong>de</strong> werkgever in gunstige zin van<br />
<strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> afwijken.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 2<br />
Hoofdstuk 2<br />
1. ALGEMEEN<br />
De nieuwe <strong>CAO</strong> krijgt een looptijd van 14 maan<strong>de</strong>n, van 1 mei 2002 tot en met<br />
30 juni 2003.<br />
Partijen spreken af om geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> gezamenlijk inhoud, opbouw<br />
en vormgeving van <strong>de</strong> rechtspositie kritisch te bezien.<br />
De volgen<strong>de</strong> overwegingen spelen hierbij een rol:<br />
De huidige <strong>CAO</strong> bouwt <strong>voor</strong>t op <strong>de</strong> rechtspositieregelingen zoals die gol<strong>de</strong>n vóór<br />
invoering van <strong>de</strong> nWSW (BRASW/RASW). Sindsdien zijn er <strong>de</strong> nodige wijzigingen en<br />
aanvullingen aangebracht, waardoor <strong>de</strong> opbouw en samenhang van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> niet op alle<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len even hel<strong>de</strong>r is. Door mid<strong>de</strong>l van (her)rubricering en betere verwijzingen kan<br />
<strong>de</strong> <strong>CAO</strong> beter hanteerbaar gemaakt wor<strong>de</strong>n. Daarnaast ligt het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand, in het<br />
licht van <strong>de</strong> trend naar een grotere aandacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van het individu,<br />
om meer op het individu gericht met <strong>de</strong> rechtspositie te kunnen omgaan. Bezien zal ver<strong>de</strong>r<br />
wor<strong>de</strong>n in hoeverre <strong>de</strong> huidige verhouding tussen datgene wat op <strong>CAO</strong> niveau geregeld<br />
is en wat lokaal geregeld kan wor<strong>de</strong>n herziening behoeft in het licht van een<br />
mo<strong>de</strong>rne invulling van <strong>de</strong> SW-arbeidsverhouding.<br />
In ie<strong>de</strong>r geval komen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>:<br />
• leeftijdsbewust personeelsbeleid;<br />
• beloningsbeleid;<br />
• vergoedingen reiskosten woon-werkverkeer, volgend op een inventarisatie van<br />
het effect van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> regeling;<br />
• waarborgen tegen verdringing;<br />
• individuele ontwikkelingsplannen;<br />
• een nieuw functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem;<br />
• belemmeringen bij <strong>de</strong>tachering.<br />
2. ARBOCONVENANT EN ZIEKTEVERZUIM<br />
Met het op 2 april 2002 on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> arboconvenant <strong>voor</strong> <strong>de</strong> sector <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
beogen partijen het ziekteverzuim in <strong>de</strong> sector terug te dringen en het arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n,<br />
het ziekteverzuim- en reïntegratiebeleid op een hoger niveau te brengen.<br />
Partijen on<strong>de</strong>rstrepen dat preventie van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid<br />
een zaak van zowel werkgever als werknemer is.<br />
39
40<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
In een bijlage in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> maatregelen die in het convenant zijn afgesproken<br />
opgenomen. Partijen zijn van oor<strong>de</strong>el dat met <strong>de</strong>ze maatregelen en met een a<strong>de</strong>quaat<br />
gebruik van <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n – bij<strong>voor</strong>beeld in het ka<strong>de</strong>r van disciplinaire<br />
maatregelen – a<strong>de</strong>quate instrumenten <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n zijn om <strong>de</strong> doelstellingen van<br />
partijen te kunnen realiseren. Indien echter tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd blijkt dat afgesproken<br />
maatregelen onverhoopt niet het gewenste effect hebben, kunnen partijen besluiten<br />
an<strong>de</strong>re of ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> maatregelen te nemen.<br />
3. MONITORING<br />
Sociale partners achten het van belang dat hel<strong>de</strong>rheid wordt verkregen over <strong>de</strong> wijze<br />
waarop een aantal bepalingen uit <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> op lokaal niveau wor<strong>de</strong>n ingevuld dan wel<br />
uitgevoerd. Aan SBCM zal opdracht wor<strong>de</strong>n gegeven een monitorsysteem te laten ontwikkelen<br />
waarmee ontwikkelingen op lokaal niveau kunnen wor<strong>de</strong>n gevolgd. Daarbij<br />
zal zo veel mogelijk aangesloten wor<strong>de</strong>n bij reeds bestaan<strong>de</strong> monitoring.<br />
On<strong>de</strong>rwerpen die door <strong>de</strong> monitor gevolgd zullen wor<strong>de</strong>n betreffen in ie<strong>de</strong>r geval:<br />
• toepassing van toeslagen <strong>voor</strong> onregelmatige diensten en inventarisatie van het<br />
gebruik van ploegendiensten;<br />
• <strong>de</strong> invoering en het gebruik van een fiscaal aantrekkelijke regeling;<br />
• het gebruik van <strong>de</strong> regeling met betrekking tot ou<strong>de</strong>rschapsverlof;<br />
• individuele ontwikkelingsplannen;<br />
• gebruik van <strong>de</strong> seniorenregelingen.<br />
4. <strong>CAO</strong> À LA CARTE<br />
Sociale partners zullen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> on<strong>de</strong>rzoeken welke mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
er bestaan <strong>voor</strong> invoering van een <strong>CAO</strong> à la carte. Op grond van <strong>de</strong> uitkomsten van<br />
dit on<strong>de</strong>rzoek kunnen <strong>sociale</strong> partners bezien welke elementen in aanmerking kunnen<br />
komen <strong>voor</strong> invoering in een volgen<strong>de</strong> <strong>CAO</strong>.<br />
5. INTERNATIONAAL<br />
On<strong>de</strong>rzocht zal wor<strong>de</strong>n in hoeverre het mogelijk is dat mid<strong>de</strong>len van SBCM ingezet<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> activiteiten gericht op <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong> arbeidspositie van<br />
arbeidsgehandicapten in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wereld of Oost-Europa. Daarbij zal zoveel mogelijk<br />
aansluiting gezocht wor<strong>de</strong>n bij reeds binnen <strong>de</strong> branche lopen<strong>de</strong> projecten.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 2<br />
6. VOORLICHTING<br />
Er zal een brochure gemaakt wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en gevolgen van fiscaal aantrekkelijke<br />
maatregelen.<br />
Ook zal in een brochure aandacht besteed wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> verloffaciliteiten<br />
die <strong>CAO</strong> en wetgeving - o.a. <strong>de</strong> Wet Arbeid en Zorg bie<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>ze brochure wordt in<br />
het bijzon<strong>de</strong>r aandacht besteed aan <strong>de</strong> afweging tussen <strong>de</strong> belangen van het individu en<br />
het bedrijfsbelang.<br />
Er wordt een brochure samengesteld over <strong>de</strong> wijze waarop door het bedrijf gepaste aandacht<br />
besteed kan wor<strong>de</strong>n in het geval van overlij<strong>de</strong>n van een direct familielid van een<br />
werknemer.<br />
Er wordt een brochure samengesteld over <strong>de</strong> wijze waarop bij organisatiewijzigingen <strong>de</strong><br />
werknemersvertegenwoordiging betrokken kan wor<strong>de</strong>n.<br />
Opgemaakt en on<strong>de</strong>rtekend d.d. 18 juni 2002<br />
Namens ABVAKABO FNV Namens CFO CNV-bond<br />
J. Smit H. van <strong>de</strong>r Wind<br />
Namens <strong>de</strong> Vereniging van Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten<br />
T.P.J. Bruinsma<br />
41
42<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Bijlage 1<br />
NR Salaris OFFICIËLE LOONSCHAAL WSW IN EURO (per 01-04-2002) NR<br />
A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I<br />
1 361 15<br />
1<br />
2 416 16<br />
2<br />
3 476 17<br />
3<br />
4 488 15<br />
4<br />
5 520 18<br />
5<br />
6 580 16<br />
6<br />
7 618 19 16<br />
7<br />
8 673 17<br />
8<br />
9 716 20 17<br />
9<br />
10 768 18<br />
10<br />
11 813 18 17<br />
11<br />
12 856 19<br />
12<br />
13 880 18<br />
13<br />
14 911 19<br />
14<br />
15 952 20<br />
15<br />
16 1008 20 19 18<br />
16<br />
17 1045 17<br />
18 1106 20<br />
18<br />
19 1130 19<br />
19<br />
20 1161 Start<br />
20<br />
21 1195 1 Start Start<br />
21<br />
22 1203 2 19<br />
22<br />
23 1221 1 1 Start Start<br />
23<br />
24 1256 2 2 20<br />
24<br />
25 1278 3 3<br />
25<br />
26 1300 4 4 1 1<br />
26<br />
27 1322 5 20<br />
27<br />
28 1347 6 2 2 Start Start<br />
28<br />
29 1396 3 3<br />
29<br />
30 1422 4 4 1 1<br />
30<br />
31 1446 5 5<br />
31<br />
32 1473 6 2 2 Start<br />
32<br />
33 1511 7<br />
33<br />
34 1549 3 3<br />
34<br />
35 1571 4 4<br />
35<br />
36 1597 5 5 1 Start<br />
36<br />
37 1623 6 6<br />
37<br />
38 1648 7 2<br />
38<br />
39 1699 8 3 1 Start<br />
39<br />
40 1750 4 2<br />
40<br />
41 1798 5 3<br />
41<br />
42 1849 6 4<br />
42<br />
43 1900 7 5 1<br />
43<br />
44 1951 8 6<br />
44<br />
45 2002 7 2 Start<br />
45<br />
46 2055 8<br />
46<br />
47 2104 9 3<br />
47<br />
48 2181 4<br />
48<br />
49 2233 5 1<br />
49<br />
50 2282 6 Start 50<br />
51 2334 7 2<br />
51<br />
52 2385 8<br />
52<br />
53 2411 9 3<br />
53<br />
54 2435 10 4 1 54<br />
55 2485 5<br />
55<br />
56 2562 6 2 56<br />
57 2604 7<br />
57<br />
58 2664 8 3 58<br />
59 2713 9<br />
59<br />
60 2764 10 4 60<br />
61 2913 5 61<br />
62 3056 6 62<br />
63 3176 7 63<br />
64 3268 8 64<br />
65 3411 9 65<br />
66 3552 10 66<br />
67 3691 11<br />
67
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 1<br />
NR Salaris OFFICIËLE LOONSCHAAL WSW IN EURO (per 01-07-2002) NR<br />
A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I<br />
1 371 15<br />
1<br />
2 428 16<br />
2<br />
3 490 17<br />
3<br />
4 503 15<br />
4<br />
5 536 18<br />
5<br />
6 598 16<br />
6<br />
7 636 19 16<br />
7<br />
8 693 17<br />
8<br />
9 738 20 17<br />
9<br />
10 791 18<br />
10<br />
11 837 18 17<br />
11<br />
12 881 19<br />
12<br />
13 906 18<br />
13<br />
14 939 19<br />
14<br />
15 980 20<br />
15<br />
16 1039 20 19 18<br />
16<br />
17 1076 17<br />
18 1139 20<br />
18<br />
19 1164 19<br />
19<br />
20 1196 Start<br />
20<br />
21 1231 1 Start Start<br />
21<br />
22 1239 2 19<br />
22<br />
23 1258 1 1 Start Start<br />
23<br />
24 1294 2 2 20<br />
24<br />
25 1316 3 3<br />
25<br />
26 1339 4 4 1 1<br />
26<br />
27 1361 5 20<br />
27<br />
28 1388 6 2 2 Start Start<br />
28<br />
29 1438 3 3<br />
29<br />
30 1465 4 4 1 1<br />
30<br />
31 1489 5 5<br />
31<br />
32 1517 6 2 2 Start<br />
32<br />
33 1556 7<br />
33<br />
34 1595 3 3<br />
34<br />
35 1618 4 4<br />
35<br />
36 1645 5 5 1 Start<br />
36<br />
37 1672 6 6<br />
37<br />
38 1698 7 2<br />
38<br />
39 1750 8 3 1 Start<br />
39<br />
40 1803 4 2<br />
40<br />
41 1852 5 3<br />
41<br />
42 1905 6 4<br />
42<br />
43 1957 7 5 1<br />
43<br />
44 2009 8 6<br />
44<br />
45 2063 7 2 Start<br />
45<br />
46 2116 8<br />
46<br />
47 2167 9 3<br />
47<br />
48 2246 4<br />
48<br />
49 2300 5 1<br />
49<br />
50 2351 6 Start 50<br />
51 2404 7 2<br />
51<br />
52 2456 8<br />
52<br />
53 2483 9 3<br />
53<br />
54 2508 10 4 1 54<br />
55 2560 5<br />
55<br />
56 2639 6 2 56<br />
57 2682 7<br />
57<br />
58 2744 8 3 58<br />
59 2795 9<br />
59<br />
60 2847 10 4 60<br />
61 3001 5 61<br />
62 3148 6 62<br />
63 3272 7 63<br />
64 3366 8 64<br />
65 3513 9 65<br />
66 3659 10 66<br />
67 3802 11<br />
67<br />
43
44<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
NR Salaris OFFICIËLE LOONSCHAAL WSW IN EURO (per 01-03-2003) NR<br />
A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I<br />
1 375 15<br />
1<br />
2 432 16<br />
2<br />
3 495 17<br />
3<br />
4 508 15<br />
4<br />
5 541 18<br />
5<br />
6 604 16<br />
6<br />
7 643 19 16<br />
7<br />
8 700 17<br />
8<br />
9 745 20 17<br />
9<br />
10 799 18<br />
10<br />
11 846 18 17<br />
11<br />
12 890 19<br />
12<br />
13 915 18<br />
13<br />
14 948 19<br />
14<br />
15 990 20<br />
15<br />
16 1049 20 19 18<br />
16<br />
17 1087 17<br />
18 1151 20<br />
18<br />
19 1175 19<br />
19<br />
20 1208 Start<br />
20<br />
21 1244 1 Start Start<br />
21<br />
22 1252 2 19<br />
22<br />
23 1270 1 1 Start Start<br />
23<br />
24 1307 2 2 20<br />
24<br />
25 1329 3 3<br />
25<br />
26 1353 4 4 1 1<br />
26<br />
27 1375 5 20<br />
27<br />
28 1402 6 2 2 Start Start<br />
28<br />
29 1452 3 3<br />
29<br />
30 1479 4 4 1 1<br />
30<br />
31 1504 5 5<br />
31<br />
32 1533 6 2 2 Start<br />
32<br />
33 1572 7<br />
33<br />
34 1611 3 3<br />
34<br />
35 1634 4 4<br />
35<br />
36 1662 5 5 1 Start<br />
36<br />
37 1689 6 6<br />
37<br />
38 1715 7 2<br />
38<br />
39 1767 8 3 1 Start<br />
39<br />
40 1821 4 2<br />
40<br />
41 1871 5 3<br />
41<br />
42 1924 6 4<br />
42<br />
43 1976 7 5 1<br />
43<br />
44 2029 8 6<br />
44<br />
45 2083 7 2 Start<br />
45<br />
46 2137 8<br />
46<br />
47 2189 9 3<br />
47<br />
48 2269 4<br />
48<br />
49 2323 5 1<br />
49<br />
50 2374 6 Start 50<br />
51 2428 7 2<br />
51<br />
52 2481 8<br />
52<br />
53 2508 9 3<br />
53<br />
54 2533 10 4 1 54<br />
55 2586 5<br />
55<br />
56 2665 6 2 56<br />
57 2709 7<br />
57<br />
58 2771 8 3 58<br />
59 2823 9<br />
59<br />
60 2876 10 4 60<br />
61 3031 5 61<br />
62 3179 6 62<br />
63 3304 7 63<br />
64 3399 8 64<br />
65 3548 9 65<br />
66 3695 10 66<br />
67 3840 11<br />
67
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
Bijlage 2<br />
F.C.S.W. SYSTEEM: FUNCTIECLASSIFICATIE<br />
SOCIALE WERKVOORZIENING<br />
I ALGEMEEN<br />
Om een verantwoor<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling in loonschalen te krijgen van <strong>de</strong> in sociaal werk<strong>voor</strong>zieningsverband<br />
uit te voeren werkzaamhe<strong>de</strong>n dient <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling te geschie<strong>de</strong>n m.b.v. een<br />
functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem met daaraan gekoppeld een ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> toe te kennen<br />
punten naar <strong>de</strong> loonschalen als bedoeld in artikel 14, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, van het Besluit rechtspositie<br />
en arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening.<br />
Hiertoe dienen <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n zowel naar inhoud alsook naar <strong>de</strong> organisatorische<br />
inpassing te wor<strong>de</strong>n weergegeven ten behoeve van een beeld van <strong>de</strong> eisen welke <strong>voor</strong>tvloeien<br />
uit het werk.<br />
Bij functiewaar<strong>de</strong>ring wordt het niveau van <strong>de</strong> functie gewaar<strong>de</strong>erd en niet <strong>de</strong> wijze<br />
waarop <strong>de</strong> functionaris zijn functie vervult.<br />
De eisen <strong>voor</strong>tvloeiend uit <strong>de</strong> functie zijn bepalend <strong>voor</strong> het niveau en niet <strong>de</strong> aanwezige<br />
capaciteiten van <strong>de</strong> functionaris.<br />
Om te komen tot functieclassificatie is het noodzakelijk <strong>de</strong> beschikking te hebben over:<br />
a. een beschrijving van <strong>de</strong> functie<br />
b. een waar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> functie-kenmerken<br />
c. <strong>de</strong> omzetting van <strong>de</strong> puntenwaar<strong>de</strong>ring naar <strong>de</strong> loonschaalin<strong>de</strong>ling<br />
ad a. Deze beschrijving bestaat uit 2 <strong>de</strong>len:<br />
• functieomschrijving: een omschrijving van <strong>de</strong> organisatie, doelstelling en werkzaamhe<strong>de</strong>n:<br />
• kenmerkomschrijving: een omschrijving van die elementen welke kenmerkend<br />
zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> functie t.w. kennis, samengesteldheid, verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, contact,<br />
arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n, aard en omvang van toezicht.<br />
ad b. De waar<strong>de</strong>ring dient per kenmerk te geschie<strong>de</strong>n met vastlegging van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ringstre<strong>de</strong><br />
en het toegeken<strong>de</strong> aantal punten.<br />
Met ingang van 1 april 1985 is het FC/SW-systeem van functiewaar<strong>de</strong>ring, in werking<br />
getre<strong>de</strong>n. Door toepassing van dit systeem werd het mogelijk nationaal eenzelf<strong>de</strong> systematiek<br />
van functiewaar<strong>de</strong>ring en <strong>de</strong> daaraan gekoppel<strong>de</strong> groepsin<strong>de</strong>ling toe te passen.<br />
45
46<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
In verband met on<strong>de</strong>rlinge uitwisselbaarheid van functies en functieschalen verdient het<br />
aanbeveling dat alle Bestuurlijke Eenhe<strong>de</strong>n het FC-SW systeem integraal toepassen.<br />
In het arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>nakkoord 1992 – 1993 is tussen partijen overeenstemming<br />
bereikt over <strong>de</strong> herziening van het loongebouw met ingang van 1 april 1993, alsme<strong>de</strong><br />
over <strong>de</strong> integratie van <strong>de</strong> A- en B-categorie. In verband hiermee is een gewijzigd loongebouw<br />
ontstaan met 9 schalen en een zogenaam<strong>de</strong> startperiodiek. Deze startperiodiek<br />
wordt in principe toegepast bij alle werknemers waarmee op of na 1 april 1993 een<br />
dienstverband wordt aangegaan. Daarnaast is vastgelegd dat het laagste betalingsniveau<br />
bepaald is op het wettelijk minimum.<br />
Bij <strong>de</strong> toepassing van het FC SW-systeem staan partijen een regeling functiewaar<strong>de</strong>ring<br />
<strong>voor</strong>. Hierbij waar<strong>de</strong>ert een functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie <strong>de</strong> functies, waarna <strong>de</strong> uitslag<br />
door het dagelijks bestuur van <strong>de</strong> eenheid wordt vastgesteld. De samenstelling van <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie<br />
is een gezamenlijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van OR en directie.<br />
II FUNCTIEWAARDERINGSSYSTEEM<br />
Het FC/SW-functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem is een eigen systeem van functiewaar<strong>de</strong>ring binnen<br />
<strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening. Het systeem sluit zoveel als mogelijk is aan bij an<strong>de</strong>re<br />
in het bedrijfsleven gebruikte systemen van functiewaar<strong>de</strong>ring.<br />
Het waar<strong>de</strong>ringssysteem is gebaseerd op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitgangspunten:<br />
• een beperking van het aantal kenmerken, terwijl toch een aanvaardbare rangor<strong>de</strong><br />
kan wor<strong>de</strong>n verkregen;<br />
• een aansluiting van <strong>de</strong> kenmerken aan <strong>de</strong> algemeen gehanteer<strong>de</strong> selectie-eisen, n.l.:<br />
• kennis (opleiding en/of ervaring)<br />
• samengesteldheid (mate van zelfstandigheid)<br />
• afbreukrisico (mate van verantwoor<strong>de</strong>lijkheid)<br />
• contact (eigenschappen vereist <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van contacten)<br />
• arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n (omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n gewerkt)<br />
• aard en omvang van het toezicht (leidinggeven<strong>de</strong> capaciteiten)<br />
• een inbreng aan punten per kenmerk ten opzichte van het totaal aantal punten per<br />
functie, welke in het algemeen dui<strong>de</strong>lijk overeenkomt met die van an<strong>de</strong>re in ons<br />
land gehanteer<strong>de</strong> systemen;<br />
• een wijze van beschrijven van <strong>de</strong> trappen per kenmerk welke, naar is gebleken, het<br />
systeem ook toegankelijk maakt <strong>voor</strong> niet-<strong>de</strong>skundigen;<br />
• een rangor<strong>de</strong> van functies, welke overeenkomt met <strong>de</strong> algemeen aanvaar<strong>de</strong> verhoudingen.<br />
Bij <strong>de</strong> toepassing van het systeem zal het <strong>voor</strong>komen dat <strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> kenmerken<br />
per trap niet geheel in overeenstemming is met <strong>de</strong> feitelijke situatie van <strong>de</strong> te
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
beoor<strong>de</strong>len functie, waardoor interpolatie tussen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> per trap onvermij<strong>de</strong>lijk is.<br />
Aanbevolen wordt in dat geval af te ron<strong>de</strong>n op minimaal 5 of 10 punten.<br />
Kennis (opleiding-ervaring)<br />
De factor opleiding bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> functie-eisen aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> basisopleiding<br />
of kennis, welke <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> functie uitoefent dient te hebben verworven<br />
om <strong>de</strong> functie op bevredigen<strong>de</strong> wijze te kunnen vervullen. Bij het waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>ze<br />
factor dient uitsluitend rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> functie: <strong>de</strong><br />
werkelijke opleiding van <strong>de</strong> betrokkene(n) respectievelijk <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> kennis<br />
werd verkregen is niet terzake. De factor ervaring bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> tijd, welke<br />
iemand gewoonlijk nodig heeft om <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> functie noodzakelijke geschiktheid te<br />
verkrijgen. Het schatten van <strong>de</strong> ervaring moet in verband wor<strong>de</strong>n gebracht met <strong>de</strong> opleiding.<br />
Voorkomen moet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> ervaring, welke noodzakelijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitoefening<br />
van <strong>de</strong> functie (‘gerichte ervaring’), wordt verward met <strong>de</strong> diensttijd.<br />
De ervaring kan geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk ergens an<strong>de</strong>rs zijn verkregen doch in zulke gevallen<br />
is er dan wel sprak van een zekere ‘inwerktijd’.<br />
In <strong>de</strong> in <strong>de</strong> kolommen I t/m III gegeven gra<strong>de</strong>ringen zijn inbegrepen <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> functies<br />
behoren<strong>de</strong> ‘inwerktij<strong>de</strong>n’.<br />
Kennisgra<strong>de</strong>ring<br />
Trappen opleiding geen tot weinig ervaring ervaring 3 maan<strong>de</strong>n ervaring 1<br />
tot 3 maan<strong>de</strong>n tot 1 jaar tot 3 jaar<br />
I II III<br />
1e 0-5 10-30 -<br />
2e 15-25 30-50 55-75<br />
3e 35-45 50-70 75-95<br />
4e 55-65 70-90 95-115<br />
5e 75-85 90-110 115-135<br />
6e 95-105 110-130 135-155<br />
7e 115-125 130-150 155-175<br />
8e 135-145 150-170 175-195<br />
9e 155-165 170-190 195-215<br />
10e - 190-210 215-235<br />
11e - - 235-255<br />
Toelichting op het kenmerk Kennis (opleiding-ervaring)<br />
1. Om een functie te kunnen uitoefenen is o.m. nodig een zeker opleidingsniveau, een<br />
zekere praktische ervaring in het uitoefenen van het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vak en een<br />
47
48<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
inwerktijd, tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke kennis van het bedrijf te verkrijgen (personen,<br />
omstandighe<strong>de</strong>n, gebruiken, procedures, etc.).<br />
2. Bij het kenmerk Kennis van het F.C.-S.W.-systeem gaat het alleen om het noodzakelijke<br />
opleidingsniveau, <strong>de</strong> vaktechnische ervaring en <strong>de</strong> inwerktijd. Deze ervaring<br />
en inwerktijd wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringstabel samengevat on<strong>de</strong>r ‘ervaring’. De gecombineer<strong>de</strong><br />
gra<strong>de</strong>ringstabel Kennis heeft twee ingangen. Op <strong>de</strong> verticale ingang komen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> trappen die betrekking hebben op het opleidingsniveau.<br />
Op <strong>de</strong> horizontale ingang komen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> trappen die betrekking hebben op <strong>de</strong> ervaring<br />
(vaktechnische ervaring en inwerktijd).<br />
3. Bij het bepalen van het gra<strong>de</strong>ringscijfer <strong>voor</strong> Kennis dient eerst het noodzakelijke<br />
(het meest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong>) opleidingsniveau te wor<strong>de</strong>n vastgesteld dat is vereist<br />
om <strong>de</strong> functie te kunnen uitoefenen. Dit is nodig om in <strong>de</strong> eerste ingang van <strong>de</strong><br />
gecombineer<strong>de</strong> tabel <strong>de</strong> juiste plaats te verkrijgen.<br />
N.B. Hierbij dient men zich niet te laten lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> feitelijke opleiding van <strong>de</strong><br />
betrokken werknemer(s). Men moet zich afvragen welk opleidingsniveau zou wor<strong>de</strong>n<br />
verlangd van eventuele sollicitanten Met nadruk wordt er op gewezen dat hierbij<br />
geen rekening mag wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met een eventuele toekomstige promotie.<br />
Ter verdui<strong>de</strong>lijking <strong>voor</strong> het bepalen van <strong>de</strong> trappen <strong>voor</strong> het opleidingsniveau is een<br />
hulptabel opgesteld die als niveau-aanduidingen vermeldt algemeen beken<strong>de</strong> schooltypen<br />
en veel <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> cursussen.<br />
4. De horizontale ingang van <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringstabel Kennis heeft betrekking op <strong>de</strong> ervaring<br />
welke wordt gemeten in tijd. Het betreft die tijd, welke <strong>de</strong> normaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
functie geschikte werknemer, aansluitend aan het vastgestel<strong>de</strong> opleidingsniveau,<br />
nodig heeft om voldoen<strong>de</strong> vaktechnische praktijkervaring op te doen en om zich in<br />
te werken.<br />
5. Bij het vaststellen van <strong>de</strong> tijdsduur <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ervaring (vaktechnische ervaring en<br />
inwerktijd) dient te wor<strong>de</strong>n uitgegaan van <strong>de</strong> tijdsduur die nodig is om <strong>de</strong> functionaris<br />
zo snel mogelijk (doelmatig en gericht) zijn ervaring te laten opdoen. Het verkrijgen<br />
van ervaring door min<strong>de</strong>r wisselend werk en langer werken aan gelijksoortig<br />
werk leidt tot een grotere tijdsduur <strong>voor</strong> het verkrijgen van <strong>de</strong> vereiste ervaring en<br />
resulteert bij <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ring in onjuisthe<strong>de</strong>n.<br />
6. Voor een aantal functies geldt in <strong>de</strong> praktijk een minimum leeftijd, bene<strong>de</strong>n welke
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
men doorgaans <strong>de</strong>ze functie niet zal uitoefenen. Het komt echter <strong>voor</strong> dat men al<br />
op een leeftijd bene<strong>de</strong>n bedoel<strong>de</strong> minimum leeftijd <strong>de</strong> aangenomen opleiding en<br />
noodzakelijke ervaring volbracht kan hebben.<br />
7. Het komt in <strong>de</strong> praktijk wel <strong>voor</strong> dat men een bepaal<strong>de</strong> functie kan uitoefenen<br />
zowel met een relatief hogere opleiding en een relatief korte ervaring als met een wat<br />
lagere opleiding en een wat langere ervaring. De gra<strong>de</strong>ringstabel kent <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze twee<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n praktisch <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringscijfers.<br />
Hulptabel <strong>voor</strong> het vaststellen van <strong>de</strong> trap van <strong>de</strong> opleiding in <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringstabel <strong>voor</strong><br />
KENNIS<br />
Trappen Algemeen on<strong>de</strong>rwijs Beroepson<strong>de</strong>rwijs<br />
1e trap geen basison<strong>de</strong>rwijs<br />
2e trap enkele jaren basison<strong>de</strong>rwijs<br />
3e trap afgesloten basison<strong>de</strong>rwijs<br />
LBO-A<br />
4e trap LBO-B; Leerlingwezen<br />
MAVO-C LBO-C; Leerlingwezen<br />
Primair 1<br />
5e trap MAVO-D LBO-D; Leerlingwezen<br />
Primair 2<br />
Leerlingwezen Voortgezet/<br />
Praktijk diploma boekhou<strong>de</strong>n<br />
6e trap HAVO<br />
MBO; Leerlingwezen<br />
tertiair/MBA<br />
7e trap VWO<br />
8e trap<br />
HBO SPD<br />
9e trap<br />
WO (1e fase) POST HBO (2 jaar)<br />
10e trap<br />
WO (2e fase)<br />
11e trap<br />
(1 trap is veelal + 2.500 uren studiebelasting (les/college + studie))<br />
49
50<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Hulptabel <strong>voor</strong> het vaststellen van <strong>de</strong> ERVARING<br />
Hulp: ervaring tot 1 maand<br />
Me<strong>de</strong>werker tot 3 maan<strong>de</strong>n<br />
Vakman tot 6 maan<strong>de</strong>n<br />
Allround tot 1 jaar<br />
Specialist meer dan 1 jaar<br />
Samengesteldheid<br />
Dit kenmerk bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> samengesteldheid in termen zoals:<br />
• mate van zelfstandig han<strong>de</strong>len<br />
• het meer of min<strong>de</strong>r gestandaardiseerd zijn van het werk<br />
• <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van taken binnen <strong>de</strong> functie<br />
• <strong>de</strong> vermogens die vereist zijn <strong>voor</strong> beoor<strong>de</strong>len, ontwerpen, analyseren (beramen<br />
en or<strong>de</strong>nen)<br />
• mon<strong>de</strong>linge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid<br />
• het soort van beslissingen dat moet wor<strong>de</strong>n genomen.<br />
1e trap 5 pt Uiterst eenvoudig routinewerk bestaan<strong>de</strong> uit enkelvoudige bewegingen.<br />
Uitdrukkingsvaardigheid is niet vereist.<br />
2e trap 25 pt Zeer eenvoudig routinewerk, waarbij geen zelfstandig han<strong>de</strong>len wordt<br />
gevraagd, on<strong>de</strong>r direct toezicht of gestandaardiseer<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n.<br />
Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid <strong>voor</strong> het geven<br />
van toelichtingen over eenvoudige on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
3e trap 45 pt Eenvoudig routinewerk, waarbij weinig zelfstandig han<strong>de</strong>len wordt<br />
gevraagd, on<strong>de</strong>r direct toezicht of gestandaardiseer<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n.<br />
Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid <strong>voor</strong> het geven<br />
van toelichtingen over eenvoudige on<strong>de</strong>rwerpen. Eveneens valt hieron<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> omschrijving genoemd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le trap, dan echter gepaard<br />
gaan<strong>de</strong> met een bepaal<strong>de</strong> handvaardigheid.<br />
4e trap 65 pt Routinewerk waarbij enig zelfstandig han<strong>de</strong>len wordt vereist, on<strong>de</strong>r<br />
direct toezicht of gestandaardiseer<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n. Het zelfstandig<br />
han<strong>de</strong>len vraagt eenvoudige beslissingen beperkt tot controle van het<br />
werk, verbeteren van dui<strong>de</strong>lijke fouten en <strong>de</strong>rgelijke. Mon<strong>de</strong>linge<br />
