Overheidsopdrachten Basis
Overheidsopdrachten Basis
Overheidsopdrachten Basis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Overheidsopdrachten</strong><br />
<strong>Basis</strong><br />
De heer Dirk Van Belle<br />
De heer Bart Vandeputte<br />
Financiën – overheidsopdrachten - basis<br />
2010-2011
SCHOOL VOOR BESTUURSRECHT<br />
VAN WEST-VLAANDEREN<br />
OVERHEIDSOPDRACHTEN<br />
BASIS<br />
Inleiding tot de wetgeving op de overheidsopdrachten in het algemeen en tot de<br />
overheidsopdrachten van provinciale en lokale besturen in de "klassieke sectoren" in het<br />
bijzonder.<br />
Uitgave van de School voor Bestuursrecht van West-Vlaanderen<br />
13 e uitgave<br />
Geert ANTHIERENS<br />
Bestuursdirecteur griffie<br />
Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />
Dirk VAN BELLE<br />
Directeur COOP<br />
Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />
Anne VAN DEN ABEELE<br />
Gewestelijk ontvanger<br />
Bart VANDEPUTTE<br />
Bureauchef – jurist<br />
Stadsbestuur Roeselare<br />
Brugge, februari 2010 - alle rechten voorbehouden -<br />
2
VOORWOORD<br />
_____________<br />
Deze cursus beoogt een algemeen inzicht te geven in de wetgeving op de<br />
overheidsopdrachten.<br />
Als invalshoek is gekozen voor de provinciale en lokale besturen in het Vlaamse gewest als<br />
aanbestedende overheid.<br />
Dit heeft als consequentie dat de toelichting nagenoeg uitsluitend beperkt is tot de<br />
overheidsopdrachten en concessies van openbare werken in de zogenaamde '"klassieke<br />
sectoren".<br />
De overheidsopdrachten en de opdrachten van privé-ondernemingen in de zogenaamde<br />
"nutssectoren" (water, energie, vervoer en postdiensten) zijn beheerst door andere regels.<br />
Omdat opdrachten in deze nutssectoren op provinciaal en lokaal vlak niet of minder vaak<br />
voorkomen, blijven ze in de toelichting onbesproken. De gekozen invalshoek heeft als tweede<br />
consequentie dat naast de eigenlijke wetgeving op de overheidsopdrachten, ook de bepalingen<br />
in verband met de overheidsopdrachten in de organieke wetgeving van provincies en lokale<br />
besturen worden vermeld. En dit zoals deze van toepassing zijn voor de provinciale en lokale<br />
besturen in het Vlaamse gewest.<br />
De cursus is als volgt opgebouwd:<br />
Eerst worden enkele begrippen en algemene principes verduidelijkt en een overzicht van de<br />
wetgeving gegeven (hoofdstukken 1, 2 en 3).<br />
Dan volgt een commentaar bij de wetgeving op de overheidsopdrachten in de "klassieke<br />
sectoren". De verschillende fasen van een overheidsopdracht worden zoveel mogelijk in<br />
chronologische orde behandeld (hoofdstukken 4 t.e.m. 15).<br />
Dan wordt afzonderlijk aandacht besteed aan het administratief toezicht (hoofdstuk 16) en aan<br />
de rechterlijke controle (hoofdstuk 17).<br />
3
HOOFDSTUK I - Overzicht van de wetgeving<br />
_______________________________________<br />
1.1. Van de wet van 14 juli 1976 via de wet van 24 december 1993 naar de wetten van<br />
15 en 16 juni 2006<br />
Aanvankelijk waren de overheidsopdrachten van de provinciale en lokale besturen<br />
beheerst door de wet van 14 juli 1976 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de uitvoeringsbesluiten bij deze wet.<br />
Sinds het in voege treden van de wet van 14 juli 1976, had het Europees recht steeds<br />
meer greep gekregen op de reglementering op de overheidsopdrachten. De<br />
opeenvolgende Europese richtlijnen maakten een onderscheid tussen de "klassieke<br />
sectoren" en de "nutssectoren" enerzijds en tussen werken, leveringen en diensten<br />
anderzijds. De procedures, de definities en het toepassingsgebied van de richtlijnen uit<br />
de jaren '90 weken op veel punten af van de Belgische wetgeving.<br />
Om opnieuw een coherente reglementering te bekomen was een grondige herziening<br />
van de federale wetgeving nodig. De basis voor deze nieuwe reglementering, is de wet<br />
van 24 december 1993. De meeste uitvoeringsbesluiten volgden pas in de loop van<br />
1996. De nieuwe reglementering voor de klassieke sectoren is in werking getreden op<br />
1 mei 1997 (K.B. van 29 januari 1997 - B.S. 13 februari 1997).<br />
De aanneming door het Europees parlement en de raad van de richtlijnen 2004/17/EG en<br />
2004/18/EG van 31 maart 2004 vereiste opnieuw een grondige hervorming van de<br />
wetgeving. De wijzigingen waren te ingrijpend en geven aanleiding tot 2 volledig<br />
nieuwe wetten:<br />
Enerzijds de wet van 15 juni 2006 met betrekking tot de overheidsopdrachten en<br />
bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; anderzijds de wet van 16 juni<br />
2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />
diensten. Op 15 februari 2007 zijn deze wetten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.<br />
Ook twee wetten van 12 januari 2007 tot wijziging van de wetten van 15 en 16 juni<br />
2006, zijn in hetzelfde staatsblad verschenen. Slechts enkele bepalingen treden<br />
onmiddellijk in werking (bijvoorbeeld deze over de aankoop- of opdrachtencentrale).<br />
Voor het overgrote deel moeten deze wetten nog in werking treden op een datum die bij<br />
K.B. zal worden vastgesteld. Het is immers de bedoeling om deze wetten in werking te<br />
laten treden samen met de nieuwe uitvoeringsbesluiten.<br />
De wet van 15 juni 2006 en het K.B. dat het K.B. van 8 januari 1996 zal vervangen,<br />
zullen in de nabije toekomst aanleiding geven tot een aantal ingrijpende wijzigingen in<br />
de reglementering voor de overheidsopdrachten. Wat betreft de gunningswijzen spreken<br />
we straks van open (in plaats van algemene) en beperkte offertevragen. Er komen enkele<br />
nieuwe gevallen dat een onderhandelingsprocedure mogelijk is. Bijvoorbeeld voor<br />
sommige leveringen. Ook de mogelijkheid om tot een bepaald drempelbedrag altijd een<br />
onderhandelingsprocedure met bekendmaking vooraf te voeren, betekent een<br />
belangrijke innovatie voor de praktijk. Voor bijzonder ingewikkelde opdrachten,<br />
4
ijvoorbeeld in de sfeer van publiek-private samenwerking, staat er straks een volledig<br />
nieuwe gunningswijze ter beschikking, namelijk de zogenaamde concurrentiedialoog.<br />
Deze concurrentiedialoog is de procedure die in de Europese richtlijn als de<br />
concurrentiegerichte dialoog staat beschreven. Terwijl er in een onderhandelingsprocedure<br />
eerst een offerte ingediend wordt en pas nadien onderhandeld, wordt er in een<br />
concurrentiedialoog eerst overleg gevoerd en op het einde van de dialoog een offerte<br />
ingediend. Wat betreft het beschrijven van de bestekken, verduidelijkt de wet dat je niet<br />
enkel met technische specificaties kunt werken, maar ook met prestatie-eisen of<br />
functionele eisen. Er komen specifieke procedures voor leveringen of diensten voor<br />
courant gebruik, namelijk het dynamisch aankoopsysteem en de elektronische veiling.<br />
Raamovereenkomsten zijn een geschikte manier van werken voor repetitieve behoeften.<br />
Raamovereenkomsten waren reeds bekend voor de nutsectoren. In de nieuwe wet<br />
krijgen dit soort overeenkomsten ook in de klassieke sectoren een formele rechtsbasis.<br />
Het werken met een aankoopcentrale of opdrachtencentrale, die opdrachten op de markt<br />
brengt ten behoeve van verschillende aanbestedende overheden is uitdrukkelijk<br />
geregeld. Het samenvoegen van opdrachten van verschillende aanbestedende overheden<br />
in één procedure, waarbij een aanbestedende overheid in gezamenlijke naam optreedt,<br />
zal ook mogelijk worden voor een samenwerking tussen een aanbestedende overheid en<br />
privaatrechtelijke personen. Tenslotte bevat de nieuwe wet van 15 juni 2006 ook een<br />
nieuw artikel dat voorschrijft welke vertrouwelijke informatie over een opdracht van de<br />
openbaarheid is uitgesloten. Het gaat dan meer bepaald over informatie met betrekking<br />
tot technische of commerciële geheimen en op vertrouwelijke aspecten van de offertes.<br />
De wet van 16 juni 2006 regelt de rechtsbescherming van de deelnemers aan een<br />
overheidsopdrachten procedure. Deze wet maakt het onderscheid tussen de “gunning”<br />
en de “toewijzing” van een opdracht. De gunning is de beslissing tot aanduiding van de<br />
uitvoerder van een opdracht. De toewijzing gebeurt door de betekening van de<br />
contractuele verbintenis aan de uitvoerder. De wet van 16 juni 2006 regelt gedetailleerd<br />
de informatieplicht over de selectie en de gunning aan de kandidaten en inschrijvers en<br />
de wachttermijn (”stand still”) die gerespecteerd moet worden vooraleer de opdracht toe<br />
te wijzen.<br />
1.2. <strong>Overheidsopdrachten</strong> en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />
leveringen en diensten<br />
1.2.1. Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 22.01.1994)<br />
Deze wet is als volgt ingedeeld:<br />
Boek I <strong>Overheidsopdrachten</strong><br />
Titel I Algemene beginselen (art. 1-3)<br />
Titel II <strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken, leveringen en<br />
diensten (art. 4-23)<br />
Titel III Concessies voor openbare werken en de opdrachten voor aanneming van<br />
werken gegund in naam van concessiehouders van openbare werken (art.<br />
24-25)<br />
5
Titel IV <strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken, leveringen en<br />
diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten (art. 26-<br />
41)<br />
Titel V Diverse bepalingen (art. 42-46)<br />
Boek II Mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van bepaalde<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de<br />
sectoren water, energie, vervoer en postdiensten<br />
Titel I Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten gegund<br />
door privé-ondernemingen (art. 47-62)<br />
Titel II Opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten door<br />
overheidsbedrijven (art. 63)<br />
Titel III Diverse bepalingen (art. 64-65)<br />
Boek II-bis Motivering, informatie en rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten<br />
en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />
leveringen en diensten (art. 65/1 – 65/34) (Wet 23.12.2009, B.S.<br />
28.12.2009, 3 e ed.).<br />
Boek III Slotbepalingen (art. 66-69)<br />
Artikel 65 van de wet machtigt de Koning om de nodige maatregelen te treffen die<br />
nodig zijn voor de verplichte omzetting van Europese bepalingen. Om de<br />
implementering te verzekeren van de richtlijn 93/38/EEG van de raad van 14 juni<br />
1993, werd de wet van 24 december 1993 reeds vrij snel gewijzigd. Het K.B. van<br />
10 januari 1996 (B.S. dd. 26.01.1996) wijzigt Titel IV van Boek I, dit<br />
voornamelijk m.b.t. de opdrachten van diensten. Het K.B. van 18 juni 1996 (B.S.<br />
dd. 25.06.1996) wijzigt Boek II, dit voornamelijk door tevens verplichtingen op te<br />
nemen voor de opdrachten van diensten en de prijsvragen voor ontwerpen.<br />
Het K.B. van 10 januari 1999 (B.S. 14.01.1999) wijzigt art. 1 m.b.t. het<br />
toepassingsgebied van de wet voor overheidsbedrijven. De wet van 12 augustus<br />
2000 (B.S. 31.08.2000) wijzigt de art. 3 en 6. De wet van 19 juli 2001 (B.S.<br />
28.07.2001) wijzigt de art. 3 en 6. De wet van 21 juni 2002 (B.S. 22.10.2002)<br />
wijzigt art. 4. De programmawet van 8 april 2003 (B.S. 17.04.2003) wijzigt art. 5<br />
m.b.t. het voorwerp van een overheidsopdracht en art. 16 m.b.t. de<br />
gunningscriteria. Er wordt een art. 18bis ingevoegd m.b.t. het nastreven van<br />
sociale en ethische doelstellingen. De programmawet van 22 december 2003 (B.S.<br />
31.12.2003) wijzigt art. 15 m.b.t. de schadeloosstelling. De programmawet van 9<br />
juli 2004 (B.S. 15.07.2004) wijzigt onder meer de bepalingen i.v.m. de informatie<br />
aan niet geselecteerde kandidaten en inschrijvers van wie de offerte als<br />
onregelmatig werd beschouwd of niet werd uitgekozen. De programmawet van 27<br />
december 2004 (B.S. 31.12.2004) wijzigt art. 3 en art. 17 m.b.t. sommige<br />
opdrachten van het ministerie van Landsverdediging. De wet van 15 december<br />
2005 houdende administratieve vereenvoudiging II (B.S. 28.12.2005) wijzigt art.<br />
23 m.b.t. de overdracht van schuldvorderingen.<br />
De wet van 23 december 2005 houdende diverse bepalingen (B.S. 30.12.2005),<br />
wijzigt art. 24 en 27 en voegt een artikel 37bis in m.b.t. de concessieovereenkomst<br />
voor openbare werken.<br />
6
Het K.B. van 23 november 2007 (B.S. 07.12.2007) brengt wijzigingen aan in<br />
artikel 4 van de wet. Er wordt een artikel 25bis ingevoegd. Ook de artikelen 41bis,<br />
41ter, 48 en 57 worden gewijzigd. Er wordt een nieuw artikel 63bis ingevoegd.<br />
Bijlage 2A5 wordt gewijzigd. De uitzondering voor spraaktelefonie, telex,<br />
radiotelefonie, semafoon- en satellietdiensten geldt niet meer voor de<br />
overheidsopdrachten boven de drempel van Europese bekendmaking. Deze<br />
diensten kunnen voortaan in mededinging worden gesteld.<br />
In 2008 werd de wet 2 maal gewijzigd:<br />
- art. 21 bis werd gewijzigd m.b.t. de informatieplicht en de voorschriften<br />
betreffende de wachttermijn („stand-still‟) door de wet van 8.06.2008 houdende<br />
diverse bepalingen (II) (B.S. 16.06.2008)<br />
- art. 3 werd beperkt gewijzigd (wet 22.12.2008 houdende diverse bepalingen (I)<br />
– B.S. 29.12.2008).<br />
In 2009 werd de wet 2 maal gewijzigd:<br />
- art 21 bis en, voor de speciale sectoren, art. 41 bis werden gewijzigd m.b.t. de<br />
informatieplicht en wat betreft de raamcontracten (speciale sectoren), alsook de<br />
bijlagen 1 en 2 bij de wet door het K.B. d.d. 29.09.2009 (B.S. 2.10.2009, 2 e ed.)<br />
- een boek II-bis (art. 65/1 – 65/35) werd ingevoegd bij wet 23.12.2009 (B.S.<br />
28.12.2009, 3 e ed.): motivering, informatie en rechtsmiddelen inzake<br />
overheidsopdrachten. Opheffing van de art. 21 bis, 41 sexies en 62 bis 1 .<br />
De wet heeft een modulaire structuur. Er geldt een afzonderlijk regime voor de<br />
overheidsopdrachten in de "klassieke sectoren" (Boek I - Titels II en III), de<br />
overheidsopdrachten in de "nutssectoren" (Boek I - Titel IV) en sommige<br />
opdrachten van privé-ondernemingen en overheidsbedrijven in de "nutssectoren"<br />
(Boek II).<br />
Als het voorwerp van een overheidsopdracht of een opdracht betrekking heeft op<br />
meerdere werkzaamheden, moeten de regels gevolgd worden die van toepassing<br />
zijn op de werkzaamheden waarvoor die opdracht hoofdzakelijk bedoeld is. Als<br />
het onmogelijk is om deze hoofdzaak vast te stellen, gelden de strengste regels<br />
(eerst titel II van boek I, gevolgd door boek IV van hetzelfde boek I, vervolgens<br />
boek II). 2<br />
1.2.2. K.B. van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van<br />
werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S.<br />
26.01.1996).<br />
Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek I, titels II en III van de wet. Deze titels<br />
van Boek I en dit K.B. zijn van toepassing op de overheidsopdrachten in de<br />
"klassieke sectoren" en de concessies voor openbare werken 3 . Het<br />
uitvoeringsbesluit behandelt de procedure die leidt tot de gunning.<br />
Dit K.B. werd reeds op verschillende punten gewijzigd. Eerst door het K.B. van 8<br />
1 Wet 23.12.2009 werd per 25.02.2010 in werking gesteld (K.B. 10.02.2010 – B.S. 16.02.2010).<br />
2 Wet 24.12.1993, art. 65bis<br />
3 Wet 24.12.1993, art. 1<br />
7
november 1998 (B.S. 13.11.1998). Vervolgens door het K.B. van 25 maart 1999<br />
(B.S. 09.04.1999). Dan achtereenvolgens door het M.B. van 8 februari 2000 (B.S.<br />
15.02.2000), het K.B. van 20 juli 2000 (B.S. 30.08.2000), het M.B. van 4<br />
december 2001 (B.S. 19.12.2001), het K.B. van 22 april 2002 (B.S. 30.04.2002),<br />
het M.B. van 17 december 2003 (B.S. 23.12.2003), het K.B. van 18 februari 2004<br />
(B.S. 27.02.2004), het K.B. van 29 februari 2004 (B.S. 08.03.2004), de<br />
programmawet van 09 juli 2004 (B.S. 15.07.2004) en het K.B. van 20 juli 2005<br />
(B.S. 22.08.2005), het M.B. van 20 december 2005 (B.S. 23.12.2005) en het K.B.<br />
van 12 januari 2006 (B.S. 27.01.2006).<br />
In de loop van 2007, 2008, 2009 en 2010 werd het K.B. van 8 januari 1996<br />
gewijzigd door het K.B. van 23 november 2007 (B.S. 07.12.2007), het M.B. van<br />
17.12.2007 (B.S. 20.12.2007), het K.B. van 31 juli 2008 (B.S. 18.08.2008), het<br />
K.B. van 29.09.2009 (B.S. 2.10.2009, 2 e ed.), het M.B. van 14.12.2009 (B.S.<br />
17.12.2009) en het K.B. van 10.02.2010 (B.S.16.02.2010).<br />
1.2.3. K.B. van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming<br />
van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en<br />
postdiensten.<br />
Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek I, titel IV van de wet.<br />
Voornoemde titel IV van Boek I en dit K.B. zijn van toepassing op de<br />
overheidsopdrachten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten; dit<br />
zowel voor de opdrachten van de meeste "aanbestedende overheden", als voor<br />
deze van de overheidsbedrijven als ze betrekking hebben op hun taken van<br />
openbare dienst. Bijv. intercommunales voor de water- en elektriciteitsverdeling,<br />
NMBS, De Lijn. 4<br />
1.2.4. K.B. van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese<br />
Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen<br />
en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten (B.S.<br />
25.06.1996).<br />
Dit K.B. is een uitvoeringsbesluit bij Boek II van de wet.<br />
Boek II en dit K.B. zijn van toepassing op:<br />
- privé-ondernemingen ("aanbestedende diensten") die bijzondere of uitsluitende<br />
rechten genieten, wanneer zij bepaalde werkzaamheden uitoefenen in de<br />
"nutssectoren" 5 .<br />
Bijv. nv Electrabel, nv Distrigas, BATC;<br />
- overheidsbedrijven, voor opdrachten in de "nutssectoren", die geen betrekking<br />
hebben op hun taken van openbare dienst 6 .<br />
Bijv. NMBS, De Lijn;<br />
4 Wet 24.12.1993, art. 2 en 26<br />
5 Wet 24.12.1993, art. 47 § 1<br />
6 Wet 24.12.1993, art. 63<br />
8
- de meeste "aanbestedende overheden", voor opdrachten m.b.t. productie van<br />
elektriciteit 7 .<br />
Het toepassingsgebied van Boek II en het desbetreffende uitvoeringsbesluit, is<br />
beperkt tot de opdrachten van werken, leveringen en diensten, waarvan de<br />
geraamde bedragen gelijk zijn aan of hoger liggen dan de drempelbedragen voor<br />
de Europese mededingingsregels in de nutssectoren. 8 .<br />
1.2.5. K.B. van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />
de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S.<br />
18.10.1996).<br />
Dit K.B. is van toepassing op zowel de "klassieke" overheidsopdrachten en<br />
concessies van openbare werken (Boek I, titel II en III van de wet), als de<br />
overheidsopdrachten in de "nutssectoren" (Boek I, titel IV van de wet).<br />
Dit besluit regelt de uitvoeringsfase van de opdrachten.<br />
De Algemene aannemingsvoorwaarden zijn als bijlage bij het K.B. van 26<br />
september 1996 gevoegd. Hoofdstuk I bevat de bepalingen die toepasselijk zijn op<br />
alle opdrachten. Hoofdstuk II bestaat uit 3 afdelingen, nl. voor werken, voor<br />
leveringen en voor diensten.<br />
Het K.B. van 14 oktober 1998 (B.S. 27.10.1998), het K.B. van 15 februari 1999<br />
(B.S. 24.02.1999), het K.B. van 29 april 1999 (B.S. 19.05.1999), het K.B. van 20<br />
juli 2000 (B.S. 30.08.2000), het K.B. van 4 juli 2001 (B.S. 10.07.2001), het K.B.<br />
van 22 april 2002 (B.S. 30.04.2002) en het K.B. van 17 december 2002 (B.S.<br />
21.12.2002), het K.B. van 18 februari 2004 (B.S. 27.02.2004) en het K.B. van<br />
31.07.2008 (B.S. 18.08.2008), wijzigen het K.B. van 26 september 1996 en/of de<br />
Algemene aannemingsvoorwaarden.<br />
1.2.6. Omzendbrieven<br />
7 Wet 24.12.1993, art. 63<br />
8 K.B. 18.06.1996, art. 2<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 2 december 1997 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Lijst van de diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet<br />
van 24 december 1993 (B.S. 13.12.1997).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 3 december 1997 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Financiële diensten bedoeld in categorie 6 van bijlage 2<br />
bij de wet van 24 december 1993: bank- en beleggingsdiensten en<br />
verzekeringsdiensten (B.S. 13.12.1997).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 4 december 1997 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Toegang van ondernemingen van derde landen ten<br />
aanzien van de Europese Gemeenschap tot de overheidsopdrachten (B.S.<br />
13.12.1997).<br />
9
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 10 februari 1998 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Kwalitatieve selectie van de aannemers, leveranciers en<br />
dienstverleners (B.S. 13.02.1998).<br />
- Omzendbrief BA-98/04 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />
23 juni 1998 - Aanvullende omzendbrief voor de gemeenten, de provincies en<br />
de OCMW's aangaande sommige financiële diensten en andere aanbevelingen<br />
betreffende enige toepassingsproblemen i.v.m. de wetgeving op de<br />
overheidsopdrachten (B.S. 23.07.1998).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 18 november 1998 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> Euro - overgangsperiode van 1 januari 1999 tot 31<br />
december 2001 (B.S. 20.11.1998).<br />
- Omzendbrief BA-98/10 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />
24 november 1998 - Uitvoering van het kwalitatief sectoraal akkoord 95-96 -<br />
invoering tewerkstellingsparagraaf bij overheidsopdrachten (B.S. 23.12.1998).<br />
- Omzendbrief BA-99/03 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />
23 maart 1999 - Tweede omzendbrief aangaande sommige financiële diensten:<br />
annaliteit van de begroting - gevolgen voor herhalingsopdrachten (B.S.<br />
15.04.1999).<br />
- Omzendbrief van de Minister van Mobiliteit en Vervoer van 28 maart 2001 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> voor aanneming van werken - Kwalitatieve selectie van<br />
aannemers (B.S. 07.04.2001).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 28 juni 2001 - <strong>Overheidsopdrachten</strong> -<br />
Overschakeling op de euro op het einde van de overgangsperiode (B.S.<br />
10.07.2001).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister en de Minister van Mobiliteit en Vervoer<br />
van 28 februari 2002 – Gebruik van voertuigen behorend tot de categorieën N2<br />
en N3 (B.S. 20.03.2002).<br />
- Officieel bericht – <strong>Overheidsopdrachten</strong> – Verplicht gebruik van de<br />
standaardformulieren voor de opdrachten onderworpen aan de Europese<br />
bekendmaking (B.S. 15.09.2003).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 10 december 2003 –<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> onderworpen aan de Europese bekendmaking.<br />
Lessen te trekken uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EG (B.S.<br />
15.12.2003).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 25 mei 2004 – Gevolgen van de<br />
prijsstijging van het staal (B.S. 28.05.2004).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 23 juni 2004 – <strong>Overheidsopdrachten</strong> –<br />
Verbod om in de bepalingen van een opdracht technische specificaties op te<br />
10
nemen die het gewone verloop van de mededinging beperken of uitsluiten (B.S.<br />
25.06.2004).<br />
- Omzendbrief OW 2004/1 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van<br />
12 juli 2004 betreffende de gevolgen van de prijsstijgingen van bepaalde<br />
categorieën van staal (betonstaal, damplanken en buispalen) (B.S. 26.07.2004).<br />
- Omzendbrief P&O/DO/1 van 27 januari 2005 – Implementatie van het<br />
duurzame ontwikkelingsbeleid bij de overheidsopdrachten van leveringen<br />
gelanceerd door aanbestedende overheden van de federale overheid die behoren<br />
tot de klassieke sectoren (B.S. 04.02.2005).<br />
- Omzendbrieven BA-2005/1 en BA-2005/2 van het ministerie van de Vlaamse<br />
Gemeenschap van 25 februari 2005 – Toepassing van het decreet van 7 mei<br />
2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende<br />
erediensten, georganiseerd op gemeentelijk niveau (BA-2005/1) of op<br />
provinciaal niveau (BA-2005/2) (B.S. 25.03.2005).<br />
- Omzendbrief OVO 2004/1 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
van 20 mei 2005 – Gevolgen van de prijsstijging van ferrometalen (staal) en<br />
ruw gietijzer (B.S. 24.06.2005).<br />
- Omzendbrief P & O/DO/2 van 18 november 2005 betreffende het<br />
aankoopbeleid van de federale overheid ter bevordering van het gebruik van<br />
duurzaam geëxploiteerd hout (B.S. 09.02.2006).<br />
- Omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 juli 2006<br />
betreffende de contractuele verbintenissen tussen aanbestedende overheden<br />
(B.S. 13.10.2006).<br />
- Omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 september 2006<br />
aan de OCMW‟s in verband met sommige financiële diensten in het kader van<br />
de toepassing op de wet van 24 december 1993 betreffende de<br />
overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken en leveringen (B.S.<br />
19.10.2006).<br />
- Omzendbrief MOW/2006/01 van de Vlaamse Overheid van 15 september 2006<br />
betreffende het berekenen van de uurkost van aannemersmateriaal volgens de<br />
kostenschaal CMK-2003 (B.S. 06.10.2006).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 27 november 2006 - Gevolgen van de<br />
prijsstijgingen van de non-ferrometalen (B.S. 01.12.2006).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 8 december 2006 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Verbod om in de bepalingen van een opdracht<br />
technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededeling<br />
beperken of uitsluiten. - Technische specificaties van microprocessoren in het<br />
kader van informaticaopdrachten (aanschaf van computersystemen). -<br />
Aanvulling bij de omzendbrief van 23 juni 2004 (B.S. 15.12.2006).<br />
11
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 23 april 2007 - <strong>Overheidsopdrachten</strong> -<br />
Administratieve vereenvoudiging - Impliciete verklaring op erewoord<br />
betreffende de persoonlijke toestand in het kader van de kwalitatieve selectie<br />
(B.S. 27.04.2007).<br />
- Omzendbrief BZ-OVO-07-01 van de Vlaamse Overheid van 31 mei 2007<br />
betreffende <strong>Overheidsopdrachten</strong> - Vereenvoudiging van formaliteiten -<br />
Techniek van de impliciete verklaring op erewoord bij toepassing van de<br />
artikelen 17, 43 en 69 van het K.B. van 8.01.1996 (B.S. 21.09.2007).<br />
- Omzendbrief LNE/2007/1 van de Vlaamse Overheid van 14 september 2007<br />
betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten - “in house” -<br />
aanbestedingen - implicaties van het gelijkheidsbeginsel bij toekennen van<br />
overheidsopdrachten (B.S. 04.10.2007).<br />
- Omzendbrief van de Eerste Minister van 18 december 2007 -<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Veiligheids- en<br />
gezondheidsplan - praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die<br />
in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25<br />
januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bij de offerte<br />
moeten worden gevoegd.<br />
- Omzendbrief (s.d.) van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
betreffende duurzame overheidsaankopen (B.S. 15.04.2008).<br />
- Omzendbrief van de Eerste minister van 25.06.2008 (B.S. 30.06.2008)<br />
betreffende de verplichte bekendmaking van een aankondiging van geplaatste<br />
opdracht bij Europese bekendmaking.<br />
- Omzendbrief van de Vlaamse Overheid - bestuurszaken - financiering met<br />
projectbeheer - promotieopdracht van werken (B.S. 03.09.2008).<br />
- Omzendbrief van de Vlaamse Gemeenschap (MOW 2008/01) m.b.t. de<br />
gevolgen van prijsstijgingen van ferrometalen en ruw gietijzer (B.S.<br />
29.09.2008).<br />
- Omzendbrief van de Eerste minister betreffende de toepassing van een nieuwe<br />
CPV-nomenclatuur vanaf 15.09.2008 (B.S. 02.09.2008).<br />
- Omzendbrief s.d. MOW 2008/04 m.b.t. de gevolgen van de prijsstijgingen van<br />
petroleumbitumen bij de aanleg van bitumineuze wegverhardingen (B.S.<br />
28.10.2008).<br />
- Advies d.d. 9.06.2008 van de commissie overheidsopdrachten betreffende de<br />
financiering met projectbeheer in het licht van de wetgeving<br />
overheidsopdrachten (B.S.20.06.2008).<br />
12
- Advies d.d. 1.08.2008 van de commissie overheidsopdrachten betreffende<br />
registratie – hoofdelijk aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden<br />
van de aannemer (B.S. 01.08.2008).<br />
- Aanvullend advies van de commissie overheidsopdrachten betreffende<br />
registratie – aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden van een<br />
aannemer (B.S. 19.02.2009).<br />
- Omzendbrief d.d. 23.02.2009 (BZ – OVO – 09 – 01) van de Vlaamse overheid<br />
m.b.t. de gevolgen van de prijsstijgingen van petroleumbitumen bij de aanleg<br />
van bitumineuze wegverhardingen (B.S. 11.03.2009).<br />
- Omzendbrief d.d. 12.03.2009 van de eerste minister betreffende<br />
betalingstermijnen en verwijlintresten (B.S. 16.03.2009).<br />
1.2.7. Samenvatting<br />
De regionale en lokale besturen worden voornamelijk geconfronteerd met de<br />
reglementering voor de overheidsopdrachten in de "klassieke" sectoren en de<br />
concessies voor openbare werken:<br />
- Wet van 24.12.1993, Boek I, titel II en III; boek II-bis;<br />
- K.B. van 08.01.1996 (procedure voor de gunning);<br />
- K.B. van 26.09.1996 (uitvoering van de opdracht).<br />
Uitzonderlijk dienen de regionale en lokale besturen (voornamelijk<br />
intercommunales) de reglementering voor de "nutssectoren" toe te passen.<br />
In de regel zal dan het regime overheidsopdrachten toepasselijk zijn:<br />
- Wet van 24.12.1993, Boek I, titel IV;<br />
- K.B. van 10.01.1996 (procedure voor de gunning);<br />
- K.B. van 26.09.1996 (uitvoering van de opdracht).<br />
Enkel voor de productie van elektriciteit is het regime "privé-ondernemingen" van<br />
toepassing voor de regionale en lokale besturen:<br />
- Wet van 24.12.1993, Boek II;<br />
- K.B. van 18.06.1996.<br />
1.3. Erkenning van aannemers<br />
De erkenningswetgeving beoogt garanties te bieden voor de financiële draagkracht<br />
(namelijk met een indeling in klassen) en de technische deskundigheid (namelijk met<br />
een indeling in categorieën en ondercategorieën) van de uitvoerders van opdrachten van<br />
werken.<br />
Deze wetgeving is van toepassing als het toewijzingsbedrag 75.000,00 euro (excl.<br />
BTW) overschrijdt voor de in categorieën en 50.000,00 euro (excl. BTW) voor de in<br />
ondercategorieën ingedeelde werken.<br />
13
Deze wetgeving bestaat uit:<br />
- Wet van 20 maart 1991 houdende de regeling van de erkenning van aannemers van<br />
werken.<br />
- K.B. van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen<br />
van de wet van 20 maart 1991.<br />
- M.B. van 27 september 1991 betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een<br />
voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning, of bij de beoordeling van de<br />
bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, par. 1, van de Wet van 20 maart 1991,<br />
voor te leggen documenten.<br />
