26.09.2013 Views

Overheidsopdrachten Basis

Overheidsopdrachten Basis

Overheidsopdrachten Basis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Overheidsopdrachten</strong><br />

<strong>Basis</strong><br />

De heer Dirk Van Belle<br />

De heer Bart Vandeputte<br />

Financiën – overheidsopdrachten - basis<br />

2010-2011


SCHOOL VOOR BESTUURSRECHT<br />

VAN WEST-VLAANDEREN<br />

OVERHEIDSOPDRACHTEN<br />

BASIS<br />

Inleiding tot de wetgeving op de overheidsopdrachten in het algemeen en tot de<br />

overheidsopdrachten van provinciale en lokale besturen in de "klassieke sectoren" in het<br />

bijzonder.<br />

Uitgave van de School voor Bestuursrecht van West-Vlaanderen<br />

13 e uitgave<br />

Geert ANTHIERENS<br />

Bestuursdirecteur griffie<br />

Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />

Dirk VAN BELLE<br />

Directeur COOP<br />

Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />

Anne VAN DEN ABEELE<br />

Gewestelijk ontvanger<br />

Bart VANDEPUTTE<br />

Bureauchef – jurist<br />

Stadsbestuur Roeselare<br />

Brugge, februari 2010 - alle rechten voorbehouden -<br />

2


VOORWOORD<br />

_____________<br />

Deze cursus beoogt een algemeen inzicht te geven in de wetgeving op de<br />

overheidsopdrachten.<br />

Als invalshoek is gekozen voor de provinciale en lokale besturen in het Vlaamse gewest als<br />

aanbestedende overheid.<br />

Dit heeft als consequentie dat de toelichting nagenoeg uitsluitend beperkt is tot de<br />

overheidsopdrachten en concessies van openbare werken in de zogenaamde '"klassieke<br />

sectoren".<br />

De overheidsopdrachten en de opdrachten van privé-ondernemingen in de zogenaamde<br />

"nutssectoren" (water, energie, vervoer en postdiensten) zijn beheerst door andere regels.<br />

Omdat opdrachten in deze nutssectoren op provinciaal en lokaal vlak niet of minder vaak<br />

voorkomen, blijven ze in de toelichting onbesproken. De gekozen invalshoek heeft als tweede<br />

consequentie dat naast de eigenlijke wetgeving op de overheidsopdrachten, ook de bepalingen<br />

in verband met de overheidsopdrachten in de organieke wetgeving van provincies en lokale<br />

besturen worden vermeld. En dit zoals deze van toepassing zijn voor de provinciale en lokale<br />

besturen in het Vlaamse gewest.<br />

De cursus is als volgt opgebouwd:<br />

Eerst worden enkele begrippen en algemene principes verduidelijkt en een overzicht van de<br />

wetgeving gegeven (hoofdstukken 1, 2 en 3).<br />

Dan volgt een commentaar bij de wetgeving op de overheidsopdrachten in de "klassieke<br />

sectoren". De verschillende fasen van een overheidsopdracht worden zoveel mogelijk in<br />

chronologische orde behandeld (hoofdstukken 4 t.e.m. 15).<br />

Dan wordt afzonderlijk aandacht besteed aan het administratief toezicht (hoofdstuk 16) en aan<br />

de rechterlijke controle (hoofdstuk 17).<br />

3


HOOFDSTUK I - Overzicht van de wetgeving<br />

_______________________________________<br />

1.1. Van de wet van 14 juli 1976 via de wet van 24 december 1993 naar de wetten van<br />

15 en 16 juni 2006<br />

Aanvankelijk waren de overheidsopdrachten van de provinciale en lokale besturen<br />

beheerst door de wet van 14 juli 1976 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de uitvoeringsbesluiten bij deze wet.<br />

Sinds het in voege treden van de wet van 14 juli 1976, had het Europees recht steeds<br />

meer greep gekregen op de reglementering op de overheidsopdrachten. De<br />

opeenvolgende Europese richtlijnen maakten een onderscheid tussen de "klassieke<br />

sectoren" en de "nutssectoren" enerzijds en tussen werken, leveringen en diensten<br />

anderzijds. De procedures, de definities en het toepassingsgebied van de richtlijnen uit<br />

de jaren '90 weken op veel punten af van de Belgische wetgeving.<br />

Om opnieuw een coherente reglementering te bekomen was een grondige herziening<br />

van de federale wetgeving nodig. De basis voor deze nieuwe reglementering, is de wet<br />

van 24 december 1993. De meeste uitvoeringsbesluiten volgden pas in de loop van<br />

1996. De nieuwe reglementering voor de klassieke sectoren is in werking getreden op<br />

1 mei 1997 (K.B. van 29 januari 1997 - B.S. 13 februari 1997).<br />

De aanneming door het Europees parlement en de raad van de richtlijnen 2004/17/EG en<br />

2004/18/EG van 31 maart 2004 vereiste opnieuw een grondige hervorming van de<br />

wetgeving. De wijzigingen waren te ingrijpend en geven aanleiding tot 2 volledig<br />

nieuwe wetten:<br />

Enerzijds de wet van 15 juni 2006 met betrekking tot de overheidsopdrachten en<br />

bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; anderzijds de wet van 16 juni<br />

2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />

inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />

diensten. Op 15 februari 2007 zijn deze wetten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.<br />

Ook twee wetten van 12 januari 2007 tot wijziging van de wetten van 15 en 16 juni<br />

2006, zijn in hetzelfde staatsblad verschenen. Slechts enkele bepalingen treden<br />

onmiddellijk in werking (bijvoorbeeld deze over de aankoop- of opdrachtencentrale).<br />

Voor het overgrote deel moeten deze wetten nog in werking treden op een datum die bij<br />

K.B. zal worden vastgesteld. Het is immers de bedoeling om deze wetten in werking te<br />

laten treden samen met de nieuwe uitvoeringsbesluiten.<br />

De wet van 15 juni 2006 en het K.B. dat het K.B. van 8 januari 1996 zal vervangen,<br />

zullen in de nabije toekomst aanleiding geven tot een aantal ingrijpende wijzigingen in<br />

de reglementering voor de overheidsopdrachten. Wat betreft de gunningswijzen spreken<br />

we straks van open (in plaats van algemene) en beperkte offertevragen. Er komen enkele<br />

nieuwe gevallen dat een onderhandelingsprocedure mogelijk is. Bijvoorbeeld voor<br />

sommige leveringen. Ook de mogelijkheid om tot een bepaald drempelbedrag altijd een<br />

onderhandelingsprocedure met bekendmaking vooraf te voeren, betekent een<br />

belangrijke innovatie voor de praktijk. Voor bijzonder ingewikkelde opdrachten,<br />

4


ijvoorbeeld in de sfeer van publiek-private samenwerking, staat er straks een volledig<br />

nieuwe gunningswijze ter beschikking, namelijk de zogenaamde concurrentiedialoog.<br />

Deze concurrentiedialoog is de procedure die in de Europese richtlijn als de<br />

concurrentiegerichte dialoog staat beschreven. Terwijl er in een onderhandelingsprocedure<br />

eerst een offerte ingediend wordt en pas nadien onderhandeld, wordt er in een<br />

concurrentiedialoog eerst overleg gevoerd en op het einde van de dialoog een offerte<br />

ingediend. Wat betreft het beschrijven van de bestekken, verduidelijkt de wet dat je niet<br />

enkel met technische specificaties kunt werken, maar ook met prestatie-eisen of<br />

functionele eisen. Er komen specifieke procedures voor leveringen of diensten voor<br />

courant gebruik, namelijk het dynamisch aankoopsysteem en de elektronische veiling.<br />

Raamovereenkomsten zijn een geschikte manier van werken voor repetitieve behoeften.<br />

Raamovereenkomsten waren reeds bekend voor de nutsectoren. In de nieuwe wet<br />

krijgen dit soort overeenkomsten ook in de klassieke sectoren een formele rechtsbasis.<br />

Het werken met een aankoopcentrale of opdrachtencentrale, die opdrachten op de markt<br />

brengt ten behoeve van verschillende aanbestedende overheden is uitdrukkelijk<br />

geregeld. Het samenvoegen van opdrachten van verschillende aanbestedende overheden<br />

in één procedure, waarbij een aanbestedende overheid in gezamenlijke naam optreedt,<br />

zal ook mogelijk worden voor een samenwerking tussen een aanbestedende overheid en<br />

privaatrechtelijke personen. Tenslotte bevat de nieuwe wet van 15 juni 2006 ook een<br />

nieuw artikel dat voorschrijft welke vertrouwelijke informatie over een opdracht van de<br />

openbaarheid is uitgesloten. Het gaat dan meer bepaald over informatie met betrekking<br />

tot technische of commerciële geheimen en op vertrouwelijke aspecten van de offertes.<br />

De wet van 16 juni 2006 regelt de rechtsbescherming van de deelnemers aan een<br />

overheidsopdrachten procedure. Deze wet maakt het onderscheid tussen de “gunning”<br />

en de “toewijzing” van een opdracht. De gunning is de beslissing tot aanduiding van de<br />

uitvoerder van een opdracht. De toewijzing gebeurt door de betekening van de<br />

contractuele verbintenis aan de uitvoerder. De wet van 16 juni 2006 regelt gedetailleerd<br />

de informatieplicht over de selectie en de gunning aan de kandidaten en inschrijvers en<br />

de wachttermijn (”stand still”) die gerespecteerd moet worden vooraleer de opdracht toe<br />

te wijzen.<br />

1.2. <strong>Overheidsopdrachten</strong> en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />

leveringen en diensten<br />

1.2.1. Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 22.01.1994)<br />

Deze wet is als volgt ingedeeld:<br />

Boek I <strong>Overheidsopdrachten</strong><br />

Titel I Algemene beginselen (art. 1-3)<br />

Titel II <strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken, leveringen en<br />

diensten (art. 4-23)<br />

Titel III Concessies voor openbare werken en de opdrachten voor aanneming van<br />

werken gegund in naam van concessiehouders van openbare werken (art.<br />

24-25)<br />

5


Titel IV <strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken, leveringen en<br />

diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten (art. 26-<br />

41)<br />

Titel V Diverse bepalingen (art. 42-46)<br />

Boek II Mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van bepaalde<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de<br />

sectoren water, energie, vervoer en postdiensten<br />

Titel I Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten gegund<br />

door privé-ondernemingen (art. 47-62)<br />

Titel II Opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten door<br />

overheidsbedrijven (art. 63)<br />

Titel III Diverse bepalingen (art. 64-65)<br />

Boek II-bis Motivering, informatie en rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten<br />

en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />

leveringen en diensten (art. 65/1 – 65/34) (Wet 23.12.2009, B.S.<br />

28.12.2009, 3 e ed.).<br />

Boek III Slotbepalingen (art. 66-69)<br />

Artikel 65 van de wet machtigt de Koning om de nodige maatregelen te treffen die<br />

nodig zijn voor de verplichte omzetting van Europese bepalingen. Om de<br />

implementering te verzekeren van de richtlijn 93/38/EEG van de raad van 14 juni<br />

1993, werd de wet van 24 december 1993 reeds vrij snel gewijzigd. Het K.B. van<br />

10 januari 1996 (B.S. dd. 26.01.1996) wijzigt Titel IV van Boek I, dit<br />

voornamelijk m.b.t. de opdrachten van diensten. Het K.B. van 18 juni 1996 (B.S.<br />

dd. 25.06.1996) wijzigt Boek II, dit voornamelijk door tevens verplichtingen op te<br />

nemen voor de opdrachten van diensten en de prijsvragen voor ontwerpen.<br />

Het K.B. van 10 januari 1999 (B.S. 14.01.1999) wijzigt art. 1 m.b.t. het<br />

toepassingsgebied van de wet voor overheidsbedrijven. De wet van 12 augustus<br />

2000 (B.S. 31.08.2000) wijzigt de art. 3 en 6. De wet van 19 juli 2001 (B.S.<br />

28.07.2001) wijzigt de art. 3 en 6. De wet van 21 juni 2002 (B.S. 22.10.2002)<br />

wijzigt art. 4. De programmawet van 8 april 2003 (B.S. 17.04.2003) wijzigt art. 5<br />

m.b.t. het voorwerp van een overheidsopdracht en art. 16 m.b.t. de<br />

gunningscriteria. Er wordt een art. 18bis ingevoegd m.b.t. het nastreven van<br />

sociale en ethische doelstellingen. De programmawet van 22 december 2003 (B.S.<br />

31.12.2003) wijzigt art. 15 m.b.t. de schadeloosstelling. De programmawet van 9<br />

juli 2004 (B.S. 15.07.2004) wijzigt onder meer de bepalingen i.v.m. de informatie<br />

aan niet geselecteerde kandidaten en inschrijvers van wie de offerte als<br />

onregelmatig werd beschouwd of niet werd uitgekozen. De programmawet van 27<br />

december 2004 (B.S. 31.12.2004) wijzigt art. 3 en art. 17 m.b.t. sommige<br />

opdrachten van het ministerie van Landsverdediging. De wet van 15 december<br />

2005 houdende administratieve vereenvoudiging II (B.S. 28.12.2005) wijzigt art.<br />

23 m.b.t. de overdracht van schuldvorderingen.<br />

De wet van 23 december 2005 houdende diverse bepalingen (B.S. 30.12.2005),<br />

wijzigt art. 24 en 27 en voegt een artikel 37bis in m.b.t. de concessieovereenkomst<br />

voor openbare werken.<br />

6


Het K.B. van 23 november 2007 (B.S. 07.12.2007) brengt wijzigingen aan in<br />

artikel 4 van de wet. Er wordt een artikel 25bis ingevoegd. Ook de artikelen 41bis,<br />

41ter, 48 en 57 worden gewijzigd. Er wordt een nieuw artikel 63bis ingevoegd.<br />

Bijlage 2A5 wordt gewijzigd. De uitzondering voor spraaktelefonie, telex,<br />

radiotelefonie, semafoon- en satellietdiensten geldt niet meer voor de<br />

overheidsopdrachten boven de drempel van Europese bekendmaking. Deze<br />

diensten kunnen voortaan in mededinging worden gesteld.<br />

In 2008 werd de wet 2 maal gewijzigd:<br />

- art. 21 bis werd gewijzigd m.b.t. de informatieplicht en de voorschriften<br />

betreffende de wachttermijn („stand-still‟) door de wet van 8.06.2008 houdende<br />

diverse bepalingen (II) (B.S. 16.06.2008)<br />

- art. 3 werd beperkt gewijzigd (wet 22.12.2008 houdende diverse bepalingen (I)<br />

– B.S. 29.12.2008).<br />

In 2009 werd de wet 2 maal gewijzigd:<br />

- art 21 bis en, voor de speciale sectoren, art. 41 bis werden gewijzigd m.b.t. de<br />

informatieplicht en wat betreft de raamcontracten (speciale sectoren), alsook de<br />

bijlagen 1 en 2 bij de wet door het K.B. d.d. 29.09.2009 (B.S. 2.10.2009, 2 e ed.)<br />

- een boek II-bis (art. 65/1 – 65/35) werd ingevoegd bij wet 23.12.2009 (B.S.<br />

28.12.2009, 3 e ed.): motivering, informatie en rechtsmiddelen inzake<br />

overheidsopdrachten. Opheffing van de art. 21 bis, 41 sexies en 62 bis 1 .<br />

De wet heeft een modulaire structuur. Er geldt een afzonderlijk regime voor de<br />

overheidsopdrachten in de "klassieke sectoren" (Boek I - Titels II en III), de<br />

overheidsopdrachten in de "nutssectoren" (Boek I - Titel IV) en sommige<br />

opdrachten van privé-ondernemingen en overheidsbedrijven in de "nutssectoren"<br />

(Boek II).<br />

Als het voorwerp van een overheidsopdracht of een opdracht betrekking heeft op<br />

meerdere werkzaamheden, moeten de regels gevolgd worden die van toepassing<br />

zijn op de werkzaamheden waarvoor die opdracht hoofdzakelijk bedoeld is. Als<br />

het onmogelijk is om deze hoofdzaak vast te stellen, gelden de strengste regels<br />

(eerst titel II van boek I, gevolgd door boek IV van hetzelfde boek I, vervolgens<br />

boek II). 2<br />

1.2.2. K.B. van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van<br />

werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S.<br />

26.01.1996).<br />

Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek I, titels II en III van de wet. Deze titels<br />

van Boek I en dit K.B. zijn van toepassing op de overheidsopdrachten in de<br />

"klassieke sectoren" en de concessies voor openbare werken 3 . Het<br />

uitvoeringsbesluit behandelt de procedure die leidt tot de gunning.<br />

Dit K.B. werd reeds op verschillende punten gewijzigd. Eerst door het K.B. van 8<br />

1 Wet 23.12.2009 werd per 25.02.2010 in werking gesteld (K.B. 10.02.2010 – B.S. 16.02.2010).<br />

2 Wet 24.12.1993, art. 65bis<br />

3 Wet 24.12.1993, art. 1<br />

7


november 1998 (B.S. 13.11.1998). Vervolgens door het K.B. van 25 maart 1999<br />

(B.S. 09.04.1999). Dan achtereenvolgens door het M.B. van 8 februari 2000 (B.S.<br />

15.02.2000), het K.B. van 20 juli 2000 (B.S. 30.08.2000), het M.B. van 4<br />

december 2001 (B.S. 19.12.2001), het K.B. van 22 april 2002 (B.S. 30.04.2002),<br />

het M.B. van 17 december 2003 (B.S. 23.12.2003), het K.B. van 18 februari 2004<br />

(B.S. 27.02.2004), het K.B. van 29 februari 2004 (B.S. 08.03.2004), de<br />

programmawet van 09 juli 2004 (B.S. 15.07.2004) en het K.B. van 20 juli 2005<br />

(B.S. 22.08.2005), het M.B. van 20 december 2005 (B.S. 23.12.2005) en het K.B.<br />

van 12 januari 2006 (B.S. 27.01.2006).<br />

In de loop van 2007, 2008, 2009 en 2010 werd het K.B. van 8 januari 1996<br />

gewijzigd door het K.B. van 23 november 2007 (B.S. 07.12.2007), het M.B. van<br />

17.12.2007 (B.S. 20.12.2007), het K.B. van 31 juli 2008 (B.S. 18.08.2008), het<br />

K.B. van 29.09.2009 (B.S. 2.10.2009, 2 e ed.), het M.B. van 14.12.2009 (B.S.<br />

17.12.2009) en het K.B. van 10.02.2010 (B.S.16.02.2010).<br />

1.2.3. K.B. van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming<br />

van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en<br />

postdiensten.<br />

Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek I, titel IV van de wet.<br />

Voornoemde titel IV van Boek I en dit K.B. zijn van toepassing op de<br />

overheidsopdrachten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten; dit<br />

zowel voor de opdrachten van de meeste "aanbestedende overheden", als voor<br />

deze van de overheidsbedrijven als ze betrekking hebben op hun taken van<br />

openbare dienst. Bijv. intercommunales voor de water- en elektriciteitsverdeling,<br />

NMBS, De Lijn. 4<br />

1.2.4. K.B. van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese<br />

Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen<br />

en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten (B.S.<br />

25.06.1996).<br />

Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek II van de wet.<br />

Boek II en dit K.B. zijn van toepassing op:<br />

- privé-ondernemingen ("aanbestedende diensten") die bijzondere of uitsluitende<br />

rechten genieten, wanneer zij bepaalde werkzaamheden uitoefenen in de<br />

"nutssectoren" 5 .<br />

Bijv. nv Electrabel, nv Distrigas, BATC;<br />

- overheidsbedrijven, voor opdrachten in de "nutssectoren", die geen betrekking<br />

hebben op hun taken van openbare dienst 6 .<br />

Bijv. NMBS, De Lijn;<br />

4 Wet 24.12.1993, art. 2 en 26<br />

5 Wet 24.12.1993, art. 47 § 1<br />

6 Wet 24.12.1993, art. 63<br />

8


- de meeste "aanbestedende overheden", voor opdrachten m.b.t. productie van<br />

elektriciteit 7 .<br />

Het toepassingsgebied van Boek II en het desbetreffende uitvoeringsbesluit, is<br />

beperkt tot de opdrachten van werken, leveringen en diensten, waarvan de<br />

geraamde bedragen gelijk zijn aan of hoger liggen dan de drempelbedragen voor<br />

de Europese mededingingsregels in de nutssectoren. 8 .<br />

1.2.5. K.B. van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />

de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S.<br />

18.10.1996).<br />

Dit K.B. is van toepassing op zowel de "klassieke" overheidsopdrachten en<br />

concessies van openbare werken (Boek I, titel II en III van de wet), als de<br />

overheidsopdrachten in de "nutssectoren" (Boek I, titel IV van de wet).<br />

Dit besluit regelt de uitvoeringsfase van de opdrachten.<br />

De Algemene aannemingsvoorwaarden zijn als bijlage bij het K.B. van 26<br />

september 1996 gevoegd. Hoofdstuk I bevat de bepalingen die toepasselijk zijn op<br />

alle opdrachten. Hoofdstuk II bestaat uit 3 afdelingen, nl. voor werken, voor<br />

leveringen en voor diensten.<br />

Het K.B. van 14 oktober 1998 (B.S. 27.10.1998), het K.B. van 15 februari 1999<br />

(B.S. 24.02.1999), het K.B. van 29 april 1999 (B.S. 19.05.1999), het K.B. van 20<br />

juli 2000 (B.S. 30.08.2000), het K.B. van 4 juli 2001 (B.S. 10.07.2001), het K.B.<br />

van 22 april 2002 (B.S. 30.04.2002) en het K.B. van 17 december 2002 (B.S.<br />

21.12.2002), het K.B. van 18 februari 2004 (B.S. 27.02.2004) en het K.B. van<br />

31.07.2008 (B.S. 18.08.2008), wijzigen het K.B. van 26 september 1996 en/of de<br />

Algemene aannemingsvoorwaarden.<br />

1.2.6. Omzendbrieven<br />

7 Wet 24.12.1993, art. 63<br />

8 K.B. 18.06.1996, art. 2<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 2 december 1997 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Lijst van de diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet<br />

van 24 december 1993 (B.S. 13.12.1997).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 3 december 1997 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Financiële diensten bedoeld in categorie 6 van bijlage 2<br />

bij de wet van 24 december 1993: bank- en beleggingsdiensten en<br />

verzekeringsdiensten (B.S. 13.12.1997).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 4 december 1997 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Toegang van ondernemingen van derde landen ten<br />

aanzien van de Europese Gemeenschap tot de overheidsopdrachten (B.S.<br />

13.12.1997).<br />

9


- Omzendbrief van de Eerste Minister van 10 februari 1998 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Kwalitatieve selectie van de aannemers, leveranciers en<br />

dienstverleners (B.S. 13.02.1998).<br />

- Omzendbrief BA-98/04 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />

23 juni 1998 - Aanvullende omzendbrief voor de gemeenten, de provincies en<br />

de OCMW's aangaande sommige financiële diensten en andere aanbevelingen<br />

betreffende enige toepassingsproblemen i.v.m. de wetgeving op de<br />

overheidsopdrachten (B.S. 23.07.1998).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 18 november 1998 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> Euro - overgangsperiode van 1 januari 1999 tot 31<br />

december 2001 (B.S. 20.11.1998).<br />

- Omzendbrief BA-98/10 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />

24 november 1998 - Uitvoering van het kwalitatief sectoraal akkoord 95-96 -<br />

invoering tewerkstellingsparagraaf bij overheidsopdrachten (B.S. 23.12.1998).<br />

- Omzendbrief BA-99/03 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />

23 maart 1999 - Tweede omzendbrief aangaande sommige financiële diensten:<br />

annaliteit van de begroting - gevolgen voor herhalingsopdrachten (B.S.<br />

15.04.1999).<br />

- Omzendbrief van de Minister van Mobiliteit en Vervoer van 28 maart 2001 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken - Kwalitatieve selectie van<br />

aannemers (B.S. 07.04.2001).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 28 juni 2001 - <strong>Overheidsopdrachten</strong> -<br />

Overschakeling op de euro op het einde van de overgangsperiode (B.S.<br />

10.07.2001).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister en de Minister van Mobiliteit en Vervoer<br />

van 28 februari 2002 – Gebruik van voertuigen behorend tot de categorieën N2<br />

en N3 (B.S. 20.03.2002).<br />

- Officieel bericht – <strong>Overheidsopdrachten</strong> – Verplicht gebruik van de<br />

standaardformulieren voor de opdrachten onderworpen aan de Europese<br />

bekendmaking (B.S. 15.09.2003).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 10 december 2003 –<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> onderworpen aan de Europese bekendmaking.<br />

Lessen te trekken uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EG (B.S.<br />

15.12.2003).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 25 mei 2004 – Gevolgen van de<br />

prijsstijging van het staal (B.S. 28.05.2004).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 23 juni 2004 – <strong>Overheidsopdrachten</strong> –<br />

Verbod om in de bepalingen van een opdracht technische specificaties op te<br />

10


nemen die het gewone verloop van de mededinging beperken of uitsluiten (B.S.<br />

25.06.2004).<br />

- Omzendbrief OW 2004/1 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />

12 juli 2004 betreffende de gevolgen van de prijsstijgingen van bepaalde<br />

categorieën van staal (betonstaal, damplanken en buispalen) (B.S. 26.07.2004).<br />

- Omzendbrief P&O/DO/1 van 27 januari 2005 – Implementatie van het<br />

duurzame ontwikkelingsbeleid bij de overheidsopdrachten van leveringen<br />

gelanceerd door aanbestedende overheden van de federale overheid die behoren<br />

tot de klassieke sectoren (B.S. 04.02.2005).<br />

- Omzendbrieven BA-2005/1 en BA-2005/2 van het ministerie van de Vlaamse<br />

Gemeenschap van 25 februari 2005 – Toepassing van het decreet van 7 mei<br />

2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende<br />

erediensten, georganiseerd op gemeentelijk niveau (BA-2005/1) of op<br />

provinciaal niveau (BA-2005/2) (B.S. 25.03.2005).<br />

- Omzendbrief OVO 2004/1 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />

van 20 mei 2005 – Gevolgen van de prijsstijging van ferrometalen (staal) en<br />

ruw gietijzer (B.S. 24.06.2005).<br />

- Omzendbrief P & O/DO/2 van 18 november 2005 betreffende het<br />

aankoopbeleid van de federale overheid ter bevordering van het gebruik van<br />

duurzaam geëxploiteerd hout (B.S. 09.02.2006).<br />

- Omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 juli 2006<br />

betreffende de contractuele verbintenissen tussen aanbestedende overheden<br />

(B.S. 13.10.2006).<br />

- Omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 september 2006<br />

aan de OCMW‟s in verband met sommige financiële diensten in het kader van<br />

de toepassing op de wet van 24 december 1993 betreffende de<br />

overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken en leveringen (B.S.<br />

19.10.2006).<br />

- Omzendbrief MOW/2006/01 van de Vlaamse Overheid van 15 september 2006<br />

betreffende het berekenen van de uurkost van aannemersmateriaal volgens de<br />

kostenschaal CMK-2003 (B.S. 06.10.2006).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 27 november 2006 - Gevolgen van de<br />

prijsstijgingen van de non-ferrometalen (B.S. 01.12.2006).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 8 december 2006 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Verbod om in de bepalingen van een opdracht<br />

technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededeling<br />

beperken of uitsluiten. - Technische specificaties van microprocessoren in het<br />

kader van informaticaopdrachten (aanschaf van computersystemen). -<br />

Aanvulling bij de omzendbrief van 23 juni 2004 (B.S. 15.12.2006).<br />

11


- Omzendbrief van de Eerste Minister van 23 april 2007 - <strong>Overheidsopdrachten</strong> -<br />

Administratieve vereenvoudiging - Impliciete verklaring op erewoord<br />

betreffende de persoonlijke toestand in het kader van de kwalitatieve selectie<br />

(B.S. 27.04.2007).<br />

- Omzendbrief BZ-OVO-07-01 van de Vlaamse Overheid van 31 mei 2007<br />

betreffende <strong>Overheidsopdrachten</strong> - Vereenvoudiging van formaliteiten -<br />

Techniek van de impliciete verklaring op erewoord bij toepassing van de<br />

artikelen 17, 43 en 69 van het K.B. van 8.01.1996 (B.S. 21.09.2007).<br />

- Omzendbrief LNE/2007/1 van de Vlaamse Overheid van 14 september 2007<br />

betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten - “in house” -<br />

aanbestedingen - implicaties van het gelijkheidsbeginsel bij toekennen van<br />

overheidsopdrachten (B.S. 04.10.2007).<br />

- Omzendbrief van de Eerste Minister van 18 december 2007 -<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Veiligheids- en<br />

gezondheidsplan - praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die<br />

in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25<br />

januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bij de offerte<br />

moeten worden gevoegd.<br />

- Omzendbrief (s.d.) van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

betreffende duurzame overheidsaankopen (B.S. 15.04.2008).<br />

- Omzendbrief van de Eerste minister van 25.06.2008 (B.S. 30.06.2008)<br />

betreffende de verplichte bekendmaking van een aankondiging van geplaatste<br />

opdracht bij Europese bekendmaking.<br />

- Omzendbrief van de Vlaamse Overheid - bestuurszaken - financiering met<br />

projectbeheer - promotieopdracht van werken (B.S. 03.09.2008).<br />

- Omzendbrief van de Vlaamse Gemeenschap (MOW 2008/01) m.b.t. de<br />

gevolgen van prijsstijgingen van ferrometalen en ruw gietijzer (B.S.<br />

29.09.2008).<br />

- Omzendbrief van de Eerste minister betreffende de toepassing van een nieuwe<br />

CPV-nomenclatuur vanaf 15.09.2008 (B.S. 02.09.2008).<br />

- Omzendbrief s.d. MOW 2008/04 m.b.t. de gevolgen van de prijsstijgingen van<br />

petroleumbitumen bij de aanleg van bitumineuze wegverhardingen (B.S.<br />

28.10.2008).<br />

- Advies d.d. 9.06.2008 van de commissie overheidsopdrachten betreffende de<br />

financiering met projectbeheer in het licht van de wetgeving<br />

overheidsopdrachten (B.S.20.06.2008).<br />

12


- Advies d.d. 1.08.2008 van de commissie overheidsopdrachten betreffende<br />

registratie – hoofdelijk aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden<br />

van de aannemer (B.S. 01.08.2008).<br />

- Aanvullend advies van de commissie overheidsopdrachten betreffende<br />

registratie – aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden van een<br />

aannemer (B.S. 19.02.2009).<br />

- Omzendbrief d.d. 23.02.2009 (BZ – OVO – 09 – 01) van de Vlaamse overheid<br />

m.b.t. de gevolgen van de prijsstijgingen van petroleumbitumen bij de aanleg<br />

van bitumineuze wegverhardingen (B.S. 11.03.2009).<br />

- Omzendbrief d.d. 12.03.2009 van de eerste minister betreffende<br />

betalingstermijnen en verwijlintresten (B.S. 16.03.2009).<br />

1.2.7. Samenvatting<br />

De regionale en lokale besturen worden voornamelijk geconfronteerd met de<br />

reglementering voor de overheidsopdrachten in de "klassieke" sectoren en de<br />

concessies voor openbare werken:<br />

- Wet van 24.12.1993, Boek I, titel II en III; boek II-bis;<br />

- K.B. van 08.01.1996 (procedure voor de gunning);<br />

- K.B. van 26.09.1996 (uitvoering van de opdracht).<br />

Uitzonderlijk dienen de regionale en lokale besturen (voornamelijk<br />

intercommunales) de reglementering voor de "nutssectoren" toe te passen.<br />

In de regel zal dan het regime overheidsopdrachten toepasselijk zijn:<br />

- Wet van 24.12.1993, Boek I, titel IV;<br />

- K.B. van 10.01.1996 (procedure voor de gunning);<br />

- K.B. van 26.09.1996 (uitvoering van de opdracht).<br />

Enkel voor de productie van elektriciteit is het regime "privé-ondernemingen" van<br />

toepassing voor de regionale en lokale besturen:<br />

- Wet van 24.12.1993, Boek II;<br />

- K.B. van 18.06.1996.<br />

1.3. Erkenning van aannemers<br />

De erkenningswetgeving beoogt garanties te bieden voor de financiële draagkracht<br />

(namelijk met een indeling in klassen) en de technische deskundigheid (namelijk met<br />

een indeling in categorieën en ondercategorieën) van de uitvoerders van opdrachten van<br />

werken.<br />

Deze wetgeving is van toepassing als het toewijzingsbedrag 75.000,00 euro (excl.<br />

BTW) overschrijdt voor de in categorieën en 50.000,00 euro (excl. BTW) voor de in<br />

ondercategorieën ingedeelde werken.<br />

13


Deze wetgeving bestaat uit:<br />

- Wet van 20 maart 1991 houdende de regeling van de erkenning van aannemers van<br />

werken.<br />

- K.B. van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen<br />

van de wet van 20 maart 1991.<br />

- M.B. van 27 september 1991 betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een<br />

voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning, of bij de beoordeling van de<br />

bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, par. 1, van de Wet van 20 maart 1991,<br />

voor te leggen documenten.<br />

- M.B. van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken<br />

volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning<br />

van aannemers.<br />

1.4. Registratie van aannemers<br />

- K.B. van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406<br />

van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB) en van artikel 30bis van de<br />

wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944<br />

betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S. 31.12.1998). Deze<br />

bepalingen werden gewijzigd door de Programmawet van 27.04.2007 en de wet van<br />