en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid <strong>voor</strong> het geven van toelichtingen<br />
over min<strong>de</strong>r eenvoudige on<strong>de</strong>rwerpen.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
5e trap 100 pt Semi-routinewerkzaamhe<strong>de</strong>n waar<strong>voor</strong> algemeen aanvaar<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s<br />
gel<strong>de</strong>n. Deze werkzaamhe<strong>de</strong>n vragen enig onafhankelijk han<strong>de</strong>len en het<br />
nemen van beslissingen binnen dui<strong>de</strong>lijke grenzen alsme<strong>de</strong> een stukje<br />
eigen <strong>voor</strong>bereiding. Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid<br />
<strong>voor</strong> het motiveren van i<strong>de</strong>eën en <strong>voor</strong>stellen betreffen<strong>de</strong> enkelvoudige<br />
tot vrij samengestel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen. De controle op het werk zal<br />
wel regelmatig maar niet periodiek plaats vin<strong>de</strong>n.<br />
6e trap 140 pt Dui<strong>de</strong>lijke variatie in werkzaamhe<strong>de</strong>n waarvan slechts <strong>de</strong> grote lijnen<br />
zijn aangegeven. Onafhankelijk han<strong>de</strong>len en oor<strong>de</strong>len zijn regelmatig<br />
vereist.<br />
Inventiviteit, analyserend vermogen en het nemen van beslissingen<br />
over min<strong>de</strong>r gecompliceer<strong>de</strong> problemen zijn noodzakelijk.<br />
Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijk uitdrukkingsvaardigheid <strong>voor</strong> het motiveren<br />
van i<strong>de</strong>eën en <strong>voor</strong>stellen betreffen<strong>de</strong> vrij samengestel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
Controle van het werk: alleen op <strong>de</strong> hoofdpunten en inci<strong>de</strong>nteel.<br />
7e trap 190 pt Uitvoeren van moeilijk en gevarieerd werk, waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> richtlijnen<br />
slechts in grote trekken zijn aangegeven. Onafhankelijk han<strong>de</strong>len en<br />
oor<strong>de</strong>len zijn regelmatig vereist. Inventiviteit, analyserend vermogen<br />
en het nemen van beslissingen over gecompliceer<strong>de</strong> problemen zijn<br />
noodzakelijk. Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid<br />
<strong>voor</strong> het motiveren van i<strong>de</strong>eën en <strong>voor</strong>stellen betreffen<strong>de</strong> samengestel<strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
8e trap 250 pt Or<strong>de</strong>nen en uitvoeren van ingewikkel<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n welke nieuwe<br />
of veran<strong>de</strong>rend problemen met zich meebrengen, waar<strong>voor</strong> weinig<br />
vastgestel<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s aanwezig zijn. Belangrijke vinding rijkheid en<br />
beoor<strong>de</strong>lingsvermogen vereist. Het werken met factoren waarvan <strong>de</strong><br />
waar<strong>de</strong> niet gemakkelijk kan wor<strong>de</strong>n bepaald en het nemen van beslissingen<br />
die een grote mate van verantwoor<strong>de</strong>lijkheid met zich meebrengen<br />
zijn noodzakelijk. Mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid<br />
<strong>voor</strong> het motiveren van i<strong>de</strong>eën en <strong>voor</strong>stellen, redigeren<br />
van on<strong>de</strong>rwerpen waaraan specifieke eisen wor<strong>de</strong>n gesteld<br />
betreffen<strong>de</strong> ingewikkel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
Toelichting op het kenmerk Samengesteldheid<br />
1. Een belangrijk facet vormen bij dit kenmerk <strong>de</strong> beslissingen welke al dan niet zelfstandig<br />
dienen te wor<strong>de</strong>n genomen. Indien wordt gewerkt volgens uitvoerige <strong>voor</strong>-<br />
51
52<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
schriften - of wanneer men gestandaardiseer<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n heeft - is <strong>de</strong> keuzemogelijkheid<br />
uiteraard veel geringer dan indien wordt gewerkt volgens globale doelstellingen.<br />
2. Bij dit kenmerk dienen ook <strong>de</strong> vermogens (eigenschappen) te wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd<br />
welke <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitoefening van <strong>de</strong> functie nodig zijn en welke uiteraard nog niet bij<br />
<strong>de</strong> Kennis (opleiding-ervaring) zijn gewaar<strong>de</strong>erd. Dit betreft on<strong>de</strong>r meer inventiviteit<br />
(niet alleen <strong>de</strong> technische), analyserend vermogen, mon<strong>de</strong>linge en/of schriftelijke<br />
uitdrukkingsvaardigheid, en <strong>de</strong>rgelijke. Bij <strong>de</strong> uitdrukkingsvaardigheid gaat het<br />
om taalgebruik, zowel mon<strong>de</strong>ling als schriftelijk. Het beïnvloe<strong>de</strong>n en overtuigen valt<br />
on<strong>de</strong>r het kenmerk Contact. Het beheersen van vreem<strong>de</strong> talen behoort in het kenmerk<br />
Kennis (opleiding-ervaring) te wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd.<br />
3. Bij een groot aantal functies bestaat er een vrij constante samenhang (sterke correlatie)<br />
tussen <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringscijfers <strong>voor</strong> Kennis en Samengesteldheid. Opgemerkt zij<br />
echter dat <strong>de</strong>ze correlatie niet volkomen is. Indien dit wel het geval zou zijn zou een<br />
<strong>de</strong>r kenmerken kunnen vervallen. Indien een functie een grote inventiviteit en/of<br />
zeer goed analyserend vermogen vraagt zal het gra<strong>de</strong>ringscijfer <strong>voor</strong><br />
Samengesteldheid ten opzichte van het gra<strong>de</strong>ringscijfer <strong>voor</strong> Kennis relatief hoger<br />
zijn dan indien dit niet het geval is, waarbij uiteraard is uitgegaan van een ongeveer<br />
gelijke mate van zelfstandigheid.<br />
Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid (Afbreukrisico)<br />
Bij het bepalen van <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> dit kenmerk dient rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />
met <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die <strong>de</strong> betrokken functionaris heeft <strong>voor</strong> <strong>de</strong> afbreuk ten<br />
aanzien van het bedrijf. Deze afbreuk kan in <strong>de</strong> eerste plaats lei<strong>de</strong>n tot een financiële<br />
scha<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats kan <strong>de</strong> afbreuk lei<strong>de</strong>n tot scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> goodwill van het<br />
bedrijf, zowel bij externe als interne relaties. De in geld waar<strong>de</strong>erbare vorm van afbreuk<br />
kan on<strong>de</strong>r meer optre<strong>de</strong>n bij: rechtstreekse verantwoor<strong>de</strong>lijkheid met betrekking tot<br />
inkoop, verkoop, materiaalbeheer, kostenberekening, investeringen, en <strong>de</strong>rgelijke.<br />
Het scha<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> goodwill van het bedrijf kan on<strong>de</strong>r meer plaatsvin<strong>de</strong>n door het<br />
nemen van verkeer<strong>de</strong> beslissingen en niet juist behan<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> contacten. Tenslotte<br />
is er ook een technische en administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die kan lei<strong>de</strong>n tot<br />
afbreuk, genoemd in <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> beschreven gevallen.<br />
On<strong>de</strong>r technische en administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid wordt verstaan <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
die bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> technici hebben <strong>voor</strong> het door hen te verrichten<br />
werk op tekenkamer en constructiebureau wat betreft <strong>de</strong> juistheid van berekeningen,<br />
maatvoeringen, vormgevingen, efficiënte organisatie van het eigen werk en het werk van<br />
an<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong>rgelijke. Voor <strong>de</strong> administratieve me<strong>de</strong>werkers slaat dit op <strong>de</strong> verant-
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
woor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> het door hen verrichte werk op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen boekhou<strong>de</strong>n, correspon<strong>de</strong>ntie,<br />
administratie wat betreft <strong>de</strong> juistheid van berekeningen en <strong>de</strong> accuratesse bij<br />
behan<strong>de</strong>ling van stukken, systematisch verwerken en opbergen van gegevens alsme<strong>de</strong><br />
efficiënte organisatie van het eigen werk en het werk van an<strong>de</strong>ren.<br />
Bij <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ring dient rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met een juiste uitoefening van <strong>de</strong><br />
functie (het <strong>voor</strong> zijn taak berekend zijn en <strong>de</strong> controle die door an<strong>de</strong>ren op het werk<br />
wordt uitgevoerd (vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> kans op afbreuk).<br />
1e trap 0 pt Geen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, geen afbreukrisico.<br />
2e trap 5 pt Geen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, geen afbreukrisico. zelfstandig han<strong>de</strong>len of<br />
oor<strong>de</strong>len wordt vereist.<br />
3e trap 15 pt Weinig verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> afbreuk in welke vorm ook, omdat<br />
het werk wordt gecontroleerd of bekrachtigd en zich beperkt tot eenvoudige<br />
beslissingen.<br />
4e trap 35 pt Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid beperkt tot af<strong>de</strong>lingszaken, waar werkver<strong>de</strong>ling,<br />
materiaalverbruik,maken van beramingen, verslagen of notities als<br />
basis <strong>voor</strong> beslissingen dan wel normaliseren tot financiële afbreuk kan<br />
lei<strong>de</strong>n. Doch ook: inkoop van materialen en machines, respectievelijk<br />
behan<strong>de</strong>len van zaken waarop controle wordt uitgeoefend, resp. goedkeuring<br />
wordt verleend. Beperkte verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bij contacten<br />
met leveranciers en an<strong>de</strong>re buitenstaan<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong> goodwill-scha<strong>de</strong>.<br />
Beperkte technische en administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid door<br />
werken on<strong>de</strong>r leiding en/of het gecontroleerd wor<strong>de</strong>n.<br />
5e trap 60 pt Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid beperkt tot grotere bedrijfson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waar <strong>de</strong><br />
tenuitvoerlegging van <strong>de</strong> productie volgens bepaal<strong>de</strong> schema’s, <strong>de</strong><br />
investeringsbevoegdhe<strong>de</strong>n tot een bepaald niveau, door een min<strong>de</strong>r<br />
frequente controle tot grotere financiële afbreuk kan lei<strong>de</strong>n. Het<br />
on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van vrij intensieve contacten binnen en buiten het<br />
bedrijf kunnen door een grotere zelfstandigheid in het optre<strong>de</strong>n, lei<strong>de</strong>n<br />
tot goodwill-scha<strong>de</strong>.<br />
Min<strong>de</strong>r beperkte technische en administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
door ge<strong>de</strong>eltelijk zelfstandig werken en het min<strong>de</strong>r frequent controleren.<br />
53
54<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
6e trap 90 pt Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> han<strong>de</strong>lingen en/of beslissingen die vrij<br />
grote uitgaven met zich meebrengen on<strong>de</strong>r meer uitrusting en materiaal,<br />
maken en/of controleren van begrotingen en/of prijsnoteringen,<br />
het op zich nemen van belangrijke financiële verplichtingen of behan<strong>de</strong>len<br />
van rekeningen van afnemers, factoren die elk op hun wijze <strong>de</strong><br />
winst of verlies van het bedrijf kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. Technische en<br />
administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid door vrij zelfstandig werken en<br />
weinig controle.<br />
7e trap 125 pt Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> han<strong>de</strong>lingen en/of beslissingen die uitgaven<br />
met zich mee brengen <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>r meer uitrusting en materiaal, maken<br />
en/of controleren van begrotingen en/of prijsnoteringen, het op zich<br />
nemen van belangrijke financiële verplichtingen of behan<strong>de</strong>len van<br />
rekeningen van belangrijke afnemers, factoren, die elk op hun wijze <strong>de</strong><br />
winst of het verlies van het bedrijf merkbaar kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />
Technische en administratieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid door zelfstandig<br />
werken en slechts inci<strong>de</strong>ntele controle.<br />
Toelichting op het kenmerk Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid (Afbreukrisico)<br />
1. Met nadruk wordt erop gewezen dat het alleen gaat om <strong>de</strong> afbreuk die een normaal <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> functie geschikte werknemer het bedrijf kan toebrengen, indien hij op een gegeven<br />
ogenblik - bij<strong>voor</strong>beeld door min<strong>de</strong>r goed gedisponeerd zijn - een fout maakt, iets nalaat<br />
te doen en <strong>de</strong>rgelijke.<br />
Alle scha<strong>de</strong> welke kan ontstaan als gevolg van het (nog) niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> functie geschikt, zijn<br />
bewust maken van fouten enz., wordt buiten beschouwing gelaten. Ook <strong>de</strong> afbreuk welke<br />
samenhangt met niet te <strong>voor</strong>komen gevolgen (het zgn. ‘technische risico’) dient niet in<br />
aanmerking te wor<strong>de</strong>n genomen.<br />
2. Bij het bepalen van het afbreukrisico dient men rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> directe en<br />
indirecte gevolgen van <strong>de</strong> mogelijke fout (het mogelijke verzuim). Globaal kan men stellen<br />
dat <strong>de</strong> fout <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gevolgen kan hebben:<br />
a. alleen <strong>voor</strong> het eigen werk:<br />
door het werk over te doen zijn <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> fout weggenomen.<br />
Voorbeeld:<br />
Een constructeur heeft een foutieve berekening gemaakt en als gevolg hiervan een verkeer<strong>de</strong><br />
constructie ontworpen. Door <strong>de</strong> ingebouw<strong>de</strong> controle wordt <strong>de</strong> fout echter tijdig<br />
ont<strong>de</strong>kt.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
N.B. Men realiseert zich echter dat sommige fouten niet zon<strong>de</strong>r meer zijn te herstellen<br />
(zie hier<strong>voor</strong> on<strong>de</strong>r meer punt b);<br />
b. <strong>voor</strong> een kleine groep:<br />
<strong>de</strong> gemaakte fout kan niet zon<strong>de</strong>r meer alleen door betrokkene wor<strong>de</strong>n hersteld, maar<br />
ook het werk van <strong>de</strong> overige le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> (kleine) groep moet geheel of ten <strong>de</strong>le wor<strong>de</strong>n<br />
overgedaan. Het kan ook <strong>voor</strong>komen dat het werk niet meer kan wor<strong>de</strong>n overgedaan<br />
en dat <strong>de</strong> groep (veel) extra werkzaamhe<strong>de</strong>n heeft uit te voeren vergeleken<br />
met <strong>de</strong> situatie waarin <strong>de</strong> fout niet zou zijn gemaakt.<br />
Voorbeeld:<br />
Een constructeur heeft een product ontworpen dat aan <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> klanteneisen voldoet<br />
en ook wel in <strong>de</strong> werkplaats kan wor<strong>de</strong>n gemaakt, maar enkele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kunnen<br />
niet dan met hoge kosten wor<strong>de</strong>n gemaakt. Het was <strong>de</strong> constructeur ontgaan dat<br />
een enigszins an<strong>de</strong>re - ook zeer acceptabele - constructie veel goedkoper zou zijn.<br />
N.B. On<strong>de</strong>r meer afhankelijk van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van <strong>de</strong> productie zal men bedoel<strong>de</strong><br />
kostbare constructie uitvoeren of zal men alsnog besluiten <strong>de</strong> goedkopere uit te voeren.<br />
c. <strong>voor</strong> een grotere groep:<br />
zie b, echter nu <strong>voor</strong> een wat grotere groep;<br />
d. <strong>voor</strong> een gehele af<strong>de</strong>ling;<br />
zie b, echter nu <strong>voor</strong> een gehele - niet zo kleine - af<strong>de</strong>ling;<br />
e. <strong>voor</strong> enkele af<strong>de</strong>lingen. respectievelijk een hoofdaf<strong>de</strong>ling:<br />
zie b, echter nu <strong>voor</strong> enkele - niet zo kleine - af<strong>de</strong>lingen respectievelijk <strong>voor</strong> een<br />
(grote) af<strong>de</strong>ling.<br />
Voorbeeld:<br />
Een inkoper heeft zich niet tijdig gerealiseerd dat <strong>de</strong> staalfabrieken hun levertij<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong> staalplaat drastisch hebben verlengd, terwijl <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming juist - in<br />
verband met het accepteren van nieuwe or<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong> nog niet eer<strong>de</strong>r gemaakte producten<br />
- een extra grote behoefte heeft aan <strong>de</strong>ze staalplaat.<br />
Het gevolg hiervan zal zijn dat <strong>de</strong> hoofdaf<strong>de</strong>ling staalplatenconstructies praktisch<br />
moet wor<strong>de</strong>n stilgelegd, of dat via <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l duur<strong>de</strong>re staalplaten moeten wor<strong>de</strong>n<br />
betrokken. In <strong>de</strong> praktijk zal men doorgaans via <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l duur<strong>de</strong>re platen betrekken.<br />
f. <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rneming:<br />
zie b, echter nu <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rneming;<br />
3. Ten aanzien van <strong>de</strong> mogelijke goodwill-scha<strong>de</strong> houdt men er rekening mee <strong>voor</strong> welk<br />
facet van het on<strong>de</strong>rnemen <strong>de</strong> goodwill-scha<strong>de</strong> kan ontstaan; bijv. ten aanzien van:<br />
<strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rneming wat betreft alle aspecten;<br />
<strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rneming wat betreft <strong>de</strong> service-verlening;<br />
55
56<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
<strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rneming wat betreft het personeelsbeleid;<br />
<strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling wat betreft <strong>de</strong> service;<br />
<strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling wat betreft het personeelsbeleid (in engere zin) enz.<br />
Contact<br />
Dit kenmerk bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid om in samenwerking met<br />
of door an<strong>de</strong>ren tot resultaten te komen.<br />
In lagere rangen is dit groten<strong>de</strong>els een kwestie van geven of verkrijgen van inlichtingen<br />
of instructies.<br />
In hogere rangen brengt dit het overleggen met of beïnvloe<strong>de</strong>n van an<strong>de</strong>ren met zich<br />
mee. Bij het vaststellen van <strong>de</strong> trap is van belang <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> contacten wor<strong>de</strong>n<br />
gelegd en <strong>voor</strong> welk doel.<br />
1e trap 5 pt Vereist weinig contact met an<strong>de</strong>ren.<br />
2e trap 15 pt Vereist routine-contact met an<strong>de</strong>ren om informaties te geven of te<br />
verkrijgen, hoffelijkheid noodzakelijk om wrijvingen te <strong>voor</strong>komen.<br />
3e trap 35 pt Vereist contact met an<strong>de</strong>ren, waarbij tact en beleid noodzakelijk zijn<br />
om samenwerking te verkrijgen.<br />
4e trap 60 pt Vereist regelmatig contact met an<strong>de</strong>ren waarbij tact. weloverwogen<br />
beleid en overtuiging noodzakelijk zijn om met hen te overleggen tenein<strong>de</strong><br />
welwillen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking of overeenstemming te verkrijgen.<br />
5e trap 90 pt Vereist veelvuldig contacten met an<strong>de</strong>ren, tenein<strong>de</strong>:<br />
a. doelein<strong>de</strong>n en beleid over te dragen als grondslag <strong>voor</strong> hun activiteiten<br />
of<br />
b. personen te beïnvloe<strong>de</strong>n hetgeen strategie, kiezen van het juiste<br />
ogenblik en een hoge mate van koopmanschap noodzakelijk<br />
maakt.<br />
Toelichting op het kenmerk Contact<br />
1. In dit kenmerk wor<strong>de</strong>n alle contacten gewaar<strong>de</strong>erd welke inherent zijn aan <strong>de</strong> functie,<br />
dat wil dus zeggen alle contacten binnen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in het verticale vlak (met werklei<strong>de</strong>rs<br />
en on<strong>de</strong>rgeschikten) en in het horizontale vlak (met collega’s) alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> contacten<br />
met <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n (klanten, leveranciers, GAK, gemeentebestuur, GAB, externe accountant,<br />
externe adviseur, enz.). Er wordt op gewezen dat - in tegenstelling tot sommige an<strong>de</strong>re<br />
werkclassificatiesystemen - in dit kenmerk een bepaald aspect van het leidinggeven (het<br />
stimuleren) dient te wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
2. De trappen van het kenmerk Contact laten zich heel goed typeren door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n:<br />
le trap: geen speciale eisen.<br />
2e trap: hoffelijkheid.<br />
3e trap: tact en beleid.<br />
4e trap: tact, beleid en overtuiging.<br />
5e trap: doelein<strong>de</strong>n overdragen.<br />
In <strong>de</strong> lagere trappen speelt <strong>de</strong> frequentie hierbij nauwelijks een rol: in <strong>de</strong> hogere daarentegen<br />
wel.<br />
Arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n<br />
Dit kenmerk houdt rekening met <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. waaron<strong>de</strong>r arbeid moet wor<strong>de</strong>n<br />
verricht, <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> arbeid min<strong>de</strong>r aangenaam maken, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> tijd<br />
geduren<strong>de</strong> welke on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n gewerkt. Als bezwaren<strong>de</strong><br />
omstandighe<strong>de</strong>n kunnen on<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n aangemerkt: stof, vuil, rook, damp,<br />
benauw<strong>de</strong> atmosfeer, tocht, stank, lawaai, trillingen, donker, weersomstandighe<strong>de</strong>n,<br />
vochtigheid, warmte, kou<strong>de</strong> etc. Lichamelijke inspanning verbon<strong>de</strong>n aan of <strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong><br />
uit <strong>de</strong> werkruimte en/of arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n kan eveneens als een bezwaren<strong>de</strong><br />
omstandigheid wor<strong>de</strong>n aangemerkt, waarbij ook rekening dient te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />
met <strong>de</strong> mate waarin en <strong>de</strong> tijd geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong>ze lichamelijke inspanning wordt vereist.<br />
Gezondheidsrisico, <strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n, dient eveneens<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze factor te wor<strong>de</strong>n begrepen.<br />
Atmosfeer<br />
1e trap 5 pt De werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht in een aparte ruimte, met dien<br />
verstan<strong>de</strong> dat contacten naar buiten mogelijk zijn. Te <strong>de</strong>nken valt<br />
hierbij on<strong>de</strong>r meer aan, goe<strong>de</strong> verlichting, goe<strong>de</strong> verwarming, goe<strong>de</strong><br />
ventilatie, weinig gelui<strong>de</strong>n, etc.<br />
2e trap 10 pt De werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht in een ruimte waarin meestal<br />
ook an<strong>de</strong>re personeelsle<strong>de</strong>n werkzaam zijn en waarbij enig geruis of<br />
storen<strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n kunnen <strong>voor</strong>komen. Te <strong>de</strong>nken valt hierbij on<strong>de</strong>r<br />
meer aan geluid van kantoormachines zoals boekhoudmachines,<br />
schrijfmachines, etc.<br />
3e trap 15 pt De werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht in een omgeving waarbij geduren<strong>de</strong><br />
een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> werktijd enigszins hin<strong>de</strong>r wordt<br />
on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n van een van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren: stof, vuil, rook,<br />
damp, tocht, stank, lawaai, donker, weersomstandighe<strong>de</strong>n, vochtigheid,<br />
warmte, kou<strong>de</strong>, etc.<br />
57
58<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Enkele factoren geduren<strong>de</strong> een klein ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> werktijd van<br />
invloed, kunnen eveneens on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze trap wor<strong>de</strong>n gerangschikt.<br />
4e trap 25 pt De werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht in een omgeving waarbij geduren<strong>de</strong><br />
een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> werktijd hin<strong>de</strong>r wordt on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n van<br />
een van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren: stof, vuil, rook, damp, tocht, stank,<br />
lawaai, donker, weersomstandighe<strong>de</strong>n, vochtigheid, warmte, kou<strong>de</strong>, etc.<br />
Enkele factoren geduren<strong>de</strong> een klein ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> werktijd van<br />
invloed, kunnen eveneens on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze trap wor<strong>de</strong>n gerangschikt.<br />
5e trap 35 pt De werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verricht on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> 4e trap bedoeld, maar waarbij enkele factoren tegelijkertijd en<br />
geduren<strong>de</strong> een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> werktijd van invloed zijn.<br />
Houding (mits geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele werkdag)<br />
1e trap 0 pt Enigszins dwangmatig zitten of staan, bij<strong>voor</strong>beeld autorij<strong>de</strong>n,<br />
inpakken, montagewerk aan verlichtingsartikelen.<br />
2e trap 5 pt Enigszins gedwongen houding waarbij buigen, reiken, knielen, bukken<br />
e.d. <strong>voor</strong>komt, bij<strong>voor</strong>beeld centerdraaien, tuinieren en metselen.<br />
3e trap 10 pt Een gedwongen houding waarbij het lichaam verwrongen is, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
schil<strong>de</strong>ren op een lad<strong>de</strong>r, straten maken, rooien met kettingzaag.<br />
4e trap 15 pt Een sterk gedwongen houding, waarbij het lichaam vaak verwrongen<br />
is en boven het hoofd gewerkt wordt, bij<strong>voor</strong>beeld handstucadoren<br />
van plafonds.<br />
Krachtsuitoefening (mits geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele werkdag)<br />
1e trap 0 pt Weinig of matige krachtsinspanning, bij<strong>voor</strong>beeld hanteren van<br />
handgereedschap zoals boortollen, slijptollen.<br />
2e trap 5 pt Aanmerkelijke krachtsinspanning, bij<strong>voor</strong>beeld hanteren van zwaar<br />
handgereedschap zoals boormachines (MC2) haakse slijpmachine,<br />
spijkerschietmachine.<br />
3e trap 10 pt Grote krachtsinspanning, bij<strong>voor</strong>beeld het leggen van grindtegels,<br />
plaatsen van trottoir ban<strong>de</strong>n, machinevormen, kruien van zand.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
4e trap 15 pt Zeer grote krachtsinspanning, (zwaar werk), bij<strong>voor</strong>beeld grondwerk<br />
in <strong>de</strong> klei (sleuven graven) opperen (tassen stenen sjouwen).<br />
Persoonlijk risico (uiteraard wordt er van uitgegaan dat alle mogelijke <strong>voor</strong>zorgsmaatregelen<br />
zijn genomen en dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>schriften strikt wor<strong>de</strong>n nageleefd).<br />
1e trap 0 pt Kans op licht letsel, EHBO-hulp is eventueel gewenst.<br />
2e trap 5 pt Kans op letsel, verpleegkundige hulp is noodzakelijk.<br />
3e trap 10 pt Kans op lichamelijk letsel, raadplegen van een arts is noodzakelijk.<br />
Arbeidsongeschiktheid van enige duur kan het gevolg zijn.<br />
4e trap 20 pt Kans op zwaar lichamelijk letsel, lei<strong>de</strong>nd tot langdurige tot blijven<strong>de</strong><br />
arbeidsongeschiktheid.<br />
Toelichting op het kenmerk Arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n<br />
1. Bij dit kenmerk wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd alle zichtbare, hoorbare en op an<strong>de</strong>re wijze<br />
waarneembare omstandighe<strong>de</strong>n welke inherent zijn aan <strong>de</strong> functie. Het gaat in feite<br />
om on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren: hitte, kou, stank alle weersomstandighe<strong>de</strong>n,<br />
<strong>de</strong> zwaarte van het werk (zowel <strong>de</strong> uit te oefenen krachten als <strong>de</strong> lichaamshouding)<br />
en om het gezondheidsrisico.<br />
2. De ‘geestelijke’ arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n (spanningen) blijven bij dit kenmerk buiten<br />
beschouwing. Deze komen, <strong>voor</strong>zover zij inherent zijn aan <strong>de</strong> functie, on<strong>de</strong>r meer<br />
reeds tot uitdrukking bij contact en toezicht (omgang met mensen) en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
(spanningen in verband met persoonlijke relaties (‘het elkaar al dan niet<br />
goed liggen’) dienen buiten beschouwing te blijven, aangezien <strong>de</strong>ze niet direct in<br />
verband staan met het uitoefenen van <strong>de</strong> functie.<br />
3. In het hoofd boven <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringstabellen wordt een aantal factoren genoemd waarmee<br />
bij het gra<strong>de</strong>ren van dit kenmerk rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Dit betreft<br />
<strong>de</strong> werkatmosfeer, <strong>de</strong> lichamelijke inspanning (zwaarte van het werk en/of <strong>de</strong><br />
lichaamshouding) en het gezondheidsrisico. De omschrijvingen van <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ringstrappen<br />
bestaan uit: atmosfeer, houding, krachtsuitoefening en persoonlijk risico.<br />
Het is <strong>de</strong> bedoeling dat bij het waar<strong>de</strong>ren met elke gra<strong>de</strong>ringsfactor rekening wordt<br />
gehou<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>zover <strong>de</strong>ze factor <strong>voor</strong>komt als bezwaren<strong>de</strong> arbeidsomstandigheid.<br />
4. Een aantal functies wordt on<strong>de</strong>r wisselen<strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n uitgeoefend.<br />
Dit betreft on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> functie van arbeidsanalist, welke bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> een<br />
59