- M.B. van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken<br />
volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning<br />
van aannemers.<br />
1.4. Registratie van aannemers<br />
- K.B. van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406<br />
van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB) en van artikel 30bis van de<br />
wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944<br />
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S. 31.12.1998). Deze<br />
bepalingen werden gewijzigd door de Programmawet van 27.04.2007 en de wet van<br />
27.12.2007 houdende diverse bepalingen (I). Het uitvoerend K.B. van 27.12.2007<br />
verscheen in het B.S. van 31.12.2007 (4 e editie). De wijzigingen zijn het gevolg van<br />
een arrest van het Hof van Justitie in de zaak Eur. Commissie t/België (09.11.2006,<br />
zaak c - 433/04).<br />
Principes van de nieuwe wetgeving<br />
- M.i.v. 01.01.2008 beschermt de registratie van de aannemer op het ogenblik van de<br />
gunning van de opdracht de aanbestedende overheid niet langer tegen de hoofdelijke<br />
aansprakelijkheid voor de betaling van de sociale of fiscale schulden van de<br />
medecontractanten. Deze aansprakelijkheid vloeit voort uit het afsluiten van de<br />
overeenkomst zelf met een aannemer, geregistreerd of niet, die zulke schulden heeft.<br />
- Om deze aansprakelijkheid te vermijden dient de overheid, bij elke betaling aan de<br />
aannemer, correct de inhoudingen en stortingen voorzien in art. 30 bis § 4 (W.<br />
27.06.1969) en art. 403 (WIB) te verrichten.<br />
- Registratie wordt niet langer opgelegd als regelmatigheidsvoorwaarde van de offerte.<br />
- Wel blijft het bestaan van sociale of fiscale schulden een uitsluitingsgrond bij<br />
overheidsopdrachten (zie hfst 7 Kwalitatieve selectie) die tot de gunning van de<br />
opdracht kan worden nagegaan.<br />
Uitvoerig: advies commissie overheidsopdrachten (B.S. 01.08.2008) en aanvullend<br />
advies (B.S. 19.02.2009).<br />
Nazicht sociale schulden: databank RSZ op www.socialsecurity.be/attest30biswet/request.do<br />
14
Nazicht fiscale schulden: databank FOD Financiën, rubrieken My Minfin, “U hebt open<br />
toegang tot”: invullen KBO-nummer en aangegeven veiligheidscode. Via “attest tonen”<br />
is een afdruk mogelijk.<br />
1.5. Welzijn op het werk<br />
- Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de<br />
uitvoering van hun werk (BS 18.09.1996); zie in het bijzonder hoofdstuk 4 -<br />
bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf<br />
en hoofdstuk 5 - bijzondere bepalingen betreffende tijdelijke en mobiele<br />
bouwplaatsen.<br />
- K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S.<br />
07.02.2001).<br />
1.6. Burgerlijk recht<br />
- Burgerlijk wetboek, zie in het bijzonder de artikelen 1792 en 2270 (tienjarige<br />
aansprakelijkheid), artikel 1798 (rechtstreekse vordering arbeiders en<br />
onderaannemers) en art. 2276ter (verjaring beroepsaansprakelijkheid en ereloon<br />
deskundigen). Alsook art. 2244 BW waarbij voortaan de verjaringstermijn van een<br />
vordering tot schadevergoeding ook wordt gestuit ten gevolge van een beroep tot<br />
nietigverklaring bij de Raad van State.<br />
1.7. Inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen<br />
- Wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding<br />
aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten<br />
gevolge van werken op het openbaar domein (B.S. 02.02.2006).<br />
- Diverse K.B.‟s van 10 juni 2006 tot uitvoering van de wet van 3 december 2005<br />
(B.S. 26.06.2006).<br />
- Vanaf 1.01.2009 is er voor de, vanaf dat ogenblik afgesloten overheidsopdrachten,<br />
geen bijdrageplicht meer naar het fonds toe.<br />
15
2.1. Aanbestedende overheden<br />
HOOFDSTUK 2 - Begrippen<br />
_________________________<br />
De reglementering op de overheidsopdrachten in de "klassieke sectoren" (Boek I, titels I,<br />
II, III en V van de wet), is volledig van toepassing op de "aanbestedende overheden" die<br />
opgesomd worden in de wet 9 .<br />
Op het intermediaire en lokale bestuursniveau, zijn dat onder meer:<br />
- de provincies, gemeenten en de verenigingen gevormd door provincies of gemeenten;<br />
- de OCMW's;<br />
- de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën<br />
van de erkende erediensten;<br />
- de polders en wateringen;<br />
- de ruilverkavelingscomités;<br />
- de organismen van openbaar nut<br />
- de publiekrechtelijke verenigingen.<br />
Artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake<br />
gezondheidszorg (gewijzigd door de programmawet van 2 augustus 2002 en uitgevoerd<br />
door het K.B. van 11 mei 2004), bevat een uitzonderingsbepaling voor de toepassing<br />
van de wet op de openbare ziekenhuizen (leveringen en diensten beneden de drempel<br />
van de Europese richtlijnen).<br />
Vallen eveneens onder de toepassing van de reglementering:<br />
- de rechtspersonen die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan<br />
aan de volgende cumulatieve voorwaarden beantwoorden:<br />
a) opgericht zijn met het specifiek doel te voorzien in behoeften van algemeen<br />
belang die niet van industriële of commerciële aard zijn;<br />
b) rechtspersoonlijkheid hebben;<br />
c) onderhevig zijn aan een bijzondere overheidsinvloed (ofwel omdat ze in<br />
hoofdzaak door overheden gefinancierd worden; ofwel omdat die overheden<br />
toezicht hebben op hun beheer; ofwel omdat de directie, of de raad van bestuur, of<br />
de raad van toezicht, voor meer dan de helft door die overheden zijn aangewezen).<br />
De reglementering is tenslotte ook gedeeltelijk van toepassing op sommige<br />
gesubsidieerde opdrachten van werken (en de erop betrekking hebbende diensten) van<br />
privaatrechtelijke personen. Dit mits de subsidie meer dan 50% bedraagt, de opdracht<br />
een waarde heeft van ten minste 135.000 euro excl. BTW en de werken betrekking<br />
hebben op werkzaamheden die voorkomen in klasse 50 groep 502 van de nomenclatuur<br />
bedoeld in bijlage 1 van de wet (water-, spoor- en wegenbouw; cultuurtechnische<br />
werken) of betrekking hebben op bouwwerken voor ziekenhuizen, inrichtingen voor<br />
9 Wet 24.12.1993, art. 4<br />
16
sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, schoolgebouwen andere dan<br />
universiteitsgebouwen en op gebouwen met een administratieve bestemming 10 .<br />
Art. 4, §2, 9 e van de wet wordt gewijzigd wat betreft de privaatrechtelijke universitaire<br />
instellingen:<br />
- opdrachten beneden bedrag Europese bekendmaking: wet enkel van toepassing op de<br />
gesubsidieerde opdrachten van deze instellingen;<br />
- opdrachten vanaf het bedrag Europese bekendmaking: wet volledig van toepassing<br />
indien deze instellingen aan de voorwaarden van art. 4, §2, 8 e voldoen (doel van<br />
algemeen belang, rechtspersoonlijkheid bezitten en voldoen aan de voorwaarden van<br />
hoofdzakelijke financiering of meerderheid in de bestuursorganen of beheer<br />
onderworpen aan het toezicht van of door de overheid).<br />
2.2. Soorten overheidsopdrachten<br />
2.2.1. Opdrachten van werken, leveringen en diensten<br />
De wetgeving op de overheidsopdrachten maakt een onderscheid tussen drie<br />
hoofdsoorten van opdrachten, nl. werken, leveringen en diensten. Een<br />
overheidsopdracht kan meerdere voorwerpen hebben die tezelfdertijd betrekking<br />
kunnen hebben op werken, leveringen en diensten. De wetgeving bevat definities<br />
van die soorten opdrachten.<br />
In titel II van boek I van de wet (overheidsopdrachten "klassieke sectoren") luiden<br />
deze definities als volgt 11 :<br />
- Overheidsopdracht voor het aannemen van werken: de overeenkomst onder<br />
bezwarende titel 12 gesloten tussen een aannemer enerzijds en een<br />
aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft:<br />
* hetzij op de uitvoering, hetzij op de uitvoering samen met het ontwerp van<br />
werken in verband met de in bijlage 1 bij de wet vermelde werkzaamheden<br />
of van een werk,<br />
* hetzij op het laten uitvoeren, met welke middelen ook, van een werk dat aan<br />
de door de aanbestedende overheid vastgestelde eisen voldoet.<br />
Het werk is het resultaat van een geheel van bouwwerkzaamheden of van<br />
wegenbouwkundige werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische<br />
of technische functie te vervullen.<br />
- Overheidsopdracht voor aanneming van leveringen: de overeenkomst onder<br />
bezwarende titel gesloten tussen een leverancier enerzijds en een<br />
aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op de verwerving<br />
door koop- of aannemingsovereenkomst, huur, huurkoop of leasing met of<br />
zonder aankoopoptie van producten. Deze overeenkomst mag bijkomend<br />
werken van aanleg en plaatsing bevatten.<br />
- Overheidsopdracht voor aanneming van diensten: de overeenkomst onder<br />
bezwarende titel gesloten tussen een dienstverlener enerzijds en een<br />
10<br />
Wet 24.12.1993, art. 4 § 4 en K.B. 08.01.1996, art. 1 § 2, 11, 53 § 2 en 63<br />
11<br />
Wet 24.12.1993, art. 5<br />
12<br />
Bezwarende titel: zie artikel 1106 B.W.; elke partij heeft de verplichting om iets te geven of te doen<br />
17
aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op in bijlage 2 bij<br />
de wet vermelde diensten.<br />
Onder het begrip werken valt dus ook het laten uitvoeren van een opdracht door<br />
een andere bouwheer volgens de richtlijnen van het bestuur (promotieopdrachten<br />
en gelijkaardige verrichtingen waardoor iemand zich ertoe verbindt een werk uit te<br />
voeren dat overeenstemt met de wensen van een aanbestedende overheid). Onder<br />
het begrip levering vallen ook alle vormen van roerende leasing, huur en<br />
huurkoop. Onmiddellijke eigendomsoverdracht is dus niet vereist. In de lijst met<br />
diensten vinden we bijvoorbeeld de volgende prestaties: de financiële diensten en<br />
de verzekeringen; computerdiensten; uitgeverij- en drukkerijdiensten; diensten<br />
van juridische aard; bouwkundige diensten; diensten voor het schoonmaken van<br />
gebouwen; hotel- en restauratiediensten.<br />
Een opdracht die diensten omvat en , t.a.v. het hoofdvoorwerp slechts bijkomstige<br />
werken, wordt gegund volgens de dienstenregeling 13 .<br />
2.2.2. Enkele bijzondere overeenkomsten<br />
- Een concessieovereenkomst voor openbare werken is een schriftelijke<br />
overeenkomst onder bezwarende titel met dezelfde kenmerken als een opdracht<br />
van werken, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de uit te<br />
voeren werken bestaat hetzij in uitsluitend het recht om het werk te exploiteren,<br />
hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs 14 .<br />
- Een promotieovereenkomst, is een overheidsopdracht voor aanneming van<br />
werken of van leveringen, die zowel betrekking heeft op de financiering en de<br />
uitvoering van werken of leveringen, als in voorkomend geval, op de studie<br />
ervan of op elke dienstverlening in dat verband 15 16 .<br />
2.2.3. Overeenkomsten die buiten het toepassingsveld vallen<br />
Niet elke overeenkomst onder bezwarende titel, tussen een overheid en een derde,<br />
is een overheidsopdracht.<br />
13 K.B. van 08.01.1996, art. 54<br />
14 de Wet van 24.12.1993, art. 24. In Boek I van de wet van 24.12.1996, is titel III specifiek aan de uitvoe-<br />
ringswijze door middel van een concessie voor openbare werken gewijd. Bijzondere bepalingen inzake de<br />
gunningsprocedures zijn opgenomen in titel VI (art. 123-125) van het K.B. van 08.01.1996.<br />
Aanvullende bepalingen inzake de uitvoeringsregels, zijn terug te vinden in titel III (art. 28-42) van het<br />
K.B. van 26.09.1996<br />
15 Wet 24.12.1993, art. 9. Een promotieovereenkomst valt onder het begrip overheidsopdrachten voor aan-<br />
neming van werken of van leveringen. Boek I - titel II van de wet van 24.12.1993 is van toepassing zoals<br />
op de overige overheidsopdrachten. De basisvoorwaarden om een opdracht voor aanneming van werken<br />
of leveringen te gunnen bij wege van een promotieovereenkomst zijn bepaald in artikel 9 van de wet.<br />
16 Bijzondere bepalingen inzake de gunningsprocedures voor promotieovereenkomsten zijn opgenomen in<br />
art. 21-22 (werken) en 48 (leveringen) van het K.B. van 08.01.1996.<br />
Aanvullende bepalingen inzake de uitvoeringsregels zijn terug te vinden in titel II (art. 11-27) van het<br />
K.B. van 26.09.1996<br />
18
Zo zullen in principe buiten het toepassingsgebied van de reglementering op de<br />
overheidsopdrachten blijven:<br />
- convenanten waarin de voorziene betaling door de overheid te kwalificeren is<br />
als een subsidie;<br />
- domaniale concessies;<br />
- concessies van een openbare dienst;<br />
- verkoop en verhuring van onroerende goederen 17 .<br />
Als een aanbestedende overheid werken, leveringen of diensten laat uitvoeren met<br />
eigen middelen en met eigen personeel, “in regie”, dan is er geen sprake van een<br />
contract met een andere rechtspersoon en is er dus evenmin sprake van de<br />
toepassing van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.<br />
In het verlengde van deze uitzondering voor de uitvoering in regie, geldt de<br />
overheidsopdrachtenreglementering evenmin ten aanzien van bepaalde vormen<br />
van verzelfstandiging. Onder de voorwaarden van het inmiddels welgekende<br />
Teckal-arrest van het Europese Hof van Justitie, is een overheid inderdaad niet<br />
verplicht om de wetgeving overheidsopdrachten toe te passen wanneer zij<br />
bepaalde taken om budgettaire en beheerskundige redenen toevertrouwt aan een<br />
afzonderlijke entiteit. Om onder deze uitzondering van de zogenaamde “in<br />
house”-aanbestedingen te vallen, moeten twee belangrijke voorwaarden voldaan<br />
zijn:<br />
a) de aanbestedende overheid moet op die afzonderlijke entiteit een toezicht<br />
uitoefenen zoals op zijn eigen diensten<br />
en<br />
b) die afzonderlijke entiteit moet het merendeel van zijn werkzaamheden<br />
verrichten ten behoeve van de aanbestedende overheid (overheden) die hem<br />
beheerst (beheersen).<br />
Ook als een contract niet onder het toepassingsgebied van de<br />
overheidsopdrachtenreglementering valt, moet de aanbestedende overheid<br />
sommige beginselen respecteren bij het vaststellen van de voorwaarden en het<br />
sluiten van een overheidscontract. De volgende beginselen zijn belangrijk:<br />
gelijkheidsbeginsel en transparantie. Uit het transparantiebeginsel volgt dat een<br />
passende mate van openbaarheid zal moeten nageleefd worden. Het<br />
gelijkheidsbeginsel laat geen discriminerende voorwaarden toe 18 .<br />
17 Voor toelichting omtrent patrimoniale contracten, zie onder meer: A.W. Vranckx, H. Coremans, J. Dujardin,<br />
Beheer over de onroerende goederen van openbare rechtspersonen, Die Keure.<br />
18 Zie Rondzendbrief LNE/2007/1 van 14 september 2007 van de Vlaamse overheid betreffende “in house”aanbestedingen<br />
en de implicaties van het gelijkheidsbeginsel (B.S. 04.10.2007).<br />
19
HOOFDSTUK 3 - Algemene principes<br />
________________________________<br />
3.1. Gelijkheid van de inschrijvers en transparantie van de procedure<br />
Het gelijkheidsprincipe zoals bepaald in artikel 10 van de (gecoördineerde) grondwet<br />
wordt toegepast zowel op de procedure tot het gunnen van een overheidsopdracht als op<br />
de uitvoering van de opdracht.<br />
Alle inschrijvers moeten op een gelijke wijze behandeld worden tijdens de<br />
gunningsprocedure. De aanbestedende overheid mag bijvoorbeeld bij een<br />
heraanbesteding het bestek niet zo wijzigen dat hij een bepaalde inschrijver<br />
bevoordeligt.<br />
De gelijkheid tussen de inschrijvers mag evenmin geschonden worden na de gunning,<br />
tijdens de uitvoering. Dit is bijvoorbeeld het geval als een opdracht onmiddellijk na de<br />
toewijzing grondig wordt gewijzigd tegen nieuw overeengekomen prijzen.<br />
De Europese richtlijn 2004/18/EG van het Europees parlement en de Raad van 31 maart<br />
2004, formuleert in artikel 2 de volgende beginselen van het plaatsen van<br />
overheidsopdrachten: "Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op gelijke en<br />
niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun handelen."<br />
3.2. Forfaitaire prijsbepaling<br />
3.2.1. Principe<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> worden in principe gegund op een forfaitaire grondslag 19 .<br />
Dit betekent dat de overeengekomen prijs vast is en niet meer mag gewijzigd<br />
worden tijdens de uitvoering van de opdracht. De aannemer moet zijn prijs<br />
bepalen, rekening houdende met alle kosten die hij kan voorzien en die<br />
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht.<br />
Voor de aannemer van werken dekt het forfait ook zijn verplichtingen tot en met<br />
de definitieve oplevering en zijn tienjarige aansprakelijkheid 20 .<br />
3.2.2. Vormen van forfaitaire prijsbepaling<br />
Het forfaitair karakter van de prijs kan verschillende vormen aannemen. Op grond<br />
van de prijsbepaling maakt de wetgeving een onderscheid tussen de volgende<br />
forfaits 21<br />
- de opdracht voor een globale prijs, dit is de opdracht waarvoor één forfaitaire<br />
prijs het geheel van de prestaties dekt of die uitsluitend forfaitaire posten bevat;<br />
19 Wet 24.12.1993, art. 1<br />
20 A.A.V. 26.09.1996, art. 39<br />
21 K.B. 08.01.1996, art. 86<br />
20
- de opdracht volgens prijslijst, dit is de opdracht waarvan de eenheidsprijzen<br />
van de posten forfaitair zijn; de hoeveelheden zijn niet vast maar worden als<br />
vermoedelijke hoeveelheid opgegeven; de te betalen prijs is de eenheidsprijs,<br />
vermenigvuldigd met de werkelijke hoeveelheid;<br />
- de gemengde opdracht die een combinatie is van forfaitaire posten en posten<br />
volgens prijslijst.<br />
3.2.3. Uitzondering: opdrachten zonder forfaitaire prijsbepaling<br />
Mogen zonder forfaitaire prijsbepaling toegewezen worden 22 :<br />
- opdrachten die ingewikkeld zijn of die een nieuwe techniek benutten, met<br />
belangrijke technische risico's en waarvan niet alle uitvoeringsvoorwaarden en<br />
verplichtingen vooraf kunnen bepaald worden;<br />
- opdrachten tot spoedeisende werken, leveringen en diensten, ten gevolge van<br />
buitengewone en onvoorziene omstandigheden, en waarvan de aard en de<br />
uitvoeringsmodaliteiten moeilijk kunnen worden omschreven.<br />
Deze opdrachten worden gegund 23 :<br />
- hetzij op grond van werkelijke uitgaven; de uitgevoerde prestaties worden dan<br />
betaald na controle van de kostprijzen en de daarop als winst toegepaste<br />
verhogingen; welke kostenbestanddelen aangerekend mogen worden, hoe deze<br />
worden berekend en de winstpercentages moeten in dit geval vooraf<br />
contractueel worden vastgelegd;<br />
- hetzij eerst tegen voorlopige prijzen en vervolgens tegen forfaitaire prijzen,<br />
zodra de voorwaarden van de opdracht goed gekend zijn;<br />
- hetzij deels op grond van werkelijke uitgaven, deels tegen forfaitaire prijzen.<br />
3.2.4. Correcties op het principe van het forfait<br />
- Prijsherziening<br />
22 Wet 24.12.1993, art. 7 § 2<br />
23 K.B. 08.01.1996, art. 86 en 87<br />
24 Wet 24.12.1993, art. 7 § 1<br />
De prijzen van een overheidsopdracht kunnen aangepast worden uit hoofde van<br />
bepaalde economische of sociale factoren. Om dergelijke herziening mogelijk<br />
te maken, moet een berekeningswijze vastgelegd worden in de overeenkomst of<br />
in het bestek (herzieningsformule). Deze herziening moet tegemoet komen aan<br />
de prijsevolutie van de bijzonderste componenten van de kostprijs 24 .<br />
Voor de opdrachten voor aanneming van werken moet de opdracht in principe<br />
in een prijsherziening voorzien op basis van de lonen en de sociale lasten; zij<br />
21
kan ook een prijsherziening inhouden voor andere elementen zoals de<br />
materialenprijzen 25 .<br />
Voor de opdrachten voor aanneming van leveringen en diensten kan het bestek<br />
in een prijsherziening voorzien op basis van de lonen, sociale lasten, prijzen<br />
van grondstoffen of wisselkoersen en dergelijke 26 .<br />
- Wijzigingsbevoegdheid van de aanbestedende overheid<br />
Het bestuur is gerechtigd om eenzijdig de opdracht te wijzigen 27 .<br />
Het voorwerp van de opdracht mag echter door dergelijke wijziging niet<br />
fundamenteel veranderen.<br />
Een aannemer van werken is slechts verplicht die wijzigingen uit te voeren,<br />
mits de waarde van de bijwerken, 50% van het bedrag van de oorspronkelijke<br />
opdracht niet overschrijdt 28 .<br />
De aannemer mag zelf niet afwijken van de essentiële bepalingen van de<br />
opdracht, tenzij een met redenen omklede beslissing van de aanbestedende<br />
overheid dit toelaat 29 .<br />
- Onvoorziene omstandigheden en fouten<br />
Begrippen<br />
Met fouten zijn bedoeld: nalatigheden, vertragingen of andere feiten toe te<br />
schrijven aan één van beide partijen of haar personeel, die oorzaak zijn van een<br />
vertraging of een nadeel voor de andere partij 30 .<br />
De beoogde omstandigheden zijn niet te wijten aan een fout van één van de<br />
partijen en moeten voldoen aan de volgende criteria: de aannemer kon ze niet<br />
voorzien op het ogenblik van het indienen van de offerte of de gunning van de<br />
opdracht; hij kon ze niet ontwijken; hij kon de gevolgen ervan niet verhelpen<br />
alhoewel hij al het nodige daarvoor heeft gedaan 31 ; de omstandigheden hebben<br />
een abnormaal karakter en vallen niet binnen de normale aannemingsrisico's.<br />
Gevolgen 32<br />
In geval van fouten van de aanbestedende overheid, kan de aannemer aanspraak<br />
maken op:<br />
- verlenging van de uitvoeringstermijn;<br />
- herziening of verbreking van de opdracht;<br />
- schadevergoeding.<br />
25 A.A.V. 26.09.1996, art. 13 § 1<br />
26 A.A.V. 26.09.1996, art. 13 § 2<br />
27 K.B. 26.09.1996, art. 7<br />
28 A.A.V. 26.09.1996, art. 42<br />
29 K.B. 26.09.1996, art. 8; een gemotiveerde beslissing is niet vereist voor opdrachten waarvan de waarde niet<br />
hoger is dan 5.500,00 euro excl. BTW<br />
30 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 § 1<br />
31 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 § 2,1°<br />
32 A.A.V. 26.09.1996, art. 16 en 17<br />
22
3.3. Mededinging<br />
3.3.1. Principe<br />
Fouten van de aannemer, geven de overheid recht op:<br />
- herziening of verbreking van de opdracht;<br />
- schadevergoeding.<br />
Bij de hierboven vermelde omstandigheden kan de aannemer vragen om:<br />
- verlenging van de uitvoeringstermijn;<br />
- herziening of verbreking van de overeenkomst, als hij een zeer belangrijk<br />
nadeel heeft geleden.<br />
In geval van dergelijke omstandigheden, kan de overheid om herziening van de<br />
opdracht vragen, als de aannemer een zeer belangrijk voordeel heeft genoten.<br />
Voor het indienen van dergelijke klachten en verzoeken gelden strikte<br />
voorschriften en termijnen, die op straffe van verval moeten nageleefd worden.<br />
<strong>Overheidsopdrachten</strong> worden voor zover mogelijk steeds gegund na<br />
mededinging 33 .<br />
Het is de bedoeling om bedrog en favoritisme bij de keuze van de aannemer te<br />
vermijden en de laagste prijs of de voordeligste offerte te bekomen.<br />
Deze mededinging kan algemeen zijn, nl. bij een openbare aanbesteding of<br />
algemene offerteaanvraag.<br />
Bij de beperkte aanbesteding, de beperkte offerteaanvraag en de<br />
onderhandelingsprocedure met bekendmaking, speelt de mededinging enkel tussen<br />
de kandidaten die het bestuur selecteert na de aankondiging van de opdracht of na<br />
de aankondiging voor de opstelling van een lijst van gegadigden. Enkel bij de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking vooraf (art. 17 § 2 wet 24<br />
december 1993) kan de overheid vrij een aantal kandidaten contacteren zonder<br />
voorafgaande aankondiging.<br />
3.3.2. Voorwaarden ter bescherming van de mededinging<br />
33 Wet 24.12.1993, art. 1<br />
34 Wet 24.12.1993, art. 11<br />
K.B. 08.01.1996, art. 91<br />
Om de mededinging optimaal te laten spelen, bevat de wetgeving een aantal<br />
verbodsbepalingen:<br />
- het verbod van afspraken tussen de inschrijvers 34 . Offertes die het resultaat zijn<br />
van enige handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededinging<br />
kunnen vertekenen, moeten geweerd worden. De uitvoering van opdrachten die<br />
gegund werden ingevolge dergelijke afspraken moet in principe stopgezet<br />
worden (tenzij de bevoegde overheid een gemotiveerde beslissing neemt tot<br />
voortzetting);<br />
23
- de technische specificaties worden door de aanbestedende overheid aangegeven<br />
door verwijzing naar nationale normen waarin de Europese normen zijn<br />
omgezet, door verwijzing naar de Europese technische goedkeuringen, door<br />
verwijzingen naar gemeenschappelijke technische specificaties 35 ; internationale<br />
normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde<br />
technische verwijzingssystemen. Bij ontstentenis: nationale normen, nationale<br />
technische goedkeuringen of specificaties. Elke verwijzing gaat vergezeld van<br />
de woorden “of gelijkwaardig”.<br />
- het verbod om technische specificaties op te leggen die producten van een<br />
bepaalde makelij of een bepaalde herkomst of bijzondere werkwijzen<br />
vermelden, waardoor bepaalde inschrijvers worden bevoordeeld of<br />
uitgeschakeld 36 .<br />
Op deze verbodsbepalingen zijn slechts twee uitzonderingen. Merken,<br />
octrooien, types, of een bepaalde makelij of herkomst mogen opgegeven<br />
worden met de vermelding "of gelijkwaardig", als het onmogelijk is d.m.v.<br />
voldoende nauwkeurige en volstrekt begrijpelijke specificaties het voorwerp<br />
van de opdracht te beschrijven. Technische specificaties kunnen wél opgelegd<br />
worden, als deze onontbeerlijk zijn door het voorwerp van de opdracht;<br />
- het verbod om rechtstreeks of onrechtstreeks tussenbeide te komen bij de<br />
gunning van en het toezicht op de uitvoering van een overheidsopdracht<br />
(verbodsbepalingen en onverenigbaarheden); dit verbod geldt voor iedere<br />
ambtenaar, openbare gezagdrager of ieder ander natuurlijk of rechtspersoon<br />
belast met een openbare dienst, die persoonlijk of via een tussenpersoon<br />
belangen heeft in een van de inschrijvende ondernemingen 37 ;<br />
- andere onverenigbaarheden verbieden ondernemers om een aanvraag tot<br />
deelneming aan of een offerte in te dienen; dit is met name het geval voor<br />
personen die over voorkennis beschikken omdat ze belast geweest zijn met het<br />
onderzoek, de proeven, de studie of de ontwikkeling van werken, leveringen of<br />
diensten. Vooraleer een aanvraag tot deelneming of een offerte om die reden af<br />
te wijzen, moeten de betrokkenen de kans krijgen om te verantwoorden dat zij<br />
geen voordeel genieten die van aard is om de normale spelregels van de<br />
35 K.B. 08.01.1996, art. 83 bis<br />
36 K.B. 08.01.1996, art. 85; omzendbrief dd. 23 juni 2004 van de Eerste Minister – Verbod om in bepalingen<br />
van een opdracht technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededinging<br />
beperken of uitsluiten (B.S. 25.06.2004)<br />
37 De onverenigbaarheden in hoofde van aangestelden van de aanbestedende overheden, is geregeld in<br />
art. 10 van de wet van 24.12.1993. Het belang dat leidt tot een verbod tot tussenkomst bij de gunning en<br />
bij de uitvoering, wordt vermoed te bestaan als voornoemd persoon bloed- of aanverwant is in de rechte<br />
lijn tot de 3 de graad en in de zijlijn tot de 4 de graad met een inschrijver of met iemand die voor rekening<br />
van een inschrijver een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.<br />
Dit belang wordt eveneens vermoed te bestaan als de bedoelde persoon zelf of bij tussenpersoon eigenaar,<br />
mede-eigenaar of werkend vennoot is van, of een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent in een<br />
inschrijvende onderneming. De gevolgen van een melding of vaststelling van zo‟n onverenigbaarheid in<br />
hoofde van een dienstverlener, zijn geregeld in art. 73 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden (A.A.V.).<br />
Aan de zijde van de aanbestedende overheden, moet ook rekening gehouden worden met de kiesheidsregels<br />
voor de mandatarissen, zoals die voorkomen in de organieke wetten. Zie bijvoorbeeld het verbod om<br />
rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan een overheidsopdracht ten behoeve van hun bestuur (art. 27,<br />
§ 2, 3 e , en 51 Gemeentedecreet; art. 27, § 2, 3 e , en 51 Provinciedecreet; art. 245 Strafwetboek).<br />
24
mededinging te vervalsen.<br />
Dit verbod geldt niet als het opmaken van het ontwerp en zijn uitvoering<br />
tegelijkertijd in mededinging worden gesteld. Het verbod geldt evenmin in de<br />
gevallen van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking 38 ;<br />
- het verbod om de opdrachten na de toewijzing in grote mate met een<br />
onderhandelingsprocedure uit te breiden, waardoor een aanzienlijk deel van de<br />
opdracht aan de mededinging wordt onttrokken 39 .<br />
Naast de hierboven vermelde verbodsbepalingen, zijn er ook een aantal<br />
procedures die moeten nageleefd worden om de mededinging te garanderen:<br />
- de bekendmakingsvoorschriften (zie hierna hoofdstuk 6);<br />
- de regels voor de kwalitatieve selectie (zie hierna hoofdstuk 7);<br />
- de wijze waarop offertes moeten opgemaakt worden (zie hierna hoofdstuk 8);<br />
- de regels voor de opening van de offertes (zie hierna hoofdstuk 9);<br />
- de modaliteiten om te komen tot de keuze van de aannemer (zie hierna<br />
hoofdstukken 10 en 11).<br />
3.3.3. Uitzondering<br />
De aanbestedende overheid moet geen beroep doen op de mededinging, als deze<br />
raadpleging onmogelijk is.<br />
Dergelijke opdrachten worden toegewezen met een onderhandelingsprocedure<br />
zonder voorafgaande bekendmaking 40 .<br />
3.4. Betaling voor verstrekte en aanvaarde diensten<br />
3.4.1. Principe en toepassingen<br />
Betalingen mogen alleen gedaan worden voor verstrekte en aanvaarde prestaties 41 .<br />
De prijs van de opdracht wordt betaald, hetzij ineens na de volledige uitvoering<br />
ervan, hetzij wanneer de wet dit toelaat, met betaling in mindering naarmate de<br />
uitvoering van de opdracht vordert en volgens de modaliteiten bepaald in het<br />
bestek 42 .<br />
38<br />
De onverenigbaarheden in hoofde van de ondernemers die wensen deel te nemen aan een procedure, zijn<br />
geregeld in art. 78 van het K.B. van 08.01.1996. De tweede paragraaf bevat gedetailleerde regels over<br />
"gebonden ondernemingen".<br />
39<br />
Uitbreiding van werken en diensten is via een onderhandelingsprocedure slechts mogelijk binnen de perken<br />
van art. 17 § 2, 2°, a van de wet van 24.12.1993.<br />
Voor leveringen zijn de beperkingen gegeven in art. 17 § 2, 3°, b van voornoemde wet.<br />
Bedoelde bepalingen worden toegelicht in hoofdstuk 4<br />
40<br />
Wet 24.12.1993, art. 17 § 2<br />
41 Wet 24.12.1993, art. 8<br />
42 K.B. 26.09.1996, art. 4 § 2<br />
25
De Algemene Aannemingsvoorwaarden bevatten meer uitgewerkte<br />
betalingsmodaliteiten 43 .<br />
Het betalen van voorschotten, voor prestaties die nog geleverd moeten worden, is<br />
in principe verboden 44 .<br />
De opdrachtgever mag niet optreden in de plaats van private kredietinstellingen,<br />