27.12.2007 houdende diverse bepalingen (I). Het uitvoerend K.B. van 27.12.2007<br />

verscheen in het B.S. van 31.12.2007 (4 e editie). De wijzigingen zijn het gevolg van<br />

een arrest van het Hof van Justitie in de zaak Eur. Commissie t/België (09.11.2006,<br />

zaak c - 433/04).<br />

Principes van de nieuwe wetgeving<br />

- M.i.v. 01.01.2008 beschermt de registratie van de aannemer op het ogenblik van de<br />

gunning van de opdracht de aanbestedende overheid niet langer tegen de hoofdelijke<br />

aansprakelijkheid voor de betaling van de sociale of fiscale schulden van de<br />

medecontractanten. Deze aansprakelijkheid vloeit voort uit het afsluiten van de<br />

overeenkomst zelf met een aannemer, geregistreerd of niet, die zulke schulden heeft.<br />

- Om deze aansprakelijkheid te vermijden dient de overheid, bij elke betaling aan de<br />

aannemer, correct de inhoudingen en stortingen voorzien in art. 30 bis § 4 (W.<br />

27.06.1969) en art. 403 (WIB) te verrichten.<br />

- Registratie wordt niet langer opgelegd als regelmatigheidsvoorwaarde van de offerte.<br />

- Wel blijft het bestaan van sociale of fiscale schulden een uitsluitingsgrond bij<br />

overheidsopdrachten (zie hfst 7 Kwalitatieve selectie) die tot de gunning van de<br />

opdracht kan worden nagegaan.<br />

Uitvoerig: advies commissie overheidsopdrachten (B.S. 01.08.2008) en aanvullend<br />

advies (B.S. 19.02.2009).<br />

Nazicht sociale schulden: databank RSZ op www.socialsecurity.be/attest30biswet/request.do<br />

14


Nazicht fiscale schulden: databank FOD Financiën, rubrieken My Minfin, “U hebt open<br />

toegang tot”: invullen KBO-nummer en aangegeven veiligheidscode. Via “attest tonen”<br />

is een afdruk mogelijk.<br />

1.5. Welzijn op het werk<br />

- Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de<br />

uitvoering van hun werk (BS 18.09.1996); zie in het bijzonder hoofdstuk 4 -<br />

bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf<br />

en hoofdstuk 5 - bijzondere bepalingen betreffende tijdelijke en mobiele<br />

bouwplaatsen.<br />

- K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S.<br />

07.02.2001).<br />

1.6. Burgerlijk recht<br />

- Burgerlijk wetboek, zie in het bijzonder de artikelen 1792 en 2270 (tienjarige<br />

aansprakelijkheid), artikel 1798 (rechtstreekse vordering arbeiders en<br />

onderaannemers) en art. 2276ter (verjaring beroepsaansprakelijkheid en ereloon<br />

deskundigen). Alsook art. 2244 BW waarbij voortaan de verjaringstermijn van een<br />

vordering tot schadevergoeding ook wordt gestuit ten gevolge van een beroep tot<br />

nietigverklaring bij de Raad van State.<br />

1.7. Inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen<br />

- Wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding<br />

aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten<br />

gevolge van werken op het openbaar domein (B.S. 02.02.2006).<br />

- Diverse K.B.‟s van 10 juni 2006 tot uitvoering van de wet van 3 december 2005<br />

(B.S. 26.06.2006).<br />

- Vanaf 1.01.2009 is er voor de, vanaf dat ogenblik afgesloten overheidsopdrachten,<br />

geen bijdrageplicht meer naar het fonds toe.<br />

15


2.1. Aanbestedende overheden<br />

HOOFDSTUK 2 - Begrippen<br />

_________________________<br />

De reglementering op de overheidsopdrachten in de "klassieke sectoren" (Boek I, titels I,<br />

II, III en V van de wet), is volledig van toepassing op de "aanbestedende overheden" die<br />

opgesomd worden in de wet 9 .<br />

Op het intermediaire en lokale bestuursniveau, zijn dat onder meer:<br />

- de provincies, gemeenten en de verenigingen gevormd door provincies of gemeenten;<br />

- de OCMW's;<br />

- de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën<br />

van de erkende erediensten;<br />

- de polders en wateringen;<br />

- de ruilverkavelingscomités;<br />

- de organismen van openbaar nut<br />

- de publiekrechtelijke verenigingen.<br />

Artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake<br />

gezondheidszorg (gewijzigd door de programmawet van 2 augustus 2002 en uitgevoerd<br />

door het K.B. van 11 mei 2004), bevat een uitzonderingsbepaling voor de toepassing<br />

van de wet op de openbare ziekenhuizen (leveringen en diensten beneden de drempel<br />

van de Europese richtlijnen).<br />

Vallen eveneens onder de toepassing van de reglementering:<br />

- de rechtspersonen die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan<br />

aan de volgende cumulatieve voorwaarden beantwoorden:<br />

a) opgericht zijn met het specifiek doel te voorzien in behoeften van algemeen<br />

belang die niet van industriële of commerciële aard zijn;<br />

b) rechtspersoonlijkheid hebben;<br />

c) onderhevig zijn aan een bijzondere overheidsinvloed (ofwel omdat ze in<br />

hoofdzaak door overheden gefinancierd worden; ofwel omdat die overheden<br />

toezicht hebben op hun beheer; ofwel omdat de directie, of de raad van bestuur, of<br />

de raad van toezicht, voor meer dan de helft door die overheden zijn aangewezen).<br />

De reglementering is tenslotte ook gedeeltelijk van toepassing op sommige<br />

gesubsidieerde opdrachten van werken (en de erop betrekking hebbende diensten) van<br />

privaatrechtelijke personen. Dit mits de subsidie meer dan 50% bedraagt, de opdracht<br />

een waarde heeft van ten minste 135.000 euro excl. BTW en de werken betrekking<br />

hebben op werkzaamheden die voorkomen in klasse 50 groep 502 van de nomenclatuur<br />

bedoeld in bijlage 1 van de wet (water-, spoor- en wegenbouw; cultuurtechnische<br />

werken) of betrekking hebben op bouwwerken voor ziekenhuizen, inrichtingen voor<br />

9 Wet 24.12.1993, art. 4<br />

16


sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, schoolgebouwen andere dan<br />

universiteitsgebouwen en op gebouwen met een administratieve bestemming 10 .<br />

Art. 4, §2, 9 e van de wet wordt gewijzigd wat betreft de privaatrechtelijke universitaire<br />

instellingen:<br />

- opdrachten beneden bedrag Europese bekendmaking: wet enkel van toepassing op de<br />

gesubsidieerde opdrachten van deze instellingen;<br />

- opdrachten vanaf het bedrag Europese bekendmaking: wet volledig van toepassing<br />

indien deze instellingen aan de voorwaarden van art. 4, §2, 8 e voldoen (doel van<br />

algemeen belang, rechtspersoonlijkheid bezitten en voldoen aan de voorwaarden van<br />

hoofdzakelijke financiering of meerderheid in de bestuursorganen of beheer<br />

onderworpen aan het toezicht van of door de overheid).<br />

2.2. Soorten overheidsopdrachten<br />

2.2.1. Opdrachten van werken, leveringen en diensten<br />

De wetgeving op de overheidsopdrachten maakt een onderscheid tussen drie<br />

hoofdsoorten van opdrachten, nl. werken, leveringen en diensten. Een<br />

overheidsopdracht kan meerdere voorwerpen hebben die tezelfdertijd betrekking<br />

kunnen hebben op werken, leveringen en diensten. De wetgeving bevat definities<br />

van die soorten opdrachten.<br />

In titel II van boek I van de wet (overheidsopdrachten "klassieke sectoren") luiden<br />

deze definities als volgt 11 :<br />

- Overheidsopdracht voor het aannemen van werken: de overeenkomst onder<br />

bezwarende titel 12 gesloten tussen een aannemer enerzijds en een<br />

aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft:<br />

* hetzij op de uitvoering, hetzij op de uitvoering samen met het ontwerp van<br />

werken in verband met de in bijlage 1 bij de wet vermelde werkzaamheden<br />

of van een werk,<br />

* hetzij op het laten uitvoeren, met welke middelen ook, van een werk dat aan<br />

de door de aanbestedende overheid vastgestelde eisen voldoet.<br />

Het werk is het resultaat van een geheel van bouwwerkzaamheden of van<br />

wegenbouwkundige werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische<br />

of technische functie te vervullen.<br />

- Overheidsopdracht voor aanneming van leveringen: de overeenkomst onder<br />

bezwarende titel gesloten tussen een leverancier enerzijds en een<br />

aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op de verwerving<br />

door koop- of aannemingsovereenkomst, huur, huurkoop of leasing met of<br />

zonder aankoopoptie van producten. Deze overeenkomst mag bijkomend<br />

werken van aanleg en plaatsing bevatten.<br />

- Overheidsopdracht voor aanneming van diensten: de overeenkomst onder<br />

bezwarende titel gesloten tussen een dienstverlener enerzijds en een<br />

10<br />

Wet 24.12.1993, art. 4 § 4 en K.B. 08.01.1996, art. 1 § 2, 11, 53 § 2 en 63<br />

11<br />

Wet 24.12.1993, art. 5<br />

12<br />

Bezwarende titel: zie artikel 1106 B.W.; elke partij heeft de verplichting om iets te geven of te doen<br />

17


aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op in bijlage 2 bij<br />

de wet vermelde diensten.<br />

Onder het begrip werken valt dus ook het laten uitvoeren van een opdracht door<br />

een andere bouwheer volgens de richtlijnen van het bestuur (promotieopdrachten<br />

en gelijkaardige verrichtingen waardoor iemand zich ertoe verbindt een werk uit te<br />

voeren dat overeenstemt met de wensen van een aanbestedende overheid). Onder<br />

het begrip levering vallen ook alle vormen van roerende leasing, huur en<br />

huurkoop. Onmiddellijke eigendomsoverdracht is dus niet vereist. In de lijst met<br />

diensten vinden we bijvoorbeeld de volgende prestaties: de financiële diensten en<br />

de verzekeringen; computerdiensten; uitgeverij- en drukkerijdiensten; diensten<br />

van juridische aard; bouwkundige diensten; diensten voor het schoonmaken van<br />

gebouwen; hotel- en restauratiediensten.<br />

Een opdracht die diensten omvat en , t.a.v. het hoofdvoorwerp slechts bijkomstige<br />

werken, wordt gegund volgens de dienstenregeling 13 .<br />

2.2.2. Enkele bijzondere overeenkomsten<br />

- Een concessieovereenkomst voor openbare werken is een schriftelijke<br />

overeenkomst onder bezwarende titel met dezelfde kenmerken als een opdracht<br />

van werken, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de uit te<br />

voeren werken bestaat hetzij in uitsluitend het recht om het werk te exploiteren,<br />

hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs 14 .<br />

- Een promotieovereenkomst, is een overheidsopdracht voor aanneming van<br />

werken of van leveringen, die zowel betrekking heeft op de financiering en de<br />

uitvoering van werken of leveringen, als in voorkomend geval, op de studie<br />

ervan of op elke dienstverlening in dat verband 15 16 .<br />

2.2.3. Overeenkomsten die buiten het toepassingsveld vallen<br />

Niet elke overeenkomst onder bezwarende titel, tussen een overheid en een derde,<br />

is een overheidsopdracht.<br />

13 K.B. van 08.01.1996, art. 54<br />

14 de Wet van 24.12.1993, art. 24. In Boek I van de wet van 24.12.1996, is titel III specifiek aan de uitvoe-<br />

ringswijze door middel van een concessie voor openbare werken gewijd. Bijzondere bepalingen inzake de<br />

gunningsprocedures zijn opgenomen in titel VI (art. 123-125) van het K.B. van 08.01.1996.<br />

Aanvullende bepalingen inzake de uitvoeringsregels, zijn terug te vinden in titel III (art. 28-42) van het<br />

K.B. van 26.09.1996<br />

15 Wet 24.12.1993, art. 9. Een promotieovereenkomst valt onder het begrip overheidsopdrachten voor aan-<br />

neming van werken of van leveringen. Boek I - titel II van de wet van 24.12.1993 is van toepassing zoals<br />

op de overige overheidsopdrachten. De basisvoorwaarden om een opdracht voor aanneming van werken<br />

of leveringen te gunnen bij wege van een promotieovereenkomst zijn bepaald in artikel 9 van de wet.<br />

16 Bijzondere bepalingen inzake de gunningsprocedures voor promotieovereenkomsten zijn opgenomen in<br />

art. 21-22 (werken) en 48 (leveringen) van het K.B. van 08.01.1996.<br />

Aanvullende bepalingen inzake de uitvoeringsregels zijn terug te vinden in titel II (art. 11-27) van het<br />

K.B. van 26.09.1996<br />

18


Zo zullen in principe buiten het toepassingsgebied van de reglementering op de<br />

overheidsopdrachten blijven:<br />

- convenanten waarin de voorziene betaling door de overheid te kwalificeren is<br />

als een subsidie;<br />

- domaniale concessies;<br />

- concessies van een openbare dienst;<br />

- verkoop en verhuring van onroerende goederen 17 .<br />

Als een aanbestedende overheid werken, leveringen of diensten laat uitvoeren met<br />

eigen middelen en met eigen personeel, “in regie”, dan is er geen sprake van een<br />

contract met een andere rechtspersoon en is er dus evenmin sprake van de<br />

toepassing van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.<br />

In het verlengde van deze uitzondering voor de uitvoering in regie, geldt de<br />

overheidsopdrachtenreglementering evenmin ten aanzien van bepaalde vormen<br />

van verzelfstandiging. Onder de voorwaarden van het inmiddels welgekende<br />

Teckal-arrest van het Europese Hof van Justitie, is een overheid inderdaad niet<br />

verplicht om de wetgeving overheidsopdrachten toe te passen wanneer zij<br />

bepaalde taken om budgettaire en beheerskundige redenen toevertrouwt aan een<br />

afzonderlijke entiteit. Om onder deze uitzondering van de zogenaamde “in<br />

house”-aanbestedingen te vallen, moeten twee belangrijke voorwaarden voldaan<br />

zijn:<br />

a) de aanbestedende overheid moet op die afzonderlijke entiteit een toezicht<br />

uitoefenen zoals op zijn eigen diensten<br />

en<br />

b) die afzonderlijke entiteit moet het merendeel van zijn werkzaamheden<br />

verrichten ten behoeve van de aanbestedende overheid (overheden) die hem<br />

beheerst (beheersen).<br />

Ook als een contract niet onder het toepassingsgebied van de<br />

overheidsopdrachtenreglementering valt, moet de aanbestedende overheid<br />

sommige beginselen respecteren bij het vaststellen van de voorwaarden en het<br />

sluiten van een overheidscontract. De volgende beginselen zijn belangrijk:<br />

gelijkheidsbeginsel en transparantie. Uit het transparantiebeginsel volgt dat een<br />

passende mate van openbaarheid zal moeten nageleefd worden. Het<br />

gelijkheidsbeginsel laat geen discriminerende voorwaarden toe 18 .<br />

17 Voor toelichting omtrent patrimoniale contracten, zie onder meer: A.W. Vranckx, H. Coremans, J. Dujardin,<br />

Beheer over de onroerende goederen van openbare rechtspersonen, Die Keure.<br />

18 Zie Rondzendbrief LNE/2007/1 van 14 september 2007 van de Vlaamse overheid betreffende “in house”aanbestedingen<br />

en de implicaties van het gelijkheidsbeginsel (B.S. 04.10.2007).<br />

19


HOOFDSTUK 3 - Algemene principes<br />

________________________________<br />

3.1. Gelijkheid van de inschrijvers en transparantie van de procedure<br />

Het gelijkheidsprincipe zoals bepaald in artikel 10 van de (gecoördineerde) grondwet<br />

wordt toegepast zowel op de procedure tot het gunnen van een overheidsopdracht als op<br />

de uitvoering van de opdracht.<br />

Alle inschrijvers moeten op een gelijke wijze behandeld worden tijdens de<br />

gunningsprocedure. De aanbestedende overheid mag bijvoorbeeld bij een<br />

heraanbesteding het bestek niet zo wijzigen dat hij een bepaalde inschrijver<br />

bevoordeligt.<br />

De gelijkheid tussen de inschrijvers mag evenmin geschonden worden na de gunning,<br />

tijdens de uitvoering. Dit is bijvoorbeeld het geval als een opdracht onmiddellijk na de<br />

toewijzing grondig wordt gewijzigd tegen nieuw overeengekomen prijzen.<br />

De Europese richtlijn 2004/18/EG van het Europees parlement en de Raad van 31 maart<br />

2004, formuleert in artikel 2 de volgende beginselen van het plaatsen van<br />

overheidsopdrachten: "Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op gelijke en<br />

niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun handelen."<br />

3.2. Forfaitaire prijsbepaling<br />

3.2.1. Principe<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> worden in principe gegund op een forfaitaire grondslag 19 .<br />

Dit betekent dat de overeengekomen prijs vast is en niet meer mag gewijzigd<br />

worden tijdens de uitvoering van de opdracht. De aannemer moet zijn prijs<br />

bepalen, rekening houdende met alle kosten die hij kan voorzien en die<br />

noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht.<br />

Voor de aannemer van werken dekt het forfait ook zijn verplichtingen tot en met<br />

de definitieve oplevering en zijn tienjarige aansprakelijkheid 20 .<br />

3.2.2. Vormen van forfaitaire prijsbepaling<br />

Het forfaitair karakter van de prijs kan verschillende vormen aannemen. Op grond<br />

van de prijsbepaling maakt de wetgeving een onderscheid tussen de volgende<br />

forfaits 21<br />

- de opdracht voor een globale prijs, dit is de opdracht waarvoor één forfaitaire<br />

prijs het geheel van de prestaties dekt of die uitsluitend forfaitaire posten bevat;<br />

19 Wet 24.12.1993, art. 1<br />

20 A.A.V. 26.09.1996, art. 39<br />

21 K.B. 08.01.1996, art. 86<br />

20


- de opdracht volgens prijslijst, dit is de opdracht waarvan de eenheidsprijzen<br />

van de posten forfaitair zijn; de hoeveelheden zijn niet vast maar worden als<br />

vermoedelijke hoeveelheid opgegeven; de te betalen prijs is de eenheidsprijs,<br />

vermenigvuldigd met de werkelijke hoeveelheid;<br />

- de gemengde opdracht die een combinatie is van forfaitaire posten en posten<br />

volgens prijslijst.<br />

3.2.3. Uitzondering: opdrachten zonder forfaitaire prijsbepaling<br />

Mogen zonder forfaitaire prijsbepaling toegewezen worden 22 :<br />

- opdrachten die ingewikkeld zijn of die een nieuwe techniek benutten, met<br />

belangrijke technische risico's en waarvan niet alle uitvoeringsvoorwaarden en<br />

verplichtingen vooraf kunnen bepaald worden;<br />

- opdrachten tot spoedeisende werken, leveringen en diensten, ten gevolge van<br />

buitengewone en onvoorziene omstandigheden, en waarvan de aard en de<br />

uitvoeringsmodaliteiten moeilijk kunnen worden omschreven.<br />

Deze opdrachten worden gegund 23 :<br />

- hetzij op grond van werkelijke uitgaven; de uitgevoerde prestaties worden dan<br />

betaald na controle van de kostprijzen en de daarop als winst toegepaste<br />

verhogingen; welke kostenbestanddelen aangerekend mogen worden, hoe deze<br />

worden berekend en de winstpercentages moeten in dit geval vooraf<br />

contractueel worden vastgelegd;<br />

- hetzij eerst tegen voorlopige prijzen en vervolgens tegen forfaitaire prijzen,<br />

zodra de voorwaarden van de opdracht goed gekend zijn;<br />

- hetzij deels op grond van werkelijke uitgaven, deels tegen forfaitaire prijzen.<br />

3.2.4. Correcties op het principe van het forfait<br />

- Prijsherziening<br />

22 Wet 24.12.1993, art. 7 § 2<br />

23 K.B. 08.01.1996, art. 86 en 87<br />

24 Wet 24.12.1993, art. 7 § 1<br />

De prijzen van een overheidsopdracht kunnen aangepast worden uit hoofde van<br />

bepaalde economische of sociale factoren. Om dergelijke herziening mogelijk<br />

te maken, moet een berekeningswijze vastgelegd worden in de overeenkomst of<br />

in het bestek (herzieningsformule). Deze herziening moet tegemoet komen aan<br />

de prijsevolutie van de bijzonderste componenten van de kostprijs 24 .<br />

Voor de opdrachten voor aanneming van werken moet de opdracht in principe<br />

in een prijsherziening voorzien op basis van de lonen en de sociale lasten; zij<br />

21


kan ook een prijsherziening inhouden voor andere elementen zoals de<br />

materialenprijzen 25 .<br />

Voor de opdrachten voor aanneming van leveringen en diensten kan het bestek<br />

in een prijsherziening voorzien op basis van de lonen, sociale lasten, prijzen<br />

van grondstoffen of wisselkoersen en dergelijke 26 .<br />

- Wijzigingsbevoegdheid van de aanbestedende overheid<br />

Het bestuur is gerechtigd om eenzijdig de opdracht te wijzigen 27 .<br />

Het voorwerp van de opdracht mag echter door dergelijke wijziging niet<br />

fundamenteel veranderen.<br />

Een aannemer van werken is slechts verplicht die wijzigingen uit te voeren,<br />

mits de waarde van de bijwerken, 50% van het bedrag van de oorspronkelijke<br />

opdracht niet overschrijdt 28 .<br />

De aannemer mag zelf niet afwijken van de essentiële bepalingen van de<br />

opdracht, tenzij een met redenen omklede beslissing van de aanbestedende<br />

overheid dit toelaat 29 .<br />

- Onvoorziene omstandigheden en fouten<br />

Begrippen<br />

Met fouten zijn bedoeld: nalatigheden, vertragingen of andere feiten toe te<br />

schrijven aan één van beide partijen of haar personeel, die oorzaak zijn van een<br />

vertraging of een nadeel voor de andere partij 30 .<br />

De beoogde omstandigheden zijn niet te wijten aan een fout van één van de<br />

partijen en moeten voldoen aan de volgende criteria: de aannemer kon ze niet<br />

voorzien op het ogenblik van het indienen van de offerte of de gunning van de<br />

opdracht; hij kon ze niet ontwijken; hij kon de gevolgen ervan niet verhelpen<br />

alhoewel hij al het nodige daarvoor heeft gedaan 31 ; de omstandigheden hebben<br />

een abnormaal karakter en vallen niet binnen de normale aannemingsrisico's.<br />

Gevolgen 32<br />

In geval van fouten van de aanbestedende overheid, kan de aannemer aanspraak<br />

maken op:<br />

- verlenging van de uitvoeringstermijn;<br />

- herziening of verbreking van de opdracht;<br />

- schadevergoeding.<br />

25 A.A.V. 26.09.1996, art. 13 § 1<br />

26 A.A.V. 26.09.1996, art. 13 § 2<br />

27 K.B. 26.09.1996, art. 7<br />

28 A.A.V. 26.09.1996, art. 42<br />

29 K.B. 26.09.1996, art. 8; een gemotiveerde beslissing is niet vereist voor opdrachten waarvan de waarde niet<br />

hoger is dan 5.500,00 euro excl. BTW<br />

30 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 § 1<br />

31 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 § 2,1°<br />

32 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 en 17<br />

22


3.3. Mededinging<br />

3.3.1. Principe<br />

Fouten van de aannemer, geven de overheid recht op:<br />

- herziening of verbreking van de opdracht;<br />

- schadevergoeding.<br />

Bij de hierboven vermelde omstandigheden kan de aannemer vragen om:<br />

- verlenging van de uitvoeringstermijn;<br />

- herziening of verbreking van de overeenkomst, als hij een zeer belangrijk<br />

nadeel heeft geleden.<br />

In geval van dergelijke omstandigheden, kan de overheid om herziening van de<br />

opdracht vragen, als de aannemer een zeer belangrijk voordeel heeft genoten.<br />

Voor het indienen van dergelijke klachten en verzoeken gelden strikte<br />

voorschriften en termijnen, die op straffe van verval moeten nageleefd worden.<br />

<strong>Overheidsopdrachten</strong> worden voor zover mogelijk steeds gegund na<br />

mededinging 33 .<br />

Het is de bedoeling om bedrog en favoritisme bij de keuze van de aannemer te<br />

vermijden en de laagste prijs of de voordeligste offerte te bekomen.<br />

Deze mededinging kan algemeen zijn, nl. bij een openbare aanbesteding of<br />

algemene offerteaanvraag.<br />

Bij de beperkte aanbesteding, de beperkte offerteaanvraag en de<br />

onderhandelingsprocedure met bekendmaking, speelt de mededinging enkel tussen<br />

de kandidaten die het bestuur selecteert na de aankondiging van de opdracht of na<br />

de aankondiging voor de opstelling van een lijst van gegadigden. Enkel bij de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking vooraf (art. 17 § 2 wet 24<br />

december 1993) kan de overheid vrij een aantal kandidaten contacteren zonder<br />

voorafgaande aankondiging.<br />

3.3.2. Voorwaarden ter bescherming van de mededinging<br />

33 Wet 24.12.1993, art. 1<br />

34 Wet 24.12.1993, art. 11<br />

K.B. 08.01.1996, art. 91<br />

Om de mededinging optimaal te laten spelen, bevat de wetgeving een aantal<br />

verbodsbepalingen:<br />

- het verbod van afspraken tussen de inschrijvers 34 . Offertes die het resultaat zijn<br />

van enige handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededinging<br />

kunnen vertekenen, moeten geweerd worden. De uitvoering van opdrachten die<br />

gegund werden ingevolge dergelijke afspraken moet in principe stopgezet<br />

worden (tenzij de bevoegde overheid een gemotiveerde beslissing neemt tot<br />

voortzetting);<br />

23


- de technische specificaties worden door de aanbestedende overheid aangegeven<br />

door verwijzing naar nationale normen waarin de Europese normen zijn<br />

omgezet, door verwijzing naar de Europese technische goedkeuringen, door<br />

verwijzingen naar gemeenschappelijke technische specificaties 35 ; internationale<br />

normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde<br />

technische verwijzingssystemen. Bij ontstentenis: nationale normen, nationale<br />

technische goedkeuringen of specificaties. Elke verwijzing gaat vergezeld van<br />

de woorden “of gelijkwaardig”.<br />

- het verbod om technische specificaties op te leggen die producten van een<br />

bepaalde makelij of een bepaalde herkomst of bijzondere werkwijzen<br />

vermelden, waardoor bepaalde inschrijvers worden bevoordeeld of<br />

uitgeschakeld 36 .<br />

Op deze verbodsbepalingen zijn slechts twee uitzonderingen. Merken,<br />

octrooien, types, of een bepaalde makelij of herkomst mogen opgegeven<br />

worden met de vermelding "of gelijkwaardig", als het onmogelijk is d.m.v.<br />

voldoende nauwkeurige en volstrekt begrijpelijke specificaties het voorwerp<br />

van de opdracht te beschrijven. Technische specificaties kunnen wél opgelegd<br />

worden, als deze onontbeerlijk zijn door het voorwerp van de opdracht;<br />

- het verbod om rechtstreeks of onrechtstreeks tussenbeide te komen bij de<br />

gunning van en het toezicht op de uitvoering van een overheidsopdracht<br />

(verbodsbepalingen en onverenigbaarheden); dit verbod geldt voor iedere<br />

ambtenaar, openbare gezagdrager of ieder ander natuurlijk of rechtspersoon<br />

belast met een openbare dienst, die persoonlijk of via een tussenpersoon<br />

belangen heeft in een van de inschrijvende ondernemingen 37 ;<br />

- andere onverenigbaarheden verbieden ondernemers om een aanvraag tot<br />

deelneming aan of een offerte in te dienen; dit is met name het geval voor<br />

personen die over voorkennis beschikken omdat ze belast geweest zijn met het<br />

onderzoek, de proeven, de studie of de ontwikkeling van werken, leveringen of<br />

diensten. Vooraleer een aanvraag tot deelneming of een offerte om die reden af<br />

te wijzen, moeten de betrokkenen de kans krijgen om te verantwoorden dat zij<br />

geen voordeel genieten die van aard is om de normale spelregels van de<br />

35 K.B. 08.01.1996, art. 83 bis<br />

36 K.B. 08.01.1996, art. 85; omzendbrief dd. 23 juni 2004 van de Eerste Minister – Verbod om in bepalingen<br />

van een opdracht technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededinging<br />

beperken of uitsluiten (B.S. 25.06.2004)<br />

37 De onverenigbaarheden in hoofde van aangestelden van de aanbestedende overheden, is geregeld in<br />

art. 10 van de wet van 24.12.1993. Het belang dat leidt tot een verbod tot tussenkomst bij de gunning en<br />

bij de uitvoering, wordt vermoed te bestaan als voornoemd persoon bloed- of aanverwant is in de rechte<br />

lijn tot de 3 de graad en in de zijlijn tot de 4 de graad met een inschrijver of met iemand die voor rekening<br />

van een inschrijver een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.<br />

Dit belang wordt eveneens vermoed te bestaan als de bedoelde persoon zelf of bij tussenpersoon eigenaar,<br />

mede-eigenaar of werkend vennoot is van, of een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent in een<br />

inschrijvende onderneming. De gevolgen van een melding of vaststelling van zo‟n onverenigbaarheid in<br />

hoofde van een dienstverlener, zijn geregeld in art. 73 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden (A.A.V.).<br />

Aan de zijde van de aanbestedende overheden, moet ook rekening gehouden worden met de kiesheidsregels<br />

voor de mandatarissen, zoals die voorkomen in de organieke wetten. Zie bijvoorbeeld het verbod om<br />

rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan een overheidsopdracht ten behoeve van hun bestuur (art. 27,<br />

§ 2, 3 e , en 51 Gemeentedecreet; art. 27, § 2, 3 e , en 51 Provinciedecreet; art. 245 Strafwetboek).<br />

24


mededinging te vervalsen.<br />

Dit verbod geldt niet als het opmaken van het ontwerp en zijn uitvoering<br />

tegelijkertijd in mededinging worden gesteld. Het verbod geldt evenmin in de<br />

gevallen van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking 38 ;<br />

- het verbod om de opdrachten na de toewijzing in grote mate met een<br />

onderhandelingsprocedure uit te breiden, waardoor een aanzienlijk deel van de<br />

opdracht aan de mededinging wordt onttrokken 39 .<br />

Naast de hierboven vermelde verbodsbepalingen, zijn er ook een aantal<br />

procedures die moeten nageleefd worden om de mededinging te garanderen:<br />

- de bekendmakingsvoorschriften (zie hierna hoofdstuk 6);<br />

- de regels voor de kwalitatieve selectie (zie hierna hoofdstuk 7);<br />

- de wijze waarop offertes moeten opgemaakt worden (zie hierna hoofdstuk 8);<br />

- de regels voor de opening van de offertes (zie hierna hoofdstuk 9);<br />

- de modaliteiten om te komen tot de keuze van de aannemer (zie hierna<br />

hoofdstukken 10 en 11).<br />

3.3.3. Uitzondering<br />

De aanbestedende overheid moet geen beroep doen op de mededinging, als deze<br />

raadpleging onmogelijk is.<br />

Dergelijke opdrachten worden toegewezen met een onderhandelingsprocedure<br />

zonder voorafgaande bekendmaking 40 .<br />

3.4. Betaling voor verstrekte en aanvaarde diensten<br />

3.4.1. Principe en toepassingen<br />

Betalingen mogen alleen gedaan worden voor verstrekte en aanvaarde prestaties 41 .<br />

De prijs van de opdracht wordt betaald, hetzij ineens na de volledige uitvoering<br />

ervan, hetzij wanneer de wet dit toelaat, met betaling in mindering naarmate de<br />

uitvoering van de opdracht vordert en volgens de modaliteiten bepaald in het<br />

bestek 42 .<br />

38<br />

De onverenigbaarheden in hoofde van de ondernemers die wensen deel te nemen aan een procedure, zijn<br />

geregeld in art. 78 van het K.B. van 08.01.1996. De tweede paragraaf bevat gedetailleerde regels over<br />

"gebonden ondernemingen".<br />

39<br />

Uitbreiding van werken en diensten is via een onderhandelingsprocedure slechts mogelijk binnen de perken<br />

van art. 17 § 2, 2°, a van de wet van 24.12.1993.<br />

Voor leveringen zijn de beperkingen gegeven in art. 17 § 2, 3°, b van voornoemde wet.<br />

Bedoelde bepalingen worden toegelicht in hoofdstuk 4<br />

40<br />

Wet 24.12.1993, art. 17 § 2<br />

41 Wet 24.12.1993, art. 8<br />

42 K.B. 26.09.1996, art. 4 § 2<br />

25


De Algemene Aannemingsvoorwaarden bevatten meer uitgewerkte<br />

betalingsmodaliteiten 43 .<br />

Het betalen van voorschotten, voor prestaties die nog geleverd moeten worden, is<br />

in principe verboden 44 .<br />

De opdrachtgever mag niet optreden in de plaats van private kredietinstellingen,<br />

om de aannemers te financieren.<br />

Als een verstrekte en aanvaarde dienst worden echter ook beschouwd, volgens wat<br />

in de overeenkomst is voorzien: de voorraden die zijn aangelegd voor de<br />

uitvoering van de opdracht en die door de aanbestedende overheid zijn<br />

goedgekeurd, zelfs al zijn die materialen en grondstoffen nog niet verwerkt 45 .<br />

