Fitness in cijFers

Fitness in cijFers Fitness in cijFers

sportsmedia.nl
from sportsmedia.nl More from this publisher
26.09.2013 Views

Fitness in cijFers Paul Hover, Stephan Hakkers en Agnes Elling-Machartzki 1 3.1 InleIdIng Het vorige hoofdstuk behandelde de roots en de opkomst van de fitnessindustrie in Nederland. Maar hoe staat de Nederlandse fitnessbranche er anno 2012 voor? Wat zijn de kerncijfers over vraag en aanbod? Deze zaken passeren in dit hoofdstuk de revue. Eerst gaan we in op de fitnessdeelname in Nederland (paragraaf 3.2), die daarna belicht wordt vanuit Europees perspectief (paragraaf 3.3). Vervolgens schetsen we in paragraaf 3.4 de ontwikkeling van het aantal fitnessaanbieders in Nederland, waarna we die eveneens in een internationaal perspectief plaatsen (paragraaf 3.5). In paragraaf 3.6 komt het imago van fitness aan bod. We besluiten dit hoofdstuk met de belangrijkste conclusies. In de hoofdstukken 4 en 7 wordt meer in detail ingegaan op de achtergronden van vraag naar en aanbod van fitness. 3.2 FItnessdeelname In nederland 03 In Nederland bestaan verschillende landelijke onderzoeken waarin burgers gevraagd wordt naar hun sportdeelname. Om de sport- en fitnessdeelname van Nederlanders in beeld te brengen is in dit hoofdstuk gebruikgemaakt van de door het Sociaal en Cultureel Planbureau uitgevoerde AVO-metingen (Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek), de reeks onderzoeken Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) van TNO en de SportersMonitor van het 1 Paul Hover, Stephan Hakkers en Agnes Elling-Machartzki zijn als onderzoekers verbonden aan het Mulier Instituut. 31 // 03 FitnEss in cijFErs

32 // DEEL 1 Mulier Instituut en NOC*NSF. 2 In alle drie de studies vallen zowel cardio-/kracht- als aerobicsachtige activiteiten onder fitness. stabilisering van de groei Van 1991 tot 2007 heeft de fitnessdeelname een explosieve groei doorgemaakt (figuur 3.1). Deze toename is beduidend groter dan die van de sportdeelname als geheel, die in dezelfde periode groeide van 63 naar 71 procent. Met andere woorden: de deelname aan fitness nam sterker toe dan die van sport in het algemeen. Vanaf 2007 is er echter sprake van stabilisering, zowel van de sportdeelname als geheel als van de fitnessdeelname. Niettemin nam in 2011 20 procent van de bevolking van 4 jaar en ouder deel aan fitness. Dit houdt in dat bijna 3,2 miljoen personen van 4 jaar en ouder minimaal één keer per jaar aan fitnessactiviteiten deelnamen. Figuur 3.1. Fitnessdeelname in Nederland 1991-2011 (minstens 1 keer per jaar), in procenten van bevolking 6-79 jaar (1991-2007) en van bevolking 4 jaar en ouder (2006-2011). 40 35 30 25 20 15 10 5 0 63 9 64 12 65 13 tness/aerobics 69 17 Bron: AVO 1991-2007 (SCP) en OBiN 2007-2011 (TNO), bewerking Mulier Instituut. 71 22 De beoefening van (commercieel aangestuurde) fitnessvormen kent reeds een lange historische traditie (Stokvis & Van Hilvoorde, 2008), maar vooral de afgelopen twee decennia heeft de fitnesssport in Nederland een belangrijke plaats in het sportlandschap verkregen. 2 De door het Sociaal en Cultureel Planbureau uitgevoerde vierjaarlijkse AVO-metingen (Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek) zijn één van de meest betrouwbare bronnen over de lange termijn. In dit onderzoek zijn ook veel vragen opgenomen over de sportdeelname in Nederland. De uitkomsten van deze metingen staan onder meer beschreven in de Rapportage Sport 2008 en Rapportage Sport 2010, uitgegeven door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Van 1991 tot en met 2007 is fitness/aerobics opgenomen in het aan de respondenten van 6 tot 80 jaar voorgelegde toonblad van sporten, met de vraag welke sporten zij in de voorgaande 12 maanden hebben beoefend. Na 2007 is de AVO-meting (nog) niet herhaald. Vanaf 2001 wordt het Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN)-onderzoek uitgevoerd. Dit is een continu uitgevoerde enquête waarbij ook gegevens worden verzameld over de sportparticipatie (de kwaliteit en kwantiteit aan georganiseerde en ongeorganiseerde sport), de hoeveelheid lichaamsbeweging en het bewegingspatroon van de Nederlandse bevolking van 4 jaar en ouder. De SportersMonitor is een onderzoek dat door het Mulier Instituut is ontwikkeld en informatie verschaft over diverse aspecten van sportbeoefening en -betrokkenheid van de Nederlandse bevolking. De SportersMonitor is een project van het Mulier Instituut en NOC*NSF. Het veldwerk wordt verzorgd door onderzoeksbureau GfK Panelservices te Dongen. 70 73 sport algemeen 70 71 71 70 20 21 20 20 19 20 1991 1995 1999 2003 2007 2006 2007 2008 2009 2010 2011 AVO OBiN 80 75 70 65 60 55 50