60<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n als bedoeld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 3e, 4e of 5e trap wordt uitgeoefend<br />
en <strong>voor</strong> het overige (on<strong>de</strong>r meer tij<strong>de</strong>ns het uitwerken en bespreken van <strong>de</strong><br />
gegevens) on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n als bedoeld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 1e trap.<br />
Wordt een functie <strong>voor</strong> ongeveer <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tijd uitgeoefend on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n<br />
als bedoeld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 3e trap en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> overige tijd on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n<br />
als bedoeld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le trap, dan wordt <strong>de</strong>ze functie <strong>voor</strong> dit kenmerk gegra<strong>de</strong>erd<br />
volgens <strong>de</strong> 2e trap.<br />
Aard van het toezicht<br />
Dit kenmerk bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> het uitgeoefen<strong>de</strong> toezicht en/of instructie aan<br />
<strong>de</strong> hand van het niveau van <strong>de</strong> functie in <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> mate van <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong><br />
verantwoor<strong>de</strong>lijkheid er toezicht op uit te oefenen.<br />
1e trap 5 pt On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rechtstreekse verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van een naast-hogere toezicht<br />
uitoefenen op een kleine groep, waartoe hij organisatorisch ook<br />
behoort. Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> het geven van technische instructies.<br />
Beperkte verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong>:<br />
• <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van het werk<br />
• <strong>de</strong> discipline<br />
• kwantiteit en kwaliteit<br />
Geduren<strong>de</strong> een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> tijd verrichten van soortgelijke<br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> groep.<br />
2e trap 10 pt In overleg met <strong>de</strong> naasthogere toezicht uitoefenen op een grotere<br />
groep, waartoe hij organisatorisch ook behoort. Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
<strong>voor</strong> het geven van instructie, toewijzen, controleren en <strong>voor</strong>tgang<br />
van het werk. On<strong>de</strong>rrichten en assisteren van le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> groep.<br />
Personeelsproblemen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht brengen van naast hogere<br />
leidinggeven<strong>de</strong>.<br />
Verricht in <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> gevallen soortgelijke werkzaamhe<strong>de</strong>n als <strong>de</strong><br />
le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> groep.<br />
3e trap 20 pt Direct toezicht uitoefenen op een groep of af<strong>de</strong>ling hiërarchische<br />
on<strong>de</strong>rgeschikten met verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> het ver<strong>de</strong>len van het<br />
werk en het controleren van <strong>de</strong> resultaten; beperkte verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
<strong>voor</strong> het beheersen van <strong>de</strong> kosten, het behan<strong>de</strong>len van personeelsaangelegenhe<strong>de</strong>n<br />
en het hieromtrent doen van aanbevelingen.<br />
De primaire verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van een en an<strong>de</strong>r berust bij <strong>de</strong><br />
eerstvolgen<strong>de</strong> trap van toezicht.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
4e trap 40 pt Direct toezicht uitoefenen op een grotere af<strong>de</strong>ling, daarbij geassisteerd<br />
door een of enige leidinggeven<strong>de</strong>(n), omschreven in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong><br />
trappen en met volledige verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kwaliteit<br />
en <strong>de</strong> kwantiteit van het werk, <strong>de</strong> kosten, <strong>de</strong> werkmetho<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />
handhaving van <strong>de</strong> discipline, eventuele overplaatsingen, promoties,<br />
salariswijzigingen, ontslagen respectievelijk aannemingen of het doen<br />
van aanbevelingen op dit gebied.<br />
5e trap 60 pt Volledig toezicht op en coördinatie van twee of meer grote af<strong>de</strong>lingen door<br />
mid<strong>de</strong>l van on<strong>de</strong>rgeschikte leidinggeven<strong>de</strong>n, die op hun beurt toezicht<br />
hou<strong>de</strong>n op afzon<strong>de</strong>rlijke af<strong>de</strong>lingen.<br />
Toelichting op het kenmerk Aard van het toezicht<br />
1. On<strong>de</strong>r verwijzing naar <strong>de</strong> toelichting op het kenmerk Contact wordt opgemerkt, dat <strong>de</strong><br />
inhoud van het begrip ‘aard van het toezicht’ beperkter is dan hetgeen doorgaans on<strong>de</strong>r<br />
het geven van leiding wordt verstaan, doch ruimer dan doorgaans met het uitoefenen van<br />
toezicht wordt bedoeld.<br />
Indien in dit systeem dan ook gesproken wordt over ‘toezicht’ wor<strong>de</strong>n niet uitsluitend <strong>de</strong><br />
disciplinaire aangelegenhe<strong>de</strong>n bedoeld, doch in het algemeen <strong>de</strong> technische en organisatorische<br />
aspecten van het leidinggeven, zoals werkver<strong>de</strong>ling, instructie, controle, kwantitatieve<br />
en kwalitatieve beheersing van het werk, kostenbewaking, behan<strong>de</strong>ling personeelsaangelegenhe<strong>de</strong>n,<br />
eventuele coördinatie van on<strong>de</strong>rgeschikte toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> functionarissen<br />
en <strong>de</strong>rgelijke.<br />
In <strong>de</strong> trappen van het kenmerk Aard van het toezicht is tot uitdrukking gebracht welke<br />
van bovengenoem<strong>de</strong> punten <strong>voor</strong>komen en in welke mate ze van toepassing zijn. In het<br />
algemeen gesproken gaat het dus bij dit kenmerk <strong>voor</strong>al om <strong>de</strong> zorg <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>ren, die <strong>de</strong><br />
functie met zich meebrengt.<br />
2. De trappen van dit kenmerk laten zich bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werkplaats door het volgen<strong>de</strong><br />
typeren:<br />
1e trap: toezicht op het niveau van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werken<strong>de</strong> <strong>voor</strong>man.<br />
2e trap: toezicht op het niveau van <strong>de</strong> niet-me<strong>de</strong>werken<strong>de</strong> <strong>voor</strong>man.<br />
3e trap: toezicht op het niveau van <strong>de</strong> werklei<strong>de</strong>r.<br />
4e trap: toezicht op het niveau van <strong>de</strong> hoofdwerklei<strong>de</strong>r.<br />
5e trap: toezicht op het niveau van <strong>de</strong> productielei<strong>de</strong>r.<br />
61
62<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Voor administratief en technisch personeel komt een soortgelijke opklimming <strong>voor</strong> die<br />
echter gezien <strong>de</strong> verschillen in <strong>de</strong> praktijk niet kan wor<strong>de</strong>n benoemd.<br />
3. Met nadruk wordt erop gewezen dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r punt 2 gegeven aanwijzingen niet <strong>voor</strong><br />
elke on<strong>de</strong>rneming opgaan. Er zijn nl. on<strong>de</strong>rnemingen waarin <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>rs<br />
bij<strong>voor</strong>beeld ten aanzien van <strong>de</strong> personeelsaangelegenhe<strong>de</strong>n op een hoger niveau<br />
of bij an<strong>de</strong>re functionarissen is gelegd. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat men bij <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>ring van dit<br />
kenmerk van <strong>de</strong> werkelijke situatie dient uit te gaan.<br />
Omvang van het toezicht<br />
Dit kenmerk bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het toezicht op grond van het aantal personen waarover<br />
toezicht wordt uitgeoefend. De trap wordt gewoonlijk vastgesteld door telling van<br />
het aantal werknemers waarop toezicht wordt uitgeoefend.<br />
Voor een toezichthou<strong>de</strong>nd functionaris die een staffunctie in <strong>de</strong> organisatie bekleedt, is<br />
maatgevend het aantal personen waarover direct toezicht wordt uitgeoefend en niet het<br />
aantal personen in het gehele bedrijf dat wordt beïnvloed door beleid en han<strong>de</strong>lingen<br />
respectievelijk gevoerd en uitgeoefend door <strong>de</strong>ze staffunctionaris.<br />
1e trap 5 pt Instrueren en eventueel toezicht uitoefenen op maximaal 5 personen.<br />
2e trap 10 pt Toezicht op een kleine groep, sectie of eenheid van maximaal 10 personen.<br />
3e trap 20 pt Toezicht op een sectie of af<strong>de</strong>ling van maximaal 25 personen.<br />
4e trap 40 pt Toezicht op een of meer af<strong>de</strong>lingen van in totaal maximaal 50 personen.<br />
5e trap 60 pt Toezicht op een of meer af<strong>de</strong>lingen van in totaal meer dan 50 personen.<br />
Toelichting op het kenmerk Omvang van het toezicht<br />
1. Bij het bepalen van het aantal on<strong>de</strong>rgeschikten dienen ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgeschikten, welke zelf<br />
toezicht uitoefenen, te wor<strong>de</strong>n meegeteld, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> eigen staffunctionarissen. Zo zou<br />
het aantal on<strong>de</strong>rgeschikten van een unitlei<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> werkplaats als volgt kunnen zijn:
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
2 productielei<strong>de</strong>r<br />
1 arbeidsanalist<br />
1 werk<strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>r<br />
1 typiste<br />
5 werklei<strong>de</strong>rs<br />
10 meewerkend <strong>voor</strong>mannen<br />
80 bankwerkers, draaiers. frezers, etc.<br />
100 werknemers<br />
Het spreekt vanzelf dat in het <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> werk<strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> arbeidsanalist alleen<br />
mogen wordt meegeteld indien <strong>de</strong>ze staffunctionaris zijn van <strong>de</strong> betrokken productielei<strong>de</strong>r<br />
of van één van zijn on<strong>de</strong>rgeschikten.<br />
2. Het aantal beschikbare mensen komt vaak niet overeen met <strong>de</strong> normale bezetting in verband<br />
met vacatures en <strong>de</strong>rgelijke. Men dient steeds uit te gaan van een normale bezetting,<br />
zodat vacatures dienen te wor<strong>de</strong>n meegeteld.<br />
III DE LOONSCHAALINDELING<br />
De toe te kennen punten volgens het functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld naar<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> loonschalen.<br />
De on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling luidt als volgt:<br />
Oud systeem t/m 31-3-’93 Uitwerking nieuw systeem Vervolg uitwerking<br />
aantal punten schaal aantal punten schaal aantal punten schaal<br />
t/m 89 I t/m 69 A 70 - 104 B1<br />
90 - 129 II 70 - 139 B 105 - 139 B2<br />
130 - 169 III 140 - 209 C 140 - 174 C1<br />
170 - 209 IV 210 - 279 D 175 - 209 C2<br />
210 - 249 V 280 - 349 E 210 - 244 D1<br />
250 - 289 VI 350 - 419 F 245 - 279 D2<br />
290 - 329 VII 420 - 489 G<br />
330 - 369 VIII 490 - 559 H<br />
370 - 409 IX 560 en hoger I<br />
410 - 449 X<br />
450 - 489 XI<br />
490 - 529 XII<br />
530 - 569 XIII<br />
570 en hoger XIV<br />
63
64<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Gevolg uitwerking:<br />
De na<strong>de</strong>re uitwerking van <strong>de</strong> in het akkoord gemaakte afspraken leidt tot het volgen<strong>de</strong>:<br />
• <strong>de</strong> klassebreedte van alle schalen is gesteld op 70 punten;<br />
• <strong>de</strong> loonschalen B, C en D zijn ten behoeve van <strong>de</strong> differentiatie <strong>voor</strong>alsnog inge<strong>de</strong>eld in<br />
hulpklassen van 35 punten. Na twee jaar volgt evaluatie op basis waarvan besloten<br />
wordt of <strong>de</strong> hulpklassen wor<strong>de</strong>n gehandhaafd.<br />
MODELREGELING FUNCTIEWAARDERING<br />
Het Dagelijks Bestuur van het Werk<strong>voor</strong>zieningschap ....... gehoord hebben<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rnemingsraad<br />
BESLUIT<br />
vanwege in het Technisch Overleg Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening overeengekomen oor<strong>de</strong>el<br />
dat on<strong>de</strong>rhavige mo<strong>de</strong>lregeling functiewaar<strong>de</strong>ring een waarborg is <strong>voor</strong> een juiste totstandkoming<br />
van individuele functiewaar<strong>de</strong>ring, het navolgen<strong>de</strong> vast te stellen:<br />
Artikel 1<br />
Voor <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong>ze regeling wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. Bedrijfsleiding:<br />
Degene die een bedrijfson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een werkverband leidt.<br />
b. Arbeidskundige:<br />
Niet in <strong>de</strong> lijn werkzame <strong>de</strong>skundige op het gebied van <strong>de</strong> arbeidsanalyse<br />
met betrekking tot werknemers in werksituaties.<br />
c. Werklei<strong>de</strong>r:<br />
Degene die direct toezicht uitoefent op een groep of af<strong>de</strong>ling hiërarchisch on<strong>de</strong>rgeschikten<br />
met verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> werkver<strong>de</strong>ling en controle van <strong>de</strong> resultaten.<br />
d. Hoofd werkverband:<br />
Hij die <strong>de</strong> dagelijkse leiding heeft over één of meer bedrijven binnen een<br />
gemeente of schap.<br />
e. Taakomschrijving:<br />
Een opsomming van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werker uitgevoer<strong>de</strong> en als zodanig<br />
door zijn werklei<strong>de</strong>r gesanctioneer<strong>de</strong> taken.<br />
f. Functiebeschrijving:<br />
De opsomming van <strong>de</strong>, meestal naar hun aard, en of niveau bij elkaar behoren<strong>de</strong><br />
taken, welke noodzakelijk zijn om het doel van <strong>de</strong> functie te realiseren, alsme<strong>de</strong> een<br />
beschrijving van <strong>de</strong> functie mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> zeven waar<strong>de</strong>ringskenmerken conform het<br />
functieclassificatiesysteem.<br />
g. FC-SW-systeem:<br />
Het functieclassificatiesysteem van <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 2<br />
h. Functieniveau:<br />
Het niveau waarop een functie op grond van <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ring ingepast is in één<br />
van <strong>de</strong> groepen.<br />
i. Functiewaar<strong>de</strong>ring:<br />
Het toekennen van punten volgens het functieclassificatiesysteem op basis van functiebeschrijving<br />
in relatie met omliggen<strong>de</strong> vergelijkbare functies en functieniveaus uit<br />
<strong>de</strong> functieomschrijvingen.<br />
Artikel 2<br />
Alle <strong>voor</strong> <strong>de</strong> WSW-werknemers beschikbare functies wor<strong>de</strong>n beschreven en gewaar<strong>de</strong>erd<br />
mid<strong>de</strong>ls een <strong>voor</strong> alle functies en alle niveau’s toepasbaar functieclassificatiesysteem,<br />
te weten het FC-SW-systeem.<br />
Artikel 3<br />
De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> het actualiseren van taakomschrijvingen en functiebeschrijvingen<br />
berust bij <strong>de</strong> bedrijfsleiding.<br />
Artikel 4<br />
Bij nieuwe functies adviseert <strong>de</strong> arbeidskundige, <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> plaatsing, met<br />
betrekking tot een <strong>voor</strong>lopige taakomschrijving.<br />
Artikel 5<br />
Werklei<strong>de</strong>r en betrokken me<strong>de</strong>werker/ster, of één vertegenwoordiging uit een groep<br />
werknemers/sters met i<strong>de</strong>ntieke functies, maken een taakomschrijving. De betreffen<strong>de</strong><br />
werknemer tekent <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> akkoord. Bij <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> taakomschrijving<br />
adviseert en on<strong>de</strong>rsteunt <strong>de</strong> arbeidskundige.<br />
Artikel 6<br />
De bedrijfsleiding stelt, binnen een termijn van twee weken, zonodig na overleg met <strong>de</strong><br />
betrokken werknemer(s)/ster(s) en <strong>de</strong> betrokken werklei<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> taakomschrijving vast.<br />
Indien niet tot vaststelling van <strong>de</strong> taakomschrijving kan wor<strong>de</strong>n overgaan, wordt <strong>de</strong>ze<br />
<strong>voor</strong>gelegd aan het hoofd werkverband, die binnen vier weken een beslissing neemt.<br />
Artikel 7<br />
Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> taakomschrijving adviseert <strong>de</strong> arbeidskundige ten aanzien<br />
van <strong>de</strong> mogelijke on<strong>de</strong>rbrenging in een reeds bestaan<strong>de</strong> functie. Indien het een<br />
nieuwe functie betreft maakt <strong>de</strong> arbeidskundige binnen zes weken aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />
vastgestel<strong>de</strong> taakomschrijving <strong>de</strong> functiebeschrijving.<br />
65
66<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Artikel 8<br />
De functiebeschrijving wordt ter registratie beschikbaar gesteld aan <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling die zorg<br />
draagt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> personele en/of <strong>sociale</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n.<br />
Artikel 9<br />
De vastgestel<strong>de</strong> taken en <strong>de</strong> functiebeschrijving wor<strong>de</strong>n ter bepaling van het functieniveau<br />
binnen één week aangebo<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie. De commissie<br />
verga<strong>de</strong>rt maan<strong>de</strong>lijks en draagt zorg <strong>voor</strong> een uitspraak binnen zes weken na aanbiedingsdatum.<br />
Deze commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> functie op basis van het FC-SW-systeem. De functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie<br />
bestaat uit drie le<strong>de</strong>n, te weten:<br />
1. De <strong>voor</strong>zitter, zijn<strong>de</strong> het hoofd van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling die <strong>de</strong> zorg heeft over personele aangelegenhe<strong>de</strong>n<br />
(niet stemgerechtigd):<br />
2. Eén door <strong>de</strong> OR aangewezen externe functiewaar<strong>de</strong>rings<strong>de</strong>skundige:<br />
3. Eén door <strong>de</strong> directeur aangewezen externe functiewaar<strong>de</strong>rings<strong>de</strong>skundige.<br />
Aan <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie wordt een secretaris tevens notulist(e) toegevoegd<br />
door en uit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling die zorg draagt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> personele en/of <strong>sociale</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n.<br />
Artikel 10<br />
De onafhankelijke opereren<strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie legt via <strong>de</strong> bedrijfsleiding<br />
<strong>de</strong> uitslag ter vaststelling <strong>voor</strong> aan het Dagelijks Bestuur. De behan<strong>de</strong>ling hiervan dient<br />
te gebeuren in <strong>de</strong> eerstvolgen<strong>de</strong> DB-verga<strong>de</strong>ring. Het Dagelijks Bestuur doet schriftelijk<br />
me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling van haar beslissing aan <strong>de</strong> bedrijfsleiding welke <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re administratieve<br />
afhan<strong>de</strong>ling zorgdraagt, zowel met betrekking tot in<strong>de</strong>ling in een bestaan<strong>de</strong> functie<br />
als met betrekking tot in<strong>de</strong>ling in een nieuwe functie.<br />
Artikel 11<br />
Indien <strong>de</strong> betrokken werknemer het niet eens is met het besluit als bedoeld on<strong>de</strong>r art.<br />
10 kan hij, binnen 30 dagen nadat hij schriftelijk hiervan in kennis is gesteld, een met<br />
re<strong>de</strong>nen omkleed bezwaarschrift indienen bij het Dagelijks Bestuur conform artikel 31<br />
Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 3<br />
Bijlage 3<br />
REGELING BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIE-<br />
WAARDERING SOCIALE WERKVOORZIENING<br />
De partijen bij <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening 1997, overwegen<strong>de</strong> dat zij in<br />
<strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> <strong>de</strong> wens hebben geuit te komen tot <strong>de</strong> instelling van een onafhankelijke<br />
Bezwarencommissie Functiewaar<strong>de</strong>ring als sluitstuk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> interne procedure bij functiewaar<strong>de</strong>ring,<br />
stellen hierbij als volgt vast.<br />
Artikel 1<br />
In <strong>de</strong>ze regeling wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. FC-SW-systeem: het functieclassificatiesysteem van <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening<br />
omschreven in bijlage 2 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening 1997;<br />
b. functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit van <strong>de</strong> werkgever als bedoeld in art. 1 lid 1 sub b van <strong>de</strong><br />
<strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening 1997 – hierna ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werkgever – jegens<br />
<strong>de</strong> werknemer genomen inzake <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring van zijn functie.<br />
Artikel 2<br />
1. Er is een commissie van advies bezwaren functiewaar<strong>de</strong>ring, hierna te noemen:<br />
bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring.<br />
2. De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring heeft tot taak <strong>de</strong> werkgever te adviseren<br />
over <strong>de</strong> ontvankelijkheid en <strong>de</strong> gegrondheid van bezwaren die door werknemers met<br />
een dienstbetrekking ingevolge <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zijn ingebracht<br />
tegen een functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit. De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring stelt<br />
<strong>de</strong> werkgever, <strong>de</strong> werknemer en eventuele an<strong>de</strong>re belanghebben<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gelegenheid<br />
te wor<strong>de</strong>n gehoord.<br />
3. De basis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> ingedien<strong>de</strong> bezwaarschriften is het FC-SW-systeem.<br />
Tot 1 januari 1999 wor<strong>de</strong>n ook bezwaren behan<strong>de</strong>ld die gericht zijn tegen een<br />
functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit genomen op basis van een functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem<br />
an<strong>de</strong>rs dan het FC-SW-systeem, mits dit systeem leidt tot eenzelf<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling als het<br />
FC-SW-systeem.<br />
Artikel 3<br />
1. De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring bestaat uit drie le<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter,<br />
en drie plaatsvervangen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r een plaatsvervangen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter.<br />
2. De <strong>voor</strong>zitter, <strong>de</strong> overige le<strong>de</strong>n alsme<strong>de</strong> hun plaatsvervangers wor<strong>de</strong>n benoemd door<br />
<strong>de</strong> organisaties partij bij <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening 1997, aan werkgeverszij<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> Vereniging van Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten, aan werknemerszij<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
ABVAKABO FNV en <strong>de</strong> CFO CNV-Bond.<br />
67
68<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
3. De le<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> plaatsvervangend le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n telkens benoemd <strong>voor</strong> een perio<strong>de</strong><br />
van vier jaar.<br />
Artikel 4<br />
1. De <strong>voor</strong>zitter en zijn plaatsvervanger wor<strong>de</strong>n gezamenlijk benoemd door <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>partijen.<br />
De functie van <strong>voor</strong>zitter wordt vervuld door een onafhankelijke <strong>de</strong>skundige,<br />
die geen <strong>de</strong>el uitmaakt van en niet werkzaam is on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
van een van <strong>de</strong> partijen bij het <strong>CAO</strong>-overleg.<br />
2. Eén lid en zijn plaatsvervanger wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gedragen door <strong>de</strong> Vereniging van<br />
Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten als werkgeversvereniging, één lid en zijn plaatsvervanger<br />
door <strong>de</strong> ABVAKABO FNV en <strong>de</strong> CFO als werknemersverenigingen.<br />
3. De onafhankelijkheid van le<strong>de</strong>n en plaatsvervangend le<strong>de</strong>n dient gewaarborgd te<br />
zijn. Dat houdt on<strong>de</strong>r meer in, dat le<strong>de</strong>n geen <strong>de</strong>el kunnen uitmaken van het<br />
gemeentebestuur dan wel lid kunnen zijn van een functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie,<br />
wanneer daardoor hun onafhankelijkheid in gevaar wordt gebracht.<br />
Artikel 5<br />
De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring wordt bijgestaan door een secretaris die een<br />
adviseren<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> taak heeft. De secretaris en zijn plaatsvervanger wor<strong>de</strong>n<br />
benoemd door <strong>de</strong> partijen bij <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening 1997.<br />
Artikel 6<br />
De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring regelt haar werkwijze en legt <strong>de</strong>ze vast in een<br />
reglement van or<strong>de</strong>.<br />
Artikel 7<br />
1. In het geval dat <strong>de</strong> werkgever een functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie heeft ingesteld, en<br />
aan het functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit geen advies van <strong>de</strong>ze commissie is <strong>voor</strong>afgegaan,<br />
stelt <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring <strong>de</strong> werkgever in <strong>de</strong> gelegenheid hierin<br />
alsnog te <strong>voor</strong>zien.<br />
2. Indien niet binnen twee weken aan het door <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring<br />
gedane verzoek wordt voldaan, adviseert <strong>de</strong> bezwarencommissie zon<strong>de</strong>r advies<br />
van <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie.<br />
3. De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring kan vor<strong>de</strong>ren dat alle stukken waarvan zij<br />
kennisneming noodzakelijk acht, wor<strong>de</strong>n overgelegd.<br />
Artikel 8<br />
1. De zittingen van <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring zijn niet openbaar.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 3<br />
2. Het is <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n en hun plaatsvervangers alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> secretaris en zijn plaatsvervanger<br />
verbo<strong>de</strong>n met betrekking tot een in behan<strong>de</strong>ling genomen bezwaar:<br />
a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen ver<strong>de</strong>r bekend te maken dan <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> uitoefening van hun functie in <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring<br />
gevor<strong>de</strong>rd wordt;<br />
b. an<strong>de</strong>rs dan ter zitting, zich in te laten in enig on<strong>de</strong>rhoud of gesprek met <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />
werkgever of bij hem werkzame personen;<br />
c. <strong>de</strong> gevoelens te openbaren welke in <strong>de</strong> commissie zijn geuit bij <strong>de</strong> beraadslaging<br />
omtrent het uit brengen advies.<br />
3. Het is <strong>de</strong> indiener van het bezwaarschrift dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger<br />
alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong>gene die hem van juridische bijstand <strong>voor</strong>ziet verbo<strong>de</strong>n met betrekking<br />
tot een in behan<strong>de</strong>ling genomen bezwaar, zich an<strong>de</strong>rs dan ter zitting in te laten in<br />
enig on<strong>de</strong>rhoud of gesprek met <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> werkgever of bij hem werkzame<br />
personen dan wel le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> functiewaar<strong>de</strong>ringscommissie.<br />
Artikel 9a<br />
1. Alvorens een bezwaarschrift kan wor<strong>de</strong>n ingediend bij <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring,<br />
dient <strong>de</strong> werknemer schriftelijk een klacht in te dienen bij <strong>de</strong> werkgever.<br />
De werknemer dient in <strong>de</strong> gelegenheid te wor<strong>de</strong>n gesteld <strong>de</strong> <strong>voor</strong> het formuleren<br />
van <strong>de</strong> klacht relevante stukken in te zien.<br />
2. De termijn <strong>voor</strong> het indienen van een klacht bedraagt 1 maand. De termijn vangt<br />
aan met ingang van <strong>de</strong> dag na die waarop het functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>geschreven<br />
wijze bekend is gemaakt.<br />
3. De werkgever doet binnen 1 maand na ontvangst van <strong>de</strong> klacht een schriftelijke<br />
reactie toekomen aan <strong>de</strong> werknemer.<br />
4. Werkgever en werknemer kunnen in on<strong>de</strong>rling overleg besluiten <strong>de</strong> in lid 2 en 3<br />
genoem<strong>de</strong> termijnen te verlengen, waarbij een totale termijn van 12 weken niet mag<br />
wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n.<br />
Artikel 9b<br />
1. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij <strong>de</strong><br />
bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring.<br />
2. De termijn <strong>voor</strong> het indienen van een bezwaarschrift bij <strong>de</strong> centrale commissie functiewaar<strong>de</strong>ring<br />
bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van <strong>de</strong> dag na<br />
die waarop <strong>de</strong> werkgever aan <strong>de</strong> werknemer zijn schriftelijke reactie heeft doen toekomen.<br />
3. Het bezwaarschrift wordt on<strong>de</strong>rtekend en bevat ten minste:<br />
a. <strong>de</strong> naam en het adres van <strong>de</strong> indiener;<br />
b. <strong>de</strong> dagtekening;<br />
69
70<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
c. een copy van het functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit waartegen het bezwaar is gericht;<br />
d. <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n van het bezwaar;<br />
e. <strong>de</strong> klacht zoals die in eerste instantie geformuleerd is en <strong>de</strong> schriftelijke reactie<br />
van <strong>de</strong> werkgever daarop.<br />