om de aannemers te financieren.<br />
Als een verstrekte en aanvaarde dienst worden echter ook beschouwd, volgens wat<br />
in de overeenkomst is voorzien: de voorraden die zijn aangelegd voor de<br />
uitvoering van de opdracht en die door de aanbestedende overheid zijn<br />
goedgekeurd, zelfs al zijn die materialen en grondstoffen nog niet verwerkt 45 .<br />
3.4.2. Uitzonderingen<br />
In uitzonderlijke gevallen kunnen als provisie toch voorschotten toegestaan<br />
worden 46 :<br />
1° voor opdrachten die in verhouding tot hun prijs, zeer belangrijke investeringen<br />
vergen die uitsluitend voor de uitvoering van die opdrachten bestemd zijn; die<br />
investeringen moeten betrekking hebben op het oprichten van bouwwerken of<br />
installaties, of op de aankoop van materiaal, machines of gereedschappen, of op<br />
de aankoop van octrooien, fabricage- of verbeteringslicenties, of op studies,<br />
proeven, aanpassingen of de bouw van prototypes;<br />
2° voor welbepaalde uitzonderlijke leveringen of diensten die noodzakelijk<br />
moeten worden gesloten met een andere Staat, of met een firma waarmee de<br />
aanbestedende overheid verplicht moet handelen en die voorschotten eist, of<br />
met een bevoorradings- of herstellingsinrichting die door Staten is opgericht, of<br />
tenslotte in het kader van de door verschillende Staten of internationale<br />
instellingen gefinancierde onderzoeksprogramma's.<br />
In het hierboven onder 1° vermelde geval mogen de voorschotten niet meer<br />
bedragen dan 50% van de oorspronkelijke aannemingssom.<br />
43<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 15<br />
44<br />
K.B. 26.09.1996, art. 5, voorziet de uitzonderingen waarbij toch voorschotten kunnen toegestaan worden,<br />
bijvoorbeeld omdat de opdracht bepaalde zeer belangrijke voorafgaande investeringen vergt (zie hierna:<br />
3.4.2.)<br />
45<br />
Wet 24.12.1993, art. 8<br />
46<br />
K.B. 26.09.1996, art. 5 § 1.<br />
Deze voorschotten worden gerecupereerd door afhoudingen op de betalingen in mindering: zie K.B.<br />
26.09.1996, art. 5 § 2<br />
26
4.1. Soorten gunningswijzen<br />
4.1.1. Openbare aanbesteding<br />
HOOFDSTUK 4 - Keuze van de gunningswijze<br />
_______________________________________<br />
Deze gunningswijze heeft de volgende kenmerken 47 :<br />
- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />
nageleefd 48 ;<br />
- de opening van de offertes én de afkondiging van de prijzen gebeurt in het<br />
openbaar;<br />
- op straffe van een forfaitaire schadeloosstelling (nl. 10% van het offertebedrag<br />
zonder BTW) dient de opdracht toegewezen aan de laagste regelmatige<br />
inschrijver.<br />
4.1.2. Beperkte aanbesteding<br />
De beperkte aanbesteding heeft de volgende kenmerken 41 :<br />
- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />
nageleefd 42 ;<br />
- de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt gelijktijdig en schriftelijk<br />
gestuurd aan de gegadigden die de aanbestedende overheid geselecteerd heeft;<br />
- alleen zij die geraadpleegd zijn, mogen een offerte indienen en alleen de<br />
inschrijvers mogen aanwezig zijn bij de opening van de offertes en de<br />
afkondiging van de prijzen;<br />
- op straffe van een forfaitaire schadeloosstelling (nl. 10% van het offertebedrag<br />
zonder BTW) dient de opdracht toegewezen aan de laagste regelmatige<br />
inschrijver.<br />
4.1.3. Algemene offerteaanvraag<br />
Een algemene offerteaanvraag beantwoordt aan de volgende kenmerken 49 :<br />
- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />
nageleefd 42 ;<br />
- de opening van de offertes gebeurt in het openbaar; de prijzen worden niet<br />
afgekondigd;<br />
- de aanbestedende overheid wijst de opdracht toe aan de inschrijver die de<br />
voordeligste regelmatige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de<br />
gunningscriteria die vermeld moeten zijn in het bestek, of eventueel in de<br />
aankondiging van de opdracht. De gunningscriteria moeten betrekking hebben<br />
op het onderwerp van de opdracht, bijvoorbeeld de kwaliteit van de producten<br />
of prestaties, de prijs, de technische waarde, het esthetisch en functioneel<br />
karakter, de milieukenmerken, sociale en ethische overwegingen, de kosten van<br />
het gebruik, de rentabiliteit, de dienst na-verkoop en de technische bijstand, de<br />
leveringsdatum en de termijn van levering of uitvoering.<br />
47 Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 15<br />
48 Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna, hoofdstuk 6<br />
42 Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna hoofdstuk 6<br />
49 Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 16<br />
27
Als de waarde van de overheidsopdracht de Europese drempelbedragen bereikt, is<br />
de weging van elk gunningscriterium de regel. Bijv. via punten, percentages of<br />
andere waarden. Deze weging kan ook uitgedrukt worden binnen een vork met een<br />
minimum en maximum. Indien dergelijke weging onmogelijk is, moeten de<br />
criteria in dalende volgorde van belangrijkheid vermeld worden.<br />
Tenzij anders is bepaald in het bestek, kan de aanbestedende overheid vrije<br />
varianten in overweging nemen. Deze moeten voldoen aan de<br />
minimumvoorwaarden en aan de eisen voor hun indiening, die in het bestek<br />
vermeld staan.<br />
4.1.4. Beperkte offerteaanvraag<br />
Deze gunningswijze vertoont de volgende kenmerken 50 :<br />
- de bekendmakingsvoorschriften die door de Koning zijn bepaald, dienen<br />
nageleefd 51 ;<br />
- de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt gelijktijdig en schriftelijk<br />
gestuurd aan de gegadigden die de aanbestedende overheid geselecteerd heeft;<br />
- alleen zij die geraadpleegd zijn, mogen een offerte indienen en alleen de<br />
inschrijvers mogen aanwezig zijn op de opening van de offertes; de prijzen<br />
worden niet afgekondigd;<br />
- de keuze van de regelmatige offerte die het voordeligst is, gebeurt op dezelfde<br />
wijze als bij een algemene offerteaanvraag (zie hierboven 4.1.3.).<br />
4.1.5. Onderhandelingsprocedure<br />
Bij een onderhandelingsprocedure raadpleegt de aanbestedende overheid, indien<br />
mogelijk, meerdere aannemers, leveranciers of dienstenverleners en onderhandelt<br />
met één of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht 52 .<br />
Deze mogelijkheid om met de inschrijvers te onderhandelen over de contractuele<br />
bepalingen, is het wezenlijk kenmerk van de onderhandelingsprocedure.<br />
Onderhandelingen zijn onmogelijk bij een aanbesteding of offerteaanvraag.<br />
Wanneer het bedrag voor de Europese bekendmaking wordt bereikt, worden bij een<br />
onderhandelingsprocedure (met of zonder bekendmaking) de gunningscriteria<br />
gewogen of worden ze, indien weging onmogelijk is, vermeld in dalende volgorde<br />
van belangrijkheid.<br />
4.1.6. Wedstrijd en prijsvraag voor ontwerpen<br />
Wanneer de overheidsopdracht voor aannemer van werken of leveringen zowel slaat<br />
op het opmaken van een ontwerp als op de uitvoering ervan, kan worden overgegaan<br />
tot een wedstrijd 53 .<br />
50<br />
Wet 24.12.1993, art. 14 en art. 16<br />
51<br />
Voor de verschillende bekendmakingsvoorschriften: zie hierna, hoofdstuk 6<br />
52<br />
Wet 24.12.1993, art. 17 § 1<br />
53<br />
K.B. 08.01.1996, art. 23 (wedstrijd voor werken) en art. 49 (wedstrijd voor leveringen)<br />
28
De kenmerken van de wedstrijd zijn:<br />
- de aanstelling van een jury. De samenstelling en de wijzen van optreden<br />
worden bepaald in het bestek. De jury bestaat minimum uit vijf leden, waarvan<br />
er ten minste één noch behoort tot de aanbestedende overheid, noch tot een<br />
openbaar bestuur.<br />
De leden moeten totaal onafhankelijk zijn van de eventuele deelnemers aan de<br />
wedstrijd en onbetwistbaar deskundig zijn.<br />
- Het bestek somt verplicht alle beoordelingscriteria op volgens het hun<br />
toegewezen belang.<br />
- De aanbestedende overheid gunt de opdracht na advies van de jury. Het bestek<br />
kan bepalen dat de beste ontwerpen, na dit dat gekozen werd voor uitvoering,<br />
aanleiding kunnen geven voor het toekennen van premies. De premies worden<br />
toegekend met verplicht behoud van de rangschikking door de jury. Ze kunnen<br />
ook niet toegekend worden.<br />
- Het bestek bepaalt nauwkeurig de respectieve rechten van de aanbestedende<br />
overheid en de makers van de ontwerpen inzake het bezit en het gebruik ervan.<br />
Voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten, bestaat er een<br />
specifieke wedstrijdformule, namelijk de prijsvraag voor ontwerpen.<br />
Het is een procedure die een aanbestedende overheid toelaat om een plan of een<br />
ontwerp, gekozen door een jury, aan te schaffen 54 .<br />
De kenmerken van de prijsvraag voor ontwerpen zijn:<br />
- De aanstelling van een jury. De samenstelling en de wijzen van optreden<br />
worden bepaald in het bestek.<br />
De jury bestaat uit minimum vijf natuurlijke personen. Ten minste één lid<br />
behoort noch tot de aanbestedende overheid, noch tot een openbaar bestuur.<br />
De leden moeten totaal onafhankelijk zijn van de deelnemers. Ze moeten<br />
onbetwistbaar deskundig zijn. Als de deelnemers een bepaalde<br />
beroepskwalificatie moeten hebben, moeten ten minste 1/3 van de jury over<br />
dezelfde of een gelijkwaardige kwalificatie beschikken.<br />
- Het bestek bepaalt of de jury een beslissings- of adviesbevoegdheid heeft. De<br />
jury handelt in beide gevallen autonoom.<br />
- De prijsvraag moet openstaan voor zowel natuurlijke als rechtspersonen. De<br />
deelneming mag niet beperkt worden tot een lidstaat van de EG of een gedeelte<br />
daarvan.<br />
- Er gelden specifieke bekendmakingsvoorschriften 55 .<br />
54 Wet 24.12.1993, art. 20 en 21<br />
55 K.B. 08.01.1996, art. 75, 76 en 77<br />
29
- De aankondiging of het bestek vermelden zowel de selectiecriteria, als de<br />
beoordelingscriteria en het hun toegewezen belang.<br />
- De selectiecriteria moeten duidelijk en niet discriminerend zijn. In elk geval<br />
moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de<br />
prijsvraag voldoende zijn om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.<br />
- De prijsvraag leidt ofwel tot de gunning van een overheidsopdracht voor<br />
aanneming van diensten 56 ofwel tot de keuze van één of meer ontwerpen met of<br />
zonder toekenning van premies aan de laureaten. Als premies voorzien zijn,<br />
stelt het bestek deze vast. De aanbestedende overheid kan deze premies<br />
verlenen met verplicht behoud van de rangschikking door jury. Ze kunnen ook<br />
niet toegekend worden.<br />
- Het bestek bepaalt nauwkeurig de respectieve rechten van de aanbestedende<br />
overheid en de makers van de ontwerpen inzake het bezit en het gebruik ervan.<br />
- Als het bedrag voor de Europese bekendmaking wordt bereikt, worden de<br />
ontwerpen anoniem aan de jury voorgelegd en wordt de anonimiteit<br />
gerespecteerd tot de beslissing of het advies van de jury bekend is; in elk geval<br />
mag de jury niet eerder kennis nemen van de inhoud van de ontwerpen dan na<br />
het verstrijken van de termijn voor ontvangst ervan; de jury evalueert de<br />
ontwerpen op basis van de beoordelingscriteria; de jury moet een procesverbaal<br />
opstellen; dit proces-verbaal bevat enerzijds de gemaakte keuze en<br />
anderzijds de eventuele vragen tot verduidelijking en opmerkingen; alle leden<br />
van de jury ondertekenen dit proces-verbaal.<br />
- Bij de waardebepaling tellen de bedragen mee van de premies en de betalingen<br />
aan de deelnemers, alsook het bedrag van de (eventueel) uit de prijsvraag<br />
voortvloeiende studieopdracht. Art. 76 van het K.B. 8.01.1996 regelt de<br />
specifieke bekendmakingsvoorwaarden.<br />
- De integriteit en het vertrouwelijk karakter van de door de deelnemers<br />
ingezonden informatie, moet ten allen tijde bewaard worden.<br />
4.2. Keuzemogelijkheid<br />
4.2.1. Aanbesteding en offerteaanvraag<br />
De aanbestedende overheid heeft de vrijheid om te kiezen tussen een openbare of<br />
beperkte aanbesteding en een algemene of beperkte offerteaanvraag 57 .<br />
Deze principiële keuzevrijheid is in de praktijk beperkt door de aard en de<br />
beschrijving van de opdracht.<br />
Zo is een aanbesteding aangewezen als de aanbestedende overheid zelf de<br />
opdracht in het bestek, in detail kan beschrijven. Appreciatie van de aangeboden<br />
56 Wet 24.12.1993, art. 17 § 2, 4°<br />
57 Wet 24.12.1993, art. 13<br />
30
kwaliteit is in zo'n geval uitgesloten; elke inschrijver moet hetzelfde aanbieden nl.<br />
de uitvoeringswijze die is beschreven. De prijs is het enige gunningscriterium. De<br />
beoordeling van de offertes is bijgevolg ook relatief eenvoudig.<br />
Een offerteaanvraag is aangewezen om nieuwe uitvoeringstechnieken aan bod te<br />
kunnen laten komen, of als de aanbestedende overheid in de beschrijving enige<br />
ruimte wil laten, zodat aanbiedingen met verschillende technische kenmerken<br />
mogelijk worden.<br />
Bij een offerteaanvraag hebben de inschrijvers een grotere inbreng in het concept.<br />
Behalve indien het bestek dit verbiedt, kunnen zij zelf vrije varianten aanbrengen.<br />
Precies omdat de inschrijvers elk met een verschillende uitvoeringswijze van het<br />
werk of de dienst of met een eigen product voor de levering een offerte indienen,<br />
kan de prijs geen doorslaggevend gunningscriterium zijn. Het bestek dient daarom<br />
alle criteria op te geven waaraan de offertes zullen getoetst worden. (zie hiervoor:<br />
4.1.3.). Elke offerte zal aan al die criteria (en aan geen andere) moeten getoetst<br />
worden. De beoordeling is dus complexer dan bij de aanbesteding.<br />
4.2.2. Gevallen dat een onderhandelingsprocedure mogelijk is<br />
In tegenstelling tot de principiële vrijheid om te kiezen tussen een (openbare of<br />
beperkte) aanbesteding of een (algemene of beperkte) offerteaanvraag, mogen<br />
opdrachten slechts ingevolge een onderhandelingsprocedure gegund worden in de<br />
gevallen opgesomd in art. 17 van de wet van 24.12.1993 58 .<br />
Art. 17 § 2 bevat de gevallen waarbij er kan gehandeld worden zonder naleving<br />
van een bekendmakingsprocedure bij de aanvang van de procedure doch, indien<br />
mogelijk, na raadpleging van meerdere aannemers, leveranciers of dienstverleners.<br />
Art. 17 § 3 bevat de gevallen waar de bekendmakingsregels wel dienen nageleefd.<br />
In elk van deze paragrafen zijn de gevallen gegroepeerd in reeksen, naargelang de<br />
soorten opdrachten (werken, leveringen en/of diensten) waarop de regeling van<br />
toepassing is.<br />
De gevallen ZONDER BEKENDMAKING VOORAF, zijn de volgende:<br />
* Art. 17 § 2, 1° overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of<br />
diensten:<br />
a) de goed te keuren uitgave overschrijdt niet de bedragen zonder belasting<br />
op de toegevoegde waarde, vastgelegd door de Koning; dit bedrag is<br />
momenteel 67.000 euro; voor de financiële diensten, voor onderzoek en<br />
ontwikkeling en voor juridische diensten is dit bedrag 193.000,00 euro;<br />
bedoeld is het goed te keuren gunningsbedrag en niet de raming; een<br />
opdracht mag niet gesplitst worden om beneden dit bedrag te blijven; om<br />
deze waarde te bepalen gelden in principe dezelfde waarderingsregels als<br />
voor het bepalen van de drempels voor de Europese bekendmaking (zie<br />
hierna: 6.1.1.) 59 ;<br />
58 Wet 24.12.1993, art. 13<br />
59 K.B. 08.01.1996, art. 120. Er gelden uitzonderingsbepalingen voor kleine opdrachten, verdeeld in percelen:<br />
“wanneer percelen voorzien worden in een overheidsopdracht voor aanneming van werken of van diensten<br />
waarvan het geraamde bedrag, zonder BTW, minder bedraagt dan 550.000,00 euro voor de werken en minder<br />
31
) de opdracht heeft betrekking op werken, leveringen of diensten die geheim<br />
verklaard zijn, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere<br />
veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke of<br />
reglementaire bepalingen, of indien de bescherming van de fundamentele<br />
belangen van de veiligheid van het land dit vereist.<br />
Deze bepaling is eveneens van toepassing:<br />
- voor overheidsopdrachten en leveringen en diensten waarop artikel 296<br />
van het verdrag tot oprichten van de Europese Gemeenschap van<br />
toepassing is;<br />
- voor overheidsopdrachten van diensten inzake lucht en maritiem<br />
transport voor de behoeften van het ministerie van Landsverdediging.<br />
c) voor zover strikt noodzakelijk als het dringend karakter voortvloeiend uit<br />
niet te voorziene gebeurtenissen niet toelaat de bij de andere procedures<br />
gestelde termijnen na te leven; de dringende spoed mag in geen geval te<br />
wijten zijn aan de aanbestedende overheid (art. 120 bis, K.B. 8.01.1996).<br />
d) er werden enkel onregelmatige offertes ingediend ingevolge aanbesteding<br />
of offerteaanvraag, of er werden slechts onaanvaardbare prijzen<br />
voorgesteld voor zover:<br />
- de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk<br />
gewijzigd werden en<br />
- de aanbestedende overheid alle inschrijvers raadpleegt die voldoen aan<br />
de minimumeisen op beroeps-, economisch en technisch vlak, zoals<br />
bepaald door de Koning, en die een offerte indienden die aan de formele<br />
eisen van de eerste procedure voldeed;<br />
Enkel de inschrijvers die aan deze voorwaarden voldoen, worden<br />
geraadpleegd in een onderhandelingsprocedure.<br />
e) er werd geen enkele offerte ingediend ingevolge een aanbesteding of een<br />
offerteaanvraag voor zover de oorspronkelijke voorwaarden van de<br />
opdracht niet wezenlijk gewijzigd werden;<br />
f) de werken, leveringen of diensten kunnen omwille van hun technische of<br />
artistieke specificiteit of omwille van de bescherming van exclusieve<br />
rechten, slechts aan een bepaalde aannemer, leverancier of<br />
dienstenverlener toevertrouwd worden.<br />
* Art. 17 § 2, 2° overheidsopdracht voor een aanneming van werken of diensten:<br />
a) aanvullende werken of diensten die noch in het toegewezen<br />
oorspronkelijke ontwerp noch in de eerste gesloten overeenkomst<br />
dan het bedrag bepaald in artikel 53 voor de diensten, kan eveneens een onderhandelingsprocedure zonder<br />
bekendmaking bij de aanvang van de procedure aangewend worden voor die percelen waarvan de individuele,<br />
goed te keuren uitgave de 13.500,00 euro zonder BTW niet overschrijdt, maar voor zover hun samengevoegd<br />
bedrag niet meer bedraagt dan 20% van het samengevoegd bedrag van alle percelen”<br />
32
voorkwamen en die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk<br />
geworden zijn voor de uitvoering van het werk of van de dienst zoals het<br />
beschreven werd, voor zover ze worden toegewezen aan de aannemer die<br />
het werk of de dienst uitvoert, en voor zover het samengevoegde bedrag<br />
van de opdrachten gegund voor de aanvullende werken of diensten niet<br />
hoger ligt dan 50% van het bedrag van de hoofdopdracht:<br />
- wanneer deze werken of diensten, technisch of economisch niet zonder<br />
ernstig bezwaar van de hoofdopdracht kunnen gescheiden worden;<br />
- wanneer deze werken of diensten, alhoewel scheidbaar van de<br />
uitvoering van de hoofdopdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de<br />
vervolmaking ervan;<br />
b) nieuwe werken of diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke<br />
werken of diensten, die aan de aannemer die de eerste opdracht kreeg<br />
toegewezen worden door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde<br />
dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisontwerp en dat<br />
dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht, gegund na<br />
aanbesteding of offerteaanvraag. De mogelijkheid tot aanwending van deze<br />
procedure moet alleszins reeds bij de uitschrijving van de eerste opdracht<br />
vermeld worden. Ze is bovendien beperkt tot een periode van drie jaar na<br />
het gunnen van de oorspronkelijke opdracht 60 .<br />
* Art. 17 § 2, 3° overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen:<br />
a) als de artikelen alleen vervaardigd worden bij wijze van onderzoek,<br />
proefneming, studie of ontwikkeling, en geen massaproductie voorzien is<br />
met het oog op het in omloop brengen van het product in het handelscircuit<br />
of op het opvangen van de kosten die het onderzoek en de ontwikkeling<br />
meebrengen;<br />
b) door de oorspronkelijke leverancier te verrichten bijkomende leveringen<br />
die bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of<br />
installaties voor gewoon gebruik of voor de uitbreiding van bestaande<br />
leveringen of installaties indien bij verandering van leverancier de<br />
aanbestedende overheid zich verplicht zou zien ander technisch materieel<br />
aan te werven dat onverenigbaarheden of buitenmaatse technische<br />
moeilijkheden inzake gebruik en onderhoud met zich meebrengt. De duur<br />
van deze opdrachten evenals van de hernieuwbare mag algemeen genomen<br />
de drie jaar niet overschrijden.<br />
* Art. 17 § 2, 4° overheidsopdracht voor aanneming van diensten:<br />
de dienstenopdracht die volgt op een prijsvraag voor ontwerpen en die,<br />
overeenkomstig de toepasselijke regels, gegund moet worden aan de<br />
laureaat of aan één van de laureaten van de prijsvraag. In dit laatste geval<br />
60 Dergelijke verlengingscontracten zijn niet hetzelfde als clausules van "stilzwijgende verlenging van de<br />
opdracht". In dit laatste geval wordt de oorspronkelijke opdracht immers tegen dezelfde voorwaarden voort-<br />
gezet en is er geen nieuwe toewijzing na een onderhandelingsprocedure<br />
33
moeten alle laureaten uitgenodigd worden om aan de onderhandelingen<br />
deel te nemen.<br />
De gevallen MET BEKENDMAKING VOORAF, zijn de volgende:<br />
* Art. 17 § 3, 1° overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of<br />
diensten:<br />
er werden ingevolge aanbesteding of offerteaanvraag, enkel onregelmatige<br />
offertes ingediend of enkel onaanvaardbare prijzen voorgesteld, voor zover:<br />
- de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk gewijzigd<br />
werden<br />
en<br />
- de aanbestedende overheid niet alle inschrijvers raadpleegt die voldoen aan<br />
de minimumvoorwaarden van beroeps-, economische en technische aard,<br />
bepaald door de Koning en die een offerte ingediend hebben die aan de<br />
formele eisen van de eerste procedure voldeed.<br />
* Art. 17 § 3, 2° overheidsopdracht voor aanneming van werken of diensten:<br />
in uitzonderlijke gevallen werken of diensten waarvan de aard of de onzekere<br />
omstandigheden verhinderen op voorhand een globale prijs vast te stellen.<br />
* Art. 17 § 3, 3° overheidsopdracht voor aanneming van werken:<br />
de werken hebben enkel onderzoek, proefneming of afstelling als doel en niet<br />
het nastreven van rendabiliteit of het dekken van de kosten voor onderzoek en<br />
ontwikkeling.<br />
* Art. 17 § 3, 4° overheidsopdracht voor aanneming van diensten:<br />
4.3. Bevoegde overheid<br />
de aard van de dienst is zodanig dat de specificaties van de opdracht niet<br />
kunnen bepaald worden met voldoende nauwkeurigheid om de toewijzing toe<br />
te laten volgens de procedure van aanbesteding of offerteaanvraag.<br />
In de provincies kiest de provincieraad de wijze waarop de opdrachten voor aanneming<br />
van werken, leveringen en diensten worden toegewezen.<br />
Op deze algemene regel, gelden de volgende twee uitzonderingen:<br />
1) De deputatie is bevoegd voor de opdrachten van dagelijks bestuur, de provincieraad<br />
bepaalt daartoe welke opdrachten als van dagelijks bestuur kunnen beschouwd<br />
worden; de deputatie kan de uitvoering van deze bevoegdheid toevertrouwen aan de<br />
provinciegriffier; zij kan bepalen of de provinciegriffier deze bevoegdheid kan<br />
toevertrouwen aan andere personeelsleden.<br />
2) De deputatie is bevoegd voor de opdrachten die nominatief in het vastgestelde budget<br />
zijn opgenomen als de provincieraad de wijze van gunningen en voorwaarden niet<br />
34
zelf heeft vastgesteld; deze bevoegdheid is niet delegeerbaar naar de<br />
provinciegriffier.<br />
Het vaststellen van de voorwaarden en het kiezen van de gunningswijze voor<br />
opdrachten die niet van dagelijks bestuur zijn en niet nominatief in het budget zijn<br />
vastgesteld, is een niet delegeerbare bevoegdheid van de raad.<br />
Het omschrijven wat als van dagelijks bestuur wordt beschouwd is een niet delegeerbare<br />
bevoegdheid van de raad 61 .<br />
In de gemeenten geldt een identieke bevoegdheidsverdeling als in de provincies (lees:<br />
gemeenteraad in plaats van provincieraad, college van burgemeester en schepenen in<br />
plaats van deputatie, gemeentesecretaris in plaats van provinciegriffier) 62 .<br />
Door het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet, van toepassing<br />
vanaf 1.07.2009, werden bepaalde verduidelijkingen aangebracht. Het betreft<br />
inzonderheid de bevoegdheid van het schepencollege om, bij dwingende en onvoorziene<br />
omstandigheden, zelf de gunningswijze en –voorwaarden vast te stellen. Idem om<br />
uitgaven (en dus ook beslissingen inzake overheidsopdrachten) te verrichten in<br />
dergelijke omstandigheden “wanneer het geringste uitstel onbetwistbaar schade zou<br />
veroorzaken”. Een identieke regeling bevindt zich in het provinciedecreet.<br />
Wat de politiezone betreft, worden in de meergemeentezones de bevoegdheden van de<br />
gemeenteraad uitgeoefend door de politieraad, en deze van het College van<br />
Burgemeester en Schepenen door het politiecollege.<br />
Binnen de OCMW's is de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd om de<br />
gunningswijze te kiezen en de voorwaarden van de opdracht vast te stellen.<br />
De regeling is vervat in het OCMW-decreet (art. 52). Opdrachten die passen binnen het<br />
door de Raad vastgestelde begrip “dagelijks bestuur” of die nominatief in het<br />
vastgestelde budget zijn opgenomen, kunnen (met behoud van toepassing van art. 161<br />
en titel VII van het Decreet) overgedragen worden aan het vast bureau, een bijzonder<br />
comité of aan de secretaris. Art. 52 van het Decreet bevat in fine een regeling van<br />
bevoegdheid in geval van dringende en onvoorziene omstandigheden in hoofde van het<br />
vast bureau of een bijzonder comité, en, in geval van het voorkomen van onbetwistbare<br />
schade door het minste uitstel, in hoofde van de voorzitter. Dit laatste besluit wordt<br />
meegedeeld aan de Raad die er in zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt. 63<br />
Voor de verenigingen van gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens<br />
andersluidende statutaire bepaling) de raad van bestuur bevoegd 64 .<br />
61 e e e e<br />
Artikel 43, §2, 10 en 11 , artikel 57, §3, 5 en 6 en artikel 58 van het provinciedecreet.<br />
62 e e e e<br />
Artikel 43, §2, 10 en 11 , artikel 57, §3, 5 en 6 en artikel 58 van het gemeentedecreet; art. 157 t.e.m. 160 van<br />
het gemeentedecreet.<br />
63<br />
OCMW-decreet, art. 52.<br />
64<br />
Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, artikel 16 en 49.<br />
35
Voor de polders en wateringen is het betrokken bestuur bevoegd 65 .<br />
Het Vlaams decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van<br />
de erkende erediensten, regelt welk bestuursorgaan bevoegd is om de gunningswijze te<br />
kiezen en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten ten behoeve van de erkende<br />
erediensten. Dit is naargelang het geval de kerkraad (rooms-katholiek), de bestuursraad<br />
(protestants, Anglicaans en Israëlitisch), de kerkfabriekraad (orthodox) of het Comité<br />
(Islamitisch).<br />
Dit bestuursorgaan kan die bevoegdheden van opdrachten m.b.t. het dagelijks beheer,<br />
binnen de perken van de op het exploitatiebudget ingeschreven kredieten, delegeren aan<br />
de voorzitter en de secretaris, die samen optreden.<br />
In gevallen van dringende spoed, die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden,<br />
oefenen de voorzitter en secretaris op eigen initiatief die bevoegdheden uit, mits akte te<br />
geven op de eerstvolgende vergadering van de raad.<br />
65 Wet 5 juli 1956 betreffende de wateringen, art. 85<br />
Wet 3 juni 1957 betreffende polders, art. 85.<br />
36
HOOFDSTUK 5 - Vaststellen van de voorwaarden van de opdracht<br />
_________________________________________________________<br />
5.1. Algemeenheden<br />
De uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten worden nader bepaald door 66 :<br />
1° de algemene aannemingsvoorwaarden, vastgesteld in de bijlage bij het K.B. van<br />
26.09.1996;<br />
2° het bestek dat de bijzondere contractuele bepalingen bevat of de documenten die het<br />
vervangen, hierbij het bestek genoemd;<br />
3° alle andere documenten waarnaar het bestek verwijst.<br />
De algemene aannemingsvoorwaarden bevatten de algemene contractuele bepalingen<br />
van de opdracht.<br />
Zij zijn op alle overheidsopdrachten met een geraamd bedrag hoger dan 22.000 euro<br />
(excl. BTW) toepasselijk. Er kan niet van afgeweken worden, dan voor zover de<br />
bijzondere eisen van de beschouwde opdracht dit noodzakelijk maken. Wat die<br />
bijzondere eisten van de opdracht ook zijn, de betalingstermijnen (art. 15 A.A.V.)<br />
mogen in geen geval door het bestek worden verlengd. Vooraan in het bestek moet een<br />
lijst opgenomen worden met de bepalingen waarvan wordt afgeweken.<br />
Sommige afwijkingen moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden 67 .<br />
Indien zij niet in hun geheel toepasselijk worden gemaakt op de opdrachten die lager<br />
geraamd zijn dan 22.000 euro, dan zijn sommige artikelen van de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden toch van toepassing 68 69 .<br />
De algemene aannemingsvoorwaarden zijn helemaal niet van toepassing op opdrachten<br />
waarvan het bedrag gelijk is aan of kleiner is dan 5.500 euro (excl. BTW) 70 .<br />
66 K.B. 26.09.1996, art. 2.<br />
67 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 1. Afwijkingen van de volgende artikelen, moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden<br />
in het bestek: 5 (borgtocht), 6 (verzuim van borgtocht), 7 (rechten op de borgtocht), 10 § 2 (uitgesloten per-<br />
sonen), 15 (betalingen), 16 (klachten en verzoeken), 17 (teruggave boeten), 18 (rechtsvorderingen), 20<br />
(middelen van optreden), 21 (verbreking), 22 (afspraken), 30 § 2 (bescherming bestaande constructies), 36<br />
(lonen en algemene arbeidsvoorwaarden) en 41 (aansprakelijkheid van de aannemer).<br />
Deze motiveringsplicht van afwijkingen, geldt niet voor financiële diensten.<br />
68 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 2.<br />
De volgende artikelen zijn in elk geval van toepassing: 10 § 2 (uitgesloten personen), 15 (betalingen), 16<br />
(klachten en verzoeken), 17 (teruggave boeten), 18 (rechtsvorderingen - termijnen), 20 (middelen van<br />
optreden), 21 (verbreking), 22 (afspraken), 30 § 2 (bescherming bestaande constructies), 36 (lonen en<br />
algemene arbeidsvoorwaarden) en 41 (aansprakelijkheid van de aannemer). Het bestek mag de betalings-<br />
termijnen voorzien in artikel 15, niet verlengen.<br />