3.4.2. Uitzonderingen<br />

In uitzonderlijke gevallen kunnen als provisie toch voorschotten toegestaan<br />

worden 46 :<br />

1° voor opdrachten die in verhouding tot hun prijs, zeer belangrijke investeringen<br />

vergen die uitsluitend voor de uitvoering van die opdrachten bestemd zijn; die<br />

investeringen moeten betrekking hebben op het oprichten van bouwwerken of<br />

installaties, of op de aankoop van materiaal, machines of gereedschappen, of op<br />

de aankoop van octrooien, fabricage- of verbeteringslicenties, of op studies,<br />

proeven, aanpassingen of de bouw van prototypes;<br />

2° voor welbepaalde uitzonderlijke leveringen of diensten die noodzakelijk<br />

moeten worden gesloten met een andere Staat, of met een firma waarmee de<br />

aanbestedende overheid verplicht moet handelen en die voorschotten eist, of<br />

met een bevoorradings- of herstellingsinrichting die door Staten is opgericht, of<br />

tenslotte in het kader van de door verschillende Staten of internationale<br />

instellingen gefinancierde onderzoeksprogramma's.<br />

In het hierboven onder 1° vermelde geval mogen de voorschotten niet meer<br />

bedragen dan 50% van de oorspronkelijke aannemingssom.<br />

43<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 15<br />

44<br />

K.B. 26.09.1996, art. 5, voorziet de uitzonderingen waarbij toch voorschotten kunnen toegestaan worden,<br />

bijvoorbeeld omdat de opdracht bepaalde zeer belangrijke voorafgaande investeringen vergt (zie hierna:<br />

3.4.2.)<br />

45<br />

Wet 24.12.1993, art. 8<br />

46<br />

K.B. 26.09.1996, art. 5 § 1.<br />

Deze voorschotten worden gerecupereerd door afhoudingen op de betalingen in mindering: zie K.B.<br />

26.09.1996, art. 5 § 2<br />

26


4.1. Soorten gunningswijzen<br />

4.1.1. Openbare aanbesteding<br />

HOOFDSTUK 4 - Keuze van de gunningswijze<br />

_______________________________________<br />

Deze gunningswijze heeft de volgende kenmerken 47 :<br />

- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />

nageleefd 48 ;<br />

- de opening van de offertes én de afkondiging van de prijzen gebeurt in het<br />

openbaar;<br />

- op straffe van een forfaitaire schadeloosstelling (nl. 10% van het offertebedrag<br />

zonder BTW) dient de opdracht toegewezen aan de laagste regelmatige<br />

inschrijver.<br />

4.1.2. Beperkte aanbesteding<br />

De beperkte aanbesteding heeft de volgende kenmerken 41 :<br />

- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />

nageleefd 42 ;<br />

- de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt gelijktijdig en schriftelijk<br />

gestuurd aan de gegadigden die de aanbestedende overheid geselecteerd heeft;<br />

- alleen zij die geraadpleegd zijn, mogen een offerte indienen en alleen de<br />

inschrijvers mogen aanwezig zijn bij de opening van de offertes en de<br />

afkondiging van de prijzen;<br />

- op straffe van een forfaitaire schadeloosstelling (nl. 10% van het offertebedrag<br />

zonder BTW) dient de opdracht toegewezen aan de laagste regelmatige<br />

inschrijver.<br />

4.1.3. Algemene offerteaanvraag<br />

Een algemene offerteaanvraag beantwoordt aan de volgende kenmerken 49 :<br />

- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />

nageleefd 42 ;<br />

- de opening van de offertes gebeurt in het openbaar; de prijzen worden niet<br />

afgekondigd;<br />

- de aanbestedende overheid wijst de opdracht toe aan de inschrijver die de<br />

voordeligste regelmatige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de<br />

gunningscriteria die vermeld moeten zijn in het bestek, of eventueel in de<br />

aankondiging van de opdracht. De gunningscriteria moeten betrekking hebben<br />

op het onderwerp van de opdracht, bijvoorbeeld de kwaliteit van de producten<br />

of prestaties, de prijs, de technische waarde, het esthetisch en functioneel<br />

karakter, de milieukenmerken, sociale en ethische overwegingen, de kosten van<br />

het gebruik, de rentabiliteit, de dienst na-verkoop en de technische bijstand, de<br />

leveringsdatum en de termijn van levering of uitvoering.<br />

47 Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 15<br />

48 Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna, hoofdstuk 6<br />

42 Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna hoofdstuk 6<br />

49 Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 16<br />

27


Als de waarde van de overheidsopdracht de Europese drempelbedragen bereikt, is<br />

de weging van elk gunningscriterium de regel. Bijv. via punten, percentages of<br />

andere waarden. Deze weging kan ook uitgedrukt worden binnen een vork met een<br />

minimum en maximum. Indien dergelijke weging onmogelijk is, moeten de<br />

criteria in dalende volgorde van belangrijkheid vermeld worden.<br />

Tenzij anders is bepaald in het bestek, kan de aanbestedende overheid vrije<br />

varianten in overweging nemen. Deze moeten voldoen aan de<br />

minimumvoorwaarden en aan de eisen voor hun indiening, die in het bestek<br />

vermeld staan.<br />

4.1.4. Beperkte offerteaanvraag<br />

Deze gunningswijze vertoont de volgende kenmerken 50 :<br />

- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />

nageleefd 51 ;<br />

- de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt gelijktijdig en schriftelijk<br />

gestuurd aan de gegadigden die de aanbestedende overheid geselecteerd heeft;<br />

- alleen zij die geraadpleegd zijn, mogen een offerte indienen en alleen de<br />

inschrijvers mogen aanwezig zijn op de opening van de offertes; de prijzen<br />

worden niet afgekondigd;<br />

- de keuze van de regelmatige offerte die het voordeligst is, gebeurt op dezelfde<br />

wijze als bij een algemene offerteaanvraag (zie hierboven 4.1.3.).<br />

4.1.5. Onderhandelingsprocedure<br />

Bij een onderhandelingsprocedure raadpleegt de aanbestedende overheid, indien<br />

mogelijk, meerdere aannemers, leveranciers of dienstenverleners en onderhandelt<br />

met één of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht 52 .<br />

Deze mogelijkheid om met de inschrijvers te onderhandelen over de contractuele<br />

bepalingen, is het wezenlijk kenmerk van de onderhandelingsprocedure.<br />

Onderhandelingen zijn onmogelijk bij een aanbesteding of offerteaanvraag.<br />

Wanneer het bedrag voor de Europese bekendmaking wordt bereikt, worden bij een<br />

onderhandelingsprocedure (met of zonder bekendmaking) de gunningscriteria<br />

gewogen of worden ze, indien weging onmogelijk is, vermeld in dalende volgorde<br />

van belangrijkheid.<br />

4.1.6. Wedstrijd en prijsvraag voor ontwerpen<br />

Wanneer de overheidsopdracht voor aannemer van werken of leveringen zowel slaat<br />

op het opmaken van een ontwerp als op de uitvoering ervan, kan worden overgegaan<br />

tot een wedstrijd 53 .<br />

50<br />

Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 16<br />

51<br />

Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna, hoofdstuk 6<br />

52<br />

Wet 24.12.1993, art. 17 § 1<br />

53<br />

K.B. 08.01.1996, art. 23 (wedstrijd voor werken) en art. 49 (wedstrijd voor leveringen)<br />

28


De kenmerken van de wedstrijd zijn:<br />

- de aanstelling van een jury. De samenstelling en de wijzen van optreden<br />

worden bepaald in het bestek. De jury bestaat minimum uit vijf leden, waarvan<br />

er ten minste één noch behoort tot de aanbestedende overheid, noch tot een<br />

openbaar bestuur.<br />

De leden moeten totaal onafhankelijk zijn van de eventuele deelnemers aan de<br />

wedstrijd en onbetwistbaar deskundig zijn.<br />

- Het bestek somt verplicht alle beoordelingscriteria op volgens het hun<br />

toegewezen belang.<br />

- De aanbestedende overheid gunt de opdracht na advies van de jury. Het bestek<br />

kan bepalen dat de beste ontwerpen, na dit dat gekozen werd voor uitvoering,<br />

aanleiding kunnen geven voor het toekennen van premies. De premies worden<br />

toegekend met verplicht behoud van de rangschikking door de jury. Ze kunnen<br />

ook niet toegekend worden.<br />

- Het bestek bepaalt nauwkeurig de respectieve rechten van de aanbestedende<br />

overheid en de makers van de ontwerpen inzake het bezit en het gebruik ervan.<br />

Voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten, bestaat er een<br />

specifieke wedstrijdformule, namelijk de prijsvraag voor ontwerpen.<br />

Het is een procedure die een aanbestedende overheid toelaat om een plan of een<br />

ontwerp, gekozen door een jury, aan te schaffen 54 .<br />

De kenmerken van de prijsvraag voor ontwerpen zijn:<br />

- De aanstelling van een jury. De samenstelling en de wijzen van optreden<br />

worden bepaald in het bestek.<br />

De jury bestaat uit minimum vijf natuurlijke personen. Ten minste één lid<br />

behoort noch tot de aanbestedende overheid, noch tot een openbaar bestuur.<br />

De leden moeten totaal onafhankelijk zijn van de deelnemers. Ze moeten<br />

onbetwistbaar deskundig zijn. Als de deelnemers een bepaalde<br />

beroepskwalificatie moeten hebben, moeten ten minste 1/3 van de jury over<br />

dezelfde of een gelijkwaardige kwalificatie beschikken.<br />

- Het bestek bepaalt of de jury een beslissings- of adviesbevoegdheid heeft. De<br />

jury handelt in beide gevallen autonoom.<br />

- De prijsvraag moet openstaan voor zowel natuurlijke als rechtspersonen. De<br />

deelneming mag niet beperkt worden tot een lidstaat van de EG of een gedeelte<br />

daarvan.<br />

- Er gelden specifieke bekendmakingsvoorschriften 55 .<br />

54 Wet 24.12.1993, art. 20 en 21<br />

55 K.B. 08.01.1996, art. 75, 76 en 77<br />

29


- De aankondiging of het bestek vermelden zowel de selectiecriteria, als de<br />

beoordelingscriteria en het hun toegewezen belang.<br />

- De selectiecriteria moeten duidelijk en niet discriminerend zijn. In elk geval<br />

moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de<br />

prijsvraag voldoende zijn om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.<br />

- De prijsvraag leidt ofwel tot de gunning van een overheidsopdracht voor<br />

aanneming van diensten 56 ofwel tot de keuze van één of meer ontwerpen met of<br />

zonder toekenning van premies aan de laureaten. Als premies voorzien zijn,<br />

stelt het bestek deze vast. De aanbestedende overheid kan deze premies<br />

verlenen met verplicht behoud van de rangschikking door jury. Ze kunnen ook<br />

niet toegekend worden.<br />

- Het bestek bepaalt nauwkeurig de respectieve rechten van de aanbestedende<br />

overheid en de makers van de ontwerpen inzake het bezit en het gebruik ervan.<br />

- Als het bedrag voor de Europese bekendmaking wordt bereikt, worden de<br />

ontwerpen anoniem aan de jury voorgelegd en wordt de anonimiteit<br />

gerespecteerd tot de beslissing of het advies van de jury bekend is; in elk geval<br />

mag de jury niet eerder kennis nemen van de inhoud van de ontwerpen dan na<br />

het verstrijken van de termijn voor ontvangst ervan; de jury evalueert de<br />

ontwerpen op basis van de beoordelingscriteria; de jury moet een procesverbaal<br />

opstellen; dit proces-verbaal bevat enerzijds de gemaakte keuze en<br />

anderzijds de eventuele vragen tot verduidelijking en opmerkingen; alle leden<br />

van de jury ondertekenen dit proces-verbaal.<br />

- Bij de waardebepaling tellen de bedragen mee van de premies en de betalingen<br />

aan de deelnemers, alsook het bedrag van de (eventueel) uit de prijsvraag<br />

voortvloeiende studieopdracht. Art. 76 van het K.B. 8.01.1996 regelt de<br />

specifieke bekendmakingsvoorwaarden.<br />

- De integriteit en het vertrouwelijk karakter van de door de deelnemers<br />

ingezonden informatie, moet ten allen tijde bewaard worden.<br />

4.2. Keuzemogelijkheid<br />

4.2.1. Aanbesteding en offerteaanvraag<br />

De aanbestedende overheid heeft de vrijheid om te kiezen tussen een openbare of<br />

beperkte aanbesteding en een algemene of beperkte offerteaanvraag 57 .<br />

Deze principiële keuzevrijheid is in de praktijk beperkt door de aard en de<br />

beschrijving van de opdracht.<br />

Zo is een aanbesteding aangewezen als de aanbestedende overheid zelf de<br />

opdracht in het bestek, in detail kan beschrijven. Appreciatie van de aangeboden<br />

56 Wet 24.12.1993, art. 17 § 2, 4°<br />

57 Wet 24.12.1993, art. 13<br />

30


kwaliteit is in zo'n geval uitgesloten; elke inschrijver moet hetzelfde aanbieden nl.<br />

de uitvoeringswijze die is beschreven. De prijs is het enige gunningscriterium. De<br />

beoordeling van de offertes is bijgevolg ook relatief eenvoudig.<br />

Een offerteaanvraag is aangewezen om nieuwe uitvoeringstechnieken aan bod te<br />

kunnen laten komen, of als de aanbestedende overheid in de beschrijving enige<br />

ruimte wil laten, zodat aanbiedingen met verschillende technische kenmerken<br />

mogelijk worden.<br />

Bij een offerteaanvraag hebben de inschrijvers een grotere inbreng in het concept.<br />

Behalve indien het bestek dit verbiedt, kunnen zij zelf vrije varianten aanbrengen.<br />

Precies omdat de inschrijvers elk met een verschillende uitvoeringswijze van het<br />

werk of de dienst of met een eigen product voor de levering een offerte indienen,<br />

kan de prijs geen doorslaggevend gunningscriterium zijn. Het bestek dient daarom<br />

alle criteria op te geven waaraan de offertes zullen getoetst worden. (zie hiervoor:<br />

4.1.3.). Elke offerte zal aan al die criteria (en aan geen andere) moeten getoetst<br />

worden. De beoordeling is dus complexer dan bij de aanbesteding.<br />

4.2.2. Gevallen dat een onderhandelingsprocedure mogelijk is<br />

In tegenstelling tot de principiële vrijheid om te kiezen tussen een (openbare of<br />

beperkte) aanbesteding of een (algemene of beperkte) offerteaanvraag, mogen<br />

opdrachten slechts ingevolge een onderhandelingsprocedure gegund worden in de<br />

gevallen opgesomd in art. 17 van de wet van 24.12.1993 58 .<br />

Art. 17 § 2 bevat de gevallen waarbij er kan gehandeld worden zonder naleving<br />

van een bekendmakingsprocedure bij de aanvang van de procedure doch, indien<br />

mogelijk, na raadpleging van meerdere aannemers, leveranciers of dienstverleners.<br />

Art. 17 § 3 bevat de gevallen waar de bekendmakingsregels wel dienen nageleefd.<br />

In elk van deze paragrafen zijn de gevallen gegroepeerd in reeksen, naargelang de<br />

soorten opdrachten (werken, leveringen en/of diensten) waarop de regeling van<br />

toepassing is.<br />

De gevallen ZONDER BEKENDMAKING VOORAF, zijn de volgende:<br />

* Art. 17 § 2, 1° overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of<br />

diensten:<br />

a) de goed te keuren uitgave overschrijdt niet de bedragen zonder belasting<br />

op de toegevoegde waarde, vastgelegd door de Koning; dit bedrag is<br />

momenteel 67.000 euro; voor de financiële diensten, voor onderzoek en<br />

ontwikkeling en voor juridische diensten is dit bedrag 193.000,00 euro;<br />

bedoeld is het goed te keuren gunningsbedrag en niet de raming; een<br />

opdracht mag niet gesplitst worden om beneden dit bedrag te blijven; om<br />

deze waarde te bepalen gelden in principe dezelfde waarderingsregels als<br />

voor het bepalen van de drempels voor de Europese bekendmaking (zie<br />

hierna: 6.1.1.) 59 ;<br />

58 Wet 24.12.1993, art. 13<br />

59 K.B. 08.01.1996, art. 120. Er gelden uitzonderingsbepalingen voor kleine opdrachten, verdeeld in percelen:<br />

“wanneer percelen voorzien worden in een overheidsopdracht voor aanneming van werken of van diensten<br />

waarvan het geraamde bedrag, zonder BTW, minder bedraagt dan 550.000,00 euro voor de werken en minder<br />

31


) de opdracht heeft betrekking op werken, leveringen of diensten die geheim<br />

verklaard zijn, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere<br />

veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke of<br />

reglementaire bepalingen, of indien de bescherming van de fundamentele<br />

belangen van de veiligheid van het land dit vereist.<br />

Deze bepaling is eveneens van toepassing:<br />

- voor overheidsopdrachten en leveringen en diensten waarop artikel 296<br />

van het verdrag tot oprichten van de Europese Gemeenschap van<br />

toepassing is;<br />

- voor overheidsopdrachten van diensten inzake lucht en maritiem<br />

transport voor de behoeften van het ministerie van Landsverdediging.<br />

c) voor zover strikt noodzakelijk als het dringend karakter voortvloeiend uit<br />

niet te voorziene gebeurtenissen niet toelaat de bij de andere procedures<br />

gestelde termijnen na te leven; de dringende spoed mag in geen geval te<br />

wijten zijn aan de aanbestedende overheid (art. 120 bis, K.B. 8.01.1996).<br />

d) er werden enkel onregelmatige offertes ingediend ingevolge aanbesteding<br />

of offerteaanvraag, of er werden slechts onaanvaardbare prijzen<br />

voorgesteld voor zover:<br />

- de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk<br />

gewijzigd werden en<br />

- de aanbestedende overheid alle inschrijvers raadpleegt die voldoen aan<br />

de minimumeisen op beroeps-, economisch en technisch vlak, zoals<br />

bepaald door de Koning, en die een offerte indienden die aan de formele<br />

eisen van de eerste procedure voldeed;<br />

Enkel de inschrijvers die aan deze voorwaarden voldoen, worden<br />

geraadpleegd in een onderhandelingsprocedure.<br />

e) er werd geen enkele offerte ingediend ingevolge een aanbesteding of een<br />

offerteaanvraag voor zover de oorspronkelijke voorwaarden van de<br />

opdracht niet wezenlijk gewijzigd werden;<br />

f) de werken, leveringen of diensten kunnen omwille van hun technische of<br />

artistieke specificiteit of omwille van de bescherming van exclusieve<br />

rechten, slechts aan een bepaalde aannemer, leverancier of<br />

dienstenverlener toevertrouwd worden.<br />

* Art. 17 § 2, 2° overheidsopdracht voor een aanneming van werken of diensten:<br />

a) aanvullende werken of diensten die noch in het toegewezen<br />

oorspronkelijke ontwerp noch in de eerste gesloten overeenkomst<br />

dan het bedrag bepaald in artikel 53 voor de diensten, kan eveneens een onderhandelingsprocedure zonder<br />

bekendmaking bij de aanvang van de procedure aangewend worden voor die percelen waarvan de individuele,<br />

goed te keuren uitgave de 13.500,00 euro zonder BTW niet overschrijdt, maar voor zover hun samengevoegd<br />

bedrag niet meer bedraagt dan 20% van het samengevoegd bedrag van alle percelen”<br />

32


voorkwamen en die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk<br />

geworden zijn voor de uitvoering van het werk of van de dienst zoals het<br />

beschreven werd, voor zover ze worden toegewezen aan de aannemer die<br />

het werk of de dienst uitvoert, en voor zover het samengevoegde bedrag<br />

van de opdrachten gegund voor de aanvullende werken of diensten niet<br />

hoger ligt dan 50% van het bedrag van de hoofdopdracht:<br />

- wanneer deze werken of diensten, technisch of economisch niet zonder<br />

ernstig bezwaar van de hoofdopdracht kunnen gescheiden worden;<br />

- wanneer deze werken of diensten, alhoewel scheidbaar van de<br />

uitvoering van de hoofdopdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de<br />

vervolmaking ervan;<br />

b) nieuwe werken of diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke<br />

werken of diensten, die aan de aannemer die de eerste opdracht kreeg<br />

toegewezen worden door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde<br />

dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisontwerp en dat<br />

dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht, gegund na<br />

aanbesteding of offerteaanvraag. De mogelijkheid tot aanwending van deze<br />

procedure moet alleszins reeds bij de uitschrijving van de eerste opdracht<br />

vermeld worden. Ze is bovendien beperkt tot een periode van drie jaar na<br />

het gunnen van de oorspronkelijke opdracht 60 .<br />

* Art. 17 § 2, 3° overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen:<br />

a) als de artikelen alleen vervaardigd worden bij wijze van onderzoek,<br />

proefneming, studie of ontwikkeling, en geen massaproductie voorzien is<br />

met het oog op het in omloop brengen van het product in het handelscircuit<br />

of op het opvangen van de kosten die het onderzoek en de ontwikkeling<br />

meebrengen;<br />

b) door de oorspronkelijke leverancier te verrichten bijkomende leveringen<br />

die bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of<br />

installaties voor gewoon gebruik of voor de uitbreiding van bestaande<br />

leveringen of installaties indien bij verandering van leverancier de<br />

aanbestedende overheid zich verplicht zou zien ander technisch materieel<br />

aan te werven dat onverenigbaarheden of buitenmaatse technische<br />

moeilijkheden inzake gebruik en onderhoud met zich meebrengt. De duur<br />

van deze opdrachten evenals van de hernieuwbare mag algemeen genomen<br />

de drie jaar niet overschrijden.<br />

* Art. 17 § 2, 4° overheidsopdracht voor aanneming van diensten:<br />

de dienstenopdracht die volgt op een prijsvraag voor ontwerpen en die,<br />

overeenkomstig de toepasselijke regels, gegund moet worden aan de<br />

laureaat of aan één van de laureaten van de prijsvraag. In dit laatste geval<br />

60 Dergelijke verlengingscontracten zijn niet hetzelfde als clausules van "stilzwijgende verlenging van de<br />

opdracht". In dit laatste geval wordt de oorspronkelijke opdracht immers tegen dezelfde voorwaarden voort-<br />

gezet en is er geen nieuwe toewijzing na een onderhandelingsprocedure<br />

33


moeten alle laureaten uitgenodigd worden om aan de onderhandelingen<br />

deel te nemen.<br />

De gevallen MET BEKENDMAKING VOORAF, zijn de volgende:<br />

* Art. 17 § 3, 1° overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of<br />

diensten:<br />

er werden ingevolge aanbesteding of offerteaanvraag, enkel onregelmatige<br />

offertes ingediend of enkel onaanvaardbare prijzen voorgesteld, voor zover:<br />

- de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk gewijzigd<br />

werden<br />

en<br />

- de aanbestedende overheid niet alle inschrijvers raadpleegt die voldoen aan<br />

de minimumvoorwaarden van beroeps-, economische en technische aard,<br />

bepaald door de Koning en die een offerte ingediend hebben die aan de<br />

formele eisen van de eerste procedure voldeed.<br />

* Art. 17 § 3, 2° overheidsopdracht voor aanneming van werken of diensten:<br />

in uitzonderlijke gevallen werken of diensten waarvan de aard of de onzekere<br />

omstandigheden verhinderen op voorhand een globale prijs vast te stellen.<br />

* Art. 17 § 3, 3° overheidsopdracht voor aanneming van werken:<br />

de werken hebben enkel onderzoek, proefneming of afstelling als doel en niet<br />

het nastreven van rendabiliteit of het dekken van de kosten voor onderzoek en<br />

ontwikkeling.<br />

* Art. 17 § 3, 4° overheidsopdracht voor aanneming van diensten:<br />

4.3. Bevoegde overheid<br />

de aard van de dienst is zodanig dat de specificaties van de opdracht niet<br />

kunnen bepaald worden met voldoende nauwkeurigheid om de toewijzing toe<br />

te laten volgens de procedure van aanbesteding of offerteaanvraag.<br />

In de provincies kiest de provincieraad de wijze waarop de opdrachten voor aanneming<br />

van werken, leveringen en diensten worden toegewezen.<br />

Op deze algemene regel, gelden de volgende twee uitzonderingen:<br />

1) De deputatie is bevoegd voor de opdrachten van dagelijks bestuur, de provincieraad<br />

bepaalt daartoe welke opdrachten als van dagelijks bestuur kunnen beschouwd<br />

worden; de deputatie kan de uitvoering van deze bevoegdheid toevertrouwen aan de<br />

provinciegriffier; zij kan bepalen of de provinciegriffier deze bevoegdheid kan<br />

toevertrouwen aan andere personeelsleden.<br />

2) De deputatie is bevoegd voor de opdrachten die nominatief in het vastgestelde budget<br />

zijn opgenomen als de provincieraad de wijze van gunningen en voorwaarden niet<br />

34


zelf heeft vastgesteld; deze bevoegdheid is niet delegeerbaar naar de<br />

provinciegriffier.<br />

Het vaststellen van de voorwaarden en het kiezen van de gunningswijze voor<br />

opdrachten die niet van dagelijks bestuur zijn en niet nominatief in het budget zijn<br />

vastgesteld, is een niet delegeerbare bevoegdheid van de raad.<br />

Het omschrijven wat als van dagelijks bestuur wordt beschouwd is een niet delegeerbare<br />

bevoegdheid van de raad 61 .<br />

In de gemeenten geldt een identieke bevoegdheidsverdeling als in de provincies (lees:<br />

gemeenteraad in plaats van provincieraad, college van burgemeester en schepenen in<br />

plaats van deputatie, gemeentesecretaris in plaats van provinciegriffier) 62 .<br />

Door het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet, van toepassing<br />

vanaf 1.07.2009, werden bepaalde verduidelijkingen aangebracht. Het betreft<br />

inzonderheid de bevoegdheid van het schepencollege om, bij dwingende en onvoorziene<br />

omstandigheden, zelf de gunningswijze en –voorwaarden vast te stellen. Idem om<br />

uitgaven (en dus ook beslissingen inzake overheidsopdrachten) te verrichten in<br />

dergelijke omstandigheden “wanneer het geringste uitstel onbetwistbaar schade zou<br />

veroorzaken”. Een identieke regeling bevindt zich in het provinciedecreet.<br />

Wat de politiezone betreft, worden in de meergemeentezones de bevoegdheden van de<br />

gemeenteraad uitgeoefend door de politieraad, en deze van het College van<br />

Burgemeester en Schepenen door het politiecollege.<br />

Binnen de OCMW's is de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd om de<br />

gunningswijze te kiezen en de voorwaarden van de opdracht vast te stellen.<br />

De regeling is vervat in het OCMW-decreet (art. 52). Opdrachten die passen binnen het<br />

door de Raad vastgestelde begrip “dagelijks bestuur” of die nominatief in het<br />

vastgestelde budget zijn opgenomen, kunnen (met behoud van toepassing van art. 161<br />

en titel VII van het Decreet) overgedragen worden aan het vast bureau, een bijzonder<br />

comité of aan de secretaris. Art. 52 van het Decreet bevat in fine een regeling van<br />

bevoegdheid in geval van dringende en onvoorziene omstandigheden in hoofde van het<br />

vast bureau of een bijzonder comité, en, in geval van het voorkomen van onbetwistbare<br />

schade door het minste uitstel, in hoofde van de voorzitter. Dit laatste besluit wordt<br />

meegedeeld aan de Raad die er in zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt. 63<br />

Voor de verenigingen van gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens<br />

andersluidende statutaire bepaling) de raad van bestuur bevoegd 64 .<br />

61 e e e e<br />

Artikel 43, §2, 10 en 11 , artikel 57, §3, 5 en 6 en artikel 58 van het provinciedecreet.<br />

62 e e e e<br />

Artikel 43, §2, 10 en 11 , artikel 57, §3, 5 en 6 en artikel 58 van het gemeentedecreet; art. 157 t.e.m. 160 van<br />

het gemeentedecreet.<br />

63<br />

OCMW-decreet, art. 52.<br />

64<br />

Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, artikel 16 en 49.<br />

35


Voor de polders en wateringen is het betrokken bestuur bevoegd 65 .<br />

Het Vlaams decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van<br />

de erkende erediensten, regelt welk bestuursorgaan bevoegd is om de gunningswijze te<br />

kiezen en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten ten behoeve van de erkende<br />

erediensten. Dit is naargelang het geval de kerkraad (rooms-katholiek), de bestuursraad<br />

(protestants, Anglicaans en Israëlitisch), de kerkfabriekraad (orthodox) of het Comité<br />

(Islamitisch).<br />

Dit bestuursorgaan kan die bevoegdheden van opdrachten m.b.t. het dagelijks beheer,<br />

binnen de perken van de op het exploitatiebudget ingeschreven kredieten, delegeren aan<br />

de voorzitter en de secretaris, die samen optreden.<br />

In gevallen van dringende spoed, die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden,<br />

oefenen de voorzitter en secretaris op eigen initiatief die bevoegdheden uit, mits akte te<br />

geven op de eerstvolgende vergadering van de raad.<br />

65 Wet 5 juli 1956 betreffende de wateringen, art. 85<br />

Wet 3 juni 1957 betreffende polders, art. 85.<br />

36


HOOFDSTUK 5 - Vaststellen van de voorwaarden van de opdracht<br />

_________________________________________________________<br />

5.1. Algemeenheden<br />

De uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten worden nader bepaald door 66 :<br />

1° de algemene aannemingsvoorwaarden, vastgesteld in de bijlage bij het K.B. van<br />

26.09.1996;<br />

2° het bestek dat de bijzondere contractuele bepalingen bevat of de documenten die het<br />

vervangen, hierbij het bestek genoemd;<br />

3° alle andere documenten waarnaar het bestek verwijst.<br />

De algemene aannemingsvoorwaarden bevatten de algemene contractuele bepalingen<br />

van de opdracht.<br />

Zij zijn op alle overheidsopdrachten met een geraamd bedrag hoger dan 22.000 euro<br />

(excl. BTW) toepasselijk. Er kan niet van afgeweken worden, dan voor zover de<br />

bijzondere eisen van de beschouwde opdracht dit noodzakelijk maken. Wat die<br />

bijzondere eisten van de opdracht ook zijn, de betalingstermijnen (art. 15 A.A.V.)<br />

mogen in geen geval door het bestek worden verlengd. Vooraan in het bestek moet een<br />

lijst opgenomen worden met de bepalingen waarvan wordt afgeweken.<br />

Sommige afwijkingen moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden 67 .<br />

Indien zij niet in hun geheel toepasselijk worden gemaakt op de opdrachten die lager<br />

geraamd zijn dan 22.000 euro, dan zijn sommige artikelen van de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden toch van toepassing 68 69 .<br />

De algemene aannemingsvoorwaarden zijn helemaal niet van toepassing op opdrachten<br />

waarvan het bedrag gelijk is aan of kleiner is dan 5.500 euro (excl. BTW) 70 .<br />

66 K.B. 26.09.1996, art. 2.<br />

67 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 1. Afwijkingen van de volgende artikelen, moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden<br />

in het bestek: 5 (borgtocht), 6 (verzuim van borgtocht), 7 (rechten op de borgtocht), 10 § 2 (uitgesloten per-<br />

sonen), 15 (betalingen), 16 (klachten en verzoeken), 17 (teruggave boeten), 18 (rechtsvorderingen), 20<br />

(middelen van optreden), 21 (verbreking), 22 (afspraken), 30 § 2 (bescherming bestaande constructies), 36<br />

(lonen en algemene arbeidsvoorwaarden) en 41 (aansprakelijkheid van de aannemer).<br />

Deze motiveringsplicht van afwijkingen, geldt niet voor financiële diensten.<br />

68 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 2.<br />

De volgende artikelen zijn in elk geval van toepassing: 10 § 2 (uitgesloten personen), 15 (betalingen), 16<br />

(klachten en verzoeken), 17 (teruggave boeten), 18 (rechtsvorderingen - termijnen), 20 (middelen van<br />

optreden), 21 (verbreking), 22 (afspraken), 30 § 2 (bescherming bestaande constructies), 36 (lonen en<br />

algemene arbeidsvoorwaarden) en 41 (aansprakelijkheid van de aannemer). Het bestek mag de betalings-<br />

termijnen voorzien in artikel 15, niet verlengen.<br />

69 Indien de A.A.V. niet in hun geheel toepasselijk gemaakt zijn en het bedrag van de gekozen offerte gelijk<br />

is aan of hoger is dan 22.000 euro (excl. BTW), mag de opdracht slechts worden gegund, voor zover het<br />

verschil tussen het bedrag van de goed te keuren offerte en de raming kleiner is dan 10% van deze raming<br />

(K.B. 26.09.1996, art. 3 § 2).<br />

70 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 3.<br />

37


Wat betreft de documenten die het bestek vervangen, moet vooral gedacht worden aan<br />

sommige documenten op basis waarvan de opdrachten via onderhandelingsprocedure<br />

gegund worden, zoals:<br />

- een door beide partijen ondertekende overeenkomst;<br />

- briefwisseling volgens de handelsgebruiken 71 .<br />

De bestekken kunnen ook verwijzen naar andere documenten die de opdracht beheersen,<br />

bijvoorbeeld plans, modellen, tekeningen, enz. … Ook verwijzingen naar type- of<br />

standaardbestekken komen vaak voor. Zoals bijvoorbeeld het standaardbestek 250<br />