<strong>Fitness</strong> <strong>in</strong> <strong>cijFers</strong><br />

Paul Hover, Stephan Hakkers en Agnes Ell<strong>in</strong>g-Machartzki 1<br />

3.1 InleIdIng<br />

Het vorige hoofdstuk behandelde de roots en de opkomst van de fitness<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong><br />

Nederland. Maar hoe staat de Nederlandse fitnessbranche er anno 2012 voor? Wat zijn de<br />

kerncijfers over vraag en aanbod? Deze zaken passeren <strong>in</strong> dit hoofdstuk de revue. Eerst gaan<br />

we <strong>in</strong> op de fitnessdeelname <strong>in</strong> Nederland (paragraaf 3.2), die daarna belicht wordt vanuit<br />

Europees perspectief (paragraaf 3.3). Vervolgens schetsen we <strong>in</strong> paragraaf 3.4 de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

van het aantal fitnessaanbieders <strong>in</strong> Nederland, waarna we die eveneens <strong>in</strong> een <strong>in</strong>ternationaal<br />

perspectief plaatsen (paragraaf 3.5). In paragraaf 3.6 komt het imago van fitness aan<br />

bod. We besluiten dit hoofdstuk met de belangrijkste conclusies. In de hoofdstukken 4 en 7<br />

wordt meer <strong>in</strong> detail <strong>in</strong>gegaan op de achtergronden van vraag naar en aanbod van fitness.<br />

3.2 FItnessdeelname In nederland<br />

03<br />

In Nederland bestaan verschillende landelijke onderzoeken waar<strong>in</strong> burgers gevraagd wordt<br />

naar hun sportdeelname. Om de sport- en fitnessdeelname van Nederlanders <strong>in</strong> beeld te<br />

brengen is <strong>in</strong> dit hoofdstuk gebruikgemaakt van de door het Sociaal en Cultureel Planbureau<br />

uitgevoerde AVO-met<strong>in</strong>gen (Aanvullend Voorzien<strong>in</strong>gengebruik Onderzoek), de reeks onderzoeken<br />

Ongevallen en Bewegen <strong>in</strong> Nederland (OBiN) van TNO en de SportersMonitor van het<br />

1 Paul Hover, Stephan Hakkers en Agnes Ell<strong>in</strong>g-Machartzki zijn als onderzoekers verbonden aan het Mulier Instituut.<br />

31 // 03 FitnEss <strong>in</strong> cijFErs

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!