69 Indien de A.A.V. niet in hun geheel toepasselijk gemaakt zijn en het bedrag van de gekozen offerte gelijk<br />
is aan of hoger is dan 22.000 euro (excl. BTW), mag de opdracht slechts worden gegund, voor zover het<br />
verschil tussen het bedrag van de goed te keuren offerte en de raming kleiner is dan 10% van deze raming<br />
(K.B. 26.09.1996, art. 3 § 2).<br />
70 K.B. 26.09.1996, art. 3 § 3.<br />
37
Wat betreft de documenten die het bestek vervangen, moet vooral gedacht worden aan<br />
sommige documenten op basis waarvan de opdrachten via onderhandelingsprocedure<br />
gegund worden, zoals:<br />
- een door beide partijen ondertekende overeenkomst;<br />
- briefwisseling volgens de handelsgebruiken 71 .<br />
De bestekken kunnen ook verwijzen naar andere documenten die de opdracht beheersen,<br />
bijvoorbeeld plans, modellen, tekeningen, enz. … Ook verwijzingen naar type- of<br />
standaardbestekken komen vaak voor. Zoals bijvoorbeeld het standaardbestek 250<br />
(infrastructuurwerken). Dergelijke type- of standaardbestekken hebben als voordeel dat<br />
er sprake is van standaardisatie van courante administratieve bepalingen en van de<br />
beschrijving van materialen en technische procédés.<br />
5.2. Inhoud van het bestek<br />
5.2.1. Indeling van het bestek<br />
Het bestek bevat in principe de volgende onderdelen:<br />
1° Het administratief gedeelte, dat de bijzondere administratieve contractuele<br />
bepalingen bevat die van toepassing zijn op de overheidsopdracht (zie ook<br />
hierna 5.2.2.);<br />
2° het technisch gedeelte, waarin gedetailleerd wordt voorgeschreven hoe de<br />
opdracht technisch moet uitgevoerd worden en aan welke technische<br />
specificaties de prestaties moeten beantwoorden.<br />
In verband met de technische specificaties gelden zowel een uitgebreid<br />
begrippenkader als regels voor het opnemen van de technische specificaties in de<br />
opdrachtdocumenten. De definities en de regels zijn uniform of het geraamde<br />
bedrag het bedrag voor de Europese bekendmaking bereikt of niet. 72<br />
Bij het bestek horen ook de volgende documenten:<br />
1° de samenvattende opmetingsstaat (werken) of de inventaris (leveringen of<br />
diensten);<br />
Dit is een tabel waarin de prestaties in verschillende posten, met opgave van<br />
de hoeveelheid per post, zijn samengevat. Voor iedere post wordt vermeld of<br />
de hoeveelheid een forfaitaire dan wel een vermoedelijke hoeveelheid is 73 .<br />
2° het door de inschrijver te gebruiken offerteformulier (zie hierna hoofdstuk 8).<br />
5.2.2. Vermeldingen in het bestek 74<br />
1° De aanbestedende overheid<br />
Werken, leveringen of diensten voor rekening van verschillende<br />
aanbestedende overheden, kunnen in het algemeen belang samengevoegd<br />
71 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />
72 K.B. 08.01.1996, art. 82bis en 83bis.<br />
73 K.B. 08.01.1996, art. 89, 96 en 97.<br />
74 Zie K.B. 26.09.1996, art. 2, 2°.<br />
38
worden in één enkele opdracht, die bij aanbesteding, door offerteaanvraag of<br />
bij onderhandelingsprocedure wordt gegund 75 .<br />
In dat geval dient aangeduid welke overheid in gemeenschappelijke naam zal<br />
optreden bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.<br />
2° Het voorwerp van de overheidsopdracht. In voorkomend geval duidt het<br />
bestek aan in welke percelen de opdracht is opgesplitst 76 .<br />
3° De gekozen wijze van gunnen. Indien het een offerteaanvraag betreft, dienen<br />
alle gunningscriteria vermeld.<br />
4° Het adres waar de offertes dienen toegezonden of overhandigd te worden en<br />
in voorkomend geval de plaats, dag en uur van de zitting van opening van de<br />
offertes.<br />
5° Waar de documenten kunnen worden ingekeken en/of wanneer<br />
plaatsbezoeken georganiseerd worden.<br />
6° De prijsbepaling, nl. de opdracht tegen globale prijs, volgens prijslijst of de<br />
gemengde opdracht, of de opdracht op grond van werkelijke uitgaven (zie<br />
hiervoor 3.2.2. en 3.2.3.); eventueel de prijsherzieningsclausule (zie hiervoor<br />
3.2.4.); eventueel de modaliteiten van prijsonderzoek 77 .<br />
7° De betalingsvoorwaarden<br />
Het bestek voorziet o.m. in de modaliteiten voor de eventuele betalingen in<br />
mindering, dit zijn de betalingen naarmate de uitvoering van de opdracht<br />
vordert 78 .<br />
Uitzonderlijk kan het bestek voorzien in voorschotten (zie hoger 3.4.2.).<br />
8° De termijnen, nl. de gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers en de<br />
uitvoeringstermijn (tenzij deze laatste termijn een gunningscriterium is).<br />
Tenzij een andere termijn in het bestek is bepaald, blijven de inschrijvers<br />
gedurende 60 kalenderdagen, ingaande op de dag na de zitting voor de<br />
opening van de offertes, gebonden door hun offerte 79 .<br />
De uitvoeringstermijn voor werken wordt in het bestek uitgedrukt in<br />
werkdagen of in kalenderdagen, -weken, -maanden of -jaren, of van de ene<br />
datum tot de andere, of tegen een bepaalde einddatum 80 .<br />
De leveringstermijn of de uitvoeringstermijn voor diensten wordt hetzij in<br />
kalenderdagen, -weken of -maanden bepaald, of van datum tot datum, hetzij<br />
in werkdagen 81 .<br />
75<br />
Wet 24.12.1993, art. 19.<br />
76<br />
Wet 24.12.1993, art. 18 en K.B. 08.01.1996, art. 101.<br />
77<br />
Zie K.B. 08.01.1996, art. 86, 87 en 88.<br />
78<br />
K.B. 26.09.1996, art. 4 § 2 en A.V.V. 26.09.1996, art. 15.<br />
79<br />
K.B. 08.01.1996, art. 116.<br />
80<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1.<br />
81<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 52 § 3 en art. 69 § 3.<br />
39
9° De vereiste erkenning (categorie of ondercategorie en klasse).<br />
Erkenning is vereist voor werken waarvan het toewijzingsbedrag 75.000 euro<br />
(categorie) of 50.000 euro (ondercategorie) overschrijdt 82 .<br />
10° De documenten, modellen, monsters of andere inlichtingen die bij de offerte<br />
moeten gevoegd zijn 83 .<br />
11° De varianten<br />
Varianten zijn alternatieve uitvoeringsmethoden die door de aanbestedende<br />
overheid zelf in het bestek van een (openbare of beperkte) aanbesteding of<br />
van een (algemene of beperkte) offerteaanvraag worden opgelegd (opgelegde<br />
of verplichte varianten) of toegestaan (toegestane of facultatieve varianten).<br />
Het voorwerp, de aard en de draagwijdte van de varianten, moeten nader<br />
omschreven worden in het bestek 84 .<br />
12° De vrije varianten<br />
Vrije varianten zijn eveneens alternatieve uitvoeringsmethoden. Ze gaan<br />
echter uit van de inschrijvers. Vrije varianten zijn in principe toegelaten bij<br />
offerteaanvragen, behalve indien de aanbestedende overheid ze verbiedt in de<br />
aankondiging of in het bestek 85 .<br />
Het bestek moet de minimumvoorwaarden waaraan de vrije varianten moeten<br />
voldoen en de eisen voor hun indiening vermelden 86 .<br />
13° De lijst met bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan<br />
wordt afgeweken wegens de bijzondere eisen van de opdracht, moet vooraan<br />
in het bestek voorkomen. Indien van bepaalde artikelen afgeweken wordt,<br />
moet dit uitdrukkelijk gemotiveerd worden in het bestek 87 .<br />
82<br />
Wet 20.03.1991 houdende de regeling van de erkenning (en uitvoeringsbesluiten).<br />
83<br />
K.B. 08.01.1996, art. 90 § 2 en art. 94, 96 en 97.<br />
84<br />
K.B. 08.01.1996, art. 113 en art. 115.<br />
85<br />
K.B. 08.01.1996, art. 115.<br />
86<br />
Wet 24.12.1993, art. 16.<br />
87<br />
K.B. 26.09.1996, art. 3.<br />
De A.A.V. bevatten talrijke bepalingen waarin erop gewezen wordt dat afwijkende of aanvullende voorschriften<br />
in het bestek kunnen of moeten voorkomen:<br />
- art. 1 (leidend ambtenaar);<br />
- art. 4 (documenten en voorwerpen);<br />
- art. 5 (borgtocht) en art. 9 (vrijgave borgtocht);<br />
- art. 12 (keuringen);<br />
- art. 14 (octrooien);<br />
- art. 19 (waarborgtermijnen);<br />
- art. 27 (keuringen werken);<br />
- art. 28 (aanvang werken);<br />
- art. 30 en 32 (lokalen ter beschikking van overheid en aannemer werken);<br />
- art. 33 (eigendomsvoorbehoud afbraak materiaal);<br />
- art. 44 (verrekeningen werken);<br />
- art. 52 (bestellingen leveringen);<br />
- art. 53 (keuringen leveringen);<br />
- art. 55 (plaats levering);<br />
- art. 56 (verpakkingen levering);<br />
- art. 57 (opleveringen leveringen);<br />
- art. 63 (waarborgtermijn leveringen);<br />
- art. 69 (bestellingen diensten);<br />
40
5.2.3. Specifieke uitvoeringsvoorwaarden in verband met sociale en<br />
milieudoelstellingen<br />
Een aanbestedende overheid kan uitvoeringsvoorwaarden opleggen:<br />
- die het mogelijk maken rekening te houden met sociale en ethische<br />
doelstellingen;<br />
- inzake de verplichting tot het verstrekken van opleidingen aan werklozen en<br />
jongeren;<br />
- inzake de verplichting tot het naleven van bepalingen van de basisconventies<br />
van de Internationale Arbeidsorganisatie 88 .<br />
Ongeacht of het geraamde bedrag van de opdracht het bedrag voor de Europese<br />
bekendmaking bereikt of niet, voorzien de bepalingen over de technische<br />
specificaties, dat deze kunnen aangegeven worden in termen van prestatie-eisen en<br />
functionele eisen; deze kunnen milieukenmerken omvatten. Er kan daarbij onder<br />
bepaalde voorwaarden gebruik gemaakt worden van specificaties zoals vastgesteld<br />
in bepaalde milieukeuren 89 .<br />
5.3. Bevoegde overheid<br />
Voor alle provinciale en lokale besturen is de overheid die bevoegd is voor de keuze van<br />
de gunningswijze eveneens bevoegd om de voorwaarden van de opdracht vast te stellen.<br />
- art. 70 (plaats dienstverlening);<br />
- art. 71 (controles diensten);<br />
- art. 74 (oplevering diensten).<br />
88 Wet van 24 december 1993, artikel 18bis.<br />
89 Zie K.B. 08.01.1996, art. 83bis, §3b en §6.<br />
41
6.1. Europese bekendmaking<br />
HOOFDSTUK 6 - Bekendmaking<br />
____________________________<br />
6.1.1. Toepassingsgebied Europese bekendmakingsvoorschriften<br />
Opdrachten waarvan het geraamd bedrag bepaalde drempelbedragen bereikt of<br />
overschrijdt, zijn onderworpen aan de Europese bekendmaking.<br />
Deze bedragen zijn momenteel:<br />
- 4.845.000,00 euro (excl. BTW) voor werken, 90<br />
- 193.000,00 euro (excl. BTW) voor leveringen, 91<br />
- 193.000,00 euro (excl. BTW) voor diensten 92 .<br />
Hoe het bedrag van een overheidsopdracht berekend moet worden, is nauwkeurig<br />
gereglementeerd 93 .<br />
Voor de berekening van de waarde van een overheidsopdracht van werken gebiedt<br />
de reglementering rekening te houden met:<br />
- leveringen en diensten die de aanbestedende overheid ter beschikking stelt van<br />
de aannemer voor de uitvoering van de werken, de opties en eventuele<br />
verlengingen;<br />
- het samengevoegd bedrag van alle percelen (behoudens afwijkingen voor<br />
percelen met een waarde die kleiner is dan 1.000.000,00 euro en minder<br />
bedraagt dan 20% van het samengevoegd bedrag);<br />
- het samengevoegd bedrag van de oorspronkelijke opdracht en van de nieuwe<br />
werken die bestaan uit de herhaling van soortgelijke werken (herhalingswerken<br />
in toepassing van art. 17 § 2, 2° van de wet 24.12.1993).<br />
Voor leveringen gelden de volgende regels:<br />
- bij een opdracht in de vorm van huur, huurkoop of leasing, met een bepaalde<br />
duur, is de waarde het totaalbedrag voor de gehele looptijd, met een maximum<br />
van 12 maanden met de restwaarde;<br />
90 K.B. 08.01.1996, art. 1 § 3; zie art. 1 § 1 en § 2 voor het toepassingsgebied "rationae personae".<br />
91 K.B. 08.01.1996, art. 27 § 2; zie art. 27 § 1 voor het toepassingsgebied "rationae personae".<br />
92 K.B. 08.01.1996, art. 53 § 3; zie art. 53 § 1 en § 2 voor het toepassingsgebied "rationae personae". Voor de<br />
diensten bedoeld in bijlage 2B bij de wet (bijvoorbeeld: juridische diensten) gelden op Europees vlak slechts<br />
gereduceerde bekendmakingsvoorschriften (zie K.B. 08.01.1996, art. 53 § 4 en art. 60).<br />
93 Zie K.B. 08.01.1996, art. 2 (werken), art. 28 (leveringen) en art. 54 (diensten).<br />
42
- bij een opdracht in de vorm van huur, huurkoop of leasing, van onbepaalde<br />
duur, wordt een waarde van 48 maanden genomen;<br />
- bij opdrachten die regelmaat vertonen of in de loop van een bepaalde periode<br />
worden hernieuwd, zijn berekeningsmethoden beschreven die een periode van<br />
12 maanden omvatten;<br />
- het samengevoegd bedrag moet genomen worden, bij homogene leveringen,<br />
verdeeld in percelen, evenals bij een basislevering met eventuele opties.<br />
Voor diensten gelden onder meer de volgende berekeningsmethodes:<br />
- samenvoeging oorspronkelijke opdracht en herhalingsopdrachten (vergelijk<br />
met de regel voor werken);<br />
- samenvoeging van alle percelen (behoudens afwijkingen voor percelen met een<br />
waarde die kleiner is dan 80.000,00 euro en minder bedraagt dan 20% van het<br />
samengevoegd bedrag; vergelijk met de regel voor werken);<br />
- samenvoeging van alle regelmatige diensten over een welbepaalde periode van<br />
12 maanden (vergelijk met de regel voor leveringen);<br />
- samenvoeging van basisprestaties met eventuele opties (vergelijk met de regel<br />
voor leveringen) en verlengingen;<br />
- verzekeringsdiensten: premies en alle vormen van vergoedingen (idem:<br />
diensten voor ontwerpen);<br />
- voor opdrachten die geen totale prijs vermelden, geldt de waarde van de gehele<br />
looptijd (als die gelijk is aan of korter dan 48 maanden) of het maandelijks<br />
bedrag maal 48 (andere gevallen).<br />
6.1.2. Soorten bekendmakingen en uitnodigingen<br />
De volgende bekendmakingsmiddelen zijn voorzien:<br />
- enuntiatieve aankondiging na goedkeuring van het programma of het begin van<br />
het begrotingsjaar; dergelijke aankondiging is vereist voor alle opdrachten met<br />
een geraamd bedrag gelijk aan of hoger dan 4.845.000,00 euro (excl. BTW)<br />
voor werken of 750.000,00 euro (excl. BTW) voor leveringen en diensten 94 ;<br />
- aankondiging van opdracht: elke overheidsopdracht die gegund zal worden bij<br />
openbare of beperkte aanbesteding, bij algemene of beperkte offerteaanvraag of<br />
bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang, wordt op<br />
deze wijze aangekondigd 95 ;<br />
94 K.B. 08.01.1996, art. 3 (werken), art. 29 (leveringen) en art. 55 (diensten).<br />
95 K.B. 08.01.1996, art. 4 (werken), art. 30 (leveringen) en art. 56 (diensten).<br />
43
- uitnodiging: bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag of<br />
onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang, worden de<br />
gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uitgenodigd om hun offerte in te<br />
dienen 96 ; in geval van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de<br />
aanvang van de procedure, met een waarde gelijk aan of hoger dan de Europese<br />
drempel, is een gelijktijdige en schriftelijke uitnodiging voorzien; deze<br />
uitnodiging bevat onder meer het bestek en desgevallend de gunningscriteria<br />
van de opdracht 97 ;<br />
- aankondiging van gegunde opdracht (ook aankondiging van geplaatste opdracht<br />
genoemd): ongeacht de gunningsprocedure 98 worden inlichtingen over de<br />
gegunde opdrachten gepubliceerd, binnen 48 dagen na de gunning; 99<br />
voor elke gegunde opdracht stelt de aanbestedende overheid ook een procesverbaal<br />
op dat op verzoek aan de Europese Commissie wordt toegezonden 100 .<br />
Dit PV bevat thans ook de redenen voor afwijzing van abnormaal lage prijzen.<br />
6.1.3. Modaliteiten en termijnen 101<br />
De aankondigingen worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese<br />
Gemeenschappen en in het Bulletin der Aanbestedingen; enkel deze<br />
aankondigingen gelden als officiële bekendmaking. Geen enkele publicatie mag<br />
plaatsvinden vóór de verzending van de aankondiging naar het Bureau voor<br />
officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen.<br />
De modellen van aankondiging die bij het K.B. van 08.01.1996 zijn gevoegd,<br />
moeten gevolgd worden (deze modellen zijn laatst vervangen bij het K.B. van<br />
12.01.2006).<br />
Er moeten minimale termijnen gerespecteerd worden voor ontvangst van de<br />
offertes en/of de aanvragen tot deelneming.<br />
Behoudens verplichte verlenging of toegelaten verkorting, bedragen deze<br />
termijnen:<br />
- 52 dagen voor ontvangst offertes bij openbare aanbesteding of algemene<br />
offerteaanvraag;<br />
- 37 dagen voor ontvangst aanvragen tot deelneming bij beperkte procedures of<br />
onderhandelingsprocedure met bekendmaking; 40 dagen voor ontvangst<br />
offertes bij deze procedures.<br />
Er dient rekening gehouden met de complexiteit van de opdracht en de nodige<br />
voorbereidingstijd van de offertes bij de vaststelling van de termijnen<br />
(minimumtermijnen).<br />
96<br />
K.B. 08.01.1996, art. 6 § 4 (werken), art. 32 § 4 (leveringen) en art. 58 § 4 (diensten).<br />
97<br />
K.B. 08.01.1996, art. 121.<br />
98<br />
Enkel de geheime opdrachten in toepassing van art. 17 § 2, 1°, b) zijn van deze verplichting uitgesloten.<br />
99<br />
K.B. 08.01.1996, art. 8 (werken), art. 34 (leveringen) en art. 60 (diensten).<br />
100<br />
K.B. 08.01.1996, art. 9 (werken), art. 35 (leveringen) en art. 61 (diensten).<br />
101<br />
Zie K.B. 08.01.1996, art. 3 tot en met 9 (werken), art. 29 tot en met 36 (leveringen) en art. 55 tot en met<br />
61 (diensten).<br />
44
De datum van verzending naar het Bureau voor officiële publicaties van de<br />
Europese Gemeenschappen, vormt het vertrekpunt van deze termijn.<br />
6.2. Binnenlandse bekendmaking<br />
6.2.1. Toepassingsgebied binnenlandse bekendmakingsvoorschriften<br />
Alle opdrachten waarvan de raming lager is dan de Europese<br />
bekendmakingsdrempels, zijn aan deze regels onderworpen. De enige<br />
uitzondering is een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de<br />
aanvang, zoals voorzien in art. 17 § 2 van de wet 102 .<br />
6.2.2. Openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag<br />
Bij deze gunningsprocedures, wordt de opdracht in mededinging gesteld door<br />
middel van een aankondiging van opdracht, gepubliceerd in het Bulletin der<br />
Aanbestedingen 103 . Dit Bulletin is uitgegeven door de Belgische Staat.<br />
De aanbestedende overheden moeten een bepaalde termijn in acht nemen tussen<br />
de datum van verzending van de aankondiging en de ontvangst van de offertes.<br />
Deze termijn bedraagt in principe 36 kalenderdagen.<br />
Voor dringende opdrachten mag de overheid die termijnen inkorten tot een<br />
minimum van 10 dagen, voor zover er tenminste 7 dagen zijn tussen de publicatie<br />
en de datum voor de ontvangst van de offertes 104 .<br />
Wijzigingsberichten kunnen, indien zij belangrijk zijn, aanleiding geven tot het<br />
verdagen van de openingszitting om de inschrijvers over eenzelfde minimale<br />
termijn te laten beschikken als voor de oorspronkelijke documenten.<br />
6.2.3. Beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure<br />
met bekendmaking bij de aanvang<br />
Bij deze gunningsprocedures, wordt de opdracht in principe in mededinging<br />
gesteld met een aankondiging van opdracht, in het Bulletin der Aanbestedingen,<br />
zoals bij de openbare procedures 105 .<br />
De aanbestedende overheid kan voor gelijkaardige opdrachten met een repetitief<br />
karakter echter ook opteren voor een periodieke aankondiging betreffende het<br />
opstellen van een lijst van gegadigden 106 .<br />
Dergelijke periodieke aankondiging dient ten minste alle twaalf maanden te<br />
gebeuren. De aanbestedende overheden moeten een bepaalde termijn in acht<br />
102<br />
K.B. 08.01.1996, art. 10 (werken), art. 37 (leveringen) en art. 62 (diensten).<br />
103<br />
K.B. 08.01.1996, art. 12 (werken), art. 38 (leveringen) en art. 64 (diensten). Deze bepalingen bevatten de<br />
minimale vermeldingen van deze aankondigingen.<br />
104<br />
K.B. 08.01.1996, art. 12 (werken), art. 38 (leveringen) en art. 64 (diensten).<br />
105<br />
K.B. 08.01.1996, art. 13 en 14 § 1 (werken), art. 39 en 40 § 1 (leveringen) en art. 65 en 66 § 1 (diensten). De<br />
artikelen 14 § 1, 40 § 1 en 66 § 1 bevatten de minimale vermeldingen in deze aankondigingen.<br />
106<br />
K.B. 08.01.1996, art. 13 en 14 § 2 (werken), art. 39 en 40 § 2 (leveringen) en art. 65 en 66 § 2 (diensten).<br />
De artikelen 14 § 2, 40 § 2 en 66 § 2 bevatten de minimale vermeldingen in deze aankondigingen.<br />
45
nemen tussen de datum van verzending van de aankondiging en de ontvangst van<br />
de aanvragen tot deelneming of de kandidaturen.<br />
Deze termijn bedraagt in principe 15 dagen. Een inkorting tot minimum 10 dagen<br />
is mogelijk, voor zover er tenminste 7 dagen zijn tussen de publicatie en de datum<br />
voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de kandidaturen.<br />
De geselecteerde gegadigden worden vervolgens gelijktijdig en schriftelijk<br />
uitgenodigd om hun offerte in te dienen 107 .<br />
De aanbestedende overheid moet een bepaalde termijn in acht nemen tussen de<br />
datum van verzending van de uitnodiging en de ontvangst van de offertes. Deze<br />
termijn bedraagt in principe 15 kalenderdagen. De overheid kan deze termijn<br />
inkorten tot een minimum van 10 dagen.<br />
6.2.4. Opmerkingen 108<br />
Er dient rekening gehouden met de complexiteit van de opdracht en de nodige<br />
voorbereidingstijd van de offertes bij de vaststelling van de termijnen<br />
(minimumtermijnen).<br />
In sommige gevallen kunnen de minimale inzagetermijnen verlengd worden. De<br />
reactietijd van de aanbestedende overheid op het verzoek tot toesturen van het<br />
bestek en op vragen om inlichtingen, bedraagt in principe 6 dagen.<br />
Alleen de aankondiging gepubliceerd in het Bulletin der Aanbestedingen geldt als<br />
officiële bekendmaking. Geen enkele publicatie mag plaatsvinden vóór de datum<br />
van verzending van de aankondiging naar het Bulletin der Aanbestedingen. Geen<br />
andere publicatie mag andere inlichtingen bevatten.<br />
Voor de datum van de officiële bekendmaking mag de informatie van de<br />
aankondiging door niemand op individuele wijze meegedeeld worden aan<br />
geïnteresseerde personen.<br />
De modellen van aankondiging, die gevoegd zijn bij het K.B. van 08.01.1996,<br />
moeten gevolgd worden (deze modellen werden laatst gewijzigd bij K.B. van<br />
12.01.2006).<br />
De aankondiging vermeldt de datum van verzending ervan naar het Bulletin der<br />
Aanbestedingen.<br />
De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging of in het bestek of de<br />
aanvragen tot deelneming of de offertes eveneens via elektronische middelen<br />
kunnen worden opgesteld en/of verzonden. Het gebruik van elektronische<br />
middelen mag in geen geval opgelegd worden in welk stadium van de procedure<br />
ook. De elektronische middelen moeten hoe dan ook een aantal waarborgen<br />
107<br />
K.B. 08.01.1996, art. 14 § 3 (werken), art. 40 § 3 (leveringen) en art. 66 § 3 (diensten). De artikelen bevatten<br />
de minimale inhoud van de uitnodiging.<br />
108<br />
K.B. 08.01.1996, art. 12, 14 en 15 (werken), art. 38, 40 en 41 (leveringen) en art. 64, 66 en 67 (diensten);<br />
K.B. 08.01.1996, art. 14bis (werken), art. 40bis (leveringen) en art. 66bis (diensten).<br />
46
ieden ter bescherming van de mededinging 109 .<br />
De bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen gebeurt kosteloos voor<br />
zover de gegevens “online” elektronisch worden ingevoerd.<br />
109 K.B. 08.01.1996, art. 81bis en volgende.<br />
47
7.1. Algemeen 110<br />
HOOFDSTUK 7 - Kwalitatieve selectie<br />
_________________________________<br />
De kwalitatieve selectie gebeurt aan de hand van selectiecriteria, die betrekking hebben<br />
op de situatie of de eigenschappen van de aannemers van werken, de leveranciers of de<br />
dienstverleners. Selectiecriteria mogen bijgevolg niet verward worden met de<br />
gunningscriteria, die dienstig zijn voor de rangschikking van de offertes.<br />
Bij openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag, gaat de aanbestedende overheid<br />
over tot de kwalitatieve selectie van de inschrijvers. Deze selectie vindt dus plaats na de<br />
zitting voor de opening van de offertes, maar vóór het onderzoek van deze offertes op<br />
hun regelmatigheid en vóór hun rangschikking.<br />
Bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure, kiest<br />
de aanbestedende overheid de gegadigden die ze uitnodigt om een offerte in te dienen of<br />
deel te nemen aan de onderhandelingen. Bij de beperkte aanbesteding en de beperkte<br />
offerteaanvraag, mag de aanbestedende overheid een minimum (niet minder dan vijf) en<br />
een maximum (twintig) vaststellen waartussen het aantal gegadigden die ze zal<br />
uitnodigen zich zal situeren. Bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de<br />
aanvang van de procedure, mag het aantal gegadigden dat tot de onderhandelingen zal<br />
toegelaten worden, niet kleiner zijn dan drie en moet in elk geval voldoende zijn om<br />
effectieve mededinging te waarborgen.<br />
Discriminatie tussen nationale inschrijvers of gegadigden en deze uit andere Lid-Staten<br />
van de Europese Gemeenschap, is verboden.<br />
De minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheid moeten verband houden met en<br />
in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.<br />
Voor opdrachten van werken kan de aanbestedende overheid oordelen dat, naast het<br />
onderzoek van eventuele uitsluitingsgronden (zie hierna 7.2.), de erkenning als<br />
aannemer voldoende is.<br />
Wat betreft de economische en financiële draagkracht, en wat betreft de technische<br />
bekwaamheid, kunnen kandidaten en inschrijvers zich onder bepaalde voorwaarden<br />
beroepen op de draagkracht van andere entiteiten. Dit op voorwaarde dat de kandidaat of<br />
de inschrijver kan aantonen dat hij gerechtigd is om beroep te doen op de middelen van<br />
de onderneming die hij aanwijst. Een combinatie van kandidaten of inschrijvers kan<br />
zich onder dezelfde voorwaarden beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de<br />
combinatie of die van andere entiteiten.<br />
De aanbestedende overheid kan de overlegging eisen van een inschrijving in het<br />
beroeps- of handelsregister.<br />
De aanbestedende overheid die via elektronische middelen kosteloos toegang heeft tot<br />
110 Wet 24.12.1993, art. 14; K.B. 08.01.1996, art. 16 tot en met 20 (werken), art. 42 tot en met 46 (leveringen) en<br />
art. 68 tot en met 72 (diensten).<br />
48
informatie over de persoonlijke situatie en de bekwaamheid van kandidaten of<br />
inschrijvers, mag die niet bij laatstgenoemden opvragen. De overheid is verplicht om<br />
zelf de nodige stappen te ondernemen om toegang te krijgen tot deze gegevens. De<br />
aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van de opdracht of in het bestek<br />
welke inlichtingen of documenten ze zelf via elektronische weg zal opvragen. De<br />
aanbestedende overheid bewaart de opgevraagde inlichtingen of documenten in het<br />
dossier van de opdrachten.<br />
In een eerste fase worden bepaalde databanken toegankelijk gesteld van de federale<br />
aanbestedende overheden en deze van de Gemeenschappen en de Gewesten. In een<br />
tweede fase zullen de provincies en gemeenten toegang hebben tot dezelfde informatie.<br />
De federale overheid heeft hiervoor een nieuwe applicatie ontwikkeld, met name<br />
DIGIFLOW.<br />
Via deze applicatie kunnen gegevens gevraagd worden over de jaarrekeningen<br />
(Nationale Bank), het RSZ-attest en de BTW-hoedanigheid (FOD Financiën).<br />
7.2. Uitsluitingsgronden 111<br />
Onverminderd de regels inzake de erkenning van de aannemers van werken, kunnen<br />
aannemers, leveranciers en dienstverleners, omwille van een aantal situaties uitgesloten<br />
worden van deelneming, in welk stadium van de procedure ook. Bijvoorbeeld omwille<br />
van faillissement, misdrijf, ernstige fout in de beroepsuitoefening, achterstallige<br />
bijdragen sociale zekerheid of belastingen, of omwille van het afleggen van valse<br />
verklaringen.<br />
Worden in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van toegang ertoe: de<br />
aannemers veroordeeld bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis wegens deelname<br />
aan een criminele organisatie, omkoping, fraude ten nadele van de financiële belangen<br />
van de EG of het witwassen van geld.<br />
Er is informatierecht van de aanbestedende overheid hieromtrent bij de inschrijvers en<br />
bevoegde autoriteiten.<br />
Uitzondering: dwingende reden van algemeen belang (bv. monopoliesituatie - tekort<br />
wisselstukken).<br />
Om reden van administratieve vereenvoudiging, wordt in verschillende omzendbrieven<br />
aanbevolen om te werken met de techniek van de “impliciete verklaring op erewoord”.<br />
De impliciete verklaring op erewoord houdt in dat de kandidaten of inschrijvers door het<br />
indienen van een aanvraag tot deelneming (kandidaatstelling) of van een offerte,<br />
verklaren dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevinden. Het bijvoegen van<br />
bepaalde documenten die aantonen dat zij zich niet in een geval van uitsluiting bevinden<br />
is dan niet meer vereist; een expliciete verklaring daaromtrent evenmin.<br />
111 Zie K.B. 08.01.1996, art. 17 en 17bis (werken,), art. 43 en 43bis (leveringen) en art. 69 en 69bis (diensten)<br />
Deze artikels bevatten een nauwkeurige opsomming van de uitsluitingsgronden en regels voor de bewijs-<br />
voering.<br />
49
Het gebruik van de impliciete verklaring op erewoord moet wel in de bekendmaking of<br />
in het bestek worden opgenomen. De verklaring op erewoord heeft weliswaar niet tot<br />
gevolg dat er geen enkele controle op het vlak van de uitsluitingsgronden meer zou<br />
gebeuren. De aanbestedende overheid moet deze controle nog steeds uitvoeren op het<br />
aangewezen ogenblik 112 .<br />
De toestand inzake de bijdragen voor de sociale zekerheid wordt aangetoond met een<br />
RSZ-attest 113 .<br />
De Belgische aannemer die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan het sociale<br />
zekerheidsstelsel 114 moet bij zijn aanvraag tot deelneming (beperkte of<br />
onderhandelingsprocedure) of bij zijn offerte (openbare procedure) een attest van de<br />
RSZ voegen. Dit attest geeft zijn toestand weer ten laatste daags vóór de uiterste datum<br />
voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming (beperkte of<br />
onderhandelingsprocedure) of van de offertes (openbare procedure). Er moet uit dit<br />
attest blijken dat hij alle aangiften heeft ingediend tot en met het voorlaatste afgelopen<br />
kalenderkwartaal t.o.v. de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvraag tot<br />
deelname of van de offerte en op deze aangiften geen bijdragen van meer dan 2.500 euro<br />
moet vereffenen of de hem toegestane betalingstermijnen stipt naleeft. Als zijn schuld<br />
groter is moet hij kunnen aantonen dat hij op de dag waarop het attest zijn toestand<br />
bepaalt, schuldvorderingen heeft op aanbestedende overheden (met uitzondering van<br />
privaatrechtelijke universiteiten) of op overheidsbedrijven. Deze schuldvorderingen<br />
moeten zeker zijn, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden, voor<br />