(infrastructuurwerken). Dergelijke type- of standaardbestekken hebben als voordeel dat<br />

er sprake is van standaardisatie van courante administratieve bepalingen en van de<br />

beschrijving van materialen en technische procédés.<br />

5.2. Inhoud van het bestek<br />

5.2.1. Indeling van het bestek<br />

Het bestek bevat in principe de volgende onderdelen:<br />

1° Het administratief gedeelte, dat de bijzondere administratieve contractuele<br />

bepalingen bevat die van toepassing zijn op de overheidsopdracht (zie ook<br />

hierna 5.2.2.);<br />

2° het technisch gedeelte, waarin gedetailleerd wordt voorgeschreven hoe de<br />

opdracht technisch moet uitgevoerd worden en aan welke technische<br />

specificaties de prestaties moeten beantwoorden.<br />

In verband met de technische specificaties gelden zowel een uitgebreid<br />

begrippenkader als regels voor het opnemen van de technische specificaties in de<br />

opdrachtdocumenten. De definities en de regels zijn uniform of het geraamde<br />

bedrag het bedrag voor de Europese bekendmaking bereikt of niet. 72<br />

Bij het bestek horen ook de volgende documenten:<br />

1° de samenvattende opmetingsstaat (werken) of de inventaris (leveringen of<br />

diensten);<br />

Dit is een tabel waarin de prestaties in verschillende posten, met opgave van<br />

de hoeveelheid per post, zijn samengevat. Voor iedere post wordt vermeld of<br />

de hoeveelheid een forfaitaire dan wel een vermoedelijke hoeveelheid is 73 .<br />

2° het door de inschrijver te gebruiken offerteformulier (zie hierna hoofdstuk 8).<br />

5.2.2. Vermeldingen in het bestek 74<br />

1° De aanbestedende overheid<br />

Werken, leveringen of diensten voor rekening van verschillende<br />

aanbestedende overheden, kunnen in het algemeen belang samengevoegd<br />

71 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />

72 K.B. 08.01.1996, art. 82bis en 83bis.<br />

73 K.B. 08.01.1996, art. 89, 96 en 97.<br />

74 Zie K.B. 26.09.1996, art. 2, 2°.<br />

38


worden in één enkele opdracht, die bij aanbesteding, door offerteaanvraag of<br />

bij onderhandelingsprocedure wordt gegund 75 .<br />

In dat geval dient aangeduid welke overheid in gemeenschappelijke naam zal<br />

optreden bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.<br />

2° Het voorwerp van de overheidsopdracht. In voorkomend geval duidt het<br />

bestek aan in welke percelen de opdracht is opgesplitst 76 .<br />

3° De gekozen wijze van gunnen. Indien het een offerteaanvraag betreft, dienen<br />

alle gunningscriteria vermeld.<br />

4° Het adres waar de offertes dienen toegezonden of overhandigd te worden en<br />

in voorkomend geval de plaats, dag en uur van de zitting van opening van de<br />

offertes.<br />

5° Waar de documenten kunnen worden ingekeken en/of wanneer<br />

plaatsbezoeken georganiseerd worden.<br />

6° De prijsbepaling, nl. de opdracht tegen globale prijs, volgens prijslijst of de<br />

gemengde opdracht, of de opdracht op grond van werkelijke uitgaven (zie<br />

hiervoor 3.2.2. en 3.2.3.); eventueel de prijsherzieningsclausule (zie hiervoor<br />

3.2.4.); eventueel de modaliteiten van prijsonderzoek 77 .<br />

7° De betalingsvoorwaarden<br />

Het bestek voorziet o.m. in de modaliteiten voor de eventuele betalingen in<br />

mindering, dit zijn de betalingen naarmate de uitvoering van de opdracht<br />

vordert 78 .<br />

Uitzonderlijk kan het bestek voorzien in voorschotten (zie hoger 3.4.2.).<br />

8° De termijnen, nl. de gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers en de<br />

uitvoeringstermijn (tenzij deze laatste termijn een gunningscriterium is).<br />

Tenzij een andere termijn in het bestek is bepaald, blijven de inschrijvers<br />

gedurende 60 kalenderdagen, ingaande op de dag na de zitting voor de<br />

opening van de offertes, gebonden door hun offerte 79 .<br />

De uitvoeringstermijn voor werken wordt in het bestek uitgedrukt in<br />

werkdagen of in kalenderdagen, -weken, -maanden of -jaren, of van de ene<br />

datum tot de andere, of tegen een bepaalde einddatum 80 .<br />

De leveringstermijn of de uitvoeringstermijn voor diensten wordt hetzij in<br />

kalenderdagen, -weken of -maanden bepaald, of van datum tot datum, hetzij<br />

in werkdagen 81 .<br />

75<br />

Wet 24.12.1993, art. 19.<br />

76<br />

Wet 24.12.1993, art. 18 en K.B. 08.01.1996, art. 101.<br />

77<br />

Zie K.B. 08.01.1996, art. 86, 87 en 88.<br />

78<br />

K.B. 26.09.1996, art. 4 § 2 en A.V.V. 26.09.1996, art. 15.<br />

79<br />

K.B. 08.01.1996, art. 116.<br />

80<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1.<br />

81<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 52 § 3 en art. 69 § 3.<br />

39


9° De vereiste erkenning (categorie of ondercategorie en klasse).<br />

Erkenning is vereist voor werken waarvan het toewijzingsbedrag 75.000 euro<br />

(categorie) of 50.000 euro (ondercategorie) overschrijdt 82 .<br />

10° De documenten, modellen, monsters of andere inlichtingen die bij de offerte<br />

moeten gevoegd zijn 83 .<br />

11° De varianten<br />

Varianten zijn alternatieve uitvoeringsmethoden die door de aanbestedende<br />

overheid zelf in het bestek van een (openbare of beperkte) aanbesteding of<br />

van een (algemene of beperkte) offerteaanvraag worden opgelegd (opgelegde<br />

of verplichte varianten) of toegestaan (toegestane of facultatieve varianten).<br />

Het voorwerp, de aard en de draagwijdte van de varianten, moeten nader<br />

omschreven worden in het bestek 84 .<br />

12° De vrije varianten<br />

Vrije varianten zijn eveneens alternatieve uitvoeringsmethoden. Ze gaan<br />

echter uit van de inschrijvers. Vrije varianten zijn in principe toegelaten bij<br />

offerteaanvragen, behalve indien de aanbestedende overheid ze verbiedt in de<br />

aankondiging of in het bestek 85 .<br />

Het bestek moet de minimumvoorwaarden waaraan de vrije varianten moeten<br />

voldoen en de eisen voor hun indiening vermelden 86 .<br />

13° De lijst met bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan<br />

wordt afgeweken wegens de bijzondere eisen van de opdracht, moet vooraan<br />

in het bestek voorkomen. Indien van bepaalde artikelen afgeweken wordt,<br />

moet dit uitdrukkelijk gemotiveerd worden in het bestek 87 .<br />

82<br />

Wet 20.03.1991 houdende de regeling van de erkenning (en uitvoeringsbesluiten).<br />

83<br />

K.B. 08.01.1996, art. 90 § 2 en art. 94, 96 en 97.<br />

84<br />

K.B. 08.01.1996, art. 113 en art. 115.<br />

85<br />

K.B. 08.01.1996, art. 115.<br />

86<br />

Wet 24.12.1993, art. 16.<br />

87<br />

K.B. 26.09.1996, art. 3.<br />

De A.A.V. bevatten talrijke bepalingen waarin erop gewezen wordt dat afwijkende of aanvullende voorschriften<br />

in het bestek kunnen of moeten voorkomen:<br />

- art. 1 (leidend ambtenaar);<br />

- art. 4 (documenten en voorwerpen);<br />

- art. 5 (borgtocht) en art. 9 (vrijgave borgtocht);<br />

- art. 12 (keuringen);<br />

- art. 14 (octrooien);<br />

- art. 19 (waarborgtermijnen);<br />

- art. 27 (keuringen werken);<br />

- art. 28 (aanvang werken);<br />

- art. 30 en 32 (lokalen ter beschikking van overheid en aannemer werken);<br />

- art. 33 (eigendomsvoorbehoud afbraak materiaal);<br />

- art. 44 (verrekeningen werken);<br />

- art. 52 (bestellingen leveringen);<br />

- art. 53 (keuringen leveringen);<br />

- art. 55 (plaats levering);<br />

- art. 56 (verpakkingen levering);<br />

- art. 57 (opleveringen leveringen);<br />

- art. 63 (waarborgtermijn leveringen);<br />

- art. 69 (bestellingen diensten);<br />

40


5.2.3. Specifieke uitvoeringsvoorwaarden in verband met sociale en<br />

milieudoelstellingen<br />

Een aanbestedende overheid kan uitvoeringsvoorwaarden opleggen:<br />

- die het mogelijk maken rekening te houden met sociale en ethische<br />

doelstellingen;<br />

- inzake de verplichting tot het verstrekken van opleidingen aan werklozen en<br />

jongeren;<br />

- inzake de verplichting tot het naleven van bepalingen van de basisconventies<br />

van de Internationale Arbeidsorganisatie 88 .<br />

Ongeacht of het geraamde bedrag van de opdracht het bedrag voor de Europese<br />

bekendmaking bereikt of niet, voorzien de bepalingen over de technische<br />

specificaties, dat deze kunnen aangegeven worden in termen van prestatie-eisen en<br />

functionele eisen; deze kunnen milieukenmerken omvatten. Er kan daarbij onder<br />

bepaalde voorwaarden gebruik gemaakt worden van specificaties zoals vastgesteld<br />

in bepaalde milieukeuren 89 .<br />

5.3. Bevoegde overheid<br />

Voor alle provinciale en lokale besturen is de overheid die bevoegd is voor de keuze van<br />

de gunningswijze eveneens bevoegd om de voorwaarden van de opdracht vast te stellen.<br />

- art. 70 (plaats dienstverlening);<br />

- art. 71 (controles diensten);<br />

- art. 74 (oplevering diensten).<br />

88 Wet van 24 december 1993, artikel 18bis.<br />

89 Zie K.B. 08.01.1996, art. 83bis, §3b en §6.<br />

41


6.1. Europese bekendmaking<br />

HOOFDSTUK 6 - Bekendmaking<br />

____________________________<br />

6.1.1. Toepassingsgebied Europese bekendmakingsvoorschriften<br />

Opdrachten waarvan het geraamd bedrag bepaalde drempelbedragen bereikt of<br />

overschrijdt, zijn onderworpen aan de Europese bekendmaking.<br />

Deze bedragen zijn momenteel:<br />

- 4.845.000,00 euro (excl. BTW) voor werken, 90<br />

- 193.000,00 euro (excl. BTW) voor leveringen, 91<br />

- 193.000,00 euro (excl. BTW) voor diensten 92 .<br />

Hoe het bedrag van een overheidsopdracht berekend moet worden, is nauwkeurig<br />

gereglementeerd 93 .<br />

Voor de berekening van de waarde van een overheidsopdracht van werken gebiedt<br />

de reglementering rekening te houden met:<br />

- leveringen en diensten die de aanbestedende overheid ter beschikking stelt van<br />

de aannemer voor de uitvoering van de werken, de opties en eventuele<br />

verlengingen;<br />

- het samengevoegd bedrag van alle percelen (behoudens afwijkingen voor<br />

percelen met een waarde die kleiner is dan 1.000.000,00 euro en minder<br />

bedraagt dan 20% van het samengevoegd bedrag);<br />

- het samengevoegd bedrag van de oorspronkelijke opdracht en van de nieuwe<br />

werken die bestaan uit de herhaling van soortgelijke werken (herhalingswerken<br />

in toepassing van art. 17 § 2, 2° van de wet 24.12.1993).<br />

Voor leveringen gelden de volgende regels:<br />

- bij een opdracht in de vorm van huur, huurkoop of leasing, met een bepaalde<br />

duur, is de waarde het totaalbedrag voor de gehele looptijd, met een maximum<br />

van 12 maanden met de restwaarde;<br />

90 K.B. 08.01.1996, art. 1 § 3; zie art. 1 § 1 en § 2 voor het toepassingsgebied "rationae personae".<br />

91 K.B. 08.01.1996, art. 27 § 2; zie art. 27 § 1 voor het toepassingsgebied "rationae personae".<br />

92 K.B. 08.01.1996, art. 53 § 3; zie art. 53 § 1 en § 2 voor het toepassingsgebied "rationae personae". Voor de<br />

diensten bedoeld in bijlage 2B bij de wet (bijvoorbeeld: juridische diensten) gelden op Europees vlak slechts<br />

gereduceerde bekendmakingsvoorschriften (zie K.B. 08.01.1996, art. 53 § 4 en art. 60).<br />

93 Zie K.B. 08.01.1996, art. 2 (werken), art. 28 (leveringen) en art. 54 (diensten).<br />

42


- bij een opdracht in de vorm van huur, huurkoop of leasing, van onbepaalde<br />

duur, wordt een waarde van 48 maanden genomen;<br />

- bij opdrachten die regelmaat vertonen of in de loop van een bepaalde periode<br />

worden hernieuwd, zijn berekeningsmethoden beschreven die een periode van<br />

12 maanden omvatten;<br />

- het samengevoegd bedrag moet genomen worden, bij homogene leveringen,<br />

verdeeld in percelen, evenals bij een basislevering met eventuele opties.<br />

Voor diensten gelden onder meer de volgende berekeningsmethodes:<br />

- samenvoeging oorspronkelijke opdracht en herhalingsopdrachten (vergelijk<br />

met de regel voor werken);<br />

- samenvoeging van alle percelen (behoudens afwijkingen voor percelen met een<br />

waarde die kleiner is dan 80.000,00 euro en minder bedraagt dan 20% van het<br />

samengevoegd bedrag; vergelijk met de regel voor werken);<br />

- samenvoeging van alle regelmatige diensten over een welbepaalde periode van<br />

12 maanden (vergelijk met de regel voor leveringen);<br />

- samenvoeging van basisprestaties met eventuele opties (vergelijk met de regel<br />

voor leveringen) en verlengingen;<br />

- verzekeringsdiensten: premies en alle vormen van vergoedingen (idem:<br />

diensten voor ontwerpen);<br />

- voor opdrachten die geen totale prijs vermelden, geldt de waarde van de gehele<br />

looptijd (als die gelijk is aan of korter dan 48 maanden) of het maandelijks<br />

bedrag maal 48 (andere gevallen).<br />

6.1.2. Soorten bekendmakingen en uitnodigingen<br />

De volgende bekendmakingsmiddelen zijn voorzien:<br />

- enuntiatieve aankondiging na goedkeuring van het programma of het begin van<br />

het begrotingsjaar; dergelijke aankondiging is vereist voor alle opdrachten met<br />

een geraamd bedrag gelijk aan of hoger dan 4.845.000,00 euro (excl. BTW)<br />

voor werken of 750.000,00 euro (excl. BTW) voor leveringen en diensten 94 ;<br />

- aankondiging van opdracht: elke overheidsopdracht die gegund zal worden bij<br />

openbare of beperkte aanbesteding, bij algemene of beperkte offerteaanvraag of<br />

bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang, wordt op<br />

deze wijze aangekondigd 95 ;<br />

94 K.B. 08.01.1996, art. 3 (werken), art. 29 (leveringen) en art. 55 (diensten).<br />

95 K.B. 08.01.1996, art. 4 (werken), art. 30 (leveringen) en art. 56 (diensten).<br />

43


- uitnodiging: bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag of<br />

onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang, worden de<br />

gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uitgenodigd om hun offerte in te<br />

dienen 96 ; in geval van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de<br />

aanvang van de procedure, met een waarde gelijk aan of hoger dan de Europese<br />

drempel, is een gelijktijdige en schriftelijke uitnodiging voorzien; deze<br />

uitnodiging bevat onder meer het bestek en desgevallend de gunningscriteria<br />

van de opdracht 97 ;<br />

- aankondiging van gegunde opdracht (ook aankondiging van geplaatste opdracht<br />

genoemd): ongeacht de gunningsprocedure 98 worden inlichtingen over de<br />

gegunde opdrachten gepubliceerd, binnen 48 dagen na de gunning; 99<br />

voor elke gegunde opdracht stelt de aanbestedende overheid ook een procesverbaal<br />

op dat op verzoek aan de Europese Commissie wordt toegezonden 100 .<br />

Dit PV bevat thans ook de redenen voor afwijzing van abnormaal lage prijzen.<br />

6.1.3. Modaliteiten en termijnen 101<br />

De aankondigingen worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese<br />

Gemeenschappen en in het Bulletin der Aanbestedingen; enkel deze<br />

aankondigingen gelden als officiële bekendmaking. Geen enkele publicatie mag<br />

plaatsvinden vóór de verzending van de aankondiging naar het Bureau voor<br />

officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen.<br />

De modellen van aankondiging die bij het K.B. van 08.01.1996 zijn gevoegd,<br />

moeten gevolgd worden (deze modellen zijn laatst vervangen bij het K.B. van<br />

12.01.2006).<br />

Er moeten minimale termijnen gerespecteerd worden voor ontvangst van de<br />

offertes en/of de aanvragen tot deelneming.<br />

Behoudens verplichte verlenging of toegelaten verkorting, bedragen deze<br />

termijnen:<br />

- 52 dagen voor ontvangst offertes bij openbare aanbesteding of algemene<br />

offerteaanvraag;<br />

- 37 dagen voor ontvangst aanvragen tot deelneming bij beperkte procedures of<br />

onderhandelingsprocedure met bekendmaking; 40 dagen voor ontvangst<br />

offertes bij deze procedures.<br />

Er dient rekening gehouden met de complexiteit van de opdracht en de nodige<br />

voorbereidingstijd van de offertes bij de vaststelling van de termijnen<br />

(minimumtermijnen).<br />

96<br />

K.B. 08.01.1996, art. 6 § 4 (werken), art. 32 § 4 (leveringen) en art. 58 § 4 (diensten).<br />

97<br />

K.B. 08.01.1996, art. 121.<br />

98<br />

Enkel de geheime opdrachten in toepassing van art. 17 § 2, 1°, b) zijn van deze verplichting uitgesloten.<br />

99<br />

K.B. 08.01.1996, art. 8 (werken), art. 34 (leveringen) en art. 60 (diensten).<br />

100<br />

K.B. 08.01.1996, art. 9 (werken), art. 35 (leveringen) en art. 61 (diensten).<br />

101<br />

Zie K.B. 08.01.1996, art. 3 tot en met 9 (werken), art. 29 tot en met 36 (leveringen) en art. 55 tot en met<br />

61 (diensten).<br />

44


De datum van verzending naar het Bureau voor officiële publicaties van de<br />

Europese Gemeenschappen, vormt het vertrekpunt van deze termijn.<br />

6.2. Binnenlandse bekendmaking<br />

6.2.1. Toepassingsgebied binnenlandse bekendmakingsvoorschriften<br />

Alle opdrachten waarvan de raming lager is dan de Europese<br />

bekendmakingsdrempels, zijn aan deze regels onderworpen. De enige<br />

uitzondering is een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de<br />

aanvang, zoals voorzien in art. 17 § 2 van de wet 102 .<br />

6.2.2. Openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag<br />

Bij deze gunningsprocedures, wordt de opdracht in mededinging gesteld door<br />

middel van een aankondiging van opdracht, gepubliceerd in het Bulletin der<br />

Aanbestedingen 103 . Dit Bulletin is uitgegeven door de Belgische Staat.<br />

De aanbestedende overheden moeten een bepaalde termijn in acht nemen tussen<br />

de datum van verzending van de aankondiging en de ontvangst van de offertes.<br />

Deze termijn bedraagt in principe 36 kalenderdagen.<br />

Voor dringende opdrachten mag de overheid die termijnen inkorten tot een<br />

minimum van 10 dagen, voor zover er tenminste 7 dagen zijn tussen de publicatie<br />

en de datum voor de ontvangst van de offertes 104 .<br />

Wijzigingsberichten kunnen, indien zij belangrijk zijn, aanleiding geven tot het<br />

verdagen van de openingszitting om de inschrijvers over eenzelfde minimale<br />

termijn te laten beschikken als voor de oorspronkelijke documenten.<br />

6.2.3. Beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure<br />

met bekendmaking bij de aanvang<br />

Bij deze gunningsprocedures, wordt de opdracht in principe in mededinging<br />

gesteld met een aankondiging van opdracht, in het Bulletin der Aanbestedingen,<br />

zoals bij de openbare procedures 105 .<br />

De aanbestedende overheid kan voor gelijkaardige opdrachten met een repetitief<br />

karakter echter ook opteren voor een periodieke aankondiging betreffende het<br />

opstellen van een lijst van gegadigden 106 .<br />

Dergelijke periodieke aankondiging dient ten minste alle twaalf maanden te<br />

gebeuren. De aanbestedende overheden moeten een bepaalde termijn in acht<br />

102<br />

K.B. 08.01.1996, art. 10 (werken), art. 37 (leveringen) en art. 62 (diensten).<br />

103<br />

K.B. 08.01.1996, art. 12 (werken), art. 38 (leveringen) en art. 64 (diensten). Deze bepalingen bevatten de<br />

minimale vermeldingen van deze aankondigingen.<br />

104<br />

K.B. 08.01.1996, art. 12 (werken), art. 38 (leveringen) en art. 64 (diensten).<br />

105<br />

K.B. 08.01.1996, art. 13 en 14 § 1 (werken), art. 39 en 40 § 1 (leveringen) en art. 65 en 66 § 1 (diensten). De<br />

artikelen 14 § 1, 40 § 1 en 66 § 1 bevatten de minimale vermeldingen in deze aankondigingen.<br />

106<br />

K.B. 08.01.1996, art. 13 en 14 § 2 (werken), art. 39 en 40 § 2 (leveringen) en art. 65 en 66 § 2 (diensten).<br />

De artikelen 14 § 2, 40 § 2 en 66 § 2 bevatten de minimale vermeldingen in deze aankondigingen.<br />

45


nemen tussen de datum van verzending van de aankondiging en de ontvangst van<br />

de aanvragen tot deelneming of de kandidaturen.<br />

Deze termijn bedraagt in principe 15 dagen. Een inkorting tot minimum 10 dagen<br />

is mogelijk, voor zover er tenminste 7 dagen zijn tussen de publicatie en de datum<br />

voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de kandidaturen.<br />

De geselecteerde gegadigden worden vervolgens gelijktijdig en schriftelijk<br />

uitgenodigd om hun offerte in te dienen 107 .<br />

De aanbestedende overheid moet een bepaalde termijn in acht nemen tussen de<br />

datum van verzending van de uitnodiging en de ontvangst van de offertes. Deze<br />

termijn bedraagt in principe 15 kalenderdagen. De overheid kan deze termijn<br />

inkorten tot een minimum van 10 dagen.<br />

6.2.4. Opmerkingen 108<br />

Er dient rekening gehouden met de complexiteit van de opdracht en de nodige<br />

voorbereidingstijd van de offertes bij de vaststelling van de termijnen<br />

(minimumtermijnen).<br />

In sommige gevallen kunnen de minimale inzagetermijnen verlengd worden. De<br />

reactietijd van de aanbestedende overheid op het verzoek tot toesturen van het<br />

bestek en op vragen om inlichtingen, bedraagt in principe 6 dagen.<br />

Alleen de aankondiging gepubliceerd in het Bulletin der Aanbestedingen geldt als<br />

officiële bekendmaking. Geen enkele publicatie mag plaatsvinden vóór de datum<br />

van verzending van de aankondiging naar het Bulletin der Aanbestedingen. Geen<br />

andere publicatie mag andere inlichtingen bevatten.<br />

Voor de datum van de officiële bekendmaking mag de informatie van de<br />

aankondiging door niemand op individuele wijze meegedeeld worden aan<br />

geïnteresseerde personen.<br />

De modellen van aankondiging, die gevoegd zijn bij het K.B. van 08.01.1996,<br />

moeten gevolgd worden (deze modellen werden laatst gewijzigd bij K.B. van<br />

12.01.2006).<br />

De aankondiging vermeldt de datum van verzending ervan naar het Bulletin der<br />

Aanbestedingen.<br />

De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging of in het bestek of de<br />

aanvragen tot deelneming of de offertes eveneens via elektronische middelen<br />

kunnen worden opgesteld en/of verzonden. Het gebruik van elektronische<br />

middelen mag in geen geval opgelegd worden in welk stadium van de procedure<br />

ook. De elektronische middelen moeten hoe dan ook een aantal waarborgen<br />

107<br />

K.B. 08.01.1996, art. 14 § 3 (werken), art. 40 § 3 (leveringen) en art. 66 § 3 (diensten). De artikelen bevatten<br />

de minimale inhoud van de uitnodiging.<br />

108<br />

K.B. 08.01.1996, art. 12, 14 en 15 (werken), art. 38, 40 en 41 (leveringen) en art. 64, 66 en 67 (diensten);<br />

K.B. 08.01.1996, art. 14bis (werken), art. 40bis (leveringen) en art. 66bis (diensten).<br />

46


ieden ter bescherming van de mededinging 109 .<br />

De bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen gebeurt kosteloos voor<br />

zover de gegevens “online” elektronisch worden ingevoerd.<br />

109 K.B. 08.01.1996, art. 81bis en volgende.<br />

47


7.1. Algemeen 110<br />

HOOFDSTUK 7 - Kwalitatieve selectie<br />

_________________________________<br />

De kwalitatieve selectie gebeurt aan de hand van selectiecriteria, die betrekking hebben<br />

op de situatie of de eigenschappen van de aannemers van werken, de leveranciers of de<br />

dienstverleners. Selectiecriteria mogen bijgevolg niet verward worden met de<br />

gunningscriteria, die dienstig zijn voor de rangschikking van de offertes.<br />

Bij openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag, gaat de aanbestedende overheid<br />

over tot de kwalitatieve selectie van de inschrijvers. Deze selectie vindt dus plaats na de<br />

zitting voor de opening van de offertes, maar vóór het onderzoek van deze offertes op<br />

hun regelmatigheid en vóór hun rangschikking.<br />

Bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure, kiest<br />

de aanbestedende overheid de gegadigden die ze uitnodigt om een offerte in te dienen of<br />

deel te nemen aan de onderhandelingen. Bij de beperkte aanbesteding en de beperkte<br />

offerteaanvraag, mag de aanbestedende overheid een minimum (niet minder dan vijf) en<br />

een maximum (twintig) vaststellen waartussen het aantal gegadigden die ze zal<br />

uitnodigen zich zal situeren. Bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de<br />

aanvang van de procedure, mag het aantal gegadigden dat tot de onderhandelingen zal<br />

toegelaten worden, niet kleiner zijn dan drie en moet in elk geval voldoende zijn om<br />

effectieve mededinging te waarborgen.<br />

Discriminatie tussen nationale inschrijvers of gegadigden en deze uit andere Lid-Staten<br />

van de Europese Gemeenschap, is verboden.<br />

De minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheid moeten verband houden met en<br />

in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.<br />

Voor opdrachten van werken kan de aanbestedende overheid oordelen dat, naast het<br />

onderzoek van eventuele uitsluitingsgronden (zie hierna 7.2.), de erkenning als<br />

aannemer voldoende is.<br />

Wat betreft de economische en financiële draagkracht, en wat betreft de technische<br />

bekwaamheid, kunnen kandidaten en inschrijvers zich onder bepaalde voorwaarden<br />

beroepen op de draagkracht van andere entiteiten. Dit op voorwaarde dat de kandidaat of<br />

de inschrijver kan aantonen dat hij gerechtigd is om beroep te doen op de middelen van<br />

de onderneming die hij aanwijst. Een combinatie van kandidaten of inschrijvers kan<br />

zich onder dezelfde voorwaarden beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de<br />

combinatie of die van andere entiteiten.<br />

De aanbestedende overheid kan de overlegging eisen van een inschrijving in het<br />

beroeps- of handelsregister.<br />

De aanbestedende overheid die via elektronische middelen kosteloos toegang heeft tot<br />

110 Wet 24.12.1993, art. 14; K.B. 08.01.1996, art. 16 tot en met 20 (werken), art. 42 tot en met 46 (leveringen) en<br />

art. 68 tot en met 72 (diensten).<br />

48


informatie over de persoonlijke situatie en de bekwaamheid van kandidaten of<br />

inschrijvers, mag die niet bij laatstgenoemden opvragen. De overheid is verplicht om<br />

zelf de nodige stappen te ondernemen om toegang te krijgen tot deze gegevens. De<br />

aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van de opdracht of in het bestek<br />

welke inlichtingen of documenten ze zelf via elektronische weg zal opvragen. De<br />

aanbestedende overheid bewaart de opgevraagde inlichtingen of documenten in het<br />

dossier van de opdrachten.<br />

In een eerste fase worden bepaalde databanken toegankelijk gesteld van de federale<br />

aanbestedende overheden en deze van de Gemeenschappen en de Gewesten. In een<br />

tweede fase zullen de provincies en gemeenten toegang hebben tot dezelfde informatie.<br />

De federale overheid heeft hiervoor een nieuwe applicatie ontwikkeld, met name<br />

DIGIFLOW.<br />

Via deze applicatie kunnen gegevens gevraagd worden over de jaarrekeningen<br />

(Nationale Bank), het RSZ-attest en de BTW-hoedanigheid (FOD Financiën).<br />

7.2. Uitsluitingsgronden 111<br />

Onverminderd de regels inzake de erkenning van de aannemers van werken, kunnen<br />

aannemers, leveranciers en dienstverleners, omwille van een aantal situaties uitgesloten<br />

worden van deelneming, in welk stadium van de procedure ook. Bijvoorbeeld omwille<br />

van faillissement, misdrijf, ernstige fout in de beroepsuitoefening, achterstallige<br />

bijdragen sociale zekerheid of belastingen, of omwille van het afleggen van valse<br />

verklaringen.<br />

Worden in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van toegang ertoe: de<br />

aannemers veroordeeld bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis wegens deelname<br />

aan een criminele organisatie, omkoping, fraude ten nadele van de financiële belangen<br />

van de EG of het witwassen van geld.<br />

Er is informatierecht van de aanbestedende overheid hieromtrent bij de inschrijvers en<br />

bevoegde autoriteiten.<br />

Uitzondering: dwingende reden van algemeen belang (bv. monopoliesituatie - tekort<br />

wisselstukken).<br />

Om reden van administratieve vereenvoudiging, wordt in verschillende omzendbrieven<br />

aanbevolen om te werken met de techniek van de “impliciete verklaring op erewoord”.<br />

De impliciete verklaring op erewoord houdt in dat de kandidaten of inschrijvers door het<br />

indienen van een aanvraag tot deelneming (kandidaatstelling) of van een offerte,<br />

verklaren dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevinden. Het bijvoegen van<br />

bepaalde documenten die aantonen dat zij zich niet in een geval van uitsluiting bevinden<br />

is dan niet meer vereist; een expliciete verklaring daaromtrent evenmin.<br />

111 Zie K.B. 08.01.1996, art. 17 en 17bis (werken,), art. 43 en 43bis (leveringen) en art. 69 en 69bis (diensten)<br />

Deze artikels bevatten een nauwkeurige opsomming van de uitsluitingsgronden en regels voor de bewijs-<br />

voering.<br />

49


Het gebruik van de impliciete verklaring op erewoord moet wel in de bekendmaking of<br />

in het bestek worden opgenomen. De verklaring op erewoord heeft weliswaar niet tot<br />

gevolg dat er geen enkele controle op het vlak van de uitsluitingsgronden meer zou<br />

gebeuren. De aanbestedende overheid moet deze controle nog steeds uitvoeren op het<br />

aangewezen ogenblik 112 .<br />

De toestand inzake de bijdragen voor de sociale zekerheid wordt aangetoond met een<br />

RSZ-attest 113 .<br />

De Belgische aannemer die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan het sociale<br />

zekerheidsstelsel 114 moet bij zijn aanvraag tot deelneming (beperkte of<br />

onderhandelingsprocedure) of bij zijn offerte (openbare procedure) een attest van de<br />

RSZ voegen. Dit attest geeft zijn toestand weer ten laatste daags vóór de uiterste datum<br />

voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming (beperkte of<br />

onderhandelingsprocedure) of van de offertes (openbare procedure). Er moet uit dit<br />

attest blijken dat hij alle aangiften heeft ingediend tot en met het voorlaatste afgelopen<br />

kalenderkwartaal t.o.v. de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvraag tot<br />

deelname of van de offerte en op deze aangiften geen bijdragen van meer dan 2.500 euro<br />

moet vereffenen of de hem toegestane betalingstermijnen stipt naleeft. Als zijn schuld<br />

groter is moet hij kunnen aantonen dat hij op de dag waarop het attest zijn toestand<br />

bepaalt, schuldvorderingen heeft op aanbestedende overheden (met uitzondering van<br />

privaatrechtelijke universiteiten) of op overheidsbedrijven. Deze schuldvorderingen<br />

moeten zeker zijn, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden, voor<br />

tenminste eenzelfde bedrag als zijn schuld, op 2.500 euro na 115 .<br />

Zo'n RSZ-attest moet ook ingediend worden door een aannemer van vreemde<br />

nationaliteit die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan het Belgische sociale<br />

zekerheidsstelsel. Is dit niet het geval, dan moet hij een attest indienen waaruit blijkt dat<br />

hij zijn verplichtingen inzake de betaling van bijdragen voor de sociale zekerheid<br />

voldaan heeft in het land waar hij gevestigd is. Als dergelijk attest in het betrokken land<br />

niet uitgereikt wordt, volstaat een verklaring onder eed of een plechtige verklaring. De<br />

aanbestedende overheid kan op elk ogenblik ook zelf inlichtingen inwinnen bij de RSZ.<br />