4. Indien een bezwaarschrift in een vreem<strong>de</strong> taal is gesteld en een vertaling <strong>voor</strong> een<br />
goe<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van het bezwaar noodzakelijk is, dient <strong>de</strong> indiener zorg te dragen<br />
<strong>voor</strong> dragen <strong>voor</strong> een vertaling.<br />
5. Indien niet is voldaan aan het gestel<strong>de</strong> in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid kan het bezwaar niet- ontvankelijk<br />
wor<strong>de</strong>n verklaard, mits <strong>de</strong> indiener <strong>de</strong> gelegenheid heeft gehad het verzuim<br />
te herstellen binnen een hem daartoe gestel<strong>de</strong> termijn. Indien <strong>de</strong> werkgever niet binnen<br />
<strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn reageert op <strong>de</strong> klacht van <strong>de</strong> werknemer, wordt dat<br />
beschouwd als overmacht aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> werknemer; <strong>de</strong> ontvankelijkheid van<br />
het bezwaar wordt hierdoor niet beïnvloed.<br />
6. Een klacht dan wel bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het <strong>voor</strong> het ein<strong>de</strong> van<br />
<strong>de</strong> termijn is ontvangen.<br />
7. Bij verzending per post is een klacht dan wel bezwaarschrift tijdig ingediend indien<br />
<strong>voor</strong> het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week<br />
na afloop van <strong>de</strong> termijn is ontvangen.<br />
8. Ten aanzien van een na afloop van <strong>de</strong> termijn ingedien<strong>de</strong> klacht dan wel bezwaarschrift<br />
blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien re<strong>de</strong>lijkerwijs<br />
niet kan wor<strong>de</strong>n geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> indiener in verzuim is geweest.<br />
9. De bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring bevestigt schriftelijk <strong>de</strong> ontvangst van het<br />
bezwaarschrift aan <strong>de</strong> werknemer en aan <strong>de</strong> werkgever.<br />
10. De klacht dan wel het bezwaar schorst niet <strong>de</strong> werking van het functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit<br />
waartegen het is gericht, tenzij bij of krachtens wettelijk <strong>voor</strong>schrift an<strong>de</strong>rs is<br />
bepaald.<br />
11. Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, zendt <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring<br />
<strong>de</strong> op <strong>de</strong> zaak betrekking hebben<strong>de</strong> stukken in ie<strong>de</strong>r geval aan <strong>de</strong><br />
gemachtig<strong>de</strong>.<br />
12. Het bezwaarschrift kan schriftelijk wor<strong>de</strong>n ingetrokken.<br />
13. Tij<strong>de</strong>ns het horen kan <strong>de</strong> intrekking ook mon<strong>de</strong>ling geschie<strong>de</strong>n.<br />
14. Een functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit waartegen bezwaar is gemaakt, kan, ondanks schending<br />
van een vorm<strong>voor</strong>schrift, door <strong>de</strong> bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring in<br />
stand wor<strong>de</strong>n gelaten indien blijkt dat <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> daardoor niet is bena<strong>de</strong>eld.<br />
Artikel 10<br />
De bezwarencommissie brengt binnen acht weken na ontvangst van het daartoe strekken<strong>de</strong><br />
verzoek een door <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter en secretaris on<strong>de</strong>rtekend, met re<strong>de</strong>nen omkleed
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 3<br />
schriftelijk advies uit aan <strong>de</strong> werkgever. Bij het advies gaat een samenvattend verslag van<br />
<strong>de</strong> hoorzitting. Een afschrift van zowel het advies als van het verslag van <strong>de</strong> hoorzitting<br />
wordt aan <strong>de</strong> werknemer, zijn vertegenwoordiger en eventuele an<strong>de</strong>re belanghebben<strong>de</strong>n<br />
toegezon<strong>de</strong>n. De werkgever laat binnen 3 weken na ontvangst van het advies aan <strong>de</strong><br />
werknemer weten of hij <strong>voor</strong>nemens is het advies van <strong>de</strong> commissie op te volgen.<br />
Artikel 11<br />
Deze regeling is van toepassing op alle functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluiten die op of na 1 oktober<br />
1998 zijn genomen. Bezwaren tegen functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluiten die <strong>voor</strong> 1 oktober<br />
1998 zijn genomen, dienen te wor<strong>de</strong>n afgehan<strong>de</strong>ld volgens <strong>de</strong> tot 1 oktober 1998<br />
ter zake gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling.<br />
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 1998.<br />
71
72<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Bijlage 4<br />
REGELING KINDEROPVANG VOOR DE SOCIALE<br />
WERKVOORZIENING<br />
BEGRIPSBEPALING<br />
Artikel 1<br />
Voor <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong>ze Regeling wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. fonds: <strong>de</strong> Stichting Beheer Collectieve Mid<strong>de</strong>len WSW / WIW als bedoeld in <strong>de</strong><br />
<strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening;<br />
b. <strong>CAO</strong>: <strong>de</strong> Collectieve Arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening, aangegaan<br />
tussen <strong>de</strong> werkgeversorganisatie VNG enerzijds en <strong>de</strong> werknemersorganisatie<br />
ABVAKABO FNV en CFO CNV-Bond an<strong>de</strong>rzijds;<br />
c. kin<strong>de</strong>ropvang: het op één of meer dagen per week tegen gel<strong>de</strong>lijke vergoeding bie<strong>de</strong>n<br />
van on<strong>de</strong>rdak, verzorging en begeleiding aan een kind door organisaties of personen<br />
die zich bezighou<strong>de</strong>n met kin<strong>de</strong>ropvang en daartoe beschikken over een geldige vergunning,<br />
die is verstrekt door <strong>de</strong> betrokken gemeente op basis van <strong>de</strong> van kracht<br />
zijn<strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning Kin<strong>de</strong>ropvang;<br />
d. kind: het kind tot wie <strong>de</strong> werknemer als ou<strong>de</strong>r in een familierechtelijke betrekking<br />
staat dan wel het kind dat blijkens een verklaring uit het bevolkingsregister op hetzelf<strong>de</strong><br />
adres als <strong>de</strong> werknemer woont en dat blijkens een schriftelijke verklaring van<br />
<strong>de</strong> werknemer duurzaam als eigen kind wordt verzorgd en opgevoed. Pleegkin<strong>de</strong>ren<br />
die door het Ministerie van Justitie bij <strong>de</strong> werknemer geplaatst zijn en waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
werknemer van het Ministerie van Justitie een vergoeding ontvangt, wor<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong>ze Regeling uitgesloten;<br />
e. opvangplaats: opvang <strong>voor</strong> één kind;<br />
f. kin<strong>de</strong>rdagverblijf: een ruimtelijke <strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ropvang uitsluitend <strong>voor</strong><br />
kin<strong>de</strong>ren vanaf 0 jaar tot het moment waarop zij basison<strong>de</strong>rwijs kunnen volgen<br />
(4 jaar);
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 4<br />
g. buitenschoolse en naschoolse opvang: een ruimtelijke <strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ropvang<br />
uitsluitend <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren die <strong>de</strong> basisschool bezoeken. De opvang vindt plaats vóór<br />
en na <strong>de</strong> dagelijkse schooltijd, in <strong>de</strong> middagpauze en geduren<strong>de</strong> vrije (mid)dagen en<br />
vakanties. Buitenschoolse en naschoolse opvang is mogelijk <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren van 4 tot<br />
en met 8 jaar.<br />
h. gastou<strong>de</strong>ropvang: kin<strong>de</strong>ropvang <strong>voor</strong> een kind vanaf 0 jaar tot en met 8 jaar, die tot<br />
stand komt door bemid<strong>de</strong>ling van en begeleid wordt vanuit een gastou<strong>de</strong>rbureau,<br />
waar particulieren kin<strong>de</strong>ropvang kunnen vragen en aanbie<strong>de</strong>n;<br />
i. gastou<strong>de</strong>rbureau: een bureau dat <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>ling tussen gastou<strong>de</strong>rs en ou<strong>de</strong>rs/verzorgers<br />
regelt en tevens verantwoor<strong>de</strong>lijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> uit <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>ling<br />
<strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong> gastou<strong>de</strong>ropvang;<br />
j. gezinsinkomen: alle inkomsten, inclusief toeslagen, uit of in verband met (al dan niet<br />
vroeger verrichte) arbeid of bedrijf van <strong>de</strong> werknemer en van zijn huwelijks- of<br />
relatiepartner;<br />
k. werkgever: zoals bedoeld in artikel 1 lid 1b van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening,<br />
die een arbeidsovereenkomst met <strong>de</strong> werknemer heeft in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />
Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening;<br />
l. werknemer: zoals bedoeld in artikel 1c van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening.<br />
Artikel 2<br />
1. Deze Regeling is van toepassing op <strong>de</strong> werknemer als bedoeld in artikel 1 sub l, en<br />
heeft betrekking op kin<strong>de</strong>ropvang ten behoeve van een werknemer die:<br />
als alleenstaan<strong>de</strong> één of meer kin<strong>de</strong>ren verzorgt, óf<br />
met huwelijks- of relatiepartner één of meer kin<strong>de</strong>ren verzorgt en wiens huwelijksof<br />
relatiepartner werkzaam is of een opleiding volgt, dan wel wegens ziekte <strong>de</strong> verzorging<br />
van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren niet op zich kan nemen.<br />
2. Het bestuur van <strong>de</strong> Stichting Beheer Collectieve Mid<strong>de</strong>len WSW / WIW kan na<strong>de</strong>re<br />
regels stellen met betrekking tot <strong>de</strong> werkingssfeer van <strong>de</strong>ze Regeling, alsme<strong>de</strong><br />
na<strong>de</strong>re toekennings- en vergoedingsregels.<br />
73
74<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Artikel 3<br />
Deze Regeling is alleen van toepassing op <strong>de</strong> opvanguren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> feitelijke werktijd<br />
van <strong>de</strong> werknemer en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> reistijd van opvangadres naar werkadres en terug.<br />
KINDEROPVANGMODALITEITEN<br />
Artikel 4<br />
On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvangvormen vallen binnen <strong>de</strong>ze Regeling.<br />
a. Kin<strong>de</strong>rdagverblijven, met dagopvang, verleng<strong>de</strong> en flexibele opvang.<br />
b. Buitenschoolse en naschoolse opvang.<br />
c. Gastou<strong>de</strong>ropvang door personen, aangesloten bij een gastou<strong>de</strong>rbureau.<br />
Voor alle kin<strong>de</strong>ropvangvormen geldt dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ziening dient te beschikken over een<br />
geldige vergunning, verstrekt door <strong>de</strong> betrokken gemeente, op basis van <strong>de</strong> van kracht<br />
zijn<strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning Kin<strong>de</strong>ropvang.<br />
DE BIJDRAGE VAN DE WERKNEMER<br />
Artikel 5<br />
1. De werknemer is bij het gebruik maken van <strong>de</strong>ze Regeling in alle gevallen een<br />
ou<strong>de</strong>rbijdrage verschuldigd. De hoogte van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdrage is afhankelijk van het<br />
gezinsinkomen.<br />
2. De ou<strong>de</strong>rbijdrage wordt bepaald aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke ou<strong>de</strong>rbijdragetabel<br />
van het ministerie van VWS. De tabel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gastou<strong>de</strong>ropvang wordt afgeleid van<br />
<strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>lijke tabel en vastgesteld door het bestuur van het fonds. De tabellen kunnen<br />
jaarlijks wor<strong>de</strong>n gewijzigd.<br />
3. De werknemer is verplicht <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vaststelling van het gezinsinkomen benodig<strong>de</strong><br />
gegevens te verstrekken, tenzij hij/zij instemt met betaling van <strong>de</strong> maximale<br />
ou<strong>de</strong>rbijdrage conform <strong>de</strong> <strong>voor</strong>noem<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdragetabellen.<br />
FACILITEITEN DIE HET FONDS BIEDT<br />
Artikel 6<br />
Werknemers kunnen via hun werkgever een aanvraag doen <strong>voor</strong> het regelen van een<br />
opvangplaats. De uitvoering van <strong>de</strong>ze regeling is door het bestuur van <strong>de</strong> Stichting<br />
Beheer Collectieve Mid<strong>de</strong>len WSW / WIW opgedragen aan het CMK te Paterswol<strong>de</strong>.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 4<br />
Het CMK regelt <strong>de</strong> plaatsing bij het kin<strong>de</strong>rcentrum dan wel <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>ling van een<br />
gastou<strong>de</strong>rbureau en verzorgt <strong>de</strong> vaststelling en inning van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdrage. Tevens<br />
beheert het CMK een wachtlijst, indien <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len van het fonds ontoereikend zijn<br />
om alle verzoeken tot plaatsing/bemid<strong>de</strong>ling te honoreren.<br />
BEHANDELING VAN AANVRAGEN<br />
Artikel 7<br />
De aanvragen wor<strong>de</strong>n in volgor<strong>de</strong> van aanmelding behan<strong>de</strong>ld, waarbij datum poststempel<br />
dan wel datum aanduiding ontvangen fax <strong>de</strong> datum van aanmelding bepaalt.<br />
Prioriteit wordt gegeven aan <strong>de</strong> inwilliging van verzoeken om plaatsing/bemid<strong>de</strong>ling<br />
van personen die:<br />
1. alleenstaand zijn;<br />
2. het twee<strong>de</strong> of <strong>voor</strong>ts volgen<strong>de</strong> kind via <strong>de</strong>ze regeling willen laten opvangen;<br />
3. vrouw en/of allochtoon zijn.<br />
BESCHIKBARE MIDDELEN EN INVOERING<br />
WACHTLIJST<br />
Artikel 8<br />
Bij onvoldoen<strong>de</strong> beschikbare mid<strong>de</strong>len zal het fonds overgaan tot <strong>de</strong> invoering van een<br />
wachtlijst. Het bestuur van het fonds kan na<strong>de</strong>re regels stellen met betrekking tot <strong>de</strong><br />
volgor<strong>de</strong> van plaatsing op <strong>de</strong> wachtlijst.<br />
ANNULERING<br />
Artikel 9<br />
Wanneer <strong>de</strong> werknemer schriftelijk akkoord is gegaan met het aanbod kin<strong>de</strong>ropvang van<br />
het CMK en wanneer het CMK in het belang van <strong>de</strong> werknemer reeds een plaatsingsbewijs<br />
heeft afgegeven, is <strong>de</strong> werknemer bij annulering drie maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> aanvang<br />
gehou<strong>de</strong>n aan een bijdrage van een bedrag ter hoogte van drie maan<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rbijdrage,<br />
volgens <strong>de</strong> hoogste schaal van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdragetabel.<br />
75
76<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
LIMIETSTELLING TARIEVEN<br />
Artikel 10<br />
Het bestuur van het fonds kan een limiet stellen aan <strong>de</strong> tarieven van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvang<br />
die vanuit het fonds gehuurd wordt, met inachtneming van <strong>de</strong> overige bepalingen van<br />
<strong>de</strong>ze Regeling.<br />
KOSTENDELING<br />
Artikel 11<br />
1. De werknemer dient na te gaan, dan wel dient me<strong>de</strong>werking te verlenen om het<br />
CMK te laten nagaan, of zijn huwelijks- of relatiepartner via diens werkgever, mid<strong>de</strong>len<br />
uit eigen bedrijf of uitkeringsinstantie, in staat is een bijdrage in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvangkosten<br />
te (doen) realiseren. De huwelijks- of relatiepartner is, indien dit kan,<br />
verplicht gebruik te maken van (een van) <strong>de</strong> in <strong>de</strong> vorige volzin bedoel<strong>de</strong> bijdragemogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />
2. Het fonds zal bij het regelen van <strong>de</strong> opvangplaats rekening hou<strong>de</strong>n met bijdragen<br />
die door <strong>de</strong> werknemer of zijn huwelijks- of relatiepartner uit an<strong>de</strong>r regelingen of<br />
bronnen verkregen kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />
HET REGELEN VAN EEN OPVANGPLAATS<br />
De uitvoering wordt geregeld door: CMK - kin<strong>de</strong>ropvang <strong>voor</strong> bedrijven te Paterswol<strong>de</strong>.<br />
DE AANVRAAG<br />
Artikel 12<br />
De werknemer dient een aanvraag <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ropvang in bij het CMK. Hier<strong>voor</strong> is een<br />
aanvraagformulier beschikbaar dat door <strong>de</strong> daartoe gerechtig<strong>de</strong> contactpersoon van <strong>de</strong><br />
werkgever dient te wor<strong>de</strong>n meeon<strong>de</strong>rtekend.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 4<br />
DE AKKOORDVERKLARING<br />
Artikel 13<br />
Indien <strong>de</strong> werknemer aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze Regeling voldoet, ontvangt hij/zij<br />
van het CMK een akkoordverklaring dan wel bericht dat zijn/haar verzoek aangehou<strong>de</strong>n<br />
moet wor<strong>de</strong>n en op <strong>de</strong> wachtlijst geplaatst is.<br />
DE PLAATSING<br />
Artikel 14<br />
Het CMK regelt <strong>de</strong> plaatsing van het kind van <strong>de</strong> werknemer in het door <strong>de</strong> werknemer<br />
aangegeven kin<strong>de</strong>rcentrum of via het aangegeven gastou<strong>de</strong>rbureau. Het CMK<br />
bekijkt daarbij eerst of er <strong>voor</strong> wat betreft <strong>de</strong> huurtarieven van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvangorganisatie<br />
<strong>voor</strong><strong>de</strong>liger alternatieven zijn. Dat kan betekenen dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs wordt <strong>voor</strong>gesteld<br />
om gebruik te maken van een an<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>rcentrum of een an<strong>de</strong>r gastou<strong>de</strong>rbureau.<br />
Mocht het gewenste dan wel <strong>voor</strong>gestel<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rcentrum of het gastou<strong>de</strong>rbureau geen<br />
opvang kunnen bie<strong>de</strong>n, dan wordt in overleg met <strong>de</strong> werknemer naar een alternatief<br />
gezocht. Dit alternatief kan zijn: een an<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>rcentrum of an<strong>de</strong>r gastou<strong>de</strong>rbureau,<br />
dan wel plaatsing op <strong>de</strong> wachtlijst van <strong>de</strong> oorspronkelijk gewenste <strong>voor</strong>ziening. Indien<br />
<strong>de</strong> werknemer dit alternatief na ten minste twee aanbiedingen niet acceptabel acht kan<br />
<strong>de</strong> aanvraag als vervallen wor<strong>de</strong>n beschouwd. De werknemer stemt <strong>de</strong>finitief in met een<br />
plaatsing door mid<strong>de</strong>l van het on<strong>de</strong>rtekenen van het plaatsingsaanbod. De werkgever en<br />
<strong>de</strong> werknemer ontvangen een bevestiging van plaatsing, mutatie en opzegging.<br />
OUDERBIJDRAGE<br />
Artikel 15<br />
Het CMK stelt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdrage vast en int <strong>de</strong>ze. Het CMK int tevens eventuele overige<br />
bijdragen als bedoeld in artikel 11 van <strong>de</strong>ze Regeling. Ou<strong>de</strong>rbijdrage is <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse<br />
bijdrage die werknemers betalen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> opvang van één of meer<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren.<br />
De ou<strong>de</strong>rbijdrage is afhankelijk van:<br />
• het belastbaar gezinsinkomen;<br />
• <strong>de</strong> vorm van opvang;<br />
• het aantal dag<strong>de</strong>len kin<strong>de</strong>ropvang;<br />
• het aantal kin<strong>de</strong>ren dat wordt opgevangen.<br />
77
78<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
OUDERBIJDRAGE EN VAKANTIESLUITING OF<br />
EIGEN VAKANTIE<br />
Artikel 16<br />
De ou<strong>de</strong>rbijdrage is 12 x per jaar verschuldigd en is wat betreft omvang en duur gerelateerd<br />
aan <strong>de</strong> omvang en duur van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer gehuur<strong>de</strong> opvangplaats.<br />
VASTSTELLING HOOGTE OUDERBIJDRAGE<br />
Artikel 17<br />
1. De hoogte van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdrage wordt bepaald aan <strong>de</strong> hand van het belastbaar<br />
gezinsinkomen. Als leidraad <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van het gezinsinkomen gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
richtlijnen van het ministerie van VWS, zoals opgenomen in <strong>de</strong> toelichting behoren<strong>de</strong><br />
bij <strong>de</strong> VWS-tabel ou<strong>de</strong>rbijdragen kin<strong>de</strong>ropvang.<br />
2. Tenminste éénmaal per jaar wordt het gezinsinkomen opnieuw vastgesteld.<br />
VERPLICHTING TOT VERSTREKKING GEGEVENS<br />
Artikel 18<br />
1. De werknemer is verplicht <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vaststelling van het gezinsinkomen benodig<strong>de</strong><br />
gegevens te verstrekken, tenzij hij instemt met betaling van <strong>de</strong> maximale ou<strong>de</strong>rbijdrage<br />
conform <strong>de</strong>ze Regeling. Indien blijkt dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbijdrage op basis van <strong>de</strong><br />
door <strong>de</strong> werknemer verstrekte gegevens te laag is vastgesteld, vindt een herberekening<br />
plaats en is, indien van toepassing, met terugwerken<strong>de</strong> kracht <strong>de</strong> nieuw vastgestel<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rbijdrage van toepassing. Eventuele vor<strong>de</strong>ringen kunnen eenmalig<br />
wor<strong>de</strong>n geïncasseerd.<br />
2. De werknemer is verplicht om terstond melding te doen van wijzigingen in het<br />
gezinsinkomen van 10% of meer.<br />
3. Indien <strong>de</strong> werknemer geen gebruik meer wenst te maken van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvang, is hij<br />
verplicht dit zo spoedig mogelijk te mel<strong>de</strong>n.<br />
4. Alle kosten <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ropvang die gemaakt wor<strong>de</strong>n vanaf het moment dat <strong>de</strong> werknemer<br />
niet meer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werkingssfeer van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening valt, zijn <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong> werknemer.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 4<br />
5. De werkgever bericht het CMK indien <strong>de</strong> werknemer min<strong>de</strong>r uren in dienst van <strong>de</strong><br />
organisatie zal zijn, dan wel indien sprake is van beëindiging van het dienstverband.<br />
Bericht is niet noodzakelijk indien het aantal opvanguren gelijk is of min<strong>de</strong>r is dan<br />
het aantal resteren<strong>de</strong> uren van het dienstverband.<br />
BETALING OUDERBIJDRAGE<br />
Artikel 19<br />
1. De ou<strong>de</strong>rbijdrage is maan<strong>de</strong>lijks vóóraf verschuldigd.<br />
2. De werknemer is verplicht in te stemmen met automatische incasso van <strong>de</strong> verschuldig<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rbijdrage.<br />
WIJZIGING VAN DE OPVANG<br />
Artikel 20<br />
Een wijziging in <strong>de</strong> opvang (ook wanneer het aantal dag<strong>de</strong>len gelijk blijft) dient aangevraagd<br />
te wor<strong>de</strong>n bij het CMK, door mid<strong>de</strong>l van het indienen van een nieuwe aanvraag.<br />
Als er sprake is van een verzoek om uitbreiding wordt <strong>de</strong> aanvraag behan<strong>de</strong>ld volgens<br />
<strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze Regeling opgenomen prioriteitsregels. Voor wijzigingen die een vermin<strong>de</strong>ring<br />
van het aantal opvanguren/dag<strong>de</strong>len inhou<strong>de</strong>n is artikel 21 van toepassing.<br />
OPZEGGING<br />
Artikel 21<br />
De werknemer kan (een ge<strong>de</strong>elte van) <strong>de</strong> opvangplaats opzeggen met inachtneming van<br />
een opzegtermijn van drie maan<strong>de</strong>n. Opzegging is mogelijk per 1 e of 15 e van <strong>de</strong> maand<br />
en dient schriftelijk te geschie<strong>de</strong>n.<br />
ALGEMENE SLOTBEPALINGEN<br />
Artikel 22<br />
1. In gevallen waarin <strong>de</strong>ze Regeling niet <strong>voor</strong>ziet of ondui<strong>de</strong>lijk is, kunnen werkgever<br />
of werknemer zich met een gemotiveerd verzoek wen<strong>de</strong>n tot het CMK, dat dit verzoek<br />
zal <strong>voor</strong>leggen aan het bestuur van het fonds.<br />
79
80<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
2. De registratie van <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze Regeling benodig<strong>de</strong> persoonsgegevens<br />
geschiedt conform <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> persoonsregistratie.<br />
3. Het bestuur van het fonds zal <strong>de</strong> kosten van het ten onrechte gebruik maken van<br />
<strong>de</strong>ze Regeling verhalen op <strong>de</strong> aanvrager.<br />
4. De Regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2001.<br />
NADERE INFORMATIE<br />
Voor vragen over <strong>de</strong> Regeling kunt u contact opnemen met het CMK.<br />
Het CMK is bereikbaar op:<br />
maandag van 8.30 tot 17.30 uur<br />
dinsdag van 8.30 tot 20.00 uur<br />
woensdag van 8.30 tot 20.00 uur<br />
don<strong>de</strong>rdag van 8.30 tot 20.00 uur<br />
vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur<br />
CMK - kin<strong>de</strong>ropvang <strong>voor</strong> bedrijven<br />
Prinses Irenelaan 1a, 9765 AL Paterswol<strong>de</strong><br />
Postbus 312, 9700 AH Groningen<br />
tel. 050 521 84 44<br />
fax 050 521 84 22<br />
e-mail info@cmk.nl<br />
www.cmk.nl<br />
Schriftelijk materiaal, aan te vragen bij het CMK:<br />
• handleiding <strong>voor</strong> werkgevers<br />
• fol<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> werknemers<br />
• aanvraagformulieren
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
Bijlage 5<br />
WET VAN 11 SEPTEMBER 1997, HOUDENDE NIEUWE<br />
REGELING INZAKE DE SOCIALE WERKVOORZIENING<br />
(WET SOCIALE WERKVOORZIENING)<br />
Versie geldig vanaf 01-01-2002<br />
Historie:<br />
Deze wet is gewijzigd bij <strong>de</strong> Wetten van 11 september 1997, Stb. 465, 18 <strong>de</strong>cember<br />
1997, Stb. 735, 24 <strong>de</strong>cember 1997, Stb. 789, 24 <strong>de</strong>cember 1998, Stb. 742, 30 november<br />
2000, Stb. 594, 14 <strong>de</strong>cember 2000, Stb. 569 en 571, 29 november 2001, Stb. 625,<br />
14 <strong>de</strong>cember 2001, Stb. 640<br />
Staatsblad<br />
465 Wet van 11 september 1997, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> nieuwe regeling inzake <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Wij Beatrix, bij <strong>de</strong> gratie Gods, Koningin <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, Prinses van Oranje-Nassau,<br />
enz. enz. enz.<br />
Allen, die <strong>de</strong>ze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:<br />
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen<br />
inzake <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening, on<strong>de</strong>r meer inzake <strong>de</strong> doelgroep, <strong>de</strong> indicatiestelling,<br />
<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> begeleid werken, <strong>de</strong> rechtspositie van <strong>de</strong> werknemers en <strong>de</strong> bekostiging;<br />
Zo is het, dat Wij, <strong>de</strong> Raad van State gehoord, en met gemeen overleg <strong>de</strong>r Staten-<br />
Generaal, hebben goedgevon<strong>de</strong>n en verstaan, gelijk Wij goedvin<strong>de</strong>n en verstaan bij<br />
<strong>de</strong>ze:<br />
HOOFDSTUK 1.<br />
INLEIDENDE BEPALINGEN<br />
Artikel 1<br />
1. In <strong>de</strong>ze wet en <strong>de</strong> daarop berusten<strong>de</strong> bepalingen wordt verstaan on<strong>de</strong>r:<br />
a. doelgroep: personen, die nog niet <strong>de</strong> leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en die<br />
door lichamelijke, verstan<strong>de</strong>lijke of psychische beperkingen uitsluitend on<strong>de</strong>r<br />
aangepaste omstandighe<strong>de</strong>n tot regelmatige arbeid in staat zijn;<br />
81
82<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
b. arbeidshandicap: het vanwege lichamelijke, verstan<strong>de</strong>lijke of psychische beperkingen<br />
vermin<strong>de</strong>rd vermogen om arbeid te verrichten;<br />
c. arbeidshandicapcategorie: een groep van tot <strong>de</strong> doelgroep behoren<strong>de</strong> personen,<br />
die in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> arbeidsgehandicapt is;<br />
d. dienstbetrekking: een dienstbetrekking met <strong>de</strong> gemeente als bedoeld in hoofdstuk<br />
2;<br />
e. werknemer: <strong>de</strong>gene die een dienstbetrekking heeft;<br />
f. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,<br />
genoemd in hoofdstuk 5 van <strong>de</strong> Wet structuur uitvoeringsorganisatie<br />
werk en inkomen;<br />
g. Centrale organisatie werk en inkomen: <strong>de</strong> Centrale organisatie werk en inkomen,<br />
genoemd in hoofdstuk 4 van <strong>de</strong> Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk<br />
en inkomen;<br />
h. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.<br />
2. Indien bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in <strong>de</strong> Wet gemeenschappelijke<br />
regelingen <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet volledig is overgedragen aan het bestuur<br />
van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet, treedt dat bestuur<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong>ze wet in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> betrokken gemeentebesturen.<br />
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re regels gesteld <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> doelgroep en <strong>de</strong> arbeidshandicapcategorieën.<br />
HOOFDSTUK 2.<br />
DE GEMEENTELIJKE SOCIALE WERKVOORZIENING<br />
Artikel 2<br />
1. De gemeente draagt er zorg <strong>voor</strong> dat zij aan zoveel mogelijk ingezetenen, die blijkens<br />
een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot <strong>de</strong> doelgroep behoren,<br />
een dienstbetrekking krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aanbiedt<br />
<strong>voor</strong> het verrichten van arbeid on<strong>de</strong>r aangepaste omstandighe<strong>de</strong>n. Deze dienstbetrekking<br />
is een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek<br />
7 van het Burgerlijk Wetboek.<br />
2. Op <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, zijn <strong>de</strong> bepalingen van titel<br />
10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.<br />
3. Het gemeentebestuur kan een rechtspersoon aanwijzen ten behoeve van <strong>de</strong> uitvoering<br />
van <strong>de</strong>ze wet. Het gemeentebestuur regelt in het aanwijzingsbesluit <strong>de</strong> inhoud<br />