tenminste eenzelfde bedrag als zijn schuld, op 2.500 euro na 115 .<br />
Zo'n RSZ-attest moet ook ingediend worden door een aannemer van vreemde<br />
nationaliteit die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan het Belgische sociale<br />
zekerheidsstelsel. Is dit niet het geval, dan moet hij een attest indienen waaruit blijkt dat<br />
hij zijn verplichtingen inzake de betaling van bijdragen voor de sociale zekerheid<br />
voldaan heeft in het land waar hij gevestigd is. Als dergelijk attest in het betrokken land<br />
niet uitgereikt wordt, volstaat een verklaring onder eed of een plechtige verklaring. De<br />
aanbestedende overheid kan op elk ogenblik ook zelf inlichtingen inwinnen bij de RSZ.<br />
Het RSZ-attest wordt niet gevorderd voor aanvragen tot deelneming voor opdrachten<br />
met een geraamde waarde die niet hoger is dan 22.000 euro (excl. BTW) bij beperkte of<br />
onderhandelingsprocedure met bekendmaking.<br />
Bij openbare procedures wordt dezelfde administratieve vereenvoudiging toegepast voor<br />
de offertes waarvan het bedrag (excl. BTW) niet hoger is dan 22.000 euro.<br />
De naleving van de verplichtingen inzake sociale zekerheid blijft echter verplicht als<br />
regelmatigheidsvoorwaarde voor de kandidaturen of offertes. De aanbestedende<br />
overheid moet zelf de toestand van de kandidaten en inschrijvers onderzoeken 116 .<br />
112<br />
Zie federale omzendbrief d.d. 23 april 2007 (B.S. 27.04.2007) en Vlaamse rondzendbrief d.d. 31 mei 2007<br />
(B.S. 21.09.2007).<br />
113<br />
K.B. 08.01.1996, art. 17bis (werken), art. 43bis (leveringen) en art. 69bis (diensten).<br />
114<br />
Wet 27.06.1969 tot herziening van de besluit 28.12.1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.<br />
115<br />
K.B. 08.01.1996, art. 17bis §1 (werken), art. 43bis §1 (leveringen) en art. 69bis §1 (diensten).<br />
116<br />
K.B. 08.01.1996, art. 17bis §2, §3 en §4 (werken), art. 43bis §2, §3 en §4 (leveringen) en art. 69bis §2, §3<br />
en §4.<br />
50
7.3. Financiële en economische draagkracht 117<br />
De aanbestedende overheid kan in de aankondiging van opdracht of in de uitnodiging<br />
referenties vragen. Zoals: passende bankverklaringen, balansen of jaarrekeningen of<br />
verklaringen omtrent omzet over de laatste drie boekjaren. Voor dienstverleners kan ook<br />
het bewijs gevraagd worden van een verzekering tegen beroepsrisico's.<br />
7.4. Bekwaamheid<br />
De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van opdracht of in de<br />
uitnodiging, welke referenties zij verlangt.<br />
Voor het beoordelen van de technische bekwaamheid van aannemers van werken,<br />
kunnen deze referenties betrekking hebben op:<br />
- studie- en beroepskwalificaties van de aannemer en/of de leidinggevenden;<br />
- uitgevoerde werken tijdens de laatste vijf jaar;<br />
- werktuigen, materieel en technische uitrusting waarover de aannemer zal beschikken;<br />
- gemiddelde personeelsbezetting tijdens laatste drie jaar;<br />
- technici of technische diensten waarover de aannemer zal beschikken 118 .<br />
De bekwaamheid van de aannemer kan bovendien worden beoordeeld aan de hand van<br />
zijn vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid.<br />
Welke referenties gevraagd worden van leveranciers is afhankelijk van de aard, de<br />
hoeveelheid en het gebruik van de te leveren producten.<br />
Ze kunnen betrekking hebben op:<br />
- voornaamste leveringen tijdens de afgelopen drie jaar;<br />
- technische uitrusting; kwaliteitsgaranties; onderzoek;<br />
- technici of technische diensten belast met kwaliteitscontrole;<br />
- monsters, documentatie over producten;<br />
- certificaten van erkende officiële instituten;<br />
- (uitzonderlijk) een controle door of namens de aanbestedende overheid, van de<br />
productiecapaciteit, de mogelijkheden voor onderzoek en de kwaliteitscontrole 119 .<br />
Bij leveringen met plaatsings- of installatiewerkzaamheden kan de bekwaamheid ook<br />
worden beoordeeld aan de hand van vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en<br />
betrouwbaarheid.<br />
De vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid van dienstverleners,<br />
zijn de toetsingsgronden voor hun bekwaamheid. Afhankelijk van de aard, de<br />
hoeveelheid en het gebruik van de te verlenen diensten, kunnen de volgende referenties<br />
gevraagd worden:<br />
- studie- en beroepskwalificaties van de dienstverlener en/of de leidinggevenden;<br />
- uitgevoerde diensten tijdens de laatste drie jaar;<br />
117 Zie K.B. 08.01.1996, art. 18 (werken), art. 44 (leveringen) en art. 70 (diensten).<br />
118 Zie K.B. 08.01.1996, art. 19.<br />
119 Zie K.B. 08.01.1996, art. 45.<br />
51
- technici of technische diensten belast met kwaliteitscontrole;<br />
- gemiddelde personeelsbezetting tijdens laatste drie jaar;<br />
- werktuigen, materieel en technische uitrusting waarover de dienstverlener zal<br />
beschikken;<br />
- kwaliteitsgaranties en onderzoek;<br />
- (uitzonderlijk) een controle door of namens de aanbestedende overheid, van de<br />
technische bekwaamheid, de mogelijkheden voor onderzoek en de<br />
kwaliteitscontrole 120 .<br />
In het kader van de kwalitatieve selectie, kunnen aanbestedende overheden ook vragen<br />
dat de geschiktheid wordt aangetoond door middel van:<br />
- de inschrijving op de lijst van de erkende aannemers van werken;<br />
- de inschrijving in het beroeps- of handelsregister; (zie nieuwe bijlage 8 bij het K.B.<br />
8.01.1996);<br />
- verklaringen door onafhankelijke instanties dat de inschrijver aan bepaalde<br />
kwaliteitsnormen voldoet; 121<br />
- verklaringen door onafhankelijke instanties dat de inschrijver aan bepaalde normen<br />
inzake milieubeheer voldoet 122 .<br />
7.5. Sociale voorkeuren<br />
Een aanbestedende overheid kan de deelname aan een gunningsprocedure van een<br />
overheidsopdracht die niet onderworpen is aan verplichtingen die voortvloeien uit<br />
Europese richtlijnen, voorbehouden aan beschutte werkplaatsen of sociale<br />
inschakelingsondernemingen 123 .<br />
7.6. Informatieplicht over niet-selectie<br />
Voor een gedetailleerde bespreking wordt verwezen naar 11.4 “Informatieverstrekking<br />
over de beslissingen en wachttermijn” en het schematisch overzicht aldaar.<br />
Bij het informeren van de kandidaten mogen sommige gegevens niet meegedeeld<br />
worden, namelijk indien de openbaarmaking:<br />
- de toepassing van een wet belemmert;<br />
- in strijd is met het openbaar belang;<br />
- nadelig is voor de rechtmatige commerciële belangen van overheidsbedrijven of<br />
particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging kan schaden 124 .<br />
Ook de beslissingen genomen inzake concessies van openbare werken vallen nu onder<br />
de wachttermijn na kennisgevingsverplichting.<br />
120 Zie K.B. 08.01.1996, art. 71.<br />
121 Zie K.B. 08.01.1996, art. 20 bis (werken), art. 46bis (leveringen) en art. 73 en 73bis (diensten).<br />
122 Zie K.B. 08.01.1996, art. 20ter (werken) en art. 70ter (diensten).<br />
123 Zie Wet 24.12.1993, art. 18bis §2.<br />
124 Zie Wet 24.12.1993, art. 65/10.<br />
52
8.1. Offerte<br />
8.1.1. Begrip<br />
HOOFDSTUK 8 - Opmaken van de offerte<br />
____________________________________<br />
De offerte is het schriftelijk of geschreven stuk 125 waarmee de inschrijver zich op<br />
zijn roerende en onroerende goederen verbindt, om de opdracht uit te voeren<br />
overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bestek.<br />
8.1.2. Model<br />
De offerte wordt opgemaakt op het eventueel bij het bestek behorende formulier.<br />
Indien de inschrijver een ander document gebruikt dan het voorziene formulier,<br />
dan moet hij er een verklaring op aanbrengen dat het document conform het bij<br />
het bestek behorende model is 126 .<br />
8.1.3. Inlichtingen<br />
De offerte moet een aantal inlichtingen vermelden 127 .<br />
1° Volledige identiteit van de inschrijver (naam, voornaam, hoedanigheid of<br />
beroep, nationaliteit, woonplaats; of voor een rechtspersoon, de handelsnaam,<br />
rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel).<br />
2° Betalingswijze (nummer en benaming van zijn rekening bij een financiële<br />
instelling).<br />
3° Eventueel de gegevens inzake erkenning 128 .<br />
4° Nationaliteit van eventuele onderaannemers en van het personeel dat de<br />
inschrijver tewerkstelt, alsook bij een overheidsopdracht voor aanneming van<br />
werken, de identificatie van de eventuele onderaannemers.<br />
5° Oorsprong van te leveren producten of te verwerken materialen die niet<br />
afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap, met<br />
vermelding van de waarde.<br />
6° De verklaring vanwege de inschrijvers dat ze bij het opstellen van hun offerte<br />
rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming<br />
en arbeidsvoorwaarden geldend op de plaats waar de prestaties worden<br />
uitgeoefend wanneer de aanbestedende overheid in de aankondiging van de<br />
125 Art. 81bis van het K.B. 08.01.1996 bevat een definitie van "schriftelijk of geschreven stuk". Dit omvat de<br />
stukken die elektronisch worden opgesteld.<br />
126 K.B. 08.01.1996, art. 89.<br />
127 K.B. 08.01.1996, art. 90 § 1.<br />
128 K.B. 08.01.1996, art. 20 § 1.<br />
53
8.1.4. Prijsopgave<br />
opdracht of in het bestek heeft vermeld bij welke instanties de inschrijvers de<br />
terzake dienende informatie kunnen verkrijgen inzake belastingen,<br />
arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden. 129<br />
De inschrijver voor een opdracht voor aanneming van werken, geeft in zijn offerte<br />
het totale bedrag op van de opmetingsstaat 130 .<br />
De inschrijver voor een opdracht voor aanneming van leveringen of diensten<br />
neemt in z'n offerte het totale bedrag op van de opdracht. Is er geen inventaris, dan<br />
worden in de offerte ook de eenheidsprijs, het bedrag voor iedere post of iedere<br />
prestatie en desgevallend het totale bedrag voor ieder perceel vermeld 131 .<br />
Het totale bedrag van de offerte en de eenheidsprijzen, worden voluit geschreven,<br />
en opgegeven in euro. Het bestek kan voorschrijven dat ook de globale bedragen<br />
van de posten voluit worden geschreven 132 .<br />
8.2. Bij de offerte te voegen documenten<br />
8.2.1. Machtigingen gevolmachtigden<br />
De volmachtgever wordt aangeduid in de offerte.<br />
De gemachtigden die namens deze volmachtgever de offerte ondertekenen voegen<br />
bij hun offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt<br />
of een gewaarmerkt afschrift van hun volmacht. Dergelijk document hoeft niet bij<br />
de offerte gevoegd, indien verwezen kan worden naar de bijlage van het Belgisch<br />
Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekend gemaakt of naar een eerdere<br />
(algemene) volmacht die bij de aanbestedende overheid is neergelegd. De offerte<br />
die met een elektronische handtekening op naam van de rechtspersoon wordt<br />
ondertekend die de offerte indient, vergt geen bijkomende volmacht 133 .<br />
8.2.2. Samenvattende opmetingsstaat (werken) of inventaris (leveringen en diensten)<br />
a. De inschrijver voor een aanneming van werken vult de samenvattende<br />
opmetingsstaat in met de vereiste gegevens, doet daartoe de nodige<br />
rekenkundige bewerkingen, en voegt deze opmetingsstaat bij zijn offerte 134 .<br />
De eenheidsprijzen en de totale prijzen voor iedere post, moeten worden<br />
opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die post, t.o.v.<br />
het totale bedrag van de offerte. De winst en de algemene en financiële<br />
onkosten moeten over de verschillende posten verdeeld worden in verhouding<br />
129 K.B.8.02.1996, art. 86 bis.<br />
130 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 3.<br />
131 K.B. 08.01.1996, art. 97 § 1.<br />
132 K.B. 08.01.1996, art. 100 § 2.<br />
133 K.B. 08.01.1996, art. 94.<br />
134 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 3.<br />
54
tot hun belangrijkheid 135 .<br />
De inschrijver vult de leemten in de samenvattende opmetingsstaat aan. Hij<br />
mag steeds de vergissingen in de forfaitaire hoeveelheden verbeteren.<br />
Verbetering van vermoedelijke hoeveelheden is slechts toegelaten als het<br />
bestek dit toestaat en als de wijziging tenminste 10% bedraagt van de<br />
betrokken post. Wijzigingen moeten verantwoord worden in een nota die bij<br />
de offerte wordt gevoegd 136 .<br />
b. Indien er bij het bestek een inventaris is gevoegd, vult de inschrijver voor een<br />
opdracht van leveringen en diensten hem in, doet de nodige rekenkundige<br />
bewerkingen, en voegt de inventaris bij zijn offerte. Noch de forfaitaire, noch<br />
de vermoedelijke hoeveelheden mogen gewijzigd worden, tenzij het bestek<br />
dit uitdrukkelijk toestaat 137 .<br />
8.2.3. Documenten en modellen<br />
De bescheiden, modellen, monsters en alle andere inlichtingen die door het bestek<br />
worden vereist, moeten bij de offerte worden gevoegd, tenzij het bestek een<br />
andere wijze van indiening voorschrijft 138 . Bijvoorbeeld: technische documentatie,<br />
referentielijsten, octrooien.<br />
De aanbestedende overheid kan bovendien, op elk ogenblik, de voorlegging van<br />
een aantal documenten eisen. Bijvoorbeeld de statuten van een rechtspersoon 139 .<br />
8.2.4. RSZ-attest<br />
8.3. Ondertekening<br />
De inschrijver moet een RSZ-attest voorleggen dat zijn toestand bepaalt vóór de<br />
uiterste datum van ontvangst van de offertes, behalve als hij een attest heeft<br />
voorgelegd m.b.t. dezelfde periode n.a.v. de kwalitatieve selectie (zie hiervoor:<br />
7.2.). Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer het bedrag van de offerte<br />
(excl. BTW) niet hoger is dan 22.000 euro. In dit geval moet de aanbestedende<br />
overheid zelf de inlichtingen inwinnen over de toestand van de inschrijver. Indien<br />
de opdracht verdeeld is in percelen, moet het totaalbedrag van de percelen in<br />
aanmerking worden genomen om het bedrag van de offerte te bepalen.<br />
Moeten door de inschrijver (of zijn gemachtigde) ondertekend worden 140 :<br />
- de offerte en de samenvattende opmetingsstaat of de inventaris,<br />
- doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als<br />
in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden (zoals prijzen, termijnen, technische<br />
135 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 4.<br />
136 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 2.<br />
137 K.B. 08.01.1996, art. 97 § 1.<br />
138 K.B. 08.01.1996, art. 90 § 2.<br />
139 Zie K.B. 08.01.1996, art. 92.<br />
140 K.B. 08.01.1996, art. 89.<br />
55
specificaties) kunnen beïnvloeden; deze laatste verplichting geldt niet indien de<br />
offerte en de bijlagen met een elektronische handtekening worden ondertekend.<br />
Wordt de offerte ingediend door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (bijv. een<br />
tijdelijke vereniging), dan moet elk van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen ze<br />
ondertekenen. Zij verbinden zich hoofdelijk. Er wordt vermeld wie van hen namens de<br />
vereniging optreedt t.o.v. de aanbestedende overheid 141 . Bij beperkte procedures kan,<br />
indien het bestek het toelaat, de aanbestedende overheid een offerte aanvaarden, die<br />
ingediend is door een tijdelijke vereniging die niet geselecteerde personen bevat, voor<br />
zover minstens één geselecteerde kandidaat deel uitmaakt van de vereniging 142 .<br />
8.4. Percelen<br />
In eenzelfde bestek kunnen verschillende percelen begrepen zijn. De inschrijver kan dan<br />
een offerte indienen voor één of meer percelen. Voor elk gekozen perceel dient hij dan<br />
een aparte offerte in. Deze offertes kunnen in één document opgenomen worden als het<br />
bestek dit toelaat.<br />
Als het bestek dit toelaat, kan de inschrijver per perceel een prijsvermindering opgeven<br />
die hij toestaat in geval van samenvoeging van bepaalde percelen waarvoor hij een<br />
offerte indient. In geval van een offerteaanvraag mag de inschrijver ook<br />
verbeteringsvoorstellen opgeven in geval van samenvoeging 143 .<br />
Met het oog op de uitvoering, zal elk perceel als een afzonderlijke opdracht beschouwd<br />
worden, tenzij het bestek dit anders bepaalt 144 .<br />
8.5. Vergissingen en leemten<br />
Als een inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten zodanige<br />
vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is om een prijs te berekenen,<br />
of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan uiterlijk 10<br />
dagen vóór de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan de aanbestedende<br />
overheid. De overheid kan dan eventueel de openingszitting verdagen en een<br />
rechtzetting publiceren 145 .<br />
Na de opening van de offertes mag de inschrijver zich niet meer op fouten of leemten in<br />
de opmetingsstaat beroepen. Hij mag zich evenmin beroepen op vormgebreken, fouten<br />
of leemten in zijn offerte 146 .<br />
141 K.B. 08.01.1996, art. 93 § 1.<br />
142 K.B. 08.01.1996, art. 93 § 2.<br />
143 K.B. 08.01.1996, art. 101.<br />
144 K.B. 26.09.1996, art. 9.<br />
145 K.B. 08.01.1996, art. 98.<br />
146 K.B. 08.01.1996, art. 96 § 5 en art. 99.<br />
56
9.1. Wijze van indienen<br />
HOOFDSTUK 9 - Indienen en openen van de offertes<br />
_____________________________________________<br />
Elke inschrijver mag slechts één offerte indienen (behoudens eventuele varianten) 147 .<br />
De offerte opgesteld op papier wordt per brief of per bode ingediend in een definitief<br />
gesloten omslag, waarop de volgende gegevens vermeld staan:<br />
- datum van de openingszitting;<br />
- verwijzing naar het bestek en eventueel naar de nummers van de betrokken percelen.<br />
Indien de offerte over de post wordt verzonden (aangetekend of als gewone zending),<br />
wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede gesloten omslag met het adres dat<br />
vermeld is in het bestek en met de vermelding "offerte" 148 .<br />
Dezelfde voorwaarden zijn van toepassing op de via elektronische middelen opgestelde<br />
offerte die echter niet elektronisch wordt verzonden.<br />
Voor de verzending of overhandiging van een via elektronische middelen opgestelde<br />
offerte legt de reglementering bepaalde waarborgen op 149 .<br />
Elke aanbestedende overheid beslist opdracht per opdracht of ze het gebruik van<br />
elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van<br />
kandidaatstellingen of offertes (te vermelden in de aankondiging van de opdracht of het<br />
bestek). Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen<br />
verboden.<br />
9.2. Tijdstip van indienen<br />
Iedere offerte moet bij de voorzitter van de openingszitting toekomen vóór hij de zitting<br />
opent. Een offerte die te laat toekomt, wordt nochtans in aanmerking genomen, mits aan<br />
de volgende dubbele voorwaarde is voldaan:<br />
- de aanbestedende overheid heeft nog geen kennis gegeven van haar beslissing aan de<br />
aannemer;<br />
- de offerte is uiterlijk 4 kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de ontvangst van<br />
de offertes, als aangetekende zending afgegeven bij de post 150 .<br />
9.3. Intrekking of wijziging van een offerte<br />
9.3.1. Algemeen<br />
Om een reeds opgestuurde of ingediende offerte te wijzigen of in te trekken, is een<br />
schriftelijke en ondertekende verklaring van de inschrijver of zijn gemachtigde<br />
147 K.B. 08.01.1996, art. 103.<br />
148 K.B. 08.01.1996, art. 104.<br />
149 K.B. 08.01.1996, art. 81bis en volgende.<br />
150 K.B. 08.01.1996, art. 104.<br />
57
vereist.<br />
De voorschriften omtrent de ondertekening (zie hoger 8.3.) en omtrent de wijze<br />
van indienen (zie hoger 9.1.) zijn identiek zoals voor de offerte zelf 151 .<br />
9.3.2. Wijzigingen<br />
Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten, op straffe van<br />
nietigheid van de offerte nauwkeurig vermeld worden 152 .<br />
Het uiterlijke tijdstip voor het indienen van wijzigingen, is hetzelfde zoals voor de<br />
offertes (zie hoger 9.2.).<br />
9.3.3. Intrekkingen<br />
De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn.<br />
Een intrekking kan per telegram, telex of telefax gebeuren onder de dubbele<br />
voorwaarde:<br />
- dat zij bij de voorzitter van de openingszitting toekomt vóór hij de zitting<br />
opent;<br />
- dat de intrekking wordt bevestigd per aangetekende brief, afgegeven bij de post<br />
uiterlijk daags voor de openingszitting; deze bevestiging is niet vereist als<br />
elektronische middelen worden gebruikt 153 .<br />
Gebeurt de intrekking niet per telegram, telex of telefax 154 dan gelden dezelfde<br />
voorschriften zoals beschreven onder 9.2.<br />
9.4. Openingszitting<br />
De offertes worden geopend op de datum, het uur en de plaats bepaald in de<br />
aankondiging van de opdracht of in het bestek.<br />
Deze openingszitting is openbaar voor een openbare aanbesteding en een algemene<br />
offerteaanvraag.<br />
Voor de beperkte aanbesteding of offerteaanvraag mogen enkel de inschrijvers (of hun<br />
vertegenwoordigers) de opening bijwonen.<br />
De aanbestedende overheid is vertegenwoordigd door een voorzitter en een bijzitter.<br />
De verrichtingen verlopen als volgt:<br />
- de voorzitter plaatst in het lokaal de reeds ontvangen niet elektronisch verzonden<br />
offertes;<br />
- het lokaal wordt toegankelijk gesteld voor het publiek en/of de inschrijvers;<br />
151 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 1.<br />
152 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 1.<br />
153 K.B. 08.01.1996, art. 105 § 2.<br />
154 K.B. 08.01.1996, art. 81quater § 2: Een melding die via telegram, telex of telefax moet plaatsvinden, kan<br />
ook met andere elektronische middelen gebeuren, als de betrokkenen dit overeenkomen.<br />
58
- de offertes die door de aanwezige inschrijvers zijn meegebracht worden aan de<br />
voorzitter overhandigd;<br />
- de voorzitter opent de zitting; vanaf dat ogenblik mogen geen offertes meer aanvaard<br />
worden;<br />
- van alle ontvangen offertes wordt inzage genomen;<br />
- de offertes en de belangrijkst geachte bijlagen, die niet via elektronische middelen<br />
worden opgesteld worden blad per blad door de voorzitter of een bijzitter<br />
geparafeerd; dit geldt ook voor de bescheiden tot wijziging of de intrekkingen; op de<br />
via elektronische middelen opgestelde offertes plaatsen de voorzitter of een bijzitter<br />
zijn elektronische handtekening;<br />
- de naam van de inschrijvers, hun woonplaats of maatschappelijke zetel en de<br />
intrekkingen worden voorgelezen. Bij openbare of beperkte aanbesteding, leest de<br />
voorzitter ook de prijzen voor (ook deze voor de eventuele varianten) en de<br />
prijswijzigingen 155 .<br />
Een proces-verbaal van de openingszitting wordt opgemaakt.<br />
De gegevens voorgelezen door de voorzitter en de incidenten die zich tijdens het<br />
verloop van de zitting hebben voorgedaan, worden erin vermeld.<br />
Het proces-verbaal wordt getekend door de voorzitter, de bijzitter en de aanwezigen die<br />
dit wensen 156 .<br />
De inschrijver die afwezig was op de openingszitting, moet, op schriftelijke vraag,<br />
mededeling krijgen van de gegevens die de voorzitter heeft voorgelezen 157 .<br />
9.5. Onderhandelingsprocedure<br />
Wat hiervoor is beschreven (9.1. t.e.m. 9.4.), geldt enkel voor de indiening en opening<br />
van offertes voor een (openbare of beperkte) aanbesteding of een (algemene of beperkte)<br />
offerteaanvraag.<br />
Een opdracht via onderhandelingsprocedure kan altijd tot stand komen met één van de<br />
volgende documenten:<br />
- ofwel op grond van de kennisgeving van de goedkeuring van de offerte, eventueel<br />
gewijzigd na onderhandeling;<br />
- ofwel op grond van een overeenkomst ondertekend door partijen.<br />
Onder sommige voorwaarden kan een opdracht via onderhandelingsprocedure ook als<br />
volgt tot stand komen:<br />
155 K.B. 08.01.1996, art. 106.<br />
156 K.B. 08.01.1996, art. 107.<br />
Voor de opening van stukken die na de opening zijn toegekomen, maar tijdig verstuurd waren: zie art. 108<br />
van hetzelfde K.B.<br />
157 K.B. 08.01.1996, art. 109.<br />
59
- bij een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang, en beneden<br />
de Europese drempelbedragen, is briefwisseling volgens handelsgebruik mogelijk;<br />
- als het bedrag niet hoger ligt dan 5.500 euro excl. BTW, is een aangenomen factuur<br />
mogelijk 158 .<br />
De wijze van indiening van offertes bij een onderhandelingsprocedure is niet wettelijk<br />
opgelegd. Het gebruik van e-mail, ook voor opdrachten van meer dan 5.500 euro, wordt<br />
mogelijk (bewijs en handtekening!).<br />
Voor een onderhandelingsprocedure is er evenmin een openingszitting verplicht.<br />
Voorzover het bedrag van de opdracht hoger is dan 5.500,00 euro excl. BTW, gelden<br />
wél de regels voor het opmaken van de offerte (zie hiervoor: 8.1.3.).<br />
De aanbestedende overheid kan echter sommige andere bepalingen van toepassing<br />
maken op een bepaalde opdracht.<br />
Een beslissing van de aanbestedende overheid, is ook vereist voor het toepasselijk<br />
maken van de regels voor het gebruik van elektronische middelen bij<br />
onderhandelingsprocedures zonder bekendmaking vooraf of om te aanvaarden dat de<br />
goed te keuren offerte met elektronische middelen wordt opgesteld 159 .<br />
158 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />
159 K.B. 08.01.1996, art. 122.<br />
60
HOOFDSTUK 10 - Nazicht van de offertes<br />
____________________________________<br />
10.1. Regelmatigheid van de offertes en van de prijzen<br />
10.1.1. Substantiële onregelmatigheden<br />
Is nietig: elke offerte die afwijkt van de essentiële besteksbepalingen, zoals<br />
prijzen, termijnen, technische specificaties 160 .<br />
Omtrent de substantiële onregelmatigheden bestaat een uitgebreide rechtspraak<br />
van de Raad van State.<br />
Wordt o.m. als substantieel onregelmatig beschouwd:<br />
- het wijzigen van forfaitaire posten in vermoedelijke hoeveelheden;<br />
- het niet ondertekenen van doorhalingen en wijzigingen van eenheidsprijzen;<br />
- het alleen prijs geven voor een variante bij een aanbesteding en niet voor het<br />
basisconcept; hetzelfde geldt indien geen prijs wordt gegeven voor een<br />
verplichte variante;<br />
- een voorbehoud ten aanzien van de in het bestek bepaalde uitvoeringstermijn;<br />
- een offerte voor een aanbesteding waarbij een uitvoeringswijze of een product<br />
wordt aangeboden, dat afwijkt van belangrijke technische voorschriften.<br />
Een belangrijk element in de afweging of een onregelmatigheid substantieel is, is<br />
de evaluatie of de gelijkheid tussen de inschrijvers in het gedrang wordt<br />
gebracht.<br />
10.1.2. Relatieve onregelmatigheden<br />
De aanbestedende overheid kan offertes als onregelmatig en derhalve als niet<br />
bestaande beschouwen, indien zij niet overeenstemmen met de bepalingen van<br />
Titel VI van het K.B. van 08.01.1996, enig voorbehoud inhouden, of<br />
bestanddelen bevatten die niet met de werkelijkheid overeenstemmen 161 .<br />
De "bepalingen van Titel VI", nl. de artikelen 89 tot 119 van het K.B., hebben<br />
betrekking op het opmaken, indienen en openen van de offertes e.d.m.<br />
Indien het voorbehoud slaat op een essentiële besteksbepaling, is de offerte<br />
substantieel onregelmatig (zie 10.1.1.).<br />
Indien het voorbehoud gemaakt wordt t.a.v. minder belangrijke punten, kan er<br />
eventueel geen reden zijn om de offerte te weren.<br />
Met niet-realistische bestanddelen in een offerte, zijn in de eerste plaats bedoeld:<br />
abnormale prijzen.<br />
160 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 2.<br />
161 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 2.<br />
61
Er dient een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de abnormaal hoge of lage<br />
eenheidsprijzen of totale prijzen voor bepaalde posten 162 en anderzijds een<br />
abnormaal laag totaalbedrag van de offerte.<br />
De aanbestedende overheid heeft een ruime beoordelingsvrijheid om<br />
eenheidsprijzen of totale prijzen van bepaalde posten al dan niet als abnormaal te<br />
beschouwen. Wil het bestuur een offerte om die reden afwijzen, dan moet het de<br />
inschrijver per aangetekende brief verzoeken om, binnen de 12 kalenderdagen,<br />
schriftelijk een verantwoording te verstrekken. De uitnodiging kan ook een<br />
langere termijn bepalen voor het antwoord 163 .<br />
Wanneer er een openbare of beperkte aanbesteding werd uitgeschreven voor<br />
werken, waarvoor minstens vier offertes werden ingediend, wordt iedere offerte<br />
waarvan het bedrag 15% onder het gemiddelde van de bedragen van de offertes<br />
ligt, beschouwd als een offerte waarvoor de aanbestedende overheid moet<br />
nagaan of het bedrag ervan eventueel abnormaal laag is 164 .<br />
Het gemiddelde wordt berekend zowel met de bedragen van de regelmatige als<br />
van de onregelmatige offertes. Is het aantal offertes lager dan zeven, dan dient de<br />
laagste én de hoogste offerte uitgesloten voor deze berekening van het<br />
gemiddelde.<br />
Zijn er zeven of meer offertes dan dient de laagste en een aantal van de hoogste,<br />
tot beloop van ¼ van alle offertes (afgerond naar de hogere eenheid),<br />
uitgesloten 165 .<br />
Ofwel is de overheid hier verplicht de inschrijver te verzoeken binnen de 12<br />
kalenderdagen schriftelijk verantwoording te verstrekken, niet alleen als het de<br />
offerte wil afwijzen, maar ook als het de offerte wil aanvaarden.<br />
De uitnodiging kan ook een langere termijn bepalen voor het antwoord. Voldoet<br />
de rechtvaardiging niet of wordt hij niet verstrekt binnen de opgelegde termijn,<br />
dan is de overheid verplicht de offerte als onregelmatig te beschouwen. Ofwel<br />
moet de overheid zelf in de gunningsbeslissing, de verwerping van het bezwaar<br />
tegen de schijnbaar abnormale prijs formeel motiveren.<br />
De aanbestedende overheid mag onder andere de volgende motiveringen in<br />
aanmerking nemen als prijsverantwoording:<br />
- doelmatigheid van het bouw-, productie- of dientsverleningsproces;<br />
- gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden<br />
waarvan de inschrijver kan profiteren;<br />
- originaliteit van de aangeboden werken, producten of diensten;<br />
- naleving van bepalingen inzake arbeidsbescherming en –voorwaarden die<br />
gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;<br />
- eventuele ontvangst van rechtmatig toegekende overheidssteun.<br />
162 Zie artikel 96 § 4 van het K.B. 08.01.1996: de eenheidsprijzen en de totale prijzen voor iedere post, moeten<br />
worden opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die post t.o.v. het totaal bedrag van de<br />
offerte.<br />
163 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 3.<br />
164 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 4.<br />
165 K.B. 08.01.1996, art. 110 § 4.<br />
62
10.2. Prijsonderzoek<br />
Voor opdrachten voor aanneming van werken moet de aanbestedende overheid<br />
inlichtingen verstrekken over het verwerpen van een offerte omwille van<br />
abnormale prijzen of gebrek aan tijdige verantwoording aan de commissie voor<br />
de erkenning van aannemers.<br />