Het RSZ-attest wordt niet gevorderd voor aanvragen tot deelneming voor opdrachten<br />

met een geraamde waarde die niet hoger is dan 22.000 euro (excl. BTW) bij beperkte of<br />

onderhandelingsprocedure met bekendmaking.<br />

Bij openbare procedures wordt dezelfde administratieve vereenvoudiging toegepast voor<br />

de offertes waarvan het bedrag (excl. BTW) niet hoger is dan 22.000 euro.<br />

De naleving van de verplichtingen inzake sociale zekerheid blijft echter verplicht als<br />

regelmatigheidsvoorwaarde voor de kandidaturen of offertes. De aanbestedende<br />

overheid moet zelf de toestand van de kandidaten en inschrijvers onderzoeken 116 .<br />

112<br />

Zie federale omzendbrief d.d. 23 april 2007 (B.S. 27.04.2007) en Vlaamse rondzendbrief d.d. 31 mei 2007<br />

(B.S. 21.09.2007).<br />

113<br />

K.B. 08.01.1996, art. 17bis (werken), art. 43bis (leveringen) en art. 69bis (diensten).<br />

114<br />

Wet 27.06.1969 tot herziening van de besluit 28.12.1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.<br />

115<br />

K.B. 08.01.1996, art. 17bis §1 (werken), art. 43bis §1 (leveringen) en art. 69bis §1 (diensten).<br />

116<br />

K.B. 08.01.1996, art. 17bis §2, §3 en §4 (werken), art. 43bis §2, §3 en §4 (leveringen) en art. 69bis §2, §3<br />

en §4.<br />

50


7.3. Financiële en economische draagkracht 117<br />

De aanbestedende overheid kan in de aankondiging van opdracht of in de uitnodiging<br />

referenties vragen. Zoals: passende bankverklaringen, balansen of jaarrekeningen of<br />

verklaringen omtrent omzet over de laatste drie boekjaren. Voor dienstverleners kan ook<br />

het bewijs gevraagd worden van een verzekering tegen beroepsrisico's.<br />

7.4. Bekwaamheid<br />

De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van opdracht of in de<br />

uitnodiging, welke referenties zij verlangt.<br />

Voor het beoordelen van de technische bekwaamheid van aannemers van werken,<br />

kunnen deze referenties betrekking hebben op:<br />

- studie- en beroepskwalificaties van de aannemer en/of de leidinggevenden;<br />

- uitgevoerde werken tijdens de laatste vijf jaar;<br />

- werktuigen, materieel en technische uitrusting waarover de aannemer zal beschikken;<br />

- gemiddelde personeelsbezetting tijdens laatste drie jaar;<br />

- technici of technische diensten waarover de aannemer zal beschikken 118 .<br />

De bekwaamheid van de aannemer kan bovendien worden beoordeeld aan de hand van<br />

zijn vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid.<br />

Welke referenties gevraagd worden van leveranciers is afhankelijk van de aard, de<br />

hoeveelheid en het gebruik van de te leveren producten.<br />

Ze kunnen betrekking hebben op:<br />

- voornaamste leveringen tijdens de afgelopen drie jaar;<br />

- technische uitrusting; kwaliteitsgaranties; onderzoek;<br />

- technici of technische diensten belast met kwaliteitscontrole;<br />

- monsters, documentatie over producten;<br />

- certificaten van erkende officiële instituten;<br />

- (uitzonderlijk) een controle door of namens de aanbestedende overheid, van de<br />

productiecapaciteit, de mogelijkheden voor onderzoek en de kwaliteitscontrole 119 .<br />

Bij leveringen met plaatsings- of installatiewerkzaamheden kan de bekwaamheid ook<br />

worden beoordeeld aan de hand van vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en<br />

betrouwbaarheid.<br />

De vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid van dienstverleners,<br />

zijn de toetsingsgronden voor hun bekwaamheid. Afhankelijk van de aard, de<br />

hoeveelheid en het gebruik van de te verlenen diensten, kunnen de volgende referenties<br />

gevraagd worden:<br />

- studie- en beroepskwalificaties van de dienstverlener en/of de leidinggevenden;<br />

- uitgevoerde diensten tijdens de laatste drie jaar;<br />

117 Zie K.B. 08.01.1996, art. 18 (werken), art. 44 (leveringen) en art. 70 (diensten).<br />

118 Zie K.B. 08.01.1996, art. 19.<br />

119 Zie K.B. 08.01.1996, art. 45.<br />

51


- technici of technische diensten belast met kwaliteitscontrole;<br />

- gemiddelde personeelsbezetting tijdens laatste drie jaar;<br />

- werktuigen, materieel en technische uitrusting waarover de dienstverlener zal<br />

beschikken;<br />

- kwaliteitsgaranties en onderzoek;<br />

- (uitzonderlijk) een controle door of namens de aanbestedende overheid, van de<br />

technische bekwaamheid, de mogelijkheden voor onderzoek en de<br />

kwaliteitscontrole 120 .<br />

In het kader van de kwalitatieve selectie, kunnen aanbestedende overheden ook vragen<br />

dat de geschiktheid wordt aangetoond door middel van:<br />

- de inschrijving op de lijst van de erkende aannemers van werken;<br />

- de inschrijving in het beroeps- of handelsregister; (zie nieuwe bijlage 8 bij het K.B.<br />

8.01.1996);<br />

- verklaringen door onafhankelijke instanties dat de inschrijver aan bepaalde<br />

kwaliteitsnormen voldoet; 121<br />

- verklaringen door onafhankelijke instanties dat de inschrijver aan bepaalde normen<br />

inzake milieubeheer voldoet 122 .<br />

7.5. Sociale voorkeuren<br />

Een aanbestedende overheid kan de deelname aan een gunningsprocedure van een<br />

overheidsopdracht die niet onderworpen is aan verplichtingen die voortvloeien uit<br />

Europese richtlijnen, voorbehouden aan beschutte werkplaatsen of sociale<br />

inschakelingsondernemingen 123 .<br />

7.6. Informatieplicht over niet-selectie<br />

Voor een gedetailleerde bespreking wordt verwezen naar 11.4 “Informatieverstrekking<br />

over de beslissingen en wachttermijn” en het schematisch overzicht aldaar.<br />

Bij het informeren van de kandidaten mogen sommige gegevens niet meegedeeld<br />

worden, namelijk indien de openbaarmaking:<br />

- de toepassing van een wet belemmert;<br />

- in strijd is met het openbaar belang;<br />

- nadelig is voor de rechtmatige commerciële belangen van overheidsbedrijven of<br />

particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging kan schaden 124 .<br />

Ook de beslissingen genomen inzake concessies van openbare werken vallen nu onder<br />

de wachttermijn na kennisgevingsverplichting.<br />

120 Zie K.B. 08.01.1996, art. 71.<br />

121 Zie K.B. 08.01.1996, art. 20 bis (werken), art. 46bis (leveringen) en art. 73 en 73bis (diensten).<br />

122 Zie K.B. 08.01.1996, art. 20ter (werken) en art. 70ter (diensten).<br />

123 Zie Wet 24.12.1993, art. 18bis §2.<br />

124 Zie Wet 24.12.1993, art. 65/10.<br />

52


8.1. Offerte<br />

8.1.1. Begrip<br />

HOOFDSTUK 8 - Opmaken van de offerte<br />

____________________________________<br />

De offerte is het schriftelijk of geschreven stuk 125 waarmee de inschrijver zich op<br />

zijn roerende en onroerende goederen verbindt, om de opdracht uit te voeren<br />

overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bestek.<br />

8.1.2. Model<br />

De offerte wordt opgemaakt op het eventueel bij het bestek behorende formulier.<br />

Indien de inschrijver een ander document gebruikt dan het voorziene formulier,<br />

dan moet hij er een verklaring op aanbrengen dat het document conform het bij<br />

het bestek behorende model is 126 .<br />

8.1.3. Inlichtingen<br />

De offerte moet een aantal inlichtingen vermelden 127 .<br />

1° Volledige identiteit van de inschrijver (naam, voornaam, hoedanigheid of<br />

beroep, nationaliteit, woonplaats; of voor een rechtspersoon, de handelsnaam,<br />

rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel).<br />

2° Betalingswijze (nummer en benaming van zijn rekening bij een financiële<br />

instelling).<br />

3° Eventueel de gegevens inzake erkenning 128 .<br />

4° Nationaliteit van eventuele onderaannemers en van het personeel dat de<br />

inschrijver tewerkstelt, alsook bij een overheidsopdracht voor aanneming van<br />

werken, de identificatie van de eventuele onderaannemers.<br />

5° Oorsprong van te leveren producten of te verwerken materialen die niet<br />

afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap, met<br />

vermelding van de waarde.<br />

6° De verklaring vanwege de inschrijvers dat ze bij het opstellen van hun offerte<br />

rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming<br />

en arbeidsvoorwaarden geldend op de plaats waar de prestaties worden<br />

uitgeoefend wanneer de aanbestedende overheid in de aankondiging van de<br />

125 Art. 81bis van het K.B. 08.01.1996 bevat een definitie van "schriftelijk of geschreven stuk". Dit omvat de<br />

stukken die elektronisch worden opgesteld.<br />

126 K.B. 08.01.1996, art. 89.<br />

127 K.B. 08.01.1996, art. 90 § 1.<br />

128 K.B. 08.01.1996, art. 20 § 1.<br />

53


8.1.4. Prijsopgave<br />

opdracht of in het bestek heeft vermeld bij welke instanties de inschrijvers de<br />

terzake dienende informatie kunnen verkrijgen inzake belastingen,<br />

arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden. 129<br />

De inschrijver voor een opdracht voor aanneming van werken, geeft in zijn offerte<br />

het totale bedrag op van de opmetingsstaat 130 .<br />

De inschrijver voor een opdracht voor aanneming van leveringen of diensten<br />

neemt in z'n offerte het totale bedrag op van de opdracht. Is er geen inventaris, dan<br />

worden in de offerte ook de eenheidsprijs, het bedrag voor iedere post of iedere<br />

prestatie en desgevallend het totale bedrag voor ieder perceel vermeld 131 .<br />

Het totale bedrag van de offerte en de eenheidsprijzen, worden voluit geschreven,<br />

en opgegeven in euro. Het bestek kan voorschrijven dat ook de globale bedragen<br />

van de posten voluit worden geschreven 132 .<br />

8.2. Bij de offerte te voegen documenten<br />

8.2.1. Machtigingen gevolmachtigden<br />

De volmachtgever wordt aangeduid in de offerte.<br />

De gemachtigden die namens deze volmachtgever de offerte ondertekenen voegen<br />

bij hun offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt<br />

of een gewaarmerkt afschrift van hun volmacht. Dergelijk document hoeft niet bij<br />

de offerte gevoegd, indien verwezen kan worden naar de bijlage van het Belgisch<br />

Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekend gemaakt of naar een eerdere<br />

(algemene) volmacht die bij de aanbestedende overheid is neergelegd. De offerte<br />

die met een elektronische handtekening op naam van de rechtspersoon wordt<br />

ondertekend die de offerte indient, vergt geen bijkomende volmacht 133 .<br />

8.2.2. Samenvattende opmetingsstaat (werken) of inventaris (leveringen en diensten)<br />

a. De inschrijver voor een aanneming van werken vult de samenvattende<br />

opmetingsstaat in met de vereiste gegevens, doet daartoe de nodige<br />

rekenkundige bewerkingen, en voegt deze opmetingsstaat bij zijn offerte 134 .<br />

De eenheidsprijzen en de totale prijzen voor iedere post, moeten worden<br />

opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die post, t.o.v.<br />

het totale bedrag van de offerte. De winst en de algemene en financiële<br />

onkosten moeten over de verschillende posten verdeeld worden in verhouding<br />

129 K.B.8.02.1996, art. 86 bis.<br />

130 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 3.<br />

131 K.B. 08.01.1996, art. 97 § 1.<br />

132 K.B. 08.01.1996, art. 100 § 2.<br />

133 K.B. 08.01.1996, art. 94.<br />

134 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 3.<br />

54


tot hun belangrijkheid 135 .<br />

De inschrijver vult de leemten in de samenvattende opmetingsstaat aan. Hij<br />

mag steeds de vergissingen in de forfaitaire hoeveelheden verbeteren.<br />

Verbetering van vermoedelijke hoeveelheden is slechts toegelaten als het<br />

bestek dit toestaat en als de wijziging tenminste 10% bedraagt van de<br />

betrokken post. Wijzigingen moeten verantwoord worden in een nota die bij<br />

de offerte wordt gevoegd 136 .<br />

b. Indien er bij het bestek een inventaris is gevoegd, vult de inschrijver voor een<br />

opdracht van leveringen en diensten hem in, doet de nodige rekenkundige<br />

bewerkingen, en voegt de inventaris bij zijn offerte. Noch de forfaitaire, noch<br />

de vermoedelijke hoeveelheden mogen gewijzigd worden, tenzij het bestek<br />

dit uitdrukkelijk toestaat 137 .<br />

8.2.3. Documenten en modellen<br />

De bescheiden, modellen, monsters en alle andere inlichtingen die door het bestek<br />

worden vereist, moeten bij de offerte worden gevoegd, tenzij het bestek een<br />

andere wijze van indiening voorschrijft 138 . Bijvoorbeeld: technische documentatie,<br />

referentielijsten, octrooien.<br />

De aanbestedende overheid kan bovendien, op elk ogenblik, de voorlegging van<br />

een aantal documenten eisen. Bijvoorbeeld de statuten van een rechtspersoon 139 .<br />

8.2.4. RSZ-attest<br />

8.3. Ondertekening<br />

De inschrijver moet een RSZ-attest voorleggen dat zijn toestand bepaalt vóór de<br />

uiterste datum van ontvangst van de offertes, behalve als hij een attest heeft<br />

voorgelegd m.b.t. dezelfde periode n.a.v. de kwalitatieve selectie (zie hiervoor:<br />

7.2.). Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer het bedrag van de offerte<br />

(excl. BTW) niet hoger is dan 22.000 euro. In dit geval moet de aanbestedende<br />

overheid zelf de inlichtingen inwinnen over de toestand van de inschrijver. Indien<br />

de opdracht verdeeld is in percelen, moet het totaalbedrag van de percelen in<br />

aanmerking worden genomen om het bedrag van de offerte te bepalen.<br />

Moeten door de inschrijver (of zijn gemachtigde) ondertekend worden 140 :<br />

- de offerte en de samenvattende opmetingsstaat of de inventaris,<br />

- doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als<br />

in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden (zoals prijzen, termijnen, technische<br />

135 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 4.<br />

136 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 2.<br />

137 K.B. 08.01.1996, art. 97 § 1.<br />

138 K.B. 08.01.1996, art. 90 § 2.<br />

139 Zie K.B. 08.01.1996, art. 92.<br />

140 K.B. 08.01.1996, art. 89.<br />

55


specificaties) kunnen beïnvloeden; deze laatste verplichting geldt niet indien de<br />

offerte en de bijlagen met een elektronische handtekening worden ondertekend.<br />

Wordt de offerte ingediend door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (bijv. een<br />

tijdelijke vereniging), dan moet elk van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen ze<br />

ondertekenen. Zij verbinden zich hoofdelijk. Er wordt vermeld wie van hen namens de<br />

vereniging optreedt t.o.v. de aanbestedende overheid 141 . Bij beperkte procedures kan,<br />

indien het bestek het toelaat, de aanbestedende overheid een offerte aanvaarden, die<br />

ingediend is door een tijdelijke vereniging die niet geselecteerde personen bevat, voor<br />

zover minstens één geselecteerde kandidaat deel uitmaakt van de vereniging 142 .<br />

8.4. Percelen<br />

In eenzelfde bestek kunnen verschillende percelen begrepen zijn. De inschrijver kan dan<br />

een offerte indienen voor één of meer percelen. Voor elk gekozen perceel dient hij dan<br />

een aparte offerte in. Deze offertes kunnen in één document opgenomen worden als het<br />

bestek dit toelaat.<br />

Als het bestek dit toelaat, kan de inschrijver per perceel een prijsvermindering opgeven<br />

die hij toestaat in geval van samenvoeging van bepaalde percelen waarvoor hij een<br />

offerte indient. In geval van een offerteaanvraag mag de inschrijver ook<br />

verbeteringsvoorstellen opgeven in geval van samenvoeging 143 .<br />

Met het oog op de uitvoering, zal elk perceel als een afzonderlijke opdracht beschouwd<br />

worden, tenzij het bestek dit anders bepaalt 144 .<br />

8.5. Vergissingen en leemten<br />

Als een inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten zodanige<br />

vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is om een prijs te berekenen,<br />

of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan uiterlijk 10<br />

dagen vóór de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan de aanbestedende<br />

overheid. De overheid kan dan eventueel de openingszitting verdagen en een<br />

rechtzetting publiceren 145 .<br />

Na de opening van de offertes mag de inschrijver zich niet meer op fouten of leemten in<br />

de opmetingsstaat beroepen. Hij mag zich evenmin beroepen op vormgebreken, fouten<br />

of leemten in zijn offerte 146 .<br />

141 K.B. 08.01.1996, art. 93 § 1.<br />

142 K.B. 08.01.1996, art. 93 § 2.<br />

143 K.B. 08.01.1996, art. 101.<br />

144 K.B. 26.09.1996, art. 9.<br />

145 K.B. 08.01.1996, art. 98.<br />

146 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 5 en art. 99.<br />

56


9.1. Wijze van indienen<br />

HOOFDSTUK 9 - Indienen en openen van de offertes<br />

_____________________________________________<br />

Elke inschrijver mag slechts één offerte indienen (behoudens eventuele varianten) 147 .<br />

De offerte opgesteld op papier wordt per brief of per bode ingediend in een definitief<br />

gesloten omslag, waarop de volgende gegevens vermeld staan:<br />

- datum van de openingszitting;<br />

- verwijzing naar het bestek en eventueel naar de nummers van de betrokken percelen.<br />

Indien de offerte over de post wordt verzonden (aangetekend of als gewone zending),<br />

wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede gesloten omslag met het adres dat<br />

vermeld is in het bestek en met de vermelding "offerte" 148 .<br />

Dezelfde voorwaarden zijn van toepassing op de via elektronische middelen opgestelde<br />

offerte die echter niet elektronisch wordt verzonden.<br />

Voor de verzending of overhandiging van een via elektronische middelen opgestelde<br />

offerte legt de reglementering bepaalde waarborgen op 149 .<br />

Elke aanbestedende overheid beslist opdracht per opdracht of ze het gebruik van<br />

elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van<br />

kandidaatstellingen of offertes (te vermelden in de aankondiging van de opdracht of het<br />

bestek). Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen<br />

verboden.<br />

9.2. Tijdstip van indienen<br />

Iedere offerte moet bij de voorzitter van de openingszitting toekomen vóór hij de zitting<br />

opent. Een offerte die te laat toekomt, wordt nochtans in aanmerking genomen, mits aan<br />

de volgende dubbele voorwaarde is voldaan:<br />

- de aanbestedende overheid heeft nog geen kennis gegeven van haar beslissing aan de<br />

aannemer;<br />

- de offerte is uiterlijk 4 kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de ontvangst van<br />

de offertes, als aangetekende zending afgegeven bij de post 150 .<br />

9.3. Intrekking of wijziging van een offerte<br />

9.3.1. Algemeen<br />

Om een reeds opgestuurde of ingediende offerte te wijzigen of in te trekken, is een<br />

schriftelijke en ondertekende verklaring van de inschrijver of zijn gemachtigde<br />

147 K.B. 08.01.1996, art. 103.<br />

148 K.B. 08.01.1996, art. 104.<br />

149 K.B. 08.01.1996, art. 81bis en volgende.<br />

150 K.B. 08.01.1996, art. 104.<br />

57


vereist.<br />

De voorschriften omtrent de ondertekening (zie hoger 8.3.) en omtrent de wijze<br />

van indienen (zie hoger 9.1.) zijn identiek zoals voor de offerte zelf 151 .<br />

9.3.2. Wijzigingen<br />

Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten, op straffe van<br />

nietigheid van de offerte nauwkeurig vermeld worden 152 .<br />

Het uiterlijke tijdstip voor het indienen van wijzigingen, is hetzelfde zoals voor de<br />

offertes (zie hoger 9.2.).<br />

9.3.3. Intrekkingen<br />

De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn.<br />

Een intrekking kan per telegram, telex of telefax gebeuren onder de dubbele<br />

voorwaarde:<br />

- dat zij bij de voorzitter van de openingszitting toekomt vóór hij de zitting<br />

opent;<br />

- dat de intrekking wordt bevestigd per aangetekende brief, afgegeven bij de post<br />

uiterlijk daags voor de openingszitting; deze bevestiging is niet vereist als<br />

elektronische middelen worden gebruikt 153 .<br />

Gebeurt de intrekking niet per telegram, telex of telefax 154 dan gelden dezelfde<br />

voorschriften zoals beschreven onder 9.2.<br />

9.4. Openingszitting<br />

De offertes worden geopend op de datum, het uur en de plaats bepaald in de<br />

aankondiging van de opdracht of in het bestek.<br />

Deze openingszitting is openbaar voor een openbare aanbesteding en een algemene<br />

offerteaanvraag.<br />

Voor de beperkte aanbesteding of offerteaanvraag mogen enkel de inschrijvers (of hun<br />

vertegenwoordigers) de opening bijwonen.<br />

De aanbestedende overheid is vertegenwoordigd door een voorzitter en een bijzitter.<br />

De verrichtingen verlopen als volgt:<br />

- de voorzitter plaatst in het lokaal de reeds ontvangen niet elektronisch verzonden<br />

offertes;<br />

- het lokaal wordt toegankelijk gesteld voor het publiek en/of de inschrijvers;<br />

151 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 1.<br />

152 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 1.<br />

153 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 2.<br />

154 K.B. 08.01.1996, art. 81quater § 2: Een melding die via telegram, telex of telefax moet plaatsvinden, kan<br />

ook met andere elektronische middelen gebeuren, als de betrokkenen dit overeenkomen.<br />

58


- de offertes die door de aanwezige inschrijvers zijn meegebracht worden aan de<br />

voorzitter overhandigd;<br />

- de voorzitter opent de zitting; vanaf dat ogenblik mogen geen offertes meer aanvaard<br />

worden;<br />

- van alle ontvangen offertes wordt inzage genomen;<br />

- de offertes en de belangrijkst geachte bijlagen, die niet via elektronische middelen<br />

worden opgesteld worden blad per blad door de voorzitter of een bijzitter<br />

geparafeerd; dit geldt ook voor de bescheiden tot wijziging of de intrekkingen; op de<br />

via elektronische middelen opgestelde offertes plaatsen de voorzitter of een bijzitter<br />

zijn elektronische handtekening;<br />

- de naam van de inschrijvers, hun woonplaats of maatschappelijke zetel en de<br />

intrekkingen worden voorgelezen. Bij openbare of beperkte aanbesteding, leest de<br />

voorzitter ook de prijzen voor (ook deze voor de eventuele varianten) en de<br />

prijswijzigingen 155 .<br />

Een proces-verbaal van de openingszitting wordt opgemaakt.<br />

De gegevens voorgelezen door de voorzitter en de incidenten die zich tijdens het<br />

verloop van de zitting hebben voorgedaan, worden erin vermeld.<br />

Het proces-verbaal wordt getekend door de voorzitter, de bijzitter en de aanwezigen die<br />

dit wensen 156 .<br />

De inschrijver die afwezig was op de openingszitting, moet, op schriftelijke vraag,<br />

mededeling krijgen van de gegevens die de voorzitter heeft voorgelezen 157 .<br />

9.5. Onderhandelingsprocedure<br />

Wat hiervoor is beschreven (9.1. t.e.m. 9.4.), geldt enkel voor de indiening en opening<br />

van offertes voor een (openbare of beperkte) aanbesteding of een (algemene of beperkte)<br />

offerteaanvraag.<br />

Een opdracht via onderhandelingsprocedure kan altijd tot stand komen met één van de<br />

volgende documenten:<br />

- ofwel op grond van de kennisgeving van de goedkeuring van de offerte, eventueel<br />

gewijzigd na onderhandeling;<br />

- ofwel op grond van een overeenkomst ondertekend door partijen.<br />

Onder sommige voorwaarden kan een opdracht via onderhandelingsprocedure ook als<br />

volgt tot stand komen:<br />

155 K.B. 08.01.1996, art. 106.<br />

156 K.B. 08.01.1996, art. 107.<br />

Voor de opening van stukken die na de opening zijn toegekomen, maar tijdig verstuurd waren: zie art. 108<br />

van hetzelfde K.B.<br />

157 K.B. 08.01.1996, art. 109.<br />

59


- bij een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang, en beneden<br />

de Europese drempelbedragen, is briefwisseling volgens handelsgebruik mogelijk;<br />

- als het bedrag niet hoger ligt dan 5.500 euro excl. BTW, is een aangenomen factuur<br />

mogelijk 158 .<br />

De wijze van indiening van offertes bij een onderhandelingsprocedure is niet wettelijk<br />

opgelegd. Het gebruik van e-mail, ook voor opdrachten van meer dan 5.500 euro, wordt<br />

mogelijk (bewijs en handtekening!).<br />

Voor een onderhandelingsprocedure is er evenmin een openingszitting verplicht.<br />

Voorzover het bedrag van de opdracht hoger is dan 5.500,00 euro excl. BTW, gelden<br />

wél de regels voor het opmaken van de offerte (zie hiervoor: 8.1.3.).<br />

De aanbestedende overheid kan echter sommige andere bepalingen van toepassing<br />

maken op een bepaalde opdracht.<br />

Een beslissing van de aanbestedende overheid, is ook vereist voor het toepasselijk<br />

maken van de regels voor het gebruik van elektronische middelen bij<br />

onderhandelingsprocedures zonder bekendmaking vooraf of om te aanvaarden dat de<br />

goed te keuren offerte met elektronische middelen wordt opgesteld 159 .<br />

158 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />

159 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />

60


HOOFDSTUK 10 - Nazicht van de offertes<br />

____________________________________<br />

10.1. Regelmatigheid van de offertes en van de prijzen<br />

10.1.1. Substantiële onregelmatigheden<br />

Is nietig: elke offerte die afwijkt van de essentiële besteksbepalingen, zoals<br />

prijzen, termijnen, technische specificaties 160 .<br />

Omtrent de substantiële onregelmatigheden bestaat een uitgebreide rechtspraak<br />

van de Raad van State.<br />

Wordt o.m. als substantieel onregelmatig beschouwd:<br />

- het wijzigen van forfaitaire posten in vermoedelijke hoeveelheden;<br />

- het niet ondertekenen van doorhalingen en wijzigingen van eenheidsprijzen;<br />

- het alleen prijs geven voor een variante bij een aanbesteding en niet voor het<br />

basisconcept; hetzelfde geldt indien geen prijs wordt gegeven voor een<br />

verplichte variante;<br />

- een voorbehoud ten aanzien van de in het bestek bepaalde uitvoeringstermijn;<br />

- een offerte voor een aanbesteding waarbij een uitvoeringswijze of een product<br />

wordt aangeboden, dat afwijkt van belangrijke technische voorschriften.<br />

Een belangrijk element in de afweging of een onregelmatigheid substantieel is, is<br />

de evaluatie of de gelijkheid tussen de inschrijvers in het gedrang wordt<br />

gebracht.<br />

10.1.2. Relatieve onregelmatigheden<br />

De aanbestedende overheid kan offertes als onregelmatig en derhalve als niet<br />

bestaande beschouwen, indien zij niet overeenstemmen met de bepalingen van<br />

Titel VI van het K.B. van 08.01.1996, enig voorbehoud inhouden, of<br />

bestanddelen bevatten die niet met de werkelijkheid overeenstemmen 161 .<br />

De "bepalingen van Titel VI", nl. de artikelen 89 tot 119 van het K.B., hebben<br />

betrekking op het opmaken, indienen en openen van de offertes e.d.m.<br />

Indien het voorbehoud slaat op een essentiële besteksbepaling, is de offerte<br />

substantieel onregelmatig (zie 10.1.1.).<br />

Indien het voorbehoud gemaakt wordt t.a.v. minder belangrijke punten, kan er<br />

eventueel geen reden zijn om de offerte te weren.<br />

Met niet-realistische bestanddelen in een offerte, zijn in de eerste plaats bedoeld:<br />

abnormale prijzen.<br />

160 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 2.<br />

161 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 2.<br />

61


Er dient een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de abnormaal hoge of lage<br />

eenheidsprijzen of totale prijzen voor bepaalde posten 162 en anderzijds een<br />

abnormaal laag totaalbedrag van de offerte.<br />

De aanbestedende overheid heeft een ruime beoordelingsvrijheid om<br />

eenheidsprijzen of totale prijzen van bepaalde posten al dan niet als abnormaal te<br />

beschouwen. Wil het bestuur een offerte om die reden afwijzen, dan moet het de<br />

inschrijver per aangetekende brief verzoeken om, binnen de 12 kalenderdagen,<br />

schriftelijk een verantwoording te verstrekken. De uitnodiging kan ook een<br />

langere termijn bepalen voor het antwoord 163 .<br />

Wanneer er een openbare of beperkte aanbesteding werd uitgeschreven voor<br />

werken, waarvoor minstens vier offertes werden ingediend, wordt iedere offerte<br />

waarvan het bedrag 15% onder het gemiddelde van de bedragen van de offertes<br />

ligt, beschouwd als een offerte waarvoor de aanbestedende overheid moet<br />

nagaan of het bedrag ervan eventueel abnormaal laag is 164 .<br />

Het gemiddelde wordt berekend zowel met de bedragen van de regelmatige als<br />

van de onregelmatige offertes. Is het aantal offertes lager dan zeven, dan dient de<br />

laagste én de hoogste offerte uitgesloten voor deze berekening van het<br />

gemiddelde.<br />

Zijn er zeven of meer offertes dan dient de laagste en een aantal van de hoogste,<br />

tot beloop van ¼ van alle offertes (afgerond naar de hogere eenheid),<br />

uitgesloten 165 .<br />

Ofwel is de overheid hier verplicht de inschrijver te verzoeken binnen de 12<br />

kalenderdagen schriftelijk verantwoording te verstrekken, niet alleen als het de<br />

offerte wil afwijzen, maar ook als het de offerte wil aanvaarden.<br />

De uitnodiging kan ook een langere termijn bepalen voor het antwoord. Voldoet<br />

de rechtvaardiging niet of wordt hij niet verstrekt binnen de opgelegde termijn,<br />

dan is de overheid verplicht de offerte als onregelmatig te beschouwen. Ofwel<br />

moet de overheid zelf in de gunningsbeslissing, de verwerping van het bezwaar<br />

tegen de schijnbaar abnormale prijs formeel motiveren.<br />

De aanbestedende overheid mag onder andere de volgende motiveringen in<br />

aanmerking nemen als prijsverantwoording:<br />

- doelmatigheid van het bouw-, productie- of dientsverleningsproces;<br />

- gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden<br />

waarvan de inschrijver kan profiteren;<br />

- originaliteit van de aangeboden werken, producten of diensten;<br />

- naleving van bepalingen inzake arbeidsbescherming en –voorwaarden die<br />

gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;<br />

- eventuele ontvangst van rechtmatig toegekende overheidssteun.<br />

162 Zie artikel 96 § 4 van het K.B. 08.01.1996: de eenheidsprijzen en de totale prijzen voor iedere post, moeten<br />

worden opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die post t.o.v. het totaal bedrag van de<br />

offerte.<br />

163 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 3.<br />

164 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 4.<br />

165 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 4.<br />

62


10.2. Prijsonderzoek<br />

Voor opdrachten voor aanneming van werken moet de aanbestedende overheid<br />

inlichtingen verstrekken over het verwerpen van een offerte omwille van<br />

abnormale prijzen of gebrek aan tijdige verantwoording aan de commissie voor<br />

de erkenning van aannemers.<br />

De Europese Commissie wordt enkel nog geïnformeerd wanneer, in het geval<br />

van procedure met Europese bekendmaking, een offerte wordt geweerd wegens<br />

een abnormaal lage prijs én het abnormaal karakter van de prijs voortvloeit uit<br />

onrechtmatig toegekende overheidssteun.<br />

Opdat een offerte als regelmatig zou kunnen worden beschouwd, moet de<br />

inschrijver voldaan hebben aan de verplichtingen inzake RSZ. Dit blijkt uit de<br />

bijgevoegde attesten (zie hoger: 7.2. en 8.2.4.) of uit de inlichtingen die de<br />

aanbestedende overheid inwint.<br />

De aanbestedende overheid kan van deze regel afwijken bij gemotiveerde<br />

beslissing 166 .<br />

In sommige gevallen, moeten de inschrijvers, vóór de gunning, alle nodige inlichtingen<br />

verstrekken aan de aanbestedende overheid, om het onderzoek van de prijzen mogelijk<br />

te maken.<br />

Deze verplichting bestaat in elk geval, als het gaat om een opdracht die toegewezen<br />

wordt met een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, voor leveringen die<br />

niet courant 167 zijn, en voor een bedrag dat hoger is dan 67.000 euro (excl. BTW) 168 .<br />