van <strong>de</strong> rechtsbetrekking tussen <strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong> betrokken rechtspersoon.<br />
4. Bij ministeriële regeling kunnen, met het oog op een goe<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />
beschikbare dienstbetrekkingen over <strong>de</strong> ingezetenen die tot <strong>de</strong> doelgroep behoren,
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
na<strong>de</strong>re regels wor<strong>de</strong>n gesteld met betrekking tot <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van aanbieding van een<br />
dienstbetrekking.<br />
Artikel 3<br />
1. De arbeid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gericht op het behou<strong>de</strong>n dan wel het<br />
bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> arbeidsbekwaamheid van <strong>de</strong> werknemer me<strong>de</strong> met het oog op het<br />
kunnen gaan verrichten van arbeid on<strong>de</strong>r normale omstandighe<strong>de</strong>n.<br />
2. Bij <strong>de</strong> aanpassing van <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt<br />
rekening gehou<strong>de</strong>n met het advies ter zake dat in <strong>de</strong> indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking<br />
is opgenomen.<br />
3. Bij ministeriële regeling kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld inzake <strong>de</strong> aanpassing van <strong>de</strong><br />
omstandighe<strong>de</strong>n, bedoeld in artikel 2, eerste lid.<br />
Artikel 4<br />
1. De gemeente, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en <strong>de</strong> Centrale<br />
organisatie werk en inkomen werken samen om <strong>de</strong> inschakeling in het arbeidsproces<br />
te bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> werknemers van wie <strong>de</strong> verwachting bestaat dat zij in staat<br />
zullen zijn om binnen een jaar arbeid te verrichten on<strong>de</strong>r normale omstandighe<strong>de</strong>n<br />
en bij <strong>de</strong> toepassing van artikel 7.<br />
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> uitvoering van het eerste lid.<br />
Artikel 5<br />
De gemeente bedingt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> werknemer verrichte arbeid dan wel <strong>voor</strong> ten<br />
gevolge van zijn arbeid gelever<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren of diensten een vergoeding, die <strong>de</strong> concurrentieverhoudingen<br />
niet onverantwoord mag beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />
Artikel 6<br />
1. De werknemer is verplicht mee te werken aan het behoud dan wel het bevor<strong>de</strong>ren<br />
van zijn arbeidsbekwaamheid en aan het verkrijgen van arbeid on<strong>de</strong>r normale<br />
omstandighe<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> zover hij daartoe in staat wordt geacht.<br />
2. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,<br />
wordt <strong>de</strong> dienstbetrekking opgezegd, indien:<br />
a. <strong>de</strong> werknemer niet meewerkt aan een herindicatie overeenkomstig <strong>de</strong> daaromtrent<br />
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestel<strong>de</strong> regels;<br />
b. <strong>de</strong> werknemer blijkens een onaantastbaar gewor<strong>de</strong>n herindicatiebeschikking<br />
niet langer tot <strong>de</strong> doelgroep behoort, en wel zodra <strong>voor</strong> hem een alternatieve<br />
opvangmogelijkheid feitelijk beschikbaar is dan wel zodra hij een aanbod tot<br />
passen<strong>de</strong> arbeid on<strong>de</strong>r normale omstandighe<strong>de</strong>n heeft geweigerd;<br />
83
84<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
c. <strong>de</strong> werknemer niet voldoet aan het eerste lid.<br />
3. Voordat <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> dienstbetrekking opzegt wegens een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n dan<br />
genoemd in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len a en b van het twee<strong>de</strong> lid, vraagt zij advies van <strong>de</strong> commissie,<br />
bedoeld in artikel 12, eerste lid.<br />
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld met<br />
betrekking tot het advies, <strong>de</strong> werkwijze en <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> commissie bij<br />
haar taak op grond van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.<br />
HOOFDSTUK 3.<br />
SUBSIDIEVERSTREKKING DOOR DE GEMEENTE<br />
Artikel 7<br />
1. De gemeente kan een subsidie verstrekken aan een werkgever, die met een ingezetene<br />
die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot <strong>de</strong> doelgroep<br />
behoort, een arbeidsovereenkomst sluit, indien:<br />
a. in <strong>de</strong> beschikking is aangegeven, dat die ingezetene in aanmerking komt <strong>voor</strong><br />
toepassing van dit hoofdstuk; en<br />
b. <strong>de</strong> inpassing in <strong>de</strong> arbeid van betrokkene, met inbegrip van <strong>de</strong> begeleiding op<br />
zijn werkplek, wordt verzorgd door personen, die verbon<strong>de</strong>n zijn aan een rechtspersoon<br />
die tot doel heeft een <strong>de</strong>rgelijke inpassing en begeleiding te verrichten.<br />
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld met<br />
betrekking tot <strong>de</strong> toepassing van dit artikel.<br />
3. Een krachtens het twee<strong>de</strong> lid vastgestel<strong>de</strong> algemene maatregel van bestuur treedt niet<br />
eer<strong>de</strong>r in werking dan acht weken na <strong>de</strong> datum van uitgifte van het Staatsblad waarin<br />
hij is geplaatst. Van <strong>de</strong> plaatsing wordt onverwijld me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling gedaan aan <strong>de</strong><br />
bei<strong>de</strong> kamers <strong>de</strong>r Staten-Generaal.<br />
HOOFDSTUK 4.<br />
SUBSIDIE AAN DE GEMEENTE<br />
Artikel 8<br />
1. Het Rijk verstrekt aan <strong>de</strong> gemeente overeenkomstig dit hoofdstuk een subsidie <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> hoofdstukken 2, 3 en 5.<br />
2. Onze Minister verleent vóór 1 oktober van ie<strong>de</strong>r jaar <strong>de</strong> subsidie, waarop elke<br />
gemeente over het daaropvolgen<strong>de</strong> jaar recht heeft.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
3. De hoogte van <strong>de</strong> subsidie wordt, overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel<br />
van bestuur gestel<strong>de</strong> regels en na overleg met een representatieve vertegenwoordiging<br />
van <strong>de</strong> gemeenten, bepaald aan <strong>de</strong> hand van:<br />
a. een door Onze Minister <strong>voor</strong> elke gemeente vast te stellen aantal dienstbetrekkingen<br />
op basis van een volledige werkweek dan wel arbeidsovereenkomsten op<br />
grond van artikel 7, on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n naar arbeidshandicapcategorie, en rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met het aantal ingezetenen die blijkens een indicatiebeschikking of<br />
herindicatiebeschikking tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n arbeidshandicapcategorieën binnen<br />
<strong>de</strong> doelgroep behoren;<br />
b. een door Onze Minister jaarlijks vast te stellen bedrag per arbeidsovereenkomst<br />
als bedoeld in artikel 7 en per dienstbetrekking als bedoeld in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a, dat<br />
<strong>voor</strong> elke arbeidshandicapcategorie verschillend kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld, rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> verwachte loonkostenontwikkelingen, uitvoeringskosten<br />
en opbrengsten <strong>voor</strong>tvloeiend uit <strong>de</strong> dienstbetrekkingen;<br />
c. <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gemeente verleen<strong>de</strong> subsidie over het <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> jaar.<br />
4. Een krachtens het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid vastgestel<strong>de</strong> algemene maatregel van bestuur treedt niet<br />
eer<strong>de</strong>r in werking dan acht weken na <strong>de</strong> datum van uitgifte van het Staatsblad waarin<br />
hij is geplaatst. Van <strong>de</strong> plaatsing wordt onverwijld me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling gedaan aan <strong>de</strong><br />
bei<strong>de</strong> kamers <strong>de</strong>r Staten-Generaal.<br />
5. Dienstbetrekkingen aangegaan na <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet komen <strong>voor</strong><br />
subsidie in aanmerking ter hoogte van een bij of krachtens algemene maatregel van<br />
bestuur te bepalen ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> subsidie die geldt <strong>voor</strong> een dienstbetrekking op<br />
basis van een volledige werkweek.<br />
6. Onze Minister kan <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> subsidie wijzigen <strong>voor</strong> zover dat verband houdt<br />
met een na <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> subsidieverlening getroffen maatregel op het terrein van<br />
<strong>de</strong> arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> zekerheid of <strong>de</strong> belastingen, die <strong>voor</strong> alle gemeenten<br />
gelijk werkt.<br />
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wor<strong>de</strong>n regels gesteld met betrekking<br />
tot <strong>de</strong> wijze van betaling van <strong>de</strong> subsidie.<br />
Artikel 9<br />
1. Na afloop van het jaar stelt Onze Minister <strong>de</strong> subsidie vast. De vastgestel<strong>de</strong> subsidie<br />
kan van <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> subsidie afwijken, <strong>voor</strong> zover:<br />
a. <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> produkten van het, op basis van een volledige werkweek bereken<strong>de</strong>,<br />
aantal in dat jaar gerealiseer<strong>de</strong> arbeidsjaren uit dienstbetrekkingen en<br />
arbeidsovereenkomsten als bedoeld in <strong>de</strong> hoofdstukken 2 en 3 in elke arbeidshandicapcategorie<br />
en het bij die arbeidshandicapcategorie behoren<strong>de</strong> bedrag als<br />
bedoeld in artikel 8, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, min<strong>de</strong>r bedraagt dan <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> subsidie;<br />
85
86<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
b. <strong>de</strong> dienstbetrekking met een werknemer, nadat is vastgesteld dat hij niet langer<br />
tot <strong>de</strong> doelgroep behoort, in strijd met artikel 6, twee<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el b, langer<br />
wordt <strong>voor</strong>tgezet dan <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opzegtermijn;<br />
c. het gemeentebestuur niet han<strong>de</strong>lt in overeenstemming met <strong>de</strong> bij of krachtens<br />
<strong>de</strong>ze wet gestel<strong>de</strong> regels, of daarop niet dan wel onvoldoen<strong>de</strong> toeziet, met uitzon<strong>de</strong>ring<br />
van <strong>de</strong> artikelen 2, eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, en 5;<br />
d. <strong>de</strong> subsidie in het jaar na het jaar waarin hij is verleend an<strong>de</strong>rs is bestemd dan<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet of <strong>voor</strong> <strong>de</strong> inschakeling van werkzoeken<strong>de</strong>n in<br />
het arbeidsproces of binnen een re<strong>de</strong>lijke termijn niet overeenkomstig die<br />
bestemming feitelijk is besteed.<br />
2. Verlies van ingezetenschap in <strong>de</strong> gemeente heeft geen invloed op <strong>de</strong> toepassing van<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a van het eerste lid, zolang <strong>de</strong> dienstbetrekking of <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst,<br />
bedoeld in artikel 7, <strong>voor</strong>tduurt.<br />
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wor<strong>de</strong>n regels gesteld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> subsidievaststelling<br />
en <strong>de</strong> gevolgen daarvan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> subsidieverlening <strong>voor</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />
jaren.<br />
Artikel 10<br />
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld met<br />
betrekking tot een subsidie van het Rijk aan <strong>de</strong> gemeenten in verband met <strong>de</strong> inkoop<br />
door <strong>de</strong> gemeenten van diensten in het ka<strong>de</strong>r van arbeidsbemid<strong>de</strong>ling ten behoeve van<br />
<strong>de</strong> werknemers.<br />
HOOFDSTUK 5.<br />
DE INDICATIE<br />
Artikel 11<br />
1. Het gemeentebestuur stelt van personen, die <strong>voor</strong> indicatie zijn aangemeld dan wel<br />
die zich daartoe hebben aangemeld, gehoord <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 12,<br />
bij beschikking vast:<br />
a. of <strong>de</strong>ze behoren tot <strong>de</strong> doelgroep;<br />
b. nadat is vastgesteld dat een persoon tot <strong>de</strong> doelgroep behoort, <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van<br />
<strong>de</strong> persoon in één van <strong>de</strong> arbeidshandicapcategorieën, die bepaald wor<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong> zwaarte van <strong>de</strong> aanpassing van <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> productiviteit;<br />
c. welke aanpassing van omstandighe<strong>de</strong>n nodig is bij het verrichten van arbeid<br />
door <strong>de</strong> betrokkene;<br />
d. of <strong>de</strong> betrokkene in aanmerking komt <strong>voor</strong> toepassing van hoofdstuk 3;<br />
e. of <strong>de</strong> betrokkene in aanmerking komt <strong>voor</strong> een scholingstraject.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
2. Het gemeentebestuur verricht periodiek herindicatie van personen overeenkomstig<br />
<strong>de</strong> krachtens artikel 6, twee<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el a, gestel<strong>de</strong> regels, gehoord <strong>de</strong> commissie,<br />
bedoeld in artikel 12.<br />
3. Indicatie vindt slechts plaats met betrekking tot personen die als werkzoeken<strong>de</strong><br />
staan ingeschreven bij <strong>de</strong> Centrale organisatie werk en inkomen, dan wel personen,<br />
die reeds een dienstbetrekking hebben en die <strong>voor</strong> herindicatie in aanmerking<br />
komen.<br />
4. Het gemeentebestuur beheert een lijst van ingezetenen die tot <strong>de</strong> doelgroep behoren.<br />
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re regels gesteld met<br />
betrekking tot <strong>de</strong> krachtens dit artikel aan <strong>de</strong> gemeente opgedragen taken en <strong>de</strong><br />
wijze van uitoefening daarvan.<br />
6. Een krachtens het vijf<strong>de</strong> lid vastgestel<strong>de</strong> algemene maatregel van bestuur treedt niet<br />
eer<strong>de</strong>r in werking dan acht weken na <strong>de</strong> datum van uitgifte van het Staatsblad waarin<br />
hij is geplaatst. Van <strong>de</strong> plaatsing wordt onverwijld me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling gedaan aan <strong>de</strong><br />
bei<strong>de</strong> kamers <strong>de</strong>r Staten-Generaal.<br />
Artikel 12<br />
1. Het gemeentebestuur stelt een onafhankelijke commissie in dan wel wijst een onafhankelijke<br />
commissie aan, die haar, na het verrichten van een on<strong>de</strong>rzoek, adviseert<br />
omtrent <strong>de</strong> indicatie, bedoeld in artikel 11, eerste lid, en <strong>de</strong> herindicatie, bedoeld in<br />
artikel 11, twee<strong>de</strong> lid.<br />
2. In <strong>de</strong> commissie hebben in elk geval zitting een arbeids<strong>de</strong>skundige, een arbeidsmarkt<strong>de</strong>skundige,<br />
een arts en een psycholoog. Ambtenaren in dienst van <strong>de</strong> gemeente<br />
dan wel personen in dienst van <strong>de</strong> rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid,<br />
maken geen <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> commissie.<br />
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld met<br />
betrekking tot het advies en <strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> commissie.<br />
4. Bij ministeriële regeling wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re regels gesteld met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid<br />
van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re samenstelling van <strong>de</strong> commissie<br />
en <strong>de</strong> onverenigbaarheid van an<strong>de</strong>re functies met het lidmaatschap van <strong>de</strong><br />
commissie.<br />
5. Het gemeentebestuur draagt zorg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> commissie, waarbij<br />
in elk geval aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> kwaliteitszorg, zulks met in achtneming<br />
van bij ministeriële regeling te stellen regels.<br />
87
88<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
HOOFDSTUK 6.<br />
TOEZICHT EN INFORMATIE<br />
Artikel 13<br />
1. Onze Minister is verantwoor<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> het toezicht op <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet<br />
door het gemeentebestuur.<br />
2. Dit toezicht wordt on<strong>de</strong>r gezag van Onze Minister uitgeoefend door <strong>de</strong> Inspectie<br />
Werk en Inkomen, genoemd in hoofdstuk 7 van <strong>de</strong> Wet structuur uitvoeringsorganisatie<br />
werk en inkomen, on<strong>de</strong>r leiding van het hoofd van die inspectie. De artikelen<br />
37, 38, 42 en 44 van <strong>de</strong> Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen<br />
zijn van overeenkomstige toepassing.<br />
3. Onze Minister kan een gemeentebestuur aanwijzingen geven met betrekking tot <strong>de</strong><br />
uitvoering van <strong>de</strong>ze wet door dat gemeentebestuur. Hij treedt daarbij niet in individuele<br />
gevallen.<br />
4. Ten behoeve van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, dient het gemeentebestuur<br />
jaarlijks bij Onze Minister een verslag in over <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet. Het verslag<br />
omvat me<strong>de</strong> een kostenopgave ten behoeve van <strong>de</strong> subsidievaststelling. Het verslag<br />
is <strong>voor</strong>zien van een verklaring van een <strong>de</strong>skundige, belast met <strong>de</strong> in artikel 213<br />
van <strong>de</strong> Gemeentewet <strong>voor</strong>geschreven controle omtrent <strong>de</strong> juistheid en volledigheid<br />
van verstrekte gegevens. Het verslag wordt kosteloos verstrekt.<br />
5. Het gemeentebestuur, <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersoon<br />
en <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 12, verstrekken ten behoeve van het toezicht<br />
<strong>de</strong>sgevraagd aan Onze Minister kosteloos na<strong>de</strong>re of an<strong>de</strong>re informatie en verlenen<br />
hem inzage in <strong>de</strong> administratie.<br />
6. De administratie moet zodanig wor<strong>de</strong>n ingericht en gevoerd, dat alle van belang zijn<strong>de</strong><br />
vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-,<br />
controle- en verantwoordingsproces zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd.<br />
7. Bij ministeriële regeling wor<strong>de</strong>n regels gesteld inzake het verslag en over <strong>de</strong> verklaring<br />
en het on<strong>de</strong>rzoek dat resulteert in <strong>de</strong>ze verklaring.<br />
Artikel 14<br />
1. Het gemeentebestuur, <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersoon<br />
en <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 12, verstrekken <strong>de</strong>sgevraagd aan Onze Minister<br />
kosteloos alle inlichtingen, die hij nodig heeft <strong>voor</strong> <strong>de</strong> informatie<strong>voor</strong>ziening en <strong>de</strong><br />
beleidsvorming met betrekking tot <strong>de</strong>ze wet.<br />
2. Bij ministeriële regeling kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> wijze van<br />
verstrekken en het tijdstip van het verstrekken van <strong>de</strong> inlichtingen.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
Artikel 15<br />
1. An<strong>de</strong>re gemeentebesturen, <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersonen,<br />
<strong>de</strong> Centrale organisatie werk en inkomen en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen<br />
zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek, kosteloos,<br />
aan het gemeentebestuur en <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen<br />
rechtspersoon alle gegevens en inlichtingen te verstrekken, die noodzakelijk zijn<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet.<br />
2. Het gemeentebestuur en <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersoon<br />
zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek uit <strong>de</strong> administratie aangelegd<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet kosteloos aan bestuursorganen <strong>de</strong> gegevens te<br />
verstrekken die noodzakelijk zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bij of krachtens wet aan <strong>de</strong>ze bestuursorganen<br />
opgedragen taken.<br />
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toepassing van het<br />
eerste en twee<strong>de</strong> lid na<strong>de</strong>re regels wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />
4. Een ie<strong>de</strong>r verstrekt <strong>de</strong>sgevraagd aan het gemeentebestuur, <strong>de</strong> krachtens artikel 2,<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersoon en <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 12 kosteloos<br />
alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze<br />
wet ten opzichte van hemzelf, hem in wiens dienst dan wel ten behoeve van wie hij<br />
werkt of gewerkt heeft of hem die in zijn dienst dan wel te zijnen behoeve werkt of<br />
gewerkt heeft.<br />
5. Het gemeentebestuur, <strong>de</strong> krachtens artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, aangewezen rechtspersoon<br />
en <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 12 kunnen het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld<br />
in artikel 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el j van <strong>de</strong> Algemene wet inzake rijksbelastingen,<br />
opnemen in een persoonsregistratie aangelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet en<br />
daarvan gebruik maken, indien dat nodig is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze wet of <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> uitvoering van an<strong>de</strong>re wetten, waarbij gebruik wordt gemaakt van dat sociaal-fiscaalnummer.<br />
HOOFDSTUK 7.<br />
OVERGANGSBEPALINGEN<br />
Artikel 16<br />
1. Met ingang van <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dienstbetrekkingen,<br />
die op <strong>de</strong> dag <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan die datum bestaan krachtens <strong>de</strong> Wet<br />
Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die datum en die na die datum <strong>voor</strong>tbestaan,<br />
aangemerkt als dienstbetrekking in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong>ze wet.<br />
2. De rechten en verplichtingen, <strong>voor</strong>tvloeiend uit een tot die datum bestaan<strong>de</strong> dienstbetrekking,<br />
blijven in stand totdat met <strong>de</strong> werknemer an<strong>de</strong>rs wordt overeengekomen<br />
89
90<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
dan wel met betrekking tot die dienstbetrekking een collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van toepassing wordt.<br />
3. Tot <strong>de</strong> rechten en verplichtingen, bedoeld in het twee<strong>de</strong> lid, behoren ook die<br />
betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanspraken op pensioen, uitkeringen in verband met aanvullen<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening en uitkeringen in verband met vrijwillig vervroeg<strong>de</strong> uittreding,<br />
vastgesteld door <strong>de</strong> stichtingen bedoeld in artikel 30a van <strong>de</strong> Wet Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening, zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze<br />
wet; het ten aanzien van die stichtingen bepaal<strong>de</strong>, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> artikelen<br />
30b, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el d, en 30c, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el b, blijft na <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding<br />
van <strong>de</strong>ze wet eveneens van toepassing, zolang <strong>de</strong> in dit lid geregel<strong>de</strong> aanspraken van<br />
<strong>de</strong> werknemers niet bij collectieve arbeidsovereenkomst zijn geregeld.<br />
4. Van rechtsvor<strong>de</strong>ringen met betrekking tot <strong>de</strong> toepassing van dit artikel neemt <strong>de</strong><br />
kantonrechter kennis.<br />
5. De gemeente verschaft aan <strong>de</strong> werknemers informatie omtrent <strong>de</strong> rechtspositie en <strong>de</strong><br />
arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> hen gel<strong>de</strong>n met ingang van <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding<br />
van <strong>de</strong>ze wet.<br />
Artikel 17<br />
Het recht zoals dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet gold blijft van<br />
toepassing ten aanzien van:<br />
a. <strong>de</strong> vergoeding van het Rijk aan <strong>de</strong> gemeenten over tijdvakken <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan die<br />
datum alsme<strong>de</strong> ten aanzien van <strong>de</strong> uitvoering over die tijdvakken door <strong>de</strong> stichtingen,<br />
bedoeld in artikel 30a, eerste lid, van <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zoals<br />
<strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die datum;<br />
b. <strong>de</strong> mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen een besluit dat<br />
is genomen op grond van <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die<br />
datum en dat <strong>voor</strong> die datum is bekendgemaakt;<br />
c. <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van bezwaar of beroep dat <strong>voor</strong> die datum is gemaakt on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nlijk<br />
ingesteld tegen een besluit op grond van <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening<br />
zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die datum.<br />
Artikel 18<br />
Voor <strong>de</strong> eerste toepassing van artikel 8 wordt, overeenkomstig bij of krachtens algemene<br />
maatregel van bestuur gestel<strong>de</strong> regels, rekening gehou<strong>de</strong>n met het aantal dienstbetrekkingen,<br />
die op <strong>de</strong> dag <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze<br />
wet bestaan krachtens <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die datum.<br />
Artikel 19<br />
Personen, die op <strong>de</strong> dag <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 5<br />
een dienstbetrekking hebben krachtens <strong>de</strong> Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong><br />
tot die datum, behoeven, zolang <strong>de</strong> dienstbetrekking <strong>voor</strong>tduurt, niet overeenkomstig<br />
<strong>de</strong> hoofdstukken 2 en 5 te wor<strong>de</strong>n geïndiceerd; artikel 6, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, is echter wel van<br />
toepassing.<br />
Artikel 20<br />
Uiterlijk twee jaar na <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet dienen <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>rnemingen<br />
waar<strong>voor</strong> organen van overleg, ingesteld krachtens <strong>de</strong> Wet Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening zoals <strong>de</strong>ze luid<strong>de</strong> tot die datum, functioneren, on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n ten<br />
behoeve van werknemers in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong>ze wet te zijn ingesteld. De bestaan<strong>de</strong> organen<br />
van overleg hou<strong>de</strong>n op te bestaan op <strong>de</strong> datum waarop <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemer een on<strong>de</strong>rnemingsraad<br />
ten behoeve van werknemers in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong>ze wet heeft ingesteld <strong>voor</strong> het<br />
organisatieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el waar<strong>voor</strong> het orgaan van overleg is ingesteld of me<strong>de</strong> <strong>voor</strong> dat organisatieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el,<br />
doch uiterlijk twee jaar na <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet.<br />
Artikel 21<br />
Bij ministeriële regeling kunnen regels wor<strong>de</strong>n gesteld met het oog op een goe<strong>de</strong> invoering<br />
van <strong>de</strong>ze wet in geval een gemeentebestuur op <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van<br />
<strong>de</strong>ze wet <strong>de</strong>elneemt aan meer<strong>de</strong>re gemeenschappelijke regelingen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering van<br />
<strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening.<br />
HOOFDSTUK 8.<br />
Artikelen 22-45 [Deze artikelen zijn vervallen.]<br />
HOOFDSTUK 9.<br />
SLOTBEPALINGEN<br />
Artikel 46<br />
Onze Minister zendt na drie jaar na inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze wet en vervolgens telkens<br />
na vier jaar aan <strong>de</strong> Staten-Generaal een verslag van <strong>de</strong> doeltreffendheid en doelmatigheid<br />
van <strong>de</strong>ze wet.<br />
Artikel 47<br />
De Wet Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening wordt ingetrokken.<br />
91
92<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Artikel 48<br />
De artikelen van <strong>de</strong>ze wet tre<strong>de</strong>n in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen<br />
tijdstip, dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> artikelen of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daarvan verschillend kan wor<strong>de</strong>n<br />
vastgesteld.<br />
Artikel 49<br />
Deze wet wordt aangehaald als: Wet <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening.<br />
Lasten en bevelen dat <strong>de</strong>ze in het Staatsblad zal wor<strong>de</strong>n geplaatst en dat alle ministeries,<br />
autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan <strong>de</strong> nauwkeurige uitvoering<br />
<strong>de</strong> hand zullen hou<strong>de</strong>n.<br />
Gegeven te ‘s-Gravenhage, 11 september 1997<br />
Beatrix<br />
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,<br />
A. P. W. Melkert<br />
Uitgegeven <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> oktober 1997<br />
De Minister van Justitie,<br />
W. Sorgdrager
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 6<br />
Bijlage 6<br />
ARBOCONVENANT SOCIALE WERKVOORZIENING<br />
Overeenkomstig artikel 12 van het op 2 april 2002 on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> Arboconvenant <strong>sociale</strong><br />
werk<strong>voor</strong>ziening zijn hieron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> artikelen 4, 5, 6 en 10 lid 3 uit het Arboconvenant<br />
opgenomen.<br />
MAATREGELEN<br />
Algemeen<br />
Artikel 4<br />
1. Om <strong>de</strong> in artikel 2 en 3 genoem<strong>de</strong> doelstellingen te realiseren, verplichten partijen<br />