De Europese Commissie wordt enkel nog geïnformeerd wanneer, in het geval<br />
van procedure met Europese bekendmaking, een offerte wordt geweerd wegens<br />
een abnormaal lage prijs én het abnormaal karakter van de prijs voortvloeit uit<br />
onrechtmatig toegekende overheidssteun.<br />
Opdat een offerte als regelmatig zou kunnen worden beschouwd, moet de<br />
inschrijver voldaan hebben aan de verplichtingen inzake RSZ. Dit blijkt uit de<br />
bijgevoegde attesten (zie hoger: 7.2. en 8.2.4.) of uit de inlichtingen die de<br />
aanbestedende overheid inwint.<br />
De aanbestedende overheid kan van deze regel afwijken bij gemotiveerde<br />
beslissing 166 .<br />
In sommige gevallen, moeten de inschrijvers, vóór de gunning, alle nodige inlichtingen<br />
verstrekken aan de aanbestedende overheid, om het onderzoek van de prijzen mogelijk<br />
te maken.<br />
Deze verplichting bestaat in elk geval, als het gaat om een opdracht die toegewezen<br />
wordt met een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, voor leveringen die<br />
niet courant 167 zijn, en voor een bedrag dat hoger is dan 67.000 euro (excl. BTW) 168 .<br />
Gaat het om courante leveringen, of is het bedrag niet hoger dan 67.000 euro (excl.<br />
BTW) of is er een andere gunningsprocedure, dan bestaat deze verplichting slechts als<br />
het bestek dit voorziet 169 .<br />
Ongeacht de gunningsprocedure, is de aannemer in elk geval verplicht dergelijke<br />
inlichtingen te verstrekken, als de opdracht wordt gegund zonder forfaitaire<br />
prijsbepaling (bijvoorbeeld op grond van werkelijke uitgaven) 170 171 .<br />
10.3. Verbeteringen door de aanbestedende overheid<br />
De aanbestedende overheid verbetert de rekenfouten en de kennelijk materiële fouten 172 .<br />
166<br />
K.B. 08.01.1996, art. 90 § 3 t.e.m. § 6.<br />
167<br />
Courante leveringen zijn leveringen van goederen die in serie worden geproduceerd.<br />
168<br />
K.B. 08.01.1996, art. 88 § 1.<br />
169<br />
K.B. 08.01.1996, art. 88 § 1 en § 2.<br />
170<br />
Het bestek kan ook bepalen dat verificaties van de boekhouding en onderzoeken ter plaatse kunnen<br />
uitgevoerd worden: zie K.B. 08.01.1996, art. 88 § 3.<br />
171 de<br />
K.B. 08.01.1996, art. 88 § 2, 2 lid.<br />
172<br />
K.B. 08.01.1996, art. 111 (aanbesteding) en art. 114 (offerteaanvraag).<br />
63
Als de aanbestedende overheid verbeteringen aanbrengt in een via elektronische<br />
middelen opgestelde offerte, moeten de oorspronkelijke versie bewaard blijven en de<br />
verbeteringen identificeerbaar zijn.<br />
In geval van twijfel, is de regeling verschillend bij aanbestedingen en offerteaanvragen:<br />
- bij een aanbesteding gaat de aanbestedende overheid de werkelijke bedoeling van de<br />
inschrijver na met alle middelen, onder meer door een onderzoek van de offerte, een<br />
vergelijking van de prijzen met die van overige inschrijvers en met de gangbare<br />
prijzen; indien de bedoeling niet duidelijk is beslist de overheid ofwel dat de geboden<br />
eenheidsprijzen geldig zijn, hetzij dat de twijfelachtig bevonden offerte als<br />
onregelmatig wordt verworpen 173 ;<br />
- bij offerteaanvragen verzoekt de aanbestedende overheid, in geval van twijfel, de<br />
inschrijver zijn offerte binnen een gestelde termijn nader toe te lichten 174 .<br />
De aanbestedende overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor niet<br />
ontdekte fouten.<br />
De inschrijvers kunnen zich niet beroepen op mogelijke vormgebreken, fouten of<br />
leemten in hun offerte 175 .<br />
10.4. Verbeteringen van de samenvattende opmetingsstaat door de inschrijver<br />
10.4.1. Wijzigingen van hoeveelheden van posten<br />
Zoals eerder vermeld, mag de inschrijver de forfaitaire hoeveelheden (en mits<br />
bepaalde voorwaarden ook de vermoedelijke hoeveelheden) wijzigen in de<br />
samenvattende opmetingsstaat voor een aanneming van werken 176 .<br />
De aanbestedende overheid ziet die wijzigingen na en verbetert ze zo nodig<br />
volgens eigen berekeningen 177 .<br />
De regeling is verschillend bij aanbestedingen enerzijds en offerteaanvragen<br />
anderzijds.<br />
Voor het rangschikken van de offertes en het bepalen van de laagste offerte bij<br />
een aanbesteding voor een aanneming van werken, is een gedetailleerde regeling<br />
uitgewerkt, waarbij aanvaarde verminderingen slechts ten goede komen van de<br />
inschrijvers die ze hebben vermeld.<br />
Aanvaarde hoeveelheden die groter zijn dan of gelijk aan hoeveelheden van de<br />
oorspronkelijke opmetingsstaat, worden in alle opmetingsstaten gebracht 178 .<br />
173<br />
K.B. 08.01.1996, art. 111.<br />
174<br />
K.B. 08.01.1996, art. 114 § 1.<br />
175<br />
K.B. 08.01.1996, art. 111, art. 114 § 1 en art. 99.<br />
176<br />
Zie hoger 8.2.2. en K.B. 08.01.1996, art. 96 § 2.<br />
177<br />
K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1 (aanbesteding) en art. 114 § 2 (offerteaanvraag).<br />
178<br />
K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1, 2°:<br />
Voor de rangschikking van de offertes worden de hoeveelheden aanvaard door de aanbestedende overheid<br />
64
Voor de definitieve verbetering van de offerte bij een aanbesteding, verbetert de<br />
aanbestedende overheid de offerte op grond van de juist bevonden<br />
hoeveelheden 179 .<br />
Voor het toepassen van deze bepalingen, wordt ook rekening gehouden met de<br />
wijzigingen, aangebracht door een inschrijver, wiens offerte nietig wordt<br />
verklaard 180 .<br />
Gaat het om een offerteaanvraag, dan zal de aanbestedende overheid de bij de<br />
offertes gevoegde opmetingen herzien op grond van de hoeveelheid die het als<br />
juist erkent 181 .<br />
Er is in dit geval geen onderscheid tussen het rangschikken van de offertes<br />
enerzijds en het vaststellen van het definitief bedrag van de goed te keuren<br />
offerte anderzijds.<br />
10.4.2. Aanvulling van leemten in de samenvattende opmetingsstaat<br />
Indien een inschrijver enige leemte heeft aangevuld in de samenvattende<br />
opmetingsstaat van een aanneming van werken, dan onderzoekt de<br />
aanbestedende overheid de gegrondheid van de aanvulling en verbetert deze<br />
eventueel.<br />
die groter zijn dan of gelijk zijn aan de hoeveelheden van de oorspronkelijke opmetingsstaat, naar alle opme-<br />
tingsstaten zonder onderscheid gebracht. De wijzigingen die door de aanbestedende overheid aanvaard<br />
worden en die een vermindering van de hoeveelheden tot gevolg hebben, spelen daarentegen enkel in het<br />
voordeel van de inschrijvers die ze gemeld hebben en slechts in de mate waarin hun verantwoording is<br />
aanvaard.<br />
Aldus:<br />
a) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver kleiner is dan de hoeveelheid aanvaard door<br />
de aanbestedende overheid, deze laatste hoeveelheid in de opmetingsstaat gebracht;<br />
b) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver, ligt tussen de hoeveelheid aanvaard door de<br />
aanbestedende overheid en de hoeveelheid van de oorspronkelijke opmetingsstaat, de hoeveelheid voorge-<br />
steld door de inschrijver in de opmetingsstaat gebracht;<br />
c) wordt indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver groter is dan de hoeveelheid van de oorspron-<br />
kelijke opmetingsstaat, de door de inschrijver voorgestelde hoeveelheid teruggebracht tot de hoeveelheid<br />
van de oorspronkelijke opmetingsstaat.<br />
179 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 1, 1°. Als de aanbestedende overheid de wijzigingen van een post met vermoede-<br />
lijke hoeveelheden niet door eigen berekeningen kan nazien, brengt zij de voorgestelde verhoging van de<br />
hoeveelheden tot de oorspronkelijke hoeveelheid van de opmetingsstaat terug; de aanbestedende overheid<br />
behoudt de verminderingen aangebracht door de inschrijvers, onverminderd de rechten van de aanbestedende<br />
overheid, omschreven in art. 96 § 2, derde lid, 1° en 2°.<br />
180 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 3.<br />
181 K.B. 22.04.1977, art. 114 § 2, 1°.<br />
65
Voor de andere offertes waar geen prijs voor de ontbrekende post is voorgesteld,<br />
wordt een prijs berekend, rekening houdende met de verhouding tussen de totale<br />
bedragen van de offertes 182 .<br />
De regeling is identiek voor aanbestedingen en offerteaanvragen 183 .<br />
182 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 2:<br />
1° Wanneer een inschrijver enige leemte in de samenvattende opmetingsstaat van een overheidsopdracht voor<br />
aanneming van werken heeft aangevuld, onderzoekt de aanbestedende overheid de gegrondheid van de<br />
aanvulling en verbetert deze eventueel.<br />
Indien de andere inschrijvers geen prijzen voor de ontbrekende posten hebben voorgesteld, worden deze<br />
prijzen met het oog op de rangschikking van de offertes en de definitieve verbetering van de goed te<br />
keuren offerte volgens de onderstaande formule berekend:<br />
S =<br />
waarin:<br />
L x Y<br />
X<br />
S: het bedrag voor de ontbrekende post is;<br />
L: het eventueel door de aanbestedende overheid verbeterd bedrag voor de ontbrekende post in de samen-<br />
vattende opmetingsstaat van de inschrijver die op de leemte heeft gewezen;<br />
X: het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat van dezelfde inschrijver, eventueel verbeterd op<br />
grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de samenvattende opmetingsstaat en<br />
overeenkomstig de bepalingen van artikel 111 zonder met de ontbrekende posten rekening te houden;<br />
Y: het totale bedrag van de samenvattende opmetingsstaat van de betrokken inschrijver die de leemte niet<br />
heeft vermeld, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de<br />
samenvattende opmetingsstaat en overeenkomstig de bepalingen van artikel 111, zonder met de ont-<br />
brekende posten rekening te houden;<br />
2° wanneer verscheidene inschrijvers dezelfde leemte hebben vermeld, worden L en X verkregen door het<br />
rekenkundig gemiddelde te nemen van de waarden L en X in de samenvattende opmetingsstaten van die<br />
inschrijvers.<br />
3° In beide gevallen wordt de eenheidsprijs van de ontbrekende post verkregen door het bedrag S te delen<br />
door de overeenstemmende hoeveelheid, zoals die eventueel door de aanbestedende overheid is ver-<br />
beterd.<br />
4° Voor de berekening van de prijs van een ontbrekende post; overeenkomstig de onderdelen 1° en 2°;<br />
is de aanbestedende overheid gerechtigd geen rekening te houden met de offerte waarin voor de ontbre-<br />
kende post een abnormale prijs is vermeld.<br />
Indien in dit geval en onverminderd artikel 110 § 2 tot en met § 4, geen inschrijver een normale prijs<br />
voor de ontbrekende post heeft voorgesteld en de aanbestedende overheid aan de procedure gevolg wil<br />
geven, kan zij de opdracht gunnen zonder met die post rekening te houden; de prijs wordt met de<br />
inschrijver die als aannemer wordt aangewezen onderhands bedongen vooraleer zijn offerte wordt goed-<br />
gekeurd.<br />
183 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 2 en art. 114 § 2, 2°.<br />
66
Dezelfde berekeningswijze wordt ook toegepast om een offerte aan te vullen als<br />
een inschrijver van een overheidsopdracht voor aanneming werken, voor een of<br />
andere post, noch een eenheidsprijs, noch een forfaitaire prijs heeft vermeld.<br />
De aanbestedende overheid kan in dergelijk geval ook de offerte als<br />
onregelmatig verwerpen 184 .<br />
10.5. Communicatie met de inschrijvers<br />
In elk stadium van de procedure na de ontvangst van de aanvragen tot<br />
deelneming of van de offertes, kunnen de kandidaten of inschrijvers en de<br />
aanbestedende overheid overeenkomen om hun schriftelijke stukken via<br />
elektronische middelen op te stellen en/of te verzenden 185 .<br />
10.6 Verslag over het onderzoek van de offertes<br />
Een aangestelde van de aanbestedende overheid, stelt een verslag op over het<br />
onderzoek van de offertes. Dit ter voorbereiding van de toewijzingsbeslissing.<br />
In dit verslag komen de volgende zaken aan bod:<br />
- informatieve gegevens zoals aanbestedende overheid, aard van de opdracht,<br />
raming, ontwerper, gevraagde erkenning en registratie, gunningsprocedure,<br />
tijdstip openingszitting;<br />
- overzicht van de ingediende offertes;<br />
- uitsluiting en kwalitatieve selectie van de inschrijvers;<br />
- onderzoek van de administratieve regelmatigheid en van de technische<br />
conformiteit, oordeel over het eventueel abnormaal karakter van de<br />
eenheidsprijzen en totale prijzen van de posten en van de globale prijs van de<br />
offerte, met inbegrip van de beoordeling van de eventueel gevraagde<br />
prijsverantwoordingen;<br />
- onderzoek van verbeteringen, leemten en opmerkingen vermeld door de<br />
inschrijvers;<br />
- verbeteringen van de rekenfouten en van de kennelijk materiële fouten in de<br />
offertes;<br />
- rangschikking van de offertes volgens het gunningscriterium of de<br />
gunningscriteria;<br />
- voorstel tot toewijzing met definitief toewijzingsbedrag.<br />
184 K.B. 08.01.1996, art. 112 § 4 (aanbesteding) en art. 114 § 3 (offerteaanvraag).<br />
185 K.B. 08.01.1996, art. 81quater.<br />
67
11.1. Geen verplichting om te gunnen<br />
HOOFDSTUK 11 - Gunning van de opdracht<br />
______________________________________<br />
Het volgen van een procedure van aanbesteding, van offerteaanvraag of via<br />
onderhandelingen brengt geen verplichting mee om de opdracht toe te wijzen.<br />
De aanbestedende overheid kan ook:<br />
- afzien van het gunnen van de opdracht;<br />
- de procedure herbeginnen, desnoods via een andere gunningsprocedure 186 .<br />
De beslissing om niet toe te wijzen moet gemotiveerd zijn. Bij het herbeginnen van de<br />
procedure dient erover gewaakt dat het gelijkheidsprincipe niet wordt geschaad.<br />
Als de opdracht uit verschillende percelen bestaat, kan de aanbestedende overheid er<br />
slechts enkele toewijzen, op voorwaarde dat de overheid zich dit recht heeft<br />
voorbehouden in het bestek. De andere percelen kunnen dan in een of meer andere<br />
opdrachten opgenomen worden die desnoods via een andere procedure worden<br />
gegund. 187 .<br />
11.2. Toewijzingsbeslissing<br />
11.2.1. Keuze van de inschrijver aan wie de opdracht zal gegund worden<br />
a. Aanbestedingen<br />
186 Wet 24.12.1993, art. 18, 1 ste lid.<br />
187 Wet 24.12.1993, art. 18, 2 de lid.<br />
188 Wet 24.12.1993, art. 15.<br />
189 K.B. 08.01.1996, art. 113, 1 ste lid.<br />
190 K.B. 08.01.1996, art. 113, 2 de lid.<br />
Bij een aanbesteding moet de opdracht gegund worden aan de inschrijver die<br />
de laagste regelmatige offerte heeft ingediend. Voor het bepalen van de<br />
laagste offerte moet rekening gehouden worden met de aangeboden prijzen<br />
en met de andere berekenbare gegevens die met zekerheid haar uitgaven<br />
zullen verhogen 188 .<br />
Wanneer het bestek varianten heeft toegestaan of opgelegd, wordt er één<br />
enkele rangschikking van basisoffertes en varianten opgemaakt, om te<br />
bepalen wie de laagste regelmatige offerte heeft ingediend 189 .<br />
Als de inschrijvers prijsverminderingen toestaan in geval van samenvoeging<br />
van percelen dan wordt de laagste regelmatige offerte bepaald na<br />
rangschikking van de gegroepeerde percelen 190 .<br />
68
Als verscheidene inschrijvers dezelfde laagste prijs hebben ingediend, wordt<br />
hun gevraagd een schriftelijke korting in te dienen. Zijn er daarna nog<br />
gelijke prijzen, dan wordt een loting gehouden waarop de betrokkenen<br />
worden uitgenodigd 191 .<br />
Wijst de aanbestedende overheid de opdracht niet toe aan de inschrijver die<br />
de laagste regelmatige offerte heeft ingediend, dan heeft deze recht op een<br />
forfaitaire schadeloosstelling ten bedrage van 10% van zijn offerte 192 .<br />
b. Offerteaanvragen<br />
De aanbestedende overheid kiest de regelmatige offerte die haar het<br />
voordeligst lijkt op grond van de gunningscriteria die vermeld zijn in het<br />
bestek of eventueel in de aankondiging van de opdracht 193 . Het bestek of de<br />
aankondiging vermeldt deze criteria met hun relatief gewicht of in volgorde<br />
van afnemend belang; zo niet hebben ze bij de beoordeling dezelfde waarde<br />
(zie ook: 4.1.3.).<br />
Voorbeelden van dergelijke criteria zijn:<br />
- het bedrag;<br />
- de aanwendings- en onderhoudskosten;<br />
- de technische waarde;<br />
- de zekerheid van de bevoorrading;<br />
- de uitvoeringstermijn, enz.<br />
De aanbestedende overheid houdt rekening met de opgelegde of toegestane<br />
varianten.<br />
De aanbestedende overheid kan ook rekening houden met de eventuele vrije<br />
varianten die de inschrijvers voorstellen (behalve indien deze verboden zijn<br />
door het bestek). Dergelijke vrije varianten moeten de<br />
minimumvoorwaarden vervullen die in het bestek vermeld staan en aan de<br />
voor hun indiening gestelde eisen voldoen 194 .<br />
Als de inschrijvers een verbetering van hun offerte aanbieden in geval van<br />
samenvoeging van percelen, dan wordt de keuze bepaald door de<br />
gegroepeerde percelen die de meest interessante offerte vormen 195 .<br />
Wanneer verscheidene offertes als gelijkwaardig en als het voordeligst<br />
worden beschouwd kan de aanbestedende overheid vragen een verbetering<br />
van hun offerte in te dienen 196 .<br />
191 K.B. 08.01.1996, art. 113, 3 de lid.<br />
192 Wet 24.12.1993, art. 15. In geval van corruptie, wordt deze forfaitaire schadevergoeding van 10% aangevuld<br />
met een schadeloosstelling met het oog op het volledig herstel van de schade.<br />
193 Wet 24.12.1993, art. 16.<br />
K.B. 08.01.1996, art. 115.<br />
194 Wet 24.12.1993, art. 16.<br />
195 K.B. 08.01.1996, art. 115, 1 ste lid.<br />
196 K.B. 08.01.1996, art. 115, laatste lid.<br />
69
c. Onderhandelingsprocedure<br />
De aanbestedende overheid gunt de opdracht na raadpleging van de<br />
aannemers, leveranciers of dienstverleners van haar keuze en na<br />
onderhandeling over de voorwaarden van de opdracht met één of meer van<br />
hen 197 .<br />
Een nieuw artikel 122ter bepaalt, betreffende de onderhandelingsprocedure<br />
met bekendmaking boven de Europese drempels, dat:<br />
- de aanbestedende overheid met de inschrijvers onderhandelt over de door<br />
hen ingediende offertes om die aan te passen aan de eisen die zij in de<br />
publicatie, het bestek en eventuele aanvullende documenten heeft<br />
vermeld en om de beste offerte te kiezen;<br />
- de aanbestedende overheid waarborgt de gelijke behandeling van alle<br />
inschrijvers (geen discriminerende informatie geven bv.);<br />
- de aanbestedende overheid kan bepalen dat de procedure in<br />
opeenvolgende fasen verloopt, teneinde het aantal offertes waarover moet<br />
onderhandeld worden te beperken door toepassing van de<br />
gunningscriteria die in de aankondiging of het bestek zijn vermeld; het<br />
gebruik van deze mogelijkheid wordt vermeld in de aankondiging van de<br />
opdracht of het bestek.<br />
11.2.2. Bevoegde overheid<br />
In de provincies is de deputatie bevoegd voor het voeren van de gunningsprocedures<br />
en de gunning van overheidsopdrachten; de deputatie kan de<br />
uitvoering van deze bevoegdheid toevertrouwen aan de provinciegriffier; de<br />
deputatie kan bepalen of de provinciegriffier deze bevoegdheid kan<br />
toevertrouwen aan andere personeelsleden.<br />
De deputatie heeft de volheid van bevoegdheid wat betreft het budgethouderschap.<br />
De budgethouder gaat de verbintenissen aan overeenkomstig het hem<br />
toevertrouwde budget. Hij voert, in voorkomend geval binnen de perken van de<br />
delegatie, de procedures voor opdrachten van aanneming van werken, leveringen<br />
of diensten, wijst de opdracht toe en keurt de te betalen bedragen goed<br />
overeenkomstig het aan hem toevertrouwde budget. De deputatie kan het budgethouderschap<br />
toekennen aan:<br />
- de provinciegriffier voor aangelegenheden van dagelijks bestuur; de<br />
provinciegriffier kan dit delegeren aan andere personeelsleden, en dit<br />
rekening houdend met het organogram;<br />
- aan bepaalde personeelsleden met betrekking tot bepaalde budgetten<br />
betreffende activiteitencentra of projecten, ook voor aangelegenheden die het<br />
dagelijks bestuur te boven gaan, en dit rekening houdend met het organogram.<br />
In de gemeenten geldt een identieke bevoegdheidsverdeling als in de provincies<br />
(lees: gemeenteraad in plaats van provincieraad, college van burgemeester en<br />
197 Wet 24.12.1993, art. 17 § 1.<br />
70
schepenen in plaats van deputatie, gemeentesecretaris in plaats van<br />
provinciegriffier) 198 .<br />
Wat de politiezones betreft, worden in de meergemeentezones de bevoegdheden<br />
van het College van Burgemeester en Schepenen uitgeoefend door het<br />
politiecollege.<br />
Voor de OCMW's zet de raad voor maatschappelijk welzijn de procedure in en<br />
wijst de opdracht toe. De OCMW-wet voorziet de mogelijkheid van delegatie<br />
van deze bevoegdheid 199 . Het nieuwe decreet dd. 19.12.2008 (art. 51-52 en 160),<br />
bevat een nieuwe regeling.<br />
Voor de verenigingen van gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens<br />
andersluidende statutaire bepaling) de raad van bestuur bevoegd.<br />
Voor de polders en wateringen wijst het betrokken bestuur de opdrachten toe.<br />
Wat betreft de erkende erediensten, stelt de kerkraad (rooms-katholiek), de<br />
bestuursraad (protestants, Anglicaans of Israëlitisch), de kerkfabriekraad<br />
(orthodox) of het Comité (Islamitisch) de procedure in en gunt de opdracht. Dit<br />
bestuursorgaan kan deze bevoegdheid delegeren, volgens dezelfde voorwaarden<br />
zoals m.b.t. het kiezen van de gunningswijze en het vaststellen van de<br />
voorwaarden.<br />
11.3. Kennisgeving van de keuze van de aannemer<br />
11.3.1. Algemeen<br />
De sluiting van de opdracht gebeurt door de betekening van de goedkeuring van<br />
zijn offerte aan de begunstigde. Deze betekening mag niet onderhevig zijn aan<br />
enig voorbehoud 200 .<br />
Op dat ogenblik komt de (wederkerige) overeenkomst tussen de inschrijver en de<br />
aanbestedende overheid tot stand. Deze betekening moet gebeuren bij<br />
aangetekende brief (of eventueel per telefax, of via andere elektronische<br />
middelen, die binnen de vijf dagen per aangetekende brief wordt bevestigd). Het<br />
volstaat dat de afgifte op het post- of telegraafkantoor van de brief of het<br />
telegram, of de verzending per telex of telefax, of via andere elektronische<br />
middelen binnen de gestanddoeningstermijn van de offerte gebeurt.<br />
Bij de betekening wordt de ambtenaar of iedere persoon die leiding van en<br />
toezicht op de uitvoering van de opdracht uitoefent aangewezen, tenzij deze<br />
inlichting reeds in de aankondiging of in het bestek was vermeld.<br />
Van de ambtenaar, wordt elke eventuele beperking van zijn bevoegdheden<br />
198 Artikel 57, § 3, 4 e van zowel provinciedecreet als van gemeentedecreet (bevoegdheden deputatie en college);<br />
artikel 154 en volgende provinciedecreet en artikel 158 en volgende gemeentedecreet (budgethouderschap).<br />
199 OCMW-wet, art. 84.<br />
200 K.B. 08.01.1996, art. 117, 1 ste lid.<br />
71
vermeld. Is de leidend ambtenaar een persoon buiten de aanbestedende overheid,<br />
dan wordt de draagwijdte van zijn mandaat meegedeeld 201 .<br />
11.3.2. Betekening buiten termijn<br />
Als de gestanddoeningstermijn van de offerte verstreken is, kan de betekening<br />
van de goedkeuring van de offerte slechts gebeuren voor zover de inschrijver<br />
daarmee schriftelijk en zonder voorbehoud instemt 202 .<br />
Wanneer de inschrijver zijn offerte slechts handhaaft op voorwaarde dat hij een<br />
hogere prijs krijgt (aanbesteding) of op voorwaarde dat zijn offerte gewijzigd<br />
wordt (offerteaanvraag), dan moet de aanbestedende overheid dit aanvaarden,<br />
indien:<br />
- deze verhoging (aanbesteding) of wijziging (offerteaanvraag) verantwoord<br />
wordt door omstandigheden die zich na de opening van de offertes hebben<br />
voorgedaan, en<br />
- de nieuwe prijs lager blijft dan de overige offertes (aanbesteding) of de<br />
gewijzigde offerte de voordeligste blijft (offerteaanvraag) 203 .<br />
Is aan deze voorwaarden niet voldaan, dan mag de aanbestedende overheid:<br />
- hetzij zich achtereenvolgens richten, volgens de rangschikking, tot de andere<br />
inschrijvers waarvan de regelmatige offerte lager (aanbesteding) of<br />
voordeliger (offerteaanvraag) is geworden;<br />
- hetzij aan alle inschrijvers vragen hun prijs (aanbesteding) of hun offerte<br />
(offerteaanvraag) te herzien en de opdracht daarna gunnen aan de nieuwe<br />
laagste (aanbesteding) of voordeligste (offerteaanvraag) offerte 204 .<br />
Als de inschrijver voor een aanbesteding zijn offerte niet handhaaft, of daartoe<br />
andere voorwaarden stelt dan een prijsverhoging, dan richt de aanbestedende<br />
overheid zich, volgens de rangschikking, achtereenvolgens tot de andere<br />
inschrijvers 205 .<br />
11.4. Informatieverstrekking over de beslissingen en wachttermijn<br />
11.4.1. Algemeen 206<br />
De Europese richtlijnen leggen op dat tegen de door de aanbestedende overheden<br />
genomen beslissingen doeltreffend en zo snel mogelijk beroep moet kunnen<br />
worden ingesteld. Dit is immers noodzakelijk om de communautaire<br />
voorschriften inzake overheidsopdrachten te garanderen en dit in een stadium<br />
waarin de schendingen van die voorschriften nog ongedaan kunnen worden<br />
gemaakt. Deze rechtsbescherming impliceert vooreerst dat de betrokken<br />
201 A.A.V. 26.09.1996, art. 1.<br />
202 K.B. 08.01.1996, art. 118 (aanbesteding) en art. 119 (offerteaanvraag).<br />
203 K.B. 08.01.1996, art. 118, 2 de lid en art. 119, 2 de lid.<br />
204 K.B. 08.01.1996, art. 118 en art. 119.<br />
205 K.B. 08.01.1996, art. 118, laatste lid.<br />
206 Wet 24.12.1993, art. 65/4 t.e.m. 65/13; 65/28 t.e.m. 30;<br />
72
aannemers, leveranciers en dienstverleners in kennis worden gesteld van de<br />
beslissingen van de aanbestedende overheid die op hen betrekking hebben met<br />
betrekking tot de niet-selectie, de onregelmatigheid van de offerte of het feit dat<br />
de offerte (niet) werd gekozen. Deze rechtsbescherming impliceert bovendien<br />
dat een termijn wordt nageleefd tussen het ogenblik waarop die beslissingen<br />
worden genomen en het sluiten van de overeenkomst. Deze wachttermijn moet<br />
het mogelijk maken dat de inschrijvers een schorsingsberoep kunnen instellen.<br />
Dit kan ofwel een procedure in kort geding zijn voor de justitiële rechter, ofwel<br />
een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid voor de Raad van<br />
State. De aanbestedende overheid mag de procedure enkel voortzetten als zij<br />
geen schriftelijke kennisgeving van zo‟n procedure ontvangt.<br />
De regels over de informatieplicht en over de na te leven wachttermijn<br />
verschillen afhankelijk van zowel de gekozen gunningswijze als van de waarde<br />
van de opdracht, van het feit of het een opdracht voor werken betreft (beneden de<br />
Europese drempels) alsook van het initiatief van de aanbestedende instantie<br />
(opdrachten beneden de Europese drempels doch boven de 67.000 EUR. Er zijn<br />
algemeen genomen drie gradaties voor de verplichtingen. De hoogste gradatie<br />
betekent dat de motivering gelijktijdig met de beslissingen wordt meegedeeld en<br />
dat er een wachttermijn moet gerespecteerd worden. Dit geldt enkel voor<br />
opdrachten en concessies van bouwwerken die onderworpen zijn aan Europese<br />
bekendmaking (en de opdrachten van werken tot halfweg het bedrag van de<br />
Europese drempel). Dan zijn er een aantal opdrachten waar wel altijd<br />
beslissingen moeten meegedeeld worden, maar de motivering slechts moet<br />
gegeven worden op vraag van betrokkene. En tenslotte gelden er geen specifieke<br />
regelen voor de opdrachten die met een aangenomen factuur kunnen worden<br />
gegund.<br />
11.4.2. Schematisch overzicht van de informatieverplichtingen 207<br />
Volgend schema biedt een overzicht van de verplichtingen die de wetgeving<br />
overheidsopdrachten oplegt in de verschillende situaties:<br />
1. Beneden drempels voor<br />
Europese bekendmaking bij<br />
de aanvang van de procedure<br />
Onderhandelingsprocedure die tot<br />
stand komt met een aangenomen<br />
factuur.<br />
Onderhandelingsprocedure zonder<br />
bekendmaking vooraf, algemene<br />
offerteaanvraag of openbare<br />
aanbesteding – opdrachten tot<br />
67.000 EUR (excl. BTW)<br />
Informatieplicht Wachttermijn<br />
Geen. Geen.<br />
1) Gemotiveerde beslissing nodig voor:<br />
de gunning, het afzien van het plaatsen<br />
van de opdracht en eventueel uitschrijven<br />
van een nieuwe opdracht.<br />
2) Informatie onmiddellijk aan elke nietgeselecteerde<br />
kandidaat of inschrijver<br />
omtrent respectievelijk niet-selectie,<br />
wering van zijn offerte, niet-gekozen zijn<br />
Geen.<br />
Tenzij: de aanbestedende<br />
overheid de wachttermijn<br />
toepasselijk maakt<br />
overeenkomstig art.<br />
65/30, 2 e lid van de wet<br />
(keuzemogelijkheid)<br />
K.B. 08.01.1996, art. 25 (werken), art. 51 (leveringen) en art. 80 (diensten), gewijzigd door KB 10.02.2010.<br />
73
Beperkte aanbesteding, beperkte<br />
offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure<br />
met bekendmaking<br />
vooraf - opdrachten tot 67.000<br />
EUR (excl. BTW)<br />
of gekozen zijn van zijn offerte<br />
3) Verzoek tot aanvullende informatie<br />
vanwege kandidaat of inschrijver binnen<br />
30 dagen na verzending informatie onder<br />
2.<br />
4) Binnen 15 dagen na ontvangst<br />
verzoek:<br />
- meedelen motieven niet-selectie bij<br />
uittreksel van gemotiveerde beslissing<br />
- meedelen motieven wering offerte bij<br />
uittreksel van gemotiveerde beslissing<br />
- meedelen motieven (niet) kiezen<br />
offerte: de gemotiveerde beslissing.<br />
5) Identieke werkwijze omtrent de<br />
informatie na de beslissing om af te zien<br />
van het plaatsen van de opdracht en, in<br />
voorkomend geval, een nieuwe opdracht<br />
uit te schrijven: informeren van elke<br />
inschrijver – verzoek tot meedelen<br />
gemotiveerde beslissing binnen 30 dagen<br />
na verzending – meedelen gemotiveerde<br />
beslissing binnen 15 dagen na ontvangst<br />
verzoek.<br />
6) Opmerking: aanbestedende overheid<br />
kan gebruik maken van de mogelijkheid<br />
in de wet voorzien om tegelijk met de<br />
informatie ook de motieven te verzenden.<br />
0) Zie hoger wat betreft gemotiveerde<br />
beslissing.<br />
1)Onmiddellijk na de selectiebeslissing<br />
worden de niet geselecteerde kandidaten<br />
ingelicht over hun niet-selectie; verzoek<br />
om aanvullende informatie binnen 30<br />
dagen; de motieven van niet-selectie<br />
worden meegedeeld binnen 15 dagen na<br />
ontvangst van het verzoek daartoe.<br />
2)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />
worden de inschrijvers ingelicht over:<br />
* de motieven voor niet-selectie<br />
* de onregelmatigheid van hun<br />
offerte (wering)<br />
* het feit dat hun offerte niet<br />
gekozen is of gekozen is.<br />
Identieke termijnen van 30 en 15<br />
dagen en informatieverstrekking<br />
cf.hierboven.<br />
3) Identieke werkwijze omtrent de<br />
informatie na de beslissing om af te zien<br />