Gaat het om courante leveringen, of is het bedrag niet hoger dan 67.000 euro (excl.<br />

BTW) of is er een andere gunningsprocedure, dan bestaat deze verplichting slechts als<br />

het bestek dit voorziet 169 .<br />

Ongeacht de gunningsprocedure, is de aannemer in elk geval verplicht dergelijke<br />

inlichtingen te verstrekken, als de opdracht wordt gegund zonder forfaitaire<br />

prijsbepaling (bijvoorbeeld op grond van werkelijke uitgaven) 170 171 .<br />

10.3. Verbeteringen door de aanbestedende overheid<br />

De aanbestedende overheid verbetert de rekenfouten en de kennelijk materiële fouten 172 .<br />

166<br />

K.B. 08.01.1996, art. 90 § 3 t.e.m. § 6.<br />

167<br />

Courante leveringen zijn leveringen van goederen die in serie worden geproduceerd.<br />

168<br />

K.B. 08.01.1996, art. 88 § 1.<br />

169<br />

K.B. 08.01.1996, art. 88 § 1 en § 2.<br />

170<br />

Het bestek kan ook bepalen dat verificaties van de boekhouding en onderzoeken ter plaatse kunnen<br />

uitgevoerd worden: zie K.B. 08.01.1996, art. 88 § 3.<br />

171 de<br />

K.B. 08.01.1996, art. 88 § 2, 2 lid.<br />

172<br />

K.B. 08.01.1996, art. 111 (aanbesteding) en art. 114 (offerteaanvraag).<br />

63


Als de aanbestedende overheid verbeteringen aanbrengt in een via elektronische<br />

middelen opgestelde offerte, moeten de oorspronkelijke versie bewaard blijven en de<br />

verbeteringen identificeerbaar zijn.<br />

In geval van twijfel, is de regeling verschillend bij aanbestedingen en offerteaanvragen:<br />

- bij een aanbesteding gaat de aanbestedende overheid de werkelijke bedoeling van de<br />

inschrijver na met alle middelen, onder meer door een onderzoek van de offerte, een<br />

vergelijking van de prijzen met die van overige inschrijvers en met de gangbare<br />

prijzen; indien de bedoeling niet duidelijk is beslist de overheid ofwel dat de geboden<br />

eenheidsprijzen geldig zijn, hetzij dat de twijfelachtig bevonden offerte als<br />

onregelmatig wordt verworpen 173 ;<br />

- bij offerteaanvragen verzoekt de aanbestedende overheid, in geval van twijfel, de<br />

inschrijver zijn offerte binnen een gestelde termijn nader toe te lichten 174 .<br />

De aanbestedende overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor niet<br />

ontdekte fouten.<br />

De inschrijvers kunnen zich niet beroepen op mogelijke vormgebreken, fouten of<br />

leemten in hun offerte 175 .<br />

10.4. Verbeteringen van de samenvattende opmetingsstaat door de inschrijver<br />

10.4.1. Wijzigingen van hoeveelheden van posten<br />

Zoals eerder vermeld, mag de inschrijver de forfaitaire hoeveelheden (en mits<br />

bepaalde voorwaarden ook de vermoedelijke hoeveelheden) wijzigen in de<br />

samenvattende opmetingsstaat voor een aanneming van werken 176 .<br />

De aanbestedende overheid ziet die wijzigingen na en verbetert ze zo nodig<br />

volgens eigen berekeningen 177 .<br />

De regeling is verschillend bij aanbestedingen enerzijds en offerteaanvragen<br />

anderzijds.<br />

Voor het rangschikken van de offertes en het bepalen van de laagste offerte bij<br />

een aanbesteding voor een aanneming van werken, is een gedetailleerde regeling<br />

uitgewerkt, waarbij aanvaarde verminderingen slechts ten goede komen van de<br />

inschrijvers die ze hebben vermeld.<br />

Aanvaarde hoeveelheden die groter zijn dan of gelijk aan hoeveelheden van de<br />

oorspronkelijke opmetingsstaat, worden in alle opmetingsstaten gebracht 178 .<br />

173<br />

K.B. 08.01.1996, art. 111.<br />

174<br />

K.B. 08.01.1996, art. 114 § 1.<br />

175<br />

K.B. 08.01.1996, art. 111, art. 114 § 1 en art. 99.<br />

176<br />

Zie hoger 8.2.2. en K.B. 08.01.1996, art. 96 § 2.<br />

177<br />

K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1 (aanbesteding) en art. 114 § 2 (offerteaanvraag).<br />

178<br />

K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1, 2°:<br />

Voor de rangschikking van de offertes worden de hoeveelheden aanvaard door de aanbestedende overheid<br />

64


Voor de definitieve verbetering van de offerte bij een aanbesteding, verbetert de<br />

aanbestedende overheid de offerte op grond van de juist bevonden<br />

hoeveelheden 179 .<br />

Voor het toepassen van deze bepalingen, wordt ook rekening gehouden met de<br />

wijzigingen, aangebracht door een inschrijver, wiens offerte nietig wordt<br />

verklaard 180 .<br />

Gaat het om een offerteaanvraag, dan zal de aanbestedende overheid de bij de<br />

offertes gevoegde opmetingen herzien op grond van de hoeveelheid die het als<br />

juist erkent 181 .<br />

Er is in dit geval geen onderscheid tussen het rangschikken van de offertes<br />

enerzijds en het vaststellen van het definitief bedrag van de goed te keuren<br />

offerte anderzijds.<br />

10.4.2. Aanvulling van leemten in de samenvattende opmetingsstaat<br />

Indien een inschrijver enige leemte heeft aangevuld in de samenvattende<br />

opmetingsstaat van een aanneming van werken, dan onderzoekt de<br />

aanbestedende overheid de gegrondheid van de aanvulling en verbetert deze<br />

eventueel.<br />

die groter zijn dan of gelijk zijn aan de hoeveelheden van de oorspronkelijke opmetingsstaat, naar alle opme-<br />

tingsstaten zonder onderscheid gebracht. De wijzigingen die door de aanbestedende overheid aanvaard<br />

worden en die een vermindering van de hoeveelheden tot gevolg hebben, spelen daarentegen enkel in het<br />

voordeel van de inschrijvers die ze gemeld hebben en slechts in de mate waarin hun verantwoording is<br />

aanvaard.<br />

Aldus:<br />

a) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver kleiner is dan de hoeveelheid aanvaard door<br />

de aanbestedende overheid, deze laatste hoeveelheid in de opmetingsstaat gebracht;<br />

b) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver, ligt tussen de hoeveelheid aanvaard door de<br />

aanbestedende overheid en de hoeveelheid van de oorspronkelijke opmetingsstaat, de hoeveelheid voorge-<br />

steld door de inschrijver in de opmetingsstaat gebracht;<br />

c) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver groter is dan de hoeveelheid van de oorspron-<br />

kelijke opmetingsstaat, de door de inschrijver voorgestelde hoeveelheid teruggebracht tot de hoeveelheid<br />

van de oorspronkelijke opmetingsstaat.<br />

179 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1, 1°. Als de aanbestedende overheid de wijzigingen van een post met vermoede-<br />

lijke hoeveelheden niet door eigen berekeningen kan nazien, brengt zij de voorgestelde verhoging van de<br />

hoeveelheden tot de oorspronkelijke hoeveelheid van de opmetingsstaat terug; de aanbestedende overheid<br />

behoudt de verminderingen aangebracht door de inschrijvers, onverminderd de rechten van de aanbestedende<br />

overheid, omschreven in art. 96 § 2, derde lid, 1° en 2°.<br />

180 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 3.<br />

181 K.B. 22.04.1977, art. 114 § 2, 1°.<br />

65


Voor de andere offertes waar geen prijs voor de ontbrekende post is voorgesteld,<br />

wordt een prijs berekend, rekening houdende met de verhouding tussen de totale<br />

bedragen van de offertes 182 .<br />

De regeling is identiek voor aanbestedingen en offerteaanvragen 183 .<br />

182 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 2:<br />

1° Wanneer een inschrijver enige leemte in de samenvattende opmetingsstaat van een overheidsopdracht voor<br />

aanneming van werken heeft aangevuld, onderzoekt de aanbestedende overheid de gegrondheid van de<br />

aanvulling en verbetert deze eventueel.<br />

Indien de andere inschrijvers geen prijzen voor de ontbrekende posten hebben voorgesteld, worden deze<br />

prijzen met het oog op de rangschikking van de offertes en de definitieve verbetering van de goed te<br />

keuren offerte volgens de onderstaande formule berekend:<br />

S =<br />

waarin:<br />

L x Y<br />

X<br />

S: het bedrag voor de ontbrekende post is;<br />

L: het eventueel door de aanbestedende overheid verbeterd bedrag voor de ontbrekende post in de samen-<br />

vattende opmetingsstaat van de inschrijver die op de leemte heeft gewezen;<br />

X: het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat van dezelfde inschrijver, eventueel verbeterd op<br />

grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de samenvattende opmetingsstaat en<br />

overeenkomstig de bepalingen van artikel 111 zonder met de ontbrekende posten rekening te houden;<br />

Y: het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat van de betrokken inschrijver die de leemte niet<br />

heeft vermeld, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de<br />

samenvattende opmetingsstaat en overeenkomstig de bepalingen van artikel 111, zonder met de ont-<br />

brekende posten rekening te houden;<br />

2° wanneer verscheidene inschrijvers dezelfde leemte hebben vermeld, worden L en X verkregen door het<br />

rekenkundig gemiddelde te nemen van de waarden L en X in de samenvattende opmetingsstaten van die<br />

inschrijvers.<br />

3° In beide gevallen wordt de eenheidsprijs van de ontbrekende post verkregen door het bedrag S te delen<br />

door de overeenstemmende hoeveelheid, zoals die eventueel door de aanbestedende overheid is ver-<br />

beterd.<br />

4° Voor de berekening van de prijs van een ontbrekende post; overeenkomstig de onderdelen 1° en 2°;<br />

is de aanbestedende overheid gerechtigd geen rekening te houden met de offerte waarin voor de ontbre-<br />

kende post een abnormale prijs is vermeld.<br />

Indien in dit geval en onverminderd artikel 110 § 2 tot en met § 4, geen inschrijver een normale prijs<br />

voor de ontbrekende post heeft voorgesteld en de aanbestedende overheid aan de procedure gevolg wil<br />

geven, kan zij de opdracht gunnen zonder met die post rekening te houden; de prijs wordt met de<br />

inschrijver die als aannemer wordt aangewezen onderhands bedongen vooraleer zijn offerte wordt goed-<br />

gekeurd.<br />

183 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 2 en art. 114 § 2, 2°.<br />

66


Dezelfde berekeningswijze wordt ook toegepast om een offerte aan te vullen als<br />

een inschrijver van een overheidsopdracht voor aanneming werken, voor een of<br />

andere post, noch een eenheidsprijs, noch een forfaitaire prijs heeft vermeld.<br />

De aanbestedende overheid kan in dergelijk geval ook de offerte als<br />

onregelmatig verwerpen 184 .<br />

10.5. Communicatie met de inschrijvers<br />

In elk stadium van de procedure na de ontvangst van de aanvragen tot<br />

deelneming of van de offertes, kunnen de kandidaten of inschrijvers en de<br />

aanbestedende overheid overeenkomen om hun schriftelijke stukken via<br />

elektronische middelen op te stellen en/of te verzenden 185 .<br />

10.6 Verslag over het onderzoek van de offertes<br />

Een aangestelde van de aanbestedende overheid, stelt een verslag op over het<br />

onderzoek van de offertes. Dit ter voorbereiding van de toewijzingsbeslissing.<br />

In dit verslag komen de volgende zaken aan bod:<br />

- informatieve gegevens zoals aanbestedende overheid, aard van de opdracht,<br />

raming, ontwerper, gevraagde erkenning en registratie, gunningsprocedure,<br />

tijdstip openingszitting;<br />

- overzicht van de ingediende offertes;<br />

- uitsluiting en kwalitatieve selectie van de inschrijvers;<br />

- onderzoek van de administratieve regelmatigheid en van de technische<br />

conformiteit, oordeel over het eventueel abnormaal karakter van de<br />

eenheidsprijzen en totale prijzen van de posten en van de globale prijs van de<br />

offerte, met inbegrip van de beoordeling van de eventueel gevraagde<br />

prijsverantwoordingen;<br />

- onderzoek van verbeteringen, leemten en opmerkingen vermeld door de<br />

inschrijvers;<br />

- verbeteringen van de rekenfouten en van de kennelijk materiële fouten in de<br />

offertes;<br />

- rangschikking van de offertes volgens het gunningscriterium of de<br />

gunningscriteria;<br />

- voorstel tot toewijzing met definitief toewijzingsbedrag.<br />

184 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 4 (aanbesteding) en art. 114 § 3 (offerteaanvraag).<br />

185 K.B. 08.01.1996, art. 81quater.<br />

67


11.1. Geen verplichting om te gunnen<br />

HOOFDSTUK 11 - Gunning van de opdracht<br />

______________________________________<br />

Het volgen van een procedure van aanbesteding, van offerteaanvraag of via<br />

onderhandelingen brengt geen verplichting mee om de opdracht toe te wijzen.<br />

De aanbestedende overheid kan ook:<br />

- afzien van het gunnen van de opdracht;<br />

- de procedure herbeginnen, desnoods via een andere gunningsprocedure 186 .<br />

De beslissing om niet toe te wijzen moet gemotiveerd zijn. Bij het herbeginnen van de<br />

procedure dient erover gewaakt dat het gelijkheidsprincipe niet wordt geschaad.<br />

Als de opdracht uit verschillende percelen bestaat, kan de aanbestedende overheid er<br />

slechts enkele toewijzen, op voorwaarde dat de overheid zich dit recht heeft<br />

voorbehouden in het bestek. De andere percelen kunnen dan in een of meer andere<br />

opdrachten opgenomen worden die desnoods via een andere procedure worden<br />

gegund. 187 .<br />

11.2. Toewijzingsbeslissing<br />

11.2.1. Keuze van de inschrijver aan wie de opdracht zal gegund worden<br />

a. Aanbestedingen<br />

186 Wet 24.12.1993, art. 18, 1 ste lid.<br />

187 Wet 24.12.1993, art. 18, 2 de lid.<br />

188 Wet 24.12.1993, art. 15.<br />

189 K.B. 08.01.1996, art. 113, 1 ste lid.<br />

190 K.B. 08.01.1996, art. 113, 2 de lid.<br />

Bij een aanbesteding moet de opdracht gegund worden aan de inschrijver die<br />

de laagste regelmatige offerte heeft ingediend. Voor het bepalen van de<br />

laagste offerte moet rekening gehouden worden met de aangeboden prijzen<br />

en met de andere berekenbare gegevens die met zekerheid haar uitgaven<br />

zullen verhogen 188 .<br />

Wanneer het bestek varianten heeft toegestaan of opgelegd, wordt er één<br />

enkele rangschikking van basisoffertes en varianten opgemaakt, om te<br />

bepalen wie de laagste regelmatige offerte heeft ingediend 189 .<br />

Als de inschrijvers prijsverminderingen toestaan in geval van samenvoeging<br />

van percelen dan wordt de laagste regelmatige offerte bepaald na<br />

rangschikking van de gegroepeerde percelen 190 .<br />

68


Als verscheidene inschrijvers dezelfde laagste prijs hebben ingediend, wordt<br />

hun gevraagd een schriftelijke korting in te dienen. Zijn er daarna nog<br />

gelijke prijzen, dan wordt een loting gehouden waarop de betrokkenen<br />

worden uitgenodigd 191 .<br />

Wijst de aanbestedende overheid de opdracht niet toe aan de inschrijver die<br />

de laagste regelmatige offerte heeft ingediend, dan heeft deze recht op een<br />

forfaitaire schadeloosstelling ten bedrage van 10% van zijn offerte 192 .<br />

b. Offerteaanvragen<br />

De aanbestedende overheid kiest de regelmatige offerte die haar het<br />

voordeligst lijkt op grond van de gunningscriteria die vermeld zijn in het<br />

bestek of eventueel in de aankondiging van de opdracht 193 . Het bestek of de<br />

aankondiging vermeldt deze criteria met hun relatief gewicht of in volgorde<br />

van afnemend belang; zo niet hebben ze bij de beoordeling dezelfde waarde<br />

(zie ook: 4.1.3.).<br />

Voorbeelden van dergelijke criteria zijn:<br />

- het bedrag;<br />

- de aanwendings- en onderhoudskosten;<br />

- de technische waarde;<br />

- de zekerheid van de bevoorrading;<br />

- de uitvoeringstermijn, enz.<br />

De aanbestedende overheid houdt rekening met de opgelegde of toegestane<br />

varianten.<br />

De aanbestedende overheid kan ook rekening houden met de eventuele vrije<br />

varianten die de inschrijvers voorstellen (behalve indien deze verboden zijn<br />

door het bestek). Dergelijke vrije varianten moeten de<br />

minimumvoorwaarden vervullen die in het bestek vermeld staan en aan de<br />

voor hun indiening gestelde eisen voldoen 194 .<br />

Als de inschrijvers een verbetering van hun offerte aanbieden in geval van<br />

samenvoeging van percelen, dan wordt de keuze bepaald door de<br />

gegroepeerde percelen die de meest interessante offerte vormen 195 .<br />

Wanneer verscheidene offertes als gelijkwaardig en als het voordeligst<br />

worden beschouwd kan de aanbestedende overheid vragen een verbetering<br />

van hun offerte in te dienen 196 .<br />

191 K.B. 08.01.1996, art. 113, 3 de lid.<br />

192 Wet 24.12.1993, art. 15. In geval van corruptie, wordt deze forfaitaire schadevergoeding van 10% aangevuld<br />

met een schadeloosstelling met het oog op het volledig herstel van de schade.<br />

193 Wet 24.12.1993, art. 16.<br />

K.B. 08.01.1996, art. 115.<br />

194 Wet 24.12.1993, art. 16.<br />

195 K.B. 08.01.1996, art. 115, 1 ste lid.<br />

196 K.B. 08.01.1996, art. 115, laatste lid.<br />

69


c. Onderhandelingsprocedure<br />

De aanbestedende overheid gunt de opdracht na raadpleging van de<br />

aannemers, leveranciers of dienstverleners van haar keuze en na<br />

onderhandeling over de voorwaarden van de opdracht met één of meer van<br />

hen 197 .<br />

Een nieuw artikel 122ter bepaalt, betreffende de onderhandelingsprocedure<br />

met bekendmaking boven de Europese drempels, dat:<br />

- de aanbestedende overheid met de inschrijvers onderhandelt over de door<br />

hen ingediende offertes om die aan te passen aan de eisen die zij in de<br />

publicatie, het bestek en eventuele aanvullende documenten heeft<br />

vermeld en om de beste offerte te kiezen;<br />

- de aanbestedende overheid waarborgt de gelijke behandeling van alle<br />

inschrijvers (geen discriminerende informatie geven bv.);<br />

- de aanbestedende overheid kan bepalen dat de procedure in<br />

opeenvolgende fasen verloopt, teneinde het aantal offertes waarover moet<br />

onderhandeld worden te beperken door toepassing van de<br />

gunningscriteria die in de aankondiging of het bestek zijn vermeld; het<br />

gebruik van deze mogelijkheid wordt vermeld in de aankondiging van de<br />

opdracht of het bestek.<br />

11.2.2. Bevoegde overheid<br />

In de provincies is de deputatie bevoegd voor het voeren van de gunningsprocedures<br />

en de gunning van overheidsopdrachten; de deputatie kan de<br />

uitvoering van deze bevoegdheid toevertrouwen aan de provinciegriffier; de<br />

deputatie kan bepalen of de provinciegriffier deze bevoegdheid kan<br />

toevertrouwen aan andere personeelsleden.<br />

De deputatie heeft de volheid van bevoegdheid wat betreft het budgethouderschap.<br />

De budgethouder gaat de verbintenissen aan overeenkomstig het hem<br />

toevertrouwde budget. Hij voert, in voorkomend geval binnen de perken van de<br />

delegatie, de procedures voor opdrachten van aanneming van werken, leveringen<br />

of diensten, wijst de opdracht toe en keurt de te betalen bedragen goed<br />

overeenkomstig het aan hem toevertrouwde budget. De deputatie kan het budgethouderschap<br />

toekennen aan:<br />

- de provinciegriffier voor aangelegenheden van dagelijks bestuur; de<br />

provinciegriffier kan dit delegeren aan andere personeelsleden, en dit<br />

rekening houdend met het organogram;<br />

- aan bepaalde personeelsleden met betrekking tot bepaalde budgetten<br />

betreffende activiteitencentra of projecten, ook voor aangelegenheden die het<br />

dagelijks bestuur te boven gaan, en dit rekening houdend met het organogram.<br />

In de gemeenten geldt een identieke bevoegdheidsverdeling als in de provincies<br />

(lees: gemeenteraad in plaats van provincieraad, college van burgemeester en<br />

197 Wet 24.12.1993, art. 17 § 1.<br />

70


schepenen in plaats van deputatie, gemeentesecretaris in plaats van<br />

provinciegriffier) 198 .<br />

Wat de politiezones betreft, worden in de meergemeentezones de bevoegdheden<br />

van het College van Burgemeester en Schepenen uitgeoefend door het<br />

politiecollege.<br />

Voor de OCMW's zet de raad voor maatschappelijk welzijn de procedure in en<br />

wijst de opdracht toe. De OCMW-wet voorziet de mogelijkheid van delegatie<br />

van deze bevoegdheid 199 . Het nieuwe decreet dd. 19.12.2008 (art. 51-52 en 160),<br />

bevat een nieuwe regeling.<br />

Voor de verenigingen van gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens<br />

andersluidende statutaire bepaling) de raad van bestuur bevoegd.<br />

Voor de polders en wateringen wijst het betrokken bestuur de opdrachten toe.<br />

Wat betreft de erkende erediensten, stelt de kerkraad (rooms-katholiek), de<br />

bestuursraad (protestants, Anglicaans of Israëlitisch), de kerkfabriekraad<br />

(orthodox) of het Comité (Islamitisch) de procedure in en gunt de opdracht. Dit<br />

bestuursorgaan kan deze bevoegdheid delegeren, volgens dezelfde voorwaarden<br />

zoals m.b.t. het kiezen van de gunningswijze en het vaststellen van de<br />

voorwaarden.<br />

11.3. Kennisgeving van de keuze van de aannemer<br />

11.3.1. Algemeen<br />

De sluiting van de opdracht gebeurt door de betekening van de goedkeuring van<br />

zijn offerte aan de begunstigde. Deze betekening mag niet onderhevig zijn aan<br />

enig voorbehoud 200 .<br />

Op dat ogenblik komt de (wederkerige) overeenkomst tussen de inschrijver en de<br />

aanbestedende overheid tot stand. Deze betekening moet gebeuren bij<br />

aangetekende brief (of eventueel per telefax, of via andere elektronische<br />

middelen, die binnen de vijf dagen per aangetekende brief wordt bevestigd). Het<br />

volstaat dat de afgifte op het post- of telegraafkantoor van de brief of het<br />

telegram, of de verzending per telex of telefax, of via andere elektronische<br />

middelen binnen de gestanddoeningstermijn van de offerte gebeurt.<br />

Bij de betekening wordt de ambtenaar of iedere persoon die leiding van en<br />

toezicht op de uitvoering van de opdracht uitoefent aangewezen, tenzij deze<br />

inlichting reeds in de aankondiging of in het bestek was vermeld.<br />

Van de ambtenaar, wordt elke eventuele beperking van zijn bevoegdheden<br />

198 Artikel 57, § 3, 4 e van zowel provinciedecreet als van gemeentedecreet (bevoegdheden deputatie en college);<br />

artikel 154 en volgende provinciedecreet en artikel 158 en volgende gemeentedecreet (budgethouderschap).<br />

199 OCMW-wet, art. 84.<br />

200 K.B. 08.01.1996, art. 117, 1 ste lid.<br />

71


vermeld. Is de leidend ambtenaar een persoon buiten de aanbestedende overheid,<br />

dan wordt de draagwijdte van zijn mandaat meegedeeld 201 .<br />

11.3.2. Betekening buiten termijn<br />

Als de gestanddoeningstermijn van de offerte verstreken is, kan de betekening<br />

van de goedkeuring van de offerte slechts gebeuren voor zover de inschrijver<br />

daarmee schriftelijk en zonder voorbehoud instemt 202 .<br />

Wanneer de inschrijver zijn offerte slechts handhaaft op voorwaarde dat hij een<br />

hogere prijs krijgt (aanbesteding) of op voorwaarde dat zijn offerte gewijzigd<br />

wordt (offerteaanvraag), dan moet de aanbestedende overheid dit aanvaarden,<br />

indien:<br />

- deze verhoging (aanbesteding) of wijziging (offerteaanvraag) verantwoord<br />

wordt door omstandigheden die zich na de opening van de offertes hebben<br />

voorgedaan, en<br />

- de nieuwe prijs lager blijft dan de overige offertes (aanbesteding) of de<br />

gewijzigde offerte de voordeligste blijft (offerteaanvraag) 203 .<br />

Is aan deze voorwaarden niet voldaan, dan mag de aanbestedende overheid:<br />

- hetzij zich achtereenvolgens richten, volgens de rangschikking, tot de andere<br />

inschrijvers waarvan de regelmatige offerte lager (aanbesteding) of<br />

voordeliger (offerteaanvraag) is geworden;<br />

- hetzij aan alle inschrijvers vragen hun prijs (aanbesteding) of hun offerte<br />

(offerteaanvraag) te herzien en de opdracht daarna gunnen aan de nieuwe<br />

laagste (aanbesteding) of voordeligste (offerteaanvraag) offerte 204 .<br />

Als de inschrijver voor een aanbesteding zijn offerte niet handhaaft, of daartoe<br />

andere voorwaarden stelt dan een prijsverhoging, dan richt de aanbestedende<br />

overheid zich, volgens de rangschikking, achtereenvolgens tot de andere<br />

inschrijvers 205 .<br />

11.4. Informatieverstrekking over de beslissingen en wachttermijn<br />

11.4.1. Algemeen 206<br />

De Europese richtlijnen leggen op dat tegen de door de aanbestedende overheden<br />

genomen beslissingen doeltreffend en zo snel mogelijk beroep moet kunnen<br />

worden ingesteld. Dit is immers noodzakelijk om de communautaire<br />

voorschriften inzake overheidsopdrachten te garanderen en dit in een stadium<br />

waarin de schendingen van die voorschriften nog ongedaan kunnen worden<br />

gemaakt. Deze rechtsbescherming impliceert vooreerst dat de betrokken<br />

201 A.A.V. 26.09.1996, art. 1.<br />

202 K.B. 08.01.1996, art. 118 (aanbesteding) en art. 119 (offerteaanvraag).<br />

203 K.B. 08.01.1996, art. 118, 2 de lid en art. 119, 2 de lid.<br />

204 K.B. 08.01.1996, art. 118 en art. 119.<br />

205 K.B. 08.01.1996, art. 118, laatste lid.<br />

206 Wet 24.12.1993, art. 65/4 t.e.m. 65/13; 65/28 t.e.m. 30;<br />

72


aannemers, leveranciers en dienstverleners in kennis worden gesteld van de<br />

beslissingen van de aanbestedende overheid die op hen betrekking hebben met<br />

betrekking tot de niet-selectie, de onregelmatigheid van de offerte of het feit dat<br />

de offerte (niet) werd gekozen. Deze rechtsbescherming impliceert bovendien<br />

dat een termijn wordt nageleefd tussen het ogenblik waarop die beslissingen<br />

worden genomen en het sluiten van de overeenkomst. Deze wachttermijn moet<br />

het mogelijk maken dat de inschrijvers een schorsingsberoep kunnen instellen.<br />

Dit kan ofwel een procedure in kort geding zijn voor de justitiële rechter, ofwel<br />

een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid voor de Raad van<br />

State. De aanbestedende overheid mag de procedure enkel voortzetten als zij<br />

geen schriftelijke kennisgeving van zo‟n procedure ontvangt.<br />

De regels over de informatieplicht en over de na te leven wachttermijn<br />

verschillen afhankelijk van zowel de gekozen gunningswijze als van de waarde<br />

van de opdracht, van het feit of het een opdracht voor werken betreft (beneden de<br />

Europese drempels) alsook van het initiatief van de aanbestedende instantie<br />

(opdrachten beneden de Europese drempels doch boven de 67.000 EUR. Er zijn<br />

algemeen genomen drie gradaties voor de verplichtingen. De hoogste gradatie<br />

betekent dat de motivering gelijktijdig met de beslissingen wordt meegedeeld en<br />

dat er een wachttermijn moet gerespecteerd worden. Dit geldt enkel voor<br />

opdrachten en concessies van bouwwerken die onderworpen zijn aan Europese<br />

bekendmaking (en de opdrachten van werken tot halfweg het bedrag van de<br />

Europese drempel). Dan zijn er een aantal opdrachten waar wel altijd<br />

beslissingen moeten meegedeeld worden, maar de motivering slechts moet<br />

gegeven worden op vraag van betrokkene. En tenslotte gelden er geen specifieke<br />

regelen voor de opdrachten die met een aangenomen factuur kunnen worden<br />

gegund.<br />

11.4.2. Schematisch overzicht van de informatieverplichtingen 207<br />

Volgend schema biedt een overzicht van de verplichtingen die de wetgeving<br />

overheidsopdrachten oplegt in de verschillende situaties:<br />

1. Beneden drempels voor<br />

Europese bekendmaking bij<br />

de aanvang van de procedure<br />

Onderhandelingsprocedure die tot<br />

stand komt met een aangenomen<br />

factuur.<br />

Onderhandelingsprocedure zonder<br />

bekendmaking vooraf, algemene<br />

offerteaanvraag of openbare<br />

aanbesteding – opdrachten tot<br />

67.000 EUR (excl. BTW)<br />

Informatieplicht Wachttermijn<br />

Geen. Geen.<br />

1) Gemotiveerde beslissing nodig voor:<br />

de gunning, het afzien van het plaatsen<br />

van de opdracht en eventueel uitschrijven<br />

van een nieuwe opdracht.<br />

2) Informatie onmiddellijk aan elke nietgeselecteerde<br />

kandidaat of inschrijver<br />

omtrent respectievelijk niet-selectie,<br />

wering van zijn offerte, niet-gekozen zijn<br />

Geen.<br />

Tenzij: de aanbestedende<br />

overheid de wachttermijn<br />

toepasselijk maakt<br />

overeenkomstig art.<br />

65/30, 2 e lid van de wet<br />

(keuzemogelijkheid)<br />

K.B. 08.01.1996, art. 25 (werken), art. 51 (leveringen) en art. 80 (diensten), gewijzigd door KB 10.02.2010.<br />