zich uitvoering te geven aan het Plan van Aanpak, dat onlosmakelijk <strong>de</strong>el uitmaakt<br />
van on<strong>de</strong>rhavig convenant.<br />
2. Als algemene maatregelen in het Plan van Aanpak (hoofdstuk 2) zijn opgenomen:<br />
a. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van een arbothermometer (inclusief<br />
een meetsysteem werkdruk);<br />
b. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek;<br />
c. het oprichten van een kennis- en expertisecentrum;<br />
d. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van een branchespecifieke RI&E;<br />
e. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van hulpmid<strong>de</strong>len bij <strong>de</strong> contractering<br />
van arbodiensten;<br />
f. het on<strong>de</strong>rzoeken van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van een sociaal fonds.<br />
3. Met betrekking tot het on<strong>de</strong>rwerp fysieke belasting zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> activiteiten in<br />
hoofdstuk 3 van het Plan van Aanpak opgenomen:<br />
a. het ontwikkelen van een handboek fysieke belasting;<br />
b. het opstellen door SW-bedrijven van een jaarlijks plan van aanpak fysieke belasting;<br />
c. het opstellen van protocollen fysieke belasting.<br />
4. Met betrekking tot het on<strong>de</strong>rwerp psycho<strong>sociale</strong> belasting zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> activiteiten<br />
in hoofdstuk 4 van het Plan van Aanpak opgenomen:<br />
a. het ontwikkelen en toepassen van een cursus sturingsvaardighe<strong>de</strong>n;<br />
b. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van een handboek psycho<strong>sociale</strong><br />
belasting.<br />
93
94<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
5. Met betrekking tot het on<strong>de</strong>rwerp vroegtijdige reïntegratie en terugdringen ziekteverzuim<br />
zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> activiteiten in hoofdstuk 5 van het Plan van Aanpak opgenomen:<br />
a. het ontwikkelen en ter beschikking stellen van een checklist procedure ziekmelding<br />
en verzuimbegeleiding;<br />
b. het ontwikkelen van een module verzuimbegeleiding <strong>voor</strong> leidinggeven<strong>de</strong>n in<br />
SW-bedrijven, OR-le<strong>de</strong>n en ka<strong>de</strong>rle<strong>de</strong>n van <strong>CAO</strong>-vakbon<strong>de</strong>n en het stimuleren<br />
van <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> cursus;<br />
c. het opstellen door SW-bedrijven van beleidsplannen over <strong>de</strong> reïntegratiefunctie<br />
en monitoring door <strong>de</strong> projectorganisatie;<br />
d. eenduidige registratie ziekteverzuim;<br />
e. eenduidige registratie WAO nadat een metho<strong>de</strong> is ontwikkeld om <strong>de</strong> WAOinstroom<br />
en <strong>de</strong> terugval op <strong>de</strong> WAO te meten;<br />
6. Ter realisatie van het plan van aanpak (hoofdstuk 6) zal een tij<strong>de</strong>lijke projectorganisatie<br />
wor<strong>de</strong>n ingericht met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> taken:<br />
a. stimuleren van het gebruik van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> hulpmid<strong>de</strong>len;<br />
b. uitvoering van het arboconvenant;<br />
c. fungeren als informatie- en coördinatiepunt;<br />
d. on<strong>de</strong>rsteuning van individuele SW-bedrijven, bij<strong>voor</strong>beeld bij het vormgeven<br />
van <strong>de</strong> reïntegratiefunctie, zoals bedoeld in artikel 4, lid 5;<br />
e. signaleren<strong>de</strong> en registreren<strong>de</strong> functie ten aanzien van arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n in<br />
SW-bedrijven.<br />
COMMUNICATIE<br />
Artikel 5<br />
1. Om <strong>de</strong> in artikel 2 genoem<strong>de</strong> doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich<br />
het convenant met gerichte communicatie te on<strong>de</strong>rsteunen. Daartoe is in het Plan<br />
van Aanpak (hoofdstuk 11) een communicatieplan opgenomen.<br />
2. De volgen<strong>de</strong> activiteiten maken <strong>de</strong>el uit van het communicatieplan:<br />
a. het regelmatig informeren van werkgevers en werknemers over het convenant en<br />
over <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang van <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong> convenantsafspraken door mid<strong>de</strong>l<br />
van publicaties in hun periodieken (procescommunicatie);<br />
b. het gericht geven van <strong>voor</strong>lichting ter bevor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> bewustwording van<br />
werkgevers en werknemers over het gevaar van arbeidsrisico’s en over het belang<br />
van goe<strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n en van een effectief verzuimbeleid (bewustwording);
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Bijlage 6<br />
c. het gericht geven van <strong>voor</strong>lichting aan werkgevers en werknemers over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
om <strong>de</strong> hier bedoel<strong>de</strong> risico’s te beperken en te <strong>voor</strong>komen en over <strong>de</strong><br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een effectiever verzuim- en reïntegratiebeleid (instructie en<br />
instrumentele <strong>voor</strong>lichting);<br />
d. het monitoren van afspraken over <strong>voor</strong>lichting in <strong>de</strong> nul-, tussen- en eindmeting<br />
van het Arboconvenant, zoals bedoeld in artikel 10;<br />
BETROKKENHEID WERKNEMERS-<br />
VERTEGENWOORDIGINGEN<br />
Artikel 6<br />
1. Om <strong>de</strong> in artikel 2 en 3 genoem<strong>de</strong> doelstellingen te realiseren, verplichten partijen<br />
zich On<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n en/of Personeelsvertegenwoordigingen (OR/PVT) actief<br />
bij <strong>de</strong> implementatie van het Plan van Aanpak te betrekken, in het bijzon<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong><br />
maatregelen op bedrijfsniveau. Daartoe is aan het Plan van Aanpak (hoofdstuk 7)<br />
een OR/PVT-plan opgenomen.<br />
1. De volgen<strong>de</strong> activiteiten maken <strong>de</strong>el uit van het OR/PVT-plan:<br />
a. het raadplegen van een OR/PVT-platform tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> implementatie-fase van het<br />
convenant;<br />
b. het vormgeven van structureel contact tussen werkgever en OR/PVT over implementatie<br />
van convenantsafspraken;<br />
c. het vormgeven van structureel contact tussen arbodienst en OR/PVT over<br />
implementatie van convenantsafspraken;<br />
d. het waarborgen van me<strong>de</strong>zeggenschap bij <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> branche-specifieke<br />
RI&E;<br />
e. het uitvoeren van een bewustwordingscampagne over <strong>de</strong> afspraken uit het convenant<br />
richting OR/PVT-en en hun achterban, als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het communicatieplan<br />
zoals bedoeld in artikel 5;<br />
f. het vormgeven van een Werkpakket Arbo <strong>voor</strong> OR/PVT-en, inzake implementatie<br />
van convenantsafspraken;<br />
g. het organiseren van een training ‘arboconvenant’ <strong>voor</strong> OR/PVT’en, VGW(M)commissies<br />
en staffunctionarissen;<br />
h. het monitoren van afspraken over betrokkenheid van OR/PVT’en in <strong>de</strong> nul-,<br />
tussen- en eindmeting van het Arboconvenant, zoals bedoeld in artikel 10.<br />
95
96<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
MONITORING<br />
Artikel 10 lid 3<br />
Indien partijen vaststellen dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang aanmerkelijk achterblijft bij <strong>de</strong> doelstellingen,<br />
of bij <strong>de</strong> met <strong>de</strong> maatregelen beoog<strong>de</strong> effecten, beraadt <strong>de</strong> BBC zich over welke ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong><br />
of an<strong>de</strong>rsoortige maatregelen noodzakelijk wor<strong>de</strong>n geacht om <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang<br />
in lijn te brengen met <strong>de</strong> doelstelling, en bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> BBC dat <strong>de</strong>ze maatregelen wor<strong>de</strong>n<br />
uitgevoerd. Indien <strong>de</strong> BBC <strong>de</strong>rgelijke maatregelen neemt, bevor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> organisaties<br />
opname van <strong>de</strong>ze maatregelen in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003<br />
97
98<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Inhoud*<br />
pagina<br />
Definities artikel 1 99<br />
Bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> artikel 2 t/m 6 100<br />
Arbeidsovereenkomst artikel 7 t/m 13 101<br />
Arbeidsduur en werktij<strong>de</strong>n artikel 14 a t/m 22 106<br />
Beloning artikel 23 t/m 30 109<br />
Toeslagen en tegemoetkomingen artikel 31 t/m 36 113<br />
Bedrijfsspaarregeling artikel 37 113<br />
Verlof artikel 38 t/m 40 114<br />
Disciplinaire maatregelen artikel 41 t/m 43 117<br />
Seniorenregeling en pensioen artikel 44 t/m 46 117<br />
Ontwikkeling van <strong>de</strong> werknemer artikel 48 t/m 51 120<br />
Betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof artikel 52 120<br />
Kin<strong>de</strong>ropvang artikel 53 121<br />
Centrale bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring artikel 54 121<br />
Overgangs- en slotbepaling artikel 56 122<br />
* Niet bij alle artikelen uit <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> Wsw is een toelichting opgenomen.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Deze toelichting is overeengekomen tussen <strong>CAO</strong>- partijen. De toelichting dient te wor<strong>de</strong>n<br />
gelezen in combinatie met <strong>de</strong> tekst van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>.<br />
§1. DEFINITIES (artikel 1)<br />
Feitelijke arbeidsduur (g, h en i) is <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer vastgestel<strong>de</strong> werktijd. Dit<br />
kan <strong>de</strong> formele arbeidsduur zijn, maar dit kan ook meer of min<strong>de</strong>r zijn dan <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur, bij<strong>voor</strong>beeld als gebruik gemaakt wordt van <strong>de</strong> spaarvariant (artikel 16) of<br />
van <strong>de</strong> bandbreedte (artikel 15).<br />
Inkomen (r) is het loon (q) vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> werknemer toegeken<strong>de</strong> emolumenten<br />
en toelagen, niet zijn<strong>de</strong> onkostenvergoedingen.<br />
Vaste toeslagen zijn structurele toeslagen die een vast inkomensbestand<strong>de</strong>el vormen.<br />
Deze structurele toeslagen wor<strong>de</strong>n over een perio<strong>de</strong> van twaalf maan<strong>de</strong>n meegeteld <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> vakantietoeslag (artikel 24). Op lokaal niveau moet wor<strong>de</strong>n<br />
bepaald wanneer toeslagen beschouwd kunnen wor<strong>de</strong>n als zijn<strong>de</strong> structureel. Daarbij<br />
kunnen verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gehanteerd. Onafhankelijk van <strong>de</strong> metho<strong>de</strong><br />
dienen <strong>de</strong>ze toeslagen een regelmatig terugkerend karakter te hebben en te passen binnen<br />
<strong>de</strong> gebruikelijke werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemer. Dui<strong>de</strong>lijk is dat <strong>de</strong> onkostenvergoeding<br />
en <strong>de</strong> overwerkvergoeding niet behoren tot <strong>de</strong> vaste toeslagen. Een onkostenvergoeding<br />
is een vergoeding van <strong>de</strong> kosten die gemaakt zijn en kan daarom ook niet<br />
als een loonbestand<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n beschouwd. Consignatie-, ploegendienst- en onregelmatige<br />
diensttoeslagen kunnen zowel een vast als een inci<strong>de</strong>nteel inkomensbestand<strong>de</strong>el<br />
vormen. Als <strong>de</strong>ze toeslagen een niet regelmatig terugkerend karakter bezitten en daardoor<br />
als inci<strong>de</strong>nteel wor<strong>de</strong>n beschouwd dan gel<strong>de</strong>n ze niet als vaste toeslagen.<br />
Compensatie-uren (u) zijn <strong>de</strong> uren die weliswaar ingeroosterd wor<strong>de</strong>n maar die <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur van een werknemer te boven gaan. In <strong>de</strong> praktijk wordt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze<br />
uren soms <strong>de</strong> term ‘ADV-uren’ gebruikt Maar dat is niet overeenkomstig <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>. De<br />
<strong>CAO</strong> kent <strong>de</strong> term compensatie-uren. Een werknemer bouwt alleen compensatie-uren<br />
op als hij gemid<strong>de</strong>ld meer uren ingeroosterd wordt dan zijn formele arbeidsduur.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld een werknemer die in een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 40 uur gemid<strong>de</strong>ld per week<br />
gewerkt heeft en een formele arbeidsduur van 36 uur heeft, bouwt gemid<strong>de</strong>ld 4 uur per<br />
week op aan compensatie-uren. Een werknemer die een formele arbeidsduur van 32 uur<br />
heeft en ook 32 uur per week wordt ingeroosterd, bouwt geen compensatie-uren op.<br />
Een werknemer die een formele arbeidsduur heeft van 12 uur per week en 16 uur per week<br />
werkt, bouwt per week 4 compensatie-uren op. Als <strong>de</strong> werknemer een beroep doet op <strong>de</strong><br />
Wet Aanpassing Arbeidsduur kan dat tot verlenging van <strong>de</strong> formele arbeidsduur lei<strong>de</strong>n.<br />
99
100<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Wordt <strong>de</strong> arbeidsduur vermeer<strong>de</strong>rd naar 16 uur en gaat hij ook daadwerkelijk 16 uur<br />
werken, dan bouwt hij geen compensatie-uren meer op.<br />
De berekening van compensatie-uren kan over een langere perio<strong>de</strong> dan een week plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />
Standplaats (v)<br />
In <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> is <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie opgenomen van het begrip ‘standplaats’ (artikel 1 lid 1 sub v):<br />
dit is <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht. Bij <strong>de</strong> meeste werknemers<br />
zal het SW-bedrijf, <strong>de</strong> standplaats zijn. Voor werknemers die geen vaste werkplek<br />
hebben bij<strong>voor</strong>beeld omdat ze ge<strong>de</strong>tacheerd zijn of diverse werkplekken hebben op<br />
één dag, wordt er in overleg een standplaats bepaald. Voor <strong>de</strong> berekening van het woonwerkverkeer<br />
van <strong>de</strong> werknemer wordt uitgegaan van <strong>de</strong> reis van woonplaats naar standplaats,<br />
waarbij rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> fiscale regels. Indien <strong>de</strong> werknemer<br />
moet reizen tussen verschillen<strong>de</strong> standplaatsen, wor<strong>de</strong>n die reizen aangemerkt als dienstreizen.<br />
§2. BEPALINGEN BETREFFENDE DE <strong>CAO</strong> (artikel 2 t/m 6)<br />
Geschilbeslechtingsregeling (artikel 6)<br />
De geschilbeslechtingsregeling stelt individuele werknemers in <strong>de</strong> gelegenheid om een<br />
meningsverschil met <strong>de</strong> werkgever dat <strong>voor</strong>tvloeit uit <strong>de</strong> arbeidsverhouding, via een<br />
interne procedure op te lossen. Volgens <strong>de</strong> regeling in artikel 6 draagt <strong>de</strong> werkgever zorg<br />
<strong>voor</strong> een binnen zijn organisatie functioneren<strong>de</strong> geschillencommissie <strong>voor</strong> het behan<strong>de</strong>len<br />
van geschillen die <strong>voor</strong>tvloeien uit <strong>de</strong> arbeidsverhouding tussen <strong>de</strong> werkgever en<br />
<strong>de</strong> werknemer.<br />
Alhoewel niet expliciet in artikel 6 opgenomen kan naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> partners,<br />
het instemmingsrecht van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad bij een nieuw besluit van een<br />
werkgever tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling met betrekking tot<br />
geschilbeslechting, uit artikel 27 lid 1 sub j WOR wor<strong>de</strong>n afgeleid.<br />
Indien <strong>de</strong> werknemer bezwaren heeft tegen een functiewaar<strong>de</strong>ringsbesluit is <strong>de</strong> regeling<br />
bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening, zoals is opgenomen in<br />
bijlage 3, van toepassing.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
§3. ARBEIDSOVEREENKOMST (artikel 7 t/m 13)<br />
Tij<strong>de</strong>lijke arbeidsovereenkomst (artikel 8, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r e)<br />
Zowel arbeidsovereenkomsten <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong> als onbepaal<strong>de</strong> tijd zijn mogelijk. Deze<br />
contracten passen binnen het Burgerlijk Wetboek. De werkgever moet wel zorgvuldig<br />
han<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> doelstelling van <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening niet uit het oog verliezen.<br />
Terugkeergarantie (artikel 9, eerste en twee<strong>de</strong> lid)<br />
Artikel 9, eerste en twee<strong>de</strong> lid, gaan over <strong>de</strong> terugkeergaranties na arbeid buiten het wettelijk<br />
ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> nWsw, zowel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemers van <strong>voor</strong> 1 januari 1998 als <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> werknemers die na 1 januari 1998 in dienst zijn getre<strong>de</strong>n.<br />
Sociale partners on<strong>de</strong>rstrepen dat het twee<strong>de</strong> lid van artikel 9 een relatie legt met artikel<br />
12, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid van het Besluit indicatie SW. Hierdoor is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vóór 1 januari 1998<br />
in dienst getre<strong>de</strong>n werknemers geen nieuwe indicatiestelling nodig. Dit doet niet af aan<br />
<strong>de</strong> termijn van drie jaar zoals die genoemd wordt in het eerste lid.<br />
Er kunnen zich een aantal situaties <strong>voor</strong>doen:<br />
Een ge(her)indiceer<strong>de</strong> ‘nieuwe’ Wsw-werknemer stroomt uit naar regulier werk en wordt<br />
ontslagen.<br />
Op basis van artikel 7, lid 8 van het Besluit indicatie SW wordt een nieuwe, ge(her)indiceer<strong>de</strong><br />
Wsw-werknemer die aansluitend aan begeleid werken of een SW-dienstbetrekking<br />
arbeid buiten <strong>de</strong> SW gaat verrichten en binnen 3 jaar onvrijwillig werkloos<br />
wordt, op zijn/haar verzoek en indien hij/zij tot <strong>de</strong> doelgroep behoort (wat blijkt uit <strong>de</strong><br />
indicatiebeschikking en <strong>de</strong> geldigheidsduur) op <strong>de</strong> oorspronkelijke datum van aanvraag<br />
op <strong>de</strong> nieuwe wachtlijst geplaatst en bij <strong>voor</strong>rang een SW-dienstbetrekking of begeleid<br />
werken plaats aangebo<strong>de</strong>n.<br />
De <strong>CAO</strong> gaat hier ver<strong>de</strong>r in: op basis van artikel 9, lid 1 <strong>CAO</strong> SW moet betrokkene zo<br />
snel mogelijk weer in dienst wor<strong>de</strong>n genomen. Pas als <strong>de</strong> geldigheidsduur van <strong>de</strong> indicatiebeschikking<br />
is verstreken, is herindicatie aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />
Een ‘ou<strong>de</strong>’ WSW-werknemer gaat begeleid werken en wordt ontslagen.<br />
Op basis van artikel 7, zeven<strong>de</strong> lid van het Besluit indicatie SW wordt een WSW-werknemer<br />
die na begeleid werken onvrijwillig werkloos wordt, op zijn/haar verzoek op <strong>de</strong><br />
nieuwe wachtlijst geplaatst op <strong>de</strong> oorspronkelijke datum van aanvraag en wordt<br />
hem/haar bij <strong>voor</strong>rang een nieuwe arbeidsovereenkomst aangebo<strong>de</strong>n. Een ‘ou<strong>de</strong>’ WSWwerknemer<br />
hoeft dus niet geïndiceerd te wor<strong>de</strong>n. Artikel 9 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> is niet van toepassing<br />
omdat <strong>de</strong> werknemer geen arbeid buiten <strong>de</strong> wet heeft aanvaard.<br />
101
102<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Een ge(her)indiceer<strong>de</strong> ‘nieuwe’ Wsw-werknemer gaat begeleid gaat werken en wordt ontslagen.<br />
Hier<strong>voor</strong> geldt artikel 7, zeven<strong>de</strong> en achtste lid van het Besluit indicatie SW. Op basis<br />
van lid 7 (begeleid werken) wordt <strong>de</strong> werknemer die na begeleid werken onvrijwillig<br />
werkloos wordt, op verzoek en indien hij/zij nog tot <strong>de</strong> doelgroep behoort, op <strong>de</strong> nieuwe<br />
wachtlijst geplaatst op <strong>de</strong> oorspronkelijke datum van aanvraag en wordt hem/haar<br />
bij <strong>voor</strong>rang een nieuwe begeleid werken plaats aangebo<strong>de</strong>n. Een herindicatie is dus niet<br />
nodig, tenzij <strong>de</strong> geldigheidsduur van <strong>de</strong> indicatiebeschikking is afgelopen. Artikel 9 van<br />
<strong>de</strong> <strong>CAO</strong> is niet van toepassing: het gaat niet om arbeid buiten <strong>de</strong> wet.<br />
Een Wsw-wachtlijster aanvaardt (of heeft) werk buiten <strong>de</strong> wet en wordt ontslagen.<br />
Voor <strong>de</strong>genen die op <strong>de</strong> nieuwe wachtlijst staan, geldt het Besluit indicatie artikel 7,<br />
lid 6.<br />
Als zij vanaf <strong>de</strong> nieuwe wachtlijst arbeid buiten SW gaan verrichten en binnen 3 jaar<br />
onvrijwillig werkloos wor<strong>de</strong>n, dan wor<strong>de</strong>n zij op verzoek en indien zij nog tot <strong>de</strong> doelgroep<br />
behoren op <strong>de</strong> nieuwe wachtlijst geplaatst op <strong>de</strong> oorspronkelijke datum van aanvraag.<br />
Hier dus geen herindicatie, tenzij <strong>de</strong> termijn van <strong>de</strong> indicatiebeschikking is afgelopen.<br />
De <strong>CAO</strong> is niet van toepassing omdat het geen SW-werknemer is.<br />
Een WSW-werknemer gaat begeleid werken en neemt ontslag.<br />
Op basis van artikel 7, zeven<strong>de</strong> lid van het Besluit indicatie SW wordt een WSW- werknemer<br />
die na begeleid werken onvrijwillig werkloos wordt, op zijn verzoek op <strong>de</strong> wachtlijst<br />
geplaatst en bij <strong>voor</strong>rang een arbeidsovereenkomst aangebo<strong>de</strong>n. In geval van ontslag<br />
op eigen verzoek kan hij geen gebruik maken van <strong>de</strong> terugkeergarantie, omdat hij<br />
niet onvrijwillig werkloos is. Als zijn indicatie nog geldig is, wordt hij wel op <strong>de</strong> wachtlijst<br />
geplaatst. Artikel 9 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> is niet van toepassing omdat <strong>de</strong> werknemer geen<br />
arbeid buiten <strong>de</strong> wet heeft aanvaard.<br />
NB: <strong>CAO</strong> partijen gaan er vanuit dat <strong>de</strong> situatie dat <strong>de</strong> werknemer vrijwillig ontslag<br />
neemt zoveel mogelijk wordt <strong>voor</strong>komen door goe<strong>de</strong> begeleiding.<br />
Uitbreiding terugkeergarantie<br />
Door mid<strong>de</strong>l van een wijziging van <strong>de</strong> artikelen 7 en 12 van het Besluit Indicatie Sociale<br />
Werk<strong>voor</strong>ziening (Stb. 2001,684) is <strong>de</strong> terugkeergarantie verlengd van 1 naar 3 jaar. De<br />
regeling is in werking getre<strong>de</strong>n met ingang van 1 januari 2002.<br />
Verhuizing van <strong>de</strong> werknemer naar een an<strong>de</strong>re gemeente (artikel 9,lid 3 en 3a)<br />
Als een SW-werknemer van gemeente A naar gemeente B verhuist en daarbij ook van<br />
SW-uitvoeringsorganisatie wil veran<strong>de</strong>ren is dit zijn vrije keus. Een <strong>de</strong>rgelijke verhuizing<br />
verplicht niet tot het beëindigen van het dienstverband. De subsidie aan <strong>de</strong> oor-
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
spronkelijke gemeente blijft gehandhaafd als <strong>de</strong> werknemer niet van uitvoeringsorganisatie<br />
wil veran<strong>de</strong>ren.<br />
Deze werknemer kan op grond van artikel 9, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> verzoeken om een<br />
arbeidsplaats in zijn nieuwe woongemeente. Deze nieuwe gemeente beoor<strong>de</strong>elt of plaatsing<br />
mogelijk is. Zo mogelijk wordt <strong>de</strong> werknemer direct in dienst genomen. De<br />
arbeidsovereenkomsten moeten in ie<strong>de</strong>r geval op elkaar aansluiten. Voorts staat in lid 3a<br />
van artikel 9 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> dat <strong>de</strong>ze nieuwe werkgever bij <strong>de</strong> inschaling in <strong>de</strong> nieuwe<br />
functie rekening houdt met <strong>de</strong> inschaling van <strong>de</strong> werknemer bij <strong>de</strong> vorige werkgever.<br />
Verhuizing naar het buitenland kan een re<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> ontslag (artikel 12, twee<strong>de</strong> lid, on<strong>de</strong>r<br />
b) zijn, <strong>de</strong> werkgever zal dit dan moeten motiveren.<br />
Ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst (artikel 11 en 12)<br />
Ontslag na twee jaar ziekte (artikel 12, twee<strong>de</strong> lid on<strong>de</strong>r a)<br />
Als <strong>de</strong> werknemer twee jaar ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte,<br />
kan <strong>de</strong> werkgever hem ontslaan. Als <strong>de</strong> werknemer ge<strong>de</strong>eltelijk ziek is, zijn er drie<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />
- Men kan wel <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst aanpassen (<strong>de</strong>eltijdfunctie); dit kan uitsluitend<br />
in on<strong>de</strong>rling overleg (we<strong>de</strong>rzijds goedvin<strong>de</strong>n) en dit mag zelfs al gebeuren <strong>voor</strong>dat<br />
<strong>de</strong> termijn van twee jaar is verstreken.<br />
- Daarnaast kan men na twee jaar arbeidsongeschiktheid het gehele arbeidscontract<br />
opzeggen omdat <strong>de</strong> persoon <strong>de</strong> volledige verplichtingen <strong>voor</strong>tvloeiend uit zijn<br />
arbeidsovereenkomst niet na kan komen (<strong>de</strong> werkgever kan dit alleen doen na advies<br />
te hebben gevraagd aan <strong>de</strong> indicatiecommissie. Aansluitend kan <strong>de</strong> werkgever een<br />
contract <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>eltijdfunctie aanbie<strong>de</strong>n.<br />
- Het komt tenslotte ook <strong>voor</strong>, dat een kantonrechter <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst ge<strong>de</strong>eltelijk<br />
ontbindt. Daarbij dient wel bedacht te wor<strong>de</strong>n, dat niet alle kantonrechters<br />
zich daartoe bevoegd achten. Of op een verzoek tot ge<strong>de</strong>eltelijke ontbinding positief<br />
wordt beslist, hangt dus af van <strong>de</strong> kantonrechter die men treft.<br />
Voor berekening van <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> ziekteperio<strong>de</strong> tellen mee <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong><br />
werknemer ten gevolge van ziekte verhin<strong>de</strong>rd is geweest zijn arbeid te verrichten. Hervat<br />
<strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong> een perio<strong>de</strong> van 4 weken of meer zijn werk, dan begint <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />
opnieuw te lopen. Hervat <strong>de</strong> werknemer <strong>voor</strong> een perio<strong>de</strong> van min<strong>de</strong>r dan 4 weken het<br />
werk, dan begint <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> niet opnieuw te lopen. In dat geval wordt wél <strong>de</strong> gewerkte<br />
tijd bij <strong>de</strong> totale ziekteperio<strong>de</strong> geteld. Dat betekent, dat <strong>voor</strong> iemand die 2 jaar ziek is<br />
geweest en in die perio<strong>de</strong> in totaal 3 weken het werk heeft hervat (an<strong>de</strong>rs dan op<br />
arbeidstherapeutische basis), <strong>de</strong> opzegbescherming wordt beëindigd na 2 jaar en 3<br />
weken (2 jaar vanwege ziekte en 3 weken vanwege <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke hervatting).<br />
103
104<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Voor <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> ziekteperio<strong>de</strong> tellen zowel <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n van gehele arbeidsongeschiktheid<br />
als van ge<strong>de</strong>eltelijke arbeidsongeschiktheid mee.<br />
Op grond van jurispru<strong>de</strong>ntie van het Europees Hof van Justitie inzake gelijke behan<strong>de</strong>ling<br />
van man en vrouw, mag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> ontslagtermijn wegens ziekte<br />
niet meetellen <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> werkneemster afwezig is wegens ziekte tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap<br />
als gevolg van <strong>de</strong> zwangerschap en wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof.<br />
Dit betekent dat indien <strong>de</strong> werkneemster geduren<strong>de</strong> haar ziekte tevens zwangerschapsen<br />
bevallingsverlof geniet, <strong>de</strong> termijn van 24 maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> ontslag wegens arbeidsongeschiktheid<br />
vermeer<strong>de</strong>rd wordt met <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het zwangerschaps- en bevallingsverlof.<br />
Het Europees Hof heeft in zijn jurispru<strong>de</strong>ntie een on<strong>de</strong>rscheid aangebracht tussen<br />
enerzijds ziekte tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap die verband houdt met zwangerschap en<br />
zwangerschaps- en bevallingsverlof, en an<strong>de</strong>rzijds ziekte die verband houdt met <strong>de</strong><br />
zwangerschap en <strong>de</strong> bevalling ná het bevallingsverlof. Deze laatste perio<strong>de</strong> kan gewoon<br />
meegeteld wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> ontslagtermijn van 24 maan<strong>de</strong>n.<br />
Hetzelf<strong>de</strong> geldt <strong>voor</strong> ziekte tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap die niet veroorzaakt wordt door <strong>de</strong><br />
zwangerschap; ook <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> mag meegerekend wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontslagtermijn van<br />
24 maan<strong>de</strong>n.<br />
Voorbeeld<br />
Een werkneemster valt tij<strong>de</strong>ns haar zwangerschap uit wegens zwangerschapsgerelateer<strong>de</strong><br />
klachten. Zij blijft ziek tot <strong>de</strong> ingangsdatum van het zwangerschapsverlof. Aansluitend<br />
op het bevallingsverlof meldt zij zich ziek wegens bekkeninstabiliteit, veroorzaakt door<br />
<strong>de</strong> zwangerschap. Voor berekening van <strong>de</strong> ontslagtermijn van 24 maan<strong>de</strong>n mag niet<br />
meegeteld wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkster tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap ziek is<br />
wegens zwangerschapsgerelateer<strong>de</strong> klachten; hetzelf<strong>de</strong> geldt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het<br />
zwangerschaps- en bevallingsverlof. Perio<strong>de</strong>n van arbeidsongeschiktheid aansluitend op<br />
het bevallingsverlof mogen wel meegerekend wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontslagtermijn, onafhankelijk<br />
van <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong>ze veroorzaakt zijn door <strong>de</strong> zwangerschap of <strong>de</strong> bevalling. De<br />
ontslagtermijn van 24 maan<strong>de</strong>n start in dit <strong>voor</strong>beeld dus op <strong>de</strong> dag aansluitend op <strong>de</strong><br />