van het plaatsen van de opdracht en, in<br />
voorkomend geval, een nieuwe opdracht<br />
uit te schrijven: informeren van elke<br />
inschrijver – verzoek tot meedelen<br />
Geen.<br />
Tenzij: de aanbestedende<br />
overheid de wachttermijn<br />
toepasselijk maakt<br />
overeenkomstig art.<br />
65/30, 2 e lid van de wet<br />
(keuzemogelijkheid)<br />
74
Opdrachten tussen 67.000 EUR en<br />
de Europese drempelbedragen<br />
uitgezonderd opdrachten van<br />
werken boven 2.422.500 EUR :<br />
1) gewone regel: zonder stand still<br />
2) keuze voor stand still door de<br />
aanbestedende overheid<br />
gemotiveerde beslissing binnen 30 dagen<br />
na verzending – meedelen gemotiveerde<br />
beslissing binnen 15 dagen na ontvangst<br />
verzoek.<br />
4) Opmerking: aanbestedende overheid<br />
kan gebruik maken van de mogelijkheid<br />
in de wet voorzien om tegelijk met de<br />
informatie ook de motieven te verzenden.<br />
1) Opstellen van een gemotiveerde<br />
beslissing wanneer ze beslist gebruik te<br />
maken van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking of met<br />
bekendmaking, maar eveneens bij<br />
beslissing over de selectie en/of de<br />
gunning, en tenslotte bij het afzien van<br />
het plaatsen van de opdracht en eventueel<br />
beslist een nieuwe opdracht uit te<br />
schrijven.<br />
Opmerking: bij OHprocedure kan de<br />
motivering a posteriori, bij de gunningbeslissing<br />
worden opgenomen; in<br />
gevallen van dringendheid tot 15 dagen<br />
na de beslissing.<br />
2) De gemotiveerde gunningbeslissing<br />
bevat een aantal noodzakelijke gegevens<br />
(art. 65/5: formeel bepaald).<br />
3) Kennisgeving onmiddellijk aan elke<br />
niet-geselecteerde kandidaat of<br />
inschrijver omtrent respectievelijk nietselectie<br />
of wering van zijn offerte, nietgekozen<br />
zijn of gekozen zijn van zijn<br />
offerte d.m.v. een uittreksel van de<br />
gemotiveerde beslissing (niet-selectie of<br />
wering) of de gemotiveerde beslissing<br />
(gunning of bij de beperking van het<br />
aantal geselecteerde kandidaten na<br />
rangschikking).<br />
Deze kennisgeving gebeurt onverwijld<br />
per fax of e-mail of ander elektronisch<br />
middel en dezelfde dag per aangetekende<br />
brief.<br />
Opmerking:<br />
- De kennisgeving doet geen enkele<br />
contractuele verbintenis ontstaan t.a.v. de<br />
gekozen inschrijver<br />
- Bij beperkte procedures mag de<br />
uitnodiging tot indienen van een offerte<br />
pas gericht worden aan de geselecteerde<br />
kandidaten nadat de informatie over de<br />
selectie of niet-selectie werd verzonden.<br />
4) Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />
Geen.<br />
Tenzij: de aanbestedende<br />
overheid de wachttermijn<br />
toepasselijk maakt overeenkomstig<br />
art. 65/30, 2 e<br />
lid van de wet (keuzemogelijkheid)<br />
In dit geval moet in de<br />
kennisgeving:<br />
- de exacte duur van de<br />
wachttermijn nauwkeurig<br />
vermeld worden;<br />
- de aanbeveling opgenomen<br />
worden om de<br />
aanbestedende instantie<br />
per fax, e-mail… te<br />
verwittigen indien de<br />
belanghebbende een<br />
vordering tot schorsing<br />
indient<br />
- dat faxnummer of emailadres<br />
vermeld<br />
worden.<br />
- Schorsing van de<br />
gestanddoeningstermijn<br />
van de offerte (indien<br />
wachttijd van toepassing).<br />
75
Opdrachten van werken tussen<br />
2.422.500 en 4.845.000 EUR<br />
(excl BTW) verplicht<br />
onderworpen aan Belgische<br />
bekendmaking (bepaalde werken<br />
inzake defensie uitgezonderd)<br />
2. Boven drempels voor<br />
Europese bekendmaking bij<br />
de aanvang van de procedure<br />
Onderhandelingsprocedure zonder<br />
bekendmaking vooraf.<br />
Beperkte aanbesteding, beperkte<br />
offerte-aanvraag en onderhandelingsprocedure<br />
met bekendmaking<br />
vooraf.<br />
aan elke inschrijver of kandidaat na<br />
beslissing om af te zien van het plaatsen<br />
van de opdracht en, in voorkomend geval<br />
een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />
Identieke informatieverplichtingen als<br />
vorige categorie (met de bijkomende<br />
vermeldingen in functie van de<br />
wachttermijn)<br />
Informatieverplichtingen zoals voor<br />
de overige procedures hierna vermeld<br />
1) Opstellen van een gemotiveerde<br />
beslissing wanneer ze beslist gebruik te<br />
maken van de onderhandelingsprocedure<br />
met bekendmaking, maar eveneens bij<br />
beslissing over de selectie en/of de<br />
gunning, en tenslotte bij het afzien van<br />
het plaatsen van de opdracht en eventueel<br />
beslist een nieuwe opdracht uit te<br />
schrijven.<br />
Opmerking: bij OH-procedure kan de<br />
motivering a posteriori, bij de<br />
gunningbeslissing worden opgenomen; in<br />
gevallen van dringendheid tot 15 dagen<br />
na de beslissing.<br />
2) De gemotiveerde gunningbeslissing<br />
bevat een aantal noodzakelijke gegevens<br />
(art. 65/5: formeel bepaald).<br />
3)Onmiddellijk na de selectiebeslissing<br />
worden niet geselecteerde kandidaten<br />
ingelicht over hun niet-selectie en over<br />
de motieven voor niet-selectie, bij<br />
uittreksel van de gemotiveerde<br />
beslissing. Bij beperking van het aantal<br />
geselecteerde kandidaten na<br />
rangschikking wordt de gemotiveerde<br />
beslissing meegedeeld.<br />
4)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />
worden de inschrijvers<br />
ingelicht over:<br />
* hun niet-selectie en de motieven<br />
hiervoor<br />
Ja<br />
15 dagen vanaf de dag die<br />
volgt op de datum van<br />
verzending naar de<br />
inschrijvers per telefax,<br />
elektronische middelen en<br />
per aangetekende brief<br />
Geen stand still:<br />
-wanneer voorafgaande<br />
Europese bekendmaking<br />
niet verplicht is<br />
Geen stand still op dit<br />
moment.<br />
Stand still:<br />
15 dagen vanaf de dag die<br />
volgt op de datum van<br />
verzending naar de<br />
76
Openbare aanbesteding en<br />
algemene offerte-aanvraag<br />
* de onregelmatigheid van hun<br />
offerte en de motieven voor de<br />
wering<br />
* het feit dat hun offerte (niet) is<br />
gekozen en de gemotiveerde<br />
beslissing.<br />
De mededeling gebeurt onverwijld per<br />
telefax of via elektronische middelen en<br />
wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter<br />
post aangetekende brief.<br />
In de kennisgeving moet:<br />
- de exacte duur van de wachttermijn<br />
nauwkeurig vermeld worden;<br />
- de aanbeveling opgenomen worden om<br />
de aanbestedende instantie per fax, email…<br />
te verwittigen indien de<br />
belanghebbende een vordering tot<br />
schorsing indient<br />
- dat faxnummer of e-mailadres vermeld<br />
worden<br />
5)Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />
aan elke inschrijver of kandidaat na<br />
beslissing om af te zien van het plaatsen<br />
van de opdracht en, in voorkomend geval<br />
een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />
1) Opstellen van een gemotiveerde<br />
beslissing bij beslissing over de selectie<br />
en/of de gunning, en tenslotte bij het<br />
afzien van het plaatsen van de opdracht<br />
en eventueel beslist een nieuwe opdracht<br />
uit te schrijven.<br />
2) De gemotiveerde beslissing bevat een<br />
aantal noodzakelijke gegevens (art. 65/5:<br />
formeel bepaald).<br />
3)Onmiddellijk na de gunningsbeslissing,<br />
worden de inschrijvers ingelicht over:<br />
* hun niet-selectie en de motieven<br />
hiervoor<br />
* de onregelmatigheid van hun<br />
offerte en de motieven voor de<br />
wering<br />
* het feit dat hun offerte niet<br />
gekozen is en de gemotiveerde<br />
gunningsbeslissing.<br />
De mededeling gebeurt onverwijld per<br />
telefax of via elektronische middelen en<br />
wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter<br />
post aangetekende brief. Opname van de<br />
inschrijvers per telefax of<br />
via elektronische<br />
middelen en via<br />
aangetekende brief<br />
Opmerking:<br />
- De kennisgeving doet<br />
geen enkele contractuele<br />
verbintenis ontstaan t.a.v.<br />
de gekozen inschrijver<br />
- Schorsing van de<br />
gestanddoenings-termijn<br />
van de offerte<br />
- De schorsing van de<br />
procedure van aanbesteding<br />
kan doorlopen tot<br />
de uitspraak ingeval een<br />
vordering wordt ingesteld<br />
Stand still:<br />
15 dagen vanaf de dag die<br />
volgt op de datum van<br />
verzending naar de<br />
inschrijvers per telefax of<br />
via elektronische<br />
middelen en via<br />
aangetekende brief<br />
Opmerking:<br />
- De kennisgeving doet<br />
geen enkele contractuele<br />
verbintenis ontstaan t.a.v.<br />
de gekozen inschrijver<br />
- Schorsing van de<br />
gestanddoeningstermijn<br />
van de offerte.<br />
- De schorsing van de<br />
procedure van<br />
aanbesteding kan<br />
doorlopen tot de uitspraak<br />
ingeval een vordering<br />
wordt ingesteld.<br />
77
eeds aangegeven vermeldingen.<br />
4) Kennisgeving gemotiveerde beslissing<br />
aan elke inschrijver of kandidaat na<br />
beslissing om af te zien van het plaatsen<br />
van de opdracht en, in voorkomend geval<br />
een nieuwe opdracht uit te schrijven.<br />
Er is nooit een stand still wanneer de enige betrokken inschrijver degene is aan wie de<br />
opdracht wordt gegund en er geen betrokken kandidaten zijn.<br />
11.4.3. Gegevens die niet mogen meegedeeld worden 208<br />
11.5. Borgstelling<br />
Bij het informeren van de kandidaten of inschrijvers mogen sommige gegevens<br />
niet meegedeeld worden, namelijk indien de openbaarmaking:<br />
- de toepassing van een wet zou belemmeren;<br />
- in strijd zou zijn met het openbaar belang<br />
- nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van<br />
overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging<br />
tussen de ondernemingen zou kunnen schaden.<br />
De (Vlaamse) beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik<br />
van overheidsinformatie (afdeling openbaarheid van bestuur) heeft herhaaldelijk<br />
geoordeeld dat zowel eenheidsprijzen als heel specifieke technische<br />
beschrijvingen beschouwd moeten worden als commerciële gegevens met een<br />
vertrouwelijk karakter die uitgesloten zijn van de openbaarheid omdat anders de<br />
concurrentiële positie van de betrokken firma zou geschonden worden.<br />
De aanbestedende instantie en elke persoon die in het kader van zijn functie<br />
kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht is hiertoe<br />
gehouden. Dit geldt ook zolang geen beslissing is genomen over, naar gelang<br />
van het geval, de selectie, de gunning, het afzien van de opdracht.<br />
11.5.1. Bedrag van de borgtocht<br />
208 Wet 24.12.1993, art. 65/10.<br />
De bepalingen over de borgtocht zijn in elk geval toepasselijk op de opdrachten<br />
met een geraamd bedrag zonder BTW gelijk aan of hoger dan 22.000 euro. Het<br />
bestek kan ze ook toepasselijk maken op opdrachten met een kleinere waarde.<br />
De borgtocht dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van<br />
de aannemer tot de opdracht volledig is uitgevoerd.<br />
78
De borgtocht bedraagt 5% van de oorspronkelijke aannemingssom en wordt<br />
afgerond naar het hoger tiental in euro 209 .<br />
De borgtocht wordt zo nodig aangepast tijdens de uitvoering van de opdracht 210 .<br />
11.5.2. Borgstelling en bewijs van borgstelling<br />
Binnen de dertig kalenderdagen, volgend op de dag van de (betekening van de)<br />
gunning, moet de aannemer of een derde de borgtocht stellen. Het bestek kan in<br />
een langere termijn voorzien. De hogervermelde termijn van 30 kalenderdagen<br />
wordt geschorst gedurende de sluitingsperiode van de onderneming voor de<br />
betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire<br />
wijze of in een algemeen bindende collectieve arbeidsovereenkomst werden<br />
bepaald. 211<br />
Het bewijs van de borgstelling wordt geleverd door overlegging aan de<br />
aanbestedende overheid van:<br />
- hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een<br />
openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult, of het debetbericht<br />
van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming (borgtocht in<br />
speciën);<br />
- hetzij het depositoattest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die<br />
een gelijkaardige functie vervult (borgtocht in publieke fondsen);<br />
- hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en<br />
Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie<br />
vervult (borgtocht gedekt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij);<br />
- hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de<br />
kredietinstelling of de verzekeringsmaatschappij (borgtocht via waarborg<br />
door dergelijke instelling of maatschappij). 212<br />
11.5.3. Sancties<br />
Indien het bewijs van borgstelling niet tijdig wordt gesteld, is van rechtswege en<br />
209 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 1.<br />
Tenzij het bestek het anders bepaalt, wordt geen borgtocht geëist voor leveringen en diensten met een uitvoe-<br />
ringstermijn van 30 kalenderdagen of minder, noch voor financiële, juridische, onderwijs-, gezondheids-<br />
en sociale diensten.<br />
De berekeningsbasis van de borgtocht van de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen en<br />
diensten die geen totale prijs vermelden, wordt vastgelegd in het bestek. Zoniet is deze berekeningsbasis<br />
gelijk aan het geraamd maandelijkse bedrag vermenigvuldigd met zes.<br />
210 Zie A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 4. Een aanpassing is ondermeer vereist als het bedrag van de opdracht met<br />
meer dan 20% af- of toeneemt door bevolen wijzigingen.<br />
211 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 3 in fine.<br />
Indien het bestek dit vereist, dienen de bedoelde periodes die een schorsing van de termijn van 30 kalender-<br />
dagen veroorzaken, te worden vermeld en bewezen in de offerte of dienen zij, van zodra zij bekend zijn,<br />
onmiddellijk te worden meegedeeld aan de aanbestedende overheid.<br />
212 A.A.V. 26.09.1996, art. 5 § 3. Zie ook: K.B. van 14 maart 2002 betreffende de gezamenlijke borgtochten<br />
voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 29.03.2002).<br />
79
213 A.A.V. 26.09.1996, art. 6.<br />
zonder ingebrekestelling een straf van 0,02% van de oorspronkelijke<br />
aannemingssom per kalenderdag vertraging verschuldigd (met een maximum<br />
van 2% van de oorspronkelijke aannemingssom).<br />
Andere maatregelen zijn mogelijk na ingebrekestelling en het toestaan van een<br />
laatste termijn van 15 dagen:<br />
- hetzij het samenstellen van de borg van ambtswege via afhoudingen op de aan<br />
de aannemer verschuldigde bedragen;<br />
- hetzij maatregelen van ambtswege (zie hierna 14.2.4.). 213<br />
80
12.1. Inleiding<br />
HOOFDSTUK 12 - Uitvoering van de opdracht<br />
________________________________________<br />
De regels die de uitvoering van de opdrachten beheersen, zijn terug te vinden in het<br />
K.B. van 26.09.1996 en de Algemene Aannemingsvoorwaarden (A.A.V.) in bijlage bij<br />
dat besluit. Afwijkende en aanvullende regelingen komen ook voor in de<br />
administratieve bepalingen van de typebestekken en in het bestek.<br />
Een aantal bepalingen van de Algemene Aannemingsvoorwaarden, zijn<br />
gemeenschappelijk voor de werken, leveringen en diensten 214 . Daarnaast zijn er<br />
specifieke bepalingen die ofwel enkel gelden voor werken en concessies voor openbare<br />
werken 215 , ofwel enkel voor leveringen 216 ofwel enkel voor diensten 217 .<br />
De aanbestedende overheid en de aannemer mogen schriftelijk overeenkomen om hun<br />
schriftelijke stukken via elektronische middelen op te stellen of te verzenden 218 .<br />
12.2. Gemeenschappelijke bepalingen (werken, leveringen en diensten)<br />
12.2.1. Uitvoeringswijze 219<br />
De werken, leveringen of diensten moeten in alle opzichten overeenstemmen<br />
met de plannen, documenten en voorwerpen die van toepassing zijn op de<br />
opdracht.<br />
Als er geen contractuele technische specificaties zijn opgegeven, moeten de<br />
werken, leveringen of diensten minstens aan de regels van goed vakmanschap<br />
voldoen.<br />
12.2.2. Onderaannemers 220<br />
De aannemer blijft aansprakelijk t.o.v. de aanbestedende overheid ook als hij<br />
beroep doet op derden (onderaannemers). Er bestaat immers geen rechtsband<br />
tussen de overheid en de onderaannemer. De aanbestedende overheid mag wel<br />
eisen dat de onderaannemers over een erkenning beschikken in verhouding tot<br />
het deel van de werken dat zij uitvoeren.<br />
214 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk I (art. 1 t.e.m. 23).<br />
215 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 1 (art. 24 t.e.m. 48).<br />
216 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 2 (art. 49 t.e.m. 66).<br />
217 A.A.V. 26.09.1996, hoofdstuk II, afdeling 3 (art. 67 t.e.m. 75).<br />
218 K.B. 26.09.1996, art. 3bis, 3ter en 3quater.<br />
219 A.A.V. 26.09.1996, art. 3 § 2.<br />
220 A.A.V. 26.09.1996, art. 10 § 1.<br />
81
12.2.3. Meerdere opdrachten gegund aan dezelfde aannemer 221<br />
De uitvoering van een afzonderlijke opdracht staat los van de andere opdrachten<br />
die aan dezelfde aannemer zijn gegund.<br />
De aannemer mag zich niet beroepen op moeilijkheden bij de ene opdracht, als<br />
verantwoording om een andere opdracht te wijzigen of uit te stellen. De<br />
aanbestedende overheid mag geen betalingen opschorten voor de ene opdracht,<br />
wegens moeilijkheden in een andere.<br />
12.2.4. Onderbrekingen 222<br />
Als een aanneming op bevel of door toedoen van de aanbestedende overheid<br />
voor minstens 30 kalenderdagen wordt onderbroken, ontvangt de aannemer een<br />
betaling in mindering naar rato van de uitgevoerde prestaties.<br />
De aannemer heeft recht op schadevergoeding voor onderbrekingen op bevel van<br />
de aanbestedende overheid, die 1/20 van de uitvoeringstermijn overschrijden én<br />
groter zijn dan 10 werkdagen of 15 kalenderdagen.<br />
De aannemer mag het uitvoeringstempo van de werken, leveringen of diensten<br />
vertragen of onderbreken als hij binnen 30 kalenderdagen na de gestelde<br />
betalingstermijn niet is betaald.<br />
12.2.5. Overige bepalingen<br />
De A.A.V. bevatten verder de volgende gemeenschappelijke bepalingen:<br />
- leiding en toezicht op de uitvoering (art. 1 en 2);<br />
- technische specificaties, plannen documenten en voorwerpen (art. 3 en 4);<br />
- borgtocht (art. 5 t.e.m. 9);<br />
- uitgesloten personen (art. 10 § 2);<br />
- keuringen (art. 12 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />
- prijsherziening (art. 13);<br />
- intellectuele rechten (art. 14 § 1 - vergoedingen; art. 14 § 2 - gebruik van de<br />
resultaten; art. 14 § 3 - uitvindingen, kennis, know-how; art. 14 § 4 -<br />
octrooien; art. 14 § 5 - octrooilicentie; art. 14 § 6 - wederzijdse bijstand en<br />
waarborg);<br />
- betalingen (art. 15 - zie ook hierna hoofdstuk 13);<br />
- klachten en verzoeken (art. 16 - zie ook hierna hoofdstuk 14);<br />
- teruggave boeten (art. 17);<br />
- rechtsvorderingen en termijnen (art. 18);<br />
- opleveringen en waarborgtermijnen (art. 19 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />
- middelen van optreden van de aanbestedende overheid (art. 20 - zie ook<br />
hierna hoofdstuk 14);<br />
- verbreking (art. 21);<br />
- afspraken (art. 22).<br />
221 A.A.V. 26.09.1996, art. 11.<br />
222 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 § 5 en § 6.<br />
82
12.3. Bepalingen voor opdrachten van werken en concessies voor openbare werken<br />
12.3.1. Aanvang van de werken 223<br />
De overheid moet in principe de aanvang van de werken binnen de volgende<br />
perken vaststellen:<br />
- voor gewone werken met een erkenningsklasse 5 (= 1.810.000,00 euro) of<br />
lager: tussen de 15 de en de 45 ste kalenderdag volgend op de dag van de<br />
gunning;<br />
- voor werken met een erkenningsklasse 6 of hoger (of als het bestek dit<br />
voorziet omdat bijzondere technieken of materialen moeten aangewend<br />
worden): tussen de 30 ste en 60 ste kalenderdag volgend op de dag van de<br />
gunning.<br />
Er moeten minimum 15 kalenderdagen verlopen tussen het zenden van de brief<br />
waarbij bevel van aanvang wordt gegeven en de datum die voor de aanvang van<br />
de werken wordt bepaald.<br />
12.3.2. Uitvoeringstermijn 224<br />
In een uitvoeringstermijn in werkdagen, worden de volgende dagen niet<br />
meegeteld:<br />
- zondagen en wettelijke feestdagen;<br />
- zaterdagen 225 ;<br />
- betaalde jaarlijkse vakantiedagen (bouwverlof) en inhaalrustdagen;<br />
- weerverletdagen die erkend worden door het bestuur 226 .<br />
In een uitvoeringstermijn die om economische redenen uitgedrukt is in<br />
kalenderdagen (of kalenderweken, -maanden of -jaren of van de ene datum tot de<br />
andere, of tegen een bepaalde einddatum) worden alle dagen zonder onderscheid<br />
meegeteld. Op dit principe is er één uitzondering: de vakantieperiode die in de<br />
uitvoeringstermijn valt wordt niet meegerekend indien de uitvoeringstermijn<br />
minder dan of gelijk aan 80 kalenderdagen is.<br />
223<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1, 1°.<br />
224<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 28 § 1, 2°.<br />
225<br />
Zaterdagen: behalve deze waarop de aannemer heeft of had moeten werken omwille van de verdeling van de<br />
arbeidsduur op de bouwplaats.<br />
226<br />
Weerverlet: wegens ongunstige weersomstandigheden of de gevolgen ervan is het werken gedurende<br />
tenminste 4 uren onmogelijk.<br />
83
12.3.3. Dagboek der werken 227<br />
De aannemer levert een dagboek, in een vorm door de aanbestedende overheid<br />
aanvaard. De afgevaardigde van de aanbestedende overheid zorgt voor het<br />
bijhouden ervan op de werf.<br />
In het dagboek worden de volgende inlichtingen opgetekend:<br />
- weersomstandigheden, werkonderbrekingen, werkuren, aantal arbeiders,<br />
aangevoerde materialen, gebruikt materieel, proeven, onvoorziene<br />
omstandigheden, enz.;<br />
- de louter toevallige en minder belangrijke bevelen aan de aannemer;<br />
- alle op de werf controleerbare elementen die nuttig zijn voor de berekening<br />
van de te verrichten betalingen, zoals uitgevoerde werken, uitgevoerde<br />
hoeveelheden, aangevoerde materialen.<br />
De vermeldingen worden ondertekend door de afgevaardigde van de<br />
aanbestedende overheid en medeondertekend door de aannemer of zijn<br />
vertegenwoordiger.<br />
12.3.4. Onderbreking van de werken 228<br />
De aanbestedende overheid mag gedurende een bepaalde periode de uitvoering<br />
van de werken onderbreken, omdat die op dat ogenblik niet zonder bezwaar<br />
kunnen uitgevoerd worden.<br />
De uitvoeringstermijn (mits deze nog niet is verstreken) wordt verlengd ten<br />
belope van de door deze onderbreking veroorzaakte vertraging.<br />
12.3.5. Wijzigingen aan de opdracht 229<br />
De aannemer is verplicht om de toevoegingen, weglatingen en wijzigingen aan<br />
de werken te brengen die de aanbestedende overheid tijdens de uitvoering<br />
beveelt en die met het voorwerp van de opdracht samenhangen en binnen de<br />
perken ervan blijven.<br />
De aannemer is echter niet verplicht bijwerken uit te voeren zodra hun totale<br />
waarde meer dan 50% van het initieel bedrag van de opdracht bedraagt.<br />
Voor belangrijke bevelen worden documenten opgemaakt (geschreven bevel,<br />
bijakte, …).<br />
Minder belangrijke bevelen worden genoteerd in het dagboek.<br />
Het geschreven bevel of de bijakte vermeldt of de uitvoeringstermijn al dan niet<br />
wordt verlengd of stelt een beslissing daaromtrent uit naar een latere datum.<br />
227 A.A.V. 26.09.1996, art. 37.<br />
228 A.A.V. 26.09.1996, art. 29 § 1.<br />
229 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 (wijzigingen) en art. 44 (verrekeningen).<br />
84
De wijzigingen geven aanleiding tot het opmaken van verrekeningen.<br />
Onvoorziene werken die toegevoegd worden, voorziene werken die onttrokken<br />
worden aan de aanneming en de andere wijzigingen, worden berekend tegen de<br />
eenheidsprijzen van de offerte of bij ontstentenis tegen nieuw overeengekomen<br />
eenheidsprijzen (O.P.). Belangrijke meer- of minwerken kunnen voor beide<br />
partijen aanleiding zijn om een herziening te vragen van de eenheidsprijzen 230 .<br />
Indien het bestuur wijzigingen beveelt waardoor het geheel van de aanneming<br />
vermindert, heeft de aannemer recht op een forfaitaire vergoeding van 10% van<br />
de vermindering 231 .<br />
Wat het goedkeuren van deze verrekeningen betreft, bevatten het<br />
Provinciedecreet en het Gemeentedecreet een specifieke bepaling: de deputatie,<br />
respectievelijk het college van burgemeester en schepenen zijn daartoe bevoegd<br />
binnen het kader van hun uitvoeringsbevoegdheid m.b.t. overheidsopdrachten.<br />
Voor het bepalen van de meeruitgave dient rekening gehouden met het saldo van<br />
de min- en meerwerken (cumulatief indien er eerder verrekeningen werden<br />
goedgekeurd). Meeruitgaven ten gevolge van herzieningen en de effectief<br />
uitgevoerde hoeveelheden die de vermoedelijke hoeveelheden overtreffen, zijn<br />
geen "wijzigingen" en worden niet in rekening gebracht.<br />
Wanneer de provincieraad of gemeenteraad het bestek heeft vastgesteld zal de<br />
eindafrekening haar wel dienen voorgelegd wanneer er sprake is geweest van een<br />
conceptwijziging of de wijziging van essentiële besteksbepalingen.<br />
12.3.6. Overige bepalingen<br />
De A.A.V. bevatten verder de volgende bijzondere bepalingen voor de<br />
opdrachten van werken:<br />
- wijze van prijsbepaling (art. 24);<br />
- elementen die inbegrepen zijn in de prijzen (art. 25);<br />
- leiding van en toezicht op de werken (art. 26);<br />
- keuring (art. 27 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />
- gelijktijdig uit te voeren opdrachten (art. 28 § 2);<br />
- vondsten tijdens het werk (art. 29 § 2);<br />
- algemene organisatie van de bouwplaats (art. 30);<br />
- tracé van het werk (art. 31);<br />
- ter beschikking stellen van gronden of van lokalen (art. 32);<br />
- afbraakmateriaal (art. 33);<br />
- voorlopige werken - grondonderzoek (art. 34);<br />
- personeel van de aanneming (art. 35 en 36);<br />
230 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 § 2.<br />
Herziening van eenheidsprijzen is mogelijk voor:<br />
- bijwerken van dezelfde aard, die het drievoudige overtreffen van de hoeveelheid voorzien in de opmetings-<br />
staat of die 10% overtreffen van het bedrag van de aanneming (met een minimum van 1.350 euro);<br />
- minwerken voor meer dan 1/5 van de aanvankelijke hoeveelheid van een post van de opmetingsstaat.<br />
231 A.A.V. 26.09.1996, art. 42 § 4.<br />
De aannemer moet voor deze vergoeding een schuldvordering of geschreven aanvraag indienen.<br />
85
- aansprakelijkheid van de aannemer (art. 38, 39, 40 en 41);<br />
- opleveringen (art. 43 - zie ook hierna hoofdstuk 15);<br />
- gebrekkige uitvoering (art. 45, 46, 47 en 48 - zie ook hierna hoofdstuk 14).<br />
12.4. Bepalingen voor opdrachten van leveringen<br />
12.4.1. Leveringstermijn 232<br />
De leveringstermijn vangt aan:<br />
- ofwel op de dag volgend op de datum van de gunning van de opdracht<br />
(notificatie van de goedkeuring van de offerte);<br />
- ofwel op de dag van de bestelling.<br />
De leveringstermijn wordt meestal in kalenderdagen, -weken of -maanden<br />
vastgesteld of van datum tot datum.<br />
De sluitingsdagen voor de jaarlijkse vakanties in de onderneming worden niet<br />
ingerekend in de leveringstermijn in kalenderdagen, -weken of -maanden, tenzij<br />
als de leveringstermijn een gunningscriterium was.<br />
De leveringstermijn kan ook in werkdagen gesteld zijn. Worden niet als werkdag<br />
beschouwd:<br />
- zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;<br />
- betaalde jaarlijkse vakantiedagen en inhaalrustdagen.<br />
In bepaalde gevallen kan de leverancier verlenging van de leveringstermijn<br />
bekomen (fouten of vertragingen van de aanbestedende overheid, buitengewone<br />
omstandigheden) 233 .<br />
12.4.2. Plaats van levering en formaliteiten 234<br />
De goederen moeten geleverd worden op de plaats die in het bestek is vermeld.<br />
Als het noodzakelijk is, kan de aanbestedende overheid ook een andere plaats<br />
aanwijzen (kosten en risico's voor haar rekening).<br />
Voor elke levering maakt de leverancier een leveringslijst of een factuur op, die<br />
bij de aanbestedende overheid moet toekomen ten laatste op de dag van de<br />
verzending of aflevering van de goederen.<br />
Die lijst bevat o.m. de specificatie van de verzonden of geleverde goederen, het<br />
nummer van het bestek of de partij, enz.<br />
12.4.3. Overige bepalingen<br />
De A.A.V. bevatten verder de volgende bijzondere bepalingen voor de<br />
leveringen:<br />
232 A.A.V. 26.09.1996, art. 52 § 3.<br />
233 A.A.V. 26.09.1996, art. 54.<br />
234 A.A.V. 26.09.1996, art. 55 § 1 en § 2.<br />
86
- elementen inbegrepen in de prijs (art. 49);<br />
- eigendomsoverdracht (art. 50);<br />
- meerdere opdrachten (art. 51);<br />
- minimale hoeveelheden en gedeeltelijke bestellingen (art. 52);<br />
keuring (art. 53 - zie ook hoofdstuk 15);<br />
- nazicht van de levering en aansprakelijkheid leverancier (art. 55);<br />
- verpakkingen (art. 56);<br />
- opleveringen (art. 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64 en 65 - zie ook hoofdstuk 15);<br />
- gebrekkige uitvoering (art. 66 - zie ook hoofdstuk 14).<br />
12.5 Bepalingen voor opdrachten van diensten<br />
12.5.1. Uitvoeringstermijn 235<br />
De uitvoeringstermijn vangt aan:<br />
- ofwel op de dag volgend op de datum van kennisgeving van het sluiten van de<br />
overeenkomst;<br />
- ofwel op de dag van de bestelling.<br />
De uitvoeringstermijn kan in kalenderdagen, -weken of -maanden gesteld zijn, of<br />
van datum tot datum.<br />
De sluitingsdagen voor de jaarlijkse vakanties in de onderneming worden niet<br />
ingerekend in de uitvoeringstermijn in kalenderdagen, -weken of -maanden,<br />
tenzij als de uitvoeringstermijn een gunningscriterium was.<br />
De uitvoeringstermijn kan ook in werkdagen gesteld zijn. Worden niet als<br />
werkdag beschouwd:<br />
- zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;<br />
- betaalde jaarlijkse vakantiedagen en inhaalrustdagen.<br />
12.5.2. Plaats van dienstverlening 236<br />
Het bestek vermeldt desgevallend de plaats waar de diensten moeten verleend<br />
worden. Als dit noodzakelijk is, kan de aanbestedende overheid een andere<br />
plaats aanwijzen (kosten en risico's voor haar rekening).<br />
12.5.3. Overige bepalingen<br />
De A.A.V. bevatten verder volgende bijzondere bepalingen voor de diensten:<br />
- elementen inbegrepen in de prijs (art. 67);<br />
- briefwisseling met de dienstverlener (art. 68);<br />
- minimale hoeveelheden en gedeeltelijke bestellingen (art. 69 § 1 en § 2);<br />
- keuring (art. 71 - zie ook hoofdstuk 15);<br />
- aansprakelijkheid dienstverlener (art. 71);<br />
235 A.A.V. 26.09.1996, art. 69 § 3 en § 4.<br />
236 A.A.V. 26.09.1996, art. 70.<br />
87
- onverenigbaarheid (art. 73);<br />
- einde van de opdracht (art. 74 - zie ook hoofdstuk 15);<br />
- gebrekkige uitvoering (art. 75 - zie ook hoofdstuk 14).<br />