73


Beperkte aanbesteding, beperkte<br />

offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure<br />

met bekendmaking<br />

vooraf - opdrachten tot 67.000<br />

EUR (excl. BTW)<br />

of gekozen zijn van zijn offerte<br />

3) Verzoek tot aanvullende informatie<br />

vanwege kandidaat of inschrijver binnen<br />

30 dagen na verzending informatie onder<br />

2.<br />

4) Binnen 15 dagen na ontvangst<br />

verzoek:<br />

- meedelen motieven niet-selectie bij<br />

uittreksel van gemotiveerde beslissing<br />

- meedelen motieven wering offerte bij<br />

uittreksel van gemotiveerde beslissing<br />

- meedelen motieven (niet) kiezen<br />

offerte: de gemotiveerde beslissing.<br />

5) Identieke werkwijze omtrent de<br />

informatie na de beslissing om af te zien<br />

van het plaatsen van de opdracht en, in<br />

voorkomend geval, een nieuwe opdracht<br />

uit te schrijven: informeren van elke<br />

inschrijver – verzoek tot meedelen<br />

gemotiveerde beslissing binnen 30 dagen<br />

na verzending – meedelen gemotiveerde<br />

beslissing binnen 15 dagen na ontvangst<br />

verzoek.<br />

6) Opmerking: aanbestedende overheid<br />

kan gebruik maken van de mogelijkheid<br />

in de wet voorzien om tegelijk met de<br />

informatie ook de motieven te verzenden.<br />

0) Zie hoger wat betreft gemotiveerde<br />

beslissing.<br />

1)Onmiddellijk na de selectiebeslissing<br />

worden de niet geselecteerde kandidaten<br />

ingelicht over hun niet-selectie; verzoek<br />

om aanvullende informatie binnen 30<br />

dagen; de motieven van niet-selectie<br />

worden meegedeeld binnen 15 dagen na<br />

ontvangst van het verzoek daartoe.<br />

2)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />

worden de inschrijvers ingelicht over:<br />

* de motieven voor niet-selectie<br />

* de onregelmatigheid van hun<br />

offerte (wering)<br />

* het feit dat hun offerte niet<br />

gekozen is of gekozen is.<br />

Identieke termijnen van 30 en 15<br />

dagen en informatieverstrekking<br />

cf.hierboven.<br />

3) Identieke werkwijze omtrent de<br />

informatie na de beslissing om af te zien<br />

van het plaatsen van de opdracht en, in<br />

voorkomend geval, een nieuwe opdracht<br />

uit te schrijven: informeren van elke<br />

inschrijver – verzoek tot meedelen<br />

Geen.<br />

Tenzij: de aanbestedende<br />

overheid de wachttermijn<br />

toepasselijk maakt<br />

overeenkomstig art.<br />

65/30, 2 e lid van de wet<br />

(keuzemogelijkheid)<br />

74


Opdrachten tussen 67.000 EUR en<br />

de Europese drempelbedragen<br />

uitgezonderd opdrachten van<br />

werken boven 2.422.500 EUR :<br />

1) gewone regel: zonder stand still<br />

2) keuze voor stand still door de<br />

aanbestedende overheid<br />

gemotiveerde beslissing binnen 30 dagen<br />

na verzending – meedelen gemotiveerde<br />

beslissing binnen 15 dagen na ontvangst<br />

verzoek.<br />

4) Opmerking: aanbestedende overheid<br />

kan gebruik maken van de mogelijkheid<br />

in de wet voorzien om tegelijk met de<br />

informatie ook de motieven te verzenden.<br />

1) Opstellen van een gemotiveerde<br />

beslissing wanneer ze beslist gebruik te<br />

maken van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking of met<br />

bekendmaking, maar eveneens bij<br />

beslissing over de selectie en/of de<br />

gunning, en tenslotte bij het afzien van<br />

het plaatsen van de opdracht en eventueel<br />

beslist een nieuwe opdracht uit te<br />

schrijven.<br />

Opmerking: bij OHprocedure kan de<br />

motivering a posteriori, bij de gunningbeslissing<br />

worden opgenomen; in<br />

gevallen van dringendheid tot 15 dagen<br />

na de beslissing.<br />

2) De gemotiveerde gunningbeslissing<br />

bevat een aantal noodzakelijke gegevens<br />

(art. 65/5: formeel bepaald).<br />

3) Kennisgeving onmiddellijk aan elke<br />

niet-geselecteerde kandidaat of<br />

inschrijver omtrent respectievelijk nietselectie<br />

of wering van zijn offerte, nietgekozen<br />

zijn of gekozen zijn van zijn<br />

offerte d.m.v. een uittreksel van de<br />

gemotiveerde beslissing (niet-selectie of<br />

wering) of de gemotiveerde beslissing<br />

(gunning of bij de beperking van het<br />

aantal geselecteerde kandidaten na<br />

rangschikking).<br />

Deze kennisgeving gebeurt onverwijld<br />

per fax of e-mail of ander elektronisch<br />

middel en dezelfde dag per aangetekende<br />

brief.<br />

Opmerking:<br />

- De kennisgeving doet geen enkele<br />

contractuele verbintenis ontstaan t.a.v. de<br />

gekozen inschrijver<br />

- Bij beperkte procedures mag de<br />

uitnodiging tot indienen van een offerte<br />

pas gericht worden aan de geselecteerde<br />

kandidaten nadat de informatie over de<br />

selectie of niet-selectie werd verzonden.<br />

4) Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />

Geen.<br />

Tenzij: de aanbestedende<br />

overheid de wachttermijn<br />

toepasselijk maakt overeenkomstig<br />

art. 65/30, 2 e<br />

lid van de wet (keuzemogelijkheid)<br />

In dit geval moet in de<br />

kennisgeving:<br />

- de exacte duur van de<br />

wachttermijn nauwkeurig<br />

vermeld worden;<br />

- de aanbeveling opgenomen<br />

worden om de<br />

aanbestedende instantie<br />

per fax, e-mail… te<br />

verwittigen indien de<br />

belanghebbende een<br />

vordering tot schorsing<br />

indient<br />

- dat faxnummer of emailadres<br />

vermeld<br />

worden.<br />

- Schorsing van de<br />

gestanddoeningstermijn<br />

van de offerte (indien<br />

wachttijd van toepassing).<br />

75


Opdrachten van werken tussen<br />

2.422.500 en 4.845.000 EUR<br />

(excl BTW) verplicht<br />

onderworpen aan Belgische<br />

bekendmaking (bepaalde werken<br />

inzake defensie uitgezonderd)<br />

2. Boven drempels voor<br />

Europese bekendmaking bij<br />

de aanvang van de procedure<br />

Onderhandelingsprocedure zonder<br />

bekendmaking vooraf.<br />

Beperkte aanbesteding, beperkte<br />

offerte-aanvraag en onderhandelingsprocedure<br />

met bekendmaking<br />

vooraf.<br />

aan elke inschrijver of kandidaat na<br />

beslissing om af te zien van het plaatsen<br />

van de opdracht en, in voorkomend geval<br />

een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />

Identieke informatieverplichtingen als<br />

vorige categorie (met de bijkomende<br />

vermeldingen in functie van de<br />

wachttermijn)<br />

Informatieverplichtingen zoals voor<br />

de overige procedures hierna vermeld<br />

1) Opstellen van een gemotiveerde<br />

beslissing wanneer ze beslist gebruik te<br />

maken van de onderhandelingsprocedure<br />

met bekendmaking, maar eveneens bij<br />

beslissing over de selectie en/of de<br />

gunning, en tenslotte bij het afzien van<br />

het plaatsen van de opdracht en eventueel<br />

beslist een nieuwe opdracht uit te<br />

schrijven.<br />

Opmerking: bij OH-procedure kan de<br />

motivering a posteriori, bij de<br />

gunningbeslissing worden opgenomen; in<br />

gevallen van dringendheid tot 15 dagen<br />

na de beslissing.<br />

2) De gemotiveerde gunningbeslissing<br />

bevat een aantal noodzakelijke gegevens<br />

(art. 65/5: formeel bepaald).<br />

3)Onmiddellijk na de selectiebeslissing<br />

worden niet geselecteerde kandidaten<br />

ingelicht over hun niet-selectie en over<br />

de motieven voor niet-selectie, bij<br />

uittreksel van de gemotiveerde<br />

beslissing. Bij beperking van het aantal<br />

geselecteerde kandidaten na<br />

rangschikking wordt de gemotiveerde<br />

beslissing meegedeeld.<br />

4)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />

worden de inschrijvers<br />

ingelicht over:<br />

* hun niet-selectie en de motieven<br />

hiervoor<br />

Ja<br />

15 dagen vanaf de dag die<br />

volgt op de datum van<br />

verzending naar de<br />

inschrijvers per telefax,<br />

elektronische middelen en<br />

per aangetekende brief<br />

Geen stand still:<br />

-wanneer voorafgaande<br />

Europese bekendmaking<br />

niet verplicht is<br />

Geen stand still op dit<br />

moment.<br />

Stand still:<br />

15 dagen vanaf de dag die<br />

volgt op de datum van<br />

verzending naar de<br />

76


Openbare aanbesteding en<br />

algemene offerte-aanvraag<br />

* de onregelmatigheid van hun<br />

offerte en de motieven voor de<br />

wering<br />

* het feit dat hun offerte (niet) is<br />

gekozen en de gemotiveerde<br />

beslissing.<br />

De mededeling gebeurt onverwijld per<br />

telefax of via elektronische middelen en<br />

wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter<br />

post aangetekende brief.<br />

In de kennisgeving moet:<br />

- de exacte duur van de wachttermijn<br />

nauwkeurig vermeld worden;<br />

- de aanbeveling opgenomen worden om<br />

de aanbestedende instantie per fax, email…<br />

te verwittigen indien de<br />

belanghebbende een vordering tot<br />

schorsing indient<br />

- dat faxnummer of e-mailadres vermeld<br />

worden<br />

5)Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />

aan elke inschrijver of kandidaat na<br />

beslissing om af te zien van het plaatsen<br />

van de opdracht en, in voorkomend geval<br />

een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />

1) Opstellen van een gemotiveerde<br />

beslissing bij beslissing over de selectie<br />

en/of de gunning, en tenslotte bij het<br />

afzien van het plaatsen van de opdracht<br />

en eventueel beslist een nieuwe opdracht<br />

uit te schrijven.<br />

2) De gemotiveerde beslissing bevat een<br />

aantal noodzakelijke gegevens (art. 65/5:<br />

formeel bepaald).<br />

3)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />

worden de inschrijvers ingelicht over:<br />

* hun niet-selectie en de motieven<br />

hiervoor<br />

* de onregelmatigheid van hun<br />

offerte en de motieven voor de<br />

wering<br />

* het feit dat hun offerte niet<br />

gekozen is en de gemotiveerde<br />

gunningsbeslissing.<br />

De mededeling gebeurt onverwijld per<br />

telefax of via elektronische middelen en<br />

wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter<br />

post aangetekende brief. Opname van de<br />

inschrijvers per telefax of<br />

via elektronische<br />

middelen en via<br />

aangetekende brief<br />

Opmerking:<br />

- De kennisgeving doet<br />

geen enkele contractuele<br />

verbintenis ontstaan t.a.v.<br />

de gekozen inschrijver<br />

- Schorsing van de<br />

gestanddoenings-termijn<br />

van de offerte<br />

- De schorsing van de<br />

procedure van aanbesteding<br />

kan doorlopen tot<br />

de uitspraak ingeval een<br />

vordering wordt ingesteld<br />

Stand still:<br />

15 dagen vanaf de dag die<br />

volgt op de datum van<br />

verzending naar de<br />

inschrijvers per telefax of<br />

via elektronische<br />

middelen en via<br />

aangetekende brief<br />

Opmerking:<br />

- De kennisgeving doet<br />

geen enkele contractuele<br />

verbintenis ontstaan t.a.v.<br />

de gekozen inschrijver<br />

- Schorsing van de<br />

gestanddoeningstermijn<br />

van de offerte.<br />

- De schorsing van de<br />

procedure van<br />

aanbesteding kan<br />

doorlopen tot de uitspraak<br />

ingeval een vordering<br />

wordt ingesteld.<br />

77


eeds aangegeven vermeldingen.<br />

4) Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />

aan elke inschrijver of kandidaat na<br />

beslissing om af te zien van het plaatsen<br />

van de opdracht en, in voorkomend geval<br />

een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />

Er is nooit een stand still wanneer de enige betrokken inschrijver degene is aan wie de<br />

opdracht wordt gegund en er geen betrokken kandidaten zijn.<br />

11.4.3. Gegevens die niet mogen meegedeeld worden 208<br />

11.5. Borgstelling<br />

Bij het informeren van de kandidaten of inschrijvers mogen sommige gegevens<br />

niet meegedeeld worden, namelijk indien de openbaarmaking:<br />

- de toepassing van een wet zou belemmeren;<br />

- in strijd zou zijn met het openbaar belang<br />

- nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van<br />

overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging<br />

tussen de ondernemingen zou kunnen schaden.<br />

De (Vlaamse) beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik<br />

van overheidsinformatie (afdeling openbaarheid van bestuur) heeft herhaaldelijk<br />

geoordeeld dat zowel eenheidsprijzen als heel specifieke technische<br />

beschrijvingen beschouwd moeten worden als commerciële gegevens met een<br />

vertrouwelijk karakter die uitgesloten zijn van de openbaarheid omdat anders de<br />

concurrentiële positie van de betrokken firma zou geschonden worden.<br />

De aanbestedende instantie en elke persoon die in het kader van zijn functie<br />

kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht is hiertoe<br />

gehouden. Dit geldt ook zolang geen beslissing is genomen over, naar gelang<br />

van het geval, de selectie, de gunning, het afzien van de opdracht.<br />

11.5.1. Bedrag van de borgtocht<br />

208 Wet 24.12.1993, art. 65/10.<br />

De bepalingen over de borgtocht zijn in elk geval toepasselijk op de opdrachten<br />

met een geraamd bedrag zonder BTW gelijk aan of hoger dan 22.000 euro. Het<br />

bestek kan ze ook toepasselijk maken op opdrachten met een kleinere waarde.<br />

De borgtocht dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van<br />

de aannemer tot de opdracht volledig is uitgevoerd.<br />

78


De borgtocht bedraagt 5% van de oorspronkelijke aannemingssom en wordt<br />

afgerond naar het hoger tiental in euro 209 .<br />

De borgtocht wordt zo nodig aangepast tijdens de uitvoering van de opdracht 210 .<br />

11.5.2. Borgstelling en bewijs van borgstelling<br />

Binnen de dertig kalenderdagen, volgend op de dag van de (betekening van de)<br />

gunning, moet de aannemer of een derde de borgtocht stellen. Het bestek kan in<br />

een langere termijn voorzien. De hogervermelde termijn van 30 kalenderdagen<br />

wordt geschorst gedurende de sluitingsperiode van de onderneming voor de<br />

betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire<br />

wijze of in een algemeen bindende collectieve arbeidsovereenkomst werden<br />

bepaald. 211<br />

Het bewijs van de borgstelling wordt geleverd door overlegging aan de<br />

aanbestedende overheid van:<br />

- hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een<br />

openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult, of het debetbericht<br />

van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming (borgtocht in<br />

speciën);<br />

- hetzij het depositoattest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die<br />

een gelijkaardige functie vervult (borgtocht in publieke fondsen);<br />

- hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en<br />

Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie<br />

vervult (borgtocht gedekt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij);<br />

- hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de<br />

kredietinstelling of de verzekeringsmaatschappij (borgtocht via waarborg<br />

door dergelijke instelling of maatschappij). 212<br />

11.5.3. Sancties<br />

Indien het bewijs van borgstelling niet tijdig wordt gesteld, is van rechtswege en<br />

209 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 1.<br />

Tenzij het bestek het anders bepaalt, wordt geen borgtocht geëist voor leveringen en diensten met een uitvoe-<br />

ringstermijn van 30 kalenderdagen of minder, noch voor financiële, juridische, onderwijs-, gezondheids-<br />

en sociale diensten.<br />

De berekeningsbasis van de borgtocht van de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen en<br />

diensten die geen totale prijs vermelden, wordt vastgelegd in het bestek. Zoniet is deze berekeningsbasis<br />

gelijk aan het geraamd maandelijkse bedrag vermenigvuldigd met zes.<br />

210 Zie A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 4. Een aanpassing is ondermeer vereist als het bedrag van de opdracht met<br />

meer dan 20% af- of toeneemt door bevolen wijzigingen.<br />

211 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 3 in fine.<br />

Indien het bestek dit vereist, dienen de bedoelde periodes die een schorsing van de termijn van 30 kalender-<br />

dagen veroorzaken, te worden vermeld en bewezen in de offerte of dienen zij, van zodra zij bekend zijn,<br />

onmiddellijk te worden meegedeeld aan de aanbestedende overheid.<br />

212 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 3. Zie ook: K.B. van 14 maart 2002 betreffende de gezamenlijke borgtochten<br />

voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 29.03.2002).<br />

79


213 A.A.V. 26.09.1996, art. 6.<br />

zonder ingebrekestelling een straf van 0,02% van de oorspronkelijke<br />

aannemingssom per kalenderdag vertraging verschuldigd (met een maximum<br />

van 2% van de oorspronkelijke aannemingssom).<br />

Andere maatregelen zijn mogelijk na ingebrekestelling en het toestaan van een<br />

laatste termijn van 15 dagen:<br />

- hetzij het samenstellen van de borg van ambtswege via afhoudingen op de aan<br />

de aannemer verschuldigde bedragen;<br />

- hetzij maatregelen van ambtswege (zie hierna 14.2.4.). 213<br />

80


12.1. Inleiding<br />

HOOFDSTUK 12 - Uitvoering van de opdracht<br />

________________________________________<br />

De regels die de uitvoering van de opdrachten beheersen, zijn terug te vinden in het<br />

K.B. van 26.09.1996 en de Algemene Aannemingsvoorwaarden (A.A.V.) in bijlage bij<br />

dat besluit. Afwijkende en aanvullende regelingen komen ook voor in de<br />

administratieve bepalingen van de typebestekken en in het bestek.<br />

Een aantal bepalingen van de Algemene Aannemingsvoorwaarden, zijn<br />

gemeenschappelijk voor de werken, leveringen en diensten 214 . Daarnaast zijn er<br />

specifieke bepalingen die ofwel enkel gelden voor werken en concessies voor openbare<br />

werken 215 , ofwel enkel voor leveringen 216 ofwel enkel voor diensten 217 .<br />

De aanbestedende overheid en de aannemer mogen schriftelijk overeenkomen om hun<br />

schriftelijke stukken via elektronische middelen op te stellen of te verzenden 218 .<br />

12.2. Gemeenschappelijke bepalingen (werken, leveringen en diensten)<br />

12.2.1. Uitvoeringswijze 219<br />

De werken, leveringen of diensten moeten in alle opzichten overeenstemmen<br />

met de plannen, documenten en voorwerpen die van toepassing zijn op de<br />

opdracht.<br />

Als er geen contractuele technische specificaties zijn opgegeven, moeten de<br />

werken, leveringen of diensten minstens aan de regels van goed vakmanschap<br />

voldoen.<br />

12.2.2. Onderaannemers 220<br />

De aannemer blijft aansprakelijk t.o.v. de aanbestedende overheid ook als hij<br />

beroep doet op derden (onderaannemers). Er bestaat immers geen rechtsband<br />

tussen de overheid en de onderaannemer. De aanbestedende overheid mag wel<br />

eisen dat de onderaannemers over een erkenning beschikken in verhouding tot<br />

het deel van de werken dat zij uitvoeren.<br />

214 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk I (art. 1 t.e.m. 23).<br />

215 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 1 (art. 24 t.e.m. 48).<br />

216 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 2 (art. 49 t.e.m. 66).<br />

217 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 3 (art. 67 t.e.m. 75).<br />

218 K.B. 26.09.1996, art. 3bis, 3ter en 3quater.<br />

219 A.A.V. 26.09.1996, art. 3 § 2.<br />

220 A.A.V. 26.09.1996, art. 10 § 1.<br />

81


12.2.3. Meerdere opdrachten gegund aan dezelfde aannemer 221<br />

De uitvoering van een afzonderlijke opdracht staat los van de andere opdrachten<br />

die aan dezelfde aannemer zijn gegund.<br />

De aannemer mag zich niet beroepen op moeilijkheden bij de ene opdracht, als<br />

verantwoording om een andere opdracht te wijzigen of uit te stellen. De<br />

aanbestedende overheid mag geen betalingen opschorten voor de ene opdracht,<br />

wegens moeilijkheden in een andere.<br />

12.2.4. Onderbrekingen 222<br />

Als een aanneming op bevel of door toedoen van de aanbestedende overheid<br />

voor minstens 30 kalenderdagen wordt onderbroken, ontvangt de aannemer een<br />

betaling in mindering naar rato van de uitgevoerde prestaties.<br />

De aannemer heeft recht op schadevergoeding voor onderbrekingen op bevel van<br />

de aanbestedende overheid, die 1/20 van de uitvoeringstermijn overschrijden én<br />

groter zijn dan 10 werkdagen of 15 kalenderdagen.<br />

De aannemer mag het uitvoeringstempo van de werken, leveringen of diensten<br />

vertragen of onderbreken als hij binnen 30 kalenderdagen na de gestelde<br />

betalingstermijn niet is betaald.<br />

12.2.5. Overige bepalingen<br />

De A.A.V. bevatten verder de volgende gemeenschappelijke bepalingen:<br />

- leiding en toezicht op de uitvoering (art. 1 en 2);<br />

- technische specificaties, plannen documenten en voorwerpen (art. 3 en 4);<br />

- borgtocht (art. 5 t.e.m. 9);<br />

- uitgesloten personen (art. 10 § 2);<br />

- keuringen (art. 12 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />

- prijsherziening (art. 13);<br />

- intellectuele rechten (art. 14 § 1 - vergoedingen; art. 14 § 2 - gebruik van de<br />

resultaten; art. 14 § 3 - uitvindingen, kennis, know-how; art. 14 § 4 -<br />

octrooien; art. 14 § 5 - octrooilicentie; art. 14 § 6 - wederzijdse bijstand en<br />

waarborg);<br />

- betalingen (art. 15 - zie ook hierna hoofdstuk 13);<br />

- klachten en verzoeken (art. 16 - zie ook hierna hoofdstuk 14);<br />

- teruggave boeten (art. 17);<br />

- rechtsvorderingen en termijnen (art. 18);<br />

- opleveringen en waarborgtermijnen (art. 19 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />

- middelen van optreden van de aanbestedende overheid (art. 20 - zie ook<br />

hierna hoofdstuk 14);<br />

- verbreking (art. 21);<br />

- afspraken (art. 22).<br />

221 A.A.V. 26.09.1996, art. 11.<br />

222 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 § 5 en § 6.<br />

82


12.3. Bepalingen voor opdrachten van werken en concessies voor openbare werken<br />

12.3.1. Aanvang van de werken 223<br />

De overheid moet in principe de aanvang van de werken binnen de volgende<br />

perken vaststellen:<br />

- voor gewone werken met een erkenningsklasse 5 (= 1.810.000,00 euro) of<br />

lager: tussen de 15 de en de 45 ste kalenderdag volgend op de dag van de<br />

gunning;<br />

- voor werken met een erkenningsklasse 6 of hoger (of als het bestek dit<br />

voorziet omdat bijzondere technieken of materialen moeten aangewend<br />

worden): tussen de 30 ste en 60 ste kalenderdag volgend op de dag van de<br />

gunning.<br />

Er moeten minimum 15 kalenderdagen verlopen tussen het zenden van de brief<br />

waarbij bevel van aanvang wordt gegeven en de datum die voor de aanvang van<br />

de werken wordt bepaald.<br />

12.3.2. Uitvoeringstermijn 224<br />

In een uitvoeringstermijn in werkdagen, worden de volgende dagen niet<br />

meegeteld:<br />

- zondagen en wettelijke feestdagen;<br />

- zaterdagen 225 ;<br />

- betaalde jaarlijkse vakantiedagen (bouwverlof) en inhaalrustdagen;<br />

- weerverletdagen die erkend worden door het bestuur 226 .<br />

In een uitvoeringstermijn die om economische redenen uitgedrukt is in<br />

kalenderdagen (of kalenderweken, -maanden of -jaren of van de ene datum tot de<br />

andere, of tegen een bepaalde einddatum) worden alle dagen zonder onderscheid<br />

meegeteld. Op dit principe is er één uitzondering: de vakantieperiode die in de<br />

uitvoeringstermijn valt wordt niet meegerekend indien de uitvoeringstermijn<br />

minder dan of gelijk aan 80 kalenderdagen is.<br />

223<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1, 1°.<br />

224<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1, 2°.<br />

225<br />

Zaterdagen: behalve deze waarop de aannemer heeft of had moeten werken omwille van de verdeling van de<br />

arbeidsduur op de bouwplaats.<br />

226<br />

Weerverlet: wegens ongunstige weersomstandigheden of de gevolgen ervan is het werken gedurende<br />

tenminste 4 uren onmogelijk.<br />

83


12.3.3. Dagboek der werken 227<br />

De aannemer levert een dagboek, in een vorm door de aanbestedende overheid<br />

aanvaard. De afgevaardigde van de aanbestedende overheid zorgt voor het<br />

bijhouden ervan op de werf.<br />

In het dagboek worden de volgende inlichtingen opgetekend:<br />

- weersomstandigheden, werkonderbrekingen, werkuren, aantal arbeiders,<br />

aangevoerde materialen, gebruikt materieel, proeven, onvoorziene<br />

omstandigheden, enz.;<br />

- de louter toevallige en minder belangrijke bevelen aan de aannemer;<br />

- alle op de werf controleerbare elementen die nuttig zijn voor de berekening<br />

van de te verrichten betalingen, zoals uitgevoerde werken, uitgevoerde<br />

hoeveelheden, aangevoerde materialen.<br />

De vermeldingen worden ondertekend door de afgevaardigde van de<br />

aanbestedende overheid en medeondertekend door de aannemer of zijn<br />

vertegenwoordiger.<br />

12.3.4. Onderbreking van de werken 228<br />

De aanbestedende overheid mag gedurende een bepaalde periode de uitvoering<br />

van de werken onderbreken, omdat die op dat ogenblik niet zonder bezwaar<br />

kunnen uitgevoerd worden.<br />

De uitvoeringstermijn (mits deze nog niet is verstreken) wordt verlengd ten<br />

belope van de door deze onderbreking veroorzaakte vertraging.<br />

12.3.5. Wijzigingen aan de opdracht 229<br />

De aannemer is verplicht om de toevoegingen, weglatingen en wijzigingen aan<br />

de werken te brengen die de aanbestedende overheid tijdens de uitvoering<br />

beveelt en die met het voorwerp van de opdracht samenhangen en binnen de<br />

perken ervan blijven.<br />

De aannemer is echter niet verplicht bijwerken uit te voeren zodra hun totale<br />

waarde meer dan 50% van het initieel bedrag van de opdracht bedraagt.<br />

Voor belangrijke bevelen worden documenten opgemaakt (geschreven bevel,<br />

bijakte, …).<br />

Minder belangrijke bevelen worden genoteerd in het dagboek.<br />

Het geschreven bevel of de bijakte vermeldt of de uitvoeringstermijn al dan niet<br />

wordt verlengd of stelt een beslissing daaromtrent uit naar een latere datum.<br />

227 A.A.V. 26.09.1996, art. 37.<br />

228 A.A.V. 26.09.1996, art. 29 § 1.<br />

229 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 (wijzigingen) en art. 44 (verrekeningen).<br />

84


De wijzigingen geven aanleiding tot het opmaken van verrekeningen.<br />

Onvoorziene werken die toegevoegd worden, voorziene werken die onttrokken<br />

worden aan de aanneming en de andere wijzigingen, worden berekend tegen de<br />

eenheidsprijzen van de offerte of bij ontstentenis tegen nieuw overeengekomen<br />

eenheidsprijzen (O.P.). Belangrijke meer- of minwerken kunnen voor beide<br />

partijen aanleiding zijn om een herziening te vragen van de eenheidsprijzen 230 .<br />

Indien het bestuur wijzigingen beveelt waardoor het geheel van de aanneming<br />

vermindert, heeft de aannemer recht op een forfaitaire vergoeding van 10% van<br />

de vermindering 231 .<br />

Wat het goedkeuren van deze verrekeningen betreft, bevatten het<br />

Provinciedecreet en het Gemeentedecreet een specifieke bepaling: de deputatie,<br />

respectievelijk het college van burgemeester en schepenen zijn daartoe bevoegd<br />

binnen het kader van hun uitvoeringsbevoegdheid m.b.t. overheidsopdrachten.<br />

Voor het bepalen van de meeruitgave dient rekening gehouden met het saldo van<br />

de min- en meerwerken (cumulatief indien er eerder verrekeningen werden<br />

goedgekeurd). Meeruitgaven ten gevolge van herzieningen en de effectief<br />

uitgevoerde hoeveelheden die de vermoedelijke hoeveelheden overtreffen, zijn<br />

geen "wijzigingen" en worden niet in rekening gebracht.<br />

Wanneer de provincieraad of gemeenteraad het bestek heeft vastgesteld zal de<br />

eindafrekening haar wel dienen voorgelegd wanneer er sprake is geweest van een<br />

conceptwijziging of de wijziging van essentiële besteksbepalingen.<br />

12.3.6. Overige bepalingen<br />

De A.A.V. bevatten verder de volgende bijzondere bepalingen voor de<br />

opdrachten van werken:<br />

- wijze van prijsbepaling (art. 24);<br />

- elementen die inbegrepen zijn in de prijzen (art. 25);<br />

- leiding van en toezicht op de werken (art. 26);<br />

- keuring (art. 27 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />

- gelijktijdig uit te voeren opdrachten (art. 28 § 2);<br />

- vondsten tijdens het werk (art. 29 § 2);<br />

- algemene organisatie van de bouwplaats (art. 30);<br />

- tracé van het werk (art. 31);<br />

- ter beschikking stellen van gronden of van lokalen (art. 32);<br />

- afbraakmateriaal (art. 33);<br />

- voorlopige werken - grondonderzoek (art. 34);<br />

- personeel van de aanneming (art. 35 en 36);<br />

230 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 § 2.<br />

Herziening van eenheidsprijzen is mogelijk voor:<br />

- bijwerken van dezelfde aard, die het drievoudige overtreffen van de hoeveelheid voorzien in de opmetings-<br />

staat of die 10% overtreffen van het bedrag van de aanneming (met een minimum van 1.350 euro);<br />

- minwerken voor meer dan 1/5 van de aanvankelijke hoeveelheid van een post van de opmetingsstaat.<br />

231 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 § 4.<br />

De aannemer moet voor deze vergoeding een schuldvordering of geschreven aanvraag indienen.<br />

85


- aansprakelijkheid van de aannemer (art. 38, 39, 40 en 41);<br />

- opleveringen (art. 43 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />

- gebrekkige uitvoering (art. 45, 46, 47 en 48 - zie ook hierna hoofdstuk 14).<br />

12.4. Bepalingen voor opdrachten van leveringen<br />

12.4.1. Leveringstermijn 232<br />

De leveringstermijn vangt aan:<br />

- ofwel op de dag volgend op de datum van de gunning van de opdracht<br />

(notificatie van de goedkeuring van de offerte);<br />

- ofwel op de dag van de bestelling.<br />

De leveringstermijn wordt meestal in kalenderdagen, -weken of -maanden<br />

vastgesteld of van datum tot datum.<br />

De sluitingsdagen voor de jaarlijkse vakanties in de onderneming worden niet<br />

ingerekend in de leveringstermijn in kalenderdagen, -weken of -maanden, tenzij<br />

als de leveringstermijn een gunningscriterium was.<br />

De leveringstermijn kan ook in werkdagen gesteld zijn. Worden niet als werkdag<br />

beschouwd:<br />

- zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;<br />

- betaalde jaarlijkse vakantiedagen en inhaalrustdagen.<br />

In bepaalde gevallen kan de leverancier verlenging van de leveringstermijn<br />

bekomen (fouten of vertragingen van de aanbestedende overheid, buitengewone<br />

omstandigheden) 233 .<br />

12.4.2. Plaats van levering en formaliteiten 234<br />

De goederen moeten geleverd worden op de plaats die in het bestek is vermeld.<br />

Als het noodzakelijk is, kan de aanbestedende overheid ook een andere plaats<br />

aanwijzen (kosten en risico's voor haar rekening).<br />

Voor elke levering maakt de leverancier een leveringslijst of een factuur op, die<br />

bij de aanbestedende overheid moet toekomen ten laatste op de dag van de<br />

verzending of aflevering van de goederen.<br />

Die lijst bevat o.m. de specificatie van de verzonden of geleverde goederen, het<br />

nummer van het bestek of de partij, enz.<br />

12.4.3. Overige bepalingen<br />

De A.A.V. bevatten verder de volgende bijzondere bepalingen voor de<br />

leveringen:<br />

232 A.A.V. 26.09.1996, art. 52 § 3.<br />

233 A.A.V. 26.09.1996, art. 54.<br />

234 A.A.V. 26.09.1996, art. 55 § 1 en § 2.<br />

86


- elementen inbegrepen in de prijs (art. 49);<br />

- eigendomsoverdracht (art. 50);<br />

- meerdere opdrachten (art. 51);<br />

- minimale hoeveelheden en gedeeltelijke bestellingen (art. 52);<br />

keuring (art. 53 - zie ook hoofdstuk 15);<br />

- nazicht van de levering en aansprakelijkheid leverancier (art. 55);<br />

- verpakkingen (art. 56);<br />

- opleveringen (art. 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64 en 65 - zie ook hoofdstuk 15);<br />

- gebrekkige uitvoering (art. 66 - zie ook hoofdstuk 14).<br />

12.5 Bepalingen voor opdrachten van diensten<br />

12.5.1. Uitvoeringstermijn 235<br />

De uitvoeringstermijn vangt aan:<br />

- ofwel op de dag volgend op de datum van kennisgeving van het sluiten van de<br />

overeenkomst;<br />

- ofwel op de dag van de bestelling.<br />

De uitvoeringstermijn kan in kalenderdagen, -weken of -maanden gesteld zijn, of<br />

van datum tot datum.<br />

De sluitingsdagen voor de jaarlijkse vakanties in de onderneming worden niet<br />

ingerekend in de uitvoeringstermijn in kalenderdagen, -weken of -maanden,<br />

tenzij als de uitvoeringstermijn een gunningscriterium was.<br />

De uitvoeringstermijn kan ook in werkdagen gesteld zijn. Worden niet als<br />

werkdag beschouwd:<br />

- zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;<br />

- betaalde jaarlijkse vakantiedagen en inhaalrustdagen.<br />

12.5.2. Plaats van dienstverlening 236<br />

Het bestek vermeldt desgevallend de plaats waar de diensten moeten verleend<br />

worden. Als dit noodzakelijk is, kan de aanbestedende overheid een andere<br />

plaats aanwijzen (kosten en risico's voor haar rekening).<br />

12.5.3. Overige bepalingen<br />

De A.A.V. bevatten verder volgende bijzondere bepalingen voor de diensten:<br />

- elementen inbegrepen in de prijs (art. 67);<br />

- briefwisseling met de dienstverlener (art. 68);<br />

- minimale hoeveelheden en gedeeltelijke bestellingen (art. 69 § 1 en § 2);<br />

- keuring (art. 71 - zie ook hoofdstuk 15);<br />

- aansprakelijkheid dienstverlener (art. 71);<br />

235 A.A.V. 26.09.1996, art. 69 § 3 en § 4.<br />

236 A.A.V. 26.09.1996, art. 70.<br />

87


- onverenigbaarheid (art. 73);<br />

- einde van de opdracht (art. 74 - zie ook hoofdstuk 15);<br />

- gebrekkige uitvoering (art. 75 - zie ook hoofdstuk 14).<br />

12.6 Bevoegde overheid<br />

In de provincies en de gemeenten zijn de instanties die bevoegd zijn voor het voeren van<br />

de gunningsprocedures en het gunnen ook bevoegd voor het toezicht op de uitvoering<br />

van de opdrachten 237 .<br />

In een meergemeentezone oefent het politiecollege de bevoegdheden uit van het college<br />

van burgemeester en schepenen, wat betreft het beheer van de lokale politie.<br />