laatste dag van het bevallingsverlof.<br />
Voorbeeld<br />
Een werkneemster valt uit wegens een beenbreuk. Na een maand is zij zodanig hersteld<br />
dat zij haar werkzaamhe<strong>de</strong>n kan hervatten; inmid<strong>de</strong>ls is zij echter zwanger. Op <strong>de</strong> dag<br />
dat <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkster haar werkzaamhe<strong>de</strong>n zou hervatten meldt zij zich ziek wegens<br />
zwangerschapsgerelateer<strong>de</strong> klachten. Zij blijft tot <strong>de</strong> ingangsdatum van het zwangerschapsverlof<br />
arbeidsongeschikt. Aansluitend op het bevallingsverlof is <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkster<br />
langdurig arbeidsongeschikt wegens ernstige rugklachten veroorzaakt door <strong>de</strong> bevalling.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
De perio<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkster wegens <strong>de</strong> beenbreuk en rugklachten arbeidsongeschikt<br />
was mogen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> termijn van 24 maan<strong>de</strong>n samengeteld<br />
wor<strong>de</strong>n op grond van lid 5. De berekening van <strong>de</strong> ontslagtermijn start in dit <strong>voor</strong>beeld<br />
op <strong>de</strong> eerste dag dat <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkster uitvalt wegens <strong>de</strong> beenbreuk, met dien verstan<strong>de</strong><br />
dat <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> werkneemster ziek is geweest als gevolg van zwangerschapsgerelateer<strong>de</strong><br />
klachten én <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het zwangerschaps- en bevallingsverlof buiten<br />
beschouwing blijft <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> ontslagtermijn van 24 maan<strong>de</strong>n.<br />
Artikel 12 lid 2 on<strong>de</strong>r b<br />
Verhuizing naar het buitenland kan een re<strong>de</strong>n zijn <strong>voor</strong> ontslag zijn. De werkgever zal<br />
dit dan moeten motiveren.<br />
Ontslag tij<strong>de</strong>ns proeftijd (artikel 12, zeven<strong>de</strong> lid on<strong>de</strong>r b)<br />
De proeftijd is bedoeld als tijd waarin werkgever en werknemer we<strong>de</strong>rzijds betrekkelijk<br />
vrijblijvend kunnen bekijken of zij aan elkaars verwachtingen voldoen. Wanneer daartoe<br />
geen gelegenheid is geweest, bij<strong>voor</strong>beeld omdat <strong>de</strong> werknemer <strong>de</strong> gehele proeftijd<br />
ziek is geweest, kan dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werkgever een re<strong>de</strong>n zijn om het dienstverband te beëindigen.<br />
Wanneer dit een werknemer van na 1 januari 1998 aangaat, hangt het terugplaatsen op<br />
<strong>de</strong> wachtlijst af van <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> indicatiebeschikking nog geldig is. Als dat zo is,<br />
wordt betrokkene op zijn/haar verzoek weer op <strong>de</strong> wachtlijst teruggeplaatst. De indicatiecommissie<br />
hoeft niet om advies gevraagd te wor<strong>de</strong>n (zie hierna).<br />
Advies van <strong>de</strong> indicatiecommissie bij opzegging arbeidsovereenkomst<br />
(artikel 12, lid 8)<br />
Als <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst wil opzeggen moet hij <strong>voor</strong>af advies aan <strong>de</strong><br />
indicatiecommissie vragen. In geval van ein<strong>de</strong> met we<strong>de</strong>rzijds goedvin<strong>de</strong>n, ontslag in <strong>de</strong><br />
proeftijd, ontbinding door <strong>de</strong> kantonrechter of een ein<strong>de</strong> van rechtswege speelt <strong>de</strong> indicatiecommissie<br />
geen rol. Ook bij opzegging wegens een dringen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n (ontslag op<br />
staan<strong>de</strong> voet) is geen advies van <strong>de</strong> indicatiecommissie vereist. Een adviesaanvraag past<br />
niet bij het karakter van een <strong>de</strong>rgelijke opzegging (<strong>de</strong> mogelijkheid om in een acute situatie<br />
een ein<strong>de</strong> te maken aan het dienstverband), maar ook ontbreekt <strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong> een<br />
adviesaanvraag: bij ontslag op staan<strong>de</strong> voet dient voldaan te wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> eis van<br />
onverwijldheid.<br />
De werknemer kan <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst zon<strong>de</strong>r advies van <strong>de</strong> indicatiecommissie<br />
opzeggen.<br />
De toets die <strong>de</strong> indicatiecommissie uitvoert, lijkt op <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> preventieve ontslagtoets<br />
die door het CWI wordt uitgevoerd op grond van het Buitengewoon Besluit<br />
Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA 1945). Op grond van artikel 9 van het Besluit indi-<br />
105
106<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
catie <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening (Staatsblad 1997, 469) betrekt <strong>de</strong> indicatiecommissie <strong>de</strong><br />
regels van het BBA en <strong>de</strong> op het BBA gebaseer<strong>de</strong> richtlijnen bij het opstellen van haar<br />
advies. Er zijn bij<strong>voor</strong>beeld richtlijnen ter <strong>voor</strong>koming van discriminatie, het ontslagbeleid<br />
bij overgang van on<strong>de</strong>rnemingen en het ontslagbeleid bij arbeidsongeschiktheid.<br />
§4. ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN (artikel 14 a t/m 22)<br />
Opbouw van compensatie-uren en ziekte (artikel 14a, twee<strong>de</strong> lid)<br />
Als gevolg van artikel 14a lid 2 bouwt een werknemer tij<strong>de</strong>ns ziekte geen compensatieuren<br />
op. Als over een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> het aantal ingerooster<strong>de</strong> uren <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur overschrijdt, wordt ingeval van ziekte van <strong>de</strong> werknemer <strong>de</strong> ingerooster<strong>de</strong><br />
uren teruggebracht naar <strong>de</strong> formele arbeidsduur. Dit heeft gevolg in <strong>de</strong> situaties<br />
waarin <strong>de</strong> compensatie-uren ter vrije opname beschikbaar zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer.<br />
Geen gevolg heeft <strong>de</strong>ze bepaling in het geval er zodanig wordt ingeroosterd dat <strong>de</strong><br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> arbeidsduur over een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> gelijk is aan <strong>de</strong> formele arbeidsduur.<br />
Voorbeeld 1<br />
Een werknemer met een formele arbeidsduur van 36 uur per week werkt volgens een<br />
vierwekelijks rooster, waarbij <strong>de</strong> ene week 32 uur wordt gewerkt en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re week 40<br />
uur. Gemid<strong>de</strong>ld wordt over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van vier weken <strong>de</strong> formele arbeidsduur niet overschre<strong>de</strong>n<br />
en wor<strong>de</strong>n dus ook geen compensatie-uren opgebouwd. In geval van ziekte<br />
van <strong>de</strong> werknemer, ongeacht of <strong>de</strong> ziekte plaatsheeft in een week van 32 uur of een<br />
werkweek van 40 uur, zijn er geen gevolgen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> compensatie-uren.<br />
Voorbeeld 2<br />
Een werknemer met een formele arbeidsduur van 36 uur per week, werkt elke week 40<br />
uur.. In geval van ziekte wordt <strong>de</strong> opbouw van compensatie-uren stopgezet. Als <strong>de</strong> compensatie-uren<br />
aan het begin van het jaar zijn toegekend wordt dit achteraf verrekend.<br />
Eventueel te veel opgenomen compensatie-uren kunnen wor<strong>de</strong>n omgezet in opgenomen<br />
vakantie-uren.<br />
Artikel 14b<br />
Wet aanpassing arbeidsduur<br />
De Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) is per 1 juli 2000 in werking getre<strong>de</strong>n. Op<br />
grond van <strong>de</strong>ze wet kunnen werknemers, werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst<br />
als bedoeld in artikel 7:610 BW, verzoeken om vermeer<strong>de</strong>ring of vermin<strong>de</strong>ring<br />
van <strong>de</strong> formele arbeidsduur in <strong>de</strong> eigen functie. Met <strong>de</strong> toevoeging ‘eigen functie’ beoogt<br />
<strong>de</strong> wetgever aan te geven dat een werknemer geen beroep kan doen op <strong>de</strong> invulling van
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
een vacature in een an<strong>de</strong>re functie. Uitgangspunt in <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening blijft<br />
een formele arbeidsduur van 36 uur per week. De feitelijke arbeidsduur per week <strong>voor</strong><br />
een werknemer met een volledige dienstbetrekking mag minimaal 30 uur en maximaal<br />
42,5 uur per week bedragen, conform artikel 15 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>. Hierbij geldt <strong>de</strong> rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong><br />
dat het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> over 26 weken op 36 uur per week uitkomt.<br />
Na afhan<strong>de</strong>ling van een verzoek geldt een wachttijd van twee jaar <strong>voor</strong>dat een nieuw<br />
verzoek kan wor<strong>de</strong>n ingediend. Gewezen kan echter wor<strong>de</strong>n op bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n<br />
waardoor <strong>de</strong> termijn van twee jaar re<strong>de</strong>lijkerwijs geen stand kan hou<strong>de</strong>n (beroep<br />
op goed werkgeverschap). Dit kan zich bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>doen als er binnen twee jaar na<br />
<strong>de</strong> beslissing van <strong>de</strong> werkgever geen financieringsproblemen meer bestaan binnen het<br />
bedrijf.<br />
Zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfs- of dienstbelangen<br />
Uitgangspunt van <strong>de</strong> WAA is dat <strong>de</strong> werkgever het verzoek van <strong>de</strong> werknemer inwilligt,<br />
tenzij zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. Hierbij geldt<br />
dat <strong>de</strong> motieven van <strong>de</strong> werknemer om een verzoek om vermin<strong>de</strong>ring of vermeer<strong>de</strong>ring<br />
van het aantal uren in te dienen, geen rol mogen spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het verzoek.<br />
In <strong>de</strong> WAA is een aantal situaties genoemd waarin in elk geval sprake is van zwaarwegen<strong>de</strong><br />
belangen van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> werkgever. Dit is geen limitatieve opsomming.<br />
Indien een werknemer werkzaam in <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening om arbeidsduurvermeer<strong>de</strong>ring<br />
verzoekt en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> arbeidsduur niet op organisatorische beperkingen<br />
stuit, kan het zijn dat <strong>de</strong> beperkingen van <strong>de</strong> werknemer aan inwilliging van het<br />
verzoek van <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> weg staan. Indien <strong>de</strong> werknemer ondanks objectief<br />
vastgestel<strong>de</strong> medische, psychische of arbeidskundige beperkingen toch zijn verzoek<br />
wenst te handhaven, kan overwogen wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> werknemer geduren<strong>de</strong> een na<strong>de</strong>r te<br />
bepalen perio<strong>de</strong> zijn arbeidsduur tij<strong>de</strong>lijk te vermeer<strong>de</strong>ren conform zijn verzoek. Indien<br />
na verloop van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> blijkt dat <strong>de</strong> plaatsing <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> werknemer niet<br />
negatief beïnvloedt, kan alsnog formeel wor<strong>de</strong>n ingestemd met het verzoek van <strong>de</strong> werknemer.<br />
De werkgever dient het verzoek individueel te bena<strong>de</strong>ren in het licht van <strong>de</strong> bedrijfsbelangen<br />
als geheel. Het enkele feit dat <strong>de</strong> financiering van <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening is<br />
gebaseerd op een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 32 uur is onvoldoen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om een verzoek af te wijzen.<br />
Als echter door inwilliging van het verzoek financieringsproblemen ontstaan kan<br />
dat wel een re<strong>de</strong>n zijn.<br />
107
108<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Inroostering op 6 werkdagen (artikel 15)<br />
In individuele en inci<strong>de</strong>ntele gevallen is het mogelijk om werknemers op zes werkdagen<br />
binnen één week in te roosteren. De bandbreedte van 42,5 uur gemid<strong>de</strong>ld over 26<br />
weken dient hierbij in acht genomen te wor<strong>de</strong>n, evenals het bepaal<strong>de</strong> omtrent het werken<br />
op zon- en feestdagen (artikel 22). Inroostering op zes werkdagen moet niet in strijd<br />
zijn met een medisch advies. De or heeft instemmingsrecht bij groepsgewijze inroostering<br />
op zes werkdagen.<br />
Spaarvariant (artikel 16)<br />
Vanaf 1 januari 2000 is het mogelijk om extra vrije dagen op te sparen. De werknemer<br />
kan dan op eigen verzoek of op verzoek van <strong>de</strong> werkgever, geduren<strong>de</strong> een afgesproken<br />
spaarperio<strong>de</strong>, ten hoogste gemid<strong>de</strong>ld 40 uur in plaats van 36 uur per week werken. Een<br />
werknemer die in dienst is <strong>voor</strong> min<strong>de</strong>r dan gemid<strong>de</strong>ld 36 uur per week, spaart naar<br />
rato.<br />
Voor het toepassen van <strong>de</strong> spaarvariant moet schriftelijk een spaarovereenkomst met <strong>de</strong><br />
werkgever wor<strong>de</strong>n afgesloten. Het maximum aantal werkuren blijft 42,5 uur. Tevens<br />
moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat een werknemer ten hoogste het aantal spaaruren kan<br />
opbouwen dat resulteert in een perio<strong>de</strong> van roostervrije tijd overeenkomend met <strong>de</strong><br />
arbeidsduur per jaar, vermin<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem <strong>voor</strong> dat jaar gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vakantie-uren.<br />
Vermin<strong>de</strong>ring werktijd senioren (artikel 19)<br />
Zie bij § 10. seniorenregelingen.<br />
Inroostering met inachtneming van niet-christelijke feestdagen<br />
(artikel 21, lid 2a en 2b)<br />
Bij <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> werktijd wordt er zoveel mogelijk <strong>voor</strong> gezorgd, rekening hou<strong>de</strong>nd<br />
met het bedrijfsbelang, dat <strong>de</strong> SW-werknemers op <strong>de</strong> <strong>voor</strong> hen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> religieuze<br />
feestdagen, an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> erken<strong>de</strong> christelijke feestdagen, niet hoeven te werken. Van<br />
<strong>de</strong>ze mogelijkheid kan per jaar maximaal twee maal gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt (artikel<br />
21, lid 2b). Gaat dit van het eigen verlof van <strong>de</strong> SW-werknemer af of is dit een extra<br />
vrije dag?<br />
Het verlof dat hier bedoeld wordt betreft eigen verlof; er wor<strong>de</strong>n dus geen extra vrije<br />
dagen toegekend. Met <strong>de</strong> regeling wordt benadrukt dat ook an<strong>de</strong>re dan erken<strong>de</strong> christelijke<br />
ge<strong>de</strong>nkdagen/feestdagen <strong>voor</strong> me<strong>de</strong>werkers belangrijk kunnen zijn. De regeling<br />
is opgenomen in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> om expliciet aan te geven dat <strong>de</strong>ze dagen vrij genomen kunnen<br />
wor<strong>de</strong>n. Wanneer een werknemer tijdig aangeeft dat hij op een <strong>de</strong>rgelijke dag vrij<br />
wil hebben, wordt daarmee door <strong>de</strong> werkgever bij het maken van <strong>de</strong> roosters zoveel<br />
mogelijk rekening gehou<strong>de</strong>n.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Feestdagen (artikel 22)<br />
In lid 1 is bepaald dat werknemers eens in <strong>de</strong> vijf jaar geen arbeid hoeven te verrichten<br />
op 5 mei, te beginnen in 2005. Het gaat hier om <strong>de</strong> lustrumjaren.<br />
Op grond van lid 2 kan <strong>de</strong> werkgever, in overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad, lokale feestdagen<br />
aanwijzen waarop geen arbeid wordt verricht. Hierbij kan bij<strong>voor</strong>beeld gedacht<br />
wor<strong>de</strong>n aan carnaval.<br />
§5. BELONING (artikel 23 t/m 30)<br />
Vakantietoeslag (artikel 24)<br />
De vakantietoeslag wordt berekend over het loon (is schaalbedrag) en <strong>de</strong> vaste toelagen<br />
en toeslagen.<br />
De ein<strong>de</strong>jaarsuitkering is structureel en wordt daarom gerekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vaste toeslagen.<br />
Voor vaste toeslagen geldt dat zij wor<strong>de</strong>n meegeteld bij <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong><br />
vakantietoeslag.<br />
De overwerkvergoeding telt niet mee <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> vakantietoeslag. Voor<br />
1 januari 2000 kon <strong>de</strong> vakantietoeslag me<strong>de</strong> bestaan uit <strong>de</strong> compensatie in <strong>de</strong> vorm van<br />
een toeslag <strong>voor</strong> overwerk. Aangezien het verrichten van overwerk niet structureel dient<br />
plaats te vin<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> overwerkvergoeding dan ook niet te beschouwen als een vaste toeslag.<br />
Scholingsindicatie en minimumloon (artikel 25, twee<strong>de</strong> lid)<br />
Bij een scholingsindicatie moet het minimumloon wor<strong>de</strong>n betaald, ook als betrokkene<br />
geen scholing wil. Het is aan te ra<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst op te nemen dat <strong>de</strong><br />
werknemer verplicht is tot het volgen van scholing. Weigert <strong>de</strong> kandidaat-werknemer<br />
dit, dan komt er geen arbeidsovereenkomst tot stand.<br />
Ein<strong>de</strong>jaarsuitkering (artikel 25, lid 3b)<br />
De ein<strong>de</strong>jaarsuitkering betreft een bepaald percentage van het genoten loon over het<br />
betreffen<strong>de</strong> jaar. Volgens <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie opgenomen in artikel 1, wordt on<strong>de</strong>r loon het<br />
bedrag van <strong>de</strong> schaal hetwelk <strong>de</strong> werknemer is toegekend verstaan. Het schaalbedrag is<br />
exclusief vakantiegeld. Hieruit wordt geconclu<strong>de</strong>erd dat bij <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> grondslag<br />
van <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>jaarsuitkering het vakantiegeld niet wordt betrokken.<br />
De ein<strong>de</strong>jaarsuitkering 2002 (artikel 25 lid 3b) is 2,5%, waarbij een bo<strong>de</strong>m van € 400<br />
bruto geldt.<br />
De bo<strong>de</strong>m geldt op basis van een volledig dienstverband en wordt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>eltij<strong>de</strong>rs naar<br />
rato van hun dienstverband berekend. Vanaf inwerkingtreding van <strong>de</strong> nieuwe <strong>CAO</strong> ontvangen<br />
<strong>de</strong>genen die geduren<strong>de</strong> het jaar in en uit dienst tre<strong>de</strong>n naar rato het overeen-<br />
109
110<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
komstige <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> (bo<strong>de</strong>m in <strong>de</strong>) ein<strong>de</strong>jaarsuitkering. Het doet hierbij dus niet ter<br />
zake of <strong>de</strong> werknemer in <strong>de</strong> maand dat <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>jaarsuitkering verstrekt wordt nog in<br />
dienst is.<br />
Startperiodiek (artikel 26, lid 1a en 1b)<br />
Het hanteren van een startperiodiek kan uitsluitend bij indiensttreding van een werknemer<br />
(artikel 26 lid 1 sub b). Voor werknemers die al in dienst zijn en van loonschaal<br />
veran<strong>de</strong>ren (bij<strong>voor</strong>beeld door functieveran<strong>de</strong>ring of promotie) geldt <strong>de</strong> startperiodiek<br />
niet, zij krijgen gelijk het bij hun schaal behoren<strong>de</strong> functieloon.<br />
Periodieke loonsverhoging (artikel 26, lid 2 t/m 4)<br />
In artikel 26, lid 2 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> SW wordt gesteld dat het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer vastgestel<strong>de</strong><br />
loon jaarlijks wordt verhoogd tot het naaste hogere schaalbedrag in <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />
loonschaal, totdat het maximum van <strong>de</strong>ze schaal is bereikt. De SW-werknemer<br />
heeft dus recht op een verhoging van een periodiek per jaar, mits hij voldoen<strong>de</strong> functioneert.<br />
Een periodiek behoeft niet te wor<strong>de</strong>n gegeven wanneer <strong>de</strong> werknemer onvoldoen<strong>de</strong><br />
functioneert en <strong>de</strong> oorzaak van het niet-functioneren gelegen is in <strong>de</strong> werknemer<br />
zelf. Een extra periodiek kan wor<strong>de</strong>n toegekend wanneer <strong>de</strong> werknemer naar het<br />
oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werkgever boven gemid<strong>de</strong>ld presteert (artikel 26, lid 3 <strong>CAO</strong> SW).<br />
De <strong>CAO</strong> doet geen uitspraak over <strong>de</strong> feitelijke periodiekdatum. Voor verschillen<strong>de</strong><br />
werknemers kunnen <strong>de</strong> periodiekdata daarom verschillen.<br />
Vakvolwassenleeftijd (artikel 26, vijf<strong>de</strong> lid)<br />
De vakvolwassenleeftijd is gesteld op 21 jaar. Werknemers van 21 jaar en ou<strong>de</strong>r die<br />
nieuw in dienst komen krijgen gelijk het ‘vakvolwassen’ salaris. Zij kunnen wel in <strong>de</strong><br />
startperiodiek starten omdat artikel 26 1b wel van toepassing is.<br />
Voor werknemers met een scholingsindicatie geldt dat zij geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het<br />
geïndiceer<strong>de</strong> opleidingstraject – maximaal 2 jaar – sprake van beloning op het niveau<br />
van het wettelijk minimumloon (artikel 25 lid 2). Tij<strong>de</strong>ns die perio<strong>de</strong> geldt dat <strong>de</strong> werknemer<br />
geen ‘vakvolwassen’ salaris ontvangt.<br />
Waarnemingstoelage (artikel 26, zes<strong>de</strong> lid)<br />
Indien een werknemer een functie waarneemt, ontvangt hij een waarnemingstoelage<br />
(artikel 26 lid 6). De waarnemingstoelage wordt verstrekt, ingeval er 4 weken sprake is<br />
van <strong>de</strong> aaneengesloten en volledige waarneming van een hogere functie. In dat geval<br />
wordt met terugwerken<strong>de</strong> kracht vanaf het moment dat <strong>de</strong> functie wordt waargenomen<br />
een waarnemingstoelage verstrekt van 6% van het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werknemer van toepassing<br />
zijn<strong>de</strong> schaalbedrag, behoren<strong>de</strong> bij zijn “ou<strong>de</strong>” functie.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Gratificaties (artikel 26, zeven<strong>de</strong> lid)<br />
Naast <strong>de</strong> gratificaties die een werkgever moet geven bij een diensttijd van 25 jaar en een<br />
diensttijd van 40 jaar (artikel 24 lid 3 en lid 4), kan <strong>de</strong> werkgever ook gratificaties geven<br />
wanneer daar op grond van bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n aanleiding toe bestaat (artikel<br />
26 lid 7). De jaren die een werknemer in dienst is geweest bij een an<strong>de</strong>r SW-bedrijf<br />
wor<strong>de</strong>n meegeteld <strong>voor</strong> het totaal aantal dienstjaren. Zie artikel 1 lid 1 on<strong>de</strong>r t van <strong>de</strong><br />
<strong>CAO</strong>.<br />
Fiscale mogelijkhe<strong>de</strong>n (artikel 26a)<br />
Lid 1 biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om het loon, <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>jaarsuitkering of <strong>de</strong> vakantietoeslag<br />
te verlagen in ruil <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re fiscaal vrien<strong>de</strong>lijke bestedingsmogelijkhe<strong>de</strong>n zoals een<br />
PC-privé-project of een fietsenplan.<br />
In een lokaal vast te stellen regeling op grond van lid 2 kunnen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>schriften en <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n vastgelegd, rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> fiscale rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n.<br />
Met lid 3 wordt bereikt dat op lokaal niveau <strong>de</strong> uitwerking van <strong>de</strong> fiscaal aantrekkelijke<br />
regeling naar betrokkenen wordt gecommuniceerd. Consequenties op het gebied van<br />
pensioenen en uitkeringen kunnen zo ‘op maat’ wor<strong>de</strong>n geschetst.<br />
Loondoorbetaling bij ziekte (artikel 29)<br />
Bij <strong>de</strong> berekening van loondoorbetaling en <strong>de</strong> aanvulling in het twee<strong>de</strong> ziektejaar moet<br />
men uit gaan van het brutoloon. De verrekening met <strong>de</strong> eventuele uitkeringen moet<br />
gebeuren op bruto-bruto-basis. Grondslag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> aanvulling is het<br />
loon, <strong>de</strong> vakantie-uitkering en <strong>de</strong> eventuele uitkeringen die onmid<strong>de</strong>llijk <strong>voor</strong>afgaand<br />
aan <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid reeds wer<strong>de</strong>n ontvangen op grond van enige wettelijke of<br />
publiekrechtelijke bepaling ter zake van arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en/of werkloosheid.<br />
Hierna volgen enkele <strong>voor</strong>beeldberekeningen van <strong>de</strong> toepassing van het artikel 29 lid 3a.<br />
Voorbeeld 1.<br />
A werkt 36 uur en is ge<strong>de</strong>eltelijk arbeidsongeschikt. A wordt volledig (100%) arbeidsongeschikt.<br />
Eerste ziektejaar (0-52 weken) Aanvulling in het twee<strong>de</strong> ziektejaar<br />
€ 150,- SW-loon € 0,- SW<br />
€ 20,- WAO € 125,- WAO<br />
_____________ ____________<br />
€ 170,- Inkomen eerste 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 100% van het inkomen:<br />
100% = € 170,- – € 125,- = € 45,twee<strong>de</strong><br />
6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 80% van het inkomen:<br />
80% = € 136,- – € 125,- = € 11,-<br />
111
112<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Voorbeeld 2.<br />
B werkt 36 uur en is ge<strong>de</strong>eltelijk arbeidsongeschikt (min<strong>de</strong>r dan 50%). B wordt 50% arbeidsongeschikt.<br />
Eerste ziektejaar Aanvulling in het twee<strong>de</strong> ziektejaar<br />
€ 150,- SW-loon € 75,- SW-loon<br />
€ 20,- WAO € 72,50 WAO<br />
_____________ ____________<br />
€ 170,- Inkomen eerste 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 100% van het inkomen:<br />
100% = € 170,- – € 147,50 = € 22,50<br />
twee<strong>de</strong> 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 80% van het inkomen:<br />
80% = € 136,- – € 147,50 = € 0,-<br />
Voorbeeld 3.<br />
C werkt parttime (50%) en is ge<strong>de</strong>eltelijk arbeidsongeschikt. C wordt volledig (100%) arbeidsongeschikt.<br />
Eerste ziektejaar Aanvulling in het twee<strong>de</strong> ziektejaar<br />
€ 100,- SW-loon € 0,- SW-loon<br />
€ 80,- WAO € 150,- WAO<br />
_____________ ____________<br />
€ 180,- Inkomen eerste 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 100% van het inkomen:<br />
100% = € 180,- – € 150,- = € 30,twee<strong>de</strong><br />
6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 80% van het inkomen:<br />
80% = € 144,- – € 150,- = € 0,-<br />
Voorbeeld 4.<br />
D werkt parttime (50%) en is ge<strong>de</strong>eltelijk arbeidsongeschikt. D wordt 50% arbeidsongeschikt.<br />
Eerste ziektejaar Aanvulling in het twee<strong>de</strong> ziektejaar<br />
€ 100,- SW-loon € 50,- SW<br />
€ 80,- WAO € 115,- WAO<br />
_____________ ____________<br />
€ 180,- Inkomen eerste 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 100% van het inkomen:<br />
100% = € 170,- – € 165,- = € 22,50<br />
twee<strong>de</strong> 6 maan<strong>de</strong>n: aanvulling tot 80% van het inkomen:<br />
80% = € 144,- – € 165,- = € 0,-<br />
De werkgever is alleen tot aanvulling verplicht indien <strong>de</strong> uitkering aan <strong>de</strong> werkgever<br />
wordt overgemaakt, en <strong>de</strong> werkgever bekend gemaakt wordt door betrokkene of uitkeringsinstantie<br />
wat het bruto-uitkeringsbedrag is.<br />
Nadat het twee<strong>de</strong> jaar arbeidsongeschiktheid is verstreken bestaat er geen verplichting<br />
tot loonbetaling of aanvulling meer. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opzegtermijn (na advies van <strong>de</strong> indicatiecommissie)<br />
is <strong>de</strong> werknemer tot <strong>de</strong> feitelijke uitdiensttreding nog wel in dienst, maar<br />
hoeft <strong>de</strong> werkgever hem geen loon meer te betalen. De werknemer die na het eerste jaar<br />
ziek blijft, zal in <strong>de</strong> meeste gevallen recht hebben op een (gehele of ge<strong>de</strong>eltelijke) WAOuitkering.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Met <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg is aan enkele artikelen in <strong>de</strong> WAO<br />
toegevoegd dat bij <strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> termijn van 52 weken en <strong>de</strong> termijn van 4 weken<br />
(tussen twee ziekteperio<strong>de</strong>n in) perio<strong>de</strong>n waarin uitkering in verband met zwangerschap<br />
en bevalling op grond van <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg wordt genoten, buiten beschouwing<br />
blijven.<br />
§6. TOESLAGEN EN TEGEMOETKOMINGEN<br />
(artikel 31 t/m 36)<br />
Tegemoetkoming ziektekosten (artikel 33)<br />
De tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid bedraagt <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> totale kosten<br />
van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> werknemer gesloten verzekering, tot ten hoogste het bedrag van <strong>de</strong><br />
maximale werkgeversbijdrage <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verplichte ziekenfondsverzekering. Hieron<strong>de</strong>r vallen<br />
ook <strong>de</strong> wettelijke eigen bijdragen die <strong>de</strong> werknemer verschuldigd is.<br />
Woon-werk verkeer (artikel 34)<br />
De eigen bijdrage in <strong>de</strong> kosten van het woon-werk verkeer is ten hoogste <strong>de</strong> prijs van<br />
een één-ster abonnement.<br />
Er wordt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> eigen bijdrage uitgegaan van <strong>de</strong> prijzen in het openbaar<br />
vervoer ongeacht <strong>de</strong> manier waarop een werknemer naar zijn werk komt.<br />
De werkgever past <strong>de</strong> eigen bijdrage niet of in min<strong>de</strong>re mate toe, indien het noodzakelijk<br />
is om te <strong>voor</strong>komen dat het loon van <strong>de</strong> werknemer, exclusief vakantietoeslag, bene<strong>de</strong>n<br />
het niveau komt van het wettelijk minimumloon ( artikel 34 lid 2). Voor <strong>de</strong>eltij<strong>de</strong>rs<br />
geldt dit naar rato. Ook an<strong>de</strong>re inkomsten (uit arbeid, WAO- of WW-uitkering)<br />
wor<strong>de</strong>n meegerekend.<br />
§7. BEDRIJFSSPAARREGELING (artikel 37)<br />
Indien werknemers gebruik wensen te maken van <strong>de</strong> spaarloonregeling moeten werkgevers<br />
daaraan meewerken. Premiesparen en spaarloon vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemer ‘bedrijfsspaarregeling’<br />