12.6 Bevoegde overheid<br />
In de provincies en de gemeenten zijn de instanties die bevoegd zijn voor het voeren van<br />
de gunningsprocedures en het gunnen ook bevoegd voor het toezicht op de uitvoering<br />
van de opdrachten 237 .<br />
In een meergemeentezone oefent het politiecollege de bevoegdheden uit van het college<br />
van burgemeester en schepenen, wat betreft het beheer van de lokale politie.<br />
Voor de OCMW‟s is de raad of het vast bureau bevoegd 238 ; voor de verenigingen van<br />
gemeenten met rechtspersoonlijkheid, is (behoudens andersluidende statutaire<br />
bepalingen) de raad van bestuur bevoegd; voor de polders en wateringen, het bestuur.<br />
Wat de erkende erediensten betreft, worden de voorwaarden voor het opvolgen van de<br />
uitvoering vastgesteld door de kerkraad (rooms-katholiek), de bestuursraad (protestants,<br />
Anglicaans of Israëlisch) de kerkfabriekraad (orthodox) of het Comité (Islamitisch).<br />
237 Art. 57, § 3 provinciedecreet en gemeentedecreet.<br />
238 OCMW-wet, art. 27.<br />
88
13.1. Algemene bepaling 239<br />
HOOFDSTUK 13 - Betalingen<br />
___________________________<br />
De hiernavolgende basisregel, geldt voor alle opdrachten waarvan het bedrag hoger is<br />
dan 5.500 euro excl. BTW.<br />
De prijs van de opdracht wordt betaald hetzij ineens na volledige uitvoering ervan,<br />
hetzij, wanneer de wet dit toestaat, met betalingen in mindering, naargelang de<br />
uitvoering vordert en volgens de modaliteiten van het bestek. Het recht op betaling<br />
wordt vastgesteld in een proces-verbaal van de aanbestedende overheid. De aannemer<br />
moet een schuldvordering indienen vooraleer hij kan betaald worden.<br />
13.2. Betaling van werken 240<br />
Zowel voor betalingen in mindering als voor de betaling van het saldo of van de enige<br />
betaling, legt de aannemer een gedagtekende en ondertekende schuldvordering voor.<br />
Deze schuldvordering moet gebaseerd zijn op een gedetailleerde staat van de werken.<br />
De aanbestedende overheid ziet die staat na, verbetert deze eventueel en maakt een<br />
proces-verbaal op met vermelding van het bedrag dat zij werkelijk verschuldigd acht.<br />
Aan de aannemer wordt hiervan kennis gegeven.<br />
Indien de schuldvordering betrekking heeft op een saldobetaling of een enige betaling,<br />
dan moet de aanbestedende overheid deze verrichtingen uitvoeren binnen de 30<br />
kalenderdagen, vanaf de dag van ontvangst van de schuldvordering. Binnen de 5<br />
kalenderdagen dient de aannemer een factuur in voor het aanvaarde bedrag.<br />
De betaling geschiedt vervolgens binnen de 60 dagen na ontvangst van de<br />
schuldvordering. Bij de eindafrekening of ingeval van een enige betaling, vangt de<br />
betalingstermijn van 60 kalenderdagen aan de dag na het verstrijken van de termijn van<br />
30 kalenderdagen waarover de aanbestedende overheid beschikt om de schuldvordering<br />
na te zien.<br />
De betalingstermijn wordt verlengd naar rato van de overschrijding van de termijn van 5<br />
dagen waarover de aannemer beschikt om de factuur in te dienen; bij betaling van het<br />
saldo of bij enige betaling, wordt die termijn ingekort naar rato van de overschrijding<br />
van de termijn van 30 kalenderdagen voor het nazicht van de schuldvordering.<br />
239 K.B. 26.09.1996, art. 4 §2.<br />
Voor de vaststelling van het verschuldigd bedrag, zie ondermeer A.A.V. 26.09.1996, art. 12 §4 (keurings-<br />
kosten), art. 13 (prijshereziening), art. 19 §1 (opleveringskosten), art. 20 (straffen, boeten, compensatie,<br />
korting wegens minderwaarde), art. 25, 49 en 67 (elementen inbegrepen in de prijzen).<br />
240 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §1.<br />
89
13.3. Betaling van leveringen 241<br />
De betaling van de leveringen geschiedt binnen de 50 kalenderdagen vanaf de datum<br />
waarop de keuringsformaliteiten zijn beëindigd, mits de aanbestedende overheid<br />
tezelfdertijd in het bezit is van de regelmatig opgemaakte factuur en van de andere<br />
eventueel vereiste bescheiden.<br />
Deze factuur geldt als schuldvordering. Als de levering in verschillende keren<br />
plaatsvindt, gaat de termijn van vijftig dagen in vanaf de dag waarop de formaliteiten<br />
voor de laatste keuring van elk van de gedeeltelijke leveringen werd beëindigd.<br />
13.4. Betaling van diensten 242<br />
De betaling gebeurt, volgens de regels in het bestek, binnen de 50 kalenderdagen vanaf<br />
de keuring van de schuldvordering, mits de aanbestedende overheid binnen de<br />
vastgestelde termijn over de andere, eventueel vereiste documenten beschikt.<br />
13.5. Intresten 243<br />
Als de betalingstermijnen worden overschreden, heeft de aannemer van rechtswege en<br />
zonder ingebrekestelling recht op de betaling van een intrest, naar rato van het aantal<br />
kalenderdagen vertraging.<br />
Intrest is alleen verschuldigd als hij ten minste 5 euro bedraagt per betaling.<br />
241 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §2<br />
242 A.A.V. 26.09.1996, art. 15 §2<br />
243 A.A.V. 26.09;1996, art. 15 §4.<br />
Voor opdrachten gegund vóór 8 januari 2002, bedraagt de rentevoet momenteel 4,50% (B.S. 18.08.2003).<br />
Voor opdrachten gegund vanaf 8 januari 2002 gelden maatregelen ter bestrijding van betalingsachterstand.<br />
Zie hiervoor de publicaties in het Staatsblad “rentevoet der verwijlintresten”; in sommige gevallen<br />
kan dit percentage verminderd worden (zie art. 15 §4 A.A.V.)<br />
90
14.1. Klachten en verzoeken 244<br />
HOOFDSTUK 14 - Geschillen en sancties<br />
___________________________________<br />
Zowel de aannemer als de aanbestedende overheid kunnen zich beroepen op<br />
nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook die aan de andere partij of haar personeel<br />
ten laste worden gelegd, en die oorzaak zijn van een vertraging en/of nadeel.<br />
Deze fouten kunnen aanleiding zijn tot het vragen door de benadeelde partij van een<br />
herziening of verbreking van de overeenkomst, en/of een schadeloosstelling.<br />
De aannemer kan bovendien ook een verlenging van de uitvoeringstermijn vragen. De<br />
algemene aannemingsvoorwaarden bevatten gedetailleerde procedurevoorschriften en<br />
termijnen voor het indienen van dergelijke klachten en verzoeken en voor het instellen<br />
van rechtsvorderingen die op dergelijke fouten steunen 245 .<br />
Naast fouten van de tegenpartij kunnen ook onvoorziene omstandigheden een reden zijn<br />
voor het formuleren van klachten en verzoeken. Dit mits de aannemer die<br />
omstandigheden redelijkerwijze niet kon voorzien bij het indienen van de offerte of de<br />
gunning van de opdracht en mits hij ze niet kon ontwijken en de gevolgen niet kan<br />
verhelpen.<br />
Dezelfde procedurevoorschriften voor het indienen van de klachten en verzoeken en<br />
voor het instellen van de rechtsvorderingen gelden hier als bij de klachten en verzoeken<br />
op basis van fouten.<br />
14.2. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid<br />
14.2.1. Ingebrekestelling 246<br />
De tekortkomingen van de aannemer leiden in eerste instantie tot een<br />
ingebrekestelling. Dit is zelf nog geen sanctie, maar een aanloop tot verdere<br />
maatregelen.<br />
De tekortkomingen worden in een proces-verbaal vastgesteld, waarvan een<br />
afschrift aangetekend aan de aannemer wordt gezonden. De aannemer beschikt<br />
over 15 kalenderdagen om zijn verweer te doen gelden.<br />
14.2.2. Straffen<br />
Bepaalde tekortkomingen leiden tot het toepassen van straffen:<br />
- laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling 247 ;<br />
244<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 16 en 18. Zie ook hiervoor: 3.2.4.<br />
245<br />
Zie A.V.V. 26.09.1996,<br />
- art. 16 § 3 tot en met § 8 (klachten en verzoeken),<br />
- art. 18 (rechtsvorderingen).<br />
246<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 1 en § 2 (algemeen); art. 46-47 (werken).<br />
247<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 6 § 2 (0,02% per dag; max. 2%).<br />
91
- afspraken tussen inschrijvers 248 ;<br />
- andere tekortkomingen, waarvoor geen speciale straf voorzien is 249 .<br />
14.2.3. Boeten wegens laattijdige uitvoering 250<br />
Deze boeten zijn een forfaitaire vergoeding wegens de vertraging in de<br />
uitvoering.<br />
Ze zijn onafhankelijk van de hierboven (14.2.2.) vermelde straffen. Ze zijn<br />
eisbaar zonder ingebrekestelling en worden van rechtswege toegepast voor het<br />
totaal aantal kalenderdagen vertraging.<br />
De aannemer vrijwaart bovendien de aanbestedende overheid tegen elke<br />
schadevergoeding aan derden op grond van de vertraging.<br />
14.2.4. Maatregelen van ambtswege 251<br />
De aanbestedende overheid kan bij ernstige tekortkomingen de volgende<br />
maatregelen van ambtswege treffen:<br />
a. het eenzijdig verbreken van de opdracht;<br />
b. het uitvoeren van de opdracht in eigen beheer;<br />
c. het aangaan met een andere aannemer van een overeenkomst "voor<br />
rekening".<br />
De twee laatstgenoemde maatregelen gebeuren op risico en kosten van de<br />
ingebreke blijvende aannemer. Bij eerstgenoemde maatregel verwerft de<br />
overheid van rechtswege de volledige borgtocht als forfaitaire schadevergoeding.<br />
14.2.5. Compensatie 252<br />
De boeten en straffen die aan de aanbestedende overheid toekomen evenals het<br />
bedrag voor de schade, onkosten of uitgaven ingevolge maatregelen van<br />
ambtswege, worden vooreerst ingehouden van de aan de aannemer<br />
verschuldigde bedragen.<br />
Volstaan deze niet, dan worden ze afgehouden van de borgtocht.<br />
248<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 22 (drievoud bedrag winst of voordeel voor derden).<br />
249<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 4 (0,07% per inbreuk of 0,02% per dag).<br />
250<br />
A.A.V. 26.09.1996:<br />
- art. 20 § 5 (algemeen);<br />
- art. 48 § 2 (werken) - boete volgens formule - max. 5% aannemingssom;<br />
- art. 66 § 1 (leveringen) - 0,07% per kalenderdag - max. 5% aannemingssom;<br />
- art. 75 § 1 (diensten) - 0,07% per kalenderdag - max. 5% aannemingssom.<br />
251<br />
A.A.V. 26.09.1996:<br />
- art. 20 § 6 (algemeen);<br />
- art. 48 § 3 (werken);<br />
- art. 66 § 2 (leveringen);<br />
- art. 75 § 2 (diensten).<br />
252 A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 7.<br />
92
14.2.6. Uitsluitingen 253<br />
14.3. Verbrekingen<br />
De ingebreke gebleven aannemer van werken, kan gesanctioneerd worden met<br />
een klasseverlaging, schorsing of intrekking van zijn erkenning.<br />
Een leverancier of dienstverlener, kan tijdelijk uitgesloten worden van de<br />
opdrachten van de aanbestedende overheid.<br />
Artikel 21 van de algemene aannemingsvoorwaarden bevat een regeling voor de<br />
verbreking van een opdracht omwille van ondermeer overlijden van een aannemer en<br />
faillissement.<br />
253 A.A.V. 26.09.1996, art. 20 § 8<br />
93
15.1. Keuringen<br />
HOOFDSTUK 15 - Keuringen en opleveringen<br />
________________________________________<br />
De keuringen bestaan erin na te gaan of de uitgevoerde werken, de uit te voeren<br />
leveringen of de daartoe in gereedheid gebrachte leveringen, de te verwerken producten,<br />
of de verleende diensten (zowel kwantitatief als kwalitatief) aan de in het bestek<br />
gestelde voorwaarden beantwoorden.<br />
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:<br />
a. de voorafgaande keuring, dit is de keuring van producten die de aannemer moet<br />
aanwenden, vóór hun verwerking;<br />
b. de a posteriori uitgevoerde keuring, dit is de keuring van bepaalde in het bestek<br />
gespecificeerde categorieën van prestaties, na hun uitvoering;<br />
c. voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten, de andere eventueel<br />
door het bestek voorziene keuringswijzen 254 .<br />
Het bestek bepaalt welke keuringen uitgevoerd zullen worden en welke keuringseisen<br />
worden gesteld.<br />
De Algemene Aannemingsvoorwaarden bevatten uitvoerige bepalingen die de<br />
modaliteiten en de gevolgen van de keuringen regelen.<br />
Een aantal algemene bepalingen zijn van toepassing op alle opdrachten 255 ; anderzijds<br />
zijn er ook specifieke bepalingen m.b.t. de keuringen bij werken 256 , bij leveringen 257 en<br />
bij diensten 258 .<br />
254<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 12 § 1. Soorten keuringen.<br />
255<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 12:<br />
§ 2. Nazicht van producten<br />
§ 3. Afkeuring van producten<br />
§ 4. Keuringskosten<br />
§ 5 en § 6. Voorafgaande keuring<br />
§ 7. A posteriori uitgevoerde keuring.<br />
256<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 27:<br />
§ 1. Algemeen<br />
§ 2. Keuringsmodaliteiten<br />
§ 3. Keuringstermijn<br />
§ 4. Keuring en toezicht<br />
§ 5. Tegenproef<br />
§ 6. Aanvaarde producten<br />
§ 7. Geweigerde producten.<br />
257<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 53:<br />
§ 1. Proeven<br />
§ 2. Termijn voor de proeven<br />
§ 3. Controlemiddelen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid<br />
94
15.2. Einde van de opdracht: opleveringen<br />
15.2.1. Algemeen 259<br />
De oplevering van de opdracht bestaat uit de controle door de aanbestedende<br />
overheid, van de overeenstemming van de uitgevoerde prestaties met de regels<br />
van de kunst en met de bepalingen en de voorwaarden van het bestek.<br />
De prestaties worden slechts opgeleverd nadat de controles, keuringen en de<br />
voorgeschreven proeven voldoening schenken.<br />
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:<br />
- een voorlopige oplevering, na de voltooiing van de uitvoering van de<br />
prestaties;<br />
- een definitieve oplevering, bij het verstrijken van de waarborgtermijn.<br />
15.2.2. Oplevering van werken 260<br />
a. Het nazicht gebeurt in aanwezigheid van de aannemer, ofwel nadat hij ten<br />
minste 7 kalenderdagen vooraf is uitgenodigd met een aangetekende brief.<br />
b. In principe wordt binnen de 15 kalenderdagen nà het verstrijken van de<br />
uitvoeringstermijn, ofwel een proces-verbaal van voorlopige oplevering<br />
gemaakt, ofwel een proces-verbaal van weigering van oplevering.<br />
De voorlopige oplevering heeft tot gevolg dat de aanbestedende overheid de<br />
werken in gebruik mag nemen.<br />
Wil het bestuur bepaalde gedeelten eerder in gebruik nemen, dan dient een<br />
plaatsbeschrijving opgemaakt 261 .<br />
De voorlopige oplevering ontslaat de aannemer van de aansprakelijkheid<br />
voor zichtbare gebreken en vormt het vertrekpunt van de waarborgtermijn.<br />
De aannemer heeft recht op de vrijgave van de helft van de borgtocht 262 .<br />
Werken die niet worden aanvaard omdat ze niet voldoen aan de<br />
voorwaarden van de opdracht of de regels van goed vakmanschap en<br />
bouwkunde, moeten worden gesloopt en herbouwd 263 .<br />
§ 4. Nazicht en toezicht<br />
§ 5. Tegenproef en expertise.<br />
258<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 71.<br />
259<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 19 (opleveringen en waarborgtermijnen).<br />
260<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 43:<br />
§ 1. Werken die niet voor oplevering worden aanvaard<br />
§ 2. Voorlopige oplevering<br />
§ 3. Definitieve oplevering<br />
§ 4. Gemeenschappelijke bepalingen voor de voorlopige en definitieve oplevering.<br />
261<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 40.<br />
262 A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 1.<br />
263 A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 1.<br />
95
c. Tijdens de waarborgperiode moet de aannemer al de nodige werken<br />
uitvoeren om het werk in goede staat of in goede werking te herstellen of te<br />
houden.<br />
Hij is niet aansprakelijk voor schade waarvan de schuld niet bij hem ligt 264 .<br />
Indien het bestek geen andere termijn bepaalt, is de waarborgtermijn één<br />
jaar 265 .<br />
Binnen de 15 kalenderdagen vóór het verstrijken van de waarborgtermijn,<br />
die ingaat bij de voorlopige oplevering, wordt ofwel een proces-verbaal van<br />
definitieve oplevering ofwel een proces-verbaal van weigering van<br />
oplevering opgemaakt 266 .<br />
De aannemer heeft ingevolge de definitieve oplevering recht op de vrijgave<br />
van het resterende deel van de borgtocht 267 .<br />
15.2.3. Oplevering van leveringen<br />
a. De aanbestedende overheid beschikt over 15 kalenderdagen om de<br />
leveringen na te zien op de leveringsplaats en de eventuele beschadigingen<br />
op te nemen 268 .<br />
Bij het verstrijken van die termijn van 15 dagen, wordt ofwel een procesverbaal<br />
van voorlopige oplevering opgesteld, ofwel een proces-verbaal van<br />
weigering van oplevering 269 270 . De borgtocht kan ineens vrijgegeven worden<br />
na de voorlopige oplevering 271 .<br />
b. Tijdens de waarborgperiode moet de leverancier de geleverde producten<br />
vervangen die gebreken vertonen die geen gebruik toelaten volgens de<br />
voorwaarden van de opdracht. Als het bestek geen andere termijn voorziet, is<br />
de waarborgtermijn één jaar 272 .<br />
De definitieve oplevering heeft plaats bij het verstrijken van de<br />
waarborgtermijn. Ze gebeurt stilzwijgend als de levering gedurende die<br />
termijn geen aanleiding heeft gegeven tot klachten. Zijn er wel klachten<br />
geweest, dan wordt er binnen de 15 kalenderdagen vóór het verstrijken van<br />
de waarborgtermijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van<br />
weigering van oplevering opgesteld 273 .<br />
264<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 39 § 1.<br />
265<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 2.<br />
266<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 43 § 3.<br />
267<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 1.<br />
268<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 55 § 4.<br />
269<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 57 § 1.<br />
270<br />
Er bestaan ook twee afwijkende procedures van voorlopige oplevering, die ook gelden als keuring a posteriori<br />
(te voorzien door het bestek):<br />
- de dubbele oplevering, gedeeltelijk op de plaats van fabricage en volledig op de plaats van levering<br />
(zie A.A.V. 26.09.1996, art. 50 tot 60);<br />
- de volledige oplevering op de plaats van de levering zonder gedeeltelijke oplevering op de plaats van<br />
fabricage (zie A.A.V. 26.09.1996, art. 61).<br />
271<br />
A.A.V. 26.09.1996, art. 9 § 2.<br />
272 A.A.V. 26.09.1996, art. 63.<br />
273 A.A.V. 26.09.1996, art. 64.<br />
96
15.2.4. Oplevering van diensten 274<br />
274 A.A.V. 26.09.1996, art. 74.<br />
Binnen de 15 kalenderdagen die volgen op de dag waarop de diensten moesten<br />
afgewerkt zijn, wordt er een proces-verbaal van oplevering of van weigering van<br />
oplevering opgesteld. Als de opdracht het opmaken van plannen, verslagen of<br />
andere soortgelijke stukken behelst, wordt de termijn van 15 dagen op 30 dagen<br />
gebracht.<br />
Deze ene oplevering is definitief (behalve als het bestek andere voorschriften<br />
bevat).<br />
Geweigerde diensten, moet de dienstverlener herbeginnen.<br />
97
16.1. Provincies 275<br />
HOOFDSTUK 16 - Bestuurlijk toezicht<br />
____________________________________<br />
De provincieraadsbesluiten over overheidsopdrachten, worden vermeld op een lijst die<br />
aan de Vlaamse regering wordt gestuurd.<br />
De besluiten van de provincieraad of van de bestendige deputatie over<br />
overheidsopdrachten, zijn enkel aan algemeen bestuurlijk toezicht onderworpen.<br />
Besluiten die het recht schenden of het algemeen belang schaden, worden geschorst of<br />
vernietigd door de Vlaamse regering.<br />
De Vlaamse regering dient zijn besluit te nemen en te versturen binnen een termijn van<br />
30 dagen, ingaande de derde dag volgend op het versturen van de lijst of van de<br />
opgevraagde gegevens.<br />
Indien een provincieoverheid een geschorst besluit rechtvaardigt, beschikt de Vlaamse<br />
regering over een termijn van 50 dagen, ingaand de derde dag na verzending van het<br />
rechtvaardigingsbesluit.<br />
16.2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 276<br />
De beslissingen inzake overheidsopdrachten van dienstverlenende en opdrachthoudende<br />
verenigingen zijn enkel onderworpen aan algemeen bestuurlijk toezicht.<br />
Elke handeling die strijdig is met de wet of met de statuten of die het algemeen belang<br />
schaadt, kan door de toezichthoudende overheid (regeringscommissaris of Vlaamse<br />
regering) worden geschorst of nietig verklaard.<br />
16.3. Gemeenten 277<br />
De besluiten van de gemeenteraad met betrekking tot overheidsopdrachten, dienen<br />
opgenomen te worden op een lijst die aan de provinciegouverneur wordt verstuurd.<br />
De besluiten van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen,<br />
m.b.t. de overheidsopdrachten, zijn enkel aan algemeen bestuurlijk toezicht<br />
onderworpen.<br />
Besluiten die de wet schenden of het algemeen belang schaden, worden geschorst door<br />
de gouverneur; de vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />
275<br />
Provinciedecreet 09.12.2005, art. 241 e.v.<br />
276<br />
Decreet 06.07.2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, artikel 71 en volgende.<br />
277<br />
Gemeentedecreet 15.07.2005, art. 248 e.v.<br />
98
De gouverneur dient zijn schorsingsbesluit te nemen en te versturen binnen een termijn<br />
van 30 dagen, ingaande de derde dag volgend op het versturen van de lijst of van de<br />
opgevraagde gegevens.<br />
De Vlaamse regering is aan dezelfde termijnen gebonden indien onmiddellijk wordt<br />
vernietigd. Indien een gemeenteoverheid een geschorst besluit rechtvaardigt, beschikt de<br />
Vlaamse regering over een termijn van 50 dagen, ingaande de derde dag na verzending<br />
van het rechtvaardigingsbesluit.<br />
16.4. OCMW's 278<br />
De besluiten m.b.t. overheidsopdrachten zijn onderworpen aan algemeen toezicht.<br />
Het college van burgemeester en schepenen kan een schorsend beroep instellen bij de<br />
gouverneur wegens schade aan het gemeentelijk (inzonderheid financieel) belang.<br />
De gouverneur kan schorsen wegens schending van het recht of het algemeen belang; de<br />
vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />
16.5. Polders en Wateringen 279<br />
Alle gunningsbesluiten zijn in principe onderworpen aan de goedkeuring van de<br />
gouverneur. De beslissing dient betekend binnen de 40 dagen na ontvangst van het<br />
besluit.<br />
16.6. Erkende erediensten 280<br />
De besluiten m.b.t. overheidsopdrachten zijn onderworpen aan algemeen toezicht.<br />
Het college van Burgemeester en Schepenen (of de bestendige deputatie voor de<br />
erediensten waar de provincie financieel bijdraagt), kunnen de uitvoering schorsen als<br />
het gemeentelijk (provinciaal) belang, en inzonderheid de financiële belangen, worden<br />
geschaad.<br />
De provinciegouverneur kan schorsen wegens schending van de wet of schade aan het<br />
algemeen belang. De vernietigingsbevoegdheid behoort toe aan de Vlaamse regering.<br />
278 OCMW-wet, art. 84, art. 111 en art. 112.<br />
279 W. 05.07.1956 wateringen en W. 03.06.1957 polders, art. 85.<br />
280 Vlaams decreet 07.05.2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.<br />
99
16.7. Politiezones<br />
De Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, richt<br />
een federaal specifiek toezicht in op de zonebeslissingen 281 . Dit federaal specifiek<br />
toezicht<br />
slaat zowel op beslissingen van gemeenteraden en colleges van burgemeester en<br />
schepenen in de eengemeentezones; als op de beslissingen van politieraden en<br />
politiecolleges in de meergemeentezones.<br />
Dit specifiek toezicht is beperkt tot de controle op de naleving van de Wet op de<br />
geïntegreerde politie en zijn uitvoeringsbesluiten. Op de beslissingen inzake<br />
overheidsopdrachten, wordt een algemeen toezicht ingesteld (schorsingsbevoegdheid<br />
gouverneur; vernietingingsbevoegdheid Minister van Binnenlandse Zaken).<br />
Over de samenloop van dit federaal specifiek toezicht en het gewoon toezicht van het<br />
Vlaamse Gewest, is een uitgebreide Vlaamse omzendbrief verschenen 282 .<br />
281 Wet geïntegreerde politiedienst, artikelen 69 tot 89.<br />
282 Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001, betreffende de nieuwe lokale politie, eengemeentezones en<br />
meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht (B.B. 09.10.2001).<br />
100
HOOFDSTUK 17 - Rechterlijke toetsing<br />
__________________________________<br />
Terzake wordt verwezen naar wat onder 11.4.1. omtrent de informatieverstrekking en de<br />
wachttermijn wordt gesteld, in het kader van de beoogde rechtsbescherming.<br />
De wet van 23.12.2009 heeft het instrumentarium, onder invloed van de Europese richtlijnen,<br />
uitgebreid.<br />
A. Een bondig overzicht van het belangrijkste instrumentarium bij opdrachten boven de<br />
Europese drempels.<br />
1. Vernietiging.<br />
De afdeling administratie van de Raad van State kan bestuurlijke beslissingen vernietigen<br />
wegens overtreding van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, of<br />
overschrijding of afwending van macht 283 . Dit geldt uiteraard ook voor beslissingen m.b.t.<br />
overheidsopdrachten, bijv. een gunningsbesluit.<br />
2. Schorsing.<br />
Een beslissing die vatbaar is voor vernietiging, kan ook geschorst worden, mits ernstige<br />
middelen worden aangevoerd.<br />
Cf. de Europese rechtsbeschermingsrichtlijn vervalt de voorwaarde van een moeilijk te<br />
herstellen ernstig nadeel. De vordering dient ingesteld tijdens de wachttermijn volgens de<br />
procedure van uiterst dringende noodzaak.<br />
Wanneer de aanbestedende instantie geen overheid is, is de kortgedingrechter beveogd.<br />
3. Vordering tot schadevergoeding.<br />
4. Onverbindend verklaring (= nietigverklaring contract met terugwerking of voor de<br />
toekomst) bij de gewone rechter zoals in kortgeding, en waarbij zowel de aanbestedende<br />
overheid als de begunstigde in procedure worden betrokken<br />
- bij contractsluiting zonder voorafgaande Europese bekendmaking wanneer deze was<br />
vereist<br />
- bij contractsluiting zonder naleving stand-still termijn<br />
- bij contractsluiting zonder wachten op uitspraak verhaalinstantie.<br />
Enkel bij dwingende redenen van algemeen belang (belangenafweging).<br />
De onverbindendverklaring kan ook worden ingeroepen op grote niet-Europese opdrachten<br />
van werken.<br />
283 Gecoördineerde wetten R.v.St., art. 14<br />
101
5. Alternatieve sancties (gewone rechter – kortgeding): inkorting looptijd of boete aan<br />
aanbestedende instanties.<br />
B. Beneden de Europese drempels (incl. de opdrachten vrijwillig aan stand-still<br />
onderworpen):<br />
1. Vernietiging.<br />
2. Schorsing.<br />
3. Schadevergoeding.<br />
De gewone rechtbanken nemen kennis van geschillen over "burgerlijke rechten" 284 .<br />
Bijvoorbeeld een geschil tussen de aanbestedende overheid en de aannemer omtrent de<br />
verschuldigde bedragen, opgelegde boeten, enz. …<br />
Ze zijn ook bevoegd voor geschillen t.a.v. aanbestedende instanties – niet overheden (vb.<br />
bepaalde ziekenhuizen, universiteiten).<br />
- - - - - - - - - - - - -<br />
284 Gecoördineerde grondwet, art. 144<br />
102
INHOUD<br />
Voorwoord 3<br />
HOOFDSTUK 1 - Overzicht van de wetgeving 4<br />
1.1. Van de wet van 14 juli 1976 via de wet van 24 december 1993 naar de<br />
wetten van 15 en 16 juni 2006<br />
4<br />
1.2. <strong>Overheidsopdrachten</strong> en sommige opdrachten voor aanneming van werken,<br />
leveringen, en diensten<br />
5<br />
1.3. Erkenning van aannemers 13<br />
1.4. Registratie van aannemers 14<br />
1.5. Welzijn op het werk 15<br />
1.6. Burgerlijk recht 15<br />
1.7. Inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen 15<br />
HOOFDSTUK 2 - Begrippen 16<br />
2.1. Aanbestedende overheden 16<br />
2.2. Soorten overheidsopdrachten 17<br />
HOOFDSTUK 3 - Algemene principes 20<br />
3.1. Gelijkheid van de inschrijvers en transparantie van de procedure 20<br />
3.2. Forfaitaire prijsbepaling 20<br />
3.3. Mededinging 23<br />
3.4. Betaling voor verstrekte en aanvaarde diensten 25<br />
HOOFDSTUK 4 - Keuze van de gunningswijze 27<br />
4.1. Soorten gunningswijzen 27<br />
4.2. Keuzemogelijkheid 30<br />
4.3. Bevoegde overheid 34<br />
HOOFSTUK 5 - Vaststellen van de voorwaarden van de opdracht 37<br />
5.1. Algemeenheden 37<br />
5.2. Inhoud van het bestek 38<br />
5.3. Bevoegde overheid 41<br />
HOOFDSTUK 6 - Bekendmaking 42<br />
6.1. Europese bekendmaking 42<br />
6.2. Binnenlandse bekendmaking 45<br />
103
HOOFDSTUK 7 - Kwalitatieve selectie 48<br />
7.1. Algemeen 48<br />
7.2. Uitsluitingsgronden 49<br />
7.3. Financiële en economische draagkracht 51<br />
7.4. Bekwaamheid 51<br />
7.5. Sociale voorkeuren 52<br />
7.6. Informatieplicht over niet-selectie 52<br />
HOOFSTUK 8 - Opmaken van de offerte 53<br />
8.1. Offerte 53<br />
8.2. Bij de offerte te voegen documenten 54<br />
8.3. Ondertekening 55<br />
8.4. Percelen 56<br />
8.5. Vergissingen en leemten 56<br />
HOOFDSTUK 9 - Indienen en openen van de offertes 57<br />
9.1. Wijze van indienen 57<br />
9.2. Tijdstip van indienen 57<br />
9.3. Intrekking of wijziging van een offerte 57<br />
9.4. Openingszitting 58<br />
9.5. Onderhandelingsprocedure 59<br />
HOOFDSTUK 10 - Nazicht van de offertes 61<br />
10.1. Regelmatigheid van de offertes en de prijzen 61<br />
10.2. Prijsonderzoek 63<br />
10.3. Verbeteringen door de aanbestedende overheid 63<br />
10.4. Verbeteringen van de samenvattende opmetingsstaat door de inschrijver 64<br />
10.5. Communicatie met de inschrijvers 67<br />
10.6. Verslag over het onderzoek van de offertes 67<br />
HOOFDSTUK 11 - Gunning van de opdracht 68<br />
11.1. Geen verplichting om te gunnen 68<br />
11.2. Toewijzingsbeslissing 68<br />
11.3. Kennisgeving van de keuze van de aannemer 71<br />
11.4. Informatieverstrekking over de beslissingen en wachttermijn 72<br />
11.5. Borgstelling 78<br />
104
HOOFSTUK 12 - Uitvoering van de opdracht 81<br />
12.1. Inleiding 81<br />
12.2. Gemeenschappelijke bepalingen (werken, leveringen en diensten) 81<br />
12.3. Bepalingen voor opdrachten van werken en concessies voor openbare<br />
werken<br />
83<br />
12.4. Bepalingen voor opdrachten van leveringen 86<br />
12.5. Bepalingen voor opdrachten van diensten 87<br />
12.6. Bevoegde overheid 88<br />
HOOFDSTUK 13 - Betalingen 89<br />
13.1. Algemene bepaling 89<br />
13.2. Betalingen van werken 89<br />
13.3. Betalingen van leveringen 90<br />
13.4. Betaling van diensten 90<br />
13.5. Intresten 90<br />
HOOFDSTUK 14 - Geschillen en sancties 91<br />
14.1. Klachten en verzoeken 91<br />
14.2. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid 91<br />
14.3. Verbrekingen 93<br />
HOOFDSTUK 15 - Keuringen en opleveringen 94<br />
15.1. Keuringen 94<br />
15.2. Einde van de opdracht: opleveringen 95<br />
HOOFSTUK 16 - Bestuurlijk toezicht 98<br />
16.1. Provincies 98<br />
16.2. Intergemeentelijke samenwerkingsvebanden 98<br />
16.3. Gemeenten 98<br />
16.4. OCMW's 99<br />
16.5. Polders en Wateringen 99<br />
16.6. Erkende erediensten 99<br />
16.7. Politiezones 100<br />
HOOFDSTUK 17 - Rechterlijke toetsing 101<br />
105