Voor de OCMW‟s is de raad of het vast bureau bevoegd 238 ; voor de verenigingen van<br />

gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens andersluidende statutaire<br />

bepalingen) de raad van bestuur bevoegd; voor de polders en wateringen, het bestuur.<br />

Wat de erkende erediensten betreft, worden de voorwaarden voor het opvolgen van de<br />

uitvoering vastgesteld door de kerkraad (rooms-katholiek), de bestuursraad (protestants,<br />

Anglicaans of Israëlisch) de kerkfabriekraad (orthodox) of het Comité (Islamitisch).<br />

237 Art. 57, § 3 provinciedecreet en gemeentedecreet.<br />

238 OCMW-wet, art. 27.<br />

88


13.1. Algemene bepaling 239<br />

HOOFDSTUK 13 - Betalingen<br />

___________________________<br />

De hiernavolgende basisregel, geldt voor alle opdrachten waarvan het bedrag hoger is<br />

dan 5.500 euro excl. BTW.<br />

De prijs van de opdracht wordt betaald hetzij ineens na volledige uitvoering ervan,<br />

hetzij, wanneer de wet dit toestaat, met betalingen in mindering, naargelang de<br />

uitvoering vordert en volgens de modaliteiten van het bestek. Het recht op betaling<br />

wordt vastgesteld in een proces-verbaal van de aanbestedende overheid. De aannemer<br />

moet een schuldvordering indienen vooraleer hij kan betaald worden.<br />

13.2. Betaling van werken 240<br />

Zowel voor betalingen in mindering als voor de betaling van het saldo of van de enige<br />

betaling, legt de aannemer een gedagtekende en ondertekende schuldvordering voor.<br />

Deze schuldvordering moet gebaseerd zijn op een gedetailleerde staat van de werken.<br />

De aanbestedende overheid ziet die staat na, verbetert deze eventueel en maakt een<br />

proces-verbaal op met vermelding van het bedrag dat zij werkelijk verschuldigd acht.<br />

Aan de aannemer wordt hiervan kennis gegeven.<br />

Indien de schuldvordering betrekking heeft op een saldobetaling of een enige betaling,<br />

dan moet de aanbestedende overheid deze verrichtingen uitvoeren binnen de 30<br />

kalenderdagen, vanaf de dag van ontvangst van de schuldvordering. Binnen de 5<br />

kalenderdagen dient de aannemer een factuur in voor het aanvaarde bedrag.<br />

De betaling geschiedt vervolgens binnen de 60 dagen na ontvangst van de<br />

schuldvordering. Bij de eindafrekening of ingeval van een enige betaling, vangt de<br />

betalingstermijn van 60 kalenderdagen aan de dag na het verstrijken van de termijn van<br />

30 kalenderdagen waarover de aanbestedende overheid beschikt om de schuldvordering<br />

na te zien.<br />

De betalingstermijn wordt verlengd naar rato van de overschrijding van de termijn van 5<br />

dagen waarover de aannemer beschikt om de factuur in te dienen; bij betaling van het<br />

saldo of bij enige betaling, wordt die termijn ingekort naar rato van de overschrijding<br />

van de termijn van 30 kalenderdagen voor het nazicht van de schuldvordering.<br />

239 K.B. 26.09.1996, art. 4 §2.<br />

Voor de vaststelling van het verschuldigd bedrag, zie ondermeer A.A.V. 26.09.1996, art. 12 §4 (keurings-<br />

kosten), art. 13 (prijshereziening), art. 19 §1 (opleveringskosten), art. 20 (straffen, boeten, compensatie,<br />

korting wegens minderwaarde), art. 25, 49 en 67 (elementen inbegrepen in de prijzen).<br />

240 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §1.<br />

89


13.3. Betaling van leveringen 241<br />

De betaling van de leveringen geschiedt binnen de 50 kalenderdagen vanaf de datum<br />

waarop de keuringsformaliteiten zijn beëindigd, mits de aanbestedende overheid<br />

tezelfdertijd in het bezit is van de regelmatig opgemaakte factuur en van de andere<br />

eventueel vereiste bescheiden.<br />

Deze factuur geldt als schuldvordering. Als de levering in verschillende keren<br />

plaatsvindt, gaat de termijn van vijftig dagen in vanaf de dag waarop de formaliteiten<br />

voor de laatste keuring van elk van de gedeeltelijke leveringen werd beëindigd.<br />

13.4. Betaling van diensten 242<br />

De betaling gebeurt, volgens de regels in het bestek, binnen de 50 kalenderdagen vanaf<br />

de keuring van de schuldvordering, mits de aanbestedende overheid binnen de<br />

vastgestelde termijn over de andere, eventueel vereiste documenten beschikt.<br />

13.5. Intresten 243<br />

Als de betalingstermijnen worden overschreden, heeft de aannemer van rechtswege en<br />

zonder ingebrekestelling recht op de betaling van een intrest, naar rato van het aantal<br />

kalenderdagen vertraging.<br />

Intrest is alleen verschuldigd als hij ten minste 5 euro bedraagt per betaling.<br />

241 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §2<br />

242 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §2<br />

243 A.A.V. 26.09;1996, art. 15 §4.<br />

Voor opdrachten gegund vóór 8 januari 2002, bedraagt de rentevoet momenteel 4,50% (B.S. 18.08.2003).<br />

Voor opdrachten gegund vanaf 8 januari 2002 gelden maatregelen ter bestrijding van betalingsachterstand.<br />

Zie hiervoor de publicaties in het Staatsblad “rentevoet der verwijlintresten”; in sommige gevallen<br />

kan dit percentage verminderd worden (zie art. 15 §4 A.A.V.)<br />

90


14.1. Klachten en verzoeken 244<br />

HOOFDSTUK 14 - Geschillen en sancties<br />

___________________________________<br />

Zowel de aannemer als de aanbestedende overheid kunnen zich beroepen op<br />

nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook die aan de andere partij of haar personeel<br />

ten laste worden gelegd, en die oorzaak zijn van een vertraging en/of nadeel.<br />

Deze fouten kunnen aanleiding zijn tot het vragen door de benadeelde partij van een<br />

herziening of verbreking van de overeenkomst, en/of een schadeloosstelling.<br />

De aannemer kan bovendien ook een verlenging van de uitvoeringstermijn vragen. De<br />

algemene aannemingsvoorwaarden bevatten gedetailleerde procedurevoorschriften en<br />

termijnen voor het indienen van dergelijke klachten en verzoeken en voor het instellen<br />

van rechtsvorderingen die op dergelijke fouten steunen 245 .<br />

Naast fouten van de tegenpartij kunnen ook onvoorziene omstandigheden een reden zijn<br />

voor het formuleren van klachten en verzoeken. Dit mits de aannemer die<br />

omstandigheden redelijkerwijze niet kon voorzien bij het indienen van de offerte of de<br />

gunning van de opdracht en mits hij ze niet kon ontwijken en de gevolgen niet kan<br />

verhelpen.<br />

Dezelfde procedurevoorschriften voor het indienen van de klachten en verzoeken en<br />

voor het instellen van de rechtsvorderingen gelden hier als bij de klachten en verzoeken<br />

op basis van fouten.<br />

14.2. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid<br />

14.2.1. Ingebrekestelling 246<br />

De tekortkomingen van de aannemer leiden in eerste instantie tot een<br />

ingebrekestelling. Dit is zelf nog geen sanctie, maar een aanloop tot verdere<br />

maatregelen.<br />

De tekortkomingen worden in een proces-verbaal vastgesteld, waarvan een<br />

afschrift aangetekend aan de aannemer wordt gezonden. De aannemer beschikt<br />

over 15 kalenderdagen om zijn verweer te doen gelden.<br />

14.2.2. Straffen<br />

Bepaalde tekortkomingen leiden tot het toepassen van straffen:<br />

- laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling 247 ;<br />

244<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 16 en 18. Zie ook hiervoor: 3.2.4.<br />

245<br />

Zie A.V.V. 26.09.1996,<br />

- art. 16 § 3 tot en met § 8 (klachten en verzoeken),<br />

- art. 18 (rechtsvorderingen).<br />

246<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 1 en § 2 (algemeen); art. 46-47 (werken).<br />

247<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 6 § 2 (0,02% per dag; max. 2%).<br />

91


- afspraken tussen inschrijvers 248 ;<br />

- andere tekortkomingen, waarvoor geen speciale straf voorzien is 249 .<br />

14.2.3. Boeten wegens laattijdige uitvoering 250<br />

Deze boeten zijn een forfaitaire vergoeding wegens de vertraging in de<br />

uitvoering.<br />

Ze zijn onafhankelijk van de hierboven (14.2.2.) vermelde straffen. Ze zijn<br />

eisbaar zonder ingebrekestelling en worden van rechtswege toegepast voor het<br />

totaal aantal kalenderdagen vertraging.<br />

De aannemer vrijwaart bovendien de aanbestedende overheid tegen elke<br />

schadevergoeding aan derden op grond van de vertraging.<br />

14.2.4. Maatregelen van ambtswege 251<br />

De aanbestedende overheid kan bij ernstige tekortkomingen de volgende<br />

maatregelen van ambtswege treffen:<br />

a. het eenzijdig verbreken van de opdracht;<br />

b. het uitvoeren van de opdracht in eigen beheer;<br />

c. het aangaan met een andere aannemer van een overeenkomst "voor<br />

rekening".<br />

De twee laatstgenoemde maatregelen gebeuren op risico en kosten van de<br />

ingebreke blijvende aannemer. Bij eerstgenoemde maatregel verwerft de<br />

overheid van rechtswege de volledige borgtocht als forfaitaire schadevergoeding.<br />

14.2.5. Compensatie 252<br />

De boeten en straffen die aan de aanbestedende overheid toekomen evenals het<br />

bedrag voor de schade, onkosten of uitgaven ingevolge maatregelen van<br />

ambtswege, worden vooreerst ingehouden van de aan de aannemer<br />

verschuldigde bedragen.<br />

Volstaan deze niet, dan worden ze afgehouden van de borgtocht.<br />

248<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 22 (drievoud bedrag winst of voordeel voor derden).<br />

249<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 4 (0,07% per inbreuk of 0,02% per dag).<br />

250<br />

A.A.V. 26.09.1996:<br />

- art. 20 § 5 (algemeen);<br />

- art. 48 § 2 (werken) - boete volgens formule - max. 5% aannemingssom;<br />

- art. 66 § 1 (leveringen) - 0,07% per kalenderdag - max. 5% aannemingssom;<br />

- art. 75 § 1 (diensten) - 0,07% per kalenderdag - max. 5% aannemingssom.<br />

251<br />

A.A.V. 26.09.1996:<br />

- art. 20 § 6 (algemeen);<br />

- art. 48 § 3 (werken);<br />

- art. 66 § 2 (leveringen);<br />

- art. 75 § 2 (diensten).<br />

252 A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 7.<br />

92


14.2.6. Uitsluitingen 253<br />

14.3. Verbrekingen<br />

De ingebreke gebleven aannemer van werken, kan gesanctioneerd worden met<br />

een klasseverlaging, schorsing of intrekking van zijn erkenning.<br />

Een leverancier of dienstverlener, kan tijdelijk uitgesloten worden van de<br />

opdrachten van de aanbestedende overheid.<br />

Artikel 21 van de algemene aannemingsvoorwaarden bevat een regeling voor de<br />

verbreking van een opdracht omwille van ondermeer overlijden van een aannemer en<br />

faillissement.<br />

253 A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 8<br />

93


15.1. Keuringen<br />

HOOFDSTUK 15 - Keuringen en opleveringen<br />

________________________________________<br />

De keuringen bestaan erin na te gaan of de uitgevoerde werken, de uit te voeren<br />

leveringen of de daartoe in gereedheid gebrachte leveringen, de te verwerken producten,<br />

of de verleende diensten (zowel kwantitatief als kwalitatief) aan de in het bestek<br />

gestelde voorwaarden beantwoorden.<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:<br />

a. de voorafgaande keuring, dit is de keuring van producten die de aannemer moet<br />

aanwenden, vóór hun verwerking;<br />

b. de a posteriori uitgevoerde keuring, dit is de keuring van bepaalde in het bestek<br />

gespecificeerde categorieën van prestaties, na hun uitvoering;<br />

c. voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten, de andere eventueel<br />

door het bestek voorziene keuringswijzen 254 .<br />

Het bestek bepaalt welke keuringen uitgevoerd zullen worden en welke keuringseisen<br />

worden gesteld.<br />

De Algemene Aannemingsvoorwaarden bevatten uitvoerige bepalingen die de<br />

modaliteiten en de gevolgen van de keuringen regelen.<br />

Een aantal algemene bepalingen zijn van toepassing op alle opdrachten 255 ; anderzijds<br />

zijn er ook specifieke bepalingen m.b.t. de keuringen bij werken 256 , bij leveringen 257 en<br />

bij diensten 258 .<br />

254<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 12 § 1. Soorten keuringen.<br />

255<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 12:<br />

§ 2. Nazicht van producten<br />

§ 3. Afkeuring van producten<br />

§ 4. Keuringskosten<br />

§ 5 en § 6. Voorafgaande keuring<br />

§ 7. A posteriori uitgevoerde keuring.<br />

256<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 27:<br />

§ 1. Algemeen<br />

§ 2. Keuringsmodaliteiten<br />

§ 3. Keuringstermijn<br />

§ 4. Keuring en toezicht<br />

§ 5. Tegenproef<br />

§ 6. Aanvaarde producten<br />

§ 7. Geweigerde producten.<br />

257<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 53:<br />

§ 1. Proeven<br />

§ 2. Termijn voor de proeven<br />

§ 3. Controlemiddelen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid<br />

94


15.2. Einde van de opdracht: opleveringen<br />

15.2.1. Algemeen 259<br />

De oplevering van de opdracht bestaat uit de controle door de aanbestedende<br />

overheid, van de overeenstemming van de uitgevoerde prestaties met de regels<br />

van de kunst en met de bepalingen en de voorwaarden van het bestek.<br />

De prestaties worden slechts opgeleverd nadat de controles, keuringen en de<br />

voorgeschreven proeven voldoening schenken.<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:<br />

- een voorlopige oplevering, na de voltooiing van de uitvoering van de<br />

prestaties;<br />

- een definitieve oplevering, bij het verstrijken van de waarborgtermijn.<br />

15.2.2. Oplevering van werken 260<br />

a. Het nazicht gebeurt in aanwezigheid van de aannemer, ofwel nadat hij ten<br />

minste 7 kalenderdagen vooraf is uitgenodigd met een aangetekende brief.<br />

b. In principe wordt binnen de 15 kalenderdagen nà het verstrijken van de<br />

uitvoeringstermijn, ofwel een proces-verbaal van voorlopige oplevering<br />

gemaakt, ofwel een proces-verbaal van weigering van oplevering.<br />

De voorlopige oplevering heeft tot gevolg dat de aanbestedende overheid de<br />

werken in gebruik mag nemen.<br />

Wil het bestuur bepaalde gedeelten eerder in gebruik nemen, dan dient een<br />

plaatsbeschrijving opgemaakt 261 .<br />

De voorlopige oplevering ontslaat de aannemer van de aansprakelijkheid<br />

voor zichtbare gebreken en vormt het vertrekpunt van de waarborgtermijn.<br />

De aannemer heeft recht op de vrijgave van de helft van de borgtocht 262 .<br />

Werken die niet worden aanvaard omdat ze niet voldoen aan de<br />

voorwaarden van de opdracht of de regels van goed vakmanschap en<br />

bouwkunde, moeten worden gesloopt en herbouwd 263 .<br />

§ 4. Nazicht en toezicht<br />

§ 5. Tegenproef en expertise.<br />

258<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 71.<br />

259<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 19 (opleveringen en waarborgtermijnen).<br />

260<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 43:<br />

§ 1. Werken die niet voor oplevering worden aanvaard<br />

§ 2. Voorlopige oplevering<br />

§ 3. Definitieve oplevering<br />

§ 4. Gemeenschappelijke bepalingen voor de voorlopige en definitieve oplevering.<br />

261<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 40.<br />

262 A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 1.<br />

263 A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 1.<br />

95


c. Tijdens de waarborgperiode moet de aannemer al de nodige werken<br />

uitvoeren om het werk in goede staat of in goede werking te herstellen of te<br />

houden.<br />

Hij is niet aansprakelijk voor schade waarvan de schuld niet bij hem ligt 264 .<br />

Indien het bestek geen andere termijn bepaalt, is de waarborgtermijn één<br />

jaar 265 .<br />

Binnen de 15 kalenderdagen vóór het verstrijken van de waarborgtermijn,<br />

die ingaat bij de voorlopige oplevering, wordt ofwel een proces-verbaal van<br />

definitieve oplevering ofwel een proces-verbaal van weigering van<br />

oplevering opgemaakt 266 .<br />

De aannemer heeft ingevolge de definitieve oplevering recht op de vrijgave<br />

van het resterende deel van de borgtocht 267 .<br />

15.2.3. Oplevering van leveringen<br />

a. De aanbestedende overheid beschikt over 15 kalenderdagen om de<br />

leveringen na te zien op de leveringsplaats en de eventuele beschadigingen<br />

op te nemen 268 .<br />

Bij het verstrijken van die termijn van 15 dagen, wordt ofwel een procesverbaal<br />

van voorlopige oplevering opgesteld, ofwel een proces-verbaal van<br />

weigering van oplevering 269 270 . De borgtocht kan ineens vrijgegeven worden<br />

na de voorlopige oplevering 271 .<br />

b. Tijdens de waarborgperiode moet de leverancier de geleverde producten<br />

vervangen die gebreken vertonen die geen gebruik toelaten volgens de<br />

voorwaarden van de opdracht. Als het bestek geen andere termijn voorziet, is<br />

de waarborgtermijn één jaar 272 .<br />

De definitieve oplevering heeft plaats bij het verstrijken van de<br />

waarborgtermijn. Ze gebeurt stilzwijgend als de levering gedurende die<br />

termijn geen aanleiding heeft gegeven tot klachten. Zijn er wel klachten<br />

geweest, dan wordt er binnen de 15 kalenderdagen vóór het verstrijken van<br />

de waarborgtermijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van<br />

weigering van oplevering opgesteld 273 .<br />

264<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 39 § 1.<br />

265<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 2.<br />

266<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 3.<br />

267<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 1.<br />

268<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 55 § 4.<br />

269<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 57 § 1.<br />

270<br />

Er bestaan ook twee afwijkende procedures van voorlopige oplevering, die ook gelden als keuring a posteriori<br />

(te voorzien door het bestek):<br />

- de dubbele oplevering, gedeeltelijk op de plaats van fabricage en volledig op de plaats van levering<br />

(zie A.A.V. 26.09.1996, art. 50 tot 60);<br />

- de volledige oplevering op de plaats van de levering zonder gedeeltelijke oplevering op de plaats van<br />

fabricage (zie A.A.V. 26.09.1996, art. 61).<br />

271<br />

A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 2.<br />

272 A.A.V. 26.09.1996, art. 63.<br />

273 A.A.V. 26.09.1996, art. 64.<br />

96


15.2.4. Oplevering van diensten 274<br />

274 A.A.V. 26.09.1996, art. 74.<br />

Binnen de 15 kalenderdagen die volgen op de dag waarop de diensten moesten<br />

afgewerkt zijn, wordt er een proces-verbaal van oplevering of van weigering van<br />

oplevering opgesteld. Als de opdracht het opmaken van plannen, verslagen of<br />

andere soortgelijke stukken behelst, wordt de termijn van 15 dagen op 30 dagen<br />

gebracht.<br />

Deze ene oplevering is definitief (behalve als het bestek andere voorschriften<br />

bevat).<br />

Geweigerde diensten, moet de dienstverlener herbeginnen.<br />

97


16.1. Provincies 275<br />

HOOFDSTUK 16 - Bestuurlijk toezicht<br />

____________________________________<br />

De provincieraadsbesluiten over overheidsopdrachten, worden vermeld op een lijst die<br />

aan de Vlaamse regering wordt gestuurd.<br />

De besluiten van de provincieraad of van de bestendige deputatie over<br />

overheidsopdrachten, zijn enkel aan algemeen bestuurlijk toezicht onderworpen.<br />

Besluiten die het recht schenden of het algemeen belang schaden, worden geschorst of<br />

vernietigd door de Vlaamse regering.<br />

De Vlaamse regering dient zijn besluit te nemen en te versturen binnen een termijn van<br />

30 dagen, ingaande de derde dag volgend op het versturen van de lijst of van de<br />

opgevraagde gegevens.<br />

Indien een provincieoverheid een geschorst besluit rechtvaardigt, beschikt de Vlaamse<br />

regering over een termijn van 50 dagen, ingaand de derde dag na verzending van het<br />

rechtvaardigingsbesluit.<br />

16.2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 276<br />

De beslissingen inzake overheidsopdrachten van dienstverlenende en opdrachthoudende<br />

verenigingen zijn enkel onderworpen aan algemeen bestuurlijk toezicht.<br />

Elke handeling die strijdig is met de wet of met de statuten of die het algemeen belang<br />

schaadt, kan door de toezichthoudende overheid (regeringscommissaris of Vlaamse<br />

regering) worden geschorst of nietig verklaard.<br />

16.3. Gemeenten 277<br />

De besluiten van de gemeenteraad met betrekking tot overheidsopdrachten, dienen<br />

opgenomen te worden op een lijst die aan de provinciegouverneur wordt verstuurd.<br />

De besluiten van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen,<br />

m.b.t. de overheidsopdrachten, zijn enkel aan algemeen bestuurlijk toezicht<br />

onderworpen.<br />

Besluiten die de wet schenden of het algemeen belang schaden, worden geschorst door<br />

de gouverneur; de vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />

275<br />

Provinciedecreet 09.12.2005, art. 241 e.v.<br />

276<br />

Decreet 06.07.2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, artikel 71 en volgende.<br />

277<br />

Gemeentedecreet 15.07.2005, art. 248 e.v.<br />

98


De gouverneur dient zijn schorsingsbesluit te nemen en te versturen binnen een termijn<br />

van 30 dagen, ingaande de derde dag volgend op het versturen van de lijst of van de<br />

opgevraagde gegevens.<br />

De Vlaamse regering is aan dezelfde termijnen gebonden indien onmiddellijk wordt<br />

vernietigd. Indien een gemeenteoverheid een geschorst besluit rechtvaardigt, beschikt de<br />

Vlaamse regering over een termijn van 50 dagen, ingaande de derde dag na verzending<br />

van het rechtvaardigingsbesluit.<br />

16.4. OCMW's 278<br />

De besluiten m.b.t. overheidsopdrachten zijn onderworpen aan algemeen toezicht.<br />

Het college van burgemeester en schepenen kan een schorsend beroep instellen bij de<br />

gouverneur wegens schade aan het gemeentelijk (inzonderheid financieel) belang.<br />

De gouverneur kan schorsen wegens schending van het recht of het algemeen belang; de<br />

vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />

16.5. Polders en Wateringen 279<br />

Alle gunningsbesluiten zijn in principe onderworpen aan de goedkeuring van de<br />

gouverneur. De beslissing dient betekend binnen de 40 dagen na ontvangst van het<br />

besluit.<br />

16.6. Erkende erediensten 280<br />

De besluiten m.b.t. overheidsopdrachten zijn onderworpen aan algemeen toezicht.<br />

Het college van Burgemeester en Schepenen (of de bestendige deputatie voor de<br />

erediensten waar de provincie financieel bijdraagt), kunnen de uitvoering schorsen als<br />

het gemeentelijk (provinciaal) belang, en inzonderheid de financiële belangen, worden<br />

geschaad.<br />

De provinciegouverneur kan schorsen wegens schending van de wet of schade aan het<br />

algemeen belang. De vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />

278 OCMW-wet, art. 84, art. 111 en art. 112.<br />

279 W. 05.07.1956 wateringen en W. 03.06.1957 polders, art. 85.<br />

280 Vlaams decreet 07.05.2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.<br />

99


16.7. Politiezones<br />

De Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, richt<br />

een federaal specifiek toezicht in op de zonebeslissingen 281 . Dit federaal specifiek<br />

toezicht<br />

slaat zowel op beslissingen van gemeenteraden en colleges van burgemeester en<br />

schepenen in de eengemeentezones; als op de beslissingen van politieraden en<br />

politiecolleges in de meergemeentezones.<br />

Dit specifiek toezicht is beperkt tot de controle op de naleving van de Wet op de<br />

geïntegreerde politie en zijn uitvoeringsbesluiten. Op de beslissingen inzake<br />

overheidsopdrachten, wordt een algemeen toezicht ingesteld (schorsingsbevoegdheid<br />

gouverneur; vernietingingsbevoegdheid Minister van Binnenlandse Zaken).<br />

Over de samenloop van dit federaal specifiek toezicht en het gewoon toezicht van het<br />

Vlaamse Gewest, is een uitgebreide Vlaamse omzendbrief verschenen 282 .<br />

281 Wet geïntegreerde politiedienst, artikelen 69 tot 89.<br />

282 Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001, betreffende de nieuwe lokale politie, eengemeentezones en<br />

meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht (B.B. 09.10.2001).<br />

100


HOOFDSTUK 17 - Rechterlijke toetsing<br />

__________________________________<br />

Terzake wordt verwezen naar wat onder 11.4.1. omtrent de informatieverstrekking en de<br />

wachttermijn wordt gesteld, in het kader van de beoogde rechtsbescherming.<br />

De wet van 23.12.2009 heeft het instrumentarium, onder invloed van de Europese richtlijnen,<br />

uitgebreid.<br />

A. Een bondig overzicht van het belangrijkste instrumentarium bij opdrachten boven de<br />

Europese drempels.<br />

1. Vernietiging.<br />

De afdeling administratie van de Raad van State kan bestuurlijke beslissingen vernietigen<br />

wegens overtreding van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, of<br />

overschrijding of afwending van macht 283 . Dit geldt uiteraard ook voor beslissingen m.b.t.<br />

overheidsopdrachten, bijv. een gunningsbesluit.<br />

2. Schorsing.<br />

Een beslissing die vatbaar is voor vernietiging, kan ook geschorst worden, mits ernstige<br />

middelen worden aangevoerd.<br />

Cf. de Europese rechtsbeschermingsrichtlijn vervalt de voorwaarde van een moeilijk te<br />

herstellen ernstig nadeel. De vordering dient ingesteld tijdens de wachttermijn volgens de<br />

procedure van uiterst dringende noodzaak.<br />

Wanneer de aanbestedende instantie geen overheid is, is de kortgedingrechter beveogd.<br />

3. Vordering tot schadevergoeding.<br />

4. Onverbindend verklaring (= nietigverklaring contract met terugwerking of voor de<br />

toekomst) bij de gewone rechter zoals in kortgeding, en waarbij zowel de aanbestedende<br />

overheid als de begunstigde in procedure worden betrokken<br />

- bij contractsluiting zonder voorafgaande Europese bekendmaking wanneer deze was<br />

vereist<br />

- bij contractsluiting zonder naleving stand-still termijn<br />

- bij contractsluiting zonder wachten op uitspraak verhaalinstantie.<br />

Enkel bij dwingende redenen van algemeen belang (belangenafweging).<br />

De onverbindendverklaring kan ook worden ingeroepen op grote niet-Europese opdrachten<br />

van werken.<br />

283 Gecoördineerde wetten R.v.St., art. 14<br />

101


5. Alternatieve sancties (gewone rechter – kortgeding): inkorting looptijd of boete aan<br />

aanbestedende instanties.<br />

B. Beneden de Europese drempels (incl. de opdrachten vrijwillig aan stand-still<br />

onderworpen):<br />

1. Vernietiging.<br />

2. Schorsing.<br />

3. Schadevergoeding.<br />

De gewone rechtbanken nemen kennis van geschillen over "burgerlijke rechten" 284 .<br />

Bijvoorbeeld een geschil tussen de aanbestedende overheid en de aannemer omtrent de<br />

verschuldigde bedragen, opgelegde boeten, enz. …<br />

Ze zijn ook bevoegd voor geschillen t.a.v. aanbestedende instanties – niet overheden (vb.<br />

bepaalde ziekenhuizen, universiteiten).<br />

- - - - - - - - - - - - -<br />

284 Gecoördineerde grondwet, art. 144<br />

102


INHOUD<br />

Voorwoord 3<br />

HOOFDSTUK 1 - Overzicht van de wetgeving 4<br />

1.1. Van de wet van 14 juli 1976 via de wet van 24 december 1993 naar de<br />

wetten van 15 en 16 juni 2006<br />

4<br />

1.2. <strong>Overheidsopdrachten</strong> en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />

leveringen, en diensten<br />

5<br />

1.3. Erkenning van aannemers 13<br />

1.4. Registratie van aannemers 14<br />

1.5. Welzijn op het werk 15<br />

1.6. Burgerlijk recht 15<br />

1.7. Inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen 15<br />

HOOFDSTUK 2 - Begrippen 16<br />

2.1. Aanbestedende overheden 16<br />

2.2. Soorten overheidsopdrachten 17<br />

HOOFDSTUK 3 - Algemene principes 20<br />

3.1. Gelijkheid van de inschrijvers en transparantie van de procedure 20<br />

3.2. Forfaitaire prijsbepaling 20<br />

3.3. Mededinging 23<br />

3.4. Betaling voor verstrekte en aanvaarde diensten 25<br />

HOOFDSTUK 4 - Keuze van de gunningswijze 27<br />

4.1. Soorten gunningswijzen 27<br />

4.2. Keuzemogelijkheid 30<br />

4.3. Bevoegde overheid 34<br />

HOOFSTUK 5 - Vaststellen van de voorwaarden van de opdracht 37<br />

5.1. Algemeenheden 37<br />

5.2. Inhoud van het bestek 38<br />

5.3. Bevoegde overheid 41<br />

HOOFDSTUK 6 - Bekendmaking 42<br />

6.1. Europese bekendmaking 42<br />

6.2. Binnenlandse bekendmaking 45<br />

103


HOOFDSTUK 7 - Kwalitatieve selectie 48<br />

7.1. Algemeen 48<br />

7.2. Uitsluitingsgronden 49<br />

7.3. Financiële en economische draagkracht 51<br />

7.4. Bekwaamheid 51<br />

7.5. Sociale voorkeuren 52<br />

7.6. Informatieplicht over niet-selectie 52<br />

HOOFSTUK 8 - Opmaken van de offerte 53<br />

8.1. Offerte 53<br />

8.2. Bij de offerte te voegen documenten 54<br />

8.3. Ondertekening 55<br />

8.4. Percelen 56<br />

8.5. Vergissingen en leemten 56<br />

HOOFDSTUK 9 - Indienen en openen van de offertes 57<br />

9.1. Wijze van indienen 57<br />

9.2. Tijdstip van indienen 57<br />

9.3. Intrekking of wijziging van een offerte 57<br />

9.4. Openingszitting 58<br />

9.5. Onderhandelingsprocedure 59<br />

HOOFDSTUK 10 - Nazicht van de offertes 61<br />

10.1. Regelmatigheid van de offertes en de prijzen 61<br />

10.2. Prijsonderzoek 63<br />

10.3. Verbeteringen door de aanbestedende overheid 63<br />

10.4. Verbeteringen van de samenvattende opmetingsstaat door de inschrijver 64<br />

10.5. Communicatie met de inschrijvers 67<br />

10.6. Verslag over het onderzoek van de offertes 67<br />

HOOFDSTUK 11 - Gunning van de opdracht 68<br />

11.1. Geen verplichting om te gunnen 68<br />

11.2. Toewijzingsbeslissing 68<br />

11.3. Kennisgeving van de keuze van de aannemer 71<br />

11.4. Informatieverstrekking over de beslissingen en wachttermijn 72<br />

11.5. Borgstelling 78<br />

104


HOOFSTUK 12 - Uitvoering van de opdracht 81<br />

12.1. Inleiding 81<br />

12.2. Gemeenschappelijke bepalingen (werken, leveringen en diensten) 81<br />

12.3. Bepalingen voor opdrachten van werken en concessies voor openbare<br />

werken<br />

83<br />

12.4. Bepalingen voor opdrachten van leveringen 86<br />

12.5. Bepalingen voor opdrachten van diensten 87<br />

12.6. Bevoegde overheid 88<br />

HOOFDSTUK 13 - Betalingen 89<br />

13.1. Algemene bepaling 89<br />

13.2. Betalingen van werken 89<br />

13.3. Betalingen van leveringen 90<br />

13.4. Betaling van diensten 90<br />

13.5. Intresten 90<br />

HOOFDSTUK 14 - Geschillen en sancties 91<br />

14.1. Klachten en verzoeken 91<br />

14.2. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid 91<br />

14.3. Verbrekingen 93<br />

HOOFDSTUK 15 - Keuringen en opleveringen 94<br />

15.1. Keuringen 94<br />

15.2. Einde van de opdracht: opleveringen 95<br />

HOOFSTUK 16 - Bestuurlijk toezicht 98<br />

16.1. Provincies 98<br />

16.2. Intergemeentelijke samenwerkingsvebanden 98<br />

16.3. Gemeenten 98<br />

16.4. OCMW's 99<br />

16.5. Polders en Wateringen 99<br />

16.6. Erkende erediensten 99<br />

16.7. Politiezones 100<br />

HOOFDSTUK 17 - Rechterlijke toetsing 101<br />

105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!