maar zijn wel verschillen<strong>de</strong> regelingen.<br />
On<strong>de</strong>r spaarloon wordt het volgen<strong>de</strong> verstaan:Werknemers die aan een spaarloonregeling<br />
<strong>de</strong>elnemen, sparen een <strong>de</strong>el van hun brutoloon. Dit spaarloon mag ten minste vier<br />
jaar niet ter beschikking van <strong>de</strong> werknemers komen, tenzij er sprake is van wettelijk<br />
erken<strong>de</strong> bestedingsdoelein<strong>de</strong>n. Het spaarloon is geen loon <strong>voor</strong> <strong>de</strong> individuele werknemer.<br />
113
114<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Bij een premiespaarregeling wordt door <strong>de</strong> werkgever bedragen ingehou<strong>de</strong>n op het<br />
nettoloon van <strong>de</strong> werknemer, zet <strong>de</strong>ze geduren<strong>de</strong> ten minste vier jaar vast op een spaarrekening.<br />
De werkgever kan <strong>de</strong> werknemer een spaarpremie over het gespaar<strong>de</strong> bedrag<br />
geven. De spaarbedragen moeten wor<strong>de</strong>n ingehou<strong>de</strong>n op het nettoloon van <strong>de</strong> werknemer.<br />
De spaarpremie behoort niet tot het loon.<br />
§8. VERLOF (artikel 38 t/m 40)<br />
Verplicht verlof<br />
Op grond van artikel 38 lid 5 kan <strong>de</strong> werkgever, in overleg met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad,<br />
10 dagen per kalen<strong>de</strong>rjaar als verplicht verlof aanwijzen, ver<strong>de</strong>eld over maximaal 2<br />
perio<strong>de</strong>n van aaneengesloten dagen. Dit kan bij<strong>voor</strong>beeld betekenen dat <strong>de</strong> werkgever<br />
5 dagen aanwijst in <strong>de</strong> zomermaan<strong>de</strong>n en 5 dagen rond kerst.<br />
De aanspraak op verlof verjaart na afloop van vijf jaar na <strong>de</strong> laatste dag van het kalen<strong>de</strong>rjaar<br />
waarin <strong>de</strong> aanspraak is ontstaan (artikel 38 lid 8 <strong>CAO</strong> SW).<br />
Wet arbeid en zorg<br />
Op 1 <strong>de</strong>cember 2001 is <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg in werking getre<strong>de</strong>n. De wet beoogt het<br />
combineren van arbeid en zorg beter mogelijk te maken. In <strong>de</strong> wet zijn bestaan<strong>de</strong> verlofregelingen<br />
opgenomen en nieuwe verlofrechten geïntroduceerd:<br />
- zwangerschaps- en bevallingsverlof;<br />
- adoptie- en pleegzorgverlof;<br />
- kortdurend zorgverlof;<br />
- ou<strong>de</strong>rschapsverlof;<br />
- calamiteitenverlof.<br />
De in artikel 39a genoem<strong>de</strong> buitengewoon verlofvormen wor<strong>de</strong>n verleend met behoud<br />
van loon.<br />
Buitengewoon verlof <strong>voor</strong> het voldoen aan een wettelijke verplichting (artikel 39a, lid 1c)<br />
Het voldoen aan een wettelijke verplichting kan bij<strong>voor</strong>beeld zijn <strong>de</strong> aangifte van<br />
geboorte of overlij<strong>de</strong>n, het gedagvaard wor<strong>de</strong>n als getuige in een strafzaak en <strong>de</strong>rgelijke.<br />
Buitengewoon verlof wordt niet verleend als het voldoen aan een wettelijke verplichting<br />
is ontstaan door schuld of nalatigheid van <strong>de</strong> werknemer.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Buitengewoon verlof bij overlij<strong>de</strong>n echtgenoot etc. (artikel 39a, lid 1d)<br />
Dit verlof is specifiek doelgericht. Door <strong>de</strong> verplichting het verlof op te nemen binnen<br />
een perio<strong>de</strong> van zeven kalen<strong>de</strong>rdagen wordt <strong>voor</strong>komen dat een <strong>de</strong>eltij<strong>de</strong>r, die bij<strong>voor</strong>beeld<br />
twee dagen per week werkt, twee weken afwezig is.<br />
Buitengewoon verlof bij bevalling partner (artikel 39a, lid 1e)<br />
Hier wordt gesproken van een aaneengesloten perio<strong>de</strong> van twee kalen<strong>de</strong>rdagen. Dit<br />
impliceert dat in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> in principe ook dagen gelegen kunnen zijn waarop <strong>de</strong><br />
werknemer normaliter niet werkt (bij<strong>voor</strong>beeld zaterdag en zondag).<br />
Buitengewoon verlof bij ernstige ziekte echtgenoot, etc. (artikel 39a, lid 1f)<br />
Het begrip ‘ernstig’ heeft uiteraard betrekking op <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> ziekte. On<strong>de</strong>r ‘ernstige<br />
ziekte’ moet wor<strong>de</strong>n verstaan ziekte in een terminaal stadium. Hiermee wordt<br />
gedoeld op een ziekte die in een zodanig stadium is dat verwacht kan wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />
zieke persoon binnen afzienbare tijd zal komen te overlij<strong>de</strong>n. De duur van dit verlof kan<br />
als regel niet precies wor<strong>de</strong>n vastgesteld, aangezien dit afhankelijk is van <strong>de</strong> concrete<br />
omstandighe<strong>de</strong>n. Er is dan ook <strong>de</strong> mogelijkheid om rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> individuele<br />
verlofbehoeften in geval van een calamiteit. (zie ook on<strong>de</strong>r artikel 39a lid1g)<br />
Verlof bij een plotselinge en on<strong>voor</strong>ziene gebeurtenis (artikel 39a, lid 1g)<br />
On<strong>de</strong>r een plotselinge en on<strong>voor</strong>ziene gebeurtenis die zon<strong>de</strong>r uitstel noodzakelijke<br />
maatregelen vereist, kan on<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n verstaan een gesprongen waterleiding,<br />
brand in <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong> werknemer of een ongeval van een naaste. Hierbij kan het<br />
on<strong>de</strong>r meer gaan om <strong>voor</strong>af niet aangekondig<strong>de</strong> afwezigheid wegens situaties waar in<br />
gezinnen met kleine kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> opvang wegvalt en plotseling geregeld moet wor<strong>de</strong>n.<br />
Overigens kan, indien in die verzorging niet kan wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zien, dit verlof op verzoek<br />
van <strong>de</strong> werknemer overgaan in kortdurend zorgverlof.<br />
Bij samenloop van calamiteitenverlof met zorgverlof eindigt het calamiteitenverlof na 1<br />
dag en gaat vervolgens over in zorgverlof. In geval van buitengewoon verlof bij ernstige<br />
ziekte van een naaste is hier van afgeweken. Dit verlof gaat niet over in kortdurend zorgverlof,<br />
maar blijft volledig <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong> werkgever.<br />
Verlof bij noodzakelijk bezoek arts (artikel 39a lid 1h)<br />
Een werknemer krijgt buitengewoon verlof als hij in verband met zijn handicap een<br />
noodzakelijk bezoek aan een arts moet brengen. Dit is alleen het geval als <strong>de</strong> werknemer<br />
<strong>de</strong> arts niet in zijn vrije tijd kan bezoeken. On<strong>de</strong>r vrije tijd wordt in dit geval verstaan<br />
<strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong> en na werktijd en tij<strong>de</strong>ns vakantie en compensatie-uren.<br />
115
116<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Kortdurend zorgverlof (artikel 39b)<br />
Op grond van <strong>de</strong>ze regeling kan <strong>de</strong> werkgever on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n verlof verlenen<br />
ter verzorging van een zieke naaste. De werknemer kan per twaalf maan<strong>de</strong>n maximaal<br />
tien dagen zorgverlof krijgen. Het zorgverlof hoeft niet persé aaneengesloten te<br />
wor<strong>de</strong>n opgenomen. Voor <strong>de</strong> eerste noodmaatregelen die getroffen moeten wor<strong>de</strong>n, kan<br />
een beroep wor<strong>de</strong>n gedaan op artikel 39a.<br />
Voor dit recht op verlof geldt dat er sprake moet zijn van een noodzakelijke verzorging<br />
van <strong>de</strong> zieke naaste. Deze noodzaak betreft niet alleen <strong>de</strong> behoefte aan zorg van het<br />
betreffen<strong>de</strong> gezinslid, maar daarnaast ook <strong>de</strong> omstandigheid dat <strong>de</strong> zorg door <strong>de</strong><br />
betreffen<strong>de</strong> werknemer moet wor<strong>de</strong>n verleend en niet op een an<strong>de</strong>re wijze kan wor<strong>de</strong>n<br />
verstrekt.<br />
Als <strong>de</strong> werknemer ziek wordt tij<strong>de</strong>ns het verlof en <strong>de</strong> zorg aan <strong>de</strong> zieke naaste niet meer<br />
kan verlenen, dan stopt het verlof. Het verlof komt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> helft <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong><br />
werkgever en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> helft <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong> werknemer.<br />
In geval van ernstige ziekte is artikel 39a lid 1 sub e van toepassing. In dat geval komt<br />
het verlof volledig <strong>voor</strong> rekening van <strong>de</strong> werkgever.<br />
Verlof bij bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n (artikel 39c)<br />
De werkgever kan hier invulling aan geven. Het kan bij<strong>voor</strong>beeld gaan om langdurend<br />
zorgverlof wanneer kortdurend zorgverlof niet toereikend blijkt te zijn, om verlof om<br />
het overlij<strong>de</strong>n van een verwant te verwerken (rouwverlof), om verlof <strong>voor</strong> jeugd- en jongerenwerk<br />
of om verlof <strong>voor</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke verzorging van an<strong>de</strong>re personen dan<br />
genoemd in artikel 39b (kortdurend zorgverlof).<br />
Voor <strong>de</strong> financiering kan eventueel wor<strong>de</strong>n aangesloten bij <strong>de</strong> artikelen in <strong>de</strong> Wet arbeid<br />
en zorg over loopbaanon<strong>de</strong>rbreking.<br />
Zwangerschaps- en bevallingsverlof (artikel 39d)<br />
Er bestond <strong>voor</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg <strong>voor</strong> werknemers geen<br />
recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Wel bestond er op grond van <strong>de</strong> Ziektewet<br />
een wettelijk recht op een uitkering die in <strong>de</strong> praktijk uitwerkte als een verlofregeling.<br />
In <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg is het verlof nu vastgelegd als een wettelijk recht op zwangerschaps-<br />
en bevallingsverlof.<br />
Tij<strong>de</strong>ns het zwangerschaps- en bevallingsverlof ontvangt <strong>de</strong> werknemer een uitkering ter<br />
hoogte van het salaris. De uitkering bedraagt maximaal 100% van het dagloon.<br />
Adoptie- en pleegzorgverlof (artikel 39e)<br />
Het recht op adoptieverlof bedraagt maximaal vier weken. Het verlof moet wor<strong>de</strong>n<br />
opgenomen binnen een perio<strong>de</strong> van achttien weken, te rekenen vanaf het moment dat
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
het kind ter adoptie is opgenomen. Bepalend is het moment waarop het kind aan <strong>de</strong><br />
zorg van <strong>de</strong> adoptiefou<strong>de</strong>rs is overgedragen, of dit nu in Ne<strong>de</strong>rland of in het land van<br />
herkomst geschiedt.<br />
Het recht ontstaat twee weken <strong>voor</strong>dat <strong>de</strong> adoptie/ pleegzorg begint. De werknemer zegt<br />
minimaal drie weken van tevoren wanneer hij het verlof wil laten beginnen. De werknemer<br />
moet <strong>de</strong> werkgever daarbij een officieel document overhandigen waaruit blijkt<br />
dat een kind wordt geadopteerd of onlangs is geadopteerd.<br />
Ook pleegou<strong>de</strong>rs kunnen in bepaal<strong>de</strong> gevallen aanspraak maken op verlof als bij plaatsing<br />
van het kind in het gezin dui<strong>de</strong>lijk is dat het kind duurzaam in het gezin wordt<br />
opgenomen.<br />
Vakbondsverlof (artikel 40)<br />
Het aantal dagen <strong>voor</strong> bijzon<strong>de</strong>r verlof in het ka<strong>de</strong>r van vakbondsverlof is 10 dagen<br />
per twee jaar. Van <strong>de</strong> 10 dagen kunnen er 4 uitsluitend gebruikt wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het op<br />
uitnodiging van een vakbond <strong>de</strong>elnemen aan een cursus zoals bedoeld wordt in artikel<br />
40 lid 1 sub b.<br />
Ka<strong>de</strong>rverlof/faciliteiten (artikel 40)<br />
Als een werknemer meer<strong>de</strong>re ka<strong>de</strong>rfuncties binnen een vakbond bekleed kan het zo zijn<br />
dat het in artikel 40 lid 3c genoem<strong>de</strong> aantal dagen bijzon<strong>de</strong>r verlof niet voldoen<strong>de</strong> is. In<br />
dat geval kunnen <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> aantallen van 30 en 40 dagen bijzon<strong>de</strong>r verlof, door <strong>de</strong><br />
werkgever wor<strong>de</strong>n uitgebreid (artikel 40 lid 3d).<br />
De werknemer moet wel aan kunnen tonen dat hij niet voldoen<strong>de</strong> heeft aan dat aantal<br />
dagen.<br />
§9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN (artikel 41 t/m 43)<br />
De in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> genoem<strong>de</strong> disciplinaire maatregelen kunnen ook wor<strong>de</strong>n opgelegd<br />
indien <strong>de</strong> werknemer zich niet houdt aan <strong>de</strong> verplichtingen die <strong>voor</strong>tvloeien uit het<br />
arboconvenant of aan an<strong>de</strong>re ziekteverzuimregels.<br />
§10. SENIORENREGELINGEN EN PENSIOEN<br />
(artikel 44 t/m 46)<br />
In <strong>de</strong>ze paragraaf wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 57- en 59-jarigen regeling en <strong>de</strong> 60-jarigen regeling en <strong>de</strong><br />
relatie tussen <strong>de</strong>ze regelingen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld.<br />
117
118<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
De seniorenregeling (artikel 44)<br />
Per 1 september 2001 zijn <strong>de</strong> 57- en 59-jarigen regeling inwerking getre<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong>ze<br />
werknemers voldoen aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> dat ze 5 jaar onafgebroken hebben gewerkt in<br />
Sw-dienstverband dan kan, mits het bedrijfsbelang dat toelaat, er een beroep wor<strong>de</strong>n<br />
gedaan op <strong>de</strong> 57- of 59-jarigen regeling. Hierbij geldt dat een on<strong>de</strong>rbreking van <strong>de</strong><br />
arbeidsverhouding van twee maan<strong>de</strong>n of min<strong>de</strong>r wordt beschouwd als een onafgebroken<br />
dienstverband. Het verzoek tot toepassing van <strong>de</strong> 57- of 59-jarigen regeling dient<br />
minimaal drie maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> datum van ingang bij <strong>de</strong> werkgever te wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />
On<strong>de</strong>r bedrijfsbelangen moeten zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfs- en dienstbelangen wor<strong>de</strong>n verstaan,<br />
zoals die bij <strong>de</strong> Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA) gel<strong>de</strong>n. Bij een arbeidsduurvermin<strong>de</strong>ring<br />
in <strong>de</strong> WAA gel<strong>de</strong>n als zwaarwegen<strong>de</strong> bedrijfsbelangen bij <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring<br />
van <strong>de</strong> arbeidsduur, het lei<strong>de</strong>n tot ernstige problemen:<br />
- <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bedrijfsvoering bij herbezetting van <strong>de</strong> vrijgekomen uren;<br />
- op het gebied van veiligheid;<br />
- van roostertechnische aard<br />
Vanaf 57 jaar kan <strong>de</strong> werknemer 20% van <strong>de</strong> formele arbeidsduur korter werken tegen<br />
95% van het laatstverdien<strong>de</strong> loon. Vanaf 59 jaar kan <strong>de</strong> werknemer 40% van <strong>de</strong> formele<br />
arbeidsduur korter werken tegen 90% van het laatstverdien<strong>de</strong> loon.<br />
Er dient een feitelijke arbeidsduur van gemid<strong>de</strong>ld 8 uur per week over te blijven. Bij een<br />
roostersystematiek van meer of min<strong>de</strong>r dan 8 uur per dag dient <strong>de</strong> werknemer over een<br />
perio<strong>de</strong> van 13 weken gemid<strong>de</strong>ld 8 uren per week gewerkt te hebben.<br />
De wijze waarop <strong>de</strong> seniorenregeling wordt toegepast, wordt in overleg met <strong>de</strong> werknemer<br />
bepaald. De inroostering van <strong>de</strong> werknemer, die gebruik maakt van <strong>de</strong> seniorenregeling,<br />
geschiedt door <strong>de</strong> werkgever na overleg met <strong>de</strong> werknemer. De werknemer wordt<br />
in <strong>de</strong>ze situatie zodanig ingeroosterd dat over een perio<strong>de</strong> van gemid<strong>de</strong>ld 26 weken, <strong>de</strong><br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> arbeidsduur wordt teruggebracht met 20% respectievelijk 40%.<br />
Over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat seniorenverlof genoten wordt, wordt geen verlof opgebouwd.<br />
In lid 3 is bepaald dat <strong>de</strong> verkorting van <strong>de</strong> werkweek als gevolg van gebruikmaking van<br />
het seniorenverlof, ingaat op <strong>de</strong> eerste van <strong>de</strong> maand volgend op <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong><br />
werknemer jarig was.<br />
Om onjuist gebruik van <strong>de</strong> seniorenregeling te <strong>voor</strong>komen is in lid 6 <strong>de</strong> bepaling opgenomen<br />
dat, indien <strong>de</strong> arbeidsduur in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> vijf jaar is vermeer<strong>de</strong>rd, alleen<br />
gebruik kan wor<strong>de</strong>n gemaakt van het seniorenverlof <strong>voor</strong> het aantal uren dat <strong>de</strong> werknemer,<br />
<strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> arbeidsduurvermeer<strong>de</strong>ring, een dienstverband had.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Van een bijzon<strong>de</strong>re situatie als bedoeld in lid 7 kan in ie<strong>de</strong>r geval wor<strong>de</strong>n gesproken als<br />
<strong>de</strong> arbeidsduur is vermeer<strong>de</strong>rd in verband met vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid<br />
van <strong>de</strong> werknemer.<br />
60-jarigen regeling (artikel 19 lid 2)<br />
Artikel 19 lid 2 heeft betrekking op verkorting van <strong>de</strong> arbeidsduur van werknemers die<br />
60 jaar of ou<strong>de</strong>r zijn. Dit betekent dat als een werknemer ou<strong>de</strong>r is dan 60 jaar, <strong>de</strong>ze <strong>de</strong><br />
werkgever kan verzoeken dagelijks niet langer dan 7,5 uur te hoeven werken.<br />
Het artikel geeft geen on<strong>de</strong>rgrens aan van <strong>de</strong> minimale werktijd per dag. Partijen kunnen<br />
daar in on<strong>de</strong>rling overleg afspraken over maken. Door het verkorten van <strong>de</strong> werkdag,<br />
veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> formele arbeidsduur echter niet. Een werknemer van 60 jaar met een<br />
formele arbeidsduur van 36 uur per week, zal <strong>de</strong>ze 36 uur over 5 werkdagen kunnen<br />
ver<strong>de</strong>len met inachtneming van artikel 19, twee<strong>de</strong> lid. Bij <strong>de</strong>ze aanspraak gaat het om<br />
een vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> werktijd per dag. Dit betekent niet dat <strong>de</strong> werknemer het niet<br />
gewerkte half uur ca<strong>de</strong>au krijgt. Die tijd moet op een an<strong>de</strong>re dag wor<strong>de</strong>n gewerkt of het<br />
gaat af van <strong>de</strong> compensatie-uren.<br />
Met ingang van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong> is het niet meer mogelijk gelijktijdig gebruik te maken van<br />
<strong>de</strong> 60-jarigen regeling en <strong>de</strong> 57- of 59-jarigen regeling als vermeld in artikel 44.<br />
Gevolgen gebruikmaken seniorenregeling<br />
Gebruikmaking van <strong>de</strong> seniorenregeling verlaagt het loon doch heeft geen gevolgen <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> opbouw van pensioen, maar wel <strong>voor</strong> <strong>sociale</strong> zekerheidsrechten, <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong><br />
vakantietoeslag en <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>jaarsuitkering (maar niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m).<br />
De financiële gevolgen <strong>voor</strong> een individuele werknemer kunnen in kaart gebracht wor<strong>de</strong>n.<br />
Pensioen (artikel 45)<br />
Waarborging van <strong>de</strong> in <strong>de</strong> Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening bestaan<strong>de</strong> pensioen<strong>voor</strong>ziening is<br />
een gezamenlijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van werkgever en werknemer. Daarbij past een<br />
vaste verhouding tussen het werkgevers<strong>de</strong>el en het werknemers<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> premie.<br />
Vanaf 2003 betaalt <strong>de</strong> werknemer een vast <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> totale premie. Dit <strong>de</strong>el is vastgesteld<br />
op 25%, te berekenen vanaf 2005. In <strong>de</strong> jaren 2003 en 2004 zal het huidige werknemers<strong>de</strong>el<br />
(18% van <strong>de</strong> totale premie) gelei<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n verhoogd, zodat het werknemersaan<strong>de</strong>el<br />
in 2003 20% van <strong>de</strong> totale premie bedraagt en in 2004 22,5%.<br />
De hoogte van <strong>de</strong> premie wordt ie<strong>de</strong>r jaar opnieuw vastgesteld door het bestuur van het<br />
Pensioenfonds.<br />
119
120<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening (artikel 46)<br />
De aanvullen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening blijft gel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> werknemers die op 1 juli 1990<br />
in dienst waren en die het tegoed niet hebben gebruikt <strong>voor</strong> inkoop van pensioen. Voor<br />
<strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> regeling wordt verwezen naar <strong>de</strong> statuten en het reglement van <strong>de</strong><br />
Stichting Aanvullen<strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>dags<strong>voor</strong>ziening Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening, dat bij <strong>de</strong> werkgever<br />
ter inzage ligt.<br />
§11. ONTWIKKELING VAN DE WERKNEMER<br />
(artikel 48 t/m 51)<br />
Individuele ontwikkelingsplannen<br />
In <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> is een verplichting opgenomen dat <strong>de</strong> werkgever <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>re werknemer een<br />
ontwikkelingsplan opstelt, gericht op – direct – of in <strong>de</strong> toekomst – zo mogelijk uitstroom<br />
naar reguliere arbeid, <strong>de</strong>tachering of begeleid werken bij een reguliere werkgever<br />
of het langduriger werken op een bedrijfsplaats. In het ontwikkelingsplan wordt opgenomen<br />
wat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van het individu zijn, hoe <strong>de</strong>ze behou<strong>de</strong>n of bevor<strong>de</strong>rd<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n en welke mid<strong>de</strong>len (bij<strong>voor</strong>beeld scholing) daar<strong>voor</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
ingezet. Werknemers die in dienst zijn genomen vóór 1 januari 1998 wor<strong>de</strong>n niet verplicht<br />
mee te werken aan uitstroom; zij zijn wel verplicht mee te werken aan totstandkoming<br />
van het ontwikkelingsplan.<br />
§12. BETAALD OUDERSCHAPSVERLOF (artikel 52)<br />
De regeling betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong>, laat <strong>de</strong> regeling onbetaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof<br />
uit <strong>de</strong> Wet arbeid en zorg onverlet. Dat betekent dat een SW-werknemer<br />
er ook <strong>voor</strong> kan kiezen om van <strong>de</strong> onbetaal<strong>de</strong> regeling gebruik te maken Van <strong>de</strong> onbetaal<strong>de</strong><br />
regeling kan gebruik gemaakt wor<strong>de</strong>n tot het kind 8 jaar is. Als <strong>de</strong> werknemer<br />
geen betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof heeft opgenomen en dat recht inmid<strong>de</strong>ls is verlopen<br />
omdat het kind ou<strong>de</strong>r dan 4 jaar is, bestaat het recht op gebruikmaking van <strong>de</strong> onbetaal<strong>de</strong><br />
regeling nog steeds.<br />
Arbeidsduurvermin<strong>de</strong>ring na gebruikmaking betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof<br />
Wil <strong>de</strong> werknemer na afloop van het ou<strong>de</strong>rschapsverlof min<strong>de</strong>r gaan werken, dan kan<br />
hij op grond van artikel 14 b van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> aan <strong>de</strong> werkgever toestemming verzoeken om<br />
in <strong>de</strong>eltijd te gaan werken. Die toestemming kan door <strong>de</strong> werkgever wor<strong>de</strong>n verleend,<br />
<strong>voor</strong> zover het bedrijfsbelang dat toelaat. In tegenstelling tot sommige an<strong>de</strong>re <strong>CAO</strong>’s<br />
kent <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> SW geen terugbetalingsverplichting van het ou<strong>de</strong>rschapsverlof.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
Ziekte tij<strong>de</strong>ns betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof (artikel 52, lid 8 en 9)<br />
Als <strong>de</strong> werknemer die gebruik maakt van <strong>de</strong> regeling betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof ziek<br />
wordt, blijft geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste 14 aaneengesloten dagen het loon ongewijzigd. Vanaf<br />
<strong>de</strong> 15<strong>de</strong> dag wordt het loon 100%. Het loon wordt dan dus gelijk aan het loon zoals<br />
<strong>de</strong> werknemer dat ontving toen hij nog geen ou<strong>de</strong>rschapsverlof had. Door ziekte kan<br />
het ou<strong>de</strong>rschapsverlof niet opgeschort wor<strong>de</strong>n. De perio<strong>de</strong> loopt tij<strong>de</strong>ns ziekte gewoon<br />
door.<br />
Opbouw vakantieverlof over betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof (artikel 52, lid 10)<br />
Over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat betaald ou<strong>de</strong>rschapsverlof genoten wordt, wordt <strong>de</strong> opbouw van<br />
verlof naar evenredigheid vermin<strong>de</strong>rd, vanuit <strong>de</strong> gedachte dat er geen verlof over verlof<br />
wordt opgebouwd.<br />
§13. KINDEROPVANG (artikel 53)<br />
Uitbreiding kin<strong>de</strong>ropvangregeling<br />
De nieuwe regeling kin<strong>de</strong>ropvang is uitgebreid met mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> buitenschoolse<br />
en naschoolse opvang <strong>voor</strong> ou<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren. De regeling is <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren tot en met<br />
acht jaar. Naschoolse en buitenschoolse opvang is bedoeld <strong>voor</strong> kin<strong>de</strong>ren die naar <strong>de</strong><br />
basisschool gaan. Bij naschoolse opvang kunnen kin<strong>de</strong>ren na schooltijd en in schoolvakanties<br />
terecht. De buitenschoolse opvang <strong>voor</strong>ziet daarnaast ook in opvang vóór<br />
schooltijd en tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lunchpauze.<br />
§14. CENTRALE BEZWARENCOMMISSIE<br />
FUNCTIEWAARDERING (artikel 54)<br />
Alle besluiten die op of na 1 oktober 1998 zijn genomen kunnen aan <strong>de</strong> centrale bezwarencommissie<br />
functiewaar<strong>de</strong>ring wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gelegd. Om een klacht door <strong>de</strong> centrale<br />
commissie te kunnen laten behan<strong>de</strong>len, moeten partijen eerst op lokaal niveau geprobeerd<br />
hebben <strong>de</strong> kwestie op te lossen (zie ook bijlage 3 van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> SW). De werknemer<br />
heeft 6 weken <strong>de</strong> tijd om een bezwaarschrift in te dienen bij <strong>de</strong> commissie. De termijn<br />
vangt aan met ingang van <strong>de</strong> dag na die waarop <strong>de</strong> werkgever aan <strong>de</strong> werknemer<br />
zijn schriftelijke reactie op <strong>de</strong> klacht heeft doen toekomen. In <strong>de</strong>ze schriftelijke reactie<br />
dient <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> procedure (termijn en adres) naar <strong>de</strong> centrale bezwarencommissie<br />
functiewaar<strong>de</strong>ring te vermel<strong>de</strong>n.<br />
121
122<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Het adres is:<br />
Bezwarencommissie Functiewaar<strong>de</strong>ring Sociale Werk<strong>voor</strong>ziening<br />
Postbus 556<br />
2501 CN Den Haag<br />
Bijlage 3 gaat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> door <strong>sociale</strong> partners gewijzigd wor<strong>de</strong>n.<br />
Tot die tijd behoudt <strong>de</strong> huidige regeling bezwarencommissie functiewaar<strong>de</strong>ring zijn<br />
werking. Ook <strong>de</strong> bijlage uit <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> omtrent het functiewaar<strong>de</strong>ringssysteem wordt tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> tekstueel gemo<strong>de</strong>rniseerd (bijlage 2). Tot die tijd behoudt<br />
<strong>de</strong> huidige bijlage zijn werking.<br />
§15. OVERGANGS- EN SLOTBEPALING (artikel 56)<br />
Een werknemer kan nog gebruik maken van arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> 1 mei 2002<br />
(<strong>de</strong> inwerkingtredingdatum van <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>) zijn afgesproken met <strong>de</strong> werkgever, als aan<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n is voldaan:<br />
- De arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n moeten nadrukkelijk zijn overeengekomen;<br />
- De arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n moeten over on<strong>de</strong>rwerpen gaan die <strong>voor</strong> 1 mei 2002<br />
niet in <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> geregeld waren;<br />
- De afspraken moeten schriftelijk zijn vastgelegd;<br />
- De arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n moeten in gunstige zin afwijken van <strong>de</strong> bepalingen in <strong>de</strong><br />
<strong>CAO</strong>;<br />
- De werknemer heeft er al <strong>voor</strong> 1 mei 2002 ook daadwerkelijk gebruik van<br />
gemaakt.<br />
Het gaat in <strong>de</strong>ze bepaling op individuele overgangsrechten, hetgeen niet betekent dat<br />
bedrijfsgebon<strong>de</strong>n arbeids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n nu door <strong>de</strong>ze <strong>CAO</strong>-bepaling wor<strong>de</strong>n afgeschaft.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld kan één en an<strong>de</strong>r verdui<strong>de</strong>lijken:<br />
Met een werknemer is in zijn arbeidsovereenkomst afgesproken dat hij bijzon<strong>de</strong>r verlof<br />
krijgt <strong>voor</strong> het (me<strong>de</strong>) organiseren van een jeugdkamp eens per jaar. Inmid<strong>de</strong>ls is <strong>de</strong><br />
werknemer gestopt met dat vrijwilligerswerk en maakt hij geen gebruik meer van die<br />
afspraak. De afspraak is per 1 mei komen te vervallen.
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Toelichting op <strong>de</strong> <strong>CAO</strong> WSW<br />
123
124<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
125
126<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening
1 mei 2002 t/m 30 juni 2003 Hoofdstuk 1<br />
127
128<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>sociale</strong> werk<strong>voor</strong>